Klinische Genetica. Autosomaal dominante overerving

Vergelijkbare documenten
Klinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving

Klinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving

Algemene aspecten van erfelijkheid. Waarom is kennis over erfelijke aspecten van een ziekte belangrijk? Wanneer erfelijkheidsadvies/onderzoek?

Mitochondriële ziekten

Klinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting

Patiënten Informatie Brochure Erfelijkheidsonderzoek: Exoom Sequencing

X-gebonden Overerving

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing

Dominante Overerving. Informatie voor patiënten en hun familie. Illustraties: Rebecca J Kent rebecca@rebeccajkent.

Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting

Verslag Biologie Drosophila Melanogaste

Samenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:

2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington

Kinderwens spreekuur Volendam

Verklarende Woordenlijst

Klinische Genetica. Erfelijkheidsonderzoek en -voorlichting

Erfelijkheid van de ziekte van Huntington

X-gebonden overerving

Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Afsluitende les. Leerlingenhandleiding. DNA-onderzoek en gentherapie

6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal

Newsletter April 2013

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Hematologie. Hemofilie B Leyden

6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou


Spierziekten en genetica

Door recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische

8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica

Kanker in de familie.

Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)

Infoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.

Cardiologisch onderzoek

ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2

3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.

Chirurgie / mammacare

Hemochromatose (ijzerstapeling) in de familie

Recessieve Overerving

Borstkanker en Erfelijkheid

Verklarende woordenlijst

CARDIOGENETICA. Marja van Brug, Verpleegkundig Specialist CNE Hartfalen 29 oktober 2013

Cardiologisch onderzoek

Erfelijkheidsonderzoek: Exoomsequencing bij erfelijke slechthorendheid

Chromosoomtranslocaties

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Wil ik het wel weten?

Workshop Patiënten dag 18 mei 2019 Bewegingsstoornissen en erfelijkheid

Vererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens

FAP (Familiale adenomateuse polyposis)

Idiopathisch ventrikelfibrilleren

Recessieve overerving

Quote gene. Quote Gene

Informatie voor patiënten en hun familie

6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek

ONDERZOEK IN VLOKKEN OF VRUCHTWATER BIJ ECHOAFWIJKINGEN

PALB2 en het risico op borstkanker

Copyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings

Erfelijk WAT IS DAT? OVER ERFELIJKHEID BIJ DE MENS EN OVER ERFELIJKHEIDSADVIES

Concept cartoons zijn meerkeuzevragen in de vorm van een dialoog met plaatje. Dat ziet er bijvoorbeeld zo uit:

Klinische Genetica Chromosomenonderzoek

Kinderen uit familiehuwelijken

Cardiologisch onderzoek

Chromosoomafwijkingen

Polikliniek Klinische Genetica Kanker en erfelijkheid

Wat is een genetische test?

Klinische Genetica. Het lange QT syndroom (LQTS)

Voor Cindy zorgt Harteraad dat ze haar erfelijke hartaandoening een plekje kan geven

Cardiologisch onderzoek

Cardiologisch onderzoek

Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen

Klinische Genetica. Plots overlijden

Erfelijkheidsonderzoek anno Lizet van der Kolk klinisch geneticus

Uw kind is drager van sikkelcel Wat moet u weten?

4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN

Figuur 1: schematische weergave van een cel

Kinderwens en erfelijkheid

Tentamen Van Mens tot Cel

Cardiologisch onderzoek

Level 1. Vul het juiste woord in

Predictieve genetische tests

Erfelijkheid. Chirurgie / mammacare. Inhoudsopgave Pagina. Inleiding 2. Indicaties voor erfelijke aanleg 2. Hoe ontstaat erfelijke aanleg 3 BRCA 5

Genetic Counseling en Kanker

Cardiologisch onderzoek

Wat is Familiaire Exsudatieve Vitreoretinopathie?

Cardiologisch onderzoek

Zit t nou in de familie of in de genen?

Erfelijke slechthorenheid. Gids voor patiënten en families

Informatie over Exoom sequencing

Chromosomentranslocaties

Erfelijkheid & Borstkanker

Een erfelijke hartaandoening?

Module Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2

Antwoorden Biologie Thema 4

Hoe informeer ik mijn familie bij erfelijke of familiaire aanleg voor kanker?

3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?

Transcriptie:

Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving

Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch consulent u uit welke rol erfelijkheid binnen uw familie speelt, voor het krijgen van een bepaalde erfelijke aandoening. Tijdens deze afspraak komt het begrip autosomaal dominante overerving ter sprake. In deze folder staat de uitleg die u heeft gekregen zo duidelijk mogelijk beschreven, zodat u dit thuis kunt nalezen. Inleiding Het lichaam van een mens is opgebouwd uit miljarden cellen. Bijna al deze cellen hebben een kern, in de kern bevinden zich chromosomen. Chromosomen bestaan voor een groot gedeelte uit DNA. Het DNA is onderverdeeld in genen. Ieder gen bevat de informatie over een bepaalde erfelijke eigenschap (bijvoorbeeld de oogkleur). Een mens heeft in elke lichaamscel 46 chromosomen. Deze chromosomen zijn verdeeld in 23 paren, genummerd 1 tot en met 22. Het 23e paar noemen we de geslachtschromosomen. De geslachtschromosomen van een vrouw bestaan uit twee dezelfde chromosomen (XX), de zogenaamde X-chromosomen. De geslachts chromosomen van een man bestaan uit twee verschillende chromosomen (XY), een X- en een veel kleiner Y-chromosoom. Bij de voortplanting geven de vader en de moeder van elk paar van hun chromosomen één chromosoom aan hun kinderen door, dus één 1, één 2, één 3 etc. Bij de bevruchting komen die chromosomen weer samen en heeft het kind van elk chromosoom er weer twee: één van vader en één van moeder. 1

