Handleiding stage hbo



Vergelijkbare documenten
Handleiding stage mbo niveau 4, SRH2

Handleiding stage HMA2

Stagewijzer. Stagiairs

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

Stagehandleiding Master Letterkunde

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Handleiding Sollicitatiebrief

Ik heb een stageplaats gevonden wat nu? Zie volgende pagina van de handleiding.

Stagehandleiding. bedoeld voor studenten en docenten bachelor- en masteropleiding Rechtsgeleerdheid, Ondernemingsrecht en Fiscaal Recht

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Handleiding Stageminor LET 2019/2020

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Samen beoordelen van deeltijdstudenten Bijlage 9

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Stagewijzer. Stagebegeleiders en leidinggevenden

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 3

MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Modulebeschrijving FINSLC0108

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Stagehandleiding. Faculteit der Sociale Wetenschappen

4 HAVO, 4 VWO EN 5 VWO

Algemene Informatie Profielwerkstuk Landsexamen Aruba Mavo/Havo/Vwo

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Ondernemer horeca/bakkerij Meewerkend horeca ondernemer. Uitstroom : Meewerkend horeca ondernemer

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Stagereglement Masteropleiding leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Godsdienst en Levensbeschouwing Tilburg School of Catholic Theology

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE PRAKTIJKGIDS JAAR 3

AANVRAAGFORMULIER VRIJSTELLING

Instructiedocument studenten Stageregeling. Bedrijfskunde.

Het Sectorwerkstuk. Naam leerling

BPV GIDS ICT Opleidingen

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

Procedure Fontys Bestuursbeurzen studiejaar

Instructiedocument studenten

Faculteit der Geesteswetenschappen. Stagereglement masteropleidingen

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Stage Formulieren. Stageafspraken en Stagecontract

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Beroepsvoorbereiding. Stage Formulieren. en Stagecontract.

Praktijkopdracht. Instructie student. Kwalificerend. Bediening Zelfstandig werkend gastheer/- vrouw. Uitstroom : Zelfstandig werkend gastheer/-vrouw

Stichtse Vrije School Voortgezet onderwijs Socrateslaan GL Zeist Telefoon: mail:

BPV Styling Design 1e jaars

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Blok 3 & 4 Semester II

Stagecoördinator. Doel. Context

Zorgstage in het kort Bachelorjaar 2

BEOORDELINGSFORMULIER

Toetsregeling Zorgstage (MED-B1ZST)

Proeve van Bekwaamheid. Terugblikken en vooruitkijken (1) Crebonummer: Opleiding Onderwijsassistent Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Handboek maatschappelijke stage MAATSCHAPPELIJKE STAGES, BEST TE DOEN!

Instructiedocument. Bedrijfskunde Informatiepunt Stages (BIS) Contact:

WAGENINGEN UNIVERSITEIT STAGE CONTRACT

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

BACHELOR RECHTSGELEERDHEID AFSTUDEERRICHTING JURIDISCHE BESTUURSKUNDE. Bestuurskundig onderzoeksproject

STAGEHANDLEIDING Master Sociologie

Needs Assessment. Postcode Woonplaats Telefoonnummer. Huidige opleiding Opleiding(en) daarvoor. Voorkeur begindatum Voorkeur einddatum Stageduur

3.1 Portfoliobeoordeling De portfoliobeoordeling heeft betrekking op het door u opgestelde en deels uitgevoerde en geëvalueerde jaarplan.

3.2 Praktijkbeoordeling De praktijkbeoordeling bestaat uit een planningsinterview, praktijk geven van training en een reflectieinterview.

STAGEBOEKJE 2016 / 2017

Portfolio Cursus Godsdienstige en Pedagogische Vorming W E T E N & B E L I J D E N

Stage in de opleiding tot registerpodoloog

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

Cursus. Creëer een veilig seksueel klimaat

Handleiding Mbo-hbo doorstroomassessment jij en het hbo ..een succesvolle combinatie?

Onderstaande regeling is van toepassing op alle stages die in de keuzeruimte gevolgd worden.

Amsterdam School of Health Professions (ASHP) Opleiding Verpleegkunde. Stagegids Jaar 4. Jaar 4, Zomerstage (7-7-14/ )

Examen Werkplekbeveiliging Ontwerpende taken Exameninformatie voor de kandidaat

Begeleidingsdocument

POP. Persoonlijk Opleidings Plan. Tim Tegelaar. Lekkerkerk De Haagse Hogeschool

Officieel vrijstellingsverzoek HBO Bacheloropleidingen. Instructies. In dit document vindt u het volgende:

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Beoordelingsformulier Proeve van Bekwaamheid 2 (Rol Ontwerper) 3.12

Stageplaza.nl. Nationaal Docentenonderzoek De Ruyterkade 106 II 1011 AB Amsterdam Tel : Fax : I :

Stagefolder Laurentius Praktijkschool

STAGEREGELING MASTER KUNSTGESCHIEDENIS

STAGE OPDRACHT KLAS 3

Inleiding maatschappelijke stage

Examen Werkplekbeveiliging Voorbereidende taken Exameninformatie voor de kandidaat

Stagegids DPS. Versie 1, januari 2014.

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Bijlage 2: Oorspronkelijke vragenlijst kwaliteit stage

Erasmus Subsidie voor Studenten AERES MBO. Harm Holleman

Opleiding Bestuurskunde - Universiteit Leiden. Informatiepakket stage-organisatie

Stagerage Versie 3 zomer 2011

KABK Beroepsvoorbereiding

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

KABK Beroepsvoorbereiding

Regeling Scholing Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening per 1 juli 2015

Stage als Keuzecursus vrije keuze in Bachelor B&O

Leerjaar 3: Lesopbouw en suggesties (incl. bewijzenblad) voor leerroute A

Handleiding. Mijn NTI

SECTORWERKSTUK

Transcriptie:

andleiding stage hbo nr: L_C_STA_1.10 2008 hogeschool hospitality en toerisme.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. L_C_STA_18rhe_andleidingStagehbo tio 2

andleiding stage hbo L_C_STA_18rhe_andleidingStagehbo tio 3

oorwoord oor je ligt de andleiding Stage hbo van ogeschool Tio. De kennismaking met de praktijk speelt een belangrijke rol binnen de opleidingen otel- en eventmanagement en Internationaal Toeristisch management van ogeschool Tio. Daarom zijn de competenties van deze opleidingen verweven in de stages van het eerste en tweede studiejaar. Tijdens de stage ga je aan de slag om bepaalde competenties te ontwikkelen en te verwerven. Deels zijn deze (verplichte) competenties per stageperiode vooraf vastgesteld, deels kun je zelf (naar eigen keuze en inzicht) bepalen aan welke competenties je wilt werken. Daarmee kun je dus je eigen ontwikkeling sturen. Lees voordat je met stage begint deze handleiding helemaal door, zodat je weet wat er vanaf dag één van je verwacht wordt. In hoofdstuk 10 moet je zelfs al voorafgaand aan je stage het een en ander invullen. In deze handleiding kun je de criteria voor de stageverslaggeving vinden. Tevens staat er wanneer je stageverslag ingeleverd moet zijn en hoe het verslag beoordeeld wordt. In bijlage 1 vind je een uitleg over de koppeling van de competenties aan de stage, inclusief een overzicht met competenties waar je uit kunt kiezen. In bijlage 5 vind je een checklist met daarin alle deadlines voor de stage overzichtelijk op een rijtje. en checklist voor stage in het buitenland vind je in bijlage 6. Tevens staan het vragenformulier eerste week, een tussen- en eindbeoordelingsformulier in de bijlage. et vragenformulier voor de eerste stageweek lever je in week 2 van je stage bij jouw stagecoördinator in. Je bent er zelf verantwoordelijk voor dat de beoordelingsformulieren ingevuld worden door je bedrijfscoach. Zorg dat de tussenbeoordeling halverwege je stage wordt ingevuld en stuur deze naar je stagecoördinator (per mail, post of fax). Je originele eindbeoordelingsformulier voeg je bij de geprinte versie van je stageverslag. oorwoord tio 4

