ERFELIJKHEID. 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2
|
|
- Nathan Vermeiren
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ERFELIJKHEID 1 N i e t a l l e m a a l h e t z e l f d e Afbeelding 17-2 Afbeelding 17-1 Mensen uit elkaar houden vind je vast makkelijker. Toch hebben ook mensen veel meer overeenkomsten dan verschillen. Ze behoren allemaal tot één soort, de mens. Tussen individuen zijn verschillen. Elk individu heeft eigen kenmerken. De kenmerken van een organisme worden in de eerste plaats door erfelijkheid bepaald. Deze kenmerken heeft hij van zijn ouders gekregen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de bloedgroep, de oogkleur of de haarvorm bij een mens. Maar het milieu kan ook invloed uitoefenen. Veel mensen zijn te dik. Bij de meesten van hen komt dat door te veel eten. De dieren van afbeelding 17-1 lijken veel op elkaar. Het zijn allemaal koeien. Toch kan de boer ze zonder problemen uit elkaar houden. Afbeelding 17-3
2 2 G e n o t y p e e n f e n o t y p e Alle erfelijke kenmerken liggen opgeslagen in chromosomen Chromosomen zijn draadvormig. Ze komen in elke celkern voor. Elk chromosoom bestaat uit een groot aantal verschillende gedeelten: de genen. Een gen bevat informatie over één kenmerk van een organisme. Die aanleg is niet altijd aan de buitenkant van een organisme zichtbaar. De erfelijke kenmerken die wel aan de buitenkant te zien zijn (het uiterlijk), noemen we het fenotype. Het fenotype wordt niet alleen bepaald door het genotype, maar ook door het milieu waarin het organisme opgroeit. Een eeneiige tweeling heeft hetzelfde genotype. Maar als ze ieder in een verschillend gezin opgroeien, kunnen ze een verschillend fenotype krijgen. De uiterlijke verschillen die niet erfelijk zijn, zijn daar dan de oorzaak van. Afbeelding! 7-4 Chromosoom Maak nu: O: 17/1 t/m O: 17/5 3 C h r o m o s o m e n - p o r t r e t Afbeelding 17-5 Delende cellen Alle genen in een cel vormen bij elkaar het genotype. Het genotype is een ander woord voor erfelijke aanleg. Vlak voor een celdeling is het mogelijk de chromosomen te fotograferen. Zo'n foto heet een chromosomenportret. Op de volgende bladzijde zie je het chromosomenportret van een man. In de kernen van al zijn lichaamscellen zitten 46 chromosomen. Er zijn steeds twee chromosomen hetzelfde. Ze vormen een paar. Je kunt dus ook zeggen dat deze man 23 paar chromosomen in elke celkern heeft.
3 Afbeelding Rangschikking van de chromosomen in paren Een organisme heeft in iedere celkern van zijn lichaamscellen elk chromosoom dubbel. Elk gen komt dus ook twee keer in elke lichaamscel voor. Afbeelding G e s l a c h t s - c h r o m o s o m e n Kijk nog eens naar het chromosomenportret van afbeelding Alle chromosomen hebben een nummer. Hiervan zijn 22 paar chromosomen gewone' chromosomen. Ze bevatten erfelijke informatie voor oogkleur, haarkleur, vorm van de neus, enz. Dit zijn de chromosomenparen met nummer 1 t/m22. Het 23e paar zijn de geslachtschromosomen. Deze zijn bij een man niet gelijk. Het éne geslachtschromosoom, het X-chromosoom, is groter dan het bijbehorende Y-chromosoom. Een vrouw heeft als 23e paar twee gelijke X-chromosomen.
4 Afbeelding 17-8 Het X- chromosoom en het Y-chromosoom bepalen of je een jongen of een meisje bent Maak nu: O: 17/6 en O: 17/7 4 T o e v a l s p e e l t e e n r o l Als je een chromosomenportret zou maken van een geslachtscel, dan zou je zien dat in de kern maar 23 chromosomen zitten. Van elk paar één. Om een geslachtscel te maken is een speciale celdeling nodig: een meiose (zie afbeelding 17-9).
