Evaluatie Combinatiefuncties Gemeente Nijmegen Evaluatie 2008 t/m 2011 Inzet 2012 e.v. jaren I. Inleiding Vanaf 2008 heeft het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur gebundeld en geïntensiveerd door het creëren van combinatiefuncties. Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst is bij 1 werkgever, maar gelijkelijk of in ieder geval voor een substantieel deel te werk wordt gesteld in of ten behoeve van tenminste 2 werkvelden/sectoren (namelijk onderwijs en sport, of onderwijs en cultuur). De combinatiefuncties zijn, volgens de landelijke richtlijn, bedoeld voor: 1. Uitbreiding en/of versterking van het aantal brede scholen. 2. Versterken sportverenigingen. 3. Intensiveren van de samenwerking tussen brede scholen en sportverenigingen. 4. Stimuleren dagelijks sport- en beweegaanbod. 5. Bevorderen kennismaking actieve beoefening kunst en cultuur. Nijmegen is eind 2008 gestart met de eerste lichting combinatiefuncties voor een periode van 3 jaren (tot en met december 2011). In totaal zijn in Nijmegen 13,3 fte combinatiefuncties, waarvan 12,3 fte voor onderwijs-sport en 1 fte voor onderwijs-cultuur. De inzet van de combinatiefuncties is conform de landelijke richtlijn verdeeld over de verschillende sectoren: 34% primair onderwijs, 10% voortgezet onderwijs, 50% sport en 6% cultuur. Conform eerdere besluitvorming worden vanaf 2012 minimaal 19,2 fte aan combinatiefuncties gerealiseerd. De programma s cultuur, onderwijs en sport hebben een evaluatie laten uitvoeren naar deze eerste lichting ter voorbereiding op de besluitvorming over de inzet van de combinatiefuncties per 2012. II. Combinatiefuncties in Nijmegen In 2008 is besloten om de combinatiefuncties in Nijmegen als volgt in te zetten: Onderwijs-cultuur: De 1,0 fte combinatiefunctionaris onderwijs-cultuur is ondergebracht bij de Lindenberg en is vanuit de Lindenberg ingezet op 7 verschillende scholen voor primair onderwijs in Dukenburg en Lindenholt. Er is voor gekozen om de combinatiefunctie in te zetten voor die scholen, die (nog) geen brede school zijn maar wel relatief veel gewichtsleerlingen hebben (minimaal 20%). Voor de brede scholen worden namelijk extra lessen cultuureducatie gesubsidieerd. Aan de hand van vragen van de scholen is door de combinatiefunctie extra aanbod cultuureducatie uitgevoerd. Onderwijs-sport: De combinatiefunctionarissen onderwijs-sport zijn via Sportservice Nijmegen te werk gesteld bij 15 scholen (4 VO en 11 PO) en 15 sportclubs. De inzet van de combinatiefuncties is voornamelijk in wijken waar de participatiegraad in sport laag is en waar scholen zitten met achterstand. In het voortgezet onderwijs is ingezet op het VMBO in die wijken. De scholen voor primair onderwijs, die een combinatiefunctionaris hebben toegewezen voor het verzorgen van de lessen bewegingsonderwijs, betalen hiervoor een bijdrage. Voor een overzicht van de gemaakte combinaties zie bijlage A. III. Wijze van evalueren De werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen zijn zeer divers, in verschillende wijken en voor zeer van elkaar verschillende instellingen. Om die reden meenden wij de evaluatie niet te beperken tot de ervaringen van enkele instellingen, maar hebben wij gekozen voor het uitzetten van een schriftelijke vragenlijst om zoveel mogelijk ervaringen te verzamelen. Daarnaast is gesproken met alle combinatiefunctionarissen onderwijs-sport en is gebruik gemaakt van de tussentijdse rapportages over de combinatiefuncties, die de instellingen jaarlijks indienen. Bij zowel de schriftelijke vragenlijsten als 1
