Bijna iedereen krijgt ooit in zijn leven te maken met. een erfenis en met successierechten. Het is goed op



Vergelijkbare documenten
ERFENIS, SCHENKING EN SUCCESSIERECHTEN. Advocaten Meersman & Van Keer Willem Tellstraat GENT

Inhoud. Deel 1 Huwelijksvermogensrecht 17. Inleiding 13

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

Deel 1. Naar wie gaat uw nalatenschap?

1. De wetgever heeft reeds in uw plaats gedacht

Je rechten bij erfenis

Deel 1 - U bent gehuwd. Wat betekent dit voor uw bezittingen?

Goed geven! Dirk Vercoutter van testament.be 20/09/14

Enkele belangrijke begrippen en afkortingen

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Successieplanning. Jan Van Ermengem Notaris te Meerhout

Burgerlijk recht. Leg volgende begrippen uit, die nodig zijn om bovenstaande artikels te begrijpen.

INHOUD. Hoofdstuk IV. Ongeldigheid van het huwelijkscontract TITEL II DE VERSCHILLENDE HUWELIJKSSTELSELS... 51

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

Successieplanning voor nieuw samengestelde gezinnen. Anne Vander Heyde, fiscaal-notarieel juriste 24 mei 2014

Is er leven na de dood?

HANDBOEK BURGERLIJK RECHT

Redactie van begunstigingsclausules van levensverzekeringen = maatwerk

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONENDEN FEITELIJK SAMENWONENDEN

HET (NIEUWE) ERFRECHT ANNO 2018

Inhoud. Deel 1 Analyse van de situatie 17. Woord vooraf 3 Inleiding 11

Successieplanning met verzekeringsproducten in nieuw samengestelde gezinnen

Begunstigingsclausules: een zaak van levensbelang!

DE SUCCESSIE- EN SCHENKINGSRECHTEN: OFFICIËLE TARIEVEN

HET ENE VRUCHTGEBRUIK IS HET ANDERE NIET.

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Wettelijk erfrecht Duitsland

MAAK IK EEN TESTAMENT? Erven en onterven. Prof. Walter Pintens

H4 Wettelijk erfrecht

De gezinswoning voor 99,6 % legateren aan de langstlevende?

Hoofdstuk 3. Erven als huwelijkspartner

Dossier successieplanning en vermogensoverdracht

Hoe beveilig ik mijn partner?

1. Onterven. 2. Generatiesprong

Het nieuwe erfrecht. Prof. dr. Charlotte Declerck

Schenken en erven. Financiële Bescherming is ons beroep.

FAQ Schenkingen en Legaten

Successieplanning via levensverzekering en huwelijkscontract. Brussel, 23 oktober 2010

Hoe afwijken van het wettelijk erfrecht? Fundamenten van het nieuwe erfrecht

DEEL I: Inleiding. A. Erfrecht. 1. Enkele begrippen. 2. Vereisten om te kunnen erven

De Vlaamse successierechten.

7. Hoe vermijdt u dat uw vermogen bij uw schoonfamilie terechtkomt?

De hervorming van het erfrecht. Grote lijnen van de wet van 31 juli 2017 en aandachtspunten Vlaamse registratie- en erfbelasting

Informatiefolder: Erfenis, schenken en woningwaarde

Erfrecht. Wie erft wat?

Het Nieuwe Erfrecht. Roel Deseyn Federaal Volksvertegenwoordiger CD&V.

De erfopvolging. auteurs: André Culot, belastingconsulent Pierre Culot, kandidaat-notaris. Intestaat nalatenschap of ab intestato = zonder testament

Inhoud. Inhoud... Titel 1. Juridische aspecten Hoofdstuk 1. Algemeen... 1

DOSSIER. De Burgerlijke Maatschap

ENKELE NOTIES VAN HET ERFRECHT (BURGERRECHTELIJK)

Aanvaarden Het accepteren van een erfdeel, inclusief de schulden. Hierdoor wordt iemand erfgenaam.

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie

Het nieuwe erfrecht Servais Verherstraeten Voorzitter CD&V-Kamerfractie.

INHOUD. Deel I. Privaatrechtelijke aspecten... 1

De erfopvolging. auteurs: André Culot, fiscaal adviseur Pierre Culot, kandidaat-notaris

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN...

Voorwoord 19 DEEL I SUCCESSIERECHTEN 21. HOOFDSTUK 1 Gewestelijk karakter Toestand vóór 1 januari

Wie wil gaan samenwonen heeft twee keuzes: feitelijk of wettelijk samenwonen.

Mandaat vennootschap onbezoldigd sociale kas verplicht?

Hoe kan men het huwelijkscontract wijzigen tijdens het huwelijk?

Rouwenhorst & Rouwenhorst Notarissen te Delden

4.1. Vooraf: soorten adoptie De adoptanten gezamenlijk Eén adoptant Wat is voogdij?... 5

Deutsche Bank DB Planning Insights Maart Samenlevings vormen en vermogens overdracht

Een slim testament? Finance Avenue Ann Maelfait Advocaat-vennoot Rivus

ik regel de overdracht van mijn vermogen ik kijk de toekomst sereen tegemoet

Gids voor wie iets wil nalaten aan een goed doel

26/02/2018. Juridisch Adviesbureau NILAN v.o.f. Schenken. ik gehuwd ben en... mijn partner overlijdt?

1. Regelingen voor het overlijden

INFOSESSIE ERFRECHT. Bénédicte van Parijs Notaris te Borgloon

Samenvatting. Familiale vermogensplanning

FAMILIALE VERMOGENSPLANNING Prof. J.Bael

HOOFDSTUK 4. De reserve

hoofdstuk 5 Erven ErvEn 95

Een goed doel opnemen in uw testament? Voordelen. Alles is goed geregeld. Uw nalatenschap krijgt een zinvolle bestemming.

Mr H.M.L. Simons, notaris Notariskantoor Kunderlinde Voerendaal

ERVEN. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee KONINKLIJKE FEDERATIE VAN HET BELGISCH NOTARIAAT

DEEL 3. Wettelijk samenwonen

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 26 april 2018

PLANNEN ZONDER SCHENKEN. Legal Counsel Wealth Analysis & Planning

Beknopte inhoudstafel (Vóór elk deel vind je de gedetailleerde inhoudstafel van dat deel. De nummers verwijzen naar de bladzijden.

SUCCESSIERECHTEN IN FRANKRIJK EN NEDERLAND (2009)

Indien iemand overlijdt heeft een erfgenaam met betrekking tot de erfenis drie mogelijkheden:

hoofdstuk 12 Conclusie

NIBE-SVV, 2015 OEFENEXAMEN SCHENK- EN ERFWIJZER

Erfrecht, een eerste kennismaking

Schenkingsrechten op onroerende goederen in de drie gewesten van het land: wat is er nieuw?

DE OVERGANG WEGENS OVERLIJDEN ENKELE OPLOSSINGEN DIE VERBAND HOUDEN MET EEN TESTAMENT

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Successiewet -- Deel 1

Voor wat betreft de heffing van schenkbelasting gelden dezelfde, hierboven genoemde grondslagen.

Erven. De notaris luistert, geeft raad en tekent mee.

Samenwonen? Of toch maar trouwen?*

Vormingplus heet u welkom

Uw vermogen overdragen. Deutsche Bank. Hoe erfrecht en fiscale optimalisering zo goed mogelijk combineren?

Impact hervorming van het federale erfrecht op de Vlaamse erfbelasting

HERVORMING ERFRECHT ESTATE PLANNING. PHILIPP BOLLEN 1 februari 2018

Transcriptie:

Gids Erfenissen, schenkingen en testamenten Afgesloten op 15 januari 2004 Bijna iedereen krijgt ooit in zijn leven te maken met een erfenis en met successierechten. Het is goed op voorhand te weten hoe de zaken in elkaar zitten. Want eenvoudig zijn ze beslist niet. En het wegvallen van een geliefde, een familielid of een vriend brengt zoveel zorgen en verdriet met zich mee dat het op dat moment vaak moeilijk is om nuchter te denken over de erfenis en de successierechten. Toch is het van groot belang te weten wat uw rechten en plichten als erfgenaam zijn en wat er met het vermogen van de overledene gebeurt. Net zoals het belangrijk is op voorhand te weten wat u zelf kunt doen om uw eigen nalatenschap te verdelen zoals u dat wenst. Daarom is er deze KBC-infogids.