5 Afbeelding Meiose 1 De kern van de moedercel bevat twee chromosomen (één paar). 2 De chromosomen verdubbelen zich. Het kernmembraan verdwijnt. 3-4 Van elk chromosoom gaan beide dochterchromosomen naar dezelfde 'pool'. 5 De cel deelt zich. De twee dochtercellen hebben nu elk één chromosoom, maar dat bestaat uit twee dochterchromosomen. 6 De dochtercellen delen zich nog een keer. Bij deze deling worden de dochterchromosomen uit elkaar getrokken. De dochtercellen hebben elk één chromosoom. Bij een meiose komt van elk paar chromosomen één in een bepaaalde geslachtsoel terecht. Het andere chromosoom van dat paar zit in een andere geslachtscel. Je kunt nooit voorspellen welk van de twee in een bepaalde geslachtscel terecht komt. Dat wordt door het toeval bepaald Een vrouw heeft altijd een X-chro mosoom in haar eicel. Een man heeft in zijn zaaadcellen of een X-chromosoom of een Y-chromo soom Afbleeding De kern van de modercul de modercel bebvat twee chromosomen (één paar) 2. De chromosen verdubleen zich.het kernemembraan verdwinjit 3. Van elk chromoson gaat één dochterchromoson naar de ene pool van de cel,het ander naar de ander pool. 4. Rondom de nieuwe groepies chromosomen onstaat een nieue kernmembraan. 5. De dochtercellen bevatten elk twee chromoson in de kern
6 O N T H O U D : In een geslachtscel van een mens zitten 23 chromosomen die allemaal verschillend zijn is één van deze chromosomen een geslachtschromosoom komt elk gen maar één keer voor Als de kernen van een eicel en een spermacel versmelten, ontstaat een bevruchte eicel met 46 chromo somen. De chromosomen van de eicel en de zaadcel worden bij elkaar 'op geteld'. In de bevruchte eicel komen de verschillende chromosomen weer in paren voor. Van elk gen zijn er nu weer twee. Eén is afkomstig van de vader en één van de moeder De bevruchte eicel deelt zich door een gewone celdeling. Die deling heet mitose (zie afbeelding 17-10). Bij elke mitose worden de chromosomen verdubbeld en nauwkeurig over de dochtercellen verdeeld. Hierna volgen nog heel veel celdelingen. Alle cellen van het lichaam hebben dus hetzelfde genotype! Maak nu: O: 17/8 t/m O: 17/14 5 K r u i s i n g e n Ook al zou je precies weten welke genen je geërfd hebt, dan weet je nog niet altijd wat daarvan het resultaat is. Kijk maar eens naar het volgende voorbeeld: Afbeelding 17-11
7 De vrouw en de man zijn de ouders. Zij vormen de P-generatie. We letten bij deze kruising op één erfelijk kenmerk: de haarkleur. De vrouw in afbeelding heeft in elke celkern twee genen voor een rode haarkleur. Hierdoor heeft de vrouw rood haar. Omdat deze twee genen aan elkaar gelijk zijn is de vrouw homozygoot rood voor haarkleur. (Homos is een Grieks woord dat 'gelijk' betekent.) Haar kinderen erven allemaal het gen voor rood haar. De man is homozygoot bruin. Zijn kinderen erven allemaal het gen voor bruin haar. De kinderen worden de Fl-generatie genoemd. Alle kinderen in dit voorbeeld hebben één gen voor rood en één gen voor bruin in elke celkern. Ze zijn heterozygoot voor haarkleur. (He-teros is een Grieks woord dat 'verschillend' betekent.) O N T H O U D : De ouders vormen de P-gene ratie. Als de twee genen van een genenpaar gelijk zijn, is het individu homozygoot voor deze erfelijke eigenschap. Zijn de twee genen van één paar niet gelijk aan elkaar, dan is het individu hetero zygoot voor deze erfelijke eigenschap De eerste nakomelingen wor den de F1-generatie genoemd Als er verder niets vermeld staat, zijn de individuen in de P-generatie altijd homozygoot. Het fenotype van alle kinderen is bruin. Blijkbaar is het gen voor bruin haar sterker dan het gen voor rood. Bruin noemen we daarom in dit voorbeeld dominant. Rood wordt onderdrukt. Dit kenmerk noemen we daarom recessief. Afbeelding Hoe zit het met de nakomelingen van de Fl-generatie? Hebben hun kinderen ook allemaal bruin haar? De kinderen van de Fl-generatie noemen we de F2-generatie. Ze ontstaan door twee Fl-individuen met elkaar te kruisen. Om alles overzichtelijk te kunnen zien, maken we een kruisingsschema (zie afbeelding 7-13). In een kruisingsschema geven we de genen (of het genotype) aan door letters. Het dominante gen geven we aan door een hoofdletter, het recessie-ve gen door dezelfde kleine letter. Gebruik altijd letters die in hoofdletter en kleine letter duidelijk van elkaar verschillen. (Dus bijvoorbeeld A en a, R en r. Neem niet Z en z, of K en k.) Homozygoot dominant wordt dan RR, homozygoot recessief schrijf je als rr. Heterozygoot noteer je als Rr.
8 O N T H O U D : De F1-generatie ontstaat uit de P-generatie. De individuen v a n d e F l generatie zijn altijd hetero zygoot. De F2-generatie ontstaat door kruising van twee indi viduen uit de F1 -generatie. Het genotype geef je aan door letters: AA, Aa of aa. AA betekent homozygoot dominant. Aa betekent homozygoof aa betekent homozygoof recessfiet. Je ziet dat in de F2-generatie de meeste kinderen bruin haar zullen hebben. Maar er is ook kans op een kind mett rood haar. Het gen voor rood haar is recessief. Het wordt alleen zichtbaar in het fenotype als het in het genoty pe dubbel aanwezig is! O N T H O U D : Het genotype geef je altijd aan met twee letters. Het fenotype geef je aan met een eigenschap, bijvoorbeeld rood haar, wipneus, enz. Als het genotype een domi nant gen bevat, is de dominante eigenschap altijd in het fenotype te zien. Het genotype kan homozygoot (RR) of heterozygoot (Rr) zijn. Het recessieve gen is alleen in het fenotype zichtbaar als het dubbel aanwezig is (homozy goot) in het genotype (rr). Afbeelding Zo maak je een kruisingsschema Maak nu 0:17/15t/m0:1726
9 6 S t a m b o m e n Een stamboom is een schematische weergave van fenotypen in een familie. Als je genoeg gegevens hebt, kun je uit een stamboom afleiden welke eigenschap dominant is en welke recessief. Daarna kun je van elke persoon het genotype voor die eigenschap bepalen. Hoe ga je bij een stamboom te werk? 1 Zoek eerst op bij welke individu en het recessieve kenmerk zicht baar is. Schrijf bij deze individuen twee kleine letters. (Hun genotype heeft twee recessieve genen.) 2 Schrijf bij de individuen waarbij het dominante kenmerk zichtbaar is eerst een grote letter. 3 Zet daarna bij de individuen met een dominant kenmerk nog een grote of een kleine letter. Of de letter groot of klein moet zijn, hangt af van welke ouders ze hun letters (genen) hebben gekregen. Maak nu: O: 17/27 t/m O: 17/31 Afbeelding Zo los je een vraagstuk over stambomen op
10 7 O n d e r z o e k v o o r de g e b o o r t e Soms ontwikkelt een embryo zich niet goed. Er ontstaan afwijkingen. Sommige van die afwijkingen zijn erfelijk. Vooral als ouders weten dat in hun familie een erfelijke ziekte voorkomt, is een onderzoek gewenst. Voorbeelden van zulke erfelijke afwijkingen zijn spierdystrofie (een spierziekte) en hemofilie (een bloedziekte). Een onderzoek is ook aan te raden wanneer de moeder ouder is dan 36 jaar. De kans op een kind met erfelijke afwijkingen (zoals het syndroom van Down) is dan groter. Afbeelding a Vlokkentest Afbeelding b Vruchtwaterpunctie Afbeelding Een meisje met het syndroom van Down Bij zo'n onderzoek wordt van de cellen van het ongeboren kind een chromosomenportret gemaakt. Bepaalde afwijkingen zijn gekoppeld aan het geslacht. Dan is het al voldoende om te weten of de baby een jongen of een meisje is. Ouders kunnen op grond van het onderzoek beslissen om hun kind wel of niet geboren te laten worden. In afbeelding zie je hoe zo n onderzoek gaat. Al vroeg in de zwangerschap (na acht weken) kan een vlokkentest worden gedaan. Er worden een paar cellen van de hechtvlok-ken in de placenta weggenomen. Bij een vruchtwaterpunctie verzamelt men wat cellen uit het vruchtwater. Dit gebeurt met een dunne naald, door de buikwand. Zo'n onderzoek kan vanaf de zestiende week van de zwangerschap. Het vruchtwater bevat huidcellen van de foetus.