Inhoudsopgave oorwoord 4 Inhoudsopgave 5 1 et stageverslag 8 1.1 Doelstellingen van de stage 8 1.2 Richtlijnen voor de stageverslaggeving 8 1.3 Inhoud verslag 10 2 Bedrijfsopdrachten 14 2.1 ITM1, M1 14 2.2 ITM2, M2 17 3 Beoordeling stage 20 3.1 Tussentijdse beoordeling 20 3.2 indbeoordeling 20 3.3 Beoordeling functioneren student in het stagetraject 20 3.4 Afsluiting stage 20 3.5 Stagecijfer 21 3.6 Beoordelingsformulier stage M1, ITM1 21 3.7 Beoordelingsformulier stage M2, ITM2 21 4 Randvoorwaarden stage 24 4.1 oorwaarden om op stage te mogen gaan 24 4.2 Duur en tijdstip van de stageperiode 25 4.3 erplaatsen stageperiode 26 4.4 Inschrijving 26 4.5 erkansingen bij stage in het buitenland 26 4.6 Januari-instroom 26 5 Oriënteren op een stageplaats 27 5.1 Algemene voorwaarden 27 5.2 De stageplaats 27 5.3 Bedrijvendag 29 Inhoudsopgave tio 5

5.4 Stage-intake 29 5.5 Tio selecties 30 5.6 Plaatsing 30 5.7 et stagesollicitatiegesprek bij het bedrijf 30 6 Stage in het buitenland 32 6.1 isen voor een stage in het buitenland 32 6.2 Risicolanden 33 6.3 IB-groep 35 6.4 erzekeringen 36 6.5 Checklist buitenland stage 37 7 Aanvaarding stageopdracht 38 7.1 Afzeggen nog lopende sollicitaties 38 7.2 Stageovereenkomst 38 8 Tijdens de stage 40 8.1 Richtlijnen voor de stagiair 40 8.2 Terugkomdag 41 8.3 Afbreken stage 41 8.4 Wijzigen stageduur 42 8.5 ergoeding aan stagiairs 42 8.6 Bedrijfsbijdrage aan Tio 43 8.7 Wanbetaling 44 8.8 Werktijden 44 8.9 en bijbaan tijdens de stage 45 9 Begeleiding 46 9.1 Stagecoördinatie 46 9.2 Begeleiding door het bedrijf 46 9.3 Begeleiding door Tio 46 10 Competenties 49 10.1 De drie beoordelingsmomenten 49 10.2 ouding als professional (intern) 50 10.3 ouding als professional (extern) 51 10.4 ouding (algemeen) 52 10.5 ermogen om samen te werken 53 10.6 Bijdragen aan een goede sfeer 54 10.7 Bevorderen van de teamspirit 55 10.8 Aanvaarden van leiding 56 10.9 Overtuigen van anderen 57 Inhoudsopgave tio 6

10.10 igen leerdoelen 58 11 Bijlagen 59 Bijlage 1 Koppeling beroepscompetenties aan stage 60 Bijlage 2 Competenties deelcompetenties M 64 Bijlage 3 Competenties deelcompetenties ITM 69 Bijlage 4 oorbeeld stageovereenkomst 80 Bijlage 5 Checklist deadlines stage 85 Bijlage 6 Checklist buitenland stages 86 Bijlage 7 ragenlijst week 1 90 Bijlage 8 Format inleveren onderzoeksopdracht 92 Bijlage 9 Tussenbeoordeling bedrijfscoach 93 Bijlage 10 indbeoordeling bedrijfscoach 99 Inhoudsopgave tio 7

1 et stageverslag et stageverslag is het eindproduct van de stage en beschrijft de werkzaamheden van de student. Daarnaast wordt er aandacht besteed aan het verbeteren van competenties. et verslag bevat een beschrijving van het bedrijf en er worden bedrijfsopdrachten gemaakt die verwerkt worden in het eindverslag. 1.1 Doelstellingen van de stage De stage heeft tot doel om: de sociale en communicatieve vaardigheden van de student verder te ontwikkelen. de student kennis te laten maken met de omstandigheden zoals die in arbeidssituaties voorkomen (organisatieprincipes, gezagsverhoudingen, bedrijfsfilosofieën). de student begrip te doen ontwikkelen voor zijn toekomstige plaats in een organisatie, door te laten ervaren wat een toekomstige werkgever van hem verwacht. de student de geleerde theoretische kennis te laten toepassen in praktijksituaties. de student de daarvoor aangewezen beroepscompetenties te laten realiseren. 1.2 Richtlijnen voor de stageverslaggeving Tijdens de stage wordt door de studenten gewerkt aan het stageverslag. oor het inleveren van het stageverslag gelden de volgende richtlijnen: et verslag wordt digitaal via intranet ingeleverd. De datum dat dit gebeurt, geldt als inleverdatum. De digitale verslagen zullen opvraagbaar zijn voor toekomstige studenten en kunnen dienen als oriëntatie op een mogelijke stageplaats. De student maakt dit digitale verslag anoniem zodat, toekomstige studenten geen contact kunnen opnemen. Dat houdt in dat de persoonlijke contactgegevens uit het verslag verwijderd zijn. De student print drie exemplaren: - én ingebonden exemplaar moet worden ingeleverd bij de stagecoördinator, voorzien van een handtekening van de bedrijfscoach. et is de verantwoordelijkheid van de student te zorgen dat de handtekening op het verslag staat. en verslag dat zonder handtekening wordt ingeleverd wordt met een 1 beoordeeld. In dit exemplaar wordt de originele eindbeoordeling van de bedrijfscoach als bijlage toegevoegd. oud een et stageverslag tio 8

