BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Kenmerk: Afdeling: Van Gansewinkel Nederland B.V.( regio Zuid-West) Vergunningverlening Datum: 16 december 2014 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor een milieuneutrale verandering. Samenvatting besluit: Wij hebben besloten de gevraagde vergunning op grond van artikel 2.1 van de Wabo te verlenen aan Van Gansewinkel Nederland B.V. voor een milieuneutrale verandering van het verschuiven van de tonnages van de opslag en de jaardoorzet.
Inhoudsopgave 1.Besluit omgevingsvergunning...3 1.1 Onderwerp...3 1.2 Besluit...3 1.3 Procedure...3 1.4 Ondertekening...3 1.5 Rechtsmiddelen...4 2.Procedurele overwegingen...5 2.1 Gegevens aanvrager...5 2.2 Projectbeschrijving...5 2.3 Huidige Vergunningssituatie...5 2.4 Bevoegd gezag...5 2.5 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure...5 2.6 Procedure (regulier) en zienswijze...5 3. Inhoudelijke overwegingen...6 3.1 Toetsing voorwaarden Wabo...6 3.2 Toetsing gevolgen milieuneutrale verandering...6
1.Besluit omgevingsvergunning 1.1 Onderwerp Wij hebben op 14 november 2014 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting ontvangen van Van Gansewinkel Nederland B.V. (regio Zuid-West). Het betreft het verschuiven van de tonnages van de opslag en de jaardoorzet.. De aanvraag gaat over de inrichting aan. De aanvraag is geregistreerd onder nummer. Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) en artikel 3.10, lid 3 (milieuneutraal veranderen) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en artikel 2.14, lid 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting te verlenen dat de volgende delen van de aanvraag onderdeel uit maken van deze vergunning: De aanvraag, inclusief de bijlagen zoals geregistreerd onder kenmerkw- AOV140630/00088255. 1.3 Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. 1.4 Ondertekening Gedeputeerde Staten van Zeeland, namens dezen, mevr. mr. ing. I. Jansen hoofd afdeling Vergunningen
1.5 Rechtsmiddelen De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. In dit geval is dat de dag na de datum van verzending. Belanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, t.a.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg. In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besluit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden. Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefolder aanvragen op telefoonnummer 0118-631000. U kunt de informatie ook downloaden via http://loket.zeeland.nl/bezwaar/bezwaar. Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West Brabant, locatie Breda, team bestuursrecht, Postbus 90006, 4800 PA Breda. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd.
2.Procedurele overwegingen 2.1 Gegevens aanvrager Op 14 november 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van: Van Gansewinkel Nederland B.V. (regio Zuid-West), Deltastraat 39, 4301 RC in Zierikzee. 2.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: het verschuiven van de tonnages van de opslag en de jaardoorzet. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. De vergunning heeft betrekking op een inrichting die valt onder categorie Cat 28.4, lid a5 en lid 6, Cat 28.4 b2 van bijlage I van het Besluit omgevingsrecht. De inrichting is daarom vergunningplichtig. 2.3 Huidige Vergunningssituatie Voor de inrichting zijn eerder de onderstaande vergunningen en/of ontheffingen verleend dan wel meldingen geaccepteerd: SOORT VERGUNNING DATUM KENMERK ONDERWERP Revisievergunning 10 april 2005 RMW0503500 Milieuvergunning * Wijzigingsvergunning 30 januari 2007 RMW0701137 De opslag van dieselolie, kga-opslag en het mogelijk maken van proefnemingen* Wijzigingsvergunning 27 januari 2010 10008129 Het wijzigen van de openingstijden* Reguliere vergunning 5 februari 2013 13003125 Het samenvoegen tonnages doorzet. Wijzigingsvergunning 18 juni 2013 13013270 Het verzoek om het toevoegen van een voorschrift instemming nieuwe euralcodes. *De hierboven genoemde vergunningen zijn volgens de Invoeringswet Wabo gelijkgesteld aan een omgevingsvergunning voor onbepaalde tijd. 2.4 Bevoegd gezag Wij zijn het bevoegd gezag dat de omgevingsvergunning verleent of (gedeeltelijk) weigert. Dat is op basis van artikel 2.4 van de Wabo. 2.5 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen.
2.6 Procedure (regulier) en zienswijze Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. Gelet hierop hebben wij op 3 december 2014 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in Ons Eiland.
3. Inhoudelijke overwegingen Milieu 3.1 Toetsing voorwaarden Wabo De Wabo bepaalt in artikel 2.14, lid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting: niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; niet zal leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan in samenhang met het verbinden van voorschriften aan de vergunning, voldoet. Wij overwegen daarbij het volgende: 3.2 Toetsing gevolgen milieuneutrale verandering Toetsing gevolgen voor milieu Bodem; De wijze van opslag en de daarbij behorende eisen ten aanzien van de vloeren wijzigen niet. Lucht; Er vinden geen wijzigingen plaats die effect hebben op de luchtkwaliteit. Geluid; De totale doorzet per jaar veranderd niet van de inrichting. Het aantal transportbewegingen blijft gelijk en hierdoor zal de geluidsituatie niet wijzigen. Externe veiligheid; De gevraagde verandering leidt niet tot andere risico s voor de externe veiligheid dan reeds vergund. Verkeer: De totale doorzet per jaar veranderd niet. Het aantal transportbewegingen blijft dan ook gelijk. Overige aspecten
De aanvrager heeft voldoende aannemelijk gemaakt, dat er voor de overige milieuaspecten geen toename zal zijn van de milieubelasting. De verandering leidt niet tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu.