Cultuur voor Ieder Kind

Vergelijkbare documenten
Format aanvragen subsidieregeling cultuureducatie cultuur voor ieder kind

De Cultuur Loper vier jaar in beweging Samenvatting eindevaluatie

Cultuureducatie met Kwaliteit Drenthe. Resultaten na het eerste jaar

Voorstel aan de raad. Transitie Cultuureducatie: van aanbod naar vraaggestuurd

Veel gestelde vragen aanvragen Cultuureducatie met Kwaliteit

Beweging die nu te zien is m.b.t. cultuureducatie binnen het primair onderwijs

Cultuureducatie in het basisonderwijs

Over doorgaande leerlijnen en talentontwikkeling binnen kunst en cultuur Bureau BABEL, 's-hertogenbosch

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2019

Regeling Professionalisering Cultuuronderwijs PO De Impuls muziekonderwijs Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK)

M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE

Achtergrondinformatie subsidieregeling Cultuureducatie met Kwaliteit 2018

Samenvatting Onderzoeksrapport 2014

Format analyse bij vervolgaanvraag subsidieregeling cultuureducatie 'cultuur voor ieder kind' 2019

Cultuureducatie in het PO en SO

Cultuureducatie met Kwaliteit

EXPERTISECENTRUM CULTUURONDERWIJS. Ada Nieuwendijk RAPPORTAGE CULTUUREDUCATIE AMSTERDAM ZUIDOOST

Cultuureducatie in het VMBO. Karin Hoogeveen Peter van der Zant

Eerste tussentijdse effectevaluatie

Gemeente Utrecht: Beleidsregel subsidie cultuureducatie: cultuur voor ieder kind

Alvast hartelijk dank voor het invullen! De teams van Kunststation C, IVAK de Cultuurfabriek, Cultuur Educatie Stad en Museumhuis Groningen

NOTA VAN UITGANGSPUNTEN. Op weg naar nieuw beleid amateurkunsteducatie. voor de periode

Cultuureducatie, geen vak apart

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

KWALITEITSCRITERIA FONDS CULTUUREDUCATIE ZWOLLE

Oktober 2016 Bureau ART Peter van der Zant

Toelichting Kom Verder aanvraag Voor implementatie van ondersteunde zelfzorg

Kunstgebouw Beleidsplan

Criteria voor Cultuur subsidie

De Muziekimpuls Regeling Professionalisering Cultuuronderwijs. 26 januari 2016

KEK DE FRIESE MEREN: VINDBAARHEID EN VERBONDENHEID

Notitie. Herijking Muziekonderwijs. Datum Afdeling. Publiekszaken en Sociaal Domein. Printdatum: :09:00

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Het verschil maken Rapportage over de ontwikkeling van het cultuuronderwijs in de scholen voor primair onderwijs in Den Haag in de periode

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie. Naam spreker: Dick Bentvelzen Functie spreker: beleidsadviseur Jeugd en Onderwijs Amsterdam, 20 maart 2013

Basis voor cultuureducatie als basis voor vernieuwing

1. Samenvatting Doel van het onderzoek Methode Plannen van de scholen

Kunstgebouw Beleidsplan

NIEUWSBRIEF 29 november 2016

Beleidsregels subsidiëring cultuuronderwijs Midden-Drenthe

Presentatie Regionale bijeenkomst Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK) in Parkstad

CKE koers van care naar share. Eindhoven, september 2011

Basispakket Kunst- en Cultuureducatie

AB/ De I Cultuur. 3zos> 1. we 44 W. Loper. Betere cuüuureducatie voor Brabantse \eerhngen

cultuuronderwijs: het onderwijs gericht op het bereiken van de kerndoelen in het leergebied Kunstzinnige oriëntatie van het primair onderwijs;

Nieuwe ogen. kijken naar De Cultuur Loper. } auteur Ria Timmermans, KPC Groep

Factsheet: financiering voor cultuur op school

Kunst- en Cultuur Koers op De Regenboog

Brabantse aanpak Cultuureducatie met Kwaliteit

PROGRAMMA VAN EISEN 2019

Dag van de Cultuureducatie LKCA. 13 maart 2018

ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE

REGIO S. Overzicht onderzoeksmogelijkheden van het KEK! programma 2014

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Cultuurbeleving. Junipeiling Bewonerspanel. Utrecht.nl/onderzoek

Cursus Coördinator Cultuureducatie Onderbouw V.O

Kunst, Cultuur en Educatie in gemeente Westland

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

JAARPLAN Samen werken aan de toekomst! Bekkampstraat AH Hengevelde

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Samenvatting en conclusies

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Bijlage Rapportage monitor en resultaten eerste meting juni 2014 pilot Huishoudelijke Verzorging

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

Mei 2016 Wout Neutel. Rapportage van het onderzoek naar de ervaringen met en mening over huisbezoeken in het onderwijs

Aanvraagformulier Impuls muziekonderwijs, 3 schooljaren

Beleidsregel Stimuleringssubside Combinatiefuncties Cultuur gemeente Utrecht

KUNST- EN CULTUUREDUCATIE VOOR HET ONDERWIJS IN OOSTSTELLINGWERF

Sint Gerardusschool. Schooljaarplan

CHECKLIST PASSEND ONDERWIJS EN OMGAAN MET VERSCHILLEN IN DE OVERGANG VAN PO NAAR VO

LUMIAR VOOR PRIMAIR ONDERWIJS

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Subsidiekader: Haagse aanpak (hoog)begaafdheid 2012 en 2013

Schets van het veld van binnenschoolse cultuureducatie in Rotterdam

Uitvoeringsprogramma Kunst en Cultuur Velsen

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Samenvatting Beginmeting Monitor-en evaluatieonderzoek subsidieregeling versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Concept Inhoudelijk / Activiteiten Jaarverslag Open Academie 2011

Fianne Konings en Marjo Berendsen over Culturele instellingen en een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs door Jacolien de Nooij

Projectplan. Cultuur als middel om onderwijs en omgeving te verbinden Mw. N. Remerie, P. Holland, M. Jakubowski en dhr. C. van Herkhuizen(penvoerder)

voorstel Beslisnota voor de raad Openbaar Ontwikkelagenda passend onderwijs en jeugdhulp Versienummer Portefeuillehouder Ed Anker

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2015 IN DE GEMEENTE. Aa en Hunze

Cultuuronderwijs in school

Nieuwe culturele landschap: Cultura Venray(CV) in relatie tot Kunstencentrum Jerusalem (KCJ)

Schoolondersteuningsprofiel. 11BF00 De Mienskip

Verslag Netwerkbijeenkomst Erfgoedinstellingen

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEIT VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE IN 2014 IN DE GEMEENTE. Ermelo

Samen werkt het beter? De samenwerking tussen scholen en de culturele omgeving

Subsidieregeling Onderwijs Netwerk Ondernemen

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

relatie tot Kunstencentrum Jerusalem (KCJ)

Evaluatie subsidieregeling dak- en gevelgroen

Vrijeschool RotterdamWest

Leergemeenschappen Cultuureducatie

cultuureducatie ZMART-ARTZ AANLEIDING Projectomschrijving DOEL PROJECT CULTUUREDUCATIE MET KWALITEIT

Inventarisatie van het werkveld van de cultuurcoach

Transcriptie:

Cultuur voor Ieder Kind Evaluatie van een nieuwe gemeentelijke subsidieregeling 2014 2016 Utrecht.nl/onderzoek

Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350 onderzoek@utrecht.nl in opdracht van Maatschappelijke Ontwikkeling - Onderwijs Gemeente Utrecht internet www.utrecht.nl/onderzoek rapportage Ingrid van Lieshout Veronique Linssen informatie Ingrid van Lieshout 030 2861350 foto omslag Robert Oosterbroek bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: afdeling Onderzoek, gemeente Utrecht September 2016