in de individuele gesprekken met de combinatiefunctionarissen zijn vragen gesteld over de volgende onderdelen: Communicatie, Vorm, Resultaat, Tevredenheid en Toekomst. De vragenlijsten zijn uitgezet bij: Deelnemende scholen combinatiefunctie onderwijs-sport 1 Deelnemende verenigingen combinatiefunctie onderwijs-sport 2 Deelnemende cultuurinstelling combinatiefunctie onderwijs-cultuur 3 Schoolbesturen combinatiefunctie onderwijs-sport en onderwijs-cultuur 4 IV. Uitkomsten evaluatie onderwijs-cultuur Wij hebben slechts 1 vragenlijst over de combinatiefunctie onderwijs-cultuur retour mogen ontvangen. Om die reden is geen breed beeld te geven over deze combinatiefunctie. Uit die ingevulde vragenlijst blijkt het volgende. De invulling van de combinatiefunctie is middels gezamenlijk overleg tot stand gekomen en is de huidige vorm van inzet effectief. De meeste uren van de combinatiefunctionaris worden immers direct ingezet voor uitvoering van het cultuurprogramma op scholen. Bij eventuele uitbreiding van het aantal fte combinatiefuncties voor cultuur op dezelfde wijze, dient rekening gehouden te worden met uren voor coördinatie. De keuze voor de inzet van de combinatiefunctionaris bij de 7 basisscholen is volgens De Lindenberg een goede keus gebleken. Hierdoor worden ook scholen bediend, die minder achterstandsleerlingen kennen. Het resultaat is groter dan verwacht doordat de scholen bereid waren om inspanningen te verrichten en doordat een programma op maat per school is opgesteld. De belangrijkste activiteiten vonden plaats in de randen van de schooltijd en hebben geleid tot kwaliteitsverbetering, een groter bereik, mogelijkheid tot deelname van het LEF project dat voorheen alleen voor de huidige brede scholen bereikbaar was én een grote verband tussen de activiteiten op scholen en in de vrije tijd. De Lindenberg raadt aan om in de toekomst meer scholen te laten meedoen. Het accent moet op de uitvoering blijven liggen, echter met aandacht voor de coördinatie. Door een grotere omvang kan meer tijd gelegd worden in de verbindingen tussen binnen- en buitenschools aanbod. De Lindenberg ziet graag een relatie met de combinatiefuncties sport, de wijze waarop wordt echter niet aangegeven. Tevens ziet De Lindenberg graag dat ook scholen zonder gewichtsleerlingen worden betrokken. Vanuit het programma Cultuur is aangegeven dat in de toekomst ook gekeken dient te worden naar het VMBO. V. Uitkomsten evaluatie onderwijs-sport Hieronder volgen de belangrijkste signalen, die volgen uit de ontvangen vragenlijsten van de deelnemende scholen, sportclubs en de combinatiefunctionarissen. Van de schoolbesturen hebben wij geen ingevulde vragenlijsten retour mogen ontvangen. In het bestuurlijk overleg met de schoolbesturen voor primair onderwijs d.d. 1 september 2011 is de evaluatie combinatiefuncties besproken. Hierdoor hebben wij de reactie van de schoolbesturen voor primair onderwijs alsnog kunnen meenemen in deze evaluatie. Hieronder wordt per onderdeel de signalen beschreven. Daar waar een opmerkelijk verschil van inzicht is vanuit de verschillende invalshoeken (school, sportclub, schoolbestuur en/of combinatiefunctionaris), wordt dit specifiek benoemd. Communicatie: De communicatie met de vereniging over de combinatiefuncties wordt zeer positief beoordeeld, zowel wat betreft de voorbereidingen als vanaf het moment dat de combinatiefunctionarissen actief zijn geworden. Ondanks de goede communicatie en nauwe contacten, wordt van verschillende zijden aangegeven 1 Uitgezet: 15, ontvangen: 14 2 Uitgezet: 15, ontvangen: 11 3 Uitgezet: 1, ontvangen: 1 4 Uitgezet: 4, ontvangen: 0 2
dat in het begin van de regeling niet altijd even duidelijk wat de doelstelling van de inzet van de combinatiefuncties was. Men wijdt dit aan het feit dat het een nieuwe regeling betrof. Vorm: Onder vorm zijn vragen gesteld over de koppeling/combinatie tussen een bepaalde school en vereniging alsmede over de kaders die zijn gesteld als voorwaarde voor deelname. Onder kaders moet gedacht worden aan het accent in aandachtsgebieden en het accent op achterstanden enz. Bij de start van de combinatiefuncties heeft de gemeente Nijmegen verenigingen en scholen gestimuleerd om gezamenlijk een aanvraag in te dienen, echter zonder resultaat. Hierdoor zijn door de gemeente Nijmegen combinaties tussen scholen en verenigingen gemaakt. De koppeling tussen school en sportvereniging wordt positief en als meerwaarde beoordeeld. Veel kritiek is er echter op de gemaakte combinaties c.q. de grote fysieke afstand tussen de desbetreffende school en sportvereniging (bijvoorbeeld Yoo Sin en De Wieken), waardoor er weinig interactie is tussen beide partijen en de combinatiefunctionaris dubbel werk moet verrichten, nl. een netwerk rondom school en een netwerk rondom de vereniging (al dan niet in combinatie met andere combinatiefunctionarissen of sportleiders). Om die reden wordt zowel vanuit het onderwijs, de sport én de combinatiefunctionarissen gepleit voor een wijkgerichte aanpak voor de combinatiefuncties primair onderwijs-sport zoals in Nijmegen-Oost heeft plaatsgevonden. Voor wat betreft de combinatiefuncties voortgezet onderwijs met een sportvereniging én bij sportverenigingen waar het accent niet ligt op toename van het ledenbestand is de fysieke afstand tot de sportvereniging minder van belang. Leerlingen uit het VO komen veelal van buiten Nijmegen of uit een andere wijk. Vanwege die reden is naschools sportaanbod geen effectieve methode om leerlingen meer te laten sporten of bewegen. Opvallend is dat vanuit partijen met name in het begin van de regeling een sterke focus was op de koppeling school-vereniging (het toeleiden van leerlingen van de verbonden school naar de verbonden vereniging), waardoor minder oog was voor verbreding. Over het primaire accent in aandachtsgebieden en bij achterstanden zijn de meningen verdeeld. Enerzijds wordt het als positief ervaren, omdat bij die doelgroep en in bepaalde wijken de sportdeelname achterblijft. Anderzijds wordt opgemerkt dat de combinatiefunctionaris ook in betere wijken een spilfunctie kan bekleden en zeer positieve resultaten kan bereiken. Door enkelen wordt opgemerkt dat de kwalificaties aandachtsgebieden en achterstanden de desbetreffende school en sportvereniging in een bepaalde hoek zetten en negatief kan werken. Tenslotte wordt vanuit enkele sportverenigingen aangegeven dat de keuze voor aandachtsgebieden en achterstanden impliceert dat je de keuze voor het soort sport ook beperkt. Het is immers een gegeven dat bepaalde sporten niet worden uitgeoefend door bepaalde doelgroepen. Hierbij wordt echter vergeten dat de combinatiefunctionarissen ook op andere terreinen actief zijn voor meerdere doelgroepen en sportverenigingen. Resultaat: Bij de start is geen nulmeting verricht over het totale project, tevens zijn er geen algemeen meetbare doelen en resultaten afgesproken. Per combinatiefunctie en per vereniging/school is echter wel een plan van aanpak opgesteld en kwantitatieve en/of kwalitatieve doelstellingen geformuleerd. Vervolgens is jaarlijks de voortgang en het resultaat