kopie daarvan voor je eigen administratie. Indien dit voor buitenlandstages tot een tijdsprobleem leidt, kan het akkoord van de bedrijfsbegeleider separaat per fax of e-mail verstuurd worden. De student krijgt het ingebonden exemplaar dat bij de stagecoördinator is ingeleverd niet terug. Inleveren van de geprinte versie geschiedt op dezelfde dag als de digitale inlevering. - én exemplaar voor de bedrijfscoach - én exemplaar voor de student zelf. In geval van een buitenlandstage wordt - indien de stagecoördinator dit noodzakelijk acht - een samenvatting in het ngels, Frans, Duits of Spaans opgenomen. Let op: Alle ITM2- en M2-studenten schrijven de samenvatting verplicht in het ngels. et stageverslag dient uiterlijk 15 werkdagen na de laatste stagedag, zoals vermeld in het contract, te worden ingeleverd. Over een eventueel uitstel tot inlevering beslist de stagecoördinator na schriftelijk verzoek. Indien het stageverslag niet op tijd wordt ingeleverd, wordt door het stagesysteem automatisch het cijfer 1 toegekend en moet de student de stage overdoen. et stageverslag is ingeleverd voordat de inschrijving bij Tio verloopt. Indien het stageverslag later ingeleverd wordt, schrijft de student zich in via de verlengde inschrijving. Zonder inschrijving kan er geen cijfer ingevoerd worden. Indien het stagebedrijf en/of de student van mening is dat er vertrouwelijke informatie in het verslag is opgenomen dat niet voor publicatie binnen Tio geschikt is, bestaat de mogelijkheid om het stageverslag als vertrouwelijk aan te merken. Dit dient voor het uploaden van het document schriftelijk kenbaar te worden gemaakt bij de stagecoördinator. Indien er sprake is van slechts een klein deel (of pagina) met vertrouwelijke informatie kan de student deze informatie uit de digitale versie weg laten met vermelding dat deze informatie vertrouwelijk is. De informatie dient dan wel volledig in het gebonden exemplaar voor de stagecoördinator te lezen zijn. Als een student een verslag moet aanpassen, wordt dit gedaan in revisie. et revisieprogramma is te vinden in Word onder: beeld werkbalken redigeren. Op de werkbalk redigeren kan men de knop wijzigingen bijhouden aanklikken. en student stuurt zowel de gereviseerde versie met wijzigingen, als een versie waarin alle wijzigingen zijn geaccepteerd (knop op de werkbalk) aan de stagecoördinator. Indien een verbeterd verslag niet in revisie is aangeleverd wordt het verslag niet nagekeken en volgt het cijfer 1. et stageverslag tio 9

1.3 Inhoud verslag In het stageverslag dienen de volgende zaken te worden opgenomen: oorpagina oorwoord Inhoudsopgave Inhoud: 01 Begeleidende informatie 02 Inleiding 03 Bedrijfsbeschrijving 04 erslaglegging t.a.v. eigen ontwikkeling 05 Dagelijkse werkzaamheden 06 erslag stagebezoek 07 Bedrijfsopdrachten ITM1, M1 08 Bedrijfsopdracht ITM2, M2 09 Samenvatting 10 Literatuuroverzicht 11 Bijlagenoverzicht 12 Bijlagen De voorpagina (1 pagina) - De vermelding stageverslag - Naam en studentnummer - Opleiding, klas en Tio-locatie - Plaats en datum - andtekening van bedrijfscoach voor goedkeuring van het verslag Inhoud stageverslag Toelichting oorwoord - et voorwoord bevat een korte persoonlijke tekst die een inleiding geeft op de inhoud van het verslag en eventuele dankwoorden aan personen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van het verslag. Inhoudsopgave (1 pagina) - Met hoofdstukindeling en paginanummering (automatisch gegenereerd, dus niet handmatig een inhoudsopgave maken). et stageverslag tio 10

Inhoud 01 Begeleidende informatie (1 pagina) - Naam en adres bedrijf en naam bedrijfscoach - Naam student - Functie en/of afdeling stagiaire - Naam en adres stagecoördinator (het adres van ogeschool Tio) - xacte stageperiode (begin- en einddatum) 02 Inleiding (1 pagina) In dit hoofdstuk wordt de aanleiding en de functie en afdeling en inhoud van deze stage vermeld, en de leerdoelen van de student. et is de bedoeling dat de leerdoelen gekoppeld zijn aan de competenties die de student kiest in de betreffende stageperiode. Tevens zal de student voor zichzelf moeten bepalen wanneer hij heeft aangetoond dat de competentie beheerst wordt en hoe hij dat gaat aantonen. 03 Bedrijfsbeschrijving (3-5 pagina s) Geef hier een weergave van de onderstaande punten: - Geschiedenis - Product en/of dienstverlening - Doelgroep - Organisatiebeschrijving (incl. organogram) - Missie van het bedrijf - Actuele ontwikkelingen 04 erslaglegging t.a.v. eigen ontwikkeling (7-8 pagina s) Dit onderdeel bestaat uit een beschrijving ten aanzien van de eigen professionele ontwikkeling tijdens deze stageperiode. In hoofdstuk 10 staan de algemene en specifieke competenties genoemd die op meerdere momenten worden beoordeeld: voorafgaand, halverwege en aan het eind van de stage. Daarnaast kiest de student voorafgaand aan de stage zelf één of twee competenties uit, met bijbehorende deelcompetenties, waaraan hij wil werken tijdens de stage. Deze competenties mogen geen competenties zijn die al worden beoordeeld in de formulieren uit hoofdstuk 10. In bijlage 1 worden mogelijke competenties genoemd die de student kan kiezen en staat aangegeven welke competenties niet meer gekozen kunnen worden. ervolgens worden aan de hand van deze keuze, 3 leerdoelen opgesteld die direct zijn af te leiden van deze competentie en bijbehorende deelcompetenties. De student neemt in het verslag deze leerdoelen op. Ook vult de student de leerdoelen in bij paragraaf 10.10 en op de et stageverslag tio 11

beoordelingsformulieren voor de bedrijfscoach in bijlage 9 en 10. ij bespreekt deze in week één van de stage met zijn bedrijfscoach. De student voegt een woordelijke rapportage toe over de eigen ontwikkeling gebaseerd op de zelfbeoordelingsformulieren in hoofdstuk 10. ij geeft van elke competentie één of meerdere voorbeelden van taken of situaties en ondersteunt de beoordeling met argumenten. et is dus niet de bedoeling de ingevulde formulieren uit hoofdstuk 10 letterlijk in het verslag op te nemen. Indien dit wel het geval is wordt het stageverslag met een onvoldoende beoordeeld. Dit onderdeel in het verslag wordt afgesloten met een samenvatting waarin de volgende drie vragen beantwoord worden. - eeft deze periode voldaan aan de gestelde leerdoelen? Maak een koppeling naar de gekozen (deel)competenties! - Zo niet, waarom niet? - Welke leerdoelen, competenties of aspecten daaruit (deelcompetenties) worden meegenomen naar een volgende stage/baan? 05 Dagelijkse werkzaamheden (1-2 pagina s) In dit hoofdstuk gaat de student in op het verloop van de stage. De student geeft een globale beschrijving van de dagelijkse werkzaamheden en van de ervaringen met het werken in de praktijk. Uit deze rapportage wordt duidelijk op welke wijze de activiteiten bijdragen aan de competenties waaraan de student werkt tijdens de stage en op welk niveau, in welke omvang en met welke zelfstandigheid ze uitgevoerd zijn. 06 erslag stagebezoek (1 pagina) Indien de student een stagebezoek heeft gehad, neemt hij hierover een korte rapportage op in zijn/haar stageverslag. In deze rapportage beschrijft de student wat er besproken is (algemeen) en geeft de student aan wat er is afgesproken over de ontwikkeling van de competenties. De datum, tijd en duur van het bezoek en de naam van de bezoeker worden vermeld te worden. 07 Bedrijfsopdrachten (ITM1, M1) (4-6 pagina s) In paragraaf 2.1 staan acht bedrijfsopdrachten beschreven. Iedere student van ITM1 en M1, werkt deze opdrachten uit en neemt deze in zijn verslag op. et stageverslag tio 12

08 Bedrijfsopdracht (ITM2, M2) (4-6 pagina s) In paragraaf 2.2 staat de bedrijfsopdracht voor de studenten van ITM2 en M2 beschreven. Iedere student van ITM2 en M2, werkt deze opdrachten uit en neemt deze in zijn verslag op. 09 Samenvatting (1 pagina) ierin worden een algemene beschouwing van de stage en een dankwoord voor het stagebedrijf gegeven. Let op: De ITM2- en M2-studenten dienen de samenvatting in het ngels te schrijven. 10 Literatuuroverzicht Dit overzicht bevat alle literatuur die de student voor zijn/haar uitvoering van de stageopdrachten heeft gebruikt. In de tekst wordt verwezen naar de literatuur. De internetsite Wikipedia kan niet als betrouwbare bron worden aangemerkt en mag daarom niet als bron worden gebruikt. Google is een zoekmachine en geen informatiebron. Deze website kan daarom niet als bron worden aangemerkt! De literatuurlijst is op een consequente manier opgebouwd, volgens de APA methode die de student bij de vakken Methoden en technieken 1 en 2 (M1 en M2) geleerd heeft. Kijk voor een goede weergave van de literatuurlijst in het M1- en M2-boek. Let op: Bij het gebruik van websites dient de datum, tijd van bezoek en volledige paginanaam van dat moment vermeld te worden. 11 Bijlagenoverzicht en overzicht van alle bijlagen is hier toegevoegd. 12 Bijlagen Iedere bijlage wordt op een aparte pagina inclusief titel toegevoegd. et stageverslag tio 13

2 Bedrijfsopdrachten In dit hoofdstuk staan de bedrijfsopdrachten beschreven voor M1, ITM1 en voor M2, ITM2. Iedere student werkt de opdrachten voor de betreffende eigen studierichting uit en neemt deze in zijn verslag op. Alle opdrachten voor de betreffende richting moeten worden gemaakt. 2.1 ITM1, M1 Bij verschillende opdrachten wordt een theoretische onderbouwing/verantwoording gegeven. Dit staat dan nadrukkelijk bij de opdracht vermeld. Je kunt hiervoor gebruik maken van de boeken van de boekenlijst, maar gebruik ook andere (branchegerichte) literatuur. Denk hierbij aan artikelen uit de BSCO-database, boeken, vaktijdschriften en internet. ermeld de gebruikte bronnen bij de uitwerking van de opdrachten. Let op: Bij minimaal 1 opdracht dient de BSCO-database geraadpleegd en gebruikt te zijn. Opdracht 01 Kengetallen van de organisatie M1 M1 01 erzamel, voor zover mogelijk, de volgende kengetallen van de organisatie: aantal kamers/bedden/huisjes/campingplaatsen/tafels/bezoekers (betalend/niet-betalend, naar leeftijd en sekse en gezins-/ groepssamenstelling). 02 Bereken de bezettingsgraad per week/maand/kwartaal. 03 Maak de vergelijking met voorgaande vergelijkbare periodes. Formuleer conclusies en onderbouw deze. Toelichting: Indien deze kengetallen niet van toepassing zijn op jouw stage, of je stagebedrijf wil de kengetallen niet aanleveren, gebruik dan kengetallen waar je wel mee hebt gewerkt, of je eigen ervaringen. Let op: Opdracht 1 voor ITM1 is te vinden op de volgende pagina. Bedrijfsopdrachten tio 14

ITM1 ITM1 01 erzamel, voor zover mogelijk, de volgende kengetallen van de organisatie: aantal geboekte paxen, gedurende een maand, naar leeftijd en sekse en gezins-/ groepssamenstelling. 02 erdeel deze paxen in soorten reizen, pakketreizen, samengestelde reizen, losse vliegtickets, treinbiljetten, etc. 03 Maak de vergelijking met voorgaande vergelijkbare periodes. Formuleer conclusies en onderbouw deze. Toelichting: Indien deze kengetallen niet van toepassing zijn op jouw stage, of je stagebedrijf wil de kengetallen niet aanleveren, gebruik dan kengetallen waar je wel mee hebt gewerkt, of je eigen ervaringen. Opdracht 02 Lange termijn visie Schrijf een visie voor jouw stageonderneming voor de komende 3 tot 5 jaar. Deze visie bevat ten minste: 01 jouw visie op de markt waarin het bedrijf werkzaam is; 02 de effecten van jouw visie (groeien/afstoten/stabiliseren); 03 wat de consequenties zijn voor jouw afdeling in brede zin. Geef bij deze opdracht een theoretische verantwoording aan de hand van modellen en/of concepten en theorieën uit de literatuur (denk hierbij aan marketing, economische en/of organisatorische modellen). Opdracht 03 Stijl van leidinggeven Geef een beschrijving van enkele manieren van leidinggeven binnen jouw bedrijf en hoe jij dit ervaren hebt. Geef een theoretische verantwoording door de verschillende manieren van leidinggeven binnen jouw bedrijf a.d.h.v. verschillende theorieën over leiderschapsstijlen te typeren. Toelichting: Bekijk eens meerdere managementfuncties. Dit mogen ook managers van andere afdelingen zijn of de General Manager. Bedrijfsopdrachten tio 15

Opdracht 04 Interactie met de klant 01 Geef voorbeelden (minimaal 3) van een geslaagde verkoop. Denk bijvoorbeeld aan cross-selling en up-selling. 02 Geef voorbeelden (minimaal 3) waarbij jij een klacht succesvol hebt opgelost. Toelichting: Indien er geen sprake is van interactie met een klant, beschrijf dan een interactie met een collega, of bedenk wat je gedaan had als er wel sprake was geweest van contact met een klant. Opdracht 05 et productieproces Beschrijf systematisch het productieproces van de afdeling waar je werkt, beschrijf daarbij: 01 de sterke punten m.b.t. het productieproces voor het bedrijf. 02 hoe het bedrijf/de afdeling het beter kan doen. Geef een theoretische onderbouwing aan de hand van modellen en/of concepten en theorieën uit de literatuur. Toelichting: Als er geen sprake is van een productieproces beschrijf dan het verkoopproces of het proces van dienstverlening. Opdracht 06 xterne regelgeving Beschrijf de wettelijke eisen, de operationele eisen, de gemeentelijke verordeningen en de arbowetgeving die van toepassing zijn op jouw sector (de luchtvaart/toeristische/hotel- en evenementensector) en specifiek op jouw stagebedrijf. Toelichting: et gaat er hier om dat je aan kan geven aan welke eisen het stagebedrijf moet voldoen en met welke wetten en regels je te maken krijgt. Daarnaast beschrijf je waar je de informatie kunt vinden voor zover van toepassing in het (soort) bedrijf waar jij stage loopt. Is dit dus een hotel, geef dan aan waar je mee te maken krijgt, is het een camping dan zijn de eisen en wetten anders. Werk één en ander in hoofdlijnen uit. Maak bij deze opdracht gebruik van branchegerichte literatuur. Bedrijfsopdrachten tio 16