Autosomaal dominante overerving Autosomaal dominante overerving Autosomaal betekent dat de aanleg (het gen) voor de aandoening op een chromosoom ligt dat niet betrokken is bij het bepalen van het geslacht, dus chromosoom 1 tot en met 22. Een autosomaal dominante aandoening komt dus meestal even vaak voor bij mannen als bij vrouwen. En zowel mannen als vrouwen kunnen de aanleg doorgeven. Dominant wil zeggen dat de aanleg voor de aandoening sterker is (domineert) dan de normale aanleg. Iemand die een aanleg voor een autosomaal dominante aandoening van één van zijn ouders heeft gekregen, zal meestal in meerdere of mindere mate verschijnselen van die aandoening krijgen. Onderstaande uitleg maakt de erfelijkheid duidelijk: o = normale aanleg = aanleg voor de aandoening Iemand die de aanleg voor de aandoening niet heeft (oo), heeft van beide ouders via de geslachtscellen, een normale aanleg gekregen, namelijk een chromosoom met de normale aanleg van de moeder (= o) en een chromosoom met de normale aanleg van de vader (= o). Iemand met de aandoening ( o), heeft van één van beide ouders een chromosoom met de normale aanleg (o) en van de andere ouder een chromosoom met de aanleg voor de aandoening ( ) gekregen. Omdat de aanleg voor de aandoening sterker is dan de normale aanleg, komt deze aandoening op den duur meestal tot uiting. Als iemand met de aandoening een kind krijgt, geeft hij òf de normale aanleg (o) òf de aanleg voor de aandoening ( ) door. De kans op het doorgeven van de normale aanleg (o) is even groot als de kans op het doorgeven van de aandoening ( ), namelijk 50%. Als de andere ouder de aandoening niet heeft, dan krijgt het kind van 2

Klinische Genetica die andere ouder de normale aanleg. We vatten dit als volgt in een schema samen (zie figuur 1): Ouders Geslachtscellen Mogelijke kinderen Figuur 1, autosomaal dominante erfelijkheid Een kind van iemand met een autosomaal dominante aandoening heeft dus een kans van 1 van 2 (= 50%) om de aanleg voor die aandoening te krijgen. Deze kans geldt bij elke zwangerschap opnieuw. In welke mate de verschijnselen van de aandoening naar voren zullen komen is niet te voorspellen. Iemand die de aanleg voor de aandoening niet heeft, heeft ook geen verhoogde kans om die aanleg aan zijn of haar kinderen door te geven. Bijzondere situaties Als iemand een autosomaal dominant aandoening heeft, en allebei de ouders hebben de aandoening niet, en de aandoening komt ook verder niet in de familie voor, dan kan dat verschillende oorzaken hebben: 3

Autosomaal dominante overerving Bij één van de ouders is, bij de vorming van een geslachtscel, een verandering (nieuwe mutatie) in de normale aanleg opgetreden. Door deze verandering bevat de geslachtscel de aanleg voor de aandoening. Als deze geslachtscel betrokken is bij de bevruchting, krijgt het kind als eerste in de familie de erfelijke aandoening. Nieuwe mutaties zijn zeldzaam. De kans op herhaling bij een volgend kind is dan niet verhoogd. Eén van de ouders is, zonder daar verschijnselen van te hebben, gedeeltelijk drager van de erfelijke aanleg voor de aandoening. Iemand die gedeeltelijk drager is, heeft naast cellen met een normale erfelijke aanleg ook cellen met de aanleg voor de aandoening. We spreken dan van een mozaïek. De herhalingskans is dan afhankelijk van het aantal geslachtscellen met de aanleg voor de aandoening. Eén van de ouders heeft de aanleg voor de aandoening wel, maar heeft er geen verschijnselen van gekregen ( overgeslagen generatie ), de kans dat kinderen de aanleg hebben gekregen blijft dan 50%. Vragen Als u na het lezen van deze brochure vragen heeft, kunt u op werkdagen tussen 9.00 en 17.00 uur contact opnemen met de sectie Klinische Genetica, het telefoonnummer is (050) 361 72 29. Aanvullende informatie Op de onderstaande websites kunt u meer informatie lezen over erfelijkheid. www.nav-vkgn.nl www.erfelijkheid.nl Nederlandse Vereniging voor Humane Genetica en Vereniging Klinische Genetica Nederland 4

Patiënteninformatie vlc 795/0911