College 3 Interne consistentie; Beschrijvend onderzoek Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit
Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument (herhaling) Interne consistentie: Cronbach s alpha Voorbeeld: Meten van sociabiliteit Beschrijvend onderzoek Steekproeven trekken Stof week 3: - Leary H.3 (p. 53-61, herh.), H.5 en H.6 (p.117-123) - Werkboek: Aanvullende tekst 5
2 aspecten van kwaliteit van een meting Doel van onderzoek: variabiliteit verklaren (week 1) Ideaal: variabiliteit in meting = variabiliteit in eigenschappen 1. Betrouwbaarheid = de mate waarin we correct / zorgvuldig meten (geen toevalsfouten) 2. Validiteit = de mate waarin we meten wat we willen meten (geen systematische fouten)
Betrouwbaarheid = de mate nauwkeurig wordt gemeten (zonder toevalsfouten) Geobserveerde score (de meting) Systematische score = + (ware score) Toevalsfout (meetfout) Totale Variantie = Systematische = + Variantie Foutenvariantie Betrouwbaarheid = Proportie Systematische Variantie Betrouwbaa rheid = Systematische (ware score) variantie Totale (geobserveerde) variantie
( y y) ) Betrouwbaarheidscoëfficiënten Ligt tussen 0 en 1. Vuistregel:.70 of meer is voldoende Vaststellen d.m.v. herhaald meten LET OP! Voor diagnostiek hogere betrouwbaarheid noodzakelijk! 1) Test-hertest betrouwbaarheid 2) Paralleltest betrouwbaarheid 3) Interne Consistentie (ook: Inter-item betrouwbaarheid) 4) Replicatie (heel onderzoek)
Interne consistentie (Inter-item betrouwbaarheid) Instrument bestaat uit items die allen hetzelfde construct/concept (proberen te) meten. Herhaald meten: - Ieder item is klein meetinstrumentje. - Alle items zijn paralleltestjes van elkaar Scores van respondenten op de vragen komen overeen: Hoog hoog en laag-laag (NB. Let op ompolen!)
( y y) ) Maten voor Interne consistentie 1) Item-totaal correlatie 2) Split-half betrouwbaarheid 3) Cronbach s Alpha
( y y) ) Formule Cronbach s α α k 1 = 2 k 1 s X s 2 i k = aantal items s s 2 i X 2 X = de variantie van item i = de somscore (schaal) = de variantie van de somscore
( y y) ) De waarden van Cronbach s α = k 1 s α 2 k 1 sx 2 i Er geldt :0 < α < 1 Als items niet correleren, dan s 2 X = s 2 i α = 0. Als items onderling positief samenhangen s 2 X > s 2 i α > 0
( y y) ) Beoordeling van Cronbach s α Hoe dichter bij 1 hoe hoger de interne consistentie α <.60.60-.80 >.80 beoordeling Onvoldoende Redelijk tot goed Goed LET OP! Voor diagnostiek hogere α noodzakelijk!
( y y) ) Veiligheidslabel Gebruik Cronbach s α met verstand. α wordt altijd hoog als je 10x nagenoeg hetzelfde vraagt. denk aan inhoudsvaliditeit! Alle items moeten kleine instrumentjes op zichzelf zijn. Indienα< 0 fout in schaalconstructie (bijv. neg. correlaties)
Meten van sociabiliteit: Instrument Geef aan in hoeverre je het eens bent met de volgende stellingen. (1=helemaal oneens, 4=niet eens/niet oneens, 7=helemaal eens) 1. Ik vind het moeilijk me echt te amuseren op een druk feestje 2. Ik kan me meestal laten gaan op een feestje 3. Ik blijf meestal wat op de achtergrond op feestjes en bijeenkomsten 4. Ik vind het leuk om onder de mensen te zijn 5. Ik vind het leuk om veel uit te gaan 6. Ik houd mijn ware ik meestal voor mijzelf, behalve bij goede vrienden 7. Ik ben een levendig persoon 8. Andere mensen vinden mij een levendig persoon 9. Ik ben meestal stil wanneer ik met andere mensen ben 10. Ik kan gemakkelijk leven brengen in een saai feestje