Opdracht 07 Kwaliteit van dienstverlening 01. Beschrijf de richtlijnen die het bedrijf hanteert om de kwaliteit van dienstverlening te waarborgen. 02. Geef aan hoe, waar en op welke elementen jouw gedrag is veranderd om aan de bovenstaande eisen te voldoen. Toelichting: Wat doet het bedrijf aan training of begeleiding op de werkplek? Opdracht 08 Unique selling point 01 Wat maakt dit bedrijf uniek (succesfactor) en waarom? 02 Wat maakt het bedrijf voor jou uniek en waarom? Opdracht 09 Cultuurverschillen met het buitenland (alleen voor buitenland stagiaires) Geef op onderstaande punten aan wat de verschillen zijn met Nederland en geef bij elk punt een korte beschrijving en een paar concrete voorbeelden: Leiding Teamwork Werktijden Werkmentaliteit Geloof Bedrijfscultuur Geef verder aan: In welke taal wordt er gecommuniceerd? Geef aan en omschrijf of dit voordelen of complicaties met zich mee heeft gebracht. Welke vakken sluiten goed aan op je buitenlandstage en waarom? Wat is het belangrijkste leermoment geweest? 2.2 ITM2, M2 Opdracht 10 Onderzoek et is de bedoeling dat de student tijdens de stage een onderzoek uitvoert met het doel om bijvoorbeeld een operationeel probleem op te lossen voor het stagebedrijf. en andere mogelijkheid is dat de student op basis van het onderzoek een advies uitbrengt richting het stagebedrijf over een bepaald aspect. Uiteraard kan dat geen groots onderzoek zijn, aangezien de stageperiode relatief kort is. Tijdens het stagesollicitatiegesprek met de organisatie formuleert de student in overleg met het bedrijf de doelstelling en inhoud van het onderzoek. ervolgens Bedrijfsopdrachten tio 17

levert de student voor aanvang van de stage het voorstel (met handtekening ter goedkeuring van de bedrijfscoach) in bij zijn stagecoördinator, Indien het niet mogelijk is het voorstel voor aanvang van de stage in te leveren, dan ontvangt de stagecoördinator uiterlijk aan het einde van de eerste stageweek het voorstel van de student. et onderzoek mag uitgevoerd worden als de bedrijfscoach en stagecoördinator toestemming hebben gegeven. Binnen 1 week na ontvangst van het voorstel ontvangt de student van de stagecoördinator bericht of de onderzoeksopdracht wordt goedgekeurd. De student gebruikt voor het voorstel bijlage 8, Format onderzoeksopdracht, achterin deze stagehandleiding. De goedgekeurde onderzoeksopdracht wordt geupload op intranet, via Mijn Tio, Mijn documenten en dan Stagedocument uploaden. et is de eigen verantwoordelijkheid van de student om de door de bedrijfscoach goedgekeurde onderzoeksopdracht tijdig bij de stagecoördinator aan te leveren voor feedback. In het voorstel beschrijft de student de aanleiding tot het onderzoek, de probleemstelling en tevens hoe hij dit onderzoek denkt te gaan uitvoeren (methoden van onderzoek). De probleemstelling dient te worden uitgewerkt in drie deelvragen. De deelvragen zijn afgeleid van de probleemstelling en geven antwoord op de probleemstelling. Ook wordt de te gebruiken literatuur en de tijdsplanning vermeld. In het stageverslag beschrijft de student in ongeveer 8-10 pagina s het hele onderzoekstraject en trekt conclusies en doet aanbevelingen. erder reflecteert de student op het proces van het onderzoek en de eigen ervaring t.a.v. het onderzoek. Deze reflectie omvat minimaal een halve pagina. De benodigde theorie m.b.t. de opzet en uitvoering van een onderzoek, is besproken tijdens de lessen Methoden en Technieken (M1 en M2). Probeer het onderzoek zoveel mogelijk te spiegelen aan de theorie. Geef dus een theoretische onderbouwing/verantwoording. Maak hierbij gebruik van diepgaande vakliteratuur en gebruik niet alleen boeken van de boekenlijst en/of de BSCO-database. Let op: Bij deze opdracht moet minimaal 1 artikel uit de BSCO-database geraadpleegd en gebruikt zijn! erder dient er minimaal 1 relevant vaktijdschrift gebruikt te zijn en minimaal 1 lesboek. Refereer in het stageverslag aan de gebruikte literatuur. Dit onderzoek hoeft niet per se uit een enquête te bestaan. Denk bijvoorbeeld ook aan een managementanalyse of observatieonderzoek. N.B. Bedrijfsopdrachten tio 18

Opdracht 01 voor ITM2, M2 kan worden gekoppeld aan de competenties Informatie analyseren (toerisme profiel) en Ontwikkelen van een visie op veranderingen en trends in de externe omgeving en ontwikkelen van relaties, netwerken en ketens (hotelprofiel). Zie voor meer uitleg over deze competenties de profielen op het bulletin board (gebruik zoekterm: Competenties M of Competenties ITM ) en ook bijlage 1, 2 en 3 achterin deze handleiding. Bedrijfsopdrachten tio 19

3 Beoordeling stage De stage kent verschillende momenten waarop de student wordt beoordeeld. Naast een beoordeling voor het proces van de stage en het verslag, wordt de student door de bedrijfscoach op twee momenten beoordeeld. 3.1 Tussentijdse beoordeling alverwege de stage vult de bedrijfscoach de tussentijdse stagebeoordeling in (zie bijlage 9 achterin deze stagehandleiding). De stagiair is er zelf verantwoordelijk voor dat na bespreking met de bedrijfscoach de tussentijdse beoordeling naar de stagecoördinator van de betreffende Tio-vestiging gestuurd wordt. 3.2 indbeoordeling Aan het einde van de stage vult de bedrijfscoach het eindbeoordelingsformulier in (zie bijlage 10 achterin deze stagehandleiding). Deze beoordeling bestaat uit een cijfer tussen de 1 en 10. De stagiair is er zelf verantwoordelijk voor dat de stagebeoordeling wordt ingevuld door het stagebedrijf. De student neemt het eindbeoordelingsformulier als losse bijlage op in het stageverslag. 3.3 Beoordeling functioneren student in het stagetraject De stagecoördinator geeft een beoordeling van het functioneren van de student bij het verkrijgen van een stageplaats. an de student wordt onder andere verwacht: tijdig actief naar een stageplaats te zoeken; de regels te volgen zoals voorgeschreven in deze handleiding; zich correct op te stellen zowel naar de stagecoördinator als naar het stagebedrijf; de Bedrijvendag te bezoeken. 3.4 Afsluiting stage Ter afsluiting van de stage dient er een eindgesprek plaats te vinden tussen de student en het bedrijf. De stagecoördinator heeft aan het einde van de stage een gesprek met de bedrijfscoach over de stage en de stagiair. Na afloop van de stage voert de stagecoördinator een eindgesprek met de student. Beoordeling stage tio 20

