Gé Gettersz Intro Gé Gettersz is een Limburgse jonge man. Vlak voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog kiest hij voor de NSB. Waarom koos Gé Gettersz voor de NSB? Je gaat nu zelf het verhaal van Gé Gettersz reconstrueren aan de hand van bronnen. Dat doe je in acht stappen (opdrachten) Opdracht 1 Mystery Waarom koos Gé Gettersz voor de NSB? Groepswerk in groepjes van vier. Je krijgt een aantal gegevens over het leven van Gé Gettersz. Samen gaan jullie die lezen en uiteindelijk bepalen jullie waarom Gé Gettersz voor de NSB koos. Een leerling is voorzitter Een leerling is notulist en schrijft alles op. Een leerling mag moeilijke woorden opzoeken op een blad met uitleg voor in het leslokaal. Opdracht: Bepaald met behulp van affiches en 25 gegevens over Gé Gettersz waarom hij lid werd van de NSB. Lees de 25 gegevens over het leven van Gé Gettersz. Kies vijf gegevens die bepalend zijn voor zijn NSB-keuze en onderbouw zijn/jouw keuze. Kies de vijf gegevens zo dat ze een samenhangend geheel, een samenhangend onderwerp hebben. 1 Voor ons zijn de volgende aanwijzingen daarbij belangrijk en doorslaggevend: Informatie briefje. Daarin lezen wij dat... Informatie briefje. Daarin lezen wij dat... Informatie briefje. Daarin lezen wij dat... Informatie briefje. Daarin lezen wij dat. Informatie briefje. Daarin lezen wij dat. 2 Onze conclusie is dat Gé Gettersz koos voor de NSB omdat: Opdracht 2 Intermezzo De keuze voor de NSB. Je krijgt een A4tje met verdere informatie. Lees die achtergrondinformatie goed. 1
Opdracht 3 Affiches Tijdens de Tweede Wereldoorlog collaboreerde Gé Gettersz met de Duitsers. Hij werd lid van een van de organisaties, waartoe veel NSB ers zich aangetrokken voelden: 1 De Nederlandsche Oost Compagnie, 2 de Weerbaarheidsafdeling, 3 de Waffen-SS, 4 de Nederlandsche Arbeidsdienst, 5 het Nationalsocialistisches Kraftfahrkorps. Groepswerk Opdracht: Overal hangen de affiches. Bestudeer de vijf affiches en overleg met elkaar door welk affiche Gé Gettersz zich het meest voelde aangetrokken en voor welke collaboratie koos hij? Let daarbij op zijn jeugd en jouw conclusies in deel 1. Gé kiest voor: Want... Dat past goed bij onze keuze in deel 1 want.. Opdracht 4 Foto s Groepswerk Opdracht: Stel je moet van Gé Gettersz een levensbeschrijving maken. Je krijgt nu 27 foto s. Je weet nu welke keuze hij maakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Welke vier foto s kunnen dienen om zijn leven tijdens de Tweede Wereldoorlog te illustreren? Let bij de keuze goed op jullie keuzes in deel 1 en 3. Geef per foto uitleg. Foto. Daar zien wij.... Foto. Daar zien wij.... Foto. Daar zien wij.... Foto. Daar zien wij.... 2
Opdracht 5 Gé Gettersz tijdens de Tweede Wereldoorlog Bepaal hoe het leven van Gé Gettersz verloopt tijdens de Tweede Wereldoorlog Groepswerk Vijf levensbeschrijvingen. Opdracht: Kies uit de vijf levensbeschrijvingen van zijn oorlogsjaren, die levensbeschrijving die het beste past bij Gé. Let daarbij op jouw keuze bij deel 1, bij deel 3 en bij deel 4. Beredeneer de keuze die jij maakt. Het leven van Gé Gettersz verloopt volgens levensbeschrijving... Want / omdat... Opdracht 6 Intermezzo: Venlo aan het einde van de Tweede Wereldoorlog Lees het A4tje met informatie over Venlo in 1945. Opdracht 7 Wat maakt Gé Gettersz mee na de Tweede Wereldoorlog? Groepswerk Acht beschrijvingen van het leven van Gé Getters in de jaren 1945-195. Opdracht: Hoe verloop zijn leven verder? Kies uit de acht beschrijvingen. Let daarbij op jouw keuze bij de voorafgaande delen. Beredeneer de keuze die jij maakt. Het leven van Gé Gettersz verloopt volgens beschrijving Want / omdat.. 3
Opdracht 8 Teksten met opdrachten ter verdieping van de lesstof. 8.1 Toen: Mussert toespraak. Mussert, leider van de NSB in 1937 De hang naar gewelddadigheid en onverdraagzaamheid was de diverse fascistische bewegingen daarbij eigen. Uiteraard ontwikkelde hij zich sterkst, waar het fascisme zelf de grootste dynamiek ontplooide en niet door conservatieve en traditionalistische invloeden getemperd kon worden: in Nazi-Duitsland. Wij zijn er trotsch (niet hoogmoedig) op, wij zijn er dankbaar voor, deel uit te maken van het Nederlandsche volk. Wij weten, dat dit volk behoort tot den Germaanschen tak van het Noordras, het ras, dat de wereld tot op den huidigen dag leidt door zijn scheppende kracht, zijn stoutmoedigheid, zijn doorzettingsvermogen, zijn wilskracht. Van het twaalf miljoen zielen tellende Joodsche volk wonen een paar honderdduizend te midden van ons volk, grotendeels onvermengd, ten dele vermengd. Deze paar honderdduizend nemen geleidelijk maar zeker den Nederlandschen bodem in hun bezit; gaan den handel beheerschen; brengen de industrie onder hun macht en wat nog erger is, willen de opvoeding van de Nederlandschen jeugd beheerschen, recht spreken over het Nederlandsche volk, uitmaken hoe het Nederlandsche volk moet denken, zich gedragen, handelen. Dit is ondragelijk, dit dulden wij niet, nu niet en nooit; het is onze plicht daaraan een einde te maken. 