Overzicht verslagonderdelen



Vergelijkbare documenten
Richtlijnen schrijven (stage-of afstudeer)verslag

Eisen en lay-out van het PWS

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

PeMeTRaS. Author: L.K.J. Roos. Personal Medical Tracking and recording software.

Contextbeschrijving. Joost van Hagen. Vonk Industrial Contracting

6 Eisen aan rapportonderdelen

Stap 4: Indeling maken

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties

Het onderzoeksverslag

Bijeenkomst afstudeerbegeleiders. 13 januari 2009 Bespreking opzet scriptie

Beoordeling paper SAMENVATTING/CONCLUSIE/AANBEVELING

Scriptiegroep. Bijeenkomst 08

Deel 1 Structuur. Handleiding scripties

Zorg dat je een onderwerp kiest, waarvan je echt meer wilt weten. Dat is interessanter, leuker en makkelijker om mee bezig te zijn.

Academisch schrijven. Tips and tricks

HET PROFIELWERKSTUK. 5 HAVO en 6 VWO STELLA MARISCOLLEGE MEERSSEN

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

HANDLEIDING: Zo maak ik een werkstuk.

Sectoren. Inhoud. 1. Het sectorwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Sectorwerkstuk

AOS docentonderzoek. Rapporteren en presenteren

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Deel ; Conclusie. Handleiding scripties

1 Omslag/voorblad/titelblad. 2 Titelblad

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

Het Sectorwerkstuk

BEOORDELINGSFORMULIER

informatie profielwerkstuk havo avondlyceum CAL handleiding H

Onderwerp. Plaatje. Uitleg over plaatje. Gemaakt door naam Groep Inleverdatum

Deel = Overige onderdelen

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Amsterdam, november Aan de ouders/verzorgers van de vierde klas-leerlingen. Geachte ouders/verzorgers,

Verdiepingsopdracht A Het literatuuronderzoek NIVEAU 4

lesmateriaal Taalkrant

Uitleg boekverslag en boekbespreking

SECTORWERKSTUK

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Hoe maak ik een werkstuk? Dé werkstukkenwijzer voor het Scala College

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Gids bij het opstellen van een masterproef Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen

Sectorwerkstuk

Handleiding scripties

WERKSTUK Taalexpert PRIMO

structureren onderzoeksverslag terugkombijeenkomst

Studiewijzer sectorwerkstuk 10 Havo/Mavo Docenten: Arnoud Boerma Laatste inhoudelijke aanpassingen: 9 november 2012

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Let op! Alles graag getypt in lettergrootte 12, lettertype mag je zelf kiezen.

Module 3. Hoe gebruik ik informatie op een correcte manier?

McCaesar Plusopdracht brugklas

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

8a. Wat en hoe? Het stappenplan, tips en ideeën

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

project: Problemen in de wijk

Dit verhaal. Een Goede Lezing. Voorbereiding. Overzicht. Waar moet ik op letten als ik een lezing geef Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt?

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Verslagen maken. Feenstra & Houter. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Bronnen en bronvermelding

Afspraken werkstuk Sint Sebastianus. Kleine school grote kansen

Datum: Jaar van verschijnen: Duur van de film:

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

Werkstukken en presentaties

Overweeg om je profielwerkstuk de vorm van een wetenschappelijk artikel te geven. Hieronder vind je hiervoor aanwijzingen.

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Tijdsplanning werkstuk groep 5

NAAM: GROEP: SCHOOL:

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK VMBO-TL

Opdrachten City Discourse & criteria beoordeling CIM1011

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

Help, ik moet een werkstuk maken!

BRONNENONDERZOEK 2010/2011

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

Eisen Nederlands, vormgeving, APA. Pagina 1 van 10. Eisen Nederlands, vormgeving en bronvermelding AMA

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias

HANDLEIDING VOOR HET vmbotl PROFIELWERKSTUK (PWS)

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Waarom stage? Regels stage Interview 1+2 Stage eindverslag 1+2

Lesbrief: Beroepenmagazine Thema: Mens & Dienstverlenen aan het werk

2 Een beschouwend artikel (maximaal 5000 woorden inclusief literatuurlijst)

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek

Introductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk Pagina 1 1

Waarom een samenvatting maken?

