Toets gecijferdheid december 2004

Vergelijkbare documenten
Toets gecijferdheid augustus 2005

Toets gecijferdheid april 2006 versie 3

Toets gecijferdheid april 2006 versie 1

Toets gecijferdheid mei 2004

Toets gecijferdheid maart 2004

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

Opgave 1. a = =994. b = = c. 37,5 x 64 = 75x32=150x16=300x8=2400. d.

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Toets gecijferdheid. versie 2 november Naam... Score: Klas... Algemene aanwijzingen:

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen bewerking en. optellen en.

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

Analyse professionele gecijferdheid.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

27/11/2012 SCHATTEN....en niet alleen op zolder

Leerlingexemplaar analyse rekenvaardigheid

Taak na blok 1 startles 8

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

Onthoudboekje rekenen

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Midden 1ste leerjaar INSTRUCTIE BIJ VRAGEN Wiskunde Midden 1 ste leerjaar

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

handleiding plustaak rekenen

Inhoud kaartenbak groep 8

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125, ,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

Analyse professionele gecijferdheid antwoorden

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Rekentermen en tekens

Deel 1: Getallenkennis

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

aantal tijd 2 s 1 min 1 uur 50 uur 2 dagen 20 dagen

TVE TIEN VRAGEN EXTENSIE LVS - VCLB WISKUNDE Begin 1 ste leerjaar

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 2

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Onderstreep in elke opgave wat je eerst moet uitrekenen. Je hoeft de opdrachten niet uit te rekenen. 788 : (1 500 : 3)

Onderstreep in elke opgave wat je eerst moet uitrekenen. Je hoeft de opdrachten niet uit te rekenen. 788 : (1 500 : 3)

Meting. Werkbladen, antwoorden, scoring, interpretatie

Naam:... Datum: =. 2 x 15 = =. 4 x 12 = =. 6 x 7 = =. 100 : 4 = =. 36 : 6 =.

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

1.Tijdsduur. maanden:

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Determinatietoets Rekenen 2F Deze toets bestaat in totaal uit 50 opgaven verdeeld over twee onderdelen.

De laatste loodjes...

Doelenlijst 5: GETALLEN onderdeel KOMMAGETALLEN

Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk B2 WERKEN MET GETALLEN

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

Deel 1: Getallenkennis

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100

Werkblad bij lesvoorbereiding Breuken. 1. Vereenvoudig de volgende breuken: 2. Maak de volgende sommen: Schrijf de berekening erbij!

Blok 4 G/B vraag 1: een kommagetal cijferend delen door een natuurlijk getal < 100

Routeboekje. bij Pluspunt. Groep 8 Blok 4. Van...

Deel 1: Getallenkennis

Rekenrijk. Antwoordenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

Les 20: gelijknamige breuken, gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen

1 Basisrekenen en letterrekenen.

Dit betekent. noodzakelijk.

Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

Tussendoelen domein VERHOUDINGEN 38

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

Getallen. 1 Doel: een getallenreeks afmaken De leerlingen maken de getallenreeks af met sprongen van

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 4 februari 2015 vincent jonker & monica wijers

Taakanalytisch Leerlingvolgsysteem. Wiskunde. Eerste tot en met vijfde leerjaar van het lager onderwijs. Gompel&Svacina. Toetsen

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

De antwoorden op de Toets Verhoudingen zijn separaat op deze website opgenomen.

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

REKENEN Hfst 1-3 PROCENTEN. Procenten betekent per honderd.

Deel 12 en 13 van De Wiskanjers Zorg: Curriculumdifferentiatie

Op aarde wonen ongeveer zeven miljard mensen. 1 miljard = miljard is hetzelfde als

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers

Blok 6 G/B vraag 1: een natuurlijk getal of kommagetal cijferend delen door een getal van 3 cijfers

Vragen Rekenvaardigheid Pabo

Antwoorden bij Rekenen met het hoofd

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Taak na blok 5 les 1 TAAK 33

Transcriptie:

Toets gecijferdheid december 2004 Naam: Klas: score: Datum: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing - Denk aan de tijd - Gebruik van een zakrekenmachine is niet toegestaan - Gebruik van een geodriehoek of liniaal wordt aanbevolen Veel succes!