3.5 Stagecijfer et stagecijfer komt tot stand door weging van de volgende onderdelen: 01 beoordeling stagetraject 02 beoordeling bedrijfscoach 03 beoordeling stageverslag oorwaarden voor het toekennen van een stagecijfer zijn: De student heeft de bedrijvendag bijgewoond. De student heeft de terugkomdag bijgewoond of heeft, indien de stage in het buitenland heeft plaatsgevonden, een extra opdracht in het stageverslag opgenomen (zie voor de opdracht voor studenten die in het buitenland stage hebben gelopen opdracht 9 in hoofdstuk 2 van deze stagehandleiding). Alle onderdelen van het stageverslag, het eindcijfer voor het verslag en de beoordeling van de bedrijfscoach moeten met een voldoende worden afgerond. Bij een onvoldoende onderdeel moet dat onderdeel aangepast worden tot het voldoende is. Indien het stageverslag onvoldoende is beoordeeld dient het verslag in revisie (zie hoofdstuk 1) te worden ingeleverd. et onderdeel 'beoordeling stagetraject' mag WL met een onvoldoende beoordeeld worden. 3.6 Beoordelingsformulier stage M1, ITM1 Zie de volgende pagina. 3.7 Beoordelingsformulier stage M2, ITM2 Zie pagina 23. Beoordeling stage tio 21

Beoordelingsformulier stage M1, ITM1 (In te vullen door de Tio-stagecoördinator) Naam student: Naam stagebedrijf: Studiejaar: estiging: Richting: Datum: Naam stagecoördinator: ul de waardering van het onderdeel in (uitgedrukt in een rapportcijfer, bv. 6). 1a ormgeving/indeling: Lay-out Opzet: voorpagina - inhoudsopgave - begeleidende informatie - inleiding - enz. Cijfer in te vullen door SC 6,0 1b Stijl en taal: 6,0 Spelling Zinsbouw 1c Weergave literatuurgebruik: 6,0 Correct gebruik literatuurverwijzingen Literatuurlijst 2 igen ontwikkeling: 6,0 erslaglegging t.a.v. eigen ontwikkeling Beschrijving ontwikkeling leerdoelen/deelcompetenties 3 Inhoud van de verschillende onderdelen: 6,0 Bedrijfsbeschrijving Dagelijkse werkzaamheden erslag stagebezoek (voldoende/onvoldoende) 4 Bedrijfsopdrachten: 6,0 Uitwerking (methodische aanpak) Onderbouwing d.m.v. gebruik verschillende bronnen (waaronder BSCOdatabase), relevante vakliteratuur. indcijfer verslag 6,0 Beoordeling bedrijfscoach 8 Beoordeling stagetraject * 7 indcijfer stage 6,8 * bezoek bedrijvendag, zelfstandig zoeken naar een stageplaats, communicatie met stagecoördinator voor en tijdens de stage, tijdig inleveren vragenlijst, etc. N.B.: Alle onderdelen (1, 2, 3, 4 en 5) eindcijfer verslag en beoordeling bedrijfscoach) N.B.2: et onderdeel 'beoordeling stagetraject' mag WL met een onvoldoende beoordeeld worden. Beoordeling stage tio 22

Beoordelingsformulier stage M2, ITM2 (In te vullen door de Tio-stagecoördinator) Naam student: Naam stagebedrijf: Studiejaar: estiging: Richting: Datum: Naam stagecoördinator: ul de waardering van het onderdeel in (uitgedrukt in een rapportcijfer, bv. 6). 1a ormgeving/indeling: Lay-out Opzet: voorpagina - inhoudsopgave - begeleidende informatie - inleiding - enz. 1b Stijl en taal: Spelling Zinsbouw 1c Weergave literatuurgebruik: Correct gebruik literatuurverwijzingen Literatuurlijst 2 igen ontwikkeling: erslaglegging t.a.v. eigen ontwikkeling Beschrijving ontwikkeling leerdoelen/deelcompetenties 3 Inhoud van de verschillende onderdelen: Bedrijfsbeschrijving Dagelijkse werkzaamheden erslag stagebezoek (voldoende/onvoldoende) 4 Onderzoeksopdracht M2, TM2: Uitwerking probleemstelling (duidelijke omschrijving, meetbaar, deelvragen) Onderbouwing onderzoek d.m.v. gebruik verschillende bronnen (waaronder BSCOdatabase), relevante vakliteratuur. erslaglegging (structuur, taalgebruik) Uitwerking conclusie en aanbevelingen (geeft conclusie antwoord op probleemstelling, zijn de aanbevelingen bruikbaar) Cijfer in te vullen door SC 6,0 indcijfer verslag Beoordeling bedrijfscoach 6,0 8 Beoordeling stagetraject * 7 indcijfer stage 6,8 * bezoek bedrijvendag, zelfstandig zoeken naar een stageplaats, communicatie met stagecoördinator voor en tijdens de stage, tijdig inleveren vragenlijst, etc. 6,0 6,0 6,0 6,0 6,0 N.B.: Alle onderdelen (1, 2, 3, 4 en 5) eindcijfer verslag en beoordeling bedrijfscoach) N.B.2: et onderdeel 'beoordeling stagetraject' mag WL met een onvoldoende beoordeeld worden. Beoordeling stage tio 23

4 Randvoorwaarden stage 4.1 oorwaarden om op stage te mogen gaan Aan de stage kunnen alleen studenten deelnemen die naar het oordeel van de stagecoördinator en de vestigingsmanager een zodanige instelling getoond hebben, dat redelijkerwijs mag worden verwacht dat zij aan de doelstellingen van de stage zullen voldoen. Tio behoudt zich dan ook het recht voor de student geen stage te laten lopen indien de resultaten onvoldoende zijn of indien onbehoorlijk of ongemotiveerd gedrag van de student tijdens de opleiding hiertoe aanleiding geeft. In het geval van een minderjarige student informeert de vestigingsmanager tevens de ouders van de student. In ieder geval dient aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan: De student heeft de twee verplichte studievoortganggesprekken gevoerd (voor de januari-instroom (voormalige februari-instroom, vanaf hier te noemen januari-instroom) geldt 1 verplicht studievoortganggesprek) en heeft zich daarbij actief en betrokken opgesteld. Dit betekent dat de student o.a. zelf een selectie heeft gemaakt van mogelijke stageplaatsen, de student kan uitleggen waarom deze stages gekozen zijn en dat de opdrachten voor de bedrijvendag zijn uitgevoerd. De verslagen van de studievoortganggesprekken zijn opgeslagen in zijn portfolio. Zonder het tweede verplichte studievoortganggesprek (voor de januari-instroom geldt 1 verplicht studievoortganggesprek) mag een student niet op stage. In het geval dat een student niet wordt toegestaan op stage te gaan wegens bovenstaande gronden, moet een stagecoördinator de student voor 1 mei schriftelijk informeren, waarvan een kopie aan de vestigingsmanager wordt gestuurd. Daarnaast gelden per opleidingsniveau de volgende aanvullende eisen: Stage M1/ITM1 De student heeft maximaal 5 schriftelijke tentamens uit het eerste semester niet behaald (voor de januari-instroom geldt maximaal 6 schriftelijke tentamens niet gehaald). De student heeft maximaal 2 T4-opdrachten van het eerste semester met een onvoldoende afgerond. Randvoorwaarden stage tio 24