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

LES 5 (ADVIES)RAPPORT

Sectorwerkstuk

Transcriptie:

Bovenkant formulier Overzicht verslagonderdelen Eigenlijk bestaat elk rapport meestal uit drie delen: voorwerk kern nawerk De kern wordt gevormd door genummerde hoofdstukken (van de inleiding tot en met de conclusies en aanbevelingen). Onderdelen die vóór de kern zijn opgenomen vallen onder het voorwerk. Wat na de kern komt, wordt het nawerk genoemd. Een uitvoerig rapport, zoals de afstudeerscriptie, kan uit de volgende onderdelen bestaan: Voorwerk Kern Nawerk Omslag titelpagina voorwoord samenvatting Inleiding Hoofdstukken Conclusie aanbevelingen Nawoord Literatuurlijst Bijlagen (register) inhoudsopgave

Omslag Zorg dat de omslag van je rapport er professioneel uitziet. Hij moet er fraai en aantrekkelijk uitzien. Een (functionele) illustratie kan daaraan bijdragen. Gebruik een omslag van steviger papier dan de rest van het rapport. Vermeld op de omslag: de rapporttitel(s) (Soms is er naast de hoofdtitel sprake van een subtitel) de namen van de auteurs. (Heb je het rapport alleen gemaakt of met medecursisten?) vermeld van je cursistennummer en coachgroep De titel kan opvallend zijn; de ondertitel moet dan wel een goed inzicht geven in het onderwerp van het rapport. Deze zakelijke titel moet goed de lading van het gehele rapport dekken. Formuleer de ondertitel dus informatief. Bijvoorbeeld: Rapporteren kun je leren! (motiverende titel) Een aanpak voor het schrijven van verslagen en rapporten in de Basisvorming (informatieve ondertitel) Titelpagina De titelpagina is de eerste (ongenummerde) pagina van je rapport. Vermeld op de titelpagina: titel en eventuele ondertitel; voorletter(s), naam van de schrijvers; opdrachtgever/docent; kader (afstudeersscriptie opleiding (Vak), Friesland College - Techno Lyceum en studierichting); plaats, datum en jaar. Zet de titel in grote letters op een in het oog springende plaats en vermeld de overige gegevens in het onderste kwart van de pagina.

Voorwoord In een voorwoord (maximaal 1 A4) kun je informatie opnemen die niet tot het eigenlijke onderwerp van het rapport behoort. Het voorwoord heeft een persoonlijk tintje. De volgende onderdelen kunnen aan bod komen: het kader waarin het rapport is geschreven; (begrenzing van het rapport) omschrijving van de opdracht; persoonlijke omstandigheden of ervaringen die tot het schrijven van het rapport hebben geleid; verband met andere verschenen of nog te verschijnen rapporten; problemen die de totstandkoming van het rapport hebben vertraagd of bemoeilijkt; gegevens over de taakverdeling binnen de groep; indien nodig een aanwijzing voor het gebruik van het rapport (leeswijzer); dankbetuigingen aan mensen die hebben bijgedragen aan het rapport (bijvoorbeeld geïnterviewden of een stagebegeleider); als afsluiting: plaatsaanduiding, datum en naam van de auteur(s). Voorbeeld Een voorbeeld van een verslag: Kader Opdracht Eerdere verslagen Leeswijzer Dankbetuiging Plaats, datum Namen auteurs INSPIREREN Wat maakt een werkplek bijzonder? Het werken zelf, het product waaraan wordt gewerkt, de omgeving, of de ambitie waarmee wordt gewerkt? Bij het samenstellen van deze uitgave is gekozen voor het heden en de toekomst van de metaalbewerking. In opdracht van onze docent Hans Dollemans hebben wij onderzoek gedaan bij stagebedrijven over het onderwerp inspiratie. De verkregen informatie wordt in dit rapport beschreven. Er is een vergelijking gemaakt met een rapport over dit onderwerp, wat gemaakt is door cursisten van een Techno Lyceum in het zuiden van het land. We laten in dit rapport een vijftal portretten zien van ondernemers. Ondernemers die op een geheel eigen wijze vernieuwend of inspirerend zorgen voor een prettige en motiverende werkomgeving. We hebben er voor gekozen om een deel van de informatie in tabellen weer te geven. Deze tabellen zijn opgenomen in de bijlagen van dit rapport. Door goede samenwerking met elkaar en samenwerking met de docent tijdens de workshops is de opdracht tot een goed einde gebracht. Wij willen Hans Dollemans (docent) en de stagebedrijven die een bijdrage hebben gedaan aan het totstandkomen van dit rapport bedanken voor de waardevolle adviezen. Leeuwarden, 30 oktober 2007 Ron Griffel Harry Wemel Hermelien Potter