11 Van de foetuscellen wordt een chromosomenportret gemaakt. Hiermee kunnen sommige erfelijke afwijkingen worden opgespoord. Door allerlei oorzaken kunnen de genen van een individu veranderen. Men noemt dat een mutatie. 8.1 G e v o l g e n v a n m u t a t i e s Maak nu: O: 17/32 t/m O: 17/36 8 V e r a n d e r i n g e n i n d e e r f e l i j k h e i d Elke bevruchting is een combinatie van genen van de vader en die van de moeder. Door het grote aantal genen is het aantal mogelijke combinaties bijna onbeperkt. Er ontstaat steeds weer een uniek individu. Meestal heeft een mutatie geen gevolgen. Een bloedcel met een mutatie werkt misschien slechter. Maar de cel zal al snel door een normale bloedcel worden vervangen. Sommige mutaties beïnvloeden de celdeling. Een cel met zo'n mutatie gaat zich onbeperkt delen. Er ontstaat een kankergezwel. Ook een mutatie in een gen van een geslachtscel heeft wél gevolgen. Deze mutatie kan immers aan het nageslacht worden doorgegeven. Door een mutatie kunnen bij de nakomelingen eigenschappen voorkomen die de ouders en voorouders niet hadden. Het is mogelijk dat een individu door de mutatie betere overlevingskansen heeft. Het is bijvoorbeeld beter bestand tegen koude of minder vatbaar voor ziekten. Dit individu zal waarschijnlijk ook meer nakomelingen voortbrengen. Bij de volgende generatie zie je steeds meer individuen met de gunstige eigenschap. Afbeelding Er vindt in de natuur dus steeds een soort 'keuze' plaats. We noemen dat natuurlijke selectie. In een populatie blijven gunstige eigenschappen bestaan. Ongunstige eigenschappen verdwijnen. Zo ontstaan populaties die perfect aangepast zijn aan de omgeving waarin ze leven.
12 Bij huisdieren en landbouwgewassen maken mensen steeds een keuze. Alleen met de meest geschikte individuen wordt verder gekweekt. Dat noemen we kunstmatige selectie. Op deze manier ontataan steeds nieuwe rassen O o r z a k e n v a n m u t a t i e s Afbeelding Aanpassing aan de leefomgeving door natuurlijke selectie Uiteindelijk kunnen de verschillen tussen populaties zo groot worden dat er nieuwe soorten ontstaan. Mutaties ontstaan spontaan. Bepaalde chemische stoffen, radioactieve straling, röntgenstraling en UV-straling verhogen de kans op een mutatie. Maak nu: 17/37t/mO: 17/40 Afbeelding Hondenrassen ontstaan door kunstmatige selectie
13 SAMENVATTING 1 In elke soort komt variatie voor. Variatie ontstaat door erfelijkheid en door de invloed van het milieu. 2 Erfelijke kenmerken liggen opgeslagen in chromosomen. Een deel van een chromosoom dat informatie bevat over één kenmerk noemt men een gen. 3 De verzameling genen van een individu heet het genotype. De zichtbare kenmerken noemen we het fenotype. 4 In elke celkern zijn steeds twee chromosomen hetzelfde: zij vormen een paar. Een mens heeft 23 paar chromosomen in elke lichaamscel. In een geslachtscel komt elk chromosoom één keer voor. Een geslachtscel heeft 23 chromosomen. 5 Het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen. Een vrouw heeft in elke celkern twee X-chromosomen. Een man heeft een X- en een Y-chromosoom in elke lichaamscel. 6 Celdeling heet mitose. Bij mitose ontstaan twee cellen die aan elkaar gelijk zijn. Elke dochtercel heeft in de kern van elk chromosoom twee. 7 Geslachtscellen ontstaan na meiose. De chromosomen worden zo verdeeld, dat elke geslachtscel van elk paar slechts één chromosoom in zijn kern heeft. Bij de bevruchting vormen de chromosomen van de bevruchte eicel weer paren. 8 Homozygoot betekent dat de twee genen voor een bepaald kenmerk hetzelfde zijn. Heterozygoot betekent dat de twee genen verschillend zijn.
14 9 Een kruising is een geslachtelijke voortplanting tussen twee individuen met een verschillend genotype. In de P-generah'e (de ouders) gaat men altijd uit van individuen die homozygoot zijn. De nakomelingen van de P-generatie noemen we de F1 -generatie (de eerste generatie kinderen). Door onderling kruisen van de Fl -generatie ontstaat de F2-generatie (de tweede generatie kinderen). 1O Als het genotype een dominant gen bevat, is de dominante eigenschap altijd in het fenotype te zien. Het genotype kan homozygoot (RR) of hetero zygoot (Rr) zijn. Het recessieve gen is alleen in het fenotype zichtbaar als het dubbel aanwezig is (homozygoot, rr). 11 Een kruisingsschema is een hulpmiddel om bij een kruising de kansen op bepaalde eigenschappen te berekenen. Een stamboom is een schematische weergave van de fenotypen in een familie. 12 Door een vlokkentest of door vruchtwaterpunctie kan het genotype van een foetus worden onderzocht. Op grond daarvan kunnen ouders een beslissing nemen over het al of niet voortzetten van de zwangerschap. I3 Genen kunnen veranderen. Dat heet een mutatie. Door mutatie en selectie kunnen nieuwe rassen en soorten ontstaan. 14 Bepaalde stoffen en straling kunnen het aantal mutaties en daardoor kanker (ongeremde groei van cellen) bevorderen. Maak nu de diagnostische toets. Maak een keuze uit E: 17/41 t/m E: 17/43
15
16
Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).
Samenvatting door M. 1493 woorden 28 februari 2014 5 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Genotype en fenotype Veel eigenschappen zijne erfelijk. Je hebt deze eigenschappen geërfd van
Nadere informatieSamenvattingen. Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid. Basisstof 1. Basisstof 2. Erfelijke eigenschappen:
Samenvatting Thema 4: Erfelijkheid Basisstof 1 Erfelijke eigenschappen: - Genotype: o genen liggen op de chromosomen in kernen van alle cellen o wordt bepaald op moment van de bevruchting - Fenotype: o
Nadere informatieSamenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou. Erfelijke informatie ligt in de celkern in de chromosomen. Chromosomen bestaan weer uit DNA.
Samenvatting Erfelijkheid Vmbo 3a Biologie voor Jou 4.1 Fenotype Genotype = waarneembare eigenschappen van een individu = de erfelijke informatie in het DNA Genotype + milieufactoren = fenotype Erfelijke
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 4
Antwoorden Biologie Thema 4 Antwoorden door een scholier 2182 woorden 18 januari 2005 7 433 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie voor
Nadere informatieDoor recombinatie ontstaat een grote vescheidenheid in genotypen binnen een soort. (genetische
Chromosomen bestaan voor een groot deel uit DNA DNA bevat de erfelijke informatie van een organisme. Een gen(ook wel erffactor) is een stukje DNA dat de informatie bevat voor een erfelijke eigenschap(bvb
Nadere informatie6,1. Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door een scholier 1949 woorden 7 februari 2011 6,1 46 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1: chromosomen Chromosomen: komen voor in een celkern bevindt zich de
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie
Samenvatting Biologie Erfelijkheid en Evolutie Samenvatting door een scholier 1888 woorden 16 juni 2016 6,5 5 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1 De zichtbare eigenschappen (het uiterlijk) van een
Nadere informatieHet genotype van een individu staat in de chromosomen. Daar staat namelijk de erfelijke informatie in van alle eigenschappen die erfelijk zijn.
Opdracht door een scholier 1105 woorden 13 november 2004 5,9 55 keer beoordeeld Vak Biologie Basis erfelijkheidsleer Ik kan de bouw en functie van chromosomen beschrijven. In de kern van een cel komen
Nadere informatie6.7. Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april keer beoordeeld. Biologie voor jou. Erfelijkheidsmateriaal
Werkstuk door een scholier 1654 woorden 17 april 2006 6.7 33 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Erfelijkheidsmateriaal Het menselijk lichaam bestaat uit een veel organen, deze organen
Nadere informatie3 Rundveefokkerij Melkproductiecontrole Selectie Fokwaardeschatting Inseminatieplannnen 69 3.
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Veiligheidsvoorschriften 9 1.1 Genen en hun vererving 9 1.2 Genotype en fenotype 14 1.3 Erfelijke gebreken 18 1.4 Genfrequenties 25 1.5 Afsluiting 27 2 Fokmethoden 28 2.1
Nadere informatie6,4. Samenvatting door E woorden 6 december keer beoordeeld. Biologie voor jou
Samenvatting door E. 1393 woorden 6 december 2016 6,4 18 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Thema 4: Erfelijkheid 5-HTTPLR gen heeft invloed op de hoeveelheid geluk die je ervaart.
Nadere informatieSamenvatting Biologie Erfelijkheid
Samenvatting Biologie Erfelijkheid Samenvatting door een scholier 3283 woorden 20 november 2002 6,9 200 keer beoordeeld Vak Biologie.1 wanneer zijn eigenschappen erfelijk? - Zichtbare eigenschappen van
Nadere informatieSamenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni keer beoordeeld. Genetica
Samenvatting door een scholier 1681 woorden 19 juni 2004 6 78 keer beoordeeld Vak Biologie Genetica A. Inleiding Ouders en nakomelingen bezitten gelijke kenmerken, maar toch vertonen ze verschillen. Wat
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid
Antwoorden Biologie Thema 4 erfelijkheid Antwoorden door een scholier 1762 woorden 24 januari 2003 7,2 298 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Opdracht 1 1 In de chromosomen zit de informatie
Nadere informatie8,6. Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica
Samenvatting door Jasmijn 2032 woorden 9 januari 2018 8,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie samenvatting hoofdstuk 4 Genetica 2 Fenotype, genotype en epigenetica Erfelijke
Nadere informatieBegrippenlijst Biologie DNA
Begrippenlijst Biologie DNA Begrippenlijst door een scholier 1969 woorden 27 juni 2007 7,8 51 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Begrippen Allel: Elk van de genen van een genenpaar
Nadere informatieNewsletter April 2013
1. Inleiding Met het thema van deze nieuwsbrief willen we ons richten op de fundamenten van het fokken: de basisgenetica. Want of je het nu wil of niet. dit is ook de basis voor een succesvolle fok! Misschien
Nadere informatieErfelijkheid. Examen VMBO-GL en TL. biologie CSE GL en TL. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VMBO-GL en TL Erfelijkheid biologie CSE GL en TL Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 30 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieJongetje of meisje? hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 24 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62534 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken
Nadere informatieSamenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1)
Samenvatting Biologie Erfelijkheid & Evolutie (Hoofdstuk 7 & 8.1) Samenvatting door CÃ line 1065 woorden 5 juli 2016 5,5 4 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Biologie P4 Hoofdstuk 7 1 Uniek Eigenschappen
Nadere informatieOefen Repetitie thema Erfelijkheid
Oefen Repetitie thema Erfelijkheid Als er geen punten bij een vraag staan, dan is die vraag 1 punt waard. Onderdeel A: waar of niet waar? 1. Een zichtbare eigenschap maakt deel uit van het fenotype van
Nadere informatie28 Testkruising testkruising = een kruising om te achterhalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is. Voorbeeld van een testkruising om te bepalen of een organisme homozygoot of heterozygoot is
Nadere informatie3. Eén gen kan vele allelen hebben. Hoeveel allelen van één gen heeft ieder individu?
Genetica Vragen bij hoofdstuk 13, 14 en 15 van 'Biology', Campbell, 7e druk Versie 2006 2007 Theorie 1. Hoe noemt men een plant die raszuiver is voor een bepaalde eigenschap? 2. Hoe noemt men planten met
Nadere informatie4 HAVO thema 4 Erfelijkheid EXAMENTRAINER OEFENVRAGEN
Examentrainer Vragen Karyogrammen In afbeelding 1 zijn twee karyogrammen weergegeven. Deze karyogrammen zijn afkomstig van een eeneiige tweeling. Het ene kind is van het mannelijk geslacht zonder duidelijke
Nadere informatieVerklarende Woordenlijst
12 Verklarende Woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Juli 2008 Vertaald door Mies Wits-Douw en
Nadere informatieBiologie (jaartal onbekend)
Biologie (jaartal onbekend) 1) Bijgevoegde fotografische afbeelding geeft de elektronenmicroscopische opname van een organel (P) van een cel. Wat is de belangrijkste functie van dit organel? A. Het transporteren
Nadere informatieKlinische Genetica. Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving
Klinische Genetica Geslachtsgebonden (X-chromosoom gebonden) recessieve overerving Klinische Genetica Bij uw bezoek aan de polikliniek Klinische Genetica heeft de klinisch geneticus of een genetisch consulent
Nadere informatieLevel 1. Vul het juiste woord in
Level 1 Vul het juiste woord in Keuze uit: Gen, Allel, Locus, Dominant, Recessief, Co-dominantie, Monohybride kruising, Dihybride kruising, Autosoom, Autosomale overerving, X-chromosomale overerving, Intermediair
Nadere informatieHAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde
HAVO 5 Begrippenlijst Erfelijkheid allel Allelen zijn verschillende vormen van een gen. Zij liggen in homologe chromosomen op precies dezelfde plaats. Allelen coderen voor dezelfde eigenschap bijvoorbeeld
Nadere informatieGenetische Selectie. Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar. Sabine Spiltijns
Genetische Selectie Eindwerk: hondenfokker 2 de jaar Sabine Spiltijns 2010-2011 0 We kunnen aan de hand van een genetische selectie ongeveer voorspellen hoe de puppy s van onze hondjes er gaan uitzien.
Nadere informatieAntwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari keer beoordeeld
Antwoorden door een scholier 1825 woorden 28 februari 2005 6 511 keer beoordeeld Vak Biologie Biologie Thema 5 Opdracht 1 1. Het uiterlijk is een fenotype van een organisme. 2. Alle erfelijke informatie
Nadere informatieParagraaf Homologe chromosomen
Paragraaf Homologe chromosomen Opbouw: Lees de les op biologielessn.nl over homologe chromosomen goed door. Maak de onderstaande vragen van deze bladzijde. Reproductie vragen: 1. Wat zijn homologe chromosomen?