Inhoud 1 Het huwelijksvermogensrecht en de omvang van de nalateschap...7 De vrije keuze van het huwelijksvermogensstelsel Het wettelijk stelsel Andere huwelijksvermogensstelsels Contractuele wijzigingen in gemeenschapsstelsels Andere voordelen van de langstlevende echtgenoot 3 Schenkingen en testamenten..33 Wat is het verschil? Het voorbehouden erfdeel of de reserve Schenkingen en testamenten 2 De wettelijke erfopvolging...17 Woordgebruik De wettelijke erfopvolging zonder langstlevende echtgenoot De wettelijke erfopvolging met langstlevende echtgenoot Bijzondere gevallen De aanvaarding en verwerping van nalatenschappen 4 Successierechten...57 Wie moet successierechten betalen en wanneer? Waarop zijn er successierechten verschuldigd? Hoe worden de successierechten berekend?

5 Instanties aan wie het overlijden moet worden gemeld en bankzaken...75 De burgerlijke stand De werkgever De financiële instellingen De verzekeringsmaatschappij De vakbond Het kinderbijslagfonds Het ziekenfonds De verhuurder De pensioenkas Andere organisaties en instellingen Wat gebeurt er met de bankzaken van de overledene? Het vrijgeven van tegoeden op rekening of in depot Het vrijgeven van de safes De KBC-Rekeningverzekering Nuttige inlichtingen voor de erfgenamen Bijlage 1 Bijlage 1......95 Waarderingsregels van het vruchtgebruik en de blote eigendom in het kader van de successierechten 6 De aangifte van de nalatenschap...87 Bijlage 2 Bijlage 2......96 Voorbeeld van een aangifte Waarom moet de nalatenschap worden aangegeven? Wie moet de aangifte doen? Waar gebeurt de aangifte? Wat is de aangiftetermijn? Hoe gebeurt de aangifte? Wat moet de aangifte inhouden? Richtlijnen voor het opstellen van de aangifte bij het openvallen van een nalatenschap in het Vlaams Gewest

Wegwijs in het erfrecht en de successierechten Het eerste deel van deze infobrochure wijst u de weg in de complexe materie van erfenisrecht, schenkingen, testamenten en successierechten. In het vierde hoofdstuk leest u meer over het successierecht. Wanneer en door wie moeten er successierechten worden betaald? Hoeveel successierechten zijn er verschuldigd? Hoe worden ze precies berekend? Welke vrijstellingen en verminderingen kunt u genieten? De antwoorden vindt u in het laatste hoofdstuk van het eerste deel. Wie erft en hoeveel? Dat is wellicht de meest gestelde vraag. Om die te kunnen beantwoorden, moet u eerst weten hoe het huwelijksstelsel wordt vereffend. Dat huwelijksvermogensstelsel bepaalt namelijk de omvang van de nalatenschap, zoals u leest in het eerste hoofdstuk van deze info-brochure. s In het tweede hoofdstuk vindt u de basisregels van het Belgisch erfrecht. U leert de typische woordenschat kennen, de regel van de orde en van de graad, de erfrechtelijke positie van de langstlevende echtgenoot, speciale regelingen en de bepalingen van aanvaarding en verwerping. De meeste mensen beslissen graag zelf over hun nalatenschap, en sommigen geven dan ook al tijdens hun leven een stuk van hun vermogen aan bepaalde personen, door een schenking bij notariële akte bijvoorbeeld, of door een handgift. Anderen drukken hun wil uit in een testament. Het derde hoofdstuk zet voor u de belangrijkste regels over schenkingen en testamenten op een rij, zodat u een goed inzicht hebt in de manier waarop de wetgever aankijkt tegen schenkingen en testamenten. 4

De praktische afhandeling Bent u zelf betrokken bij de afhandeling van een nalatenschap? Dan helpt dit tweede deel u stap voor stap door de administratieve rompslomp. In twee heldere hoofdstukken krijgt u concrete informatie over de aangifte en de kennisgeving van het overlijden, de bankzaken, over het opmaken van de inventaris en het aanvaarden van de nalatenschap en over het aangeven van de nalatenschap. Tot slot krijgt u nog de waarderingsregels van het vruchtgebruik en de blote eigendom in het kader van de successierechten (bijlage 1) en een voorbeeld van een aangifte (bijlage 2). 5

1 Het huwelijksvermogensrecht en de omvang van de nalatenschap De nalatenschap van een overledene omvat al zijn goederen en schulden op het moment van zijn overlijden. Als de erflater was gehuwd, dan gaat men voor de samenstelling van die nalatenschap kijken naar het huwelijksvermogensrecht. Wat dat precies is en hoe de vereffening van het huwelijksvermogensstelsel in elkaar zit, leest u in dit hoofdstuk. U leert ook wat u kunt doen om de langstlevende echtgenoot zoveel mogelijk voordeel toe te kennen. 7

1 De vrije keuze van het huwelijks vermogensstelsel Mensen die huwen kunnen zelf hun huwelijksvermogensstelsel kiezen. Er zijn basisregels die gelden, ongeacht het gekozen huwelijkscontract. Daarnaast kunnen de echtgenoten beslissen welk stelsel tijdens hun huwelijk bepaalt wat er gebeurt met hun goederen en hun schulden wanneer ze uit de echt scheiden of wanneer een van beiden overlijdt. Die bepaling wordt vastgelegd in een huwelijkscontract voor een notaris. Wie al ge-trouwd is, kan nog altijd een huwelijkscontract sluiten, of een bestaand contract laten aanpassen of vervangen door een ander. Is er geen huwelijkscontract tussen echtgenoten opgemaakt, dan is automatisch het wettelijk stelsel van toepassing. Verruiming begrip echtgenoten Sinds 1 juni 2003 werd het huwelijk opengesteld voor personen van hetzelfde geslacht, zodat in principe alle gevolgen die de wet aan het huwelijk verbindt ook op hen van toepassing zijn (met uitzondering van enkele bepalingen inzake adoptie en afstamming). Voor alle duidelijkheid spreken wij verder over man en vrouw, maar dat kan ook over vrouw-vrouw, man-man gaan bij huwelijken van twee personen van hetzelfde geslacht. Samenwonenden: een geval apart Sinds 1 januari 2000 is er een aparte regeling voor ongehuwd samenwonenden. Onder wettelijk samenwonenden wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die de verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats. Dit statuut staat open voor personen van hetzelfde dan wel verschillend geslacht, maar is steeds beperkt tot twee personen. Deze regeling maakt van ongehuwd samenwonende partners geen wettelijke erfgenamen. Woont u samen, dan kunt u in principe geen aanspraak maken op de nalatenschap van uw partner. Het is wel mogelijk elkaar te bevoordelen. Dat kan gebeuren met een testament. Maar het kan ook met een tontine of aanwasbeding. Daar komt heel wat bij kijken, zodat u beslist professioneel advies moet inwinnen. Een tontine of aanwasbeding is trouwens niet altijd veilig: ook als de relatie stukloopt, blijven de partners aan de afspraken gebonden. Neem het volgende voorbeeld. Dirk en Ann zijn niet gehuwd, maar wonen samen. Ze hebben geen kinderen. Ze kopen samen een huis in de stad. Aan de notaris vragen ze om ervoor te zorgen dat het huis bij overlijden van een van hen aan de ander zou toekomen. De notaris kan dan voorstellen dat er wordt aangekocht met een tontine of aanwasbeding, zodat bij overlijden van Dirk of Ann men er automatisch van uitgaat dat het aandeel van de overledene altijd aan de ander heeft toebehoord. Zo valt het eigendom niet in de nalatenschap van de eerst overledene en moeten er geen successierechten worden betaald. De langstlevende moet wel registratierechten betalen voor de overgang van zakelijke rechten. In het Vlaams Gewest bedraagt dit recht 10 % van de waarde van het aandeel van de overledene. In het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest bedraagt het tarief 12,50 %. 8

1 2 Het wettelijk stelsel Het wettelijk stelsel spreekt van drie vermogens: het eigen vermogen van de man, het eigen vermogen van de vrouw en het gemeenschappelijk vermogen. Elk vermogen omvat goederen aan de ene kant en schulden aan de andere kant. Het eigen karakter van een goed moet worden bewezen. Alle goederen waarvan niet is aangetoond dat ze eigen zijn, vallen in de gemeenschap. Wat is het eigen vermogen? Het eigen vermogen omvat hoofdzakelijk alle roerende en onroerende goederen die de man of de vrouw had op de dag van het huwelijk. Het omvat daarnaast de goederen die elke echtgenoot afzonderlijk verkrijgt tijdens het huwelijk, door een schenking, door een erfenis of via een legaat. Tot het eigen vermogen behoren ook de goederen die de man of vrouw verwerft met de opbrengst van de verkoop van een eigen goed of met eigen geld. Eigen geld is geld dat men bezat vóór het huwelijk of dat men tijdens het huwelijk verkregen heeft door erfenis, schenking, enzovoort. De schulden van elk van de echtgenoten die dateren van vóór het huwelijk behoren ook tot het eigen vermogen. Net als de schulden gekoppeld aan erfenissen of schenkingen die de man of vrouw tijdens het huwelijk ontvangt. Het gemeenschappelijk vermogen Alle goederen die niet tot het eigen vermogen behoren, zijn gemeenschappelijk. Dat zijn de inkomsten uit beroepsactiviteiten of vervangingsinkomsten, de opbrengsten van de gemeenschappelijke goederen, de opbrengsten van de goederen die eigen zijn en de goederen die de beide echtgenoten samen krijgen door schenking of via een legaat. Tot het gemeenschappelijk vermogen behoren ook alle goederen waarvan niet kan worden bewezen dat ze eigen zijn. Gemeenschappelijke schulden zijn schulden die zijn aangegaan door beide echtgenoten samen. Plus de schulden aangegaan door een van beiden ten behoeve van de huishouding of de opvoeding van de kinderen. En alle schulden waarvan niet kan worden bewezen dat ze eigen zijn. De vereffening en de verdeling Het huwelijksvermogensstelsel bepaalt hoe de vermogens zullen worden verdeeld bij de ontbinding van het huwelijk. Dus niet alleen bij overlijden van een van de echtgenoten, maar ook bij echtscheiding. Wanneer het huwelijk eindigt, wordt het huwelijksvermogensstelsel ontbonden. Er wordt dan een inventaris opgemaakt van de gemeenschappelijke roerende en onroerende goederen en schulden. Op grond van die inventaris gebeurt de vereffening. Wat betekent dat? Men gaat nauwkeurig bepalen wat de actief- en passiefzijde is van elk vermogen. En wat het ene vermogen aan het andere is verschuldigd. Want u begrijpt het: als Jan tijdens zijn huwelijk gemeenschapsgeld gebruikt om de flat te renoveren die tot zijn eigen vermogen behoort, dan zal het geleende bedrag van Jans eigen vermogen moeten terugvloeien naar het gemeenschappelijk vermogen om de balans in evenwicht te brengen. Is de vereffening gebeurd, dan kan de verdeling beginnen. In principe wordt het gemeenschappelijk vermogen in twee gelijke delen gesplitst. Wordt het huwelijk 9

ontbonden door overlijden, dan gaat de helft van de gemeenschap naar de langstlevende echtgenoot en valt die helft niet in de nalatenschap. De andere helft valt wel in de nalatenschap van de overleden echtgenoot en komt dus, samen met het eventuele eigen vermogen van de overledene, de erfgenamen toe. Hoe dit vermogen verdeeld wordt, wordt bepaald door de regels van het erfrecht. 3 Andere huwelijksvermogensstelsels Een echtpaar hoeft niet te kiezen voor het wettelijk stelsel. De wet stelt alvast zelf twee alternatieven voor: de algehele gemeenschap van goederen en de volledige scheiding van goederen. De algehele gemeenschap van goederen In dit stelsel is er sprake van maar één vermogen: het gemeenschappelijk vermogen. De echtgenoten kunnen overeenkomen dat alle goederen die ze bezitten of zullen bezitten tot de gemeenschap behoren. Alleen de goederen of rechten die door hun aard eigen zijn aan een van beide echtgenoten worden niet in het gemeenschappelijk vermogen opgenomen, zoals de kleren bijvoorbeeld. Ook de rechten die uitsluitend aan de persoon van een van beide echtgenoten gebonden zijn, zoals het recht op morele schadevergoeding, blijven altijd eigen. Bij ontbinding van het huwelijk wordt de gemeenschap normaal in twee gelijke delen verdeeld. Kiest u voor dit stelsel, dan moet u weten dat ook alle schulden door de gemeenschap worden gedragen. De volledige scheiding van goederen In het stelsel van scheiding van goederen zijn er twee vermogens: het eigen vermogen van de man en het eigen vermogen van de vrouw. Er is geen gemeenschappelijk vermogen dat wordt ontbonden bij overlijden. U en uw echtgenoot blijven allebei bestuurder van de eigen goederen en inkomsten en ieder van u betaalt zijn eigen schulden. U zult wel moeten kunnen aantonen wat van wie is. Goederen waarvan u niet kunt bewijzen wie de eigenaar is, zijn van u beiden in 10

1 onverdeeldheid. Dat geldt ook voor goederen die u samen koopt, zoals een bouwgrond of een huis bijvoorbeeld. Bij ontbinding van het huwelijk behoudt elke echtgenoot zijn eigen vermogen. 4 Contractuele wijzigingen 4 in gemeenschapsstelsels U en uw partner kunnen wijzigingen aanbrengen in de samenstelling van het wettelijk huwelijksvermogensstelsel of in de manier waarop de gemeenschap bij ontbinding door overlijden wordt verdeeld. Door de juiste wijzigingen aan te brengen kunt u de langstlevende echtgenoot zoveel mogelijk bevoordelen. Wijzigingen in de samenstelling van het gemeenschappelijk vermogen De echtgenoten kunnen overeenkomen het gemeenschappelijk vermogen uit te breiden met bepaalde bestaande of nog te verwerven goederen. Zo kunt u bedingen dat een bouwgrond die een van beiden bezat vóór het huwelijk in de gemeenschap wordt gebracht. U kunt dat ook doen met een schenking die u verwacht. Als u met zijn beiden overeenkomt dat alle tegenwoordige en toekomstige goederen in de gemeenschap vallen, bent u gehuwd onder het stelsel van algehele gemeenschap, waarover u zonet hebt gelezen. Wijzigingen in de ontbinding van het gemeenschappelijk vermogen U kunt het wettelijk stelsel of het stelsel van algehele gemeenschap zo laten aanpassen dat de manier waarop de gemeenschap wordt ontbonden anders uitvalt. U moet weten dat bij de ontbinding van de gemeenschap door overlijden de regels van het huwelijksvermogensrecht worden toegepast en niet die van het erfrecht of het recht inzake schenkingen en testamenten. De wettelijke beperkingen inzake beschikbaar en 11

reservatair gedeelte van de nalatenschap zijn, behoudens enkele uitzonderingen, niet van toepassing op de verdeling van de huwelijksgemeenschap. Beding van vooruitneming Hoe kunt u met uw huwelijkscontract de langstlevende echtgenoot bevoordelen? Er is ten eerste het beding van vooruitneming. U en uw echtgenoot kunnen in het huwelijkscontract overeenkomen dat bij overlijden de langstlevende echtgenoot het recht heeft om vóór de verdeling van de gemeenschap bepaalde goederen uit het gemeenschappelijke vermogen te nemen. Dat recht op vooruitneming kan slaan op een bepaalde som geld, op bepaalde goederen of op een hoeveelheid of een percentage van een bepaalde soort goederen. Wat na de vooruitneming overblijft, wordt in twee gelijke delen verdeeld tussen de langstlevende en de nalatenschap. De vooruitgenomen goederen worden niet als een schenking beschouwd. De wettelijke bepalingen inzake schenkingen gelden dus niet. Maar let op: gaat het om goederen die normaal eigen waren, maar die door een bepaling in het huwelijkscontract in de gemeenschap zijn gebracht, dan wordt de helft van hun waarde wél als een schenking gezien. Wanneer de overleden echtgenoot kinderen uit een vorig huwelijk achterlaat, wordt elke clausule waardoor de langstlevende echtgenoot meer krijgt dan de helft van de aanwinsten, als een schenking beschouwd. Afwijkingen van de regel van gelijke verdeling U en uw echtgenoot zijn niet verplicht de gemeenschap in gelijke helften te verdelen. Sluit u een huwelijkscontract, dan kunt u bedingen dat bij overlijden de langstlevende echtgenoot, of slechts een van beiden (bijvoorbeeld de vrouw alleen, als zij het langst leeft), een deel uit de gemeenschap ontvangt dat groter of kleiner is dan de helft. U kunt zelfs bedingen dat de langstlevende de hele gemeenschap ontvangt. Wat de langstlevende krijgt boven op de helft van de gemeenschap, wordt niet als een schenking beschouwd. Maar er is wel een uitzondering. Als de langstlevende echtgenoot uit de verdeling meer dan de helft van de goederen ontvangt die normaal eigen zijn, maar die door de andere echtgenoot via huwelijkscontract in de gemeenschap zijn ingebracht, dan wordt datgene wat de langstlevende boven de helft van de waarde van die goederen ontvangt, als schenking beschouwd. Wat maakt dat de helft van de in de gemeenschap gebrachte goederen vatbaar is voor inbreng. Wanneer de overleden echtgenoot kinderen uit een vorig huwelijk achterlaat, wordt elke clausule waardoor de langstlevende echtgenoot meer krijgt dan de helft van de aanwinsten als een schenking beschouwd. Het huwelijkscontract: een voorbeeld Laten we eens kijken naar een voorbeeld dat illustreert hoe u met een huwelijkscontract zelf vooraf kunt bepalen hoe uw nalatenschap zal worden verdeeld. Hilde en Felix zijn twintig jaar gehuwd. Een huwelijkscontract hebben ze nooit gesloten. Ze hebben samen een gezinswoning gebouwd met een waarde van 100 000 euro. De lening is net volledig terugbetaald. Met het geld dat ze elke maand opzij legden, hebben 12

1 Vóór de wijziging van het huwelijkscontract Eigen vermogen Gemeenschappelijk Eigen vermogen Hilde vermogen Felix Actief geschonken gezinswoning geërfde woning buffetkast meubelen huisraad auto KBC-Kasbons Passief autolening Na de wijziging van het huwelijkscontract Eigen vermogen Gemeenschappelijk Eigen vermogen Hilde vermogen Felix Actief gezinswoning geërfde woning meubelen huisraad auto KBC-Kasbons buffetkast Passief autolening 13

ze meubelen gekocht, huisraad en een auto. Voor die auto hebben zij bij KBC een lening gesloten, waarvan nog 5 000 euro moet worden terugbetaald. Ze hebben ook geld belegd in KBC-Kasbons. Hilde heeft van haar vader de antieke buffetkast gekregen (ter waarde van 11 250 euro). Felix, een enig kind, heeft jaren geleden het huis van zijn ouders geërfd. Een huis dat hij op dit moment verhuurt. Hilde en Felix zijn allebei nog in leven, maar wat gebeurt er als een van hen overlijdt? Hun huwelijk valt onder het wettelijk stelsel. In het wettelijk stelsel omvat de nalatenschap van de overledene zijn of haar eigen vermogen plus de helft van het gemeenschappelijk vermogen. In het geval van Hilde en Felix behoren hun gezinswoning, hun meubelen, huisraad, auto en KBC-Kasbons tot het gemeenschappelijk vermogen. De 5 000 euro die ze nog moeten afbetalen voor de auto, is een gemeenschappelijke schuld. Het antieke buffet van Hilde vormt haar eigen vermogen. Het huis dat Felix van zijn ouders heeft geërfd, maakt zijn eigen vermogen uit. Zo is dat althans volgens het wettelijk stelsel. Maar Hilde zou graag hebben dat het buffet bij haar overlijden naar Felix gaat, in plaats van verdeeld te worden onder alle erfgenamen. Dat kan worden geregeld met een huwelijkscontract. Hilde kan bijvoorbeeld de kast inbrengen in de gemeenschap en met een clausule van vooruitneming toekennen aan Felix. Dat betekent dat Felix het recht heeft om het buffet vooraf uit het gemeenschappelijk vermogen te nemen. De helft van de waarde van het buffet wordt dan beschouwd als een schenking. 5 Andere voordelen 4 van de langstlevende echtgenoot Laten we eens kijken naar nog andere voordelen voor de langstlevende echtgenoot, die een invloed kunnen hebben op de verdeling van de nalatenschap, zoals contractuele erfstellingen en testamenten en schenkingen. Contractuele erfstellingen Met een contractuele erfstelling kunt u in het huwelijkscontract laten vastleggen dat de ene echtgenoot aan de andere een deel of het geheel van zijn nalatenschap schenkt. Zo n contractuele erfstelling kan wederzijds zijn: de man bedingt ten gunste van de vrouw en omgekeerd. Maar het hoeft niet. Een schenking als deze is in alle gevallen onherroepelijk, tenzij beide echtgenoten ermee akkoord gaan. Als de contractuele erfstelling plaatsvindt bij een andere notariële akte dan het huwelijkscontract, dan kan ze niet wederzijds zijn. Maar ze kan wel eenzijdig en te allen tijde worden herroepen. Inkoop van onroerend goed als gezinswoning of voor een beroep Bij ontbinding van de huwelijksgemeenschap naar aanleiding van het overlijden van een van de echtgenoten heeft de langstlevende het recht om het onroerend goed waarin de gezinswoning was gevestigd, of dat dient voor de uitoefening van zijn beroep, in te kopen tegen een schattingswaarde. 14

1 Dat recht slaat bij de inkoop van de gezinswoning eveneens op het daarin aanwezige huisraad. Bij de inkoop van het goed waarin de langstlevende echtgenoot zijn beroep uitoefent, geldt dit recht ook voor de roerende goederen die in het onroerend goed aanwezig zijn en dienen voor beroepsdoeleinden. Testamenten en schenkingen Binnen de grenzen van wat men het beschikbare gedeelte noemt, kunnen echtgenoten elkaar begunstigen, bij leven met een schenking tussen echtgenoten of bij overlijden door het aanwijzen van de langstlevende als legataris. Meer daarover leest u in het derde hoofdstuk vanaf pagina 33. 15

2 De wettelijke erfopvolging Als u zelf geen maatregelen hebt getroffen voor de verdeling van uw vermogen, dan zijn de regels van de wettelijke erfopvolging van toepassing wanneer u overlijdt. Die regels bepalen wie de wettelijke erfgenamen zijn, in welke volgorde zij erven en hoe de nalatenschap onder hen wordt verdeeld. Hierna leert u de basisbegrippen van het erfrecht kennen. Daarna wordt de concrete erfopvolging geschetst, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen nalatenschappen waarin de langstlevende echtgenoot optreedt en nalatenschappen waarin enkel andere erfgenamen dan de langstlevende echtgenoot voorkomen. 17