Voorbeeld 2 Innovation starts with the diversity of Ideas Kader Opdracht Eerdere verslagen Leeswijzer Dankbetuiging Plaats, datum Namen auteurs Maar hoe kom je aan de juiste ideeën? In dit rapport laat ik u kennis maken met ideeënmanagement en de innovatieve manier waarop de technische branche dat aanpakt. Dit verslag is geschreven in het kader van de opleiding die ik volg aan het Techno Lyceum. De opleiding stelt als voorwaarde dat het verslag voldoet aan de eisen die gesteld worden aan het schrijven van een rapport en aan de vakeisen. De aanpak blijkt vaak verrassend eenvoudig te zijn: geef elk idee aandacht! Door de medewerkers een platform te bieden om hun ideeën kwijt te kunnen en elk idee ook serieus te nemen, slaagt men erin om jaarlijks honderden ideeën te genereren. Veel van die ideeën leiden tot innovaties die kostenbesparingen opleveren, of het werk gemakkelijker maken. Dit rapport biedt tal van praktische ideeën en inspirerende verhalen. De Commissie Innovatie heeft sinds zijn oprichting in 2005 heel wat slimme ideeën, gedurfde experimenten en goede praktijkvoorbeelden van vernieuwing opgespoord en gestimuleerd. De commissie is van mening dat innovatie pas echt zin heeft als de voorlopers hun kennis en ervaring met vernieuwing ook aan anderen ter beschikking stellen. Dit geeft een geweldige impuls aan innovatie. Daarom bevordert de Commissie Innovatie de kennisoverdracht actief. In de bijlage is een overzicht opgenomen van praktische ideeën en inspirerende verhalen gekoppeld aan bedrijven en onderwijs. Door goede samenwerking met elkaar en samenwerking met de docent tijdens de workshops is deze analyse tot een goed einde gebracht. Wij willen Monique de Goede bedanken voor haar waardevolle adviezen. Leeuwarden, oktober 2007 H.Loper & S.P.Rint

Samenvatting Een samenvatting (maximaal één A4-tje) mag niet ontbreken in rapporten van zo'n vijf pagina's of meer. In een werkstuk (scriptie) is een samenvatting een vereiste. Schrijf een informatieve samenvatting waarin je de hoofdzaken van het rapport kort samengevat weergeeft: probleemstelling (wat?), methode (hoe?), conclusie en aanbevelingen. Voor de lezer is de samenvatting een eerste oriëntatiemiddel: als ze de hoofdlijn kennen, kunnen ze beter beoordelen welke informatie voor hen belangrijk is. De plaats van de samenvatting verschilt nogal eens. Hij kan vlak vóór de inhoudsopgave staan, maar ook op andere plaatsen, bijvoorbeeld vlak ná de inhoudsopgave of aan het eind van het rapport. In het laatste geval staat de samenvatting ná de literatuurlijst en vóór de bijlagen. Inhoudselementen Je geeft inhoudelijk informatie over: Wat is het onderwerp? (probleemschets, hoofdvraag, belang van de hoofdvraag) Wat is er gedaan? (methode, werkwijze) Wat is er gevonden? (resultaten) Wat betekenen de bevindingen? (conclusies, aanbevelingen) Aandachtspunten en tips De samenvatting is een zelfstandig leesbaar geheel. Verwijzingen naar onderdelen van de tekst blijven achterwege. Voeg geen nieuwe informatie toe; alle informatie uit de samenvatting moet uitgewerkt in de tekst terug te vinden zijn. Je kunt de samenvatting een afwijkende kleur papier geven, zodat hij eruit `springt?. Voorbeeld van een samenvatting Hieronder staat een voorbeeld van een samenvatting van een student Nederlands. Haar scriptie ging over debatteren in de onderbouw (product: een lessenreeks debatteren met docenthandleiding)