Nadere informatieAAbb of Aabb = normaal zicht aabb of aabb = retinitis pigmentosa AABB of AABb = retinitis pigmentosa
13. (MC) Retinitis pigmentosa is een erfelijke vorm van blindheid, die kan veroorzaakt worden door een recessief allel (a) op een locus alfa, of door een dominant allel (B) op een andere locus, bèta. Onderstaande
Nadere informatieVerklarende woordenlijst
12 Verklarende woordenlijst Gebaseerd op een woordenlijst die werd ontwikkeld door Londen IDEAS Genetic Knowledge Park aangepast volgens hun kwaliteitsnormen. Januari 2008 Gesteund door EuroGentest, NoE
Nadere informatie2 Voortplanten met organen Bouw en werking van geslachtsorganen Werking van geslachtshormonen Afsluiting 31
Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voortplanten van genen 9 1.1 Genetica 9 1.2 Kruisingen 13 1.3 Crossing-over en mutatie 16 1.4 Erfelijkheid en praktijk 17 1.5 Inteelt en inteeltdepressie 21 1.6 Afsluiting
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatieVerslag Biologie Drosophila Melanogaste
Verslag Biologie Drosophila Melanogaste Verslag door A. 1772 woorden 3 januari 2013 5,4 5 keer beoordeeld Vak Biologie Alles om ons heen leeft. We leven en planten ons voort. Bij die voortplanting worden
Nadere informatieFenotype nakomelingen. donker kort 29 donker lang 9 wit kort 31 wit- lang 11
1. Bij honden is het allel voor donkerbruine haarkleur (E) dominant over het allel voor witte haarkleur (e). Het allel voor kort haar (F) is dominant over het allel voor lang haar (f). Een aantal malen
Nadere informatieErfelijkheid en evolutie. Hoofdstuk 5
Erfelijkheid en evolutie Hoofdstuk 5 Leerdoelen 5.3 Geslachtelijke voortplanting Je kunt de kenmerken van geslachtelijke voortplanting noemen Je kunt eschrijven hoe een twee-eiige tweeling en hoe een eeneiige
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3 + 4 Samenvatting door een scholier 1472 woorden 23 oktober 2007 6,5 24 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Hoofdstuk 3 - Genetica Homologe chromosomen
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal recessieve overerving
Klinische Genetica Autosomaal recessieve overerving Klinische Genetica U of uw kind is doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de afspraak legt een klinisch geneticus of een genetisch
Nadere informatieSamenvatting Biologie H7 erfelijkheid
Samenvatting Biologie H7 erfelijkheid Samenvatting door een scholier 1875 woorden 23 juni 2016 4,6 5 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Inhoud Paragraaf 1: Verschillen tussen mensen 2 Begrippen
Nadere informatieBIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1
BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van
Nadere informatieBiologie 2000 Vraag 1 De plaats waar de chromatiden van een chromosoom tijdens de eerste fasen van een cel/kerndeling aan mekaar vastzitten noemt men: A. Centriool B. Centromeer C. Centrosoom D. Chromomeer
Nadere informatieKlinische Genetica. Autosomaal dominante overerving
Klinische Genetica Autosomaal dominante overerving Klinische Genetica U bent (of uw kind is) doorverwezen naar de polikliniek Klinische Genetica. Tijdens de eerste afspraak legt een klinisch geneticus
Nadere informatieS e k S u e l e v o o r t p l a n t i n g r e d u c t i e d e l i n g o f m e i o S e e n g e n e t i S c h e v a r i a t i e
76 Voortplanting S e k s u e l e v o o r t p l a n t i n g De seksuele voortplanting of reproductie van de mens houdt in dat man en vrouw elk de helft van hun erfelijke aanleg, dus één van elk van de 22
Nadere informatieLet er op dat je voor iedere vraag een uitwerking maakt met kruisingsschema en/of berekening.
Week Thema Onderwerp Datum 43 3 Basisstof 1 t/m 4 23/10 28/10 44 3 Basisstof 1 t/m 4 31/10 4/11 45 7/11 11/11 Basisstof 5 t/m 7 bespreken 3 Basisstof 5 t/m 7 bespreken Verrijkingsstof 1 Herhalen en bespreken
Nadere informatieCopyright 2008 Pearson Education Inc., publishing as Pearson Benjamin Cummings
De meeste organismen hebben een twee sets chromosomen, met daarop informatie voor alle eigenschappen van dat organisme (diploid) Deze erfelijke informatie noemen we het genotype Hoe deze erfelijke informatie
Nadere informatie6. Chromosomen. Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek.
Deze basisstof vervangt de basisstof in je hand- en werkboek. 6. Chromosomen Deze vervangende basisstof gaat over de invloed die erfelijkheid kan hebben op je leven. Je denkt in de opdrachten na over je
Nadere informatieDialogen voor conceptcartoons. Verband genotype/fenotype, dominant/recessief
Dialogen voor conceptcartoons Verband genotype/fenotype, dominant/recessief 1 Is dit ons kind? (Zie conceptcartoon Horst Wolter op deze site.) Leermoeilijkheid (misconcept): Uiterlijke eigenschappen weerspiegelen
Nadere informatieOplossingen Biologie van 2000
www. Oplossingen Biologie van 2000 Disclaimer: Alle uitwerkingen zijn onder voorbehoud van eventuele fouten. Er is geen enkele aansprakelijkheid bij de auteur van deze documenten. Vraag 1 Om deze vraag
Nadere informatiePENTA College csg Scala Rietvelden Vakgroep biologie 3 havo Thema 5 Erfelijkheid
Thema 5 Erfelijkheid Naam Klas : : 1 Inhoudsopgave Paragraaf 1 Genotype en fenotype blz. 3-4 Paragraaf 2 Homologe chromosomen blz. 5 t/m 8 Paragraaf 3 Geslachtelijke voortplanting blz. 9-10 Paragraaf 4
Nadere informatieSamenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 2251 woorden 18 maart 2004 7,3 43 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Samenvatting Biologie Hoofdstuk 7 en 8 Hoewel mensen
Nadere informatieSamenvatting Biologie Thema 3 en 4
Samenvatting Biologie Thema 3 en 4 Samenvatting door een scholier 2927 woorden 4 april 2011 7,2 48 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Biologie: Samenvatting hoofdstuk 3 Samenvatting
Nadere informatie2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington
2. Erfelijkheid en de ziekte van Huntington Erfelijkheid Erfelijk materiaal in de 46 chromosomen De mens heeft in de kern van elke lichaamscel 46 chromosomen: het gaat om 22 paar lichaamsbepalende chromosomen
Nadere informatieDan is de waarde van het recessieve allel q dus 0,87, vanwege het feit dat p + q = 1.