Meten van sociabiliteit: Correlatiematrix - Soc10.393 - Soc9.450.344 - Soc8.446.345.671 - Soc7.177.244.105.095 - Soc6.256.086.306.327.125 - Soc5.408.310.437.418.076.399 - Soc4.483.577.295.315.270.324.361 - Soc3.413.288.292.339.092.400.446.530 - Soc2.314.269.193.182.284.416.336.563.611 - Soc1 Soc10 Soc9 Soc8 Soc7 Soc6 Soc5 Soc4 Soc3 Soc2 Soc1
( y y) ) Meten van sociabiliteit: SPSS output (1) Statistics for SCALE Mean Variance N of Variables 48.8834 97.6069 10 Cronbach s alpha.8262 Cronbach s alpha based on standardised items.7987 N of items 10
( y y) ) Meten van sociabiliteit: SPSS output (2) Item-Total Statistics Scale Mean if Item Deleted Scale Variance if Item Deleted Corrected Item-Total Correlation Alpha if Item Deleted Soc1 43.6078 75.8066.5707.8043 Soc2 43.5866 77.8178.6054.8006 Soc3 44.2191 75.4979.6742.7928 Soc4 43.1060 83.4710.5487.8088 Soc5 44.0565 81.4294.4507.8170 Soc6 45.3958 85.4598.2542.8407 Soc7 43.3852 84.0745.5297.8105 Soc8 43.7067 82.0449.5122.8107 Soc9 44.0530 81.4617.4930.8124 soc10 44.8339 78.8197.5768.8038
( y y) ) Meten van sociabiliteit: Conclusie Statistics for SCALE Mean Variance N of variables Alpha 48.8834 97.6069 10.8262 Scale Mean if Item Deleted Scale Variance if Item Deleted Corrected Item-Total Correlation Alpha if Item Deleted Soc1 43.6078 75.8066.5707.8043 Soc2 43.5866 77.8178.6054.8006 Item-Total Statistics Soc3 44.2191 75.4979.6742.7928 Soc4 43.1060 83.4710.5487.8088 Soc5 44.0565 81.4294.4507.8170 Soc6 45.3958 85.4598.2542.8407 Soc7 43.3852 84.0745.5297.8105 Soc8 43.7067 82.0449.5122.8107 Soc9 44.0530 81.4617.4930.8124 soc10 44.8339 78.8197.5768.8038
Beschrijvend (descriptief) onderzoek Doel: systematisch en precies beschrijven van eigenschappen of gedrag in een bepaalde populatie. 3 soorten Survey Demografisch onderzoek Epidemiologisch onderzoek Meningen, gedachten, gevoelens Patronen van basic life events : geboorte, huwelijk, sterfte, scheiding, werk, migratie. Aanwezigheid van ziekten en psychische aandoeningen bij bevolking(sgroepen)
3 Soorten surveys Cross-sectioneel Opeenvolgende onafhankelijke steekproeven Longitudinaal (panel survey) Éénmalig doorsnede van de populatie Veranderingen bestuderen! Zijn steekproeven goed vergelijkbaar? Veranderingen bestuderen Steeds dezelfde respondenten! Problemen met uitval
Steekproeven Populatie onderzoeken a.d.h.v. steekproef Steekproef trekken (sampling): wie/wat ga je onderzoeken? Goed beschrijvend onderzoek afhankelijk van kwaliteit steekproef. Steekproef moet representatief zijn.
Kanssteekproeven (probability sample) Hoe groot is kans dat een willekeurig individu in steekproef komt? Epsem (equal probability selection method): elk individu heeft gelijke kans. = aselecte (random) steekproef. Steekproefkader (sampling frame) = een lijst van alle individuen in populatie.
4 soorten kanssteekproeven 1. Simpele Random Steekproef (SRS) 2. Systematische steekproef 3. Gestratificeerde Random Steekproef 4. Clustersteekproef (vaak multistage)
2 Aandachtspunten Nonresponse geeft onbekende bias. minimaliseren door follow-ups corrigeren door analyse nonrespondenten Is uitkomst generaliseer?
Niet-kanssteekproeven (non probability samples) 1. Gelegenheidssteekproef (convenience sample). 2. Quota steekproef 3. Doelgerichte steekproef (purposive sample) Soms voldoende, praktisch, nodig of enige optie. Niet bij beschrijvend onderzoek!
Volgende week Inspecteren van data: verdelingen Stof: Leary H.6 (p. 124-131) Moore, McCabe & Craig H.1 ( 1.1 1.2)