E-commerce Een tent opzetten is eenvoudiger! Een onderzoek naar e-commerce in de Nederlandse c@mpingsector



Vergelijkbare documenten
E-COMMERCE IN DE CAMPINGSECTOR

Elektronisch winkelen binnen de bungalowsector

Nederlander minder op vakantie in 2010

Verkiezing en methode

StudentenBureau Stagemonitor

Bedrijfsprofiel. 1 & 2 sterrenhotels in beeld. Anders denken, anders doen. In dit profiel: Van Spronsen & Partners horeca-advies December 2006

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Verouderde bungalowparken hebben het moeilijk, verhuurorganisaties richten hun pijlen op nieuwe ontwikkelingen;

Bekendheid Overijsselse regio s. Rapportage meting 4 (december 2012)

VOORKANT!TOEVOEGEN!!!

Analyse resultaten CVO 2014

Ontwikkeling leerlingaantallen

Graydon studie. Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q

Bekendheid Overijsselse regio s

Bekendheid Overijsselse regio s

Factsheet persbericht

Bekendheid Overijsselse regio s

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Diversiteit in de Provinciale Staten

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

MARKTFLITSEN SPECIAL: Leeftijd intermediaire bedrijven. Bedrijfsleeftijd is een goede indicatie voor financiële soliditeit en omvang

Vakanties van Nederlanders in Zuid-Holland. ContinuVakantieOnderzoek

Rapportage beoordelen en incidenteel belonen 2012

Ondanks crisis toch toename van aantal vakanties

Vakantiegedrag. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Factoren die van invloed zijn op vakantiegedrag. Wat is vakantiegedrag?

Onderzoek Passend Onderwijs

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Openingstijden Stadswinkels 2008

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

Rabobank Cijfers & Trends

Ook zijn wij aangesloten bij ACSI Campings, een internetportal met 9100 campings in 29 landen. Tevens uitgever van de campinggids en campingcard.

SAMENVATTING RAPPORT VAN HET KWALITEITSONDERZOEK NAAR MATE VAN KLANTTEVREDENHEID OVER DIENSTVERLENING VAN ADVOCATEN

Bekendheid Overijsselse regio s

% Groei verblijf locaties 11% Groei aantal hotel kamers 4% Groei van marktaandeel in de logies verstrekkende markt -6%

Consumentenonderzoek Toerisme

Onderzoeksrapport. Effectmeting het Glazen huis

TOERISTISCHE TRENDRAPPORTAGE LIMBURG Factsheets

Onderzoek gebruik huis-aan-huis-bladen decentrale overheden

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Analyse ontwikkeling leerlingaantallen

Kwantitatieve gegevens monitoring vrijetijdseconomie Noord-Brabant

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Docentenhandleiding Anke Veenstra Algemene economie & Bedrijfseconomie Kennisbasis BE

Onderzoek vindbaarheid online travel Vindbaarheid toonaangevende online reisaanbieders teleurstellend

HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm. Online boekingen in de hotelsector

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Alleen-Pinnen-Monitor

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Basisinformatie campingclassificatie

QUICKSCAN RECREATIE EN TOERISME. resultaten

COLLIERS INTERNATIONAL OFFICE REVIEW 2014

Resultaten seizoensmeting zomervakantie 2017

Graydon studie Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven 2016 Graydon Studie Q3, 2016

18 december Social Media Onderzoek. MKB Nederland

De Duitse gast in Overijssel

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Sporthuis/GoSport Roy Schungel

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Trendonderzoek Dialoogmedia

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

Rapportage Vergelijkend Onderzoek naar Ziekteverzuim SW-sector 2003

Downloadverbod zal industrie niet helpen

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

Sociale media in Nederland Door: Newcom Research & Consultancy

Evaluatie van de Digitale Werkplaats

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven 2015.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

/ /-- --/--

Inhoudsopgave. 1. Kengetallen DM Barometer Onderzoeksopzet Respondenten 4

Het jaar van YouTech.nl in cijfers

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Inhoudsopgave. 1. Kengetallen DM Barometer Onderzoeksopzet Respondenten 4

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering december 2010 VELDWERK OPTIMAAL

Inhoudsopgave. 1. Kengetallen DM Barometer Onderzoeksopzet Respondenten 4

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

Ontwikkeling werkdruk in het onderwijs

provincie limburg Toeristische Trends Limburg

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Feiten NVM Open Huizen Dag 5 oktober 2013

Monitor HH(T) 4 e kwartaalmeting

SCHORSINGEN EN VERWIJDERINGEN 2007/ /2012

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Onderzoek draagvlak voor monumenten Nationaal Restauratiefonds 4 september 2014

Trendonderzoek Dialoogmedia

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Auteurs: Baarda e.a. isbn:

Trots op Groningen Hoe beleven Groningers het wonen en recreëren in de provincie?

Onderzoek mediagebruik Maastricht mei 2017

RESULTATEN CONJUNCTUURENQUETE 1STE HELFT 2018

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Vakanties van Nederlanders in de provincie Gelderland ContinuVakantieOnderzoek 2015

Transcriptie:

Een onderzoek naar e-commerce in de Nederlandse c@mpingsector Auteur: Elle Schoenmakers Studentnummer: 025639 NHTV Internationale Hogeschool Breda Studierichting: Commerciële Economie Begeleidster: Archelia van Staalduinen Afstudeerscriptie Mei 2006

Voorwoord Na 20 weken van informatie vergaren, kennis op doen in de campingsector, kritisch kijken naar websites, typen, analyseren, hard werken en stressen is het nu dan bijna klaar. Tot dit resultaat ben ik niet in mijn eentje gekomen en wil daarom een aantal mensen bedanken voor hun hulp bij de totstandkoming van dit rapport. Allereerst ben ik dank verschuldigd aan de opdrachtgevers Pieter de Rooy en Carl Grefkens en mijn stagebegeleidster Archelia van Staalduinen voor alle deskundige hulp gedurende het hele afstudeerproces. Daarnaast wil ik alle eigenaren, marketing en e-commerce managers van de campings maar ook mijn expert dhr. Latour bedanken, die tijd voor mij vrij hebben gemaakt om hun interessante en nuttige informatie met mij te delen. Tevens wil ik mijn dertien medestudenten bedanken die ook deelgenomen hebben aan Ecommerce in de vrijetijdssector voor hun goede hulp, kritische inbreng en creatieve inspiratie die ze mij gegeven hebben. Op persoonlijk vlak is er één persoon die ik in het bijzonder moet bedanken, als ik het niet meer zag zitten werd ik gesteund, geïnspireerd en gemotiveerd. Wanneer ik vragen en problemen had kreeg ik de hulp die ik nodig had om het allemaal weer positief in te zien. Een naam is niet nodig. Bedankt! Elle Schoenmakers Breda, mei 2006 II

Inhoudsopgave Voorwoord Blz. II Inhoudsopgave Blz. III Lijst van tabellen en figuren Blz. V Samenvatting Blz. VII Hoofdstuk 1 Inleiding Blz. 1 1.1 Aanleiding Blz. 1 1.2 Probleem- en doelstelling Blz. 2 1.3 Onderzoeksvragen Blz. 2 1.4 Leeswijzer Blz. 3 Hoofdstuk 2 Opzet van het onderzoek Blz. 4 2.1 Soort onderzoek Blz. 4 2.2 Populatie en steekproef Blz. 4 2.3 Gegevens verzameling Blz. 6 2.3.1 Methode van gegevensverzameling Blz. 6 2.3.2 De mondelinge interviews Blz. 7 2.3.3 Website beoordelingsmodel Blz. 8 2.4 Verwerken van gegevens Blz. 9 Hoofdstuk 3 De campingsector in Nederland Blz. 10 3.1Definitie Blz. 10 3.2 Geschiedenis Blz. 10 3.3 Algemene kengetallen Blz. 10 3.4 Soorten standplaatsen Blz. 11 3.5 Brancheorganisatie Blz. 12 3.6 Ketenvorming en samenwerkingsverbanden Blz. 13 3.7 Lidmaatschap en classificatie Blz. 13 3.8 Marktbenadering Blz. 14 3.9 Boekings- en reserveringsgedrag Blz. 14 3.10 Trends en ontwikkelingen in de campingsector Blz. 15 Hoofdstuk 4 Marketing Blz. 18 4.1 Definitie Blz. 18 4.2 Belangrijke aspecten Blz. 19 4.3 CRM Blz. 20 4.4 Trends en ontwikkelingen Blz. 22 4.5 Internet Blz. 23 4.5.1 Opkomst internet Blz. 23 4.5.2 Verloop van internet Blz. 24 4.6 E-business Blz. 25 4.7 E- marketing Blz. 25 III