Samenvatting Evaluatie van de regeling Cultuur voor Ieder Kind Vanaf augustus 2014 werd vanuit het beleidsveld Onderwijs van de gemeente Utrecht de subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind gefaseerd ingevoerd. Deze subsidieregeling beoogt cultuureducatie in het onderwijs vraaggestuurd te organiseren zodat de doorgaande leerlijn en de kwaliteit van het cultuuronderwijs in het primair en voortgezet onderwijs wordt versterkt. Door scholen de verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen cultuureducatie, meer ruimte te bieden aan een brede groep van culturele aanbieders en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, wordt beoogd de kwaliteit en het rendement van cultuureducatie in de stad te verhogen. Na twee jaar looptijd is de nieuwe subsidieregeling, volgens afspraak, geëvalueerd. In dit rapport doen we hiervan verslag en kijken we achtereenvolgens naar de vraag (a) hoeveel scholen door de nieuwe regeling bereikt zijn, (b) hoeveel subsidiemiddelen er in de afgelopen jaren respectievelijk zijn benut voor de onderdelen expertise, activiteiten en innovatie, (c) in hoeverre er sprake is van een verankeringsproces van de cultuureducatie binnen de scholen (d) in hoeverre de verhouding tussen scholen en culturele aanbieders is veranderd en (e) hoe deelnemende partijen aankijken tegen de wijze waarop de regeling is uitgevoerd en wat haar algemene opbrengst is. Cultuur voor Ieder Kind bereikt 94% Utrechtse PO-scholen en 80% VO-scholen In 2016 is in totaal 94% van alle PO-scholen (primair onderwijs) bereikt door de regeling Cultuur voor Ieder Kind en 80% van de VO-scholen (voortgezet onderwijs). Volgens de afdeling Onderwijs gaat het om bijna 29.000 bereikte leerlingen op PO-scholen, bijna 13.500 op VO-scholen en ongeveer 1.500 leerlingen in speciaal onderwijs (schooljaar 2016-2017). Wat betreft de geografische spreiding van deelnemende scholen zien we dat in de wijken Vleuten - De Meern, West, Noordwest, Noordoost en Zuid álle scholen (primair en voortgezet onderwijs) bereikt zijn. In de overige wijken nemen zeven PO-scholen (waarvan drie speciaal onderwijs betreffen) en 5 VOscholen (waarvan vier speciaal onderwijs betreffen) geen deel aan de regeling. Bestede CvIK-middelen nemen jaarlijks toe door gefaseerde invoering In hun aanvraag kunnen scholen aangeven welke middelen ze nodig denken te hebben voor afzonderlijke onderdelen als expertise, activiteiten en innovatie van de cultuureducatie. In de afgelopen twee schooljaren (2014/15 en 2015/16) werd er in totaal op de drie onderdelen respectievelijk 770.000 en 880.000 ingezet voor primair en voortgezet onderwijs samen. Voor het schooljaar 2016/17 is een budget begroot van bijna 1,3 miljoen euro. In het verloop van de drie schooljaren zien we dat het relatieve aandeel dat geoormerkt is voor expertise terugloopt van ruim 50% (2014/15) naar ruim 20% (2016/17). Dit is toe te schrijven aan het feit dat een budget voor 3

expertise maar één keer door een schoollocatie kan worden aangevraagd. Het budgetaandeel voor activiteiten groeit jaarlijks. Verankering van cultuureducatie op scholen sterk in gang gezet Een belangrijk oogmerk bij de invoering van de regeling Cultuur voor Ieder Kind, is een betere verankering van cultuureducatie in het Utrechtse onderwijs. Om dat te realiseren wordt scholen gevraagd een planmatige aanpak na te streven (door met name het schrijven van een cultuurplan met zichtbaar vastgelegde doelen) en doorlopende leerlijnen te bewerkstelligen. Analyse van subsidieformats, telefonische interviews en focusgroepen met scholen laten zien dat veel scholen overtuigend en actief met deze opgaven aan de slag zijn gegaan. Er worden op scholen cultuurplannen opgesteld, leerkrachten gecoacht, cultuurwerkgroepen opgericht, interne cultuurcoördinatoren opgeleid (ICC ers), leerlijnen ontwikkeld en maatwerkvragen geformuleerd voor culturele aanbieders. Het thema cultuureducatie is, zo blijkt uit dit onderzoek, op overtuigende wijze door de Utrechtse scholen op de kaart gezet. Duidelijk is daarbij wel dat scholen zich nog in uiteenlopende ontwikkelstadia bevinden wat betreft de implementatie van de plannen en uitvoering van de leerlijnen. Er kan gesproken worden van een driedeling, waarbij er (a) een relatief kleine groep scholen is die aangemerkt kunnen worden als koplopers. Zij vormen wat de verankering van cultuureducatie betreft een voorhoede. Daarnaast is er (b) sprake van een vrij grote middengroep scholen die actief aan het werk is gegaan om cultuureducatie structureel in te bedden en tenslotte is er (c) een groep scholen die nog moeite heeft om cultuureducatie gestructureerd en gefundeerd binnen te halen in hun onderwijskaders. Het gaat hier bijvoorbeeld om een nog niet aangehaakte school voor speciaal onderwijs, maar ook om scholen die zelf aangeven het proces van aanvragen nog als erg pril te zien. Meer samenhang in aanbod voor leerlingen Uit de telefonische interviews blijkt dat er nu meer samenhang is in het culturele aanbod dat leerlingen krijgen. Scholen zoeken een aanbieder die bij hen past en waarvan het aanbod aansluit op hun wensen. Ook willen ze meer integraliteit in hun onderwijsaanbod en kiezen ze niet meer willekeurig iets uit een catalogus. Het komt nu vaker voor dat scholen om maatwerk vragen, waarbij ze hun cultuureducatie willen afstemmen op bestaande onderwijsthema s of op specifieke projecten. Ook aanbieders signaleren dit. Volgens hen zorgt de regeling ervoor dat scholen systematischer naar het cultuuronderwijs kijken en meer samenhang creëren. Verhouding scholen en culturele aanbieders geïntensiveerd Uit zowel de focusgroepbijeenkomsten als de telefonische interviews blijkt dat er, door de komst van de regeling Cultuur voor Ieder Kind, sprake is van een intensivering van de bestaande verhouding tussen scholen enerzijds en culturele aanbieders anderzijds. Beide partijen zijn meer met elkaar in gesprek geraakt dan vóór de transitie en er vindt in de contacten meer verdieping plaats. Zoals uit voorgaande alinea blijkt, vragen scholen bijvoorbeeld vaker om maatwerk en wensen ze meer integraliteit in hun onderwijsaanbod. Aanbieders profileren zich daarnaast nadrukkelijker op bijvoorbeeld scholenmarkten en richten hun pijlen op de wensen van de school. 4 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