1 Woordgebruik Om een goed inzicht te krijgen in de toch wel ingewikkelde materie van het erfrecht en de nalatenschappen moet u een aantal begrippen kennen. U moet weten wat een erflater is, wat men verstaat onder nalatenschap en wie men bedoelt met wettelijke erfgenamen. Verder dient u te weten wat orde, graad en lijn betekenen. De erflater De erflater is de overleden persoon. Diegene wiens vermogen onder de erfgenamen moet worden verdeeld. Die erfgenamen worden met een meer algemene term ook wel erfopvolgers genoemd. De nalatenschap De wettelijke erfgenamen hebben het bezitsrecht of de saisine. Dat betekent dat zij het recht hebben de goederen van de nalatenschap op te eisen van iedereen die ze feitelijk in zijn bezit heeft. Sommige personen die per definitie wettelijke erfgenamen van de erflater zijn, worden beschouwd als onwaardig en kunnen helemaal niet erven. Het gaat om: personen die zijn veroordeeld om de erflater te hebben gedood of wegens een poging hem te doden; personen die de erflater lasterlijk hebben beschuldigd van een feit waarop levenslange opsluiting staat; meerderjarige erfgenamen die op de hoogte zijn van het feit dat doodslag werd gepleegd op de erflater en daarvan geen aangifte hebben gedaan bij het gerecht. De nalatenschap is het nagelaten en te verdelen vermogen van de erflater. Ze bestaat uit alle eigendommen en schulden, rechten en verplichtingen die de erflater heeft op het ogenblik van zijn overlijden. De wettelijke erfgenamen De langstlevende echtgenoot en bepaalde bloedverwanten van de erflater zijn wettelijke erfgenamen. Dat betekent dat zij in aanmerking komen om een deel van de nalatenschap te ontvangen, als zij bestonden of al verwekt waren bij het openvallen van de nalatenschap. Wie uiteindelijk erft, hangt af van de graad van verwantschap, de lijn en de orde. De begrippen orde, graad en lijn worden in het volgende punt uitgelegd. 18

2 2 De wettelijke erfopvolging 4 zonder langstlevende echtgenoot De wet heeft een rangschikking volgens orde van voorrang ingesteld om te bepalen wie eerst voor de erfenis in aanmerking komt. We spreken hier over de regel van de orde. De orde duidt de groep bloedverwanten aan die kunnen erven. Wat niet wil zeggen dat de leden van die bepaalde orde ook allemaal erven. Alleen diegenen die het dichtst bij de overledene staan, erven. Het is de regel van de graad die dat bepaalt. De opeenvolging van graden vormt een lijn. In dit stukje krijgt u meer uitleg over de begrippen orde, graad en lijn en over de regel van de plaatsvervulling. De regel van de orde De regel van de orde deelt de erfgenamen in vier groepen in en bepaalt de volgorde waarin ze tot de nalatenschap worden geroepen. De bloedverwanten in een eerdere orde hebben voorrang op de bloedverwanten in een verdere orde. De eerste orde omvat de afstammelingen: kinderen, kleinkinderen, enzovoort. In het erfrecht wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen kinderen geboren binnen het huwelijk en kinderen geboren buiten het huwelijk. En adoptiekinderen worden gelijkgesteld met bloedverwante kinderen. De tweede orde omvat broers en zussen, met hun afstammelingen, en de ouders van de overledene. Zijn er geen broers of zussen, of afstammelingen daarvan, dan behoren de ouders tot de derde orde. De derde orde omvat de ascendenten van de overledene: de ouders, grootouders, enzovoort. De vierde orde bestaat uit ooms, tantes, neven, nichten, enzovoort. De tabel op de volgende bladzijde geeft u een overzicht. Elke voorgaande orde sluit de volgende orde uit van de nalatenschap. Wat wil dat zeggen? De bloedverwanten die tot de eerste orde behoren, erven. Zij sluiten vanzelf alle bloedverwanten uit die zich in de tweede, derde of vierde orde bevinden. Zijn er geen bloedverwanten in de eerste orde, maar wel in de tweede, dan hebben die voorrang op de bloedverwanten in de derde en vierde orde, enzovoort. 19

Orde Verwanten Nadere bepaling Eerste de afstammelingen kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen Tweede de bevoorrechte de ouders, als er nog broers of zussen van de ascendenten erflater of afstammelingen van broers of zussen zijn + + de bevoorrechte de broers, zussen en hun afstammelingen zijverwanten Derde de ascendenten de ouders, als er geen broers of zussen of afstammelingen van broers of zussen zijn, en de grootouders en overgrootouders Vierde de overige ooms en tantes, neven en nichten, grootooms zijverwanten en groottantes De graad en de lijn De regel van de graad bepaalt de graad van verwantschap, met andere woorden: de afstand die tussen de verschillende familieleden bestaat. Om te erven op basis van de wettelijke erfopvolging mogen de bloedverwanten zich ten hoogste in de vierde graad bevinden. Elke generatie die bloedverwanten van elkaar scheidt, telt voor één graad. Tussen de ouders en hun kinderen is er één generatie verschil: zij staan tot elkaar in de eerste graad. Een kleinkind staat in de tweede graad tot zijn grootouders. Als de overledene en zijn bloedverwant niet rechtstreeks van elkaar afstammen, wordt er geteld via de gemeenschappelijke stamouder. Zo staat een neef tegenover zijn oom in de derde graad. Kijk even naar het schema op de volgende bladzijde, waarin we de graad bepalen tussen de overleden Tim en zijn bloedverwanten. 20

2 Grootvader x grootmoeder (2de graad) (2de graad) Grootvader x grootmoeder (2de graad) (2de graad) Tante (3de graad) Vader x moeder (1ste graad) (1ste graad) Oom (3de graad) Tim (erflater) Broer (2de graad) Zoon (1ste graad) Neef (3de graad) De opeenvolging van graden, van generaties, vormt een lijn. Bloedverwanten in één lijn stammen van elkaar af: grootvader - vader - zoon - kleinkind. Men noemt ze ook wel verwanten in de rechte lijn. Bloedverwanten in de zijlijn zijn bloedverwanten die niet van elkaar afstammen, maar een gemeenschappelijke voorouder hebben, zoals broers en zussen. De bloedverwanten van de erflater kunnen worden onderverdeeld in bloedverwanten van een vaderlijke en een moederlijke lijn. Hoe wordt nu bepaald wie erft en wie niet? Eerst wordt de zogenaamde nuttige orde bepaald, dat is de orde waar de nalatenschap naartoe gaat. Dan wordt binnen die orde nagegaan welke bloedverwant het dichtste in graad staat. Die persoon erft. Zitten er verschillende personen van dezelfde graad in de nuttige orde, dan krijgen die allemaal een gelijk deel van de nalatenschap. Hoe zit dat precies met die graden? In de rechte lijn telt men het aantal generaties tussen de erflater en de bloedverwant in kwestie. In de zijlijn telt men het aantal generaties tussen de erflater en de gemeenschappelijke voorouder en telt men vervolgens het aantal generaties tussen de bloedverwant en de gemeenschappelijke voorouder (zie schema hierboven). De regel van plaatsvervulling Als een bloedverwant die zou hebben geërfd, zelf overleden is, geldt de regel van plaatsvervulling. Zijn plaats in de nalatenschap wordt ingenomen door zijn eigen bloedverwanten. Zijn dichtste afstammelingen zullen samen het deel in de nalatenschap verkrijgen dat hij normaal zou verkrijgen, als hij nog in leven was geweest. Door die regel kunnen dus personen die niet voldoende dicht in graad staan, toch erven. 21

