Lococensus-Tricijn T 8 JUL Waterschap Zuiderzeeland Het College van Dijkgraaf en Heemraden Postbus AE LELYSTAD. Geacht college.

Vergelijkbare documenten
14a ALGEMENE VERGADERING. 25 september 2012 SMO/financiën

Begroting GBLT Meerjarenraming

Begroting GBLT Meerjarenraming

Gewijzigde begroting GBLT Meerjarenraming

B2014/u186 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder W. Stegeman M.J.L.A. Langeslag- Linssen Opsteller/indiener

Meerjarenraming

Begroting en meerjarenraming

Ingatoman. t ^ MEI 20U. Reg.nr.: ONDERWERP Ontwerpbegroting 2015 en meerjarenraming Hoogachtend, Namens het dagelijks bestuur van het GBLT,

Begroting en meerjarenraming

ALGEMEEN BESTUUR. Omdat ook een aantal tekstuele aanpassingen moesten worden verricht is een geheel nieuwe (gewijzigde) begroting opgesteld.

GBLT Toonaangevend in belastingen

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

LASTEN. Begrotingswijziging 2011 nummer 1. Kosten- Omschrijving Primaire 1e Begrotingswijziging 2011 Begroting 2011 Omschrijving

Stoppen meeliften Vitens. De volgende stap naar. Toonaangevend

Begroting en meerjarenraming

Voorstel begrotingswijziging maart 2017

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 1 november oktober 2017 Directie Maarten van Helden

Toelichting begroting 2016

Toelichting begroting 2015

Begroting Meerjarenperspectief Toonaangevend in belastingen

Lococensus-Tricijn Gemeenschappelijk Belastingkantoor

ALGEMEEN BESTUUR. Bespreken in het AB d.d. 10 juli 2013

Toelichting begroting 2014

Jaarverslaggeving 2012

Jaarverslag De sprong naar een andere omgeving. Datum Versie. concept jaarverslag 2013 inclusief jaarrekening versie concept 0.7.

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Begroting meerjarenperspectief Toonaangevend in belastingen

Ontwerp. 1 e Begrotingswijziging september 2015

Begroting meerjarenperspectief Toonaangevend in belastingen

Lococensus-Tricijn. Waterschap Zuiderzeeland Het College van Dijkgraaf en Heemraden Postbus AE LELYSTAD. Geacht college,

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (BBV)

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 2 september augustus 2015 Innen T.A.G.Bouwmeester T.A.G.

Hierbij doe ik u ter informatie toekomen de 1 e Bestuursrapportage 2012/1 van het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Bestuursrapportage GBLT Toonaangevend in belastingen

Bestuursrapportage

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 10 juli juni 2019 Planning & Audit Leon Bramer Maarten van Helden

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei het college van Dijkgraaf en Heemraden,

Voorstel aan algemeen bestuur

Toonaangevend in Belastingen

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

Artikel 1. Definities

Jaarrapportage 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Begroting Gemeenschappelijke regeling Belastingkantoor Beuningen

Naam van de regeling: Samenwerkingsverband Vastgoedinformatie Heffing en Waardebepaling (SVHW)

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Raadsvoorstel Onderwerp: Jaarstukken 2014 en zienswijze ontwerpbegroting 2016 GR Cocensus

Jaarstukken 2014, Begroting 2016 en meerjarenraming Aqualysis Agendapunt. Nee

BIJLAGE 2 MEMO. In dit memo treft u een toelichting aan op deze mogelijke aanpassingen.

Rapportage 3 e kwartaal 2015 Exploitatie Hefpunt

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

Voorstel begrotingswijziging september 2018 (7- maandsrapportage)

1 e wijziging Begroting 2013

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

1. Inleiding en richtlijnen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Exploitatie Noordelijk Belastingkantoor

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

CHECKLIST STUKKEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING. BEGROTING EN MEERJARENRAMING Samenwerkingsverband Oosterschelderegio 2016

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de Raad

Voorstel aan het AB * * Van Dagelijks Bestuur Corsanr. porten/ Onderwerp Werkbegroting 2015; 1e begrotingswijziging 2015

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 3 juni mei 2015 Bedrijfsbureau Bram van Bilsen Richard van Hussel

Managementrapportage. Volledigheidsonderzoek aanslagoplegging. Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn (GBLT)

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR. 23 mei april 2018 P&A Maarten van Helden

Paragraaf 4: Financiering

Tariefbepaling waterschapsbelasting

BEGROTING (incl. meerjarenraming ) HEFPUNT

Bestuursrapportage berap (versie def).docx

Ontwerp. 1 e Begrotingswijziging september 2015

Notitie Rentebeleid 2007

advies Jaarrekening 2013 Gemeenschappelijke Regeling Breed

Begrotingswijziging Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe 2019

Ontwerpbegroting AQUON 2015

Rapportage 2 e kwartaal 2016 Exploitatie Hefpunt

Rapportage 1 e kwartaal 2017 Exploitatie Hefpunt

Begroting begroting (versie def).docx

Aan AB AQUON. Van DB AQUON. Datum 24 april Steller. Theo Houterman. Onderwerp Ontwerp Begroting Korte toelichting

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Noorderzijlvest

Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn. Begrotingswijziging I Inclusief nieuw meerjarenperspectief 2012 t/m 2015

Rapportage 3 e kwartaal 2018 Waterschap Hunze en Aa s

Ja, de jaarrekening 14 april van het WNK ontvangen.

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

De raden van alle gemeenten in de provincie Limburg

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (RBG) heeft op 10 januari 2013 het ontwerp van de l e

Financiële verordening 2015 gemeente Zeewolde, evenals de regels voor de inrichting van de financiële organisatie

Ten opzichte van de doorrekening van de jaarcijfers 2017 zijn wel de volgende wijzigingen bij de doorrekening van de jaarcijfers 2018 doorgevoerd:

Zienswijze programmabegroting 2013 en jaarstukken 2011 van GGD Hollands Noorden.

Softclosure t/m oktober 2016

Toonaangevend in belastingen

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Voorstel begrotingswijziging december 2018

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

Transcriptie:

DATUM 17 juli 212 BEHANDELD DOOR B.S.C. Groeneveld DIRECT NUMMER 6-51998989 Lococensus-Tricijn Gemeenschappelijk Belastingkantoor Waterschap Zuiderzeeland Het College van Dijkgraaf en Heemraden Postbus 229 82 AE LELYSTAD Geacht college. ONDERWERP Begroting 213 ONS KENMERK BULAGEN 1 UW BRIEF VAN UW KENMERK Hierbij wordt u conform artikel 31, lid 1 van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus - Tricijn aangeboden de Begroting 213 zoals deze is vastgesteld in de vergadering van het Algemeen Bestuur van GBLT van 9 juli 212. Het Algemeen Bestuur heeft daarbij tevens kennisgenomen van het gepresenteerde meerjarenperspectief 214 tot en met 216. In een separate brief wordt u geïnformeerd over de reactie van het Algemeen Bestuur van GBLT op uw ingediende zienswijze op de ontwerp-begroting. Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet, <* BURGERSERVICENUMMER VERZONDEN Mr B.S.d. teroeneveld DirecteuiUaBLT T 8 JUL 212 ADRES TRICIJN BELASTINGEN Postbus 386-384 AJ Harderwijk Westeinde 23-3844 DD Harderwijk www.tricijn.nl T (341) 474 F (341) 474 1 Bankrekeningnummer: NWB 63.67.52.99 i/i

Met daarin opgenomen de f \ \ sprong naar een 'andere' omgeving begroting 213 vastgesteld.doc 9 juli 212

Inhoudsopgave Inhoudsopgave - 2 - Bestuurssamenvatting - 3 Inleiding - 3 Opbouw begrotingsdocument - 3 Economische situatie - 3 - Belangrijke ontwikkelingen voor GBLT in 213-3 - Financiële effecten 213-4 - Programma 1-5 Heffing en inning van belastingen en uitvoering Wet WOZ - 5 Paragrafen - 6 Paragraaf 1 ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar - 7 Paragraaf 2 uitgangspunten en normen - 7 Paragraaf 3 incidentele baten en lasten - 8 Paragraaf 4 Kostentoerekening - 8 Paragraaf 5 onttrekkingen aan overige bestemmingsresen/es en voorzieningen - 9 Paragraaf 6 waterschaps- en gemeentebelastingen - 9 Paragraaf 7 weerstandsvermogen - 9 Paragraaf 8 financiering -1- Paragraaf 9 verbonden partijen -11 Paragraaf 1 bedrijfsvoering -11- Paragraaf 11 EMU saldo -13 Begroting 213-15 Begroting naar programma's -15 Begroting naar kosten- en opbrengstsoorten -16 Begroting in één oogopslag -16 Delasten -17- De baten -19- Begroting naar kostendragers - 2 Meerjarenraming 214-216 - 21 Vaststellingsbesluit - 23 - Bijlagen - 24 Kerngegevens - 25 Staat van activa - 26 Staat van personeelslasten - 27 Staat van investeringen - 28-2-

Bestuurssamenvatting Aan de leden van het bestuur Inleiding "De sprong naar een 'andere' omgeving". De komende jaren staan in het teken van het verder integreren van twee 'waterschapsbelastingsamenwerkingen', drie of meer gemeentelijke belastingafdelingen, naar een andere en betere omgeving voor burgers, opdrachtgevers en medewerkers. Een uitdagend perspectief waar medewerkers en management zich graag voor inzetten. Hierbij bieden wij u de begroting 213 met het meerjarenperspectief 214-216 aan; de eerste begroting van de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus- Tricijn (hierna GBLT) die gaat gelden voor de nieuwe gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk belastingkantoor Lococensus-Tricijn 213 die formeel op 1 januari 213 ontstaat. Deze nieuwe GR leidt een nieuw tijdperk in voor GBLT. Door de voorgenomen (bestuurlijke) fusie tussen de Waterschappen Vallei & Eem en Veluwe tot het nieuwe Waterschap Vallei en Veluwe zijn er geen 8 maar 7 waterschappen die deelnemen in GBLT. Daarnaast zal de nieuwe GR in 213 belastingtaken voor de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden uitvoeren. De nieuwe GR zal in 213 hierdoor 1 deelnemers kennen, 7 waterschappen en 3 gemeenten. Opbouw begrotingsdocument De begroting kent een andere opbouw dan u van ons gewend was. De begroting is vanaf dit jaar nog meer opgebouwd in overeenstemming met de opbouw van de programmarekening en heeft daarmee aansluiting met de RBVW (Regeling Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen) en titel IV van de Waterschapswet "de financiën van een waterschap" (samen ook wel BBVW genoemd). Door de overeenkomsten met het door de gemeenten gehanteerde BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is de begroting ook voor gemeenten meer herkenbaar. Economische situatie GBLT is een uitvoeringsorganisatie en is daarom 'beleidsarm'. Dit betekent niet dat directie en management geen aandacht hebben voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen waar haar deelnemers nadrukkelijker mee te maken hebben. Op het moment van het opmaken van deze begroting verkeert Nederland in een tweede recessie in relatief korte tijd. Het kabinet bereidt aanzienlijke aanvullende bezuinigingen voor. Op dit moment is, mede door de val van het kabinet, niet bekend wat dit precies betekent voor de waterschappen en gemeenten die deelnemen in GBLT. Het is niet ondenkbaar dat de mogelijke bezuinigingen direct (financiële) gevolgen hebben voor deelnemers van GBLT. Bij de totstandkoming van de begroting voor 213 hebben de directie en management weer beoordeeld of efficiënter gewerkt kan worden, of investeringen verspreid of uitgesteld kunnen worden en of andere besparingsmogelijkheden kunnen worden benut. Dit met het doel de bijdragen van de deelnemers waar mogelijk te verlagen, ondanks de kosten verhogingen die inflatoire ontwikkelingen met zich meebrengen. In de voorliggende begroting 213 en de meerjarenraming 214-216 zijn wij daarin geslaagd. Belangrijke ontwikkelingen voor GBLT in 213 213 zal een gedenkwaardig jaar zijn want in 213 is of gaat veel anders dan in voorgaande jaren voor GBLT. Voorbeelden hien/an zijn; Door gemaakte keuzes en de groei van GBLT zal de bestuurlijke rolverdeling tussen het Algemeen en het Dagelijks bestuur meer vorm en inhoud krijgen terwijl de dienstverleningsovereenkomsten op het nivo van de directie van de deelnemers en van het GBLT worden afgesproken; Omdat de samenstelling van de deelnemers in GBLT per 1 januari 213 zal wijzigen wordt in de begroting 213 en volgende jaren een andere kostenverdeelsleutel voorgesteld, de 'GBLT sleutel'. De volledige productie zal worden uitgevoerd met de in 212 in gebruik genomen nieuwe belasting applicatie 'Key2 Geïntegreerd Heffen' (Key2GH); -3-

Ten behoeve van de gemeenten Dronten, Nijkerk en Leusden worden voor het eerst de gemeentelijke belastingen verzorgd. Deze belastingen worden samen met de WOZ taxatie en de waterschapsbelastingen op één aanslagbiljet (de "gecombineerde aanslag") opgelegd; De doorontwikkeling van de organisatie, project GBLT NeXt, zal grotendeels uitvoering krijgen in 213 en daarna waardoor er veel interne organisatorische wijzigingen zullen worden doorgevoerd; Tot slot zal 213 ook duidelijk maken of vanaf 214 en/of 215 en daarna meer gemeenten en/of samenwerkingsverbanden aansluiting zoeken en krijgen bij GBLT. Ook worden ontwikkelingen waargenomen die van invloed zijn op de bedrijfsvoering binnen gemeenten en waterschappen, die effect kunnen hebben op bedrijfsvoering van het GBLT. Te denken valt daarbij aan de ontwikkelingen met betrekking tot samenwerking op het gebied van laboratoriumwerkzaamheden, het zogenoemde schatkistbankieren en de mogelijke invoering van de Wet Houdbare overheidsfinanciën per 1 januari 213. Financiële effecten 213 De totale bijdrage van de 8 deelnemers voor het begrotingsjaar 212 is begroot op 2.26.. Meerjarig is in de begroting 212 en het meerjarenperspectief 213-215 voor 213 een bijdrage van 19.561. begroot. In de begroting 213 dalen de bijdragen van de oorspronkelijke deelnemers naar in totaal 18.145.. De bijdrage van de nieuwe gemeentelijke deelnemers is in totaal 1.873. waarmee de totale bijdragen van de deelnemers op 2.18. geraamd wordt. Ten opzichte van de begroting 212 met het meerjarenperspectief 213-215 hebben vooral de volgende ontwikkelingen invloed op de begroting 213 en daarmee de bijdragen van de deelnemers; De begroting 212 en het meerjarenperspectief 213-215 is opgemaakt met als uitgangspunt dat zowel het prijspeil als het loonpeil structureel met 2% per jaar stijgt. Voor het opmaken van de begroting 213 en het meerjarenperspectief 214-216 zijn deze uitgangspunten op basis van CPB gegevens herijkt. Voor de begroting 213 en het meerjarenperspectief 214-216 is uitgegaan van een prijspeilontwikkeling van 2,5% per jaar en een loonpeil ontwikkeling van 1,5%. Deze jaarlijkse herijking heeft voor 213 een effect van circa 15. nadelig Bij de eerste bestuursrapportage 212 is toegelicht dat, vooral door het 'stoppen met Vitens', de opbrengsten Invorderkosten hoger geraamd worden. Behalve voor 212 geldt dit ook voor 213. Dit heeft aan de opbrengstenkant een effect van circa 535. positief. In de begroting 212 en het meerjarenperspectief 213-215 is nog begroot met de implementatie van Tax-i. Het in gebruik nemen van Key2GH i.p.v. Tax-i leidt voor GBLT tot lagere kapitaal- en onderhoudslasten, effect circa 24. positief. Voor 213 staan minder investeringen gepland dan oorspronkelijk, hierdoor dalen de kapitaallasten plus de afschrijvingslast ( 95.) op de BTW compensatie die betaald is betreffende het pand in Zwolle. Het totale effect hiervan is ongeveer 155. positief. De bijdrage kadastraalrecht (opbrengst) ven/alt, dit leidt tot een nadeel van circa 25.. Budgetfinanciering Kadaster. De kosten gebruik gegevens Kadaster zijn uit de begroting van GBLT gehaald. Deze kosten worden rechtstreeks voldaan door de deelnemers via budgetfinanciering. Voor de begroting van GBLT betekent dit een verlaging van 436., voor de deelnemers een verlaging van de bijdrage aan GBLT. Voor de kosten is echter alleen sprake van een verschuiving van de kosten, het effect is daarom neutraal. Bijstelling verwachtte renteopbrengsten, gebleken is dat de renteontvangsten structureel hoger zijn dan geraamd. Deze bijstelling heeft een effect van 4. positief. Besparingstaakstelling; het Algemeen Bestuur van GBLT heeft taakstellend gevraagd een besparing van 5. op het primaire proces te realiseren. Directie en management van GBLT verwachtten dit voor 213 (structureel) te realiseren. In de begroting 212 en het meerjarenperspectief 213-215 was vanaf 213 structureel een besparingsdoelstelling van 24. opgenomen. Het effect van de extra te realiseren besparing is 26. positief. -4-