per project gevolgd, waarbij dient te worden opgemerkt dat kwaliteitsverbeteringen zich in veel gevallen moeilijk laat meten. Voor een overzicht van de outputgegevens van de uitvoerende activiteiten van de combinatiefunctionarissen onderwijs-sport over 1 jaar (2010) verwijzen wij naar bijlage B. In de vragenlijsten is niet gevraagd naar behaalde aantallen, maar naar het verwachtingspatroon en de behaalde resultaten (kwalitatief danwel kwantitatief). In het onderwijs zijn de resultaten het meest zichtbaar (voorzover mogelijk) en eensluidend. Er zijn meer (naschoolse) sportactiviteiten georganiseerd en men ervaart dat de kwaliteit van het bewegingsonderwijs sterk is toegenomen, dat er meer belang en aandacht wordt gehecht aan het bewegingsonderwijs en er meer aandacht is voor gezondheid en leefstijl. In het VMBO is gebleken dat naschools aanbod niet werkt. Het tussenschoolsaanbod daarentegen wel. 3
Vanuit de scholen wordt aangegeven dat zij graag doorgaan met de combinatiefuncties. Bij de verenigingen waren de doelstellingen meer uiteenlopend, derhalve verschilde de inzet van de combinatiefunctionarissen per vereniging en zijn de resultaten moeilijker eensluidend te duiden. De meeste verenigingen zijn zeer tevreden met de combinatiefunctionaris, maar geven aan dat de resultaten kwetsbaar zijn en nog niet volledig zijn ingebed. De ervaren resultaten hebben m.n. betrekking op toename van het aantal leden, kwaliteitsverbetering van trainingen, betere organisatiestructuur en professionalisering. Daarentegen zijn er ook enkele verenigingen die de combinatiefunctionaris met name hebben ingezet als extra handje om te helpen, terwijl dit nadrukkelijk niet de opzet was van de inzet van de combinatiefuncties. Verschillende verenigingen hebben te kampen gehad met opstartproblemen of stagnatie. De opstartproblemen betreffen m.n. de tijd die het kost om de vereniging en de vrijwilligers te leren kennen, verdieping van de vraagstelling en randvoorwaardelijke zaken. De stagnatie bij verenigingen waren het gevolg van wisseling in de wacht in de persoon van de combinatiefunctionaris, maar ook door wijzigingen in het bestuur of kader van de verenigingen. In een aantal gevallen bleek dat de doelstelling en het verwachtingspatroon van de vereniging te hoog waren gegrepen. In die gevallen diende eerst randvoorwaardelijke zaken (bijvoorbeeld het vrijwilligersbeleid) te worden opgepakt voordat aan de initiële vraag (bijvoorbeeld ledengroei) kon worden gewerkt. Vanuit verschillende partijen is de vraag gesteld wat het exacte doel is van de combinatiefuncties. Heeft het tot doel om jeugd meer te laten sporten of heeft het tot doel om jeugd te laten sporten bij een sportvereniging in de hoop dat het kind ook in de toekomst blijft sporten? Deze doelen kunnen haaks op elkaar staan. In een aantal wijken worden zoveel sportactiviteiten georganiseerd, dat het voor een kind niet nodig is om bij een sportvereniging aan te sluiten. Vanuit de combinatiefunctionarissen en vanuit het programma Sport is aangegeven dat bij de toekomstige inzet van de combinatiefuncties bij de verenigingen nog meer moet worden nagedacht over het benoemen van concretere en realistische resultaten. Tevens wordt aangegeven dat het in bepaalde gevallen mogelijk moet zijn om eerder te stoppen met de inzet van een combinatiefunctionaris, bijvoorbeeld bij het behalen van het doel of het niet (langer) voldoen aan de voorwaarden. Tevredenheid: Bijna iedereen is tevreden over de wijze waarop de gemeente Nijmegen invulling heeft gegeven aan de combinatiefuncties. Als