Toch is niet het hele veld alleen maar tevreden en blijkt dat een passende afstemming tussen partijen niet altijd vanzelf gaat. Niet alle scholen voelen zich flexibel, sterk en groot genoeg om zich soepel te voegen in de faciliteiten van het culturele educatie-aanbod. Andersom geldt ook dat niet alle aanbieders (grote en kleine) genoeg financiële of logistieke speelruimte voelen om scholen in al hun vragen tegemoet te komen. Gaandeweg het onderzoek heeft een aantal scholen en aanbieders aangegeven een tussenorganisatie (nog) waardevol te achten. Nieuwe regeling zorgt voor verbeterde opbrengst maar kost ook veel tijd Scholen zijn, zo blijkt uit telefonische interviews en ingevulde analyse-formats, duidelijk positief over wat de nieuwe regeling opbrengt. Zij noemen desgevraagd de opbrengst voor de leerlingen zelf ( hun belevingswereld wordt vergroot ), voor de leerkrachten ( hun vaardigheden versterkt ), voor de school als geheel ( meer visie en verankering ) en tenslotte ook voor de buurt en samenleving ( leveren van een bijdrage aan cultuurparticipatie in de hele wijk ). Daarnaast zijn er, zij het in mindere mate, ook tegengeluiden te horen. Zo zijn er scholen die vooral voelen dat er nu meer werk op hen afkomt, die aangeven dat niet alle leerkrachten het even leuk vinden om met cultuur bezig te zijn en dat ze de verantwoording naar de gemeente niet prettig vinden. Het (verplicht) invullen van de subsidie aanvraagformats levert ook diverse kritische geluiden op (kost veel tijd, niet alle criteria zijn helder, werpt een drempel op). Conclusies en suggesties voor verder beleid De subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind lijkt haar eigen doelstellingen voor een zeer groot deel te hebben waargemaakt. Veruit het grootste deel van de Utrechtse scholen is bereikt en is in een kantelingsproces terecht gekomen, doordat ze nu de regie voeren over het culturele onderwijsaanbod voor hun leerlingen. De opbrengsten hiervan zijn zichtbaar en tastbaar en worden door beide partijen (scholen en culturele aanbieders) onderkend. Om de subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind te optimaliseren en ook ieder kind kennis te kunnen laten maken met cultuur, verdient het inzet om de groep scholen te bereiken die moeite heeft cultuureducatie gestructureerd en gefundeerd binnen te halen in de onderwijskaders. Enkele verbetersuggesties die we in de gesprekken hebben gehoord, zijn: Het vereenvoudigen van de subsidiebudgetten Het vereenvoudigen van de analyseformats Het optimaliseren van afstemming tussen scholen en aanbieders De aanbodmarkt voor scholen goed en snel overzichtelijk maken 5

Gemeentelijke reactie op het rapport, okt. 2016 In juli 2013 heeft de raad besloten vanaf augustus 2014 de cultuureducatie in gemeente Utrecht anders te organiseren. Tot aan die tijd werd de beschikbare subsidie via het UCK uitgezet in het onderwijs. Vanaf 2014 dragen de scholen zelf verantwoordelijkheid en vragen zelf de middelen aan. Hiervoor is een nieuwe regeling ontwikkeld. De gemeentelijke doelstellingen van de subsidieregeling luiden: 1. Alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs komen in aanraking met cultuur, zowel actief als receptief en reflectief. 2. Het cultuuronderwijs wordt binnen alle Utrechtse scholen planmatig aangepakt waarbij voor de leerlingen doorgaande leerlijnen worden gecreëerd. 3. Cultuureducatie in het onderwijs wordt vraaggestuurd georganiseerd. De gemeente is verheugd dat in grote lijn zowel scholen als culturele instellingen vinden dat we met de stelselwijziging in Utrecht de goede weg zijn ingeslagen en dat het rapport meldt : Analyse van subsidieformats, telefonische interviews en focusgroepen met scholen laten zien dat veel scholen overtuigend en actief met deze opgaven aan de slag zijn gegaan. We zijn dan ook erg blij met het bereik: 94% van de PO-schoollocaties en 80% van de VO-schoollocaties zijn bereikt (dit is inclusief SO). In totaal gaat het om: 28.838 (van 29.497 1 ) leerlingen op het PO (97,8%), 13.487 (van 13.519 2 ) leerlingen op het VO (99.8%) en 1.505 (van 2.405 3 ) leerlingen op het SO (62,6%); Een belangrijke doelstelling van de stelselwijziging is verankering van cultuureducatie in het onderwijs. Het is dan ook goed om te lezen dat scholen deze uitdaging oppakken en hier hard aan werken. Natuurlijk lukt dit de ene school beter dan de andere en zoeken we naar wegen om het onderwijs hierbij te ondersteunen. Ook het vraaggestuurd organiseren van het aanbod kent een goede ontwikkeling, maar is tegelijkertijd ook een aandachtspunt. Duidelijk is dat de afgelopen jaren met het nieuwe systeem een goede basis is gelegd waarop we verder kunnen bouwen. De aanbeveling en verbetersuggesties zoals gesteld door de onderzoekers nemen wij ons dan ook ten harte. We gaan hier, in overleg met het onderwijs, mee aan de slag In sommige gevallen lopen er al acties op een verbeteronderwerp Deze signalen waren al bij ons bekend. Andere zullen spoedig worden opgepakt. We beschrijven hieronder hoe we de verbeterpunten willen oppakken: Aanbeveling: Om de subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind te optimaliseren en ook ieder kind kennis te kunnen laten maken met cultuur, verdient het inzet om de groep scholen te bereiken die moeite heeft cultuureducatie gestructureerd en gefundeerd binnen te halen in de onderwijskaders. Van de scholen wordt verwacht dat zij een eigen visie op cultuureducatie ontwikkelen en van daaruit de inhoud vorm geven. Het is duidelijk en begrijpelijk dat dit de ene school makkelijker afgaat dan de andere. Sommige scholen hadden al een cultuurprofiel of affiniteit met cultuur voor de invoering van de wijzigingen maar ook de fasering kan hierin een rol spelen. Scholen die vanaf de eerste tranche deelnemen, nemen al sinds 2014 deel en hebben nu drie schooljaren vorm kunnen geven aan nieuw cultuureducatie-beleid. Het is goed mogelijk dat de scholen die nog moeite hebben om 1 Oktobertelling 1-10-2015, Dienst Uitvoerend Onderwijs 2 idem 3 idem 6 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

cultuureducatie gestructureerd en gefundeerd binnen te halen in hun onderwijskaders, scholen zijn die in de laatste tranche (pas) zijn gaan deelnemen aan de regeling CvIK. Vanaf november 2016 t/m mei 2017 nemen we vanuit de gemeente het initiatief om voor het onderwijs diverse momenten te organiseren met als doel kennisdeling tussen de scholen onderling, deskundigheidsbevordering en meer zicht op het cultuureducatie-aanbod. We stemmen af met de schoolbesturen en bellen de scholen om vooraf onze ideeën te toetsen voor de inhoud en opzet van de bijeenkomsten. In deze gesprekken en ook tijdens de bijeenkomsten voor de scholen vragen we de wat de specifieke behoeften zijn ten aanzien van deskundigheidsbevordering om daar in de loop van 2017 invulling aan te kunnen geven. Daarnaast wordt er op dit moment gezocht naar een effectieve en structurele manier om de scholen op een overzichtelijke manier kennis te laten maken met het cultuureducatie aanbod. Ook hier worden de schoolbesturen en de scholen gevraagd om betrokken te zijn bij het hoe. Om scholen al wel op weg te helpen voor de korte termijn organiseren we voorjaar 2017 een grote bijeenkomst waar het onderwijs en het brede Utrechtse culturele veld elkaar live kunnen ontmoeten. 1. Het vereenvoudigen van de subsidiebudgetten In 2014 werd vanuit het beleidsveld Onderwijs van de gemeente Utrecht de subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind ingevoerd. Over de inhoud van de regeling is uitgebreid met het onderwijsveld overlegd. Als resultaat hiervan is gekozen voor een driedeling (Expertise, Activiteiten, Innovatie) in het budget om verschillende doelen te behalen (zie hoofdstuk 1.1 van het evaluatierapport.). Na de fasering zullen er nog twee budgetten over blijven: Activiteiten en Innovatie. Het afgelopen jaar is in overleg met vertegenwoordigers van schoolbesturen al besproken of het onderdeel innovatie moet blijven bestaan. Op voorspraak van het onderwijs is er gekozen voor het laten bestaan van dit budget en voor het verhelderen van de criteria. Ook dit jaar zullen we met het Onderwijs naar de verschillende subsidieonderdelen kijken. De behoefte aan opnieuw inzet op expertise/deskundigheidbevordering wordt onderzocht. Zoals eerder benoemd vragen we de scholen naar hun behoefte en organiseren we hiervoor bijeenkomsten. Naar aanleiding van de uitkomsten bepalen we in samenspraak met het onderwijs hoe we hier de komende jaren inhoudelijke en budgettair (binnen het bestaande financiële kader) invulling aan kunnen geven. Cultuur voor Ieder Kind & Cultuureducatie met Kwaliteit Behalve Cultuur voor Ieder Kind is er binnen de gemeente Utrecht nog een cultuursubsidieregeling: Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK). Dit is een initiatief van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Financieel worden de middelen van het fonds gematcht met de middelen van de gemeente Utrecht (afdeling Cultuur). Dit fonds zet zich samen met partners in om de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te verbeteren, zodat het een vaste plek krijgt in het curriculum van de schoollocaties. Het fonds ondersteunt een groot aantal programma s verspreid over het hele land, waarbij schoollocaties en culturele instellingen samenwerken aan Cultuureducatie met Kwaliteit. In tegenstelling tot Cultuur voor Ieder Kind gaat bij Cultuureducatie met Kwaliteit de subsidie naar de aanbieders. In Utrecht zijn er 22 schoollocaties die deelnemen aan CMK, én die (inmiddels) ook deelnemen aan de regeling CvIK. 11 scholen maken de koppeling tussen de twee regelingen en zetten de CvIK-middelen in om de Muziekroute (een initiatief dat is ontstaan vanuit de CMK-regeling) in te kopen. Het is op dit moment niet duidelijk hoe de overige 11 scholen de inhoudelijke koppeling van subsidies maken. Er was verwacht dat meer scholen de koppeling tussen de regelingen Cultuureducatie met Kwaliteit en Cultuur voor Ieder Kind zouden maken. Zoals eerder aangegeven nemen we als gemeente (vanaf november 2016 t/m mei 2017) het initiatief 7

