VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL KETELBINKIE BASISSCHOOL DE WINDROOS Locatie : Ketelbinkie : De Windroos Brinnr. : 10OD Plaats : Zaandam Registratienummer : 3018841 Onderzoeksnummer : 12880 + 12881 Datum onderzoek : 31-08-2010 Datum vaststelling rapport : 25-10-2010 Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 1 van 6
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 16 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep ½ a: 19, waarvan 4 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep ½ b: 20, waarvan 5 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep ½ c: 20, waarvan 7 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep ½ d: 20, waarvan 9 doelgroepkleuters Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 2 van 6
2. HET TOTAALBEELD De Voorschool locatie Ketelbinkie en icbs De Windroos bestaat uit één peutergroep-plus en vier kleutergroepen en ligt in de wijk Peldersveld in Zaandam. De samenwerking van VVE is gestart in 2006 en is goed ontwikkeld. Er is sprake van een duidelijke doorgaande lijn in de uitvoering van het aanbod, de zorg en de wijze waarop met ouders wordt omgegaan. Binnen de peutergroep-plus Ketelbinkie en de kleutergroepen van De Windroos is een goede basis aanwezig voor het uitvoeren van het VVE-programma Kaleidoscoop. Er is duidelijk sprake van een warme overdracht. De sterke punten van Ketelbinkie liggen in de warme en betrokken houding van de leidsters en veel onderdelen van het aanbod en het educatief handelen zijn voldoende ontwikkeld. Het Kind Observatie Registratie wordt zorgvuldig bijgehouden, net als alle sleutelervaringen. Verbetering is nog mogelijk in het werken met een digitale registratie waar ook de handelingsplannen in uitgewerkt kunnen worden. De Windroos kenmerkt zich eveneens door een open en prettige sfeer. Veel onderdelen van het pedagogisch en educatief handelen zijn voldoende ontwikkeld. De manier waarop het Kind Observatie Registratie wordt bijgehouden is een voorbeeld voor anderen. Een punt van aandacht gaat uit naar het borgen van de verbeterplannen van de afgelopen periode. De school en de peuterspeelzaal organiseren regelmatig bijeenkomsten om ouders bij de VVEactiviteiten te betrekken en wordt er in de school de laatste hand gelegd aan de ouderkamer. De opkomst bij deze activiteiten is wisselend, voor het komend schooljaar is het beleid erop gericht deze uit te breiden en meer structureel te organiseren. De kwaliteitszorg op De Windroos is een sterk punt. De school analyseert en evalueert de opbrengsten. Ook werkt zij daarna planmatig aan verbeteringen. Verder is er voldoende aandacht voor borging en bewaking van de kwaliteit van het VVE-programma. 3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 1 A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie nvt getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Ketelbinkie: Kaleïdoscoop de Windroos: Kaleïdoscoop A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? Ja Ja A2 De groepsgrootte voldoet aan de lokale maximumeisen Ja A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") Ja Ja A4 VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) Ja A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor Ketelbinkie: 2 jaar VVE? A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) Ja Ja A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands Ja Ja A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) Ja Nee A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan Ja ja B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid 3 3 B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 3 3 Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 3 van 6
B3 Intake 3 3 B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 3 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool 3 3 B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 3 3 B7 Rekening houden met de thuistaal 3 3 C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE (= PROCESKWALITEIT) Ketelbinkie de Windroos C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3 C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 2 C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 2 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt 4 3 gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters is respectvol 3 3 C2.2 De leidsters hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen 3 3 C2.3 De leidsters stimuleren de sociale vaardigheden en competenties 4 4 van de kinderen C2.4 De leidsters stimuleren de zelfstandigheid van de kinderen 3 4 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en 3 3 taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters is goed op elkaar 3 3 afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten voor de 3 3 taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters bevorderen de interactie met en tussen kinderen 4 4 C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en 3 3 verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag 3 3 (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters met de kinderen is responsief 3 3 