Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen Interview met het Praktijkteam van het ministerie van SZW Yolande Timman, i.s.m. Hans Christiaanse en Paulien Rietveld Het ministerie van SZW heeft een Praktijkteam aangesteld om gemeenten, schoolbesturen en instellingen te steunen en met hen ambities te formuleren voor de Aanpak Taal. Het Praktijkteam is aangesteld voor de periode van één jaar en bestaat uit Hans Christiaanse en Paulien Rietveld. In het eerste half jaar heeft het team met 26 gemeenten een eerste verkennend gesprek gevoerd. Wij vroegen Hans en Paulien naar de uitkomsten van deze fase en waren benieuwd naar de tips die zij gemeenten geven. Wat is de Aanpak Taal: ouders het kind samen? Hans Christiaanse: De Aanpak Taal: Ouders het kind samen is een initiatief van het ministerie van SZW. Met deze aanpak werken (voor)school en ouders samen aan de taalontwikkeling van het kind. Tegelijkertijd vergroten ouders daarbij hun eigen taalvaardigheid. De Aanpak Taal past binnen de gecombineerde aandacht voor Taalontwikkeling, Ouderbetrokkenheid en Participatie (TOP). De focus ligt dus niet alleen op de ontwikkeling van het kind, maar ook op de taalontwikkeling van de ouder. Gemeenten spelen een belangrijke rol bij het tot stand brengen van deze aanpak. Zij maken keuzes in hun beleid, toegespitst op de lokale situatie: wat past bij onze ouders en kinderen? Wat past binnen ons budget? Zo zijn er gemeenten met veel anderstalige ouders, waar een taalcursus noodzakelijk kan zijn om de ouderbetrokkenheid te verhogen. Een gemeente of een school met vooral Nederlandstalige ouders kan andere accenten leggen en zal bijvoorbeeld direct focussen op het educatieve thuismilieu. Hierbij maakt het opleidingsniveau van de ouders ook weer verschil voor de TOP-activiteiten. Hoe gaat het Praktijkteam te werk? Het Praktijkteam heeft de opdracht gekregen te praten met gemeenten die nog geen of weinig beleid hebben op het gebied van TOP. De gesprekken hebben tot doel gemeenten bewust te maken van het belang van TOP, hen te stimuleren beleid te ontwikkelen en daarbij advies te geven. Het Praktijkteam voert de gesprekken aan de hand van een stappenplan. Hierin komen de volgende onderdelen aan bod: visie en doelen van het ouderbeleid; een inventarisatie van wat er al is; de kenmerken van de ouderpopulatie. Verder komen zaken als een activiteitenplan ter sprake, inclusief tijdpad, fasering en monitoring. Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen 1
Hans: Doel van de gesprekken is dat er een concreet actieplan voor de gemeente uit voortvloeit. In een jaar tijd voeren we in principe twee gesprekken per gemeente. Het eerste gesprek is oriënterend. De inhoud van het tweede gesprek is afhankelijk zijn van de vraag van de gemeenten. Voorwaarde voor zo n tweede gesprek is dat er een visie is en een plan. En dat er bondgenoten zijn. In het tweede gesprek wordt dan verder op de plannen ingegaan. Wij hebben het afgelopen jaar 26 gemeenten bezocht voor een eerste verkennend gesprek. Nu zijn we de tweede ronde aan het inplannen. Zien jullie interessante ontwikkelingen in gemeenten? Het Praktijkteam: Zeker. We zien positieve ontwikkelingen voor de Aanpak Taal. Zo werken ze Steenwijkerland met een ketenaanpak voor laaggeletterdheid. In deze aanpak werken onderwijs, welzijn, sociale zaken, bibliotheken samen. Deze aanpak zorgt voor aandacht voor de ontwikkeling van taalvaardigheid van zowel ouder als kind op alle plekken die zij in de gemeente bezoeken. Hans en Paulien bevelen deze ketenaanpak dan ook van harte aan voor andere gemeenten. Voor kleinere gemeenten geldt dat het goed is in regio s te denken. Gemeenten kunnen elkaar ook inspireren. Zo heeft Waalwijk een doorgaande lijn ouderbetrokkenheid en taal naar mbo. Verder wordt in een aantal gemeenten samengewerkt met de Stichting Lezen en Schrijven en worden instrumenten als de Taalmeter ingezet. Deze gemeenten hebben in kaart gebracht hoeveel laaggeletterden er zijn en waar zij zich bevinden. Van daaruit stippelen de gemeenten hun beleid verder uit. Wij geven dan ook als tip