om diverse momenten te organiseren met als doel kennisdeling en deskundigheids-bevordering van het onderwijs. Hierbij zullen we de koppeling tussen de twee regelingen bespreekbaar maken. 2. Het vereenvoudigen van de analyseformats In het geval van de regeling Cultuur voor Ieder Kind vraagt de gemeente geen inhoudelijke verantwoording achteraf maar een analyse van het afgelopen schooljaar als inhoudelijke verantwoording bij de nieuwe aanvraag. De analyse is als het ware een terugblik: wat ging er goed, wat kan beter/anders. De subsidieontvanger wordt geacht de analyse toe te voegen aan de aanvraag voor het volgende jaar. Hierdoor wordt de subsidieontvanger eerder in het proces bewust van gemaakte keuzes en kan daar eerder op worden geanticipeerd dan wanneer de inhoudelijke verantwoording bij de vaststelling van de beschikking zou plaats vinden. De gemeente heeft (in samenspraak met de Universiteit Utrecht) een analyseformat en een begrotingsformatontwikkeld om de aanvraag te vergemakkelijken; in dit evaluatieonderzoek komt naar voren dat de aanvragers/de scholen het begrotingsformat als zeer prettig ervaren (zie 5.2. Weinig klachten over begrotingsformats). Het analyseformat, zo komt uit dit onderzoek, wordt niet altijd even gemakkelijk ervaren en vindt men tijdrovend. We gaan onderzoeken of het analyseformat verbeterd kan worden. We kijken hierbij naar de inhoud en naar de technische mogelijkheden om de aanvrager meer door het format te geleiden. 3. Het optimaliseren van afstemming tussen scholen en aanbieders 4. De aanbodmarkt voor scholen goed en snel overzichtelijk maken Een andere aanbieder merkt op dat de transitie de markt wel erg in beweging heeft gebracht en dat het aanbod nu wel wat chaotisch kan overkomen. Het geluid van de aanbieder, dat de transitie de markt in beweging heeft gebracht, is in lijn met het doel van de regeling Cultuur voor Ieder Kind. Raadsvoorstel Cultuur voor Ieder Kind, 20 juni 2013, argument 1.2 Stimuleren van cultureel ondernemerschap past in deze tijd: Een andere wijze van subsidies verstrekken voor cultuuronderwijs stimuleert alle culturele ondernemers in de stad om hun aanbod af te stemmen op de vragen van het onderwijs. Zo ontstaat meer dynamiek tussen scholen en culturele instellingen waarvan de verwachting is dat dit bij zal dragen aan een hoger rendement van het cultuuronderwijs en een versterking van de doorgaande leerlijn. Het is uiteraard niet de bedeling dat er chaos ontstaat. Overzicht op het aanbod en afstemming met de aanbieders is dan ook een aandachtspunt voor de komende jaren. Zicht op aanbod en (live) contact met cultuuraanbieders Er wordt op dit moment gezocht naar een effectieve en structurele manier om de scholen op een overzichtelijke manier kennis te laten maken met het cultuureducatie aanbod. We zijn hierover met de scholen(besturen) in gesprek en onderzoeken ook of er bestaande initiatieven zijn waar we wellicht bij aan kunnen sluiten. Overigens is bij de start van de transitie, in 2014, een digitaal platform ontwikkeld waarop al het aanbod zich kon aanmelden, Alice Moves. Dit platform werd echter weinig tot niet gebruikt door scholen en is daarom in 2016 opgeheven. Het lijkt er op dat Alice Moves voor de meeste scholen te vroeg in het proces kwam. Om scholen al wel op weg te helpen voor de korte termijn organiseren we voorjaar 2017 een grote bijeenkomst waar het onderwijs en het brede Utrechtse culturele veld live met elkaar kennis kunnen maken. Bemiddelingsorganisatie voor grote cultuuraanbieders Bij de stelselwijziging hebben een aantal grote culturele aanbieders zoals bijvoorbeeld de musea die samenwerken in Museum voor de klas aangegeven dat ze de behoefte hadden aan een bemiddelingsorganisatie. Een bemiddelingsorganisatie kan het directe contact met de scholen van 8 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

hen overnemen en regelt bijvoorbeeld dat grote voorstellingen door verschillende groepen scholen tegelijk bezocht kunnen worden. Hoewel het organiseren van bemiddeling ingaat tegen het (destijds nog in te voeren) vraag gestuurde stelsel is er begrip voor de vraag van de grote cultuuraanbieders. Op die vraag is toen de stichting Cultuur & School in het leven geroepen, die met structurele subsidie deze specifieke groep culturele aanbieders bemiddelt. Gezien de uitkomsten van de evaluatie houden wij Cultuur & School in stand en zetten wij de huidige subsidierelatie in 2017 voort. Alle scholen kunnen hier dus gebruik van blijven maken. Daarnaast zal, in de hiervoor genoemde bijeenkomsten die op initiatief van de gemeente georganiseerd worden voor het onderwijs, de Stichting Cultuur en School onder de aandacht gebracht worden. 9

Inhoudsopgave Samenvatting 3 Gemeentelijke reactie op het rapport, okt. 2016 6 1 Inleiding 12 2 Het bereik van de nieuwe regeling 16 3 Verankering cultuureducatie door planmatigheid en leerlijnen 21 4 Nieuwe verhouding schoollocaties en cultuuraanbieders 26 5 Mening over procedures en totaalopbrengst 29 Bijlage 33 10 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