Hoofdstuk 5 E-commerce Blz. 27 5.1 Opkomst Blz. 27 5.2 Opkomst Blz. 28 5.3 Voor- en nadelen van e-commerce Blz. 28 5.4 Toepassingen Blz. 30 5.4.1 Websites Blz. 30 5.4.2 E-mail Blz. 33 5.4.3 Zoekmachinemarketing Blz. 34 5.4.4 M-commerce Blz. 34 5.4.5 Webvertising Blz. 35 5.4.6 Affiliate marketing Blz. 35 5.5 Ontwikkelingen en trends Blz. 35 5.5.1 Ontwikkelingen Blz. 35 5.5.2 Trends Blz. 36 5.6 De overlap van marketing en e-commerce Blz. 39 5.7 Zijn campings geschikt voor e-commerce? Blz. 40 Hoofdstuk 6 E-commerce toegepast op de campingsector Blz. 41 6.1 Resultaten interviews in de branche Blz. 41 6.2 Resultaten bij expert interview Blz. 50 6.3 Resultaten websites Blz. 52 6.4 Beperkingen onderzoek en mogelijkheden voor vervolgonderzoek Blz. 59 Hoofdstuk 7 Conclusies Blz. 61 7.1 Conclusies m.b.t. e-commerce binnen de campingsector Blz. 61 7.2 Conclusies m.b.t. behoefte aan kennis op het gebied van e-commerce Blz. 63 7.3 Conclusies m.b.t. het e-commerce proces Blz. 64 Hoofdstuk 8 Aanbevelingen Blz. 66 8.1 aanbevelingen voor de sector Blz. 66 8.2 Aanbevelingen voor de NHTV Blz. 72 8.3 Korte samenvatting van de aanbevelingen Blz. 73 Literatuurlijst Blz. 74 Bijlage Blz. 78 Bijalge I Campings voorzien van een website op de startpagina Blz. 79 Bijlage II De itemlijst Blz. 80 Bijlage III Uitleg website beoordelingsmodel Blz. 82 Bijlage IV Vragen website beoordelingsmodel Blz. 86 Bijlage V Campings aangesloten bij ketens en samenwerkingsverbanden Blz. 95 Bijlage VI Verloop boekingsgedrag in percentages Blz. 103 Bijlage VII Overzicht van betaalmethodes Blz. 104 Bijlage VIII Marktaandeel Google Blz. 107 Bijlage IX Gemiddelde scores per aspect, per segmentatie Blz. 108 Bijlage X Totale scores van support, privacy en customisatie Blz. 109 Bijlage XI Gemiddelde score van de totale sector Blz. 110 IV

Lijst van tabellen en figuren Figuren Figuur 1: Schematische opbouw van het onderzoek. Blz 3 Figuur 2: Relatie met internet, e-business, e-marketing en e-commerce. Blz 23 Figuur 3: Ontwikkeling PC bezit en internettoegang 1998 2005. Blz 24 Figuur 4: E-business in relatie tot e-commerce. Blz 25 Figuur 5: Relatie tussen e-business, e-marketing en e-commerce. Blz 26 Figuur 6: Verkoopproces. Blz 30 Figuur 7: Verschillende aspecten en subaspecten voor een website. Blz 31 Figuur 8: Het landscape model. Blz 32 Figuur 9: Elektronisch winkelen 2002 tot 2005. Blz 36 Figuur 10: Spiderplot algemeen overzicht aanwezigheid van informatie, interactie, transactie, navigatie en lay-out Blz 52 Figuur 11: Spiderplot algemeen overzicht beoordeling van informatie, interactie, transactie, navigatie en lay-out Blz 53 Figuur 12: Spiderplot beoordeling informatie. Blz 53 Figuur 13: Spiderplot beoordeling interactie. Blz 54 Figuur 14: Spiderplot beoordeling transactie. Blz 55 Figuur 15: Spiderplot beoordeling navigatie. Blz 56 Figuur 16: Spiderplot beoordeling lay-out. Blz 57 Figuur 17: Spiderplot beoordeling support, privacy en customisatie Blz 58 Figuur 18: Spiderplot totale beoordeling campingsector. Blz 59 Figuur 19: Vijf niveaus in het e-commerce proces Blz 64 Figuur 20: Het E-commerce Website Test Model Blz 84 Figuur 21: Verdeling betaalmethode internet Blz 107 Tabellen Tabel 3.1: Aanbod campings in Nederland verdeeld naar provincies. Blz 11 Tabel 3.2: Gemiddelde verdeling qua aantal en oppervlakte van jaar-, seizoens- en toeristische plaatsen bij grote en kleine campings. Blz 12 Tabel 3.3: Campings die lid zijn van branche-organisaties in %. Blz 12 Tabel 3.4: Classificatie grote en kleine campings in 2002. Blz 13 Tabel 3.5: Reserveringsgedrag bij grote campings in % Blz 14 Tabel 3.6: Reserveringsgedrag bij kleine campings in % Blz 15 Tabel 4.1: Verschillen tussen traditionele marketingactiviteiten en elektronische marketing activiteiten. Blz 20 Tabel 6.1: Algemeen overzicht waardering. Blz 52 Tabel 6.2: Algemeen overzicht beoordeling. Blz 53 Tabel 6.3: Beoordeling van informatie. Blz 54 Tabel 6.4: Beoordeling van interactie. Blz 54 Tabel 6.5: Beoordeling van transactie. Blz 55 Tabel 6.6: Beoordeling van navigatie. Blz 56 Tabel 6.7: Beoordeling van lay-out. Blz 57 Tabel 6.8: Beoordeling van zoekmachinemarketing. Blz 57 Tabel 6.9: Beoordeling van support, privacy en customisatie Blz. 58 V

Tabel 6.10: Totale beoordeling van de campingsector ingedeeld naar informatie, interactie, transactie, navigatie, lay-out, zoekmachinemarketing, support, privacy en customisatie. Blz. 59 Tabel 8.1: Verschillende niveaus in het e-commerce proces. Blz. 64 Tabel B.1: Websites op startpagina Blz. 81 Tabel B.2: Ketens en samenwerkingsverbanden in de campingsector Blz. 97 Tabel B.3: Verloop boekingsgedrag bij grote campings Blz. 105 Tabel B.4: Verloop boekingsgedrag bij kleine campings Blz. 105 Tabel B.5: Marktaandeel zoekmachines Blz. 108 Tabel B.6: Segmentatie indeling Blz. 110 Tabel B.7: Gemiddelde scores informatie, interactie en transactie Blz. 110 Tabel B.8: Gemiddelde scores navigatie, lay-out en zoekmachine Blz. 110 Tabel B.9: Gemiddelde scores support, privacy en customisatie Blz. 110 Tabel B.10: Scores support, privacy en customisatie bij informatie Blz. 111 Tabel B.11: Scores support, privacy en customisatie bij interactie Blz. 111 Tabel B.12: Scores support, privacy en customisatie bij transactie Blz. 111 Tabel B.13: Scores support, privacy en customisatie bij navigatie Blz. 111 Tabel B.14: Totale gemiddelde score informatie, interactie en transactie Blz. 112 Tabel B.15: Totale gemiddelde score navigatie, lay-out en zoekmachine Blz. 112 Tabel B.16: Totale gemiddelde score support, privacy en customisatie Blz. 112 VI