sterkste punt wordt m.n. de gecombineerde inzet bij een school en een sportvereniging ervaren. Kritiekpunten betreft de keuze voor sociaal zwakke wijken en de niet-wijkgerichte combinaties. Vanuit de verenigingen wordt aangegeven dat zij nog tijd nodig hebben om het gewenste resultaat te bereiken. VI. Ontwikkelingen Een aantal ontwikkelingen rondom de drie betrokken programma s brengt specifieke gevolgen mee voor de inzet van de combinatiefuncties: Cultuur: Het Rijk bezuinigt flink op cultuur, waaronder het beëindigen van de Cultuurkaart per schooljaar 2012-2013 voor leerlingen in het voortgezet onderwijs om culturele activiteiten te bezoeken. Vooruitlopend op ons nieuwe cultuurbeleid en het komende rijksbeleid gericht op cultuureducatie in het primair onderwijs willen we de combinatiefunctionarissen inzetten op de functie cultuureducatie. Het stimuleren van een actieve kennismaking van de leerlingen uit het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs met kunst en cultuur wordt voortgezet conform de doelstelling van de Impulsregeling. Onderwijs: Op dit moment heeft Nijmegen 12 Brede Scholen. De ambitie is om op termijn alle basisscholen door te ontwikkelen tot Brede Scholen. De combinatiefunctionaris kan naast een bijdrage aan het bewegingsonderwijs en dagelijkse sport- en beweegaanbod op school een bijdrage leveren aan de ontwikkeling zowel kwalitatief als kwantitatief van de Brede School inclusief een goede invulling voor de buitenschoolse opvang. 4
Sport: Op dit moment wordt de nieuwe Sportnota ontwikkeld. In deze nota wordt aansluiting gezocht bij allerlei andere landelijke en plaatselijke speerpunten en plannen. De inzet van de combinatiefuncties zal zoveel mogelijk aanhaken bij deze speerpunten, waaronder het Nijmeegse WMO beleid en het landelijke plan om één programma te ontwikkelen rond sport en bewegen in de buurt. Wijziging impulsregeling combinatiefuncties: In de beleidsbrief Sport van VWS wordt nadrukkelijk aangegeven dat de Impulsregeling zal worden gewijzigd, waardoor de inzet van de combinatiefunctionarissen breder ingezet kunnen worden van onderwijs, sport en cultuur naar het gebied van zorg, welzijn en buitenschoolse opvang en sport. Op dit moment is nog niet exact duidelijk op welke wijze de Impulsregeling wordt aangepast, echter wordt bij de inzet van deze regeling per 2012 e.v. reeds geanticipeerd op deze wijziging. Uit de evaluatie blijkt dat de inzet van combinatiefuncties over de periode 2008 t/m heden ook van positieve invloed zijn op zorg, welzijn en buitenschoolse opvang. Bezuinigingen: Direct of indirect hebben alle onderwijs-, sport- en cultuurinstellingen en -organisaties te maken met bezuinigingen met alle gevolgen van dien. Door middel van de effectieve en laagdrempelige inzet van combinatiefunctionarissen kunnen de negatieve effecten van de bezuinigingsmaatregelen worden gedempt. VII. Toekomst en aanbevelingen Nijmegen heeft zelf de combinaties tussen onderwijs en verenigingen gemaakt. Het zou beter zijn als scholen en verenigingen zelf met een gecombineerde aanvraag komen. Hiermee wordt bereikt dat betere en/of wijkgerichte matches met het primair onderwijs worden gemaakt. Dit impliceert echter niet dat de inzet van een combinatiefunctionaris beperkt blijft tot het toe leiden van leerlingen van de school naar de gekoppelde vereniging. Vanuit het programma Sport en Onderwijs is het wenselijk om meer inzicht te krijgen in outcome gegevens. Het leerlingvolgsysteem in het primair onderwijs kan hiertoe een bijdrage leveren. Middels dit