1 Inleiding 1.1 De nieuwe gemeentelijke subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind. Doelstellingen CvIK Vanaf augustus 2014 is vanuit het beleidsveld Onderwijs van de gemeente Utrecht de subsidieregeling Cultuur voor Ieder Kind gefaseerd 4 ingevoerd. Deze subsidieregeling beoogt cultuureducatie in het onderwijs vraaggestuurd te organiseren zodat de doorgaande leerlijn en de kwaliteit van het cultuuronderwijs in het primair en voortgezet onderwijs wordt versterkt. Door scholen de verantwoordelijkheid te geven voor hun eigen cultuureducatie, meer ruimte te bieden aan een brede groep van culturele aanbieders en vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, wordt beoogd de kwaliteit en het rendement van cultuureducatie in de stad te verhogen. De gemeentelijke doelstellingen van de subsidieregeling luiden: 1. Alle leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs komen in aanraking met cultuur, zowel actief als receptief en reflectief. 2. Het cultuuronderwijs wordt binnen alle Utrechtse scholen planmatig aangepakt waarbij voor de leerlingen doorgaande leerlijnen worden gecreëerd. 3. Cultuureducatie in het onderwijs wordt vraaggestuurd georganiseerd. Na twee jaar looptijd diende de nieuwe regeling, volgens afspraak, geëvalueerd te worden. De afdeling Onderwijs van de gemeente Utrecht heeft Intern Bedrijf Onderzoek van de gemeente gevraagd dit evaluatieonderzoek uit te voeren. Voor de uitvoering van het subonderdeel focusgesprekken vroeg de afdeling Onderwijs het Onderzoeks- en Adviesbureau Sardes. Expertise, Activiteiten en Innovatie Alle scholen kunnen per locatie drie soorten budgetten aanvragen: voor expertise, voor activiteiten en voor innovatie. Het budget voor expertise heeft als doel scholen te helpen beleid te ontwikkelen ten aanzien van cultuuronderwijs. Dit budget kan éénmalig worden aangevraagd. Het activiteitenbudget bestaat uit een bedrag per leerling en het innovatiebudget wordt verstrekt aan scholen die aan een aantal specifieke criteria voldoen. Een voorbeeld van deze specifieke criteria is dat er sprake moet zijn van een creatief partnerschap met één of meerdere culturele organisaties of kunstvakopleidingen. 4 De subsidieregeling CvIK werd in drie tranches ingevoerd, te beginnen in 2014/15. In dat jaar kon voor maximaal 1/3 van de Utrechtse leerlingen subsidie aangevraagd worden, in het schooljaar 2015/2016 voor maximaal 2/3 en in het schooljaar 2016/2017 voor alle Utrechtse leerlingen. 12 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

Aanvraag aan de hand van analyseformats Voor het aanvragen van subsidie maakt de gemeente gebruik van zogenaamde analyseformats. In plaats van een inhoudelijke verantwoording achteraf vraagt de gemeente een analyse van de school zelf als inhoudelijke verantwoording bij de nieuwe aanvraag. De analyse vormt als het ware een terugblik op wat er goed ging en een vooruitblik wat er beter of anders kan. De scholen voegen de analyse toe aan de aanvraag voor het volgende jaar. De gemeente heeft voor zowel de analyse als de bijbehorende begroting een format ontwikkeld om de aanvraag te vergemakkelijken. Het analyseformat is in 2014 voor het eerst gebruikt. 1.2 Probleemstelling en onderzoeksvragen De probleemstelling van dit evaluatieonderzoek luidt: In hoeverre zijn de doelstellingen van de regeling Cultuur voor ieder kind in de periode 2014 2016 binnen de gemeente Utrecht gerealiseerd? Deze probleemstelling is geoperationaliseerd naar vijf afzonderlijke hoofdvragen: 1. Hoeveel schoollocaties heeft de regeling Cultuur voor ieder kind (CVIK) gedurende de leerjaren 2014/15 en 2015/16 bereikt in het Utrechtse primair en voortgezet onderwijs (PO en VO) en hoeveel schoollocaties zullen naar verwachting worden bereikt in leerjaar 2016/17? 2. Hoeveel subsidie- en overige middelen zijn er in de leerjaren 2014/15 en 15/16 besteed aan cultuureducatie bij de deelnemende schoollocaties, ten behoeve van expertise, activiteiten en innovatie? Hoeveel middelen zullen er naar verwachting hieraan worden besteed in leerjaar 2016/17? 3. In hoeverre is er op de peildatum 1 april 2016 sprake van realisering van een planmatige aanpak van cultuureducatie binnen Utrechtse PO- en VO-schoollocaties die deelnemen aan de regeling? 4. In hoeverre is er op de peildatum 1 april 2016 sprake van de realisering van doorgaande leerlijnen op het gebied van cultuureducatie binnen Utrechtse schoollocaties voor PO en VO die deelnemen aan de CVIK-regeling? Bij een doorgaande leerlijn is er sprake van een cumulatie van leerervaringen op het gebied van cultuureducatie. 5. Hoe kijken deelnemende schoollocaties en aanbieders van culturele activiteiten naar de wijze waarop de regeling is uitgevoerd, voor wat betreft gevolgde procedures en afstemming van vraag en aanbod? De hoofdvragen zijn onderverdeeld in 32 subvragen. Een gedetailleerd overzicht hiervan is opgenomen in bijlage 1. 1.3 Onderzoeksopzet Voor het beantwoorden van de hoofd- en subvragen maken we gebruik van diverse bronnen en hanteren we zowel kwantitatieve als kwalitatieve onderzoeksmethoden. Bronnen De onderzoeksbronnen voor deze evaluatie zijn: 13

1. Analyseformats (N= 85) 5. Hierop hebben schoollocaties aangegeven welke visie en wensen zij hebben op het gebied van cultuureducatie en welke doelen zij daarbij (al) bereikt hebben. 2. Registratiedata opdrachtgever op het gebied van bereik en toegekende middelen. 3. Uitkomsten telefonische interviewgesprekken (N=23) met schoollocaties en culturele aanbieders. 4. Uitkomsten uit twee focusgroepbijeenkomst met in totaal 14 scholen en 6 culturele aanbieders (extern uitbesteed aan Onderzoeks- en Adviesbureau Sardes). Analyse van door schoollocaties ingevulde formats (kwantitatief en kwalitatief) De analyseformats die door de schoollocaties zijn ingevuld bevatten zowel open als gesloten vragen. De antwoorden op de gesloten vragen werden ingevoerd in Excel en kwantitatief geanalyseerd. De antwoorden op de open vragen zijn ingevoerd in het softwareprogramma MAXQDA en vanuit dit programma verder geanalyseerd. Telefonische interviews Er zijn 23 korte telefonische interviews gehouden met 15 PO-schoollocaties, 2 VO-schoollocaties en 6 culturele instellingen. Onderwerpen die hierin in ieder geval aan bod zijn gekomen, zijn: (Voor scholen en culturele instellingen:) In hoeverre is men tevreden over de ingezette subsidie-aanvraagprocedures? Wat ziet men als belangrijkste winstpunten en als eventuele verbeterpunten? In hoeverre is door de invoering van de CVIK-regeling vraag en aanbod op het gebied van cultuureducatie tussen PO- en VO-schoollocaties enerzijds en aanbieders van culturele activiteiten anderzijds, volgens respondenten beter op elkaar afgestemd geraakt? (Voor scholen:) In hoeverre is cultuureducatie verankerd binnen de school? Focusgroepen Er zijn door Onderzoeks- en Adviesbureau Sardes twee focusgroepbijeenkomsten gehouden met in totaal 14 vertegenwoordigers van schoollocaties en 6 culturele aanbieders binnen de gemeente. Hoofdvragen binnen de bijeenkomsten waren: Welke activiteiten hebben schoollocaties en aanbieders ondernomen naar aanleiding van de CvIKregeling (culturele activiteiten binnen en buiten school)? In hoeverre zijn er doorgaande leerlijnen en samenhang in het aanbod gerealiseerd? Op welke manier werken onderwijs en culturele aanbieders samen? In hoeverre is cultuureducatie verankerd in het onderwijs? Elk van deze thema s kwam achtereenvolgens aan bod, waarbij een veelheid aan werkvormen is gehanteerd: plenair, in twee of meer subgroepen, in tweetallen en individueel. Aan het einde van de bijeenkomsten was er de mogelijkheid voor de deelnemers om praktische suggesties te doen voor de uitvoering van de regeling. 5 Omdat de regeling CvIK gefaseerd is ingevoerd, hebben we voor dit onderzoek alleen de beschikking over de scholen uit de eerste en tweede tranche (85 volledig ingevulde formats). De scholen uit de derde tranche hadden de formats op het moment van onderzoek nog niet ingevuld. 14 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