1 Wat wilde Mussert bereiken met zijn toespraak? 2 Op welke sentimenten ( onderbuikgevoelens ) speelt Mussert in? Citeer en geef uitleg. 3 Welke van die sentimenten vind je terug bij Gé Gettersz? Geef uitleg. 4 Bij welke kenmerkende aspecten hoort deze tekst met de bovenstaande drie opdrachten. Geef uitleg. 4
8.2 Toen. Achtergronden en duiding van de keuze voor fascisme en nationaalsocialisme. Tekst H. W. von der Dunk geeft een voortreffelijke schets van de groepen die aangetrokken werden door het fascisme. Het nationalisme was in de negentiende eeuw de ideologie, ja, de godsdienst geworden van de geëmancipeerde burgerij. Maar de industrialisatie en vooral de wereldoorlog hadden nieuwe groepen bedreigd en aangetast. Het betrof hier veelal elementen die uit de burgerlijke samenleving waren losgeslagen: gedeclasseerden, kleine middenstanders, kleine ondernemers, die hun kansen om vooruit te komen zagen slinken in een kapitalistische staat die de economische macht steeds meer in handen van het grootkapitaal leek te zullen brengen; zij zag evenmin heil in een socialistische staat, waarbij het proletariaat of de partij uitsluitend de dienst zou uitmaken. Verder waren er veel officieren en intellectuelen die na de oorlog de weg naar de normale samenleving niet meer konden vinden. Een weg die door de economische chaos bovendien nog extra werd bemoeilijkt en met name in die landen die als uiteindelijke verliezers te voorschijn waren gekomen. Het waren diverse elementen die tussen twee stoelen dreigden te raken of dat gevoel hadden waaruit het fascisme zijn eerste aanhangers recruteerde. Daarbij grepen de fascisten naar het nationalisme, aangezien zij zelf nog afgezakte erfgenamen van de oude nationale staat waren. Maar tevens grepen zij naar een oude variant van het socialisme, omdat die oude burgerlijke staat voor hen geen tehuis meer bood, gefaald had en vernieuwd diende te worden op een basis die de gehele bevolking voldoening schonk. Het fascisme was daarom noch rechts noch links. Het stond in een driehoeksverhouding tot beide polen, het wilde de oude verticale binding vervangen door een nieuwe verticale binding. Daarom was het fel anti-burgerlijk. De burgerlijke staat, zeker in zijn parlementaire vorm, was zijn ogen onwaardig gebleken om de nationale gedachte nog langer te representeren. Maar het fascisme was vanaf het begin af aan ook fanatiek anti-socialistisch, omdat het in het socialisme de revolutionaire mededinger zag, die een beroep deed op verwante gevoelens, maar voor een ander doel en uitgaande van de horizontale anti-nationale binding van de klassenstrijd. wilde het hiërarchische patroon dat vóór de industrialisatie had bestaan, technisch-industriële samenleving verwezenlijken. Maar de dragers zouden nieuwe elementen zijn, niet de oude feodale groepen, doch de afvalelementen van de burgerlijke maatschappij, die noch in het kapitalisme noch in het socialisme thuis voelden. Tot een revolutionaire massabeweging met een eigen dynamiek kon het fascisme daarom alleen uitgroeien in die landen waar aan die ene belangrijke voorwaarde was voldaan: er moesten voldoende afvalelementen van burgerlijke samenleving aanwezig zijn. Vooral in Duitsland en in iets min mate in Italië was dat het geval. 5
1 Welke verklaringen geeft Von der Dunk voor de groeiende aanhang voor fascisme en nationaal-socialisme in de jaren 1920-1940? 2 Welke elementen van die verklaringen zijn ook van toepassing op Gé Gettersz? 3 Bij welke kenmerkende aspecten hoort deze tekst met de bovenstaande drie opdrachten. Geef uitleg. 4 Welke kernbegrippen zijn van toepassing op deze tekst met de bovenstaande drie opdrachten. Geef uitleg. 6