Programma 1 Heffing en inning van belastingen en uitvoering Wet WOZ Het GBLT kent één programma, de heffing en inning van belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ voor lokale overheden. Het programma kent op hoofdlijnen de volgende activiteiten. Waarderen Heffing, inclusief het gegevensbeheer Inning Waarderen Deze activiteit heeft betrekking op het uitvoeren van de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) ten behoeve van deelnemende gemeenten en, indirect, voor de in het GBLT deelnemende waterschappen. De volgende werkzaamheden vallen hieronder: verzamelen, registreren, bewerken en optimaliseren van basisgegevens ten behoeve van de uitvoering van de wet waardering onroerende zaken bepalen van de WOZ-waarden Heffing, inclusief het gegevensbeheer Deze activiteit heeft betrekking op het verzamelen, registreren, bewerken en optimaliseren van basisgegevens ten behoeve van de belastingheffing en inning voor alle deelnemers in het GBLT. De volgende werkzaamheden worden daan/oor uitgevoerd: - verwerken van gegevens uit de administratie van het Kadaster - verwerken van gegevens uit de Gemeentelijke basisadministratie van persoonsgegevens (GBA) - verwerken van mutatieleveringen uit andere bronnen - verwerken van waardeleveringen in het kader van de WOZ van nog niet aangesloten gemeenten Inning Deze activiteit heeft betrekking op alle werkzaamheden in het kader van de inning en de (dwang)invordering van belastinggelden. Tot dit procesonderdeel behoort de incasso, het voeren van een volledige en accurate administratie en het uitvoeren van dwanginvorderingswerkzaamheden. De volgende werkzaamheden vallen hieronder: bewaken van de debiteurenadministratie behandeling van verzoeken om kwijtschelding van belastingen verzenden van aanmaningen en dwangbevelen indien aanslagen onbetaald blijven het treffen van andere invorderingsmaatregelen het beoordelen van oninbaarheid van aanslagen -5-

Paragrafen Naast het programma "heffing en invordering van belastingen en uitvoering Wet WOZ" en de exploitatiebegroting bestaat de begroting uit een aantal paragrafen. De paragrafen geven een dwarsdoorsnede van de begroting, bezien vanuit een bepaald perspectief. Doel van de paragrafen is om inzicht te geven in aspecten die op het programma's betrekking hebben. Via de paragrafen kan het algemeen bestuur ook uitgangspunten vaststellen ten aanzien van beheersmatige aspecten. Het gaat vooral om de beleidslijnen van het beheersproces waarbij sprake kan zijn van een grote financiële impact, een grote politieke betekenis of een aanzienlijk belang voor de realisatie van het programma's. Doel van de paragrafen is het bestuur een instrument te geven om de beleidskaders van deze diverse onderdelen vast te stellen en om de uitvoering daarvan te kunnen controleren. Thema's van de paragrafen: De volgende paragrafen dienen volgens artikel 4.11 van het Waterschapsbesluit verplicht in de begroting te worden opgenomen, tenzij het desbetreffende aspect niet aan de orde is. 1. ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 2. uitgangspunten en normen 3. incidentele baten en lasten 4. kostentoerekening 5. onttrekkingen aan overige bestemmingsresen/es en voorzieningen 6. waterschapsbelastingen 7. weerstandsvermogen 8. financiering 9. verbonden partijen 1. bedrijfsvoering 11. EMU saldo Bij het opstellen van de jaarrekening dient nog een paragraaf 12 over eventueel uitbetaalde topinkomens te worden opgenomen. Deze paragraaf is bij het opstellen van de begroting niet aan de orde en wordt daarom niet in de tekst opgenomen. -6-