1.4 Leeswijzer In het navolgende hoofdstuk (twee) gaan we in op de vraag hoeveel schoollocaties inmiddels met de nieuwe regeling zijn bereikt. In hoofdstuk drie kijken we hoe alle toegekende middelen gedifferentieerd zijn ingezet voor de posten expertise, activiteiten en innovatie. Hoofdstuk vier gaat over de vraag in hoeverre er meer verankering van de cultuureducatie heeft plaatsgevonden binnen de schoollocaties, hetzij in de vorm van sterkere planmatige aanpak, hetzij in de vorming van doorgaande leerlijnen. In hoofdstuk vijf willen we zicht bieden op de manier waarop de relaties tussen schoollocaties en culturele aanbieders zich in de afgelopen periode (al dan niet) vernieuwd hebben. In het laatste hoofdstuk kijken we naar de procedurele gevolgen die de nieuwe regeling met zich mee brengt voor alle betrokkenen (hoe kijken zij hier tegenaan) en wat wordt gezien als haar algemene opbrengst. De samenvatting en daarbij behorende conclusies en suggesties voor verder beleid bundelen we in het samenvattingshoofdstuk aan het begin van dit rapport. Na de samenvatting volgt een inhoudelijke beleids- reactie op dit rapport van de afdeling Onderwijs van de gemeente, waarin besloten welke vervolgstappen er ondernomen zullen gaan worden. Om onnodige herhaling te voorkomen, sluiten we niet af met apart concluderend hoofdstuk. 15

2 Het bereik van de nieuwe regeling 2.1 Inleiding Hoeveel schoollocaties heeft de nieuwe CvIK-regeling inmiddels bereikt? Dat is de vraag die we in dit hoofdstuk zullen onderzoeken. Achtereenvolgens kijken we naar het bereik onder schoollocaties voor primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en de geografische spreiding hierbij. Daarna brengen we in beeld hoeveel subsidie voor cultuureducatie door de schoollocaties is aangevraagd en hoeveel er door de gemeente is verstrekt. Ook wordt gekeken naar de verschillende onderdelen van de CVIK-regeling (expertise, innovatie en activiteiten) waarvoor subsidie is verstrekt en de ontwikkeling daarin. 2.2 Bereik schoollocaties Gefaseerde invoering van de CvIK-regeling De regeling Cultuur voor Ieder Kind is gefaseerd ingevoerd vanaf schooljaar 2014/2015. In dat jaar kon voor maximaal 1/3 van de Utrechtse leerlingen subsidie aangevraagd worden, in het schooljaar 2015/2016 voor maximaal 2/3 en in het schooljaar 2016/2017 voor alle Utrechtse leerlingen. In 2016 is 94% van de PO-schoollocaties bereikt De gefaseerde invoering van de subsidieregeling is, zoals verwacht, goed terug te zien in de ontwikkeling van het bereik. In het schooljaar 2014/2015 werden in totaal 38 schoollocaties voor primair onderwijs bereikt met de CVIK-regeling, dat is 35% van alle PO-schoollocaties in Utrecht in dat jaar. In 2015/2016 steeg het bereik naar een totaal van 71 schoollocaties; ca. 65% van alle Utrechtse PO-schoollocaties. In het schooljaar 2016/2017 zijn bijna alle schoollocaties (103 van de 110) bereikt met de regeling (94%). Van de zeven niet bereikte scholen zijn er drie scholen voor speciaal onderwijs. Tabel 2.1 Aantal Utrechtse PO-schoollocaties bereikt met regeling Cultuur voor Ieder Kind Schooljaar 14/15 Schooljaar 15/16 Schooljaar 16/17 Bereikt 38 71 103 Niet bereikt 71 38 7 * Totaal aantal schoollocaties in Utrecht 109 109 110 Bron: MO, Onderwijs 2016 * waarvan 3 scholen voor speciaal onderwijs In 2016 is 80% van de VO schoollocaties bereikt Wat betreft het voortgezet onderwijs (VO) zien we dat in het schooljaar 2014/2015 15 VO-schoollocaties werden bereikt met de CVIK-regeling (twee derde van alle VO-schoollocaties in dat jaar) en in het 16 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

schooljaar erna 19 schoollocaties (ca. 76%). In het schooljaar 2016/2017 zijn er 20 VO-schoollocaties bereikt (bijna 80%). Vijf zijn er nog niet bereikt, waarvan 4 scholen voor speciaal onderwijs. Tabel 2.2 Aantal Utrechtse VO-schoollocaties bereikt met regeling Cultuur voor Ieder Kind Schooljaar 14/15 Schooljaar 15/16 Schooljaar 16/17 Bereikt 15 19 20 Niet bereikt 8 5 5 * Totaal aantal schoollocaties 23 24 25 Bron: MO, Onderwijs 2016 * waarvan 4 scholen voor speciaal onderwijs Geografische spreiding deelnemende schoollocaties Omdat bijna alle schoollocaties voor primair onderwijs zijn bereikt, is de spreiding van de deelnemende schoollocaties vrijwel conform de spreiding van alle PO-schoollocaties over de Utrechtse wijken. De wijken waar het bereik nog niet 100% is, zijn Zuidwest, Oost, Overvecht, Leidsche Rijn en de Binnenstad. Figuur 2.1 Overzicht bereik PO-schoollocaties naar wijk (2016) Bron: MO, Onderwijs 2016 Ook voor het voortgezet onderwijs geldt dat in de meeste wijken alle VO-schoollocaties zijn bereikt. De vijf niet bereikte schoollocaties bevinden zich in de wijken Zuidwest, Oost en Overvecht. 17

Figuur 2.2 Overzicht bereik VO-schoollocaties naar wijk (2016) Bron: MO, Onderwijs 2016 2.3 Overzicht bestede middelen Drie soorten budgetten CvIK Binnen de subsidieregeling zijn er drie soorten budgetten die kunnen worden aangevraagd. Expertisebudget: een eenmalig budget, voor die kennis en/of deskundigheid of activiteiten die schoollocaties nodig hebben om een doorlopende leerlijn te ontwikkelen en cultuureducatie te verankeren in de school. Activiteitenbudget: Een bedrag per leerling voor het ontplooien van activiteiten die bijdragen aan het cultuuronderwijs of aan cultuureducatie op de school voor de looptijd van één schooljaar. Innovatiebudget: Een subsidie (vast bedrag) voor schoollocaties die een creatief partnerschap zijn aangegaan met één of meerdere culturele organisaties of kunstvakopleidingen en die actief werken aan het creatief vermogen van de leerlingen. Een school kan voor meerdere budgetten een aanvraag indienen met als restrictie dat het expertisebudget eenmalig kan worden toegekend. Totaalbedrag subsidieaanvragen neemt toe In de periode 2014-2017 (drie schooljaren) is in totaal achtereenvolgens ruim 770.000, 880.000 en 1.200.000 toegekend aan Utrechtse schoollocaties ten behoeve van het programma Cultuur voor Ieder Kind. Tabel 2.3 laat zien dat de middelen die totaal besteed worden aan schoollocaties voor primair onderwijs (PO) ongeveer driemaal hoger liggen dan die besteed worden aan het voortgezet onderwijs (VO). Het PO kent ook een veel groter aantal locaties (110 in 2016) dan het VO (25 in 2016) en bovendien een groter aantal scholieren (zo n 30.000 in primair onderwijs en 15.000 in voortgezet onderwijs). 18 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