Samenvatting Aanleiding E-commerce wordt steeds meer toegepast en er wordt tevens ook steeds meer gebruik van gemaakt. Verwachtingen zijn dat dit in de toekomst alleen maar meer wordt. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen zijn twee docenten van de NHTV te Breda benieuwd in hoeverre e-commerce reeds wordt toegepast binnen de vrijetijdssector en hoe het zit met de kennis betreft e-commerce. De vrijetijdssector is opgedeeld in 14 sectoren waarvan campings het onderwerp vormen van dit rapport. Doelstelling, probleemstelling en onderzoeksvragen De volgende probleemstelling is geformuleerd: Wat zijn de huidige toepassingen, kennis en kennisbehoeften op het gebied van e-commerce binnen de campingsector? In dit rapport wordt uitgegaan van de volgende doelstelling: Inzicht verkrijgen in de huidige toepassing(en), kennis en kennisbehoefte op het gebied van e-commerce binnen de campingsector teneinde enerzijds de campingsector aanbevelingen te doen om toepassingen van e-commerce te optimaliseren en anderzijds de NHTV aanbevelingen te doen welke rol zij daarbij kan innemen. Hieruit zijn een zevental onderzoeksvragen ontstaan om de doelstelling te beantwoorden. 1. Met welke kenmerkende aspecten kan de campingsector in Nederland omschreven worden? 2. Wat is de relatie tussen marketing en e-commerce? 3. Wat houdt e-commerce in? 4. Wat zijn de toepassingen van e-commerce binnen de campingbranche? 5. In welke mate is er behoefte aan kennis op het gebied van e-commerce binnen de campingsector en de mogelijkheden die e-commerce kan bieden binnen deze branche? 6. Hoe kan e-commerce geoptimaliseerd en geïmplementeerd worden in de campingbranche? 7. Welke rol kan de NHTV hierbij innemen? Onderzoeksopzet De campingsector is erg omvangrijk en divers. In Nederland zag het campingaanbod in 2002 er als volgt uit. Grote campings 1.204 Kleine campings 1.252 Totaal 2.456 Door de omvangrijke campingsector is deze sector gesegmenteerd in de volgende groepen. Groep minicampings tot en met 40 standplaatsen Groep kampeerterreinen met meer dan 40 standplaatsen Groep ketens en samenwerkingsverbanden Naast het kwalitatieve onderzoek is kwantitatief onderzoek verricht en zijn er 50 websites beoordeelt aan de hand van een website beoordelingsmodel dat door veertien onderzoekers is bedacht en ontworpen. VII

Marketing en e-commerce Met de komst van internet en e-commerce is de marketing ook veranderd. Er zijn nieuwe manieren en technieken gevonden om de marketing uit te voeren. Daarnaast zijn er ook termen als e-business en e-marketing ontstaan wat een belangrijke relatie heeft met e- commerce. E-commerce bij campings Campings voldoen aan de voorwaarden om e-commerce te kunnen implementeren. Er is een duidelijk verschil te zien in de verschillende segmenten. Zo zijn er nog steeds kleine bedrijven die helemaal niks aan e-commerce doen. Integendeel tot de ketens en samenwerkingsverbanden, zij zijn erg actief bezig met e-commerce. De grote campings zitten er tussen in. Deze verdeling is ook weer te zien bij de websites. De ketens en samenwerkingsverbanden hebben over het algemeen een betere website dan de grote campings. En zij scoren op hun beurt weer hoger dan de kleine campings. Wat betreft de kennis is dat bij de kleine en grote campings in beperkte mate aanwezig. Bij de ketens en samenwerkingsverbanden is veel kennis geconstateerd. Wel hebben de segmentaties over het algemeen behoefte aan meer kennis. Aanbevelingen Aan de hand van het onderzoek en de resultaten zijn de volgende aanbevelingen gegeven voor de campingsector. Omdat niet alle campings in dezelfde segmentatie even ver zijn, zijn de aanbevelingen gegeven per niveau. E-mailadres Doorgroeien Website naar niveau B Database Online boekingsmogelijkheden via e-mail Webvertising Website met voldoende informatie Doorgroeien Online boekingsmogelijkheid met online formulier naar niveau C Meer kennis opdoen Affiliate marketing Website interactie Doorgroeien Nieuwsbrief naar niveau D Realtime boekingssysteem Optimaliseren van zoekmachinemarketing Website transactie informatie Support, privacy, customisatie Doorgroeien Gerichte mailingen naar niveau E CRM Online betalingssysteem Zintuiglijkheid Aanbevelingen voor de NHTV Presentaties Werkveld Publiceren in vaktijdschriften Elektronisch!!! Studenten Presentaties, gastcolleges VIII

Hoofdstuk 1 Inleiding In dit inleidende hoofdstuk wordt ingegaan op de aanleiding tot dit onderzoek. Daarnaast komt de probleemstelling, doelstelling en de onderzoeksvragen aan bod. Tot slot is er een leeswijzer opgenomen waarin ter verduidelijking een schematische weergave is gegeven van de hoofdstukindeling. 1.1 Aanleiding Het volgen van ontwikkelingen in de vrijetijdssector is van groot belang. Zowel om zelf te weten wat er aan de hand is en om daar goed op in te kunnen spelen, als om deze sector professioneel onder de aandacht te brengen. Dit onderzoek is verricht in het kader van de studie Vrijetijdsmanagement aan de NHTV Internationale Hogeschool Breda. Deze scriptie vloeit voort uit het initiatief van twee docenten van de NHTV, zij hadden het idee om meer te willen weten over e-commerce, hoe dit wordt toegepast in de vrijetijds- en toeristische branche en hoe dit geoptimaliseerd kan worden. Ook zien zij graag het antwoord op de vraag naar welke kennis met betrekking tot e-commerce behoefte is binnen deze sector om deze kennis weer te kunnen verspreiden. In dit rapport is er onderzoek verricht naar e-commerce in de campingbranche. Zowel de NHTV als de campingsector kunnen hier profijt uit halen. De NHTV opende in 1966 haar deuren in Breda als Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme (NWIT). Het accent van de opleiding ligt niet alleen op toerisme en recreatie maar ook op talen en economie. In 1987 gaan het NWIT en de Verkeersacademie Tilburg (VAT) samen onder dezelfde naam: NHTV Nationale Hogeschool voor toerisme en verkeer. In 1994 betrekken de beide scholen één locatie. Door de fusie breidt het opleidingsaanbod zich uit met verschillende opleidingen. In 2001 wordt de naam van de hogeschool als gevolg van de internationale positionering gewijzigd in: NHTV Internationale Hogeschool Breda. NHTV is niet langer meer een afkorting maar een merknaam. Het opleidingenaanbod werd in 2001 en 2002 weer verder uitgebreid (Buizert, 2004). Daarnaast profileert de NHTV Internationale Hogeschool Breda zich als hét kennis- en expertisecentrum op het gebied van entertainment, hospitality, mobiliteit, toerisme en vrije tijd. (www.nhtv.nl; Janssen, 2004). E-commerce is de laatste jaren bezig aan een sterke opkomst. Deze opkomst wordt veroorzaakt doordat er verschillende voordelen voor de consument en de verkoper in zit. Het wordt makkelijker gemaakt om de verschillende prijzen te vergelijken, internet is 24 uur per dag toegankelijk en er zijn ook vaak prijsvoordelen te behalen op het web (www.livingtomorrow.nl). Voor de consument is het ook een stuk gemakkelijker want men hoeft de deur niet meer uit. Voor de verkoper biedt het goed omgaan met e-commerce ook tal van mogelijkheden. Er is geen sluitingstijd: 24 uur per dag en 7 dagen in de week toegankelijk. Het marktgebied wordt vergroot. De verkoopkosten zijn vaak lager, er kan meer omzet gegenereerd worden. De klantenbinding is beter door one-to-one marketing. Ook kan er een voorsprong ontstaan op de concurrent (www.introweb.nl). Daarom is een onderzoek naar e-commerce in de vrijetijdssector en met name ook in de campingsector zinvol. De ontwikkelingen gaan steeds verder dus ook de campingbranche moet niet stil blijven staan maar kijken naar de mogelijkheden die e-commerce kan bieden. 1