C3.7 De leidsters stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van het individuele kind 3 3 D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Ketelbinkie de Windroos D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 D1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor 3 3 groep, het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 3 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Kinderen die zorg nodig hebben die de voorschool niet kan leveren, 3 3 zijn bij de leidsters bekend D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg, wanneer de 3 3 voorschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg 3 3 bijhouden E Kwaliteitszorg binnen de voor- c.q. vroegschool E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 3 E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van haar VVE 3 3 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen 3 3 E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties 3 3 verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie 3 3 E6 Ook VVE in de kwaliteitszorg van de school - 3 Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 4 van 6
F Doorgaande lijn F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 3 3 F2 Voldoende kinderen stromen door naar de bijbehorende vroegschool 3 3 F3 De voorschool zorgt voor een warme overdracht 3 3 F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd 3 3 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en 3 3 vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De voor- en vroegschool gaan op een vergelijkbare manier met ouders 3 3 om F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op een 2 2 gelijke wijze georganiseerd G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau Geen waardering Geen waardering G3 Er zijn weinig kinderen met een verlengde kleuterperiode 3 Toelichting bij de oordelen: Ketelbinkie: A0.1 Voor heel Zaanstad is geen recent GGD rapport beschikbaar. C1.4 De leidsters werken structureel met het Kind Observatie Registratie, daarnaast houden zij een woordenschatlijst bij en passen zij het aanbod van ondersteunende activiteiten hierop aan. Elk kind wordt op zijn niveau aangesproken en uitgedaagd. C2.3 Door met de kinderen "vooruit" te kijken naar de komende activiteit; elk kind in overleg met zowel de leidster als met de andere kinderen. De manier waarop dit gedaan wordt is een voorbeeld voor anderen. C3.3 De leidsters zorgen voor een dusdanig klimaat en een structuur in de groep waardoor kinderen goed uitgedaagd worden om te communiceren. D2.2 De leidsters hebben veel steun aan de IB-er van de school, zo hebben ze gezamenlijk een "rugzakje"-aanvraag ingediend. F7 De voorschool heeft regelmatig overleg met de IB-er van de school. Toelichting bij de oordelen: De Windroos: A5.4 Een leerkracht en een onderwijsassistent volgen komend jaar de opleiding van Kaleidoscoop. C1.2 In alle vier de groepen is het werken met een doelgerichte planning van de leerstof een verbeterpunt. C1.3 De aanpak en taalstimulering kan nog versterkt worden door meer doelgericht en planmatig met taal aan de slag te gaan. C2.3 Ook de kleuterklassen doen mee aan het project De Vreedzame School. Daarnaast vindt er tijdens het 'vooruit kijken' overleg plaats tussen de kinderen. C2.4 Tijdens de kleine kring kiezen de kinderen zelfstandig welke activiteit zij willen ondernemen, de leerkracht zorgt dat bij de keuze van de activiteiten voldoende sleutelervaringen aan bod komen. C3.1 Doelen en plannen voor de taakverdeling liggen per klas apart vast; zorg ervoor dat deze plannen voor alle klassen ook gezamenlijk vast komen te liggen. C3.3 De leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen op een positieve manier tijdens het vooruit- en terugkijken, de manier waarop dit wordt uitgevoerd is een voorbeeld voor anderen. Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 5 van 6
E1 De coördinatie is op een gestructureerde (wie doet wat, waar, wanneer en hoe) manier vorm gegeven zodat dit een voorbeeld is voor anderen, daarnaast ook een punt van aandacht wegens het vertrekken van deze coördinator. De leerkrachten dragen allen de verantwoordelijkheid om deze kwaliteit te bewaken. E4 Zorg dat deze plannen transparant zijn en breed gedragen worden. E5 Nu zit de school op een kantelpunt om dit daadwerkelijk te verankeren. G1 De VVE-beleidsgroep van Zaanstad heeft meerdere malen aangedrongen op streefdoelen voor VVE, maar tot op heden zijn deze er niet. Er zijn geen streefdoelen voor doelgroepkinderen geformuleerd. De enige toets die verplicht is voor alle VVE-locaties (ongeacht het programma) is de toets Cito-toets Taal voor Kleuters midden groep 2. De inspectie geeft geen oordeel over de opbrengsten van VVE. Op dit moment is door de gemeente, noch door de voor- en vroegschool aangegeven wat de resultaten van VVE moeten zijn. De enige afspraak betreft het verplicht afnemen van de Cito-toets Taal voor Kleuters middengroep 2. G2 Omdat streefdoelen ontbreken, kan in principe geen uitspraak gedaan worden over de resultaten van de doelgroepkinderen. Odin: 127666 Onderzoeksdatum: 31-08-2010 Pagina 6 van 6