Tabel 2.3 Aangevraagde en toegekende middelen CvIK 2014-2017 Schooljaar 14/15 Schooljaar 15/16 Schooljaar 16/17 aangevraagd toegekend aangevraagd toegekend aangevraagd toegekend PO 613.806 575.630 718.467 653.020 1.169.993 966.193 VO 242.425 197.726 251.024 227.721 344.140 315.640 Totaal 856.231 773.356 969.491 880.741 1.514.133 1.281.833 Bron: MO Onderwijs Toedeling subsidie-middelen naar expertise, activiteiten en innovatie Zoals al genoemd, kunnen schoollocaties in hun aanvraag aangeven welke middelen ze nodig denken te hebben voor de afzonderlijke onderdelen expertise, activiteiten en innovatie van de cultuureducatie binnen hun onderwijsinstelling. Van de ruim 1,2 miljoen euro gaat het grootste deel van de gelden in schooljaar 2016/2017 naar activiteiten (ca. 866.000 euro), gevolgd door expertise (ca. 270.000 euro) en innovatie (ca. 144.000 euro). Als we kijken naar de toedeling van de (combinaties) van middelen door de jaren heen (figuur 2.4), dan zien we dat in schooljaar 2014/15 het grootste deel van het budget (49%) naar de combinatie expertise en activiteiten ging, in schooljaar 2015/16 het grootste deel (39%) naar alleen activiteiten en voor schooljaar 2016/17 eveneens het grootste deel is toegekend aan alleen activiteiten (50%). Door de jaren heen gaan daarmee meer middelen naar uitsluitend activiteiten en nemen de uitgaven aan uitsluitend expertise of combinaties met expertise af. Dit sluit aan op het gegeven dat een expertisebudget één keer kan worden aangevraagd. Figuur 2.4 Toedeling middelen naar (combinaties) van expertise, activiteiten en innovatie Gedeeltelijke koppeling van twee cultuursubsidieregelingen Behalve Cultuur voor Ieder Kind is er binnen de gemeente Utrecht nog een cultuursubsidieregeling: Cultuureducatie met Kwaliteit (CMK). Dit is een initiatief van het Fonds voor Cultuurparticipatie. Financieel worden de middelen van het fonds gematcht met de middelen van de gemeente Utrecht (afdeling Cultuur). Dit fonds zet zich samen met partners in om de kwaliteit van cultuureducatie in het primair onderwijs te 19

verbeteren, zodat het een vaste plek krijgt in het curriculum van de schoollocaties. Het fonds ondersteunt een groot aantal programma s verspreid over het hele land, waarbij schoollocaties en culturele instellingen samenwerken aan Cultuureducatie met Kwaliteit. In Utrecht zijn er 22 schoollocaties die deelnemen aan CMK, én die (inmiddels) ook deelnemen aan de regeling CvIK. 11 scholen maken de koppeling tussen de twee regelingen en zetten de CvIK-middelen in om de Muziekroute (een initiatief dat is ontstaan vanuit de CMK-regeling) in te kopen. Het is op dit moment niet duidelijk of het bij de overige 11 scholen gaat om overlap of om een koppeling van subsidies. 20 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

3 Verankering cultuureducatie door planmatigheid en leerlijnen 3.1 Inleiding Een van de belangrijkste oogmerken van de gemeente om Cultuur voor Ieder Kind te introduceren, is te zorgen voor een betere verankering van de cultuureducatie in het Utrechtse onderwijs. Daartoe moeten schoollocaties een planmatige aanpak van cultuureducatie nastreven, waarbij elke school een cultuurplan schrijft met daarin zichtbaar vastgelegde doelen en een uitwerking van doorlopende leerlijnen (waarbij sprake is van een cumulatie van de onderwijsstof voor de leerling). In dit hoofdstuk kijken we in hoeverre schoollocaties er de afgelopen jaren in zijn geslaagd dit te realiseren. We gebruiken hiervoor de informatie die schoollocaties zelf leverden in hun analyseformats, uitkomsten uit telefonische interviews en uitkomsten van de focusgroep-bijeenkomsten. 3.2 Planmatige aanpak Opstellen cultuurplan vaak in samenwerking met interne en externe partners Uit de door de schoollocaties ingevulde analyseformats blijkt dat de planmatige aanpak van cultuureducatie binnen de onderwijsinstelling vooral vorm krijgt door het opstellen van een cultuurplan (51%), en het coachen van leerkrachten (36%). Tabel 3.1 Planmatige aanpak cultuureducatie binnen schoollocaties (N=59)* Aantal schoollocaties Procentueel Cultuurplan opgesteld 30 51% Coaching van leerkrachten 21 36% Werkgroep cultuur opgericht 18 31% Medewerker tot ICC'er opgeleid 17 29% Opstellen/uitwerken leerlijnen 16 27% Overig, o.a. scholingsmomenten, training/opleiding, workshops, etc. 37 63% Totaal 59 Bron: MO Onderwijs, 2016 * Meerdere antwoorden mogelijk Uit de analyseformats blijkt daarnaast dat het opstellen van een cultuurplan door scholen vaak gebeurt door een Interne Cultuur Coördinator (ICC er) of cultuurwerkgroep en/of een externe partij zoals het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK). Van de schoollocaties die in de analyseformats hun planmatige aanpak verduidelijken (n=59), geven er 17 (ca. 30%) aan een eigen ICC er te hebben opgeleid. Onderdeel van de opleiding is veelal het schrijven van een cultuurplan voor de school. 18 schoollocaties (ca. 30%) hebben een werkgroep cultuur opgericht (ook wel Leerteam, Cultuurteam of Cultuurcommissie genoemd). 21

Ruim een derde van de schoollocaties zorgt voor coaching van de leerkrachten (veelal door een externe partij). Voor de meeste schoollocaties (bijna twee derde) zijn bijvoorbeeld trainingen, workshops of algemene scholingsmomenten zoals een studiedag onderdeel van de planmatige aanpak. Scholen hebben visies ontwikkeld De regeling CvIK heeft er voor gezorgd dat (meer) scholen een explicietere visie op cultuureducatie hebben geformuleerd. Scholen gaven in de ingevulde analyseformats desgevraagd een (vaak uitgebreide) visie op wat cultuureducatie voor hen betekent. Deze visies zijn aan de hand van kwalitatieve methoden geanalyseerd en gegroepeerd. Er komen zes soorten betekenissen voor, die schoollocaties hechten aan cultuureducatie. De belangrijkste is dat cultuureducatie de creativiteit en talentontwikkeling van leerlingen versterkt (40%), gevolgd door de visie dat cultuureducatie een aanvulling en/of versterking vormt op de cognitieve ontwikkeling van de leerling (39%) en de leerling in staat stelt om volwaardiger mens te worden (39%). Enkele schoollocaties (7%) geven aan cultuureducatie te zien als manier om verdere uiting te geven aan de levensbeschouwelijke kaders van de school. Tabel 3.2 Betekenis van cultuureducatie voor de school (N=85)* Aantal Cultuureducatie schoollocaties** % versterkt creativiteit en talentontwikkeling van leerling 34 40% geeft aanvulling en versterking op cognitieve ontwikkeling van leerling 31 39% stelt leerlingen in staat volwaardiger mens te worden 31 39% verbreedt horizon van leerling 22 26% biedt leerling plezier 11 13% ondersteunt de levensbeschouwelijke kaders van school 6 7% Totaal 85 Bron: MO Onderwijs, 2016 * Meerdere visies mogelijk ** Schoollocaties uit 1ste en 2de tranche, die analyseformat hebben ingevuld (n=85) 3.3 Realisering doorgaande leerlijnen 58% schoollocaties heeft doorlopende leerlijn (in ontwikkeling) Een belangrijk onderdeel van het planmatige werken op het gebied van cultuureducatie is het werken aan de realisering van een doorgaande leerlijn. Van alle schoollocaties die een analyseformat hebben ingevuld (scholen uit de eerste en tweede tranche van de gefaseerde invoering: N=85), geeft 58% aan een doorlopende leerlijn te hebben of in ontwikkeling te hebben (tabel 3.3). 20% geeft aan zich aan het voorbereiden te zijn op het realiseren van een doorlopende leerlijn. Resterende schoollocaties laten de vraag onbeantwoord. De disciplines waarbinnen de leerlijnen zijn of worden ontwikkeld, zijn met name beeldend (65%) en muziek (63%). Een kwart van de leerlijnen (in ontwikkeling) betreffen één leerlijn voor meerdere vakken tegelijk (tabel 3.4). 22 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