systeem wordt o.a. de beweeg- en motorische ontwikkeling van een leerling gevolgd, wordt bijgehouden of een kind lid is van een sportvereniging en of het één of meerdere zwemdiploma s heeft. Om die reden wordt geadviseerd om het Leerlingvolgsysteem verplicht te stellen bij alle scholen met een combinatiefunctionaris. In het uitvoeringskader dient nadrukkelijker aangegeven te worden wat de taken en doelstellingen zijn van de inzet van de combinatiefunctionaris en wat de verplichtingen zijn van de instelling, die de beschikking krijgt over een combinatiefunctionaris. Met uitzondering van de inzet van combinatiefunctionarissen als vakleerkracht bewegingsonderwijs bij het primair onderwijs, is de combinatiefunctionaris voor sport, onderwijs en cultuur een aanjager en inzetbaar voor additioneel werk. De inzet van de combinatiefunctionaris dient meer flexibel te worden ingezet (derhalve geen vaste periode van 3 jaren) en dient zorg te dragen voor verbreding. De instelling dient een vast contactpersoon te benoemen (dit hoeft niet altijd de schooldirecteur of voorzitter te zijn). De combinatiefunctionarissen dienen betrokken te worden bij de planvorming en inzet van de combinatiefuncties per 2012. Zij zijn immers ervaringsdeskundig en kunnen ondersteuning bieden bij de beoordeling van de nieuwe aanvragen en te verwachten knelpunten benoemen. Tevens kunnen zij adviseren over de wijze van overdracht en afbouw van taken m.n. voor verenigingen die niet langer een combinatiefunctionaris meer hebben. Afstemming in de uitvoering verdient aandacht. De combinatiefunctionarissen vinden dat hun onderlinge communicatie beter kan, zodat zij meer van elkaar kunnen leren. Een combinatiefunctionaris kan ook als sportcoördinator in de wijk samen met HAN/CIOS studenten (beweegteams) werken, waardoor meer nadruk op naschools aanbod kan worden gelegd. Hierbij is afstemming tussen de overige sportstimuleringsactiviteiten in de wijk van belang: Waarom zouden kinderen lid worden van een vereniging als er dagelijks sportactiviteiten worden georganiseerd en wat is het gevolg voor de sportdeelname op langere termijn én de zelfredzaamheid? 5
VIII. Kaders en richtlijnen 2012 e.v. Naar aanleiding van de uitgevoerde evaluatie wordt geadviseerd om de Nijmeegse kaders en richtlijnen - zoals deze voor de 1 e lichting combinatiefunctionarissen zijn gehanteerd op hoofdlijnen in stand te houden. Gelet op de ontwikkelingen en speerpunten binnen de drie betrokken programma s alsmede de wens om flexibel om te kunnen gaan met de inzet van de combinatiefunctionarissen en hiermee een oplossing te vinden voor actuele vraagstukken, wordt geadviseerd om kaders te stellen voor de uitbreiding van het aantal combinatiefunctionarissen per 2012. Bij de inzet van de combinatiefuncties dient rekening gehouden te worden met de verdeling van het aantal fte over de verschillende programma s conform de landelijke richtlijn. Deze landelijke richtlijn gaat uit van de volgende verdeling: 34% primair onderwijs, 10% voortgezet onderwijs, 50% sportsector en 6% cultuur. Deze verdeling is het gevolg van de verschillen in bijdragen vanuit de betrokken ministeries en sectoren. De gemeente Nijmegen heeft deze verdeling - op kleine afwijkingen na bij de inzet van combinatiefuncties aangehouden. Voor 2012 en volgende jaren is deze verdeling aangehouden, met dien verstande dat rekening is gehouden met de extra uitbreiding (gefinancierd) vanuit het programma Cultuur. 