Een plattegrond toevoegen Overzicht Met plattegronden kunnen softwaregebruikers de locatie monitoren met behulp van interactieve grafische plattegronden. Een plattegrond kan deuren, apparaten, soft buttons voor het activeren van Specifieke regels en pictogrammen voor het navigeren naar andere plattegronden bevatten. Plattegronden kunnen een handige optie zijn voor softwaregebruikers, ze geven bijvoorbeeld bewakers een overzicht van de locatie, en tonen wanneer en waar er een alarm, of bieden systeembeheerders en installateurs een plattegrond waarop ze kunnen zien waar de hardware is geïnstalleerd in het gebouw en wat de status van de hardware is. Een plattegrond toevoegen Wanneer u ingelogd bent in de software: 1. Open de optie 'Plattegronden' en klik op 'Toevoegen Plattegrond' in het hoofdmenu 1
2. Klik op 'Selecteren' 3. Zoek de plattegrond of de afbeelding van de locatie op en klik op 'Openen' 2
Wanneer nodig kan het beeld worden uitgesneden. Het is raadzaam de ruimte rond de locatie te verwijderen als de locatie niet overeenkomt met het beeld of als het beeld meerdere locaties bevat. 4. Om de locatie uit te snijden klikt u op 'Uitsnijden' 5. Klik vervolgens op een hoek van de afbeelding van de locatie, verplaats de muis naar de volgende hoek, klik opnieuw en ga door totdat de muis terug is in de eerste hoek. Als u terug bent in de eerste hoek is de uitsnede klaar. 6. Klik op 'OK' 3
Objecten toevoegen aan een plattegrond Er zijn 6 soorten objecten die u kunt toevoegen aan een Plattegrond: Apparaten - dit zijn de apparaten aan reeds aan een locatie zijn toegevoegd in het Paxton10-systeem, als u deze toevoegt aan een Plattegrond kunt u de status ervan monitoren en de apparaten wanneer mogelijk aansturen. Navigatie - wanneer een systeem meerdere Plattegronden bevat, kunnen navigatiepictogrammen worden toegevoegd zodat gebruikers gemakkelijk tussen de plattegronden kunnen navigeren. Via deze pictogrammen kunnen u eenvoudig naar bijvoorbeeld de boven liggende verdieping gaan, naar de volgende ruimte gaan of inzoomen op een bepaald gebied. Soft Buttons - Soft buttons worden gebruikt voor Trigger en Acties. Een Soft button kan zo worden geconfigureerd dat hij een deur opent, lampen uitschakelt of een andere actie uitvoert. Alarmgebieden - dit zijn gebieden op de Plattegrond die oplichten wanneer als een geselecteerd apparaat een alarm activeert. Een alarmgebied kan bijvoorbeeld zo worden ingesteld dat de parkeergarage oplicht als de poort open is gebleven, of dat de hele locatie oplicht wanneer er een brandalarm of inbraakalarm geactiveerd wordt. Labels - er kunnen tekstlabels worden toegevoegd aan een locatie met extra informatie of instructies voor soft waregebruikers. Apparaten - dit is de hardware die is verbonden met het systeem, het toevoegen van deze apparaten aan een locatie kan handig zijn voor systeembeheerders en installateurs omdat apparaten hiermee snel kunnen worden gelokaliseerd. Om objecten toe te voegen en te bewerken in een Plattegrond moet de locatie in de 'Bewerkingsmodus' staan - dit wordt aangegeven doordat de plattegrond een rasterachtergrond heeft. 1. Selecteer het menu 'Bewerken' 4
Een apparaat toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op 'Apparaten toevoegen' 5
2. Selecteer alle apparaten die u aan de locatie wilt toevoegen (zorg ervoor dat de apparaten toegevoegd zijn aan het Paxton10-systeem voordat u ze toevoegt aan een Plattegrond). 3. Selecteer een Formaat van de pictogram en klik vervolgens op 'Toevoegen' 4. De apparaten die zijn toegevoegd aan de plattegrond verschijnen aan de rechterkant, selecteer ze om het for maat van de pictogram te wijzigen of om ze uit de plattegrond te verwijderen 5. Klik op 'OK' 6
Een navigatiepictogram toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op de pijl naast 'Apparaten toevoegen' om de vervolgkeuzelijst weer te geven 2. Klik op 'Navigatie' 3. Selecteer een andere Plattegrond waar het navigatiepictogram naar moet doorverwijzen (om ervoor te zorgen dat een navigatiepictogram naar een andere plattegrond kan doorverwijzen, moeten meerdere plattegronden zijn geselecteerd). 7
4. Selecteer een pictogram - ieder pictogram heeft een andere functie Navigeren tussen twee locaties die naast elkaar liggen Navigeren tussen twee locaties die boven/onder elkaar liggen Inzoomen/uitzoomen 5. Selecteer het formaat van de pictogram 6. Selecteer de gebeurtenissen die het pictogram moet weergeven - als een gebeurtenis van het geselecteerde type optreedt op de gekoppelde plattegrond, wordt het gebeurtenispictogram weergegeven - dit is een handige manier om meerdere locaties vanaf één Plattegrond te monitoren 7. Klik op 'Toevoegen' 8