8.3 Nu. Achtergronden en duiding van de keuze voor terrorisme Tekst Gunnar Heinsohn, Zonen grijpen de wereldmacht. Terrorisme demografisch verklaard, 2003. Wanneer landen langere tijd een geboorteoverschot hebben, zodat dertig procent van de bevolking mannelijk is, tussen de 15-29 jaar is en goed gevoed en opgeleid is, dan spreekt men van de youth bulge (jeugd uitstulping in een bevolkingspiramide). De auteur schrijft hierover het volgende: Als één vader drie of vier zonen heeft, zorgt dat al voor veel spanningen binnen het gezin. Belangrijker zijn de gevolgen echter wanneer de zonen volwassen worden en een eigen bestaan moeten opbouwen. Eén op de drie, misschien één op de twee, lukt dat. De overtolligen bewandelen zowat altijd een van de volgende zes wegen: De eerste weg is emigratie. De tweede is criminaliteit. De derde uitweg is een staatsgreep. Dit is vooral een optie voor jonge mannen die een loopbaan in het leger ambiëren, maar in hun ambities worden belemmerd door ouderen die de hoge posten bezetten. De vierde is burgeroorlog of revolutie. De vijfde weg is het aanzetten tot volkerenmoord of verdrijving van minderheden om de zo vrijkomende functies in handen te krijgen. En de zesde weg, ten slotte, is gewelddadige kolonisatie om de ambities elders waar te kunnen maken. 1 Welke verklaringen geeft Heinsohn voor de groeiende aanhang voor terroristische organisaties in de jaren 2000-nu? 2 Welke elementen van die verklaringen zijn ook van toepassing op Gé Gettersz? 3 Welke overeenkomsten zijn er tussen de verklaringen van Von der Dunk en Heinsohn? 4 Welke overeenkomsten zijn er tussen de verklaringen bij bron 8.2 en bron 8.3 enerzijds en de oorzaken van de fascistische/nationaal-socialistische aanhang bij bron 8.1 7
9 Kenmerkende aspecten en kernbegrippen Tijd van wereldoorlogen Kenmerkende aspecten: 37 de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaalsocialisme 39 de crisis van het wereldkapitalisme 40 het voeren van twee wereldoorlogen 41 racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden 42 de Duitse bezetting van Nederland 43 verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering 44 vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme Kernbegrippen Antisemitisme crisis ideologie propaganda bezetting discriminatie massaorganisatie racisme communicatiemiddelen fascisme massavernietigingswapens totalitarisme communisme genocide nationaalsocialisme wereldoorlog 1 Kruis de kenmerkende aspecten en de kernbegrippen aan die bij de NSB en Gé Gettersz aan de orde kwamen. 8
2 Koppel door lijnen te trekken van de kenmerkende aspecten naar de kernbegrippen de passende kernbegrippen aan de juiste kenmerkende aspecten. Kenmerkende aspecten 37 de rol van moderne propaganda- en communicatiemiddelen en vormen van massaorganisatie 38 het in praktijk brengen van de totalitaire ideologieën communisme en fascisme / nationaalsocialisme Kernbegrippen Antisemitisme bezetting communisme communicatiemiddelen crisis 39 de crisis van het wereldkapitalisme discriminatie 40 het voeren van twee wereldoorlogen fascisme genocide 41 racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de joden ideologie nationaalsocialisme massaorganisatie 42 de Duitse bezetting van Nederland massavernietigingswapens 43 verwoestingen op niet eerder vertoonde schaal door massavernietigingswapens en de betrokkenheid van de burgerbevolking bij oorlogvoering 44 vormen van verzet tegen het West-Europese imperialisme propaganda wereldoorlog totalitarisme racisme 9
3 Lees de kenmerkende aspecten. Welke kenmerkende aspecten zijn in deze lessen over de NSB aan de orde gekomen? Schrijf het kenmerkende aspect op en geef kort een voorbeeld uit de lesgegevens over Gé Gettersz. 4 Welke kernbegrippen zijn aan de orde gekomen? Schrijf het kernbegrip op en geef kort een voorbeeld. 5 Maak over de kenmerkende aspecten 37, 38 en 39 een korte samenvatting waarin je de a kenmerkende aspecten kort uitlegt, b de passende kernbegrippen gebruikt en c een en ander kort toelicht aan de hand van de NSB. 6 Maak over de kenmerkende aspecten 40, 41, 42 en 43 een korte samenvatting waarin je a de kenmerkende aspecten kort uitlegt, b de passende kernbegrippen gebruikt en c een en ander kort toelicht aan de hand van Gé Gettersz. 10
Ranking Welke beweegreden was voor Gé Gettersz het belangrijkst om bij de NSB te gaan? Maak een rangvolgorde van de 25 onderwerpen. Vergelijk met de ranking van een of twee medeleerlingen. Discussieer. Web Welk gewicht hebben de vijf onderwerpen bij de keuze van Gé Gettersz om bij de NSB te gaan? Maak een eigen inschatting. Vergelijk die met die van een of twee medeleerlingen. Discussieer. Antisemitisme 5 4 3 Positie in het gezin 2 1 Aantrekkingskracht NSB Leerling 1 0 Leerling 2 Leerling 3 Karakter Gé Economische situatie 11