2008-2011 fte werkelijk 2012 ev fte obv financien Cultuur 1 7,5% 2,0 10% Primair onderwijs 4,4 33,1% 6,5 33% Voortgezet onderwijs 1,4 10,5% 1,9 10% Sport 6,5 48,9% 9,6 48% Totaal 13,3 100,0% 20,0 100% Concreet betekent dit het volgende: 1. Op hoofdlijnen in standhouden huidige kaders 1 e lichting combinatiefunctionarissen (13,3 fte): Cultuur (1 fte): De combinatiefunctie wordt ingezet gericht op het gebied van cultuureducatie. Thans wordt de combinatiefunctie ingezet op de 7 basisscholen niet zijnde een brede school die relatief veel gewichtsleerlingen hebben. Per 2012 zetten we 1 fte in voor het primair onderwijs en vindt een uitbreiding plaats gericht op het voortgezet onderwijs met de focus op het VMBO. Op deze manier willen we een meer gevarieerd aanbod realiseren voor het onderwijs. Onderwijs (5,8 fte: 4,4 PO en 1,4 VO): De inzet van de combinatiefuncties is voornamelijk in wijken waar de participatiegraad in sport laag is en waar scholen zitten met achterstand. In het voortgezet onderwijs is ingezet op het VMBO in die wijken. De scholen voor primair onderwijs, die een combinatiefunctionaris hebben toegewezen voor het verzorgen van de lessen bewegingsonderwijs, betalen hiervoor een bijdrage. Vanwege krimp in leerlingen- en klassenaantallen hebben de combinatiefunctionarissen die ingezet worden voor het geven van bewegingsonderwijs (3,6 fte) gemiddeld 20% ruimte gekomen die buiten het bewegingsonderwijs om wordt geïnvesteerd in bredeschoolactiviteiten. Ook in de andere 1,5 fte aan de onderwijskant (VO en PO Nijmegen-Oost) worden activiteiten opgepakt die aansluiten bij de bredeschoolgedachte. Voorstel is om deze tijd in te vullen vanuit de bredeschoolgedachte. Dat wil zeggen: investeren in activiteiten/acties om school en sport op wijkniveau met elkaar te verbinden. De huidige scholen behouden hun combinatiefunctionaris met dien verstande dat specifieke aandacht wordt gevraagd voor de bredeschoolgedachte en nieuwe combinaties worden gemaakt met sportverenigingen. Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van wijkgebonden combinaties. 6
Sport (6,5 fte): De combinatiefuncties zijn ingezet bij 15 sportverenigingen in wijken met een lage sportparticipatiegraad danwel verenigingen met specifieke plannen m.b.t. ledenaanwas. De inzet bij die 15 sportverenigingen stopt eind 2011. Hierdoor is ruimte om de combinatiefunctionarissen opnieuw in te zetten bij sportverenigingen binnen de huidige kaders met aandacht voor stadsbrede dekking: hierbij primair inzet op achterstanden in sportparticipatie en secundair op behoud/uitbreiding van sportparticipatie teneinde een levenlang sporten te realiseren. Hiervoor dienen sportverenigingen (bij voorkeur samen met het onderwijs danwel andere partners) een aanvraag in te dienen. Specifiek wordt aandacht gevraagd voor stadsbrede thema s zoals bredeschoolgedachte en maatschappelijk aanbod vanuit sportverenigingen. Binnen de uitvoering van de impuls is tijd ingeruimd voor stedelijke coördinatie, zodat de gewenste regiefunctie vervuld kan blijven worden. Deze functie is binnen de organisatorisch weggezet bij Sportservice Nijmegen. Het is wenselijk om dit ongewijzigd voort te zetten. 