1.2 Probleem- en doelstelling Managementprobleem NHTV heeft ambitie om expertise op het gebied van e-commerce te vergaren en te verspreiden. Echter er is nog onvoldoende inzicht in e-commerce toepassingen en relevantie ervan binnen NHTV relevante sectoren. Probleemstelling Uit de aanleiding valt op te maken dat het volgende probleem zich voor doet: in beperkte mate is informatie aanwezig over e-commerce in de campingbranche. Hierdoor weet men niet in hoeverre e-commerce al reeds gebruikt wordt bij kampeerterreinen en welke mogelijkheden en toepassingen er zijn. Aangezien de grote opkomst van e-commerce is het duidelijk dat dit toch een belangrijke manier van denken en handelen is in deze maatschappij. Er is dus reden genoeg om een grootschalig onderzoek naar e-commerce in de campingsector te starten en deze kennis over te dragen aan zowel het werkveld als de NHTV. Het probleem kan als volgt geformuleerd worden: Wat zijn de huidige toepassingen, kennis en kennisbehoeften op het gebied van e- commerce binnen de campingsector? Doelstelling De doelstelling kan als volgt geformuleerd worden: Inzicht verkrijgen in de huidige toepassing(en), kennis en kennisbehoefte op het gebied van e-commerce binnen de campingsector teneinde enerzijds de campingsector aanbevelingen te doen om toepassingen van e-commerce te optimaliseren en anderzijds de NHTV aanbevelingen te doen welke rol zij daarbij kan innemen. 1.3 Onderzoeksvragen Om de probleem- en doelstelling te kunnen beantwoorden is deze opgesplitst in een aantal onderzoeksvragen. De onderzoeksvragen voor dit onderzoek zijn als volgt: 1. Met welke kenmerkende aspecten kan de campingsector in Nederland omschreven worden? 2. Wat is de relatie tussen marketing en e-commerce? 3. Wat houdt e-commerce in? 4. Wat zijn de toepassingen van e-commerce binnen de campingbranche? 5. In welke mate is er behoefte aan kennis op het gebied van e-commerce binnen de campingsector en de mogelijkheden die e-commerce kan bieden binnen deze branche? 6. Hoe kan e-commerce geoptimaliseerd en geïmplementeerd worden in de campingbranche 7. Welke rol kan de NHTV hierbij innemen? 2

1.4 Leeswijzer Figuur 1 Schematische opbouw van het onderzoek Inleiding Onderzoek Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Campingsector Marketing E-commerce Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 E-commerce in de campingsector Theoretisch kader Hoofdstuk 6 Conclusies & Aanbevelingen Empirische studie Hoofdstuk 7 & 8 In hoofdstuk twee wordt ingegaan op de onderzoeksopzet. Hierin wordt beschreven hoe het onderzoek tot stand is gekomen. In hoofdstuk drie wordt een beeld geschetst van de campingbranche. Dit hoofdstuk laat zien hoe de campingsector is opgedeeld en verspreid in Nederland, ook komen trends en ontwikkelingen aan bod. In de hoofdstukken vier en vijf worden de begrippen marketing en e-commerce afgebakend, ook wordt de relatie tussen beide weergegeven. Deze hoofdstukken samen met hoofdstuk drie vormen het theoretisch kader. De resultaten van het onderzoek worden besproken in de hoofdstukken zes en zeven. In hoofdstuk zes wordt gekeken naar de huidige e-commerce toepassingen en toekomstige mogelijkheden. Vervolgens wordt in hoofdstuk zeven puntsgewijs de conclusies weergegeven. In hoofdstuk 8 worden de aanbevelingen stapsgewijs aan de hand van een vijftal niveaus geformuleerd. Tot slot eindigt dit rapport met een literatuurlijst en bijlagen. 3

Hoofdstuk 2 Opzet van het onderzoek In dit tweede hoofdstuk staat de opzet van het onderzoek centraal. Hier komt achtereenvolgens het soort onderzoek, populatie en steekproef, proces van segmentatie, gegevensverzameling en het verwerken van gegevens aan bod. 2.1 Soort onderzoek Om te kijken wat de huidige toepassingen zijn van e-commerce en vervolgens kijken hoe dit geoptimaliseerd kan worden, wordt gedaan aan de hand van een beschrijvend (descriptief) onderzoek. Het gaat hier om het nauwkeurig beschrijven van kenmerken binnen een groep of segmentatie. Hierbij worden vooraf geen hypotheses en verwachtingen vastgesteld (Baarda & de Goede, 2001). Voor dit onderzoek wordt zowel kwalitatief als kwantitatief marktonderzoek verricht. Kwalitatief onderzoek wordt gedaan met behulp van diepte en expert interviews, zo zal een goed beeld verkregen worden over e-commerce in de campingsector. Een diepte-interview is namelijk een goede methode om opinies, kennis en attitudes in kaart te brengen (Baarda en de Goede, 2001). Naast de diepte- en expert interviews wordt er kwantitatief onderzoek verricht door kritisch te kijken naar verschillende websites en deze te beoordelen op verschillende aspecten. 2.2 Populatie en steekproef Theoretische populatie Wanneer de campingsector eens nader bekeken wordt valt op te merken dat het aanbod aan campings divers en veelzijdig is. Nederland is vertegenwoordigd met in totaal 2.456 campings. Om deze reden ben ik genoodzaakt om een steeproef te trekken. Bij het beoordelen van websites is de populatie ongeveer 1.000, de reden daarvoor is dat niet iedere camping over een website beschikt. Aan dit aantal ben ik gekomen door te zoeken op camping-nederland.startpagina.nl. Daar staan veel campings overzichtelijk bij elkaar en heb ik die startpagina als frame gebruikt om daar een aselecte steekproef uit te halen per provincie. (Zie bijlage I voor een overzicht van de aantallen van campings die een link op de startpagina hebben). Steekproefpopulatie Er is een frame bekend van alle campings die een website hebben. Van dat frame maak ik gebruik om een cluster aselecte steekproef uit te trekken op basis van provincies (Baarda & de Goede, 2001). Door het geringe tijdsbestek en de kosten die niet hoog op kunnen lopen ben ik gebonden om campings te nemen die in de provincies Gelderland en Brabant gevestigd zijn en omdat ik daar zelf woonachtig ben is het gemakkelijker deze provincies te bereiken. Daarnaast is ook gebruik gemaakt van de selecte steekproefmethode, het sneeuwbal effect, in het kader om sneller binnen te komen bij de drukke campingbeheerders. De campingondernemers en het marketingpersoneel hebben vaak een groot netwerk aan contacten in hun werkveld waardoor zij mij weer konden helpen met goede contactpersonen. 4