Informatieve samenvatting Samenvatting Achtergrond informatie Hoofdvraag Werkwijze Resultaten en conclusie Onderbouwing van de conclusie In dit rapport is de stand van zaken m.b.t. "techniek in het basisonderwijs" als het vak Nederlands samengevat. Hoewel er vele en goede initiatieven zijn, blijft het een feit dat een en ander nog in de kinderschoenen staat. Daar komt bij dat de initiatieven en materialen zich veelal richten op de BOL opleidingen. Daaruit kan geconcludeerd worden, dat er nog niet zo heel veel is voor de BBL en er nog nauwelijks alternatieven zijn. Het rapport komt neer op een beschrijving van de actualiteit van techniek in de BOL. Doel van het project is een positieve houding te ontwikkelen m.b.t techniek in combinatie met Nederlands binnen scholen. In totaal zijn er zo?n 130 VMBO-scholen en 11 MBO-opleidingen bij betrokken. Enkele principiële kenmerken zijn: cursisten en docenten spelen samen een belangrijke rol in het ontwikkelingsproces; docenten zijn degenen die de ontwikkelingen moeten uitlokken; beiden (cursist en docent) ontmoeten elkaar in kritische situaties, bij activiteiten en materialen. Op basis van de argumentatieleer, met name de benadering van het APS, heb ik een geschikte aanpak gekozen voor debatteren in de klas. Vanzelfsprekend zijn hierin ook de uitgangspunten verwerkt van het taalportfolio -, en er is nagegaan in hoeverre de kerndoelen van het spreek- en luisteronderwijs in het Basisprogramma het houden van een debat in de klas rechtvaardigen. Daarbij is ook geanalyseerd wat er in de drie meest gebruikte taalmethodes geoefend wordt op dit gebied, en wat daarin ontbreekt. Deze lessenreeks bestaat uit Starttaal, het schrijfprogramma TiO en een digitale leeromgeving in Blackboard en is vastgelegd in de vorm van een leerlingen- en docentenhandleiding. Dit product is een middel om cursisten beter voor te bereiden op de eisen die aan communicatievaardigheden worden gesteld. Aangezien de meeste taalmethodes niet voorzien in deze behoefte, kan deze lessenreeks de aansluiting tussen MBO-onderwijs en het HBO of werkveld op dit punt verbeteren. Bovendien wordt met oefening in debatteren nog beter voldaan aan de eisen van communicatief taalonderwijs.

Inhoudsopgave De inhoudsopgave is een belangrijk onderdeel in een rapport, voor de lezer fungeert het als een routekaart. Het biedt de mogelijkheid om bepaalde onderdelen van het rapport snel op te kunnen zoeken. Houd je bij het opstellen van de inhoudsopgave aan de volgende richtlijnen. Nummer onderdelen van voorwerk en nawerk niet De volgende onderdelen krijgen geen hoofdstuknummer: de samenvatting, het voorwoord, verklarende woordenlijst en/of symbolenlijst, (eventuele) opgave van figuren of tabellen en de bijlagen. Start de paginanummering in Arabische cijfers bij de inleiding De omslag, titelpagina, het voorwoord, de inhoudsopgave en de samenvatting krijgen geen paginanummer. Neem geen verwijzing op naar de "titelpagina", en "inhoudsopgave"? Neem alleen hoofdstukken en (sub)paragrafen op en geen ongenummerde tussenkopjes. Zorg voor een decimale nummering van de kern in Arabische cijfers. Bijvoorbeeld: 2 Hoofdstuktitel 2.1 Paragraaftitel 2.2 Paragraaftitel 2.2.1 Subparagraaftitel (enzovoort) Formuleer informatieve, kernachtige titels Die titels bestaan uit zelfstandig naamwoorden (eventueel aangevuld met bepalingen) of uit vragende zinnen. Geef bijlagen een informatieve titel Is er meer dan één bijlage, dan moeten de afzonderlijke bijlagen ook genummerd worden. Vermeld nooit "Inhoudsopgave" zelf in de inhoudsopgave! Overigens wordt meestal de aanduiding 'Inhoud' als kop gebruikt.