Paragraaf 1 ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar Het gaat in deze paragraaf om internationale en nationale ontwikkelingen, beleidsvoornemens en actualiteiten die van belang zijn voor de besluitvorming over het beleid. GBLT NeXt In de loop van 212 zal de transitie van het primaire proces van de twee oorspronkelijke organisaties Lococensus en Tricijn naar één GBLT-organisatie gestart worden. Enerzijds betekent dit in de loop van 213 en volgende jaren een verbetering in efficiency in de primaire werkprocessen (Heffing, Inning en Klantcontacten). Anderzijds zijn, om deze efficiency te bereiken, investeringen nodig in geautomatiseerde systemen (zoals een digitaal loket) en in opleidingen. ICT-Visie Medio 21 is een voorlopig besluit genomen het ICT beheer volledig 'in huis' binnen GBLT te organiseren. Dit besluit betrof formeel de periode tot 1 januari 214. In 21 is ook besloten in een later stadium een uitgebreider onderzoek naar de organisatie van de ICT functie binnen GBLT voor de langere termijn uit te voeren. Hierbij moest ondermeer de mogelijkheden tot samenwerking of (gedeeltelijke) outsourcing belicht worden. Dit onderzoek is in 212 uitgevoerd en in het najaar van 212 zullen de uitgangspunten worden geformuleerd die mogelijk effect hebben op de uitvoering van de ICT werkzaamheden in 213 maar voornamelijk op de jaren daarna (het meerjaren perspectief). Bij de eerste Berap 213 zullen de financiële effecten van de besluitvorming meerjarig vertaald worden. Paragraaf 2 uitgangspunten en normen Ten opzichte van de vorige begroting (212 met het meerjarenperspectief 213-215) hebben vooral de volgende ontwikkelingen invloed op de begroting 213 en daarmee op de bijdragen van de deelnemers. De begroting 212 en het meerjarenperspectief 213-215 werden opgemaakt met als uitgangspunt dat zowel het prijspeil als het loonpeil structureel met 2% per jaar stijgt. Voor het opmaken van de begroting 213 en het meerjarenperspectief 214-216 zijn deze uitgangspunten op basis van CPB gegevens herijkt. Voor de begroting 213 en het meerjarenperspectief 214-216 is uitgegaan van een prijspeilontwikkeling van 2,5% per jaar en een loonpeilontwikkeling van 1,5%. Deze jaarlijkse herijking heeft voor 213 en de jaren daarna een effect van circa 15. nadelig. De nieuwe CAO met een looptijd vanaf 1 januari 212, die overigens nog formeel moet worden afgesloten, komt per saldo gemiddeld ongeveer uit op dit percentage. Bezuiniqingsakkoord Ten tijde van het opstellen van deze begroting is het kabinet Rutte gevallen over extra bezuinigingsmaatregelen. Buiten het demissionaire kabinet om hebben een aantal fracties uit de Tweede Kamer een begrotingsakkoord gesloten waardoor in 213 belangrijke besparingen zullen worden bereikt. Het akkoord bevat echter nog veel onduidelijkheden en is nog niet door het centraal Planbureau doorgerekend. Minister De Jager van Financiën heeft het zogenoemde Nederlandse Stabiliteitsprogramma naar de Europese Commissie gestuurd. Het met de Tweede Kamer overeengekomen akkoord brengt het begrotingstekort in 213 terug naar 3% van het bruto binnenlandsproduct. De besparingen zullen met het pakket in 213 ongeveer 12 miljard bedragen. Voor het GBLT is met name het voornemen tot het hen/ormen van het belastingstelsel van belang. Het hoge btw-tarief wordt per oktober 212 met twee procentpunt verhoogd van 19% naar 21 %. Het totale akkoord bevat echter nog veel onduidelijkheden en is nog niet door het centraal Planbureau doorgerekend. In hoeverre het plan om de ambtenarensalarissen op de nullijn te houden financieel effect heeft voor gemeenten en waterschappen is, ondanks de afgesloten principeakkoorden, niet duidelijk. -7-

Wanneer de gevolgen van het bezuinigingsakkoord voor het GBLT duidelijk zullen zijn zal, indien nodig, een voorstel tot wijziging van de begroting 213 worden gedaan. Omdat incidentele baten en lasten kunnen leiden tot minder inzicht in het reguliere, meerjarige beeld van baten, lasten en dus van de netto kosten, dienen zij in een aparte paragraaf te worden vermeld. Eventuele incidentele baten en lasten zijn ook relevant voor het beoordelen van de financiële positie. Voor het jaar 213 en verder worden geen incidentele kosten en baten verwacht. De kosten van het GBLT worden enerzijds door de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling gedragen en worden anderzijds verevend door de opbrengst aan invorderkosten die voor het verzenden van aanmaningen en dwangbevelen aan de belastingschuldigen in rekening worden gebracht. De netto kosten worden op basis van een verdeelsleutel aan de deelnemers in rekening gebracht. Bij de start van het GBLT is met de deelnemers afgesproken dat de huidige sleutel tot 214 gebruikt zou worden. Echter om reden van toetreding van gemeenten en inzichtelijkheid voor de deelnemers is een bestuursvoorstel opgesteld waarin voorgesteld wordt om vanaf het begrotingsjaar 213 de nieuwe GBLT verdeelsleutel te gaan hanteren. Deze verdeelsleutel heeft als grondslag gegevens die inzichtelijk en transparant zijn. Als start worden de kosten van GBLT verdeeld over de verschillende producten die de dienstverlening van GBLT kent. Deze dienstverlening wordt gekoppeld aan de deelnemers welke gebruik maken van de dienstverlening. De specifieke dienstverlening wordt alleen doorbelast naar de gebruikers die gebruik maken van deze specifieke dienstverlening. Naast specifieke dienstverlening kent GBLT als overige post de generieke dienstverlening. Dit betreft vooral de componenten Heffen, Innen en Overhead. Het generieke deel wordt verdeeld tussen alle deelnemers door een gewogen gemiddelde van aandelen van aantal huishoudens en aantal WOZ objecten per deelnemer. Na deze eerste, initiële verdeling volgt er tussen de waterschappen een tweede verdeling met wegingsfactoren aan de categorieën Waterzuivering en Watersysteem. Met de verdere detaillering wordt beoogd recht te doen aan de specifieke geografische en demografische kenmerken van de verschillende waterschappen. Andere componenten worden op eenvoudigere wijze doorbelast naar de deelnemers die gebruik maken van de dienstverlening. De kosten die voor rekening van de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling komen worden (schematisch weergegeven) als volgt verdeeld. Specifiek Speclliek Specifiek Specifiek I Heffingstechnologie Kosten gegevens aanlevering Generiek DIFTAR WOZ afdeling W 2 W 7 G3enW7 G 1 G 3 primair: aandeel WS-Gem obv aantal huishoudens 5 % en 5 % WOZ Aantal VE Bedrijven obv doorberekening UVW Waterschappen Gemeenten 212:96,89% 212:3,11 % (obv DNL) Waterzuivering 5% Watersysteem 5 % obv VE's zowel bedrijfs als huish. (zowel verontreinigingsheffing als Ingezetenen 45 % WOZ Objecten zuiveringsheffing) WOZ Objecten 35 % aantal aanslagen HAOngeb. 18% HA Natuur 2 % W2 W7 W7 W7 G3 Gl G3-8-

Ten behoeve van de verdelingen worden de grondslagen daar waar mogelijk ontleend aan de authentieke basisregistraties. Voor een aantal van de gebruikte grondslagen wordt uitgegaan van begrotingen (T-1) van de deelnemers. In onderstaande tabel treft u per verdeelsleutel de bron aan: Grondslag Basis bepaling omvang Aantal ingezetenen GBA per 1 januari 212 WOZ Objecten WOZ basis registratie per 1 januari 212 Hectaren ongebouwd Begrotingen waterschappen 212 Hectaren Natuur Begrotingen waterschappen 212 VE huishoudens Begrotingen waterschappen 212 VE bedrijven Begrotingen waterschappen 212 Aantal aanslagen Diftar Begroting gemeente 212 Daarnaast wordt, conform afspraak, binnen GBLT jaarlijks een analyse gemaakt van de verwachte omvang van de grondslagen in verhouding tot de gerealiseerde grondslagen. Als deze analyse hiertoe aanleiding geeft zal met de deelnemers een eventuele aanpassing van de systematiek en grondslagen worden besproken. Besluitvorming Het algemeen bestuur van GBLT stelt bij het vaststellen van de begroting tevens de verdeelsleutel vast. De deelnemers hebben het recht van het indienen van een zienswijze. Voor 213 geldt voor de oorspronkelijke deelnemers een overbruggings- of compensatieregeling. Dit heeft geen effect op de deelnemers die per 1 januari 213 zijn gaan deelnemen in GBLT. Paragraaf 5 onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de onttrekkingen aan de overige bestemmingsresen/es en voorzieningen. Het gaat daarbij om voorzieningen die het kenmerk hebben van reserves en dus als zodanig meegerekend worden bij het eigen vermogen. Het GBLT beschikt niet over vermogen en houdt dus ook geen reserves aan. Paragraaf 6 waterschaps- en gemeentebelastingen De paragraaf waterschapsbelastingen gaat ondermeer in op de opbrengst aan invorderkosten. Deze opbrengst ontstaat doordat aan belastingschuldigen kosten in rekening worden gebracht voor het verzenden van onder meer aanmaningen en dwangbevelen, wanneer belastingaanslagen niet tijdig zijn voldaan. Beschrijving van de soorten waterschapsbelastingen, evenals de beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid, vindt plaats in de begrotingen van de deelnemers, ook in de paragraaf 6 waterschapsbelastingen. In diezelfde begrotingen wordt ingegaan op de kostendekkendheid van de op te leggen belastingen en worden de tarieven voor de belastingen vastgesteld. De waterschappen hebben daarvoor diverse gegevens nodig. De afdeling gegevensbeheer (Harderwijk) en de afdeling bestandsbeheer (Zwolle) leveren de zogenaamde kerngegevens actueel, juist, tijdig en volledig aan in samenspraak met de deelnemers. GBLT neemt hierin het initiatief. Medio april van een belastingjaar worden de kerngegevens opgeleverd ten behoeve van de belastingprognoses T+1. Deze kerngegevens worden, aan de hand van de werkelijke belastingopbrengsten van het lopende jaar, in september (T) nog een keer geanalyseerd en beoordeeld. Paragraaf 7 weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeenschappelijke regeling is. Dit is van belang als er zich een financiële tegenvaller voordoet. -9-