Grootte steekproef Het gaat bij dit onderzoek om kwalitatieve en kwantitatieve gegevens. Om een goed inzicht te verkrijgen in het grote campingaanbod in Nederland is vooraf een segmentatie vastgesteld. Dit is gedaan om op deze manier zo veel mogelijk informatie te verzamelen door een goede benadering te maken. De segmentatie kan plaatsvinden op een aantal segmenten zoals, omzet, het soort camping en de grootte. Segmenteren op omzet wordt lastig aangezien de omzet gegevens niet voor de hand liggen. Het soort camping wordt ook moeilijk aangezien er veel soorten campings zijn en dit niet is vastgelegd in literatuur. Daarnaast speelt ook een grote rol dat de indeling naar soort niet relevant zal zijn voor dit onderzoek. Vandaar dat de interviews zijn gebaseerd op grootte waarbij gekeken wordt naar het aantal standplaatsen op een camping. Daarnaast vindt kwantitatief onderzoek plaats en dit wordt gedaan door het beoordelen van websites in de campingbranche. Zo ontstaat een beeld hoe ver de campings al gevorderd zijn met betrekking tot e-commerce. Proces van segmentatie De ANWB en de NRIT hanteren dezelfde regel als het gaat om de campingindeling naar grootte. Er wordt een onderscheid gemaakt in grote campings, hierbij worden de campings gerekend met meer dan 40 standplaatsen. Daarnaast zijn er de kleine campings, ook wel minicampings die beschikken over 40 standplaatsen of minder. In Nederland ziet de segmentatie er als volt uit: Grote campings 1.204 Kleine campings 1.252 Totaal 2.456 Naast deze segmentatie wordt ook nog gekeken naar ketens en samenwerkingsverbanden. Dit is een organisatie waar een aantal campings lid van zijn. De reden waarom dit een speciale groep is geworden waar ook specifiek naar gekeken wordt is omdat de grote ketens en samenwerkingsverbanden een goed marketing en e-commerce beleid hebben waar veel informatie uit te halen valt wat weer een goede input kan leveren aan dit rapport. Benaderen van respondenten Uit de bovenstaande segmentatie worden campingbeheerders, marketing en e-commerce managers van campings benaderd om mee te werken aan het onderzoek. De opdrachtgevers hechten geen belang aan het feit dat het niet representatief is. Bij dit onderzoek gaat het erom om kwalitatieve gegevens te verzamelen en diep in te gaan op de meningen en visies van campingondernemers, marketing en e-commerce managers. Op basis van dit gegeven zijn er meer ketens/samenwerkingsverbanden en grote campings benaderd voor dit onderzoek dan kleine campings. Dit heeft als reden dat deze groepen al verder gevorderd zijn met e-commerce en daardoor ook meer kennis in huis hebben om deze nuttige informatie met mij te kunnen delen. Tevens is het wel van belang te achterhalen wat de redenen zijn wat kleine campings er van weerhoudt niet zo veel aan e-commerce te doen. Vandaar dat deze segmentatie wel is meegenomen in het onderzoek. 5

De interviews voor het onderzoek verdeeld naar segmentatie ziet er als volgt uit. Groep minicampings tot en met 40 standplaatsen. 3 interviews Groep campings met meer dan 40 standplaatsen. 5 interviews Groep ketens en samenwerkingsverbanden. 5 interviews Daarnaast is kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar verschillende aspecten van websites in de campingsector. De 13 websites van de respondenten zijn kritisch beoordeeld met een website beoordelingmodel om zo een beeld te krijgen hoe één van de belangrijkste e- commerce toepassing, de website, er uit ziet en om te kijken waar de websites nog tekort schieten. Naast de websites van de respondenten zijn er nog 37 websites beoordeeld zodat het beeld iets realistischer is. Nu zijn 50 websites uit ongeveer 1.000 websites in verhouding nog relatief weinig maar als onderzoeker ben ik genoodzaakt te kijken naar mijn tijd en 50 websites was nog realistisch en haalbaar om uit te voeren. De websites van de campings zijn gevonden op de startpagina s: http://camping-nederland.startpagina.nl http://camping-minicamping.startpagina.nl Omdat het campingaanbod erg groot en divers is zijn de 37 websites van deze sites afgehaald. Hier is een aselecte steekproef gemaakt, er is wel rekening gehouden met de verschillende provincies en de sterrenclassificatie. Er zijn van elke provincie een paar websites gekozen met verschillende sterren. Representativiteit Opgemerkt dient te worden dat het ondervragen van een steekproef in plaats van de gehele populatie betekent dat de resultaten niet voor 100% nauwkeurig zijn. Dit houdt in dat niet met veel nauwkeurigheid gezegd kan worden dat de resultaten representatief zijn, er wordt alleen slechts een beeld geschetst. 2.3 Gegevens verzameling In deze paragraaf wordt uitgelegd hoe de gegevens verzameld, verwerkt en geanalyseerd zijn. 2.3.1 Methode van gegevensverzameling Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van zowel deskresearch als fieldresearch. 1. Met welke kenmerkende aspecten kan de campingsector in Nederland omschreven worden? Deze vraag wordt grotendeels beantwoordt door desk research. De segmentatie en het marktaanbod met de trends en ontwikkelingen komen uit de literatuur en vak magazines. 2. Wat is de relatie tussen marketing en e-commerce? Ook deze vraag is grotendeels te beantwoorden doormiddel van desk research. Door het vergaren van informatie uit boeken, magazines en op internet is al een redelijk beeld te verkrijgen. 3. Wat houdt e-commerce in? Zie vraag 2 en daarnaast is door diepte-interviews gekeken hoe de kijk op e-commerce was bij de campingbranche. 4. Wat zijn de toepassingen van e-commerce binnen de campingbranche? Deze vraag is grotendeels beantwoord door de diepte-interviews in de campingsector. Zij konden haarfijn uitleggen hoe zij met e-commerce omgaan. Ook vertelden zij over de 6

redenen waarom ze welke toepassing gebruiken. Ook heb ik veel informatie vergaard uit een expert interview die alles wist op het gebied van websites in de recreatiebranche. Daarnaast zijn er 50 websites beoordeelt om te kijken hoe ver de gesegmenteerde groepen zijn op het gebied van websites. 5. In welke mate is er behoefte aan kennis op het gebied van e-commerce binnen de campingsector en de mogelijkheden die e-commerce kan bieden binnen deze branche? Ook deze vraag is middels door field research te beantwoorden. Om te kijken welke kennis er aanwezig is en welke behoefte aan kennis er momenteel speelt is verkregen door de interviews bij de respondenten. Ook expert interviews helpen hierbij. 6. Hoe kan e-commerce geoptimaliseerd en geïmplementeerd worden in de campingbranche Door alle informatie die vergaard is bij elkaar te leggen, dus het desk en het field research gedeelte met elkaar te combineren zijn er aanbevelingen en conclusies uitgekomen hoe de camping sector e-commerce kan optimaliseren en tevens welke rol de NHTV kan innemen als het gaat om e-commerce in de vrijetijdssector. 7. Welke rol kan de NHTV hierbij innemen? Zie onderzoeksvraag 6 2.3.2 De mondelinge interviews De itemlijst dat als uitgangspunt dient voor de interviews is na een aantal brainstormsessies met 14 onderzoekers en twee opdrachtgevers opgesteld. Daarnaast is er ruimte overgelaten voor een eigen inbreng gedurende de interviews. De itemlijst is opgebouwd uit verschillende onderdelen, deze zijn te vinden in bijlage II Na het afronden van de itemlijst is aan de slag gegaan met het benaderen van campings. In totaal zijn er 13 campings of ketens/samenwerkingsverbanden ondervraagd en hebben allemaal hun aandeel ingebracht in dit onderzoek. De campings die benaderd zijn voor dit onderzoek ziet er als volt uit: Groep kleine campings tot en met 40 toeristische standplaatsen, seizoensplaatsen en/of jaarplaatsen: Camping De Morgenster Camping De Rijnhof Camping De Hoogewaard Groep grote campings met tenminste 40 toeristische standplaatsen, seizoensplaatsen en/of jaarplaatsen: Camping Liesbos *** Ullingse Bergen **** Camping Warnsborn *** Camping Nederrijkswald Camping Het Molenstrand Ketens of samenwerkingsverbanden: Cambiance Molencaten Holland Tulip Parcs RP Holidays Vekabo 7