De inleiding De inleiding, het eerste hoofdstuk, vormt de toegang tot het rapport. De lezer ziet welke vraag (het doel) wordt beantwoord, waarom en hoe dat gebeurt. Een goede inleiding bereidt de lezer voor op de inhoud van het rapport. Inhoudselementen van de inleiding Neem je eigen beginsituatie als uitgangspunt bij het bepalen van de inhoud van de inleiding. Wat had je zelf ook alweer nodig voor je aan je onderzoek kon beginnen? Natuurlijk: een probleemstelling en een doelstelling. Maar daarmee kon je pas uit de voeten, als je over voldoende achtergrondinformatie beschikte, nadat je je onderzoeksgebied nauwkeurig had afgebakend en je werkzaamheden had georganiseerd door de probleemstelling in deelvragen op te splitsen. Je zult de lezer op een of andere manier moeten vertellen wat dit voorwerk allemaal heeft opgeleverd. Het voorgaande betekent dat je in de inleiding antwoord geeft op de volgende vragen: Wat is de achtergrond van het beschreven onderzoek? Op welke vraag geeft het rapport antwoord (Probleemstelling)? Wat wordt er met het antwoord op die vraag beoogd (Doelstelling)? Wat is het belang van de gestelde hoofdvraag? Hoe ben je te werk gegaan? Hoe is het antwoord op de vraag georganiseerd? Achtergrondinformatie Begin niet pardoes met je verhaal. Sluit aan bij wat de lezer weet, zodat deze voldoende aanknopingspunten kan vinden. Als de achtergrond van de lezer vergelijkbaar is met die van jou, verstrek dan die informatie die jezelf nodig had voor je met het onderzoek van start kon gaan. Probeer in de openingszin meteen de aandacht van de lezers te trekken. Enkele veel gebruikte openingstechnieken zijn: een vraag, een vergelijking, een citaat of spreuk, spectaculaire details of getallen. Daarop volgt een korte situatieschets die de aanleiding vormt tot je verhaal. Dat kunnen bijvoorbeeld eigen ervaringen zijn, of ervaringen uit je stage, die aanleiding vormden tot de keuze van je onderwerp. Probleemstelling Geef in de inleiding aan op welke vraag je antwoord gaat geven.

Voorbeeld van een inleiding "In deze afstudeerscriptie wordt nagegaan met welke technische middelen het fictieonderwijs aan leerlingen kan worden verbeterd." "Studeren buiten Nederland. Het is veel zoeken en regelen, maar dan heb je ook wat. Een vervolgstudie in het buitenland is vaak een bijzondere en leerzame ervaring. Hierover lees je waaraan je moet denken als je de grens over wilt." "In dit verslag staat de vraag centraal welke aanpak bij het onderzoek wordt gehanteerd en in hoeverre deze voldoet aan de uitgangspunten van Technisch Ondernemen." De probleemstelling mag natuurlijk ook in de vorm van een vraag worden geformuleerd. Een voorbeeld van een hoofdvraag in vraagvorm: "In deze theoretische verantwoording geven wij antwoord op de vraag: "Met welke aanpak kan de installatiemonteur de klant informeren op nieuwe ontwikkelen?" Doelstelling In een scriptie zul je de doelstelling in de inleiding uitdrukkelijk moeten vermelden. Geef aan wat het praktisch belang is van het product, welk voordeel het product kan hebben. Dat motiveert de lezer. Bovendien maak je zo duidelijk hoe je tot de probleemstelling bent gekomen en vooral wat de waarde is van je antwoord op de probleemstelling. Bijvoorbeeld: "Het doel van deze scriptie is: praktische oplossingen aanbieden, die ouderen en minder validen direct kunnen gebruiken". Een doelstelling hoeft niet te worden vermeld, als uit de probleemstelling al duidelijk blijkt welke doelstelling de schrijvers nastreven. Het belang Geef ook het belang aan van de hoofdvraag die beantwoord wordt in jouw rapport. Het beantwoorden van de hoofdvraag voorziet immers in een behoefte. Werkwijze Daarnaast geef je aan welke werkwijze je hebt gevolgd. Geef kort aan op welke manier je de gegevens hebt verzameld en geanalyseerd (literatuuronderzoek, enquêtes, interviews, enzovoort).: Structuuropbouw of vooruitblik Besluit je inleiding met een soort van minisamenvatting, waarin je aangeeft welke deelvragen in de hoofdstukken achtereenvolgens beantwoord worden.