Alleen de afstammelingen van de kinderen, van de broers en zussen, en van de ooms en tantes van de erflater kunnen erven door plaatsvervulling. Plaatsvervulling kan alleen maar als diegene wiens plaats men inneemt, overleden is én geërfd zou hebben als hij nog in leven was. Als die overledene bij leven echter niet geërfd zou hebben, omdat hij onwaardig was te erven (zie pagina 18), kan de persoon die in de plaats treedt ook niet erven. Plaatsvervulling kan ook niet bij verwerping. Meer over verwerping vindt u op de pagina s 30 en 31. Erfopvolging in de eerste orde en plaatsvervulling: een voorbeeld Hendrik Nagels is 82 wanneer hij overlijdt. Hij heeft tot aan zijn pensioen heel hard gewerkt en laat een mooi vermogen na. Zijn vrouw is tien jaar eerder gestorven. Hendrik had twee kinderen: Leonard en Liesbeth. Leonard heeft twee zonen, allebei jonger dan 21 jaar. Liesbeth had twee minderjarige dochters, maar zij is vooroverleden, dat betekent: overleden vóór Hendrik. De helft van Hendriks nalatenschap komt toe aan Leonard. Dat is duidelijk. De andere helft, die eigenlijk voor Liesbeth is, wordt verdeeld onder haar kinderen, want zij is vooroverleden. Hier wordt dus de regel van plaatsvervulling toegepast. Isabelle en Nathalie nemen de plaats van Liesbeth in en erven dus elk een vierde van de nalatenschap van hun grootvader. De vererving gebeurt bij staken, zoals dat heet. De vooroverleden bloedverwant, Liesbeth, vormt een staak en haar erfdeel wordt voor gelijke delen verdeeld onder diegenen die in haar plaats delen. De echtgenoot van de overleden Liesbeth krijgt geen deel van de nalatenschap. De kinderen van Leonard erven niets: hun vader is nog in leven bij het overlijden van Hendrik, en erft zelf de helft van diens nalatenschap. Erfopvolging in de tweede orde In het voorbeeld van Hendrik is sprake van erfopvolging in de eerste orde: de erflater heeft twee kinderen. Laten we nu eens kijken naar een voorbeeld van erfopvolging in de tweede orde. Wat gebeurt er als de Hendrik (erflater) Liesbeth x Frans Leonard (1/2) x Silvia Isabelle (1/4) Nathalie (1/4) Karel Pieter 22

2 erflater zelf geen kinderen heeft, maar wel ouders, een broer en een zus? Dan ziet het plaatje er zo uit: omdat Jans zus, Silke, vooroverleden is, treden haar kinderen Oswald en Reginald in haar plaats. Zij krijgen elk een gelijk deel van het stuk dat Silke zou ontvangen als ze nog zou leven (zie schema hieronder ). De erfopvolging in de derde en vierde graad: kloving Als de overledene geen afstammelingen heeft en ook geen broers of zussen of afstammelingen daarvan, is de regel van kloving van toepassing: de nalatenschap wordt dan in twee gelijke helften verdeeld, één voor de vaderlijke en één voor de moederlijke lijn. De voorrangsregels van orde en graad worden binnen elke lijn toegepast. Een voorbeeld (zie schema pagina 24). Mark overlijdt op dertigjarige leeftijd. Hij heeft geen afstammelingen. Hij was enig kind en laat geen broers of zussen na. Zijn vader, Fons, leeft nog, maar zijn moeder is vooroverleden, net als zijn grootmoeder en grootvader langs moeders zijde. Er zijn nog wel een broer en een zus van zijn moeder in leven: zij zijn Marks oom en tante. Kijkt u even mee: Truus, de moeder van Mark, oom Louis en tante Jeanne behoren tot de moederlijke lijn. Marks grootmoeder en grootvader langs moeders zijde ook, maar zij zijn gestorven vóór Mark en kunnen dus nooit een deel van de nalatenschap krijgen. In de vaderlijke lijn bevindt zich alleen Fons. De ene helft van de nalatenschap, die naar de vaderlijke lijn gaat, komt dus Fons toe. De andere helft, bestemd voor de moederlijke lijn, gaat naar diegenen die binnen die lijn het dichtst in orde en graad bij Mark staan. Dat zijn Marks oom en tante. Zij krijgen elk de helft van de helft, dus een vierde. Wanneer in één lijn de vader of de moeder van de erflater erft, en in de andere lijn een of meer zijverwanten, dan krijgt de vader of moeder naast de helft in volle eigendom, tevens het vruchtgebruik van 1/3 van de helft van de nalatenschap die hem of haar niet toekomt. De verdeling is dan als volgt: vader krijgt 1/2 volle eigendom + 1/6 vruchtgebruik; oom krijgt 1/6 volle eigendom + 1/12 blote eigendom; tante krijgt 1/6 volle eigendom + 1/12 blote eigendom. Vader Luk (1/4) x moeder Tilde (1/4) Jan (erflater) Broer Piet (1/4) Zus Silke x Bruno Oswald (1/8) Reginald (1/8) 23

Wat gebeurt er als er helemaal geen erfgenamen zijn? 3 De wettelijke erfopvolging 4 met langstlevende echtgenoot Als de overledene geen erfgenamen nalaat of niemand begunstigd heeft bij testament, dan komen na zijn overlijden zijn bezittingen volledig toe aan de staat. Dat hoeft niet zo te zijn, want door vóór het overlijden een testament te maken, kan men zelf bepalen hoe zijn nalatenschap wordt verdeeld. Het vermogen kan naar vrienden gaan, maar ook naar een goed doel, bijvoorbeeld. De bestemming moet echter in een testament opgenomen zijn. De erfrechtelijke positie van de langstlevende echtgenoot is nauw verbonden met het huwelijksvermogensstelsel. Dat moet worden vereffend vóór de nalatenschap kan worden samengesteld. In het vorige hoofdstuk kon u lezen hoe dat gebeurt. In dit deel gaan we na onder welke voorwaarden de langstlevende echtgenoot kan erven, wat er gebeurt als er nog andere erfgenamen zijn en hoe het zit met het vruchtgebruik waarop de langstlevende recht heeft. De termen eigen vermogen en gemeenschappelijk vermogen hebben in dit deel enkel betrekking op het eigen vermogen van de erflater en dat deel van het gemeenschappelijk vermogen dat in de nalatenschap valt. KLOVING De vaderlijke lijn De moederlijke lijn Grootvader x grootmoeder Vader Fons (1/2) Moeder Truus Oom Louis (1/4) Tante Jeanne (1/4) Mark (erflater) 24

2 Wanneer kan de langstlevende erven? In beginsel erft de langstlevende echtgenoot altijd. Het huwelijk mag op datum van het overlijden niet ontbonden zijn door echtscheiding en de echtgenoten mogen op dat ogenblik niet gescheiden zijn van tafel en bed. Hoeveel de langstlevende erft, hangt af van met welke bloedverwanten hij of zij opkomt. Onder bepaalde voorwaarden kan de erflater de langstlevende bij testament onterven. Meer daarover leest u in het hoofdstuk over schenkingen en testamenten vanaf pagina 33. Momenteel kunnen echtgenoten met kinderen uit een vorige relatie de erfrechten van de langstlevende echtgenoot geheel of gedeeltelijk beperken. Dat kan eenzijdig of wederkerig bedongen worden, maar moet gebeuren in het huwelijkscontract, of later bij een wijziging van het huwelijkscontract. Op deze wijze wordt het mogelijk om het reservatair gedeelte van de langstlevende echtgenoot te beperken. Deze beperking mag evenwel nooit aan de langstlevende het recht ontnemen op het vruchtgebruik van de gezinswoning en het hierin aanwezige huisraad. De langstlevende komt op samen met bloedverwanten van de eerste orde Dit is de algemene regel: de langstlevende echtgenoot krijgt het vruchtgebruik (VG) van de volledige nalatenschap. Dat is het aandeel van de erflater in het gemeenschappelijk vermogen en het eigen vermogen van de erflater. De kinderen erven de blote eigendom (BE). Tim (1/3 BE) Robert (erflater) x Ria (VG) Bob (1/3 BE) Els (1/3 BE) Een voorbeeld Ria Zwartjes is zestig wanneer haar man, Robert, een bekend architect, plots overlijdt. Bob, Tim en Els zijn hun drie kinderen, allemaal meerderjarig. Ria en Robert hebben achttien jaar geleden hun huis, een groot en prachtig pand in de stad, samen gekocht en gerenoveerd. Ze hebben later ook samen een buitenverblijf in de Ardennen gekocht om er met het gezin van de natuur te genieten. Robert had vóór het huwelijk een stuk landbouwgrond van zijn ouders gekregen, ter waarde van 10 000 euro. Op die grond is nooit gebouwd. Ria vraagt zich af wat er nu mee gebeurt, en hoe ook de andere bezittingen worden verdeeld. Is zij nu de enige erfgenaam van Robert? Erven de kinderen mee het huis en het buitenverblijf? En zo ja, kunnen zij dan beslissen om ze te verkopen? De landbouwgrond van 10 000 euro, die Robert van zijn ouders had gekregen, valt volledig binnen zijn nalatenschap. De gezinswoning, het buitenverblijf, de meubelen, het huisraad, de auto en de spaarcenten vormen de gemeenschappelijke goederen van Robert en Ria. Ze hebben een 25