Ik wil hierbij toch even een kanttekening plaatsen. Eén respondent is directie secretaresse van een camping en zij kon wel een uur vrij maken voor mij. Nu bleek zij bij toeval ook PR medewerkster te zijn van een samenwerkingsverband dus om tijd te besparen heb ik dat gelijk meegenomen. Uit de twee interviews vloeide verschillende informatie, ook logisch want het zijn twee hele verschillende organisatie. Maar nu hebben er in totaal 12 interviews plaats gevonden in de camping sector en gebruik ik wel gegevens van 13 verschillende organisaties of bedrijven. Evaluatie van interviews. In totaal zijn er 30 campings benaderd, dit is dus een responspercentage van 43,3 procent. Wat opviel is dat juist de kleine campings minder bereid waren om mee te werken aan het onderzoek. Wat ik ook als een groot nadeel heb ondervonden is dat in die periode dat ik helemaal klaar was om te beginnen met mijn fieldresearch en de campingmarkt wilde benaderen, het seizoen ook weer ging beginnen. Door de drukke periode dat voor de deur stond hadden de campingmedewerkers weinig tijd en konden het niet permitteren een uur vrij te maken. Ze waren wel bereid maar hadden helaas geen tijd. Desalniettemin is het gelukt een aantal werknemers in de campingsector te benaderen. Vanaf hoofdstuk zes van dit rapport zullen de resultaten besproken worden. 2.3.3. Website beoordelingsmodel Na zware, lange en heftige discussies zijn we met veertien onderzoekers tot één consensus gekomen en als resultaat is er één standaardmodel uitgekomen om websites te beoordelen. Dit model is nog wel aangepast op de campingsector om zo toch een goed beeld te krijgen van deze sector. Bij deze websites is dezelfde segmentatie gebruikt dat al eerder is aangegeven bij de interviews. Deze websites zijn opgedeeld door de verhouding over te nemen van de interviews. Dit houdt in dat de websites als volgt beoordeeld zijn: Kleine campings 12 Grote campings 19 Ketens en of samenwerkingverbanden 19 Totaal 50 Een goede website hangt van een aantal factoren af. Zo is er door een 14 tal studenten van de NHTV onderzoek gedaan en zijn verschillende modellen vergeleken. Hieruit is gekomen dat een website onderverdeeld kan worden in de volgende segmenten: informatie, interactie, transactie, navigatie, lay-out en zoekmachinemarketing. (Voor de vragen waar de websites op beoordeeld zijn zie bijlage III). Het laatste aspect laat niet zien hoe goed de website is maar zegt iets over de vindbaarheid vandaar dat dit aspect niet wordt opgenomen in de gezamenlijke resultaten. Wel wordt er nog apart op ingegaan. Daarnaast zijn er een drietal aspecten die van belang zijn en een onderdeel zijn bij de eerder genoemde aspecten. Dit zijn support, privacy en customisatie. Alleen gelden deze drie subaspecten niet bij de lay-out, daarnaast komen ze in de andere vier hoofdaspecten wel terug. Op bovenstaande punten is gekeken of de aspecten aanwezig zijn en daarnaast is gekeken hoe goed ze aanwezig zijn. Zie voor een uitleg van het model bijlage IV 8

2.4 Verwerken van gegevens. Na het verzamelen van al deze gegevens leverde dat veel informatie op. De informatie die vergaard is door middel van deskresearch is zorgvuldig uitgezocht, gefilterd en verwerkt. Bij het verwerken van de informatie die vergaard is uit fieldresearch is eerst gekeken naar de meningen en informatie van de respondenten. Daarna zijn deze geanalyseerd en vergeleken met elkaar, wat interessante informatie opleverde, waar weer aanbevelingen en conclusies uit voortvloeide. Bij het beoordelen van websites is er een gemiddelde genomen van de groepen van de segmentaties. Hieruit is door middel van spiderplots uitgekomen, wie het beste scoorde op de verschillende aspecten. 9

Hoofdstuk 3 De campingsector in Nederland De eerste kampeerterreinen zijn ontstaan in het begin van de negentiende eeuw. Toen diende een baal stro nog als matras, drinkwater kwam uit een beekje achter de camping. Er werd gekookt op houtvuur en de toiletten waren puur natuur (Wenting, 2006; Karsemeijer, 2006). Vandaag de dag gaat het er wel anders aan toe in de campingsector. De campingsector is door de jaren heen veel moderner en uitgebreider geworden. Daardoor zal het onderzoek maar slechts een klein deel van de campingsector bevatten. Wel wordt in dit hoofdstuk de hele sector belicht zodat er een goed en duidelijk beeld kan worden gevormd van deze sector. De campingsector is namelijk een grote en veelzijdige sector binnen Nederland en het is tevens ook de sector die nog steeds erg populair is onder de vakantiegangers (Walter Wildhagen). In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de definitie en de geschiedenis van de campingsector. Daarna komen de aanbodkenmerken van de Nederlandse kampeerterreinen aanbod, hier vallen de algemene kengetallen, soorten standplaatsen, brancheorganisaties, ketenvorming en lidmaatschap onder. Daarnaast wordt ingegaan op de marktbenadering en het boekingsgedrag van de gasten. Als laatste wordt aandacht besteed aan trends en ontwikkelingen in de campingsector. De ANWB en NRIT hebben een onderscheid gemaakt tussen kampeerterreinen. Zo gebruiken ze de volgende categorieën Campings met meer dan 40 standplaatsen (49 procent). Kleine campings met maximaal 40 standplaatsen (51 procent) (NRIT 2003). Ook in dit rapport zal van deze indeling gebruik gemaakt worden. 3.1 Definitie Camping/kampeerterrein is een terrein of een deel van een terrein met tenminste wasgelegenheid en toiletten waarop kan worden overnacht in tenten, toercaravans, kampeerauto s, stacaravans, tenthuisjes of trekkershutten (www.holland.com). 3.2 Geschiedenis De meeste grote kampeerterreinen zijn ontstaan na 1950 (90 procent). Dit hangt samen met een sterke toeristische vraag die in die periode geconstateerd is. Met name in de jaren zestig dienden zich nieuwe grote kampeerterreinen aan. In de jaren zeventig groeide het aanbod minder snel. Tussen 1995 en 1999 was de groei nog maar 3 procent, waarvan de meeste kampeerterreinen gevestigd zijn in de nieuwste provincie die Nederland rijk is, Flevoland. De ontwikkeling van de kleine kampeerterreinen ziet er geheel anders uit en concentreert zich vooral in de laatste twee decennia van de vorige eeuw. 97% Is na 1950 gestart met de exploitatie van het bedrijf. De grootste toename is geconstateerd tussen 1995 en 1999 (37 procent) (NRIT, 2003). 3.3 Algemene kengetallen In 2002 telde Nederland ruim 2.450 kampeerbedrijven. Dit is minder dan in 1997 werd verondersteld (NRIT, 2003; www.rabobank.nl). In totaal zijn er in dat zelfde jaar 1.204 10

kampeerbedrijven geïnventariseerd die over meer dan 40 standplaatsen beschikken. Samen hebben deze kampeerbedrijven 289.398 standplaatsen, waarvan 40 procent toeristische plaatsen bevatten en 60 procent onder vaste plaatsen vallen. Deze vaste plaatsen zijn vervolgens te verdelen in seizoensplaatsen (30%) en jaarplaatsen (70%) (NRIT 2003). In 2003 was zag het aanbod van campings er als volgt uit Tabel 3.1 Aanbod campings in Nederland verdeeld naar provincies Provincie Aantal grote Aantal kleine campings campings Totaal Groningen 24 47 71 Friesland 92 100 192 Drenthe 86 108 194 Overijssel 150 166 316 Flevoland 27 32 59 Gelderland 244 236 480 Utrecht 39 21 60 Noord-Holland 103 44 147 Zuid-Holland 94 41 135 Zeeland 128 211 339 Noord-Brabant 131 157 288 Limburg 86 89 175 Totaal 1.204 1.252 2.456 De verhouding tussen grote en kleine campings verschilt niet veel. In totaal zijn er 1.204 grote campings tegenover 1.252 kleine campings. De provincie Gelderland heeft overduidelijk de meeste campings en Flevoland en Utrecht zijn respectievelijk met 59 en 60 campings de provincies met het kleinste campingaanbod. 3.4 Soorten standplaatsen Over het algemeen wordt er op een camping gebruik gemaakt van drie verschillende soorten plaatsen, te weten: Jaarplaatsen Seizoenplaatsen Toeristische standplaatsen Jaarplaats is een kampeerplaats waar het kampeermiddel gedurende het hele jaar kan blijven staan. Kenmerkend voor een jaarplaats is dat het kampeermiddel moeilijk verplaatsbaar is en dat er vaak door de kampeerder wordt geïnvesteerd in tuin, schuurtje et cetera (www.anwb.nl). Seizoensplaats is een kampeerplaats die men voor één seizoen huurt. Het kampeermiddel moet aan het einde van het seizoen weggehaald worden (www.anwb.nl). Toeristische standplaats is een kampeerplaats die voor enkele dagen of weken gehuurd kan worden (www.anwb.nl). 11