Stage M2/ITM2 De student heeft maximaal 3 schriftelijke tentamens niet behaald van de propedeutische fase. De stage en de T4-opdrachten van de propedeutische fase zijn met een voldoende resultaat afgerond. Alle projecten en de deelopdrachten behorende bij de projecten uit de propedeutische fase zijn met een voldoende resultaat afgesloten. an de bachelorfase moeten op 1 april 36 C s behaald zijn. De peildatum voor bovenstaande kwantitatieve eis is het moment dat een stageovereenkomst moet worden ondertekend door de stagecoördinator. Op dat moment moet een student voldoen aan de stage-instroomeis. en stagecontract wordt pas door een stagecoördinator ondertekend wanneer de student voldaan heeft aan de stage-instroomeisen. Zodra een student voldoet aan bovengenoemde eisen mag een stagecoördinator het stagecontract ondertekenen. Indien de student niet tijdig voldoet aan de stage-instroomeisen en er geen stage (meer) gelopen kan worden voordat een nieuw studiesemester begint, dient de student de stage uit te stellen of het studiejaar te verlengen door zich opnieuw in te schrijven. De student is er zelf verantwoordelijk voor dat het stagecontract door alle partijen ondertekend wordt en vóór de start van de stage bij de stagecoördinator is ingeleverd. 4.2 Duur en tijdstip van de stageperiode oor alle studierichtingen geldt dat de stage moet bestaan uit minimaal 10 aangesloten weken en maximaal 10 maanden. In het geval dat de stage meer dan 10 weken duurt, wordt voor iedere extra week 1½ C toegekend met een maximum van 3 C. Deze extra studiepunten kunnen gebruikt worden voor het invullen van de vrije keuzeruimte (zie Onderwijs- en xamenreglement, OR). oorwaarde is dat een langere stage naar het oordeel van de stagecoördinator toegevoegde waarde heeft. Studenten die een langere stage lopen hebben de mogelijkheid om in januari/september aansluitend hun studie te vervolgen. De ingangs- en de einddatum van de stage worden vastgesteld in overleg met het bedrijf en de stagecoördinator. De student gaat voltijds stagelopen conform de richtlijnen van het bedrijf (of CAO van de bedrijfstak) met een minimum van 36 uur per week. Door het verrichten van overwerk wordt de minimale stageduur van 10 weken niet verkort. Overwerk levert ook geen extra studiepunten op. ventuele gevolgen voor de studiefinanciering bij de IB-Groep zijn de verantwoordelijkheid van de student. Randvoorwaarden stage tio 25

4.3 erplaatsen stageperiode bo-studenten hebben in sommige gevallen de mogelijkheid hun 2 e stageperiode te verplaatsen naar het derde studiejaar. Tio vindt het belangrijk dat studenten zoveel mogelijk ervaring opdoen bij verschillende bedrijven, maar als interessante afstudeermogelijkheden binnen bereik komen door de koppeling van stage aan het afstuderen, dan wordt dit toegestaan. ierdoor is het mogelijk om de stage- en de afstudeeropdracht bij hetzelfde bedrijf te doen. De beide perioden worden wel beschouwd als twee afzonderlijke trajecten, met eigen contracten, eigen verslaglegging en mogelijk verschillende bedrijfscoaches. 4.4 Inschrijving De stage moet beginnen voordat de inschrijving bij Tio verloopt. Indien de student bij het verlopen van de inschrijving de stage nog niet heeft afgerond, schrijft de student zich officieel voor het nieuwe studiejaar in via een verlengde inschrijving (zie OR 4.8). 4.5 erkansingen bij stage in het buitenland Studenten die in augustus nog in het buitenland stage lopen moeten er rekening mee houden dat zij dan niet deel kunnen nemen aan de herkansingen, behalve als zij van het bedrijf de gelegenheid krijgen terug te komen en zelf de reiskosten op zich kunnen nemen. 4.6 Januari-instroom Studenten van de januari-instroom ontvangen een gratis verlengde inschrijving tot uiterlijk 31 augustus. Tijdens de verlengde inschrijving kan er een stage worden gelopen die voor 31 augustus moet aflopen. Indien er tijdens de zomermaanden tussen het eerste en tweede semester een stage is gelopen, dan is de tweede stage bepalend voor de beoordeling van de student. Randvoorwaarden stage tio 26

5 Oriënteren op een stageplaats et proces van het vinden van een geschikte stageplaats begint een lange tijd voordat de eigenlijke stage gaat plaatsvinden. et is van belang date r tijdig wordt begonnen met het zoeken naar een stageplaats. Dit hoofdstuk gaat in op de procedures en processen die vooraf gaan aan de stage en op welke wijze Tio hierin ondersteunt. 5.1 Algemene voorwaarden an de student wordt verwacht dat hij zelf een stageplaats vindt. Deze regel is ingevoerd omdat Tio studenten er in het verleden de voorkeur aan gaven zelf een stageplaats te zoeken. Bovendien is Tio van mening dat het zelf zoeken van een stageplaats een belangrijke bijdrage levert aan de vorming van de student. Tio ondersteunt de student door het aandragen van adressen en contacten onder andere door de zoekmogelijkheden voor stages op intranet en via de bedrijvendag. Ook adviseert de stagecoördinator over de keuze van stageadressen. Tio aanvaardt geen aansprakelijkheid wanneer: de student (een) door Tio voorgestelde stageplaats(en) niet accepteert; de student de stagecontracten niet op tijd heeft ingeleverd; een stageperiode zonder toestemming van de stagecoördinator wordt beëindigd. 5.2 De stageplaats 5.2.1 isen aan een geschikte stageplaats en geschikte stageplaats moet aan enkele belangrijke eisen voldoen. - Ten eerste is er sprake van omstandigheden waarin de student op zinvolle wijze invulling kan geven aan (de) stageopdracht(en). Onder een zinvolle stageopdracht wordt verstaan dat de (deel)opdracht(en) uit de stagehandleiding in betekenisvolle context kunnen worden uitgevoerd, waarbij de werkzaamheden liggen op het terrein en het niveau van de door de student gevolgde opleiding en leerroute. - Ten tweede moet iemand binnen het bedrijf als coach kunnen optreden. Coaching bestaat uit het wegwijs maken van de student, het inwerken en waar nodig corrigeren in de werkzaamheden. De bedrijfscoach levert ook een aandeel in de beoordeling van de student. Oriënteren op een stageplaats tio 27