mee: zoek contact met de Stichting Lezen en Schrijven. Is de Aanpak Taal al bekend bij gemeenten? Nee, nog niet. In veel gemeenten blijkt de Aanpak Taal, de aandacht voor taalontwikkeling van ouder en kind samen, onbekend terrein. Wat wij zien is dat de gemeenten met een onderwijsachterstandenbeleid wel duidelijke verwachtingen van de ouders hebben. Hier is meestal al een en ander opgezet voor ouders. In andere gemeenten wordt het belang van aandacht voor ouderbetrokkenheid zeker onderkend, maar de relatie met taalontwikkeling van ouders is hier vaak nog niet in beeld. In deze gemeenten zie je ook dat er nog weinig beleid is op laaggeletterdheid. Uit de gesprekken blijkt dat deze gemeenten geen visie hebben op deze problematiek. Ze zijn bijvoorbeeld ook niet op de hoogte zijn van de percentages laaggeletterden onder allochtonen en autochtonen in hun gemeente. Ons advies is hier natuurlijk om de laaggeletterdheid de gemeente in kaart te brengen. Bij de Stichting Lezen en Schrijven zijn verschillende instrumenten ontwikkeld, zoals de Placemat Laaggeletterdheid en de Taalmeter, waarmee je Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen 2
laaggeletterdheid kunt vaststellen. En laat ook scholen werken met de Taalmeter, dan kom je bij de bron. Zijn de gemeenten waar nog weinig beleid is, geïnteresseerd in de Aanpak Taal? Alle gemeenten waar wij mee gesproken hebben, zijn geïnteresseerd in een meer systematische aanpak van laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid is een probleem dat vaak van generatie op generatie doorgaat. Om ervoor te zorgen dat kinderen uit die val van laaggeletterdheid komen is het van belang te weten welke ouders laaggeletterd zijn. Maar hoe vind je die ouders? Scholen hebben hier de vindplaatsverantwoordelijkheid, zij kunnen het signaleren en doorverwijzen van laaggeletterde ouders op zich nemen. Daarnaast kunnen zij de koppeling met ouders rond hun functie leerplaats om taal te leren versterken, zegt Paulien. Hans: Andere gemeenten zijn in de fase van het ontwikkelen van visie op de Aanpak Taal. Zo hebben verschillende gemeenten aangegeven een visie op ouderbetrokkenheid te willen ontwikkelen met taal als integraal onderdeel. Verder zijn er gemeenten die al een tijd projecten rond ouderbetrokkenheid, vve en taalondersteuning voor nieuwkomers hebben. Daar zijn scholen die ook aandacht aan andere taalzwakke leerlingen en hun ouders willen besteden. Sommige gemeenten beginnen in samenwerking met de (voor)scholen in de LEA (Lokale Educatieve Agenda) een visie op ouderbetrokkenheid en taal te ontwikkelen. Hoe zien de gemeenten hun verantwoordelijkheid met betrekking tot het beleid van de scholen? Onderdeel van het proces waar gemeenten nu mee te maken hebben, is het bepalen van verantwoordelijkheden. Tot waar reikt de verantwoordelijkheid van de gemeente? Paulien: Op het gebied van de vve is de gemeente zich bewust van zijn verantwoordelijkheid, maar voor TOP en po is dat vaak minder vanzelfsprekend. De rol van gemeenten ten opzichte van scholen en schoolbesturen is vaak heel lokaal gekleurd en varieert van stimulerend en inspirerend tot faciliterend. Gemeenten willen vaak niet opleggen wat scholen moeten doen. Toch kunnen ze niet om deze de regisserende rol heen, vinden wij als Praktijkteam. Zo was in de bestandsopname van de inspectie over de vve ouderbetrokkenheid voor verschillende gemeenten een verbeterpunt. De inspectie miste een doelgroependefinitie en doorgaande lijnen. Dat vormt dus zeker ook een aandachtspunt voor gemeenten. Gemeenten zouden moeten zorgen voor doorgaande lijnen voor TOP na de vve. De eerste jaren van een kind zijn belangrijk voor zijn ontwikkeling, maar ook de jaren daarna spelen ouders een belangrijke rol. Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen 3