Opgave 1: Wet van Hardy-Weinberg Een populatie van 10.000 individuen voldoet wat betreft de onderlinge voortplanting aan de voorwaarden, genoemd in de wet van Hardy-Weinberg. Van deze populatie is bekend
Nadere informatiePRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n PRAKTISCH MEER OVER ERFELIJKHEID over houden van huisdieren Heel wat ziekten en aandoeningen bij dieren zijn (helemaal
Nadere informatieX-gebonden Overerving
12 http://www.nki.nl/ Afdeling Genetica van het Universitair Medisch Centrum Groningen http://www.umcgenetica.nl/ X-gebonden Overerving Afdeling Klinische Genetica van het Leids Universitair Medisch Centrum
Nadere informatieAntwoorden Biologie Thema 5
Antwoorden Biologie Thema 5 Antwoorden door een scholier 697 woorden 9 juni 2003 6,8 323 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou Basisstof 1 Opdracht 1 1. Het fenotype zijn de zichtbare
Nadere informatie1 Antwoorden Monohybride Kruisingen
1 Antwoorden Monohybride Kruisingen 1) A = zwart haar, a = wit haar P: Aa x Aa F1: A a A AA Aa Alleen genotype aa geeft wit haar, dus 25 % 2) a) Eigenschap C (= A) b) Aa c) Aa d) AA of Aa 3) zwart : wit
Nadere informatieInfoblad. Chromosoomafwijkingen. Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad.
Chromosoomafwijkingen Chromosoomafwijkingen, wat zijn dat eigenlijk? En waardoor ontstaan ze? Hierover lees je in dit infoblad. Chromosomen In het lichaam zitten heel veel cellen. De cellen zijn de bouwstenen
Nadere informatieAlles door elkaar 1. a) b) c) 2. a) b) c) a) b) BIOLOGIE 2017/18 WERKBOEK
Alles door elkaar 1. Van twee erwtenplanten worden nakomelingen verkregen. Hiervan blijken er 28 rode bloemen te dragen en 11 witte bloemen. a) Wat zijn de genotypen van de ouderplanten? b) Welk allel
Nadere informatieOefenvraagstukken genetica
Oefenvraagstukken genetica Monohybride kruisingen. 50 meerkeuze vragen. OPLOSSEN MET KRUISSINGSSCHEMA!!!!! 1. Poes Kitty met lange haren heeft gepaard met kater Kobus. Zij krijgt zowel kortharige als langharige
Nadere informatieWerkbladen. Boekopdrachten. K13 Erfelijkheid
Werkbladen Boekopdrachten K13 Erfelijkheid INFO-1 Individuele kenmerken Nakomelingen lijken op de ouders. Dit geldt voor mensen, maar ook voor planten en dieren. We zeggen dat nakomelingen een bepaalde
Nadere informatieEen modificatie is een verandering in je fenotype, je geeft dit echter niet door aan volgende generaties het is dus geen genotype.
Samenvatting door A. 2698 woorden 16 mei 2013 7,8 1 keer beoordeeld Vak Biologie Samenvatting 3.1 De chromosomen bevatten de informatie voor de erfelijke eigenschappen, dit is vastgelegd in het DNA. De
Nadere informatie3.Mitose. 2.Mitose. Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose?
In welke cellen vindt mitose plaats? Hoeveel chromatiden bevat een menselijke cel maximaal tijdens te mitose? Hoeveel centromeren bevat een menselijke cel maximaal tijdens de mitose? Een cel ondergaat
Nadere informatieTussen de trofoblast en de kiemschijf wordt de navelstreng gevormd.
Biologie SE4 Hoofdstuk 6 Paragraaf 1 Tijdens de ovulatie komt een eicel vrij uit een van de beide ovaria. Deze eicel komt terecht in een eileider. Een van de zaadcellen die de tocht van de vagina naar
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieExamenreader Erfelijkheid BIOLOGIE
Examenreader ERFELIJKHEID Inhoud 1 Introductie 2 2 Eindtermen erfelijkheid... 3 3 Begrippenlijst erfelijkheid... 4 4 Oefening Jongen of een meisje?... 6 5 Algemeen geldende regels rond kruisingsvraagstukken...
Nadere informatiePraktische opdracht ANW Biotechnologie
Praktische opdracht ANW Biotechnologie Praktische-opdracht door een scholier 2871 woorden 4 december 2003 6,3 20 keer beoordeeld Vak ANW *~ Biotechnologie~* Deelvragen DNA Wie heeft DNA ontdekt, en hoe
Nadere informatieVererving Toegepast bij Europese vogels. Door Ben Cretskens
Vererving Toegepast bij Europese vogels Door Ben Cretskens Inhoud Inleiding Mutatie? Lichaam van de vogel Bevruchting Kleuren Verervingen Inleiding Darwin had gelijk! Wetten van Mendel Eigenschappen van
Nadere informatieErfelijkheidsschema's deel 1.
Erfelijkheidsschema's deel 1. Theorie: o Elke cel bevat 2n chromosomen. n = aantal verschillende chromosomen. Bij mensen is n=23 en dus zitten in elke lichaamscel 23 paar (46) chromosomen. Eén deel kreeg
Nadere informatieWelke van de bovenstaande celorganellen of levensprocessen kunnen zowel in prokaryote, als in eukaryote cellen voorkomen?
Biologie Vraag 1 Celorganellen en levensprocessen bij levende cellen zijn: 1. Ribosomen 2. ATP synthese 5. DNA polymerase 3. Celmembranen 6. Fotosynthese 4. Kernmembraan 7. Mitochondria Welke van de bovenstaande
Nadere informatieCeldeling vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 14 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62460 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieMogelijke combinaties van genotypen. Mogelijke combinaties van fenotypen. Deze kruising levert 2 X 2 = 4 fenotypen.