2. Kaders inzet 2 e lichting combinatiefuncties (tussen 5,9 en 6,7 fte) Cultuur (1 fte): Volgens de impulsregeling heeft cultuur recht op 0,2 fte extra combinatiefuncties. In de (concept) stadsbegroting 2012 2015 is rekening gehouden met de wens om meer fte combinatiefuncties voor Cultuur te realiseren met een totaal van 2,0 fte. Voor deze extra uitbreiding met 0,8 fte worden geen rijksmiddelen beschikbaar gesteld. Voor de inzet van de combinatiefuncties Cultuur sluiten we aan bij de nieuwe Cultuurvisie gericht op het versterken van de functie cultuureducatie. Het stimuleren van een actieve kennismaking van de leerlingen met kunst en cultuur wordt voortgezet, conform de doelstelling van de Impulsregeling. Specifiek betekent dit dat de 1fte uitbreiding combinatiefunctie wordt ingezet voor het voortgezet onderwijs met de focus op het VMBO. Gestart kan worden met het reeds ontvangen verzoek film en video, dat vervolgens uitgebreid kan worden met meer disciplines. E.e.a. mede vanwege het vervallen van de Cultuurkaart in het voorgezet onderwijs. Ook willen wij een meer gevarieerd aanbod van cultuureducatie realiseren. Hierbij gaat het om een flexibele inzet van deze additionele formatie waarbij sprake is van een aanjaagfunctie. Tenslotte wil Cultuur een bijdrage leveren aan de activiteiten van het flexcollege (zie hieronder bij onderwijs en sport). Voorbeelden zijn: breakdance, streetdance e.d., een mooie combinatie van sport en cultuur voor deze specifieke groep leerlingen. Onderwijs (2,6 fte): Bij de uitbreiding van het aantal fte combinatiefuncties wordt aansluiting gezocht bij actuele ontwikkelingen en de bredeschoolgedachte. Over de concrete uitvoering hiervan worden afspraken gemaakt met de schoolbesturen. Ook zetten we extra in op een extra aanbod sport en cultuur voor de leerlingen van het flexcollege. In Nijmegen-Noord willen we door meer sport en cultuur op het Citadelcollege de jongeren daar bereiken met een extra aanbod. Sport (3,1 fte): De inzet van de 2 e lichting combinatiefuncties wordt gecombineerd met de bezuinigingen. Bestaande werknemers worden omgeschoold tot combinatiefunctionarissen met andere werkzaamheden. De inzet van deze combinatiefuncties alsmede die van de 1 e lichting sluit aan bij het nieuwe sportbeleid. Specifiek wil sport de inzet van de combinatiefuncties inzetten voor: Wijkgericht werken conform nieuwe beleid en wijkpilots 1,0 fte Deze inzet sluit aan bij de bredeschoolgedachte en verbreding van de Impulsregeling. Stedelijke inzet voor stadsbrede knelpunten, zoals BV Voetbal en Wij staan voor de Wijk 1,0 fte. Het heeft de voorkeur om deze combinatiefunctionaris alleen in te zetten op sport, zodat flexibeler omgegaan kan worden met de inzet van deze combinatiefunctionaris. en (school)zwemmen, aanhaking bredeschoolgedachte. Koppeling breedtesport-topsport / frontoffice talentontwikkeling 0,5 fte Aangepast sporten 0,5 fte (Coördinatie) alternatieve regeling schoolzwemmen 0,1 fte 7
Voor de aanvragen voor een combinatiefunctionaris Sport zullen de volgende aanvullende kaders van toepassing zijn: De kwaliteit en inhoud van de aanvraag is leidend, derhalve zal er geen onderscheid gemaakt worden tussen aanvragen van verenigingen, die reeds een combinatiefunctionaris hebben gehad en verenigingen waarvoor dit niet geldt. De doelstelling is het verhogen van sportparticipatie gericht op doorstroom naar sportverenigingen. Hierbij wordt primair ingezet op achterstandsgebieden, maar blijft hier niet tot beperkt. Een combinatiefunctionaris moet zorgen voor verbreding, derhalve valt een aanvraag van een sportvereniging met een eenzijdige vraagstelling niet binnen de beoogde doelstelling van de inzet van de combinatiefuncties in Nijmegen. Verenigingen dienen rekening te houden met overgangsperiode in 1 e helft 2012, waarbij de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen 1 e lichting worden afgebouwd en de werkzaamheden van de combinatiefunctionarissen 2 e lichting worden opgestart (m.n. kennismaking, verdieping aanvraag e.d.). 8