Dat geeft de lezer overzicht en maakt hem makkelijker de grote lijn vast te houden. Laat die vooruitblik overigens niet verworden tot een globale herhaling van de inhoudsopgave door op te sommen wat er allemaal gaat komen. Vertel je lezers in lopende tekst wat de voornaamste onderdelen van het rapport zijn, in welke volgorde ze voorbij zullen trekken en ook waarom dat in die volgorde gebeurt. Geef dus toelichting op de samenhang. Hoofdstukken Hoofdstukken tussen inleiding en conclusie De kern van het rapport bestaat uit genummerde hoofdstukken, die vaak zijn onderverdeeld in paragrafen. Het is aan te bevelen elk hoofdstuk te beginnen met een korte inleiding, waarin je enige informatie geeft over het onderwerp en de opbouw van het hoofdstuk. Soms is het handig (lange) hoofdstukken met een conclusie of samenvatting af te sluiten. Conclusie De titel "Conclusie" gebruik je voor de afsluitende tekst waarin je het logische antwoord geeft op een probleemstelling die vraagt om een oplossing, oordeel of een standpunt. Vraagt de opdracht om een advies, dan zal de tekst moeten eindigen met "Aanbevelingen". De meeste lezers van het rapport zullen in elk geval de conclusies bekijken. Hierna volgen nog enkele adviezen die de conclusies voor je lezers toegankelijker kunnen maken. Conclusies moeten zelfstandig leesbaar zijn voor iemand die, op de inleiding na, de rest van het werk niet heeft gelezen. Conclusies volgen direct uit eerdere hoofdstukken waarin je antwoord hebt gegeven op deelvragen. Ze mogen niet als een verrassing komen. De lezer moet de onderbouwing van conclusies in de voorafgaande tekst kunnen terugvinden. Stem de hoofdconclusies dus af op wat je in het inleidende hoofdstuk hebt geschreven, en geef een weergave van de belangrijkste deelconclusies. Dat zijn immers de antwoorden op de deelvragen. Conclusies moeten kernachtig en ondubbelzinnig geformuleerd zijn. Ze dient bij voorkeur in één of twee zinnen te worden geformuleerd.

Aanbevelingen Conclusies en aanbevelingen komen meestal gecombineerd voor in het laatste hoofdstuk. Bij een adviesgerichte probleemstelling zijn "aanbevelingen" onmisbaar. Bij een beschrijvende en evaluerende centrale vraag kun je volstaan met conclusies. Wat is een aanbeveling? Een aanbeveling is een advies om iets in de toekomst wel of niet te doen. Het gaat erom wie wat moet gaan doen om het probleem op te lossen en op welke termijn. Aanbevelingen moeten dan ook een praktische uitwerking van de conclusies zijn en daar dus direct op aansluiten. Dikwijls heeft een aanbeveling het karakter van een suggestie voor bijvoorbeeld een nieuwe benaderingswijze, een vervolgonderzoek, een specifieke praktische toepassing, een te nemen maatregel of een uit te voeren actie. Je hebt immers in die korte tijd niet alles kunnen doen en je hoofdvraag moeten inperken. Verder moeten aanbevelingen duidelijk zijn. Zeg dus niet dat "nader onderzoek is gewenst", maar geef aan wat er precies verder moeten worden gedaan, door wie en waarom. Nawoord Scripties en verslagen eindigen nogal eens met een Nawoord of een Evaluatie. Dat is een op het voorwoord gelijkende, persoonlijk getinte tekst waarin studenten het proces moeten evalueren waarlangs het rapport tot stand gekomen is. Ze geven daarin antwoord op vragen als: Wat hebben wij geleerd van dit onderzoek? Wat ging er zoal mis? Hoe verliep de samenwerking? Tegen welke problemen zijn wij opgelopen en hoe zijn deze opgelost? Dat kunnen problemen zijn in de relationele sfeer (opdrachtgevers, respondenten) of problemen die te maken hebben met de uitvoering van het onderzoek. Bijvoorbeeld de aard van de opdracht, opsporen van literatuur, verwerking en analyse van de gegevens, beschikbare faciliteiten. Verder kun je vermelden wat je hebt geleerd van een eerder geschreven verslag. Het nawoord valt buiten de kern van je rapport en heeft dus, net als het voorwoord, geen indelingsteken.