Leertaak 8A 1. Bij de mens berust een bruine oogkleur op het dominante allel B. Een blauwe oogkleur berust op het recessieve alle b. Rechtshandigheid berust op het dominante allel H en linkshandigheid
Nadere informatieModule Basisgenetica. -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl. De CO 2
Module Basisgenetica De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteurs Body Bosgra Hans Hilverda
Nadere informatieExamen Voorbereiding Erfelijkheid
Examen Voorbereiding Erfelijkheid Teylingen College Leeuwenhorst 2015/2016 Thema 4 Erfelijkheid Begrippenlijst: Begrip DNA-sequentie Genexpressie Epigenetica Homozygoot Heterozygoot Intermediair Monohybride
Nadere informatieWelke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk?
Biologie Vraag 1 Welke van de onderstaande structuren maakt spiercontractie mogelijk? Microvilli Microtubuli Microfilamenten Intermediaire filamenten Biologie: vraag 1 Biologie Vraag 2
Nadere informatieDe volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende zinnen?
Populatiegenetica Versie 2006-2007 Vragen bij COO Belangrijke begrippen De volgende vragen testen je kennis van de meest voorkomende vaktermen in de klassieke genetica. Welk woord ontbreekt in de volgende
Nadere informatieJuli blauw Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieJuli geel Biologie Vraag 1
Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en
Nadere informatieX-gebonden overerving
12 Universiteit Gent - UG http://medgen.ugent.be/cmgg/home.php Tel. +32(0)9 240 36 03 X-gebonden overerving Université Libre de Bruxelles - ULB Tel. +32 (0)2 555 31 11 Vrije Universiteit Brussel - VUB
Nadere informatieVoorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013. dr. Brenda Casteleyn
Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Erfelijke informatie in de cel 6/29/2013 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating) en studenten van forum
Nadere informatieJongetje of meisje? vmbo-kgt12. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.
Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62461 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet.
Nadere informatieMonohybride en dihybride kruisingen vmbo-kgt34
Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 19 July 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/63372 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatieVoortplanting en celdeling
Voortplanting en celdeling Inleiding Kenmerkend voor de levende natuur is het streven om de soort in stand te houden. Voor de groene plant als groep komt daar nog bij het vastleggen en beschikbaar maken
Nadere informatieGenetica. Marvin Tersluijsen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.
Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marvin Tersluijsen 08 April 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/74428 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.
Nadere informatievwo erfelijkheid 2010
vwo erfelijkheid 2010 Bijengenetica Een bijenvolk bestaat uit: de koningin (een vruchtbaar vrouwtje), een groot aantal werksters (steriele vrouwtjes) en darren (mannetjes). Alle vrouwtjes zijn diploïd
Nadere informatie4.5. Boekverslag door N woorden 11 april keer beoordeeld. Biologie voor jou BS1
Boekverslag door N. 1802 woorden 11 april 2013 4.5 6 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou BS1 Pigment wordt veroorzaakt door enzymen, oftewel: eiwitten, bestaande uit een groot aantal
Nadere informatieMendel en Morgan versie 2009-2010
Mendel en Morgan versie 2009-2010 Vragen bij COO over hoofdstuk 14 en 15 van Campbells Biology, 8e druk De vragen in dit COO-programma zijn vaak gebaseerd op random gegenereerde gegevens. Behalve de antwoorden
Nadere informatieSamenvatting Biologie DNA
Samenvatting Biologie DNA Samenvatting door een scholier 2995 woorden 8 december 2005 6 29 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar 3 DNA: het management van je cellen 3.1 DNA: geheimtaal (De bouw van
Nadere informatieBij ongeslachtelijke voortplanting groeit een deel van een individu uit tot een nieuw individu. Dit kan op verschillende manieren :
Samenvatting door een scholier 1923 woorden 10 maart 2002 7,6 81 keer beoordeeld Vak Biologie Basisstof 1: Eiwitmolecuul bestaan uit een groot aantal aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het lichaam zijn
Nadere informatieBasisstof 7 Genetische variatie
Afbeelding 33. RNA-interferentie.1 RNA bevat 2 complementaire sequenties die aan elkaar plakken, zodat er een haarspeld structuur ontstaat (1 van afbeelding 33). Het enzym Dicer knipt het dubbele RNA in
Nadere informatieErfelijkheid van de ziekte van Huntington
Erfelijkheid van de ziekte van Huntington In de kern van iedere cel van het menselijk lichaam is uniek erfelijk materiaal opgeslagen. Dit erfelijk materiaal wordt ook wel DNA (Desoxyribonucleïnezuur) genoemd.
Nadere informatieChromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen
Chromosoomonderzoek bij herhaalde miskramen Een miskraam betekent vrijwel altijd een teleurstelling voor een vrouw en haar partner. Al snel zal de vraag naar de oorzaak gesteld worden; na een tweede miskraam
Nadere informatieV6 Oefenopgaven oktober 2009
V6 Oefenopgaven oktober 2009 Fitness Met fitness wordt in de biologie bedoeld het vermogen van genotypen om hun allelen naar de volgende generatie over te dragen. De fitness wordt uitgedrukt in een getal
Nadere informatieGenetische aspecten. Inleiding
Hoofdstuk 2 Genetische aspecten Inleiding De ontwikkeling van één enkele bevruchte eicel tot een uiterst complex menselijk organisme staat onder voortdurende invloed van erfelijke factoren, van het interne
Nadere informatieKeuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7
Keuzeopdracht Biologie Leertaken Hoofdstuk 5 en 7 Keuzeopdracht door een scholier 1132 woorden 13 april 2004 5,1 32 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Nectar Hoofdstuk 5 Leertaak B Bij veel zoogdieren
Nadere informatieBiologie Vraag 1 <A> <B> <C> <D> Vraag 1. Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur.
Biologie Vraag 1 Dit zijn een aantal gegevens over een nucleïnezuur. 1. Het is een enkelvoudige keten. 2. Het bevat als basen: G A C T. 3. Het varieert naargelang de soort cel binnen één organisme. 4.
Nadere informatie