- Tenslotte moet het bedrijf akkoord gaan met de voorwaarden opgenomen in het stagecontract. Uiteraard moet de student in veilige omstandigheden kunnen werken. 5.2.2 Niet toegestane stageplaatsen In verband met mogelijke belangenverstrengeling is stage bij een eigen bedrijf van een docent van Tio in beginsel niet gewenst. oor stage bij een bedrijf van een docent van Tio moet oofd Opleidingen in alle gevallen schriftelijk toestemming geven (zie OR 10.2.2). en student wordt niet toegestaan stage te lopen bij een bedrijf van een familielid, of indien een familielid bij een stageorganisatie werkzaam is. Dit ter voorkoming van belangenverstrengeling. 5.2.3 Stagekeuzemogelijkheden De stage moet liggen in het verlengde van de opleiding en van voldoende niveau zijn om aan de inhoudelijke doelstellingen van de stage te kunnen voldoen. ierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan: (internationale) campings (zaken) reisbureaus bungalowparken catering/party-service organisaties congresorganisaties/evenementenbureaus host(ess)/entertainmentorganisaties hotels/restaurants jeugdkampen/kinderbegeleiding luchtvaartmaatschappijen/afhandelingmaatschappijen recreatiebedrijven touroperators vakantieclubs ia het stagezoeksysteem op intranet kan de student naast het actuele stageaanbod van bedrijven, ook specifieke bedrijven zoeken en kan de student eerdere stageverslagen inzien. Oriënteren op een stageplaats tio 28

5.3 Bedrijvendag 5.3.1 Inhoud Bedrijvendag Om studenten in de gelegenheid te stellen zich te oriënteren op de stage/arbeidsmarkt organiseert Tio jaarlijks een Bedrijvendag. Tio kan de Bedrijvendag organiseren dankzij goede contacten met het bedrijfsleven. Op deze dag geven zestig tot tachtig bedrijven informatie over stage- en loopbaanmogelijkheden via standjes op een informatiemarkt en korte presentaties. De student ontvangt een bedrijvendagboek met informatie over de bedrijven en de stagemogelijkheden. De Bedrijvendag is geschikt om middels een persoonlijk contact vast te stellen of een stage of baan bij een bedrijf mogelijk is voor de student. Tijdens het eerste studievoortganggesprek formuleert de student aandachtspunten voor het bezoek aan de Bedrijvendag. et bezoeken van de Bedrijvendag is voorwaarde voor het toekennen van een stagecijfer. Daartoe zal op de Bedrijvendag een aanwezigheidsregistratie worden bijgehouden. Dit betekent dat de studenten van de januari-instroom die in de zomer stage hebben gelopen het stagecijfer pas na de Bedrijvendag ontvangen. 5.3.2 Afwezigheid tijdens de Bedrijvendag Deelname aan de Bedrijvendag is verplicht (m.u.v. de studenten van de januariinstroom, waarvan de mini-onderneming geliquideerd is op het moment van de Bedrijvendag). Wanneer men vooraf weet dat men niet kan deelnemen aan de Bedrijvendag dient men de stagecoördinator hiervan uiterlijk drie werkdagen van tevoren schriftelijk op de hoogte te stellen. Kopieën van eventuele bewijsstukken van de reden van afwezigheid worden bijgesloten. Indien men op de dag zelf niet in staat blijkt te zijn om de Bedrijvendag bij te wonen, bijvoorbeeld door ziekte, dan wordt de conciërge hiervan voor 09:00 uur telefonisch op de hoogte gesteld. Daarnaast dient schriftelijk binnen 2 werkdagen na de Bedrijvendag aan de vestigingsmanager (met een kopie voor de stagecoördinator), inclusief bewijs, te worden meegedeeld waarom men niet aanwezig kon zijn. De stagecoördinator kan besluiten dat de student een vervangende opdracht krijgt. 5.4 Stage-intake In de eerste weken van het studiejaar zal er een klassikale voorlichting over de stage gegeven worden. De student wordt hierbij door de stagecoördinator onder andere ingelicht over de procedure die geldt voor het solliciteren naar de gewenste stageplaats(en). Oriënteren op een stageplaats tio 29

Tijdens het eerste studievoortganggesprek, dat plaats vindt in september, oktober of november (respectievelijk in februari of maart voor de januari-instroom) dient de student zijn keuzes voor een stageplaats kenbaar te maken. oor een aantal grotere stagebedrijven worden centrale Tio-selecties gehouden. De stagecoördinator informeert de student over de selecties. 5.5 Tio selecties oor bepaalde bedrijven worden door Tio-selecties (centraal) uitgevoerd. De studenten dienen voor 15 november (respectievelijk 15 maart voor de januariinstroom) hun sollicitatiebrieven voor deze bedrijven met curriculum vitae te overleggen aan de stagecoördinator of kerngebiedcoördinator. 5.6 Plaatsing Plaatsing geschiedt in overleg met de student en het bedrijf. Alleen de stagecoördinator is bevoegd een student bij een bedrijf te plaatsen. Of een student een bedrijf mag benaderen hangt af van de actieve en professionele opstelling van de student en de procedures voor sollicitatie. Indien een student zich niet aan bestaande procedures houdt of herhaaldelijk stageplaatsen afwijst wordt de student door de stagecoördinator geplaatst. De stagecoördinator kan in het laatste geval ook beslissen de student in het geheel niet te plaatsen. Mocht de student niet zelfstandig in staat zijn om een stageplaats te vinden, dan beschikt de stagecoördinator over de bevoegdheid deze student een stageplaats toe te wijzen. 5.7 et stagesollicitatiegesprek bij het bedrijf Bij een positieve reactie op de sollicitatiebrief van een student kan een bedrijf de student uitnodigen voor een stagesollicitatiegesprek. en belangrijk doel van het stagesollicitatiegesprek is na te gaan of de stageplek aan de eisen voldoet (zie 5.2.1). et is de verantwoordelijkheid van de student deze eisen te bespreken met het bedrijf. Tevens vermeldt de student dat er gewerkt wordt met een stagehandleiding en dat deze documenten de richtlijn zijn bij de verslaglegging. Studenten worden geacht bij het gesprek een exemplaar van de stagehandleiding en de studiegids mee te nemen. In ieder geval moet het bedrijf deze voor het ondertekenen van het contract via de student in zijn bezit kunnen krijgen. Ook controleert de student of het bedrijf op de hoogte is van de bepalingen in de stageovereenkomst. Indien dit niet het geval is, bespreekt de student deze met het bedrijf, zie bijlage 4 oorbeeld stageovereenkomst voor een voorbeeld van de stageovereenkomst. Studenten die vragen hebben over of wensen hebben met betrekking tot bepaalde vergoedingen (bijvoorbeeld: reis-, visum- of Oriënteren op een stageplaats tio 30

verblijfskosten), vrije dagen e.d. kunnen deze het beste tijdens het stagesollicitatiegesprek aan de orde stellen. Ook is het verstandig de overige voorwaarden te bespreken, zoals de vergoeding van 23,- per week aan Tio die van toepassing is op stages binnen Nederland. M2/ITM2-studenten bespreken tijdens het stagesollicitatiegesprek de onderzoeksopdracht met de stageorganisatie te bespreken. De stageorganisatie wordt door de student geïnformeerd over het onderzoek en de student stelt met de stageorganisatie een onderwerp vast waaruit de probleemstelling en deelvragen kunnen worden geformuleerd