totale waarde van 230 000 euro. Volgens de wet valt de helft van die gemeenschappelijke goederen in de nalatenschap: 115 000 euro. Samen met de landbouwgrond van 10 000 euro is Roberts nalatenschap dus 125 000 euro waard. Ria s eigen vermogen, een schenking van 8 750 euro van een tante en de andere helft van de gemeenschap, vallen buiten de nalatenschap van Robert. Ria behoudt haar helft van de gemeenschappelijke goederen in volle eigendom. Maar ze maakt als langstlevende echtgenote ook deel uit van de erfgenamen. Vermogen Vermogen Vermogen Robert Robert en Ria Ria landbouw- gezinswoning schenking grond buitenverblijf tante meubelen huisraad auto spaarcenten (10 000 euro) (230 000 euro) (8 750 euro) Vruchtgebruik en blote eigendom Laten we het voorbeeld van Robert en Ria nemen om de begrippen vruchtgebruik, blote eigendom en volle eigendom uit te leggen. Bob, Tim en Els erven alleen de blote eigendom van hun vaders nalatenschap. Dat wil zeggen dat ze wel een eigendomsrecht bezitten, maar moeten dulden dat hun moeder het genot en de inkomsten van de goederen heeft. Want het vruchtgebruik is voor Ria. Zij mag dus in het huis blijven wonen, het stuk grond verpachten, de opbrengst van het spaargeld innen, het buitenverblijf bewonen of het verhuren en de huur opstrijken. Ria mag als vruchtgebruiker de nagelaten goederen zelf gebruiken en er de vruchten van plukken, maar moet deze goederen onderhouden. Het vruchtgebruik duurt zolang zij leeft. De kinderen, die de blote eigendom hebben, verwerven die goederen in volle eigendom wanneer hun moeder overlijdt. De blote eigendom gaat dan gewoon over in volle eigendom, zonder dat daarop successierechten verschuldigd zijn. Voor de waardering van het vruchtgebruik en de blote eigendom in het kader van de successierechten: zie bijlage 1. Nalatenschap Robert: 10 000 euro + 115 000 euro Ria erft het vruchtgebruik. De kinderen erven de blote eigendom. De verdeling gebeurt als volgt: Ria erft het vruchtgebruik op de totale nalatenschap, die bestaat uit de eigen goederen van Robert (de grond) en de helft van hun gemeenschappelijke goederen. Bob, Tim en Els erven elk een derde van de blote eigendom van de totale nalatenschap van hun overleden vader. 26

2 De langstlevende komt op samen met bloedverwanten van de tweede, derde of vierde orde De langstlevende erft het aandeel van de erflater in het gemeenschappelijk vermogen in volle eigendom. De langstlevende erft bovendien het vruchtgebruik van de eigen goederen van de erflater. De rest van de nalatenschap (de blote eigendom van het eigen vermogen van de erflater) wordt onder de overige erfgenamen verdeeld volgens de hierboven beschreven regels. Een voorbeeld Thomas overlijdt en laat een echtgenote, vader, broer en zus na. Sonja, zijn vrouw, erft in volle eigendom het aandeel van Thomas in de gemeenschap. Plus het vruchtgebruik van alle goederen die Thomas eigen zijn. Vader Jef heeft recht op 1/4 van de eigen goederen van Thomas in blote eigendom, omdat hij opkomt met bevoorrechte zijverwanten (2de orde). Lisa en Luc hebben elk recht op 3/8 van Thomas eigen goederen in blote eigendom. Broer Luc Zus Lisa Vader Jef Thomas (erflater) x Sonja De erflater laat geen erfgenamen na behalve de langstlevende echtgenoot Als de erflater geen andere erfgenamen nalaat dan zijn echtgenoot, erft de langstlevende echtgenoot de hele nalatenschap in volle eigendom. De omzetting van het vruchtgebruik Het erfrecht van de langstlevende bestaat haast altijd geheel of gedeeltelijk uit een recht van vruchtgebruik. En dat heeft bepaalde nadelen. Met vruchtgebruik bezwaarde goederen kunnen namelijk moeilijk worden verkocht. De erfgenamen moeten bovendien rekening houden met de bevoegdheidsverdeling tussen blote eigenaar en vruchtgebruiker. Kunnen de kinderen of andere bloedverwanten de omzetting van het vruchtgebruik vragen? Ja, de kinderen van de overledene kunnen altijd de omzetting van het vruchtgebruik vragen, behalve met betrekking tot de gezinswoning en het huisraad. Daarvoor hebben zij de instemming nodig van de langstlevende echtgenoot. De andere bloedverwanten van de overledene kunnen in principe niet om de omzetting van het vruchtgebruik vragen, tenzij de rechtbank het billijk acht wegens omstandigheden eigen aan de zaak. Daarvoor moeten er bijzondere economische motieven zijn, zoals het voortbestaan van een bedrijf of de uitoefening van een beroep. Heeft de gevraagde omzetting van het vruchtgebruik echter betrekking op de gezinswoning, dan blijft de instemming van de langstlevende echtgenoot vereist. Maar de wet voorziet in mogelijkheden om het vruchtgebruik te laten omzetten. Zo kan een gedeelte of het 27

geheel van de met vruchtgebruik bezwaarde goederen worden omgezet in volle eigendom. Maar evengoed in een geldsom of een gewaarborgde en geïndexeerde rente. 4 Bijzondere gevallen Speciale regeling voor halfbroers en halfzussen Omzetting: een voorbeeld Stel dat Ria Zwartjes (zie voorbeeld pagina s 25 en 26) het vruchtgebruik van het riante herenhuis in de stad niet wil, omdat het huis te groot voor haar is bijvoorbeeld. Ze kan dan aan de kinderen vragen om het huis samen te verkopen. De kinderen kunnen het huis natuurlijk ook zelf overnemen. In ruil daarvoor kunnen zij het volgende doen: ze geven Ria de volle eigendom van andere met vruchtgebruik belaste goederen (zoals het buitenverblijf en de grond), ze betalen een geldsom aan hun moeder of ze keren haar voor de rest van haar leven een gewaarborgde en geïndexeerde rente uit. Men spreekt dan van omzetting van het vruchtgebruik. Wanneer halfbroers/halfzussen van elkaar erven, moet de nalatenschap worden verdeeld tussen de vaderlijke en de moederlijke lijn. Hoewel ze erfgenamen van de tweede orde zijn, treedt er dus kloving op. Vervolgens erven de volle broers en zussen in beide lijnen. De halfbroers en halfzussen erven slechts in de lijn van de ouder van de erflater van wie zij zelf afstammen. Een voorbeeld Ronald overlijdt. Zijn ouders zijn gescheiden. Zijn moeder, Mieke, is hertrouwd. Ronald heeft een broer, Robert, en een halfzus, Belinda. De vader en de moeder van Ronald erven elk 1/4 (zie pagina 22 over de erfopvolging in de tweede orde). Door kloving gaat vervolgens 1/4 van de nalatenschap naar de vaderlijke lijn, naar broer Robert dus, en 1/4 naar de moederlijke lijn. Binnen de moederlijke lijn gaat de helft (dus 1/8 van de nalatenschap) naar de broer en de andere helft naar de halfzus. De verdeling ziet er dus als volgt uit: 1/4 voor de vader, 1/4 voor de moeder, 3/8 voor de broer, 1/8 voor de halfzus. Vader Etienne (1/4) Moeder Mieke (1/4) x 2de echtgenoot Ronald (erflater) Broer Robert (3/8) Halfzus Belinda (1/8) 28