Opgave 1. Hoofdrekenen: handig rekenen Los de volgende sommen op door handig te rekenen. Je mag niet cijferen. Laat duidelijk zien hoe je ze uitrekent. a. 243,47 + 198,98 = 243,47 + 200 = 443,47 443,47 1,02 = 442,45 b. 5463 489,089 = 5463 500 = 4963 4963 + 10,911 = 4973,911 c. 1 1 x 136 x = 4 3 34 x 3 1 = 11 3 1 d. 8 : 3 2 = 12 Voor elk goed berekend antwoord een heel punt. 1

Opgave 2. Schattend rekenen Los op door handig te rekenen met mooie, ronde getallen. a. Tijdens de wereldkampioenschappen op de weg bij amateurs reed één van de deelnemers de 204 kilometer in 4 uur en 50 minuten. Hoeveel kilometer per uur reed deze deelnemer ongeveer gemiddeld? Zeg 200 km in 5 uur. Dat is dus 40 km per uur. In werkelijkheid zal hij iets sneller rijden, want hij rijdt meer dan 200 km, in minder dan 5 uur b. Een inwoner van Nederland gebruikt op een doordeweekse dag gemiddeld ongeveer 130 liter water. Evelien beweert: Duizend mensen gebruiken samen per dag net zoveel water als er in een klaslokaal zou passen. Ben je het eens met deze bewering? Laat zien hoe je geredeneerd hebt. Stel een klaslokaal is 10 meter lang, 5 meter breed en 3 meter hoog. Dan is de inhoud hiervan 150 m 3. Duizend inwoners verbruiken volgens Evelien ongeveer 130.000 liter water. Dat is 130 m 3. Dat past dus niet in het lokaal zoals we dat hebben voorgesteld, tenzij het lokaal minder groot is. Als het lokaal bijvoorbeeld 8 meter lang, 5 meter breed en 3 meter hoog is, dan is de inhoud 120 m 3. Er zou dus best een klaslokaal kunnen zijn met een inhoud van 130 m 3. Voor elk goed berekend antwoord twee hele punten. 2

Opgave 3. Verhoudingen a. In groep 7 zitten 12 meisjes en 15 jongens. In groep 8 zitten 13 meisjes en 16 jongens. In welke klas zitten naar verhouding meer meisjes? Licht je antwoord toe. Groep 7 meisjes 12 4 32 64 jongens 15 5 40 80 Groep 8 meisjes 13 65 jongens 16 80 Dus in groep 8 zitten naar verhouding meer meisjes. b. Op de plank staan drie potten met aardbeienjam. Op de potten staan de ingrediënten vermeld: aardbeien en suiker. In welke pot zit de zoetste jam? Laat zien hoe je geredeneerd hebt. Linkerpot Middelste Rechterpot Aardbei 400 800 200 1000 Suiker 300 600 150 750 Aardbei 1000 Suiker 700 Aardbei 500 1000 Suiker 400 800 Aangezien suiker zoet is, maakt dat de rechterpot degene met de zoetste jam. Voor elk goed berekend antwoord twee hele punten. 3

Opgave 4 Rekenvaria a. Maak van de cijfers 4, 5, 8 en 9 en met behulp van een komma een kommagetal dat het dichtst in de buurt ligt van het kommagetal 71,23. Gebruik de cijfers elk precies één keer. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten. Er zijn twee getallen die in aanmerking komen: 84,59 en 59,84. Het tweede getal, 59,84, zit dichter bij 71,23. Het verschil is ruim 11. Het verschil met 84,59 is ruim 13 en dus is 59,84 het gevraagde getal. b. Door op ieder puntje een cijfer in te vullen ontstaan getallen. Vul cijfers zó in dat de sommen correct worden. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten. 8.. : 25 =. 3 3. x 3. = 990 Er zijn vier mogelijkheden voor het linkergetal, dat deelbaar moet zijn door 25: 800, 825, 850 en 875. Meer zijn er niet, anders ligt het een getal in de 7-honderd of 9-honderd. 30 x 30 = 900 90 = 30 x 3 Dus 33 x 30 = 990 800 : 25 = 32 dit eindigt niet op een 3 825 : 25 = 33 klaar Voor elk goed berekend onderdeel twee hele punten. 4

Opgave 5. Meten a. Vul de juiste maat in. Je hoeft het antwoord niet toe te lichten. I. Mijn potlood heeft een lengte van ongeveer 0,18 m. II. De oppervlakte van de zitting van mijn stoel is ongeveer 1600 cm 2. III. IV. In de benzinetank van een auto gaat ongeveer 3500 cl benzine. Deze dame weegt bijna 68000 gr. b. In het Aquarium bij dierentuin Artis staat een aquarium met een grondoppervlak van 30 m 2. Het water in het aquarium staat 75 cm hoog. Hoeveel liter water zit er in dit aquarium? Schrijf je berekeningen duidelijk op. De hoeveelheid water in het aquarium (inhoud) = 30 x 0,75 = 22,5 m 3. (evt. via 15 x 1,5). Dat is 22.500 liter (!). Voor elk goed berekend antwoord, zowel onderdeel a. als b. elk twee hele punten. Onderverdeling bij onderdeel a: 4 goed: 2 punten 3 goed: 1 punt 2 goed of minder: 0 punten 5