Wat zijn aandachtspunten bij het uitzetten van de Aanpak Taal? Samenwerking, samenhang, afstemming zijn cruciale begrippen. Allianties zijn belangrijk. Deze allianties die bestaan zijn echter nog weinig gericht op samenwerking met VVE en het basisonderwijs. Aandachtspunt bij het ontwikkelen van de Aanpak Taal vormt het leggen van verbinding tussen activiteiten. Het Praktijkteam: In veel gemeenten zijn er wel activiteiten op het gebied van TOP, maar deze vertonen weinig onderlinge samenhang, de aanpak is versnipperd. Een gericht beleid vanuit de gemeente op deze activiteiten kan zorgen voor een systematischer ondersteuning van ouders en kinderen in hun taalontwikkeling. Een voorbeeld vormt de Voorleesexpress, een populair en goedlopend project, waarbij vrijwilligers twintig keer achter elkaar bij mensen thuis komen voorlezen. Ouders en kinderen zien daarmee concreet hoe je voorleest en wat dat voor effect op het kind heeft. Als er ook een koppeling wordt gemaakt met het schoolcurriculum wordt deze aanpak versterkt en is de succesfactor veel groter. Nu zien we vaak dat de inzet van ouders afneemt vanaf het moment dat de thuisbezoeken stoppen. Daar zou de school het stokje weer kunnen overnemen, door tips en materiaal aan de ouders mee te geven gekoppeld aan het niveau van het kind. Gemeenten kunnen een rol spelen in het zorgen voor samenhang tussen dit soort activiteiten. Wat voor behoeften aan ondersteuning hebben gemeenten? Niet elke gemeente vult het beleid voor de Aanpak Taal op dezelfde manier in. Het Praktijkteam merkt dan ook dat de behoefte aan ondersteuning per gemeente verschilt. Hans: 'De ene gemeente geeft aan graag de mogelijkheden te verkennen van programma s voor taalontwikkeling van ouder en kind samen, de andere gemeente wil onderzoeken hoe binnen de Brede Scholen een ouderacademie of ouderprogramma als Taal voor Thuis ingevoerd kan worden. Ook wordt de hulp van het team ingeroepen bij het schrijven van bijvoorbeeld een startnotitie van een stadbrede aanpak rond ouderbetrokkenheid en taalontwikkeling. En bij het ontwikkelen van een visie Taal: (laaggeletterde) ouders en kind samen en de koppeling daarvan aan het sociale domein. Hoe nu verder? Het praktijkteam heeft er vertrouwen in dat de Aanpak Taal door veel gemeenten opgepakt zal worden. Daarbij zijn er nieuwe wetten die mogelijkheden voor het realiseren van de Aanpak Taal bieden. De participatiewet kan gunstig uitwerken voor de taalontwikkeling van ouders door de inzet van taalcoaches en taalmaatjes. En ook de nieuwe wet op de volwasseneneducatie biedt mogelijkheden voor ouders. En wat de voortgang van het Praktijkteam zelf betreft: het is nu halverwege de rit. In het eerste half jaar is voornamelijk met gemeenten gesproken, een enkele keer ook met een schoolbestuur, professionals werkzaam in de bibliotheek en directies van Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen 4
kinderopvangorganisaties. Momenteel maakt het team afspraken voor de tweede ronde gesprekken bij gemeenten. Deze tweede fase loopt tot juni 2015. Wordt vervolgd dus. Meer informatie Voor meer informatie over de Aanpak Taal: http://www.expertisecentrumtop.nl/nieuws/werkconferentie-aanpak-taal-ouders-en-kindsamen-16-juni-2014-45. En voor financiering van trajecten: http://www.expertisecentrumtop.nl/instrumenten/bekostiging-taal-en-ouderbetrokkenheid- 4. Achtergrondinformatie over het Praktijkteam Paulien Rietveld is inhoudelijk expert op het gebied van taal en ouders. Zij werkt als onderwijsadviseur bij het ABC en neemt deel aan het programma School aan Zet van OCW. Zo ondersteunt zij schoolbesturen en scholen bij het analyseren en aanscherpen van hun schoolbeleid. Ook begeleidt ze scholen in het opbrengstgericht werken. Eerder maakte Paulien deel uit van het programmateam Ouderbetrokkenheid van OCW, samen met Hans. Hans Christiaanse is verkenner en legt de contacten. Hans heeft een breed landelijk netwerk en is expert op ouderbetrokkenheid. Hij werkte als schooldirecteur in o.a. de Haagse Schilderswijk en een Friese dorpsschool en is medeauteur van het inspiratieboek Succes! met ouders. Ook maakte hij deel uit van het programma Ouders en School Samen van OCW. Naast Verkenner voor SZW is hij op dit moment vanuit het programmabureau Alles is Gezondheid verantwoordelijk voor het domein onderwijs en opvoeding. Op pad voor de Aanpak Taal: Ouders en kind samen 5