Tabel 3.2. Gemiddelde verdeling qua aantal en oppervlakte van jaarplaatsen, seizoensplaatsen en toeristische plaatsen bij grote en kleine campings (bron; Janssen 2004) Standplaats Aantal plaatsen groot Oppervlakte plaatsen groot Aantal plaatsen klein Oppervlakte plaatsen klein Jaarplaats 103 158 m² 2 173 m² Seizoensplaats 41 106 m² 3 125 m² Toeristische standplaats Totaal 96 240 97 m² 13 18 125 m² In bovenstaand tabel valt duidelijk op dat kleine campings het vooral moeten hebben van de toeristische standplaatsen, daarentegen zijn de toeristische standplaatsen maar ook de jaarplaatsen belangrijk voor grote campings. De oppervlakte van de drie soorten plaatsen zijn bij de kleine campings aanzienlijk groter. 3.5 Branche-organisaties RECRON, de Vereniging van Recreatieondernemers Nederland is met ongeveer 1.700 leden de belangrijkste branche organisatie (www.recron.nl). Andere belangrijke organisaties zijn de Vereniging Kamperen bij de Boer (VeKaBo), Stichting Vrije Recreatie (SVR) en Koninklijke Horeca Nederland (KHN) (NRIT, 2003). RECRON is sinds 1969 de vereniging van recreatieondernemers in Nederland (Janssen, 2004). Deze brancheorganisatie behartigt belangen van campings, bungalowparken, groepsaccommodaties, attractieparken, buitensportbedrijven en zwembaden (www.recron.nl). VeKaBo is een samenwerkingsverband van de vereniging kampeerboeren Nederland. Het is een belangenvereniging voor kleinschalige accommodatieverschaffers op het platteland (Kuiper, 2006). Met name de kleine bedrijven zijn aangesloten bij de VeKaBo (64 procent). SVR is de grondlegger van het kamperen bij de boer. Deze organisatie heeft naast de kampeerboeren ook meer dan 100.000 donateurgezinnen. De SVR adviseert haar deelnemers en helpt tevens ook donateurs aan adressen van SVR-campings (www.svr.nl). KHN is de grootste brancheorganisatie voor de horecaondernemer in Nederland en telt 20.500 leden. KHN is deskundig gesprekspartner voor overheden op lokaal, regionaal, sectoraal en landelijk niveau (www.horeca.org). Tabel 3.3 Campings die lid zijn van branche-organisatie in % (Janssen, 2004) Branche-organisatie Lid grote campings (%) Lid kleine camping (%) RECRON 90 9 VeKaBo 2 64 KHN 17 - SVR - 23 Overig 10 13 Totaal 119 109 Bij beide soorten campings komt een percentage uit van meer dan 100 procent, dit komt omdat campings lid kunnen zijn van meerdere branche-organisaties. Bij overig horen o.a Nivon, Natuurvrienden Nederland (culturele vereniging) en LKC Vereniging Gastvrije Nederlandse Landgoederen en Kastelen (ANWB gids, 2005). 12

3.6 Ketenvorming en samenwerkingsverbanden Uit onderzoek is gebleken dat de Nederlandse kampeerterreinen die over meer dan 40 standplaatsen beschikken eerder lid zijn van een samenwerkingsverband dan onderdeel van een keten. Ruim 90 procent geeft te kennen niet te behoren tot een keten, maar is ruim een kwart van de respondenten (615) aangesloten bij een samenwerkingsverband. Bij kleine kampeerterreinen vormt 95 procent geen onderdeel van een keten. Dit percentage ligt nog hoger dan bij grote kampeerterreinen (NRIT, 2003). Er zijn verschillende campings die een samenwerkingsverband hebben met andere campings. De meest voorkomende vorm is een regionaal samenwerkingsverband (NRIT, 2003; Janssen, 2004). Er zijn verschillende voordelen om samen te werken met andere bedrijven in dezelfde sector, een aantal voordelen kunnen zijn dat ze sterker staan in een concurrerende situatie, ze kunnen gezamenlijk een betere service aanbieden en de klant beter helpen met hun zoektocht naar de gewenste vakantieplek (www.hollandcamps.nl). Een ander belangrijk voordeel voor het aangaan van een samenwerkingsverband is kostenbesparing door schaalvoordelen (Janssen, 2004). Vervolgens kan er ook gebruik worden gemaakt van elkaars hulp en kennis (www.pmztoerisme.nl). In bijlage V is te zien welke samenwerkingsverbanden en ketens er zijn en welke campings onder de desbetreffende keten of samenwerkingsverband vallen. 3.7 Lidmaatschap en classificatie In Nederland worden verschillende campings erkend door de ANWB, door het ANWB logo. Er kan worden afgeleid dat bij grote kampeerbedrijven de ANWB erkenning meer voorkomt dan bij kleine kampeerbedrijven. Andere erkenningen zoals de ACSI-erkenning (Auto Camper Service International) komen slechts in beperkte mate voor. Met de ANWB erkenning wordt aangeduid hoe de kwaliteit en de aanwezige voorzieningen is van een camping. De ANWB geeft sterren aan de desbetreffende campings. Iedere twee jaar worden de campings aan een onderzoek onderworpen om te kijken of de sterrenclassificatie, die eerder is gegeven, nog steeds van toepassing is. Bij het bepalen van de classificatie wordt gekeken naar de volgende kenmerken: sanitaire voorzieningen, terreininrichting, recreatieve voorzieningen en algemene voorzieningen. Deze hoofdgroepen zijn weer onderverdeeld in subgroepen. Voor elk onderdeel worden punten erkend en uit de uiteindelijke score wordt de classificatie toegekend. In Nederland krijgt de camping minimaal 1 ster en maximaal 5 sterren (NRIT, 2003; Janssen, 2004). Tabel 3.4 Classificatie grote en kleine campings in 2002 (bron: NRIT 2003: Janssen, 2004) Aantal sterren Aantal grote Percentage Aantal Percentage campings grote campings (n=1.204) kleine campings kleine campings (n=1.252) 0 sterren 72 6 100 8 1 ster 12 1 12 1 2 sterren 145 12 25 2 3 sterren 277 23 25 2 4 sterren 241 20 13 1 5 sterren 72 6 0 0 geen classificatie 385 32 1077 86 Totaal 1.204 100 1.252 100 13