Opgave 6. Breuken en kommagetallen Maak de opgaven op een inzichtelijke manier. a. Het deel van de getallenlijn hieronder is in drie gelijke stukken verdeeld. Vul de juiste breuken in bij de pijlen. Licht je antwoord duidelijk toe. De afstand tussen 2 1 en 4 3 bedraagt 4 1. Dit moet in drieën worden verdeeld. Dus elk stukje wordt 12 1. Dan komt op de eerste pijl 2 1 +12 1 = 12 7 te staan en bij de tweede pijl 12 8 (12 7 +12 1 ). Controle: is de afstand van 12 8 tot 4 3 nu ook 12 1? Inderdaad: 12 8 + 12 1 = 12 9 = 4 3. b. Bedenk een passende situatie bij de opgave 2 2 1 x 3,50 en los de opgave inzichtelijk op. In de supermarkt: een kilo spinazie voor 3,50. Je wilt 2 2 1 kg kopen. Hoeveel gaat dat kosten? Spinazie (kg) 1 2 0,5 2,5 Prijs (in ) 3,50 7,00 1,75 8,75 2 2 1 kg spinazie kost dus 8,75, ofwel 2 2 1 x 3,50 = 8,75. Wel dure spinazie, kun je misschien beter wat anders gaan eten, hoewel spinazie natuurlijk wel gezond is... Voor elk goed berekend antwoord twee hele punten. 6

Opgave 7. Ordenen, vergelijken en afronden a. Zet onderstaande getallen op volgorde van grootte. Begin met de kleinste en eindig met de grootste. Geef aan hoe je geredeneerd hebt. 3 6 2 9 3 12 1 5 0,3 0,75 3 2 3 1 = 0,5 0,22 = 0,25 en = 0,2 6 9 12 5 Dus de volgorde is: 5 1 2 9 3 12 0,3 3 6 0,75 b. Op de Alkmaarse kaasmarkt kunnen bezoekers een stuk kaas winnen door het gewicht van het stuk zo goed mogelijk te schatten. Het stuk kaas weegt 2,1 kg. Pim, Ursula en Siddah schatten respectievelijk 1,98 kg, 2,02 kg en 2,19 kg. Wie van de drie zit het dichtst bij het werkelijke gewicht? Geef aan hoe je gerekend hebt. Pim zit er 0,12 kg naast (2,1 1,98). Ursula zit er 0,08 kg naast (2,1 2,02). Siddah zit er 0,09 kg naast (2,19 2,1). Dus Ursula zit er het dichtst bij Voor elk goed berekend onderdeel twee hele punten. 7

Opgave 8. Procenten Laat steeds duidelijk zien hoe je het oplost. a. Drie procent korting! De prijs van de digitale camera is 150,--. Wat is de nieuwe prijs? 3 % van 150,- is 4,50. Dus is de nieuwe prijs 145,50. b. 21 van de 28 cursisten hebben een diploma gekregen. Hoe groot is het percentage geslaagden? Geslaagden 21 3 75 Aantal cursisten 28 4 100 Dus 75 %. 3 c. De waarde van een huis is 150.000. Over dit bedrag moet % onroerendzaakbelasting betaald worden. 4 Hoeveel is dat? 1% = 1.500,- 0,5% = 750,- 0,25% = 375,- 0,75% = 1125,- Voor drie goed berekende antwoorden vier hele punten. Onderverdeling: a: 1punt, b en c: elk 1,5 punt 8

Opgave 9. Cijferen Je mag hier cijferen, maar het hoeft niet. a. 8942 + 3658 = 12600 b. 400031 62082 = 337949 c. 35,8 x 7070 = 253106 d. 1530,15 : 30,3 = 50,5 Voor elk goed berekend antwoord een heel punt. 9

Opgave 10. Meetkunde Hier zie je een bouwplaatje van een figuur. Maak een schets die duidelijk maakt hoe deze figuur er ruimtelijk uit komt te zien als het bouwplaatje in elkaar is gezet. Licht je tekening zonodig toe. Wat proberen, eventueel door te knippen en te vouwen levert de volgende ruimtelijke figuur: een regelmatig achtvlak, ook wel octaëder genoemd: Voor een goed getekend figuur 4 punten 10

Opgave 11. Toepassingen Op zondag 7 november werd de marathon van New York gelopen. Er deden 37257 atleten mee en volgens de organisatie stonden er 2 miljoen mensen langs de kant van het ruim 42 kilometer lange parcours. Uit de Newyorkse Metro van 8 november 2004 Een lezer van dit bericht zegt: Dat zal wel vreselijk druk zijn geweest rond het parcours. Geef een kritisch commentaar. 2 miljoen mensen langs een parcours van 42 km. Ik ga er vanuit dat de mensen aan beide zijden van de weg staan, dus 1 miljoen mensen aan elke kant. 1 miljoen mensen over een lengte van zeg 40 km, dat rekent wat handiger, dat is 25.000 mensen per km. Dat is 25 mensen per meter. Stel dat er twee à drie mensen op een meter staan, dan staat er dus een rij van ongeveer 10 mensen dik, en dat 42 km lang. Dus dat is best wel druk, misschien zelfs vreselijk druk. Een goed beredeneerde conclusie levert 4 punten op. 11