Tabel 3.3 Aantal schoollocaties dat doorlopende leerlijn heeft of aan het ontwikkelen is* Aantal schoollocaties** % School heeft doorlopende leerlijn (in ontwikkeling) 49 58% School is zich nog aan het voorbereiden op doorlopende leerlijn 17 20% Geen antwoord 19 22% Totaal 85 100% Bron: MO Onderwijs, 2016 * Meetmoment is april 2016 ** Schoollocaties uit 1ste en 2de tranche, die analyseformat hebben ingevuld (n=85) Tabel 3.4 Disciplines waarin doorlopende leerlijn is/wordt ontwikkeld door schoollocaties* Aantal schoollocaties met doorlopende leerlijn % Beeldend 32 65% Muziek 31 63% Theater 22 45% Anders 16 33% Eén leerlijn voor meerdere vakken 12 25% Totaal aantal schoollocaties met doorlopende leerlijn 49 100% Bron: MO Onderwijs, 2016 * Meetmoment is april 2016 / meerdere antwoorden mogelijk 39% leerlijnen toegesneden op de eigen school Op de vraag welke soorten leerlijnen door de schoollocaties worden ingezet, geven 35 schoollocaties aan dat het gaat om een bestaande leerlijn, 26 schoollocaties geven aan dat ze werken met een leerlijn die is (of wordt) toegesneden op de eigen school en 7 schoollocaties geven aan nog in de ontwikkelingsfase te verkeren waar het de leerlijnen betreft. Bij bestaande leerlijnen noemen schoollocaties namen als Moet je doen, Luisterland, Eigenwijs, Kunstkabinet, Muziekroute, Cultuur in de spiegel. Als het gaat om leerlijnen die zijn (of worden) aangepast aan de eigen school wordt vaak opgemerkt dat het gaat om bestaande leerlijnen die worden toegeschreven naar onze school, waarvan de intentie wordt overgenomen, die we op maat maken voor onze school. Sommige schoollocaties spreken daarnaast van een groeimodel of een doorgaande lessencyclus van drie jaar. Ook wordt genoemd dat de leerlijn aansluit bij de leerlijnen van andere vakken. Zeven schoollocaties geven daarnaast aan bezig te zijn met het maken of implementeren van een leerlijn. Zij zeggen bijvoorbeeld: De implementatie van onze werkwijze verloopt gestaag, maar traag, wij zijn ons aan het oriënteren op een nieuwe lesmethode. Dit onderzoek zal volgend schooljaar verder gaan en we zijn deze aan het ontwikkelen. 23

Tabel 3.5 Type doorlopende leerlijnen* Aantal schoollocaties % Bestaande leerlijn 35 53% Leerlijn speciaal ontwikkeld voor school zelf 26 39% Anders 7 11% Totaal schoollocaties met (voorbereiding op) leerlijn 66 Bron: MO Onderwijs, 2016 * Enkele schoollocaties vulden meerdere antwoorden in Veel interne samenwerking voor expertise doorgaande leerlijnen Uit de analyseformats blijkt daarnaast dat voor 58 scholen geldt dat zij doorlopende leerlijnen creëren door samenwerking van medewerkers binnen de school zelf (interne betrokkenen). Hierbij gaat het in de meeste gevallen om enkele leerkrachten en één of meerdere mensen van het managementteam. 34 scholen hebben één of twee Interne Cultuur Coördinatoren (ICC ers) die betrokken zijn bij de opbouw van expertise voor de doorgaande leerlijnen. Dit zijn over het algemeen leerkrachten die de opleiding voor ICC er volgen of hebben gevolgd. Een klein aantal scholen (5) betrekt ook leerlingen en/of ouders bij de expertiseopbouw. Voor 56 scholen geldt dat zij ook samenwerken met partners van buitenaf (externe betrokkenen). Ruim 30 scholen werken samen met het UCK. Andere culturele instanties worden incidenteel genoemd, zoals KOPA (door 3 scholen), Het Wilde Westen (door 3 scholen) en Studio Appelmoes (2 scholen). 64% betrokken schoollocaties vindt dat realisering doorlopende leerlijn volgens plan verloopt Op de vraag of de realisering van de doorlopende leerlijn volgens plan verloopt, geeft 64% van de betreffende schoollocaties een positief antwoord. 30% geeft aan dat het deels volgens plan verloopt, 6% van de schoollocaties geeft aan dat het niet volgens plan verloopt. Tabel 3.6 Verloop van doorlopende leerlijn volgens plan (naar eigen mening van de school)* Aantal schoollocaties % Ontwikkeling verloopt volgens plan, succesvol 44 64% Ontwikkeling verloopt deels volgens plan 21 30% Ontwikkeling verloopt niet volgens plan 4 6% Totaal 69 100% Bron: MO Onderwijs, 2016 * Meetmoment is april 2016 3.4 Verdieping: betrokkenen aan het woord over verankering Betrokkenen bevestigen beeld van grotere verankering Scholen antwoorden in het algemeen bevestigend op de vraag of er door de komst van de CvIK-regeling meer duidelijkheid is gekomen over de doelen van cultuureducatie op lange termijn. Ze verwijzen daarbij naar bijvoorbeeld het cultuurplan dat ze gemaakt hebben of aan het maken zijn en naar het feit dat er binnen de scholen in toenemende mate geprofessionaliseerd wordt op het gebied van cultuureducatie (door coaching van docenten, opleiding tot ICC er, werken met doelen). Ook de vraag of er nu meer 24 Cultuur voor ieder kind, augustus 2016

duidelijkheid is ontstaan binnen de scholen over wie verantwoordelijk is voor de cultuureducatie, wordt door de scholen in telefonische interviews overwegend bevestigend beantwoord. De meerderheid van de geïnterviewde betrokkenen denkt dat ook de continuïteit van de cultuureducatie binnen hun onderwijsinstellingen nu beter gewaarborgd is. Eén school geeft daarbij bijvoorbeeld aan bewust gekozen te hebben voor het aanstellen van twee ICC ers in plaats van één. Andere scholen wijzen hiervoor naar de cultuurwerkgroep (waar iemand die vertrekt zo snel mogelijk wordt vervangen) of de cultuurcommissie waar meerdere personen in zitten. Bij een aantal scholen lijkt de continuïteit (deels) gewaarborgd via documenten. Zo wijzen scholen hier op het cultuurplan (en de jaarplanning) en op draaiboeken en activiteitenplannen. Enkele scholen geven echter ook aan dat continuïteit al gewaarborgd was vóór de komst van de regeling CvIK en daar dus los van staat. De ontwikkeling van doorlopende leerlijnen is, volgens deelnemers aan de focusgroep-bijeenkomsten, direct terug te voeren op de komst van de CvIKregeling. De uitwerking van doorlopende leerlijnen gaat volgens deze deelnemers in de praktijk vaak over een verbinding van het binnen- en buitenschoolse. Een museumbezoek wordt bijvoorbeeld gecombineerd met een lessenserie en de thema s kunst en cultuur worden verbonden met andere vakken, zoals wereldoriëntatie. 25