Zoals is op te maken uit tabel 3.5 laten grotere campings zich eerder classificeren dan de kleine campings. De oorzaak hiervoor is dat bij de beoordeling wordt gekeken naar de schaalgrootte en de daaraan gerelateerde voorzieningenniveau. Bij de kleinere campings zijn deze lager dan de grote campings. Het is beter om geen classificering te hebben dan een hele slechte (Janssen, 2004). Hierdoor ligt bij de grote kampeerterreinen het gemiddelde op 3,0 sterren, bij de kleine kampeerterreinen is dit veel lager namelijk 0,9 ster (NRIT, 2003). 3.8 Marktbenadering In 2002 is er vanuit NRIT onderzoek gedaan naar kampeerterreinen in Nederland, destijds is ook onderzocht hoe de campingbedrijven hun markt benaderen en welke marketingactiviteiten zij gebruiken. Ruim driekwart van de kampeerterreinen met meer dan 40 standplaatsen benaderen hun doelgroep via accommodatiegidsen. Daarnaast heeft twee derde een eigen website. Er wordt minimaal gebruik gemaakt van inschakeling van intermediairs, advertenties op internet en dagbladen. Het gebruik van een eigen gids, folder of brochure wordt niet of nauwelijks ingezet (NRIT, 2003). Als er gekeken wordt naar de kleine kampeerbedrijven in Nederland benaderen ze haar doelgroep(en) via accommodatiegidsen (71 procent). Ongeveer 47 procent beschikt over een eigen website. Veertig procent maakt gebruik van de diensten van een intermediair. Marktbenadering via eigen gidsen, kranten of folders komt onder de kleine campings relatief weinig voor (NRIT, 2003). 3.9 Boekings- en reserveringsgedrag Het is interessant om te kijken naar het boekings en reserveringgedrag, gezien het onderzoek naar e-commerce. Bij grote en kleine campings reserveert meer dan de helft van de gasten. Het is opvallend dat bij kleinere campings (57 procent) vaker gereserveerd wordt dan bij grote campings (51 procent). De gasten reserveren vaak zelf, een klein deel (2 en 1 procent) van het aantal boekingen wordt via een reisbureau gedaan. Van de gasten die zelf reserveren wordt grotendeels telefonisch gedaan, bij grote campings is dit 72 procent en bij kleine campings 83 procent. Boekingen via internet was in 2002 bij grote campings 13 procent en bij kleine campings 9 procent. Tabel 3.5 Reserveringsgedrag bij grote campings in % Reserveren Gast zelf 98 procent Telefoon 72 procent Schriftelijk 13 procent Internet 13 procent Reisbureau 2 procent Totaal 100 procent Niet reserveren Bij vertrek boeken voor het jaar daarop Totaal 51 procent 34 procent 15 procent 100 procent 14

Tabel 3.6 Reserveringsgedrag bij kleine campings in % Reserveren Gast zelf 99 procent Telefoon 83 procent Schriftelijk 7 procent Internet 9 procent Reisbureau 1 procent Totaal 100 procent Niet reserveren Bij vertrek boeken voor het jaar daarop Totaal 57 procent 33 procent 10 procent 100 procent Het NRIT geeft aan dat er zowel bij grote als bij kleine kampeerterreinen een toename te zien is aan internetboekingen (NRIT, 2003). Voor een goed verloop van de boekingen per provincie zie bijlage VI. 3.11 Trends en ontwikkelingen in de campingsector Ontwikkelingen Verloop van gasten gedurende de laatste jaren. De kampeersector is erg favoriet onder de Nederlandse vakantiegangers. Nederlanders brengen gemiddeld 40 procent van hun vakantieovernachtingen in Nederland door. (NRIT trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd). Uit onderzoek is gebleken dat tot en met 2001 de kampeervakanties dan ook de belangrijkste plaats innamen op de binnenlandse markt. De cijfers van 2002 wezen iets anders uit en het leek erop dat het kamperen van de eerste plaats is verdreven door de bungalowmarkt. Als het gaat om korte vakanties staan kampeervakanties nog steeds op de eerste plaats (NRIT, 2003). Ondanks dat de bungalowsector meer in trek is dan de kampeerterreinen geeft het NRIT (2003) aan dat landelijk gezien de gasten toenemen of gelijk blijven. De bestedingen van de gasten zijn voornamelijk gelijk gebleven. Het gevolg dat deze ontwikkeling met zich mee bracht is dat de bruto-omzet in 2002 voornamelijk gestegen is (NRIT 2003). In webmagazine december 2004 stond een artikel slecht seizoen voor kampeerterreinen. Daar valt uit op te merken dat het aantal gasten dat in het derde kwartaal van 2004 ontvangen werd, aanzienlijk lager was (6,3 procent) dan in dezelfde periode het jaar ervoor. De buitenlandse bezoekers verminderde met 12 procent en de bezoekers uit eigen land met 5 procent. De reden voor deze daling volgens Rabobank was door de slechte weersomstandigheden in de zomerperiode. Hierdoor kozen meer mensen voor een buitenlandse bestemming en daalde de bezettingsgraad. Door de lagere bezettingen en de prijsconcurrentie daalde ook de brutowinstmarge voor de Nederlandse campingbeheerders (www.rabobankgroep.nl). Thieleman schrijft in zijn artikel in het Algemeen Dagblad (2005) dat na een kleine dip in 2004 Nederlanders meer in eigen land gaan kamperen. Voor 2005 wordt dan ook op een groei van ongeveer 5 procent gerekend. Ook W. Wildhagen (2005) merkt in zijn artikel op dat kamperen voor Nederlanders nog steeds de meest populaire vorm van vakantie is. Afgezien van een lichte daling in het derde seizoen van 2004 is er vanaf 1993 een opgaande lijn te zien die nog steeds wordt voortgezet. Dit is opmerkelijk als er gekeken wordt naar de goedkope aanbiedingen van vliegvakanties en hotelkortingen die overal 15

worden aangeboden. Devilee (bestuurslid Recron) zegt: Het blijkt dat mensen geporteerd blijven van het ongedwongen informele verblijf op een camping. Belangstelling voor de natuur en behoefte aan sociale contacten in deze tijd van vervreemding spelen een grote rol (www.campingrotterdam.nl, 2005). Uit het rapport van ContinuVakantieOnderzoek blijkt dat de meeste toeristische kampeervakanties worden doorgebracht op een reguliere camping. In totaal gaven de Nederlandse toeristische kampeerders ongeveer 450 miljoen euro uit aan de vakantie. Het grootste deel van de kampeerders bestaat uit op de eerste plaats gezinnen met kinderen en daarnaast mensen uit de hogere sociale klassen. De belangrijkste kampeermiddelen onder de Nederlandse kampeerders zijn de toercaravan (33 procent) en de eigen tent (32 procent). Het valt op dat het merendeel toch de voorkeur geeft aan wat kleinere campings met veel rust en ruimte, maar de belangrijkste reden waarom vakantiegangers gaan kamperen is wel om uit te rusten. Ruim tweederde van de kampeerders verblijft bij voorkeur op één plek, waarbij de bestemmingen Limburg en Veluwe het populairst zijn (Walter Wildhagen, 2005). De Recron constateert ook een steeds groter wordende groep buitenlanders die de Nederlandse campings bevolken. Het is opmerkelijk dat er steeds meer hoofddoekjes te zien zijn omdat voor veel Turken en Marokkanen slapen op de grond niet tot hun leefstijl behoren (www.campingrotterdam.nl, 2005). Gemiddelde verblijfsduur Bij korte vakanties is de gemiddelde verblijfsduur 3,1 dag, bij lange vakanties 12,5 dagen. Uit deze cijfers blijkt dat in 2002 een kampeervakantie gemiddeld 8 dagen duurde (NRIT, 2003). Belangrijkste doelgroepen Gezinnen met kinderen vormen nog altijd de belangrijkste doelgroep voor binnenlandse kampeervakanties. De nadruk ligt hierbij vooral op gezinnen waarbij het jongste kind 12 jaar of jonger is. Zij vertegenwoordigden in 2002 met 49 procent de grootste doelgroep. Een tweede belangrijke doelgroep wordt gevormd door tweepersoonshuishoudens (met een leeftijd vanaf 35 jaar) zij maken voor 42 procent deel uit van de totale binnenlandse vraag naar kampeervakanties (NRIT, 2003). Trends Campings in Nederland zijn voorzien van hoge kwaliteit In het persbericht Nederlandse campings zijn de beste in Europa door Wapenaar (2006) staat beschreven dat de Nederlandse campings van zeer hoge kwaliteit zijn. Zij kunnen met hun uitstekende voorzieningen prima concurreren met luxe hotels. Daarmee is Nederland zeker een alternatief voor buitenlandse vakantiebestemmingen zoals Turkije. De nieuwe trend betreft kamperen is dat het hot is. Het gemiddelde cijfer van alle campings is een 8,3. 16