8. De navigatiepictogrammen die zijn toegevoegd aan de plattegrond verschijnen aan de rechterkant, selecteer ze om ze te wijzigen of om ze uit de plattegrond te verwijderen 9. Klik op 'OK' Een soft button toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op de pijl naast 'Apparaten toevoegen' om de vervolgkeuzelijst weer te geven 2. Klik op 'Soft buttons' 9
3. Voer een naam in voor de button - dit is de tekst die op de button wordt weergegeven 4. Selecteer de kleur voor het pictogram 5. Selecteer het formaat van de pictogram en klik vervolgens op 'Toevoegen' 6. De soft buttons die aan de locatie zijn toegevoegd verschijnen aan de rechterkant, selecteer ze om te wijzigen of om ze uit de plattegrond te verwijderen 7. Klik op 'OK' Creëer een Specifieke regel om in te stellen wat de Soft button doet wanneer men hierop klikt - de Soft button kan als trigger worden geselecteerd. 10
Een alarmgebied toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op de pijl naast 'Apparaten toevoegen' om de vervolgkeuzelijst weer te geven 2. Klik op 'Alarmgebieden' 3. Voor een naam in voor het alarmgebied 4. Selecteer de apparaten die gemonitord moeten worden op alarmen - een alarm op één van de geselecteerde apparaten zorgt ervoor dat het alarmgebied oplicht totdat het alarm is bevestigd 11
5. Klik op 'Teken gebied' om het gebied in te stellen dat oplicht wanneer er een alarm wordt geactiveerd 6. Klik op de plattegrond om het begin van het gebied te markeren, verplaats de muis verder, klik opnieuw, en ga door totdat de muis terug is op het beginpunt en het gebied is gemarkeerd. 7. Selecteer 'OK' om dit venster te sluiten. 12
8. Klik op 'Toevoegen' 9. Het Alarmgebied welke is toegevoegd aan de plattegrond verschijnt aan de rechterkant, selecteer een Alarmge bied om het te wijzigen of uit de plattegrond te verwijderen 10. Klik op 'OK' Een label toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op de pijl naast 'Apparaten toevoegen' om de vervolgkeuzelijst weer te geven 2. Klik op 'Tekstlabels' in de vervolgkeuzelijst 13
3. Voer de tekst in die in het label moet worden weergegeven 4. Selecteer het formaat van de tekst en klik vervolgens op 'Toevoegen' 5. De tekstlabels die zijn toegevoegd aan de plattegrond verschijnen aan de rechterkant, selecteer ze om ze te wijzigen of om ze uit de plattegrond te verwijderen 6. Klik op 'OK' 14
Een apparaat toevoegen aan een plattegrond 1. Klik op de pijl naast 'Apparaten toevoegen' om de vervolgkeuzelijst weer te geven 2. Klik op 'Apparaten' 3. Selecteer alle Apparaten die u aan de locatie wilt toevoegen 4. Selecteer het formaat van de pictogram en klik vervolgens op 'Toevoegen' 15
5. De Apparaten die zijn toegevoegd aan de plattegrond verschijnen aan de rechterkant, selecteer ze om het formaat van de pictogram te wijzigen of om ze uit de plattegrond te verwijderen 6. Klik op 'OK' Items verplaatsen in een plattegrond De items welke zijn toegevoegd aan een plattegrond zullen verschijnen in de linker benedenhoek. In de 'Bewerkingsmodus', klik en sleep elk van deze items naar de gewenste locaties. 16
Veelgestelde vragen Hoe configureer ik een Soft button in mijn plattegrond? Nadat u een Soft button heeft toegevoegd aan een plattegrond, kunt u de werking hiervan instellen met behulp van een Specifieke regel. Zie AN0021 - Een Trigger- en Actieregel creëren Wie kan de plattegrond bekijken? De toegang tot Plattegronden wordt toegekend in de Softwarebevoegdheden. Wanneer een gebruiker de bevoegdheid heeft om Plattegronden te 'lezen', dan kan de gebruiker de Plattegronden en alles wat erop staat te bekijken. Alle items (apparaten, navigatiepictogrammen etc.) worden weergegeven, ook als de gebruiker geen bevoegdheid heeft voor het betreffende item, het gebeurtenispictogram wordt echter niet weergegeven als de gebruiker niet de betreffende bevoegdheid heeft. Hoe verwijder ik een item? Om een item te verwijderen opent u de 'Bewerkingsmodus', selecteert u het object dat u wilt verwijderen of wijzigen en klikt u op Item bewerken. Het item is standaard gemarkeerd in het venster Plattegrond bewerken, u kunt het item bewerken en dan op Opslaan klikken, of op Verwijderen klikken om het uit de plattegrond te verwijderen. Wat zijn de minimale en de maximale resolutie die ik voor een Grafische weergave kan gebruiken? De afbeelding van de plattegrond (na bijsnijden) moet minimaal 300 bij 300 pixels zijn. De maximaal ondersteunde bestandsgrootte is 4MB. Welk type afbeelding worden ondersteunt voor een Plattegrond? Paxton10 ondersteunt de volgende bestanden: JPEG, JPG, GIF en PNG. De maximaal ondersteunde bestandsgrootte is 4MB. Paxton Ltd 1.0.2 17