Literatuur In de literatuurlijst vermeld je welke literatuur je hebt gebruikt. Zorg ervoor dat je naar elke uitgave minstens één keer verwijst in de tekst. Alfabetiseer de literatuurlijst op achternaam van de schrijver of op naam van de organisatie. Boeken en rapporten kunnen als volgt beschreven worden: achternaam, voorletters auteur (geen academische titels); titel en ondertitel (cursief); druk (alleen noemen als het niet de eerste is); plaats: uitgever of instelling, jaar van uitgave. Een voorbeeld: Gea Heijman en Janine Boswinkel, Praktisch Nederlands voor niveau 2, Bodegraven : Instruct, 2006 Bij artikelen uit tijdschriften en verzamelbundels wordt van dit patroon als volgt afgeweken. achternaam, voorletters auteur (geen academische titels); titel en ondertitel van het artikel (tussen enkele aanhalingstekens); naam tijdschrift of de afkorting hiervan (cursief); redacteur/editor (van verzamelbundels); jaartal, jaargang, afleveringsnummer (tussen haakjes) en paginanummers. Een voorbeeld: Jong, J. de, `De clichétitel voorbij. Tips voor het bedenken van originele titels?. In: Onze Taal 1996, 65 (12), p.326-328. Bij verwijzingen naar internet, software, cd-rom of andere elektronische informatie ga je net zo te werk als bij `gewone? literatuurverwijzingen. Vaak is het echter zo dat er alleen een organisatie achter een website zit en de auteur niet bekend is. Vermeld dan de naam van de organisatie en het URL-adres ( Uniform Resource Locator) plus datum en jaar van raadplegen (tussen haakjes). Bijvoorbeeld: Genootschap Onze Taal, www.onzetaal.nl/dossier/ (29 januari 2002) Bronvermeldingen in de tekst Binnen de kern van je rapport zul je ook regelmatig naar een bron verwijzen. Doe dat als volgt. Eén auteur: (Jansen, 1997). Twee auteurs: (Jansen en Pieters, 1997).

Meer dan twee auteurs: (Jansen e.a., 1997) Ook zul je wel eens iemand letterlijk citeren. Letterlijke citaten worden in een tekst tussen aanhalingstekens geplaatst en als volgt verwezen: (Jansen, 1997, p. 53). Hier verwijst 53 naar de pagina waar het citaat is terug te vinden. Het paginanummer laat je weg als je verwijst naar het hoofdthema van het werk Bijlagen Bijlagen zijn een uitstekend middel om de kern van het rapport overzichtelijk en beknopt te houden. Adviezen: Nummer de bijlagen en voorzie ze van een korte informatieve titel. Bijlagen moeten zelfstandig leesbaar zijn. Voor elke bijlage moet in de tekst een verwijzing staan in de trant van: zie bijlage 1. Het is handig om de paginanummering van het rapport door te laten lopen in de bijlagen. Begin daarom elke bijlage op een aparte pagina. Een titelblad vóór de bijlagen in een andere kleur maakt snel duidelijk waar het rapport eindigt en de bijlagen beginnen.