2 De kleine nalatenschappen en de landbouwbedrijven Twee bijzondere wetten geven bepaalde erfgenamen de mogelijkheid om bepaalde goederen die tot de nalatenschap behoren, in te kopen tegen een schattingswaarde. Die komt dan in de plaats van die goederen en moet dus onder de erfgenamen worden verdeeld. De wet van 16 mei 1900 regelt dat voor de kleine nalatenschappen. Dat zijn de onroerende goederen die deel uitmaken van de nalatenschap met een kadastraal inkomen van ten hoogste 1 565 euro. Er bestaat een analoge regeling voor de landbouwbedrijven, bepaald door de wet van 29 augustus 1988. Wettelijke en bedongen terugkeer Bij de toebedeling van de nalatenschap volgens de regels van het wettelijk erfrecht wordt de nalatenschap in principe als één geheel behandeld. Er zijn echter twee uitzonderingen. Wettelijke terugkeer In bepaalde gevallen worden de goederen die de erflater heeft gekregen, van de rest van de nalatenschap afgezonderd en keren ze terug naar diegene die ze heeft geschonken. Dat noemt men het recht van wettelijke terugkeer. De rest van de nalatenschap blijft onderworpen aan de regels van het erfrecht. De wettelijke terugkeer vindt plaats in twee gevallen. A De schenkingen van ascendenten aan descendenten, zoals schenkingen van grootouders aan een kleinkind, keren terug naar de ascendent-schenker, als de volgende voorwaarden samen zijn vervuld: de begiftigde overlijdt zonder afstammelingen; de schenker overleeft de begiftigde; de goederen zijn nog in natura in de nalatenschap aanwezig. Dat laatste betekent dat de wettelijke terugkeer niet plaatsvindt wanneer de erflater (d.w.z. de begiftigde) de goederen heeft vervreemd, onder bezwarende titel of om niet (door schenking of bij testament, zie derde hoofdstuk vanaf pagina 33). B De goederen die een (gewoon) geadopteerde heeft gekregen van zijn bloedverwanten in de opgaande lijn, keren terug naar die bloedverwanten of naar de erfgenamen in de dalende lijn van die bloedverwanten. Wat werd verkregen van een adoptant (iemand die een persoon heeft geadopteerd), keert terug naar de adoptant of naar de erfgenamen in de dalende lijn van de adoptant. Let wel op: ondanks de wettelijke terugkeer behoudt de langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik van de goederen, die in blote eigendom terugkeren naar de schenker, tenzij in de schenkingsakte of het testament het tegendeel bedongen werd. Bedongen terugkeer Het wettelijk recht van terugkeer, zoals hierboven beschreven, kan maar in welbepaalde situaties plaatsvinden. En u moet het onderscheiden van het bedongen recht van terugkeer. Een schenker kan namelijk bedingen dat de geschonken goederen naar hem terugkeren als de begunstigde vóór hem overlijdt of als de begunstigde én de afstammelingen van de begunstigde vóór hem, de schenker, overlijden. Door de bedongen terugkeer 29

keert het geschonken goed eveneens terug naar de schenker, ook al zijn de voorwaarden voor de wettelijke terugkeer niet vervuld. Zo kan oom Oscar zijn vleugelpiano aan zijn nicht Katrien schenken, maar bedingen dat het instrument naar hem terugkeert, mocht Katrien vóór hem overlijden. Op die manier valt de piano van Katrien buiten haar nalatenschap, en moeten er geen successierechten op betaald worden. 5 De aanvaarding en verwerping 4 van nalatenschappen Wanneer een nalatenschap openvalt, hebt u als wettelijke erfgenaam of legataris drie keuzemogelijkheden: u kunt de nalatenschap zuiver aanvaarden, u kunt ze verwerpen of u kunt ze aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De wet bepaalt niet dat u uw keuze binnen een bepaalde termijn moet maken. U hoeft er alleen rekening mee te houden dat een aangifte van nalatenschap in beginsel binnen vijf maanden na het overlijden ingediend moet worden, en dat de keuze op dat ogenblik gemaakt moet zijn. Daarnaast is er een periode van drie maanden na het openvallen van de nalatenschap waarbinnen u alvast niet tot een keuze kunt worden gedwongen, bijvoorbeeld door de schuldeisers van de erflater. Die moeten u ten minste drie maanden met rust laten. In die drie maanden kan dan een inventaris worden opgemaakt. Die periode moet nog worden verlengd met veertig dagen vanaf het einde van de drie maanden of vanaf het afsluiten van de boedelbeschrijving. Na het verstrijken van de termijn kunnen de erfgenamen door de rechtbank worden verplicht een definitieve keuze te maken. Maar de rechtbank kan de gestelde termijn ook verlengen. Uw keuze als erfgerechtigde bepaalt in welke mate u bent gehouden tot betaling van de schulden van de nalatenschap. Want zoals u weet, omvat elk vermogen, eigen of gemeenschappelijk, goederen aan de ene kant en schulden aan de andere kant. Wie erft, erft het ene zowel als het andere. In principe moet u als erfgenaam de schulden van de erflater maar aflossen in evenredigheid met uw aandeel in de activa, maar u moet uitkijken, want bij de 30

2 zuivere aanvaarding kan het zijn dat u als erfgerechtigde uw eigen vermogen moet aanspreken om de schulden van de nalatenschap te voldoen. Laten we eens kijken naar de drie keuzemogelijkheden. De zuivere aanvaarding U wordt erfgenaam en verkrijgt niet alleen bezittingen van de overledene, maar u moet ook eventuele nagelaten schulden betalen, zelfs als die groter zijn dan datgene wat u aan goederen erft. Bij de zuivere aanvaarding van de nalatenschap komen geen formaliteiten kijken. De aanvaarding kan uitdrukkelijk gebeuren: u neemt dan in een authentieke of onderhandse akte de hoedanigheid van erfgerechtigde aan. Ze kan ook stilzwijgend gebeuren. Dat is het geval wanneer ze kan worden afgeleid uit bepaalde handelingen die u stelt, zoals het u toe-eigenen of verkopen van bepaalde elementen uit de nalatenschap. Of om het anders te zeggen: wanneer u als erfgerechtigde niet wilt worden beschouwd als iemand die zuiver aanvaardt, dan mag u alleen maar handelingen stellen die dringend of absoluut noodzakelijk zijn en die niet verder reiken dan wat is vereist voor de bewaring, het toezicht of het voorlopig beheer van de goederen in de nalatenschap. Een erfgerechtigde die zich zomaar het televisietoestel van de erflater toe-eigent, geeft daarmee meteen te kennen de nalatenschap zuiver te aanvaarden. Zodra hij de nalatenschap heeft aanvaard, kan hij daar niet meer op terugkomen. De rechtbanken zijn daarin heel streng. Wanneer u als erfgerechtigde een nalatenschap zuiver aanvaardt, bent u verplicht de schulden van de nalatenschap te vereffenen, ook al overtreffen ze de baten. In dat geval zult u uw eigen vermogen moeten aanspreken om de schulden van de nalatenschap te voldoen. De verwerping In dit geval wordt de erfgenaam die verwerpt, geacht nooit erfgenaam te zijn geweest. Verwerpt u de nalatenschap, dan krijgt u niets van de nagelaten bezittingen en hoeft u ook niets te betalen van de schulden die in de nalatenschap zitten. Voor de verwerping van de nalatenschap moet u een verklaring afleggen op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. Dat is de laatste woonplaats van de erflater. Wanneer het duidelijk is dat de schulden van de nalatenschap de activa overtreffen, kunt u de nalatenschap het best verwerpen. U betaalt wel de kosten van de verwerping. Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving Wanneer u niet met zekerheid kunt zeggen of de baten van de nalatenschap groter zijn dan de schulden, kunt u de nalatenschap aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving gebeurt door een verklaring op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van de plaats waar de nalatenschap is opengevallen. De erfgerechtigde moet de boedelbeschrijving opmaken. Kiest u voor aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving, dan bent u slechts verplicht de schulden van de nalatenschap te betalen ten belope van het actief dat u van de nalatenschap opneemt. In dat geval hoeft u uw eigen vermogen nooit aan te spreken voor het aflossen van geërfde schulden. Als de erfgerechtigde minderjarig is of onbekwaam, kan zijn wettelijke vertegenwoordiger de nalatenschap alleen maar aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving. De zuivere aanvaarding is uitgesloten. De nalatenschap kan echter ook worden verworpen. 31