De begroting is gebaseerd op de huidige inzichten. De ervaring leert echter dat de realiteit op bepaalde punten hiervan zal afwijken. Het GBLT beschikt niet over eigen vermogen. Dientengevolge beschikt zij ook niet over een weerstandsvermogen. Dit impliceert dat risico's welke niet in de begroting zijn opgenomen, en niet gedragen kunnen worden vanuit de post onvoorzien, gedragen moeten worden door de deelnemers van de gemeenschappelijke regeling. Bij risico's kan onder meer worden gedacht aan: inflatie Als uitgangspunt van de begroting van het GBLT is gerekend met een inflatiepercentage van 2,5% in 213 en volgende jaren. Hoe het inflatiepercentage zich, mede gelet op de huidige economische crisis, zich in de komende jaren zal ontwikkelen is onzeker. Cao-verhoging De CAO onderhandelingen zijn in een afrondende fase. Kort weergegeven komt het eindresultaat op het volgende neer: 1. Per 1 januari 212 wordt het individuele keuzebudget (1KB) verhoogd met 1 %; 2. Per 1 januari 213 wordt het salaris verhoogd met 1 %; 3. Per 1 januari 213 wordt, grotendeels door het anders aanwenden van bestaande middelen, het individuele keuzebudget (1KB) met gemiddeld 2% versterkt. Door deze aanwending van bestaande middelen eindigen per 1 januari 213 de regeling tegemoetkoming ziektekosten, de lokale feestdag, de regeling betaald ouderschapsverlof en voor de uurwaarde van meeren minderwerk wordt aangesloten bij de SAW definities. Onderdeel van het eindresultaat zijn afspraken die tijd- en plaatsonafhankelijk werken in ieder waterschap (of organisaties die de CAO hanteren) mogelijk maken. Een regeling gebaseerd op moderne arbeidsrelaties, met als basis afspraken tussen leidinggevende en medewerker in de reguliere gesprekscyclus. Een verdere flexibilisering van de werkcapaciteit kan door optimaal gebruik te maken van jaarroosters. Het financiële effect van het principeakkoord past binnen de uitgangspunten die zijn bepaald bij het opstellen van de begroting 213 en verder en leidt daarom niet direct tot een begrotingswijziging, de CAO loopt echter af in deze meerjaren periode waardoor het risico bestaat dat afwijkende afspraken gemaakt worden voor de periode vanaf 214. Huisvesting Een bijzonder aandachtspunt is de huisvesting. Strategische overwegingen kunnen leiden tot meer of minder vestigingsplaatsen of een andere visie op het huisvestingsconcept (flexplekken bijvoorbeeld) die effect kunnen hebben op de huisvestingskosten. In 213 zal de organisatie zich beraden over de toekomstige huisvestingsvisie. Paragraaf 8 financiering Het GBLT is een samenwerkingverband voor gezamenlijke rekening van 7 waterschappen en 3 gemeenten. Deze samenwerking is vastgelegd in een gemeenschappelijke regeling. Het GBLT conformeert zich aan het Waterschapsbesluit en de Regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (Stct. 11 december 28, nr. 173). De organisatie is bij het aantrekken van vreemd (kort en lang) vermogen gehouden aan de financieringsvoorschriften zoals die zijn vastgesteld in de "Wet Financiering decentrale overheden" (wet Fido). De wet Fido heeft tot doel het bevorderen van een solide financiering en kredietwaardigheid van de decentrale overheden. Daarvoor staan twee instrumenten ter beschikking: de kasgeldlimiet ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met kort geld (< 1 jaar); de renterisiconorm ten behoeve van de beperking van het renterisico in geval van financiering met lang geld (> 1 jaar). Kasneldllmiet De kasgeldlimiet geeft de grens aan tot welk bedrag lagere overheden hun activiteiten met kort geld mogen financieren. Voor gemeenschappelijke regelingen is de limiet bepaald op 8,2% van het begrotingstotaal. -1-

I ï I Voor het GBLT betekent dit, dat in 213 de kasgeldlimiet 2.26.929,-- (8,2% van 24.718.65,-) bedraagt. Het GBLT heeft dus juridisch de mogelijkheid dit bedrag te lenen in een zogenaamde "kortgeld constructie". Renterisiconorm Uitgangspunt voor het invoeren van de renterisiconorm is het streven naar een spreiding van de looptijden van langlopende leningen met als doel een beperking van renterisico's. Het bedrag aan aflossingen en het leningbedrag, dat in aanmerking komt voor renteherziening mag in het betreffende jaar de renterisiconorm niet overschrijden. Voor gemeenschappelijke regelingen is de renterisiconorm bepaald op 2% van de vaste schuld per 1 januari van enig jaar met een minimum van 2.5.,-. Het GBLT voldoet hier ruimschoots aan met een vaste lening van 2 min. (aflossingsvrij met een looptijd tot 21 januari 217). Llauldlteitspositle Ten aanzien van de liquiditeitspositie geldt dat met de deelnemende waterschappen en gemeenten is overeengekomen dat er halverwege de eerste maand van een kwartaal 25%, van het begrote jaaraandeel van de jaarkosten wordt gestort. Dit is nodig om de bedrijfsvoering van het GBLT zeker te stellen. Deze wijze van bevoorschotting houdt in dat het GBLT gedurende het hele jaar voldoende liquiditeit voorhanden heeft om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Risicobeheer Het GBLT mag alleen gelden aantrekken voor haar uitvoeringstaak. Dit betekent dat alleen geld wordt aangetrokken voor activiteiten die door het bestuur zijn goedgekeurd. Er vindt geen uitzetting van gelden plaats en er wordt geen gebruik gemaakt van financiële instrumenten (derivaten, opties en dergelijke). Het risicobeleid is erop gericht toekomstige risico's inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te spreiden. Voor wat betreft de externe toetsing van renterisico's geldt dat het GBLT zal voldoen aan de wettelijke kasgeldlimiet en renterisiconorm. Wordt hiervan afgeweken dan zal dit met redenen onderbouwd worden gerapporteerd aan bestuur. Paragraaf 9 verbonden partijen Een verbonden partij is een privaat- dan wel publiekrechtelijke organisatie waarin de organisatie in casu het GBLT een bestuurlijk en een financieel belang heeft. Van bestuurlijk belang is sprake als een bestuurslid of ambtenaar namens het GBLT zitting heeft in het bestuur van die verbonden partij of als namens het GBLT stemrecht wordt uitgeoefend door een bestuurslid of ambtenaar. Een financieel belang is aanwezig wanneer een ter beschikking gesteld bedrag niet verhaalbaar is bij faillissement, dan wel als financiële aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Voor het GBLT zijn de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling geen verbonden partij, andersom is dat wel het geval. Het GBLT neemt wel deel in het waterlaboratorium van het waterschap Groot Salland te Zwolle. Omdat formele bestuurlijke betrokkenheid ontbreekt, is dit geen verbonden partij in de zin van het waterschapsbesluit. Paragraaf 1 bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt ingegaan op de wijze waarop het GBLT koers houdt en wordt geïnspireerd tot voortdurende verbetering. De bestaansredenen (missie) zijn gedefinieerd en daarop is een visie ontwikkeld die de unieke kracht van het GBLT schetst. De strategie die daarbij met het oog op de toekomstige ontwikkelingen zal worden gevolgd, wordt voortdurend met het bestuur van het GBLT en daardoor met de deelnemers in de gemeenschappelijke regeling afgestemd. -11 -

Directie en afdelingsmanagers (samen het managementteam) stemmen de interne organisatie hierop af en zijn manifest bij de uitvoering van de missie, de visie en de strategie betrokken. De missie, de visie en strategie zijn voor de organisatie als volgt vastgesteld. Missie Visie Wij heffen en innen belastingen en geven uitvoering aan de wet WOZ voor lagere overheden, tegen zo laag mogelijke kosten. Lococensus-Tricijn: Toonaangevend in Belastingen. Toonaangevend betekent voor ons: Richtinggevend, onderscheidend, origineel en wij tonen lef, trots en passie. Wij hebben een goede prijs/kwaliteitverhouding in onze primaire taken, producten en diensten; Wij zijn continu op zoek zijn naar inhoudelijke verbetering en vernieuwing van (werk-) processen; Wij zijn klantgericht; Wij optimaliseren de schaalvoordelen van de organisatie door samenwerking met andere overheden; Wij zijn een lerende organisatie waarbij medewerkers kansen krijgen om zich te ontwikkelen in het kader van persoonlijke en organisatorische groei. Strategie Onze hoofddoelstellingen en strategie tot 215 zijn: 1. Onze processen zijn zodanig ingericht dat wij maximaal heffen, optimaal innen en de wet WOZ uitvoeren tegen minimale kosten (Operational Excellence). 2. De contacten met de burgers zijn daarbij betrouwbaar en respectvol. 3. Wij hebben samenwerkingsovereenkomsten met minimaal 8 gemeenten en/of met andere overheden/samenwerkingsverbanden, waarvan één 1.+ gemeente. Een belangrijke wens van het GBLT is dat de organisatie een platte vorm heeft en houdt. De organisatie is transparant en de sturing op de bedrijfsprocessen vindt plaats via korte communicatie lijnen. De organisatie is er één waar openheid, zeggen wat we doen en doen wat we zeggen belangrijke leidende beginselen zijn, in zowel de relatie met de opdrachtgevers, de belastingbetalers, als binnen de organisatie zelf. Voor het GBLT is er voor gekozen om de organisatie door middel van het INK managementmodel aan te sturen. Het INK managementmodel is een model dat organisaties de mogelijkheid biedt zogenaamde zelfevaluaties over het functioneren uit te voeren. Het model maakt gebruik van tien aandachtsgebieden die bepalend zijn voor het succes van een organisatie. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de onderdelen "organisatie", "resultaat" en het aandachtsgebied "leren, verbeteren en vernieuwen". Hieronder is het gehanteerde INK-model met HP elementen schematisch weergegeven. imhclltm, IlJfOffTI atie ITt3ll3t}tyTtonl HMttn)richl*n VarMerm anage men! -12-

I I Door zelfevaluatie uit te voeren, dit gebeurt op basis van een regelmatig terugkerende positiebepaling, kan en/aren worden hoe de stand van zaken is met betrekking tot de ontwikkeling van de organisatie en op welke onderdelen de organisatie moet veranderen, verbeteren of vernieuwen. In 211 heeft de eerste INK positiebepaling voor het GBLT plaatsgevonden. Naar aanleiding van deze positiebepaling zijn, dan wel zullen plannen worden ontwikkeld die er op gericht zijn de organisatie te verbeteren, te versterken. Dit manifesteert zich onder meer in het project GBLT NeXt. Strategische groei In de strategie van onze organisatie ligt besloten dat in 215 de samenwerking op het gebied van belastingen is uitgebreid met 8 andere (overheids)partners, waaronder één gemeente met meer dan 1. inwoners. De gesprekken die in de afgelopen jaren zijn gevoerd met gemeenten binnen het beheersgebied hebben geleid tot serieuze onderzoeken met een aantal gemeenten. Drie gemeenten uit het voormalig beheersgebied van Tricijn treden met ingang van dit begrotingsjaar toe tot de gemeenschappelijke regeling. Dit zijn de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk. De verwachting is dat de gemeente Zwolle met ingang van 1 januari 214 zal toetreden. Met de overige gemeenten en samenwerkingsverbanden daarvan worden verkennende gesprekken gevoerd. Leiderschap Leiderschap laat zich samenvatten door het vermogen van het management om de organisatie te kunnen richten, inrichten en die taken te verrichten die passen binnen de visie en de missie van de organisatie. Essentiële begrippen daarbij zijn bedrijfszekerheid, efficiency, toekomstgerichtheid en dienstverlening. De kracht van het management is het actief uitdragen van die missie en visie in woord en gedrag met een op samenwerking, resultaat- en klantgerichte houding. Naar zowel de opdrachtgevers als de belastingbetalers als de medewerkers zijn we proactief in het signaleren van problemen en het leveren van oplossingen. Daarbij zijn we responsief in ons gedrag en onze acties en we laten ons daar ook op aanspreken. Fase II van de organisatieontwikkeling: GBLT NeXt In de loop van 212 zal de transitie van het primaire proces van de twee oorspronkelijke organisaties Lococensus en Tricijn naar één GBLT-organisatie gestart worden. Dit betekent in de loop van 213 en volgende jaren een verbetering in efficiency die zich nu nog niet exact in getallen laat uitdrukken maar naar verwachting significant zijn zal in 215 en de jaren daarna. Om deze efficiency te bereiken zullen de eerste jaren investeringen nodig zijn in geautomatiseerde systemen (zoals een digitaal loket) en in opleidingen. Door een groot deel van de medewerkers van GBLT is meegedacht aan een nieuwe organisatievorm en een transitieplan. Op het moment van opstellen van deze begroting wordt dit transitieplan vervolmaakt waarna dit cijfermatig kan worden doorberekend. De uitkomsten hiervan zullen separaat van deze begroting aan u worden gepresenteerd. Overige ontwikkelingen Naast de al eerder beschreven ontwikkelingen zal in 213 ook het besluit genomen worden waar de vestigingsplaats van GBLT in de nabije toekomst zal zijn. Ook zal het HRM beleid, waaronder strategisch personeelsbeleid, coördinatie op training en opleiding respectievelijk competentie- en personeelsontwikkeling meer aandacht krijgen. Tevens zal het in 212 gestart traject van het vernieuwen van het netwerk en infrastructuur worden afgerond. Paragraaf 11 EMU saldo Een Europese afspraak is dat het EMU-tekort (is 'overheidstekort') van een lidstaat in principe niet meer mag bedragen dan een bepaald percentage van het bruto binnenlands product (bbp). Momenteel is de Wet Houdbare overheidsfinanciën (HOF) in voorbereiding. Deze wet bevat strengere regels om te zorgen dat het Nederlandse begrotingstekort beperkt wordt tot 3%. De wet kan tot gevolg hebben dat het kabinet bepaalt dat de decentrale overheden aan strengere EMU-normen moeten voldoen, dat er strenger toezicht op de naleving van deze normen wordt uitgeoefend en dat er bij overschrijdingen boetes worden opgelegd. -13-

Dit kan tot gevolg hebben dat de waterschappen en gemeenten hun belastingen moeten verhogen om te kunnen blijven investeren. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft te kennen gegeven dat de gemeenschappelijke regeling Het Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus-Tricijn niet gehouden is aan de EMU regels. De effecten van het GBLT behoren tot uitdrukking te komen via de individuele bijdragen aan GBLT in de begrotingen van de zeven waterschappen en de drie gemeenten. -14-

Begroting 213 Begroting naar programma's Door de GBLT wordt gewerkt met één programma. Het betreft hier het programma, de heffing en inning van belastingen en de uitvoering van de Wet WOZ voor lokale overheden. De totale lasten van dit programma bedragen 24.718.65,-. Van dit bedrag wordt een bedrag van 2.17.999,-- bijgedragen door de deelnemende waterschappen en gemeenten volgens de in de paragraaf 4 omschreven verdeelsleutel. -15-

Op deze pagina treft u de financiële gegevens op hoofdlijnen aan. Het GBLT werkt met een begroting van ruim 24 min. en gebruikt dit geld volledig voor de heffing en de inning van belastinggelden en de uitvoering van de Wet WOZ voor in de gemeenschappelijke regeling deelnemende waterschappen en gemeenten. Deze waterschappen en gemeenten dragen daarvoor een bedrag van ruim 2 min. bij aan het GBLT. Daarnaast wordt circa 4,6 min. ontvangen door, wegens niet tijdige betaling van belastingaanslagen, in rekening gebrachte kosten van aanmaningen en dwangbevelen. bedragen in x 1. LASTEN 1 Rente en afschrijvingen 2 Personeelslasten 3 Goederen en diensten van derden 4 Bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien 3.268 8.64 14.231 8 1.491 9.177 14.157 492 1.491 1.17 12.795 492 1.199 11.26 12.9 485 TOTAAL LASTEN 5é.iM 5S.Jié 24.794 S4^lè BATEN Resultaat voorgaand boekjaar 1 Financiële baten 2 Personeelsbaten 3 Goederen en diensten aan derden 4 Bijdragen van derden 5 Waterschapsbelastingen 6 Interne verrekeningen 214 112 4 23.613 3.745 5 2.23 5.37 5 19.73 5.15 9 2.18 4.611 TOTAAL BATE^ 27.724 25.316 24.794 24.719 1.54-16-

I I I In onderstaande tabel worden de totale exploitatielasten weergegeven. bedragen in x 1. jaarrekening begroting begroting begroting 211 212 212 213 gewijzigd I35TER 1 Rente en afschrijvingen 1.1 Externe rentelasten 86 121 121 13 1.2 Interne rentelasten 245 236 236 216 1.3 Alschrijvingen van activa 954 1.134 1.134 88 1.4 Afschrijvingen van boekverliezen 1.982 Totaal rente en afschrijvingen 3.268 1.491 1.491 1.199 2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 5.985 6.539 6.994 7.68 2.2 Sociale premies 1.354 1.534 1.644 1.87 2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel en bestuur 2.4 Overige personeelslasten 37 54 538 582 2.5 Personeel van derden 885 61 841 957 2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders 11 Totaal personeelslasten 8.64 9.177 1.17 11.26 3 Goederen en diensten van derden 3.1 Duurzame gebruiksgoederen 66 3 3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 793 646 775 757 3.3 Energie 6 51 51 11 3.4 Huren en rechten 449 479 479 491 3.5 Leasebetalingen operational lease 24 3 3 32 3.6 Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen 17 23 23 24 3.8 Belastingen 13 13 13 13 3.9 Onderhoud door derden 1.953 1.688 1.688 1.12 3.1 Overige diensten door derden 1.857 11.227 9.736 9.64 Totaal goederen en diensten van derden 14.231 14.157 12.795 12.9 4 Bijdragen aan derden Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien 5.1 Toevoegingen aan voorzieningen 5.2 Onvoorzien 8 492 492 485 Totaal toevoeging voorzieningen/onvoorzien 8 492 492 485 tötaal Utóf ÈN 26.183 25.316 24.794 24.719 De totale kosten van rente en afschrijving dalen ten opzichte van het resultaat 211 met ruim 2 min. Dit voordeel wordt nagenoeg volledig veroorzaakt door de in 211 uitgevoerde eenmalige afschrijving van het project TAX-i. Ten opzichte van de begroting 212 ontstaat een voordeel van bijna 3.,-. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door lagere kapitaallasten van nieuw aangeschafte belastingpakket. De personeelslasten stijgen met ruim 2,4 min. ten opzichte van het resultaat 211 en met ruim 1 min. ten opzichte van de (gewijzigde) begroting 212. Deze stijging wordt enerzijds veroorzaakt doordat meer personeel in dienst is gekomen doordat extra activiteiten dienden te worden uitgevoerd in verband met het beëindigen van de meeliftactiviteiten ' Vitens' en anderzijds door de extra activiteiten die moeten worden uitgevoerd in verband met de aansluiting van drie gemeenten bij het GBLT waarbij gemeentelijk personeel bij GBLT in dienst treedt. De lasten ten aanzien van goederen en diensten van derden dalen ten opzichte van het resultaat 211 met een bedrag van ruim 2,2 min. Ten opzichte van de gewijzigde begroting 212 dalen de uitgaven met ruim 785.,-. De meest significante dalingen zijn te vinden in" 3.9 onderhoud door derden" en " 3.1 overige diensten door derden". -17-

3.9 onderhoud door derden In deze groep worden de kosten van onderhoud geboekt. In totaal wordt in deze groep een bedrag van ruim 93.,- uitgegeven aan onderhoud van de automatiseringssystemen (inclusief de belasting applicatie). Het restant is voor onderhoud van de gebouwen en onderhoud van de dienstauto's. 3.1 Overige diensten door derden Meer dan de helft van de kosten in deze groep (ruim 5.125.,--) wordt betaald voor gegevensverstrekking door derden. Het gaat daarbij om gegevensverstrekking in het kader van de Wet WOZ, kadasterinformatie en gegevensverstrekking vanuit de GBA. Daarnaast is een bedrag van ruim 1 min. uitgetrokken voor uitbesteding van invorderingswerkzaamheden op het gebied van dwanginvordering (circa 95.,--) en het verwerken van kwijtscheldingsverzoeken door gemeenten (ongeveer 13.,--). Voorts worden in deze groep de kosten van bijna 1,4 min. geboekt die betrekking hebben op porti ten behoeve van het verzenden van aanslagen, beschikkingen, aanmaningen, dwangbevelen, etc. Daarnaast worden in deze groep onder meer kosten verantwoord die betrekking hebben op telefoonverkeer, laboratorium, communicatie en salarisverwerking. Toevoeging aan voorzieningen/onvoorzien Conform de bestendige beleidslijn is 2% van het begrotingstotaal als onvoorzien opgenomen. -18-

In onderstaande tabel worden de totale baten weergegeven. Bedragen in x 1. jaarrekening begroting begroting 212 gewijzigd BATEN begroting Resultaat voorgaand boekjaar 214 1 Financiële baten 1.1 Externe rentebaten 1.2 Interne rentebaten Totaal financiële baten 112 112 5 5 5 5 9 9 2 Personeelsbaten 2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten Totaal personeelsbaten 4 4 3 Goederen en diensten aan derden 3.6 Diensten voor derden bijdragen deelnemers 3.6 Diensten voor derden Totaal goederen en diensten aan derden 23.378 235 23.613 2.26 24 2.23 19.525 24 19.73 2.18 2.18 4 Bijdragen van derden Totaal bijdragen van derden 5 Waterschapsbelastingen 5.1 Opbrengst aanmaningskosten 5.2 Opbrengst dwangbevelkosten 5.3 Opbrengst overige kosten Totaal waterschapsbelastingen 1.119 2.239 387 3.745 783 1.744 2.51 5.37 1.46 3.252 357 5.15 1.283 2.971 357 4.611 6 Interne verrekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal Interne verrekeningen «TAAL BATEN i7.724 i5.jiè J4.744 i4.7t De financiële baten bestaan volledig uit renteopbrengsten. Erwordt geen rekening gehouden met personeelsbaten (zoals zwangerschapsuitkeringen). Het hier opgenomen bedrag bestaat voor 213 volledig uit de bijdragen van de deelnemers. Tot en met 212 werd nog een bedrag aan compensatie kadastraal recht ontvangen. Met ingang van 213 werd deze compensatie afgeschaft. Verwacht wordt dat het stoppen van de meeliftactiviteiten in vergelijking met het resultaat 211 een hogere opbrengst aan invorderingskosten wordt gerealiseerd. De bewoners in het verzorgingsgebied worden bewogen tot een tijdige betaling over te gaan en het toepassen van automatische incassomachtigingen wordt gestimuleerd. De verwachting is dat vanaf 213 het aantal automatische incassomachtigingen zal stijgen waardoor de invorderopbrengsten zullen dalen. Op dit moment is een inschatting gemaakt over hoe deze daling zal doorwerken in de begroting (en de meerjarenraming). -19-

Bij de besluitvorming rondom de fusie werd in eerste aanleg afgesproken dat de vigerende kostenverdeelsleutel eerst per 1 januari 214 wordt heroverwogen. De bijdragen van de individuele waterschappen zouden om die reden met ingang van 214 daarom kunnen veranderen. Op 1 januari 213 sluiten de gemeenten Dronten, Leusden en Nijkerk zich aan bij het GBLT. Om die reden is dat een natuurlijk moment om de kostenverdeelsleutel te heroverwegen. De totale verdeling van de deelnemersbijdragen zien er, met inachtneming van de verdeelsleutel die in paragraaf 4 is beschreven, in het meerjarenperspectief als volgt uit. kostencategorie Hefiingstechnologie WOZ afdeling Gegevensaanlevering DIFTAR Generiek 829 1.65 5.4 66 12.478 844 1.63 5.166 68 13.231 857 1.664 5.295 69 14.82 868 1.692 5.428 71 14.357 Totaal 2.18 2.939 21.968 22.416 Per deelnemer leidt dit tot de volgende uitkomst. waterschap Groot Salland 1.827 1.947 2.5 2.93 waterschap Reest en Wieden 1.159 1.263 1.331 1.359 waterschap Regge en Dinkel 2.938 3.117 3.28 3.35 waterschap Rijn en Ussel 3.139 3.359 3.536 3.611 waterschap Vallei en Veluwe 5.744 5.944 6.233 6.359 waterschap Velt en Vecht 1.21 1.99 1.158 1.182 waterschap Zuiderzeeland 2.131 2.12 2.29 2.254 gemeente Dronten 713 73 751 764 gemeente Leusden 541 554 571 581 gemeente Nijkerk 85 824 849 864 Totaal 2.18 ~~2.939i 21.968 22.416 De berekening van de deelnemersbijdragen 214-216 is een extrapolatie op basis van de grondslagen van het begrotingsjaar 212. -2-

Het meerjarenperspectief ziet er als volgt uit. bedragen in x 1. LASTEN 1 Rente en alschrijvingen 1.1 Externe rentelasten 79 66 39 1.2 Interne rentelasten 196 196 196 1,3 Afschrijvingen van activa 855 895 859 1.4 Afschrijvingen van boekverliezen Totaal rente en alschrijvingen 1.13 1.157 1.94 2 Personeelslasten 2.1 Salarissen huidig personeel en bestuurders 7.795 7.912 8.31 2.2 Sociale premies 1.835 1.862 1.89 2.3 Rechtstreekse uitkeringen huidig personeel en bestuur 2.4 Overige personeelslasten 596 611 626 2.5 Personeel van derden 981 1.6 1.31 2.6 Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Totaal personeelslasten 11.27 11.391 11.578 3 Goederen en diensten van derden 3.1 Duurzame gebruiksgoederen 31 32 32 3.2 Overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen 776 795 815 3.3 Energie 11 11 12 3.4 Huren en rechten 53 516 529 3.5 Leasebetalingen operational lease 32 33 34 3.6 Pachten en erfpachten 3.7 Verzekeringen 25 25 26 3.8 Belastingen 14 14 15 3.9 Onderhoud door derden 1.37 1.63 1.89 3.1 Overige diensten door derden 9.881 1.128 1.381 Totaal goederen en diensten van derden 12.39 12.617 12.933 4 Bijdragen aan derden Totaal bijdragen aan derden 5 Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien 5.1 Toevoegingen aan voorzieningen 5.2 Onvoorzien 493 53 512 Totaal toevoeging voorzieningen/onvoorzien 493 53 512 tötaal LASTEN 25.14 25.669 26.117 BATEN 1 Financiële baten 1.1 Externe rentebaten 9 9 9 1.2 Interne rentebaten Totaal financiële baten 9 9 9 2 Personeelsbaten 2.1 Baten in verband met salarissen en sociale lasten Totaal personeelsbaten 3 Goederen en diensten aan derden 3.6 Diensten voor derden bijdragen deelnemers 2.939 21.968 22.416 3.6 Diensten voor derden Totaal goederen en diensten aan derden 2.939 21.968 22.416 4 Bijdragen van derden Totaal bijdragen van derden 5 Waterschapsbelastingen 5.1 Opbrengst aanmaningskosten 1.142 1.1 1.1 5.2 Opbrengst dwangbevelkosten 2.644 2.317 2.317 5.3 Opbrengst overige kosten 324 292 292 Totaal waterschapsbelastingen 4.111 3.611 3.611 6 inteme verrekeningen 6.1 Onttrekkingen aan voorzieningen 6.2 Geactiveerde lasten Totaal inteme verrekeningen tóyaal ÈAtËN 25.14 25.669 26.117-21 -

In het meerjarenperspectief is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten. Voor de personeelskosten is rekening gehouden met een jaarlijkse stijging met 1,5%. De overige kosten stijgen als gevolgd van de inflatie met 2,5%. Vanaf 213 worden de kosten die het Kadaster in rekening brengt voor het verstrekken van gegevens direct bij de waterschappen in rekening gebracht. Deze kosten drukken dus niet meer op de begroting van het GBLT. Dit betekent een structurele kostenverlaging voor het GBLT van circa 425.,-- op jaarbasis. De onderhoudskosten voor het belastingpakket dalen door het in gebruik nemen van het alternatief voor TAX-i aanzienlijk. Door de steeds hoger wordende graad van automatische incassomachtigingen zullen de invorderopbrengsten in de jaren 214 en 215 met ongeveer 5.,- per jaar dalen. Verwacht wordt dat daarna, door het bereiken van de maximale graad van automatische incasso, de opbrengsten niet verder zullen dalen. Overigens kent het meerjarenperspectief een hoog onzekerheidsgehalte omdat de organisatie volop in ontwikkeling is met projecten die effect zullen hebben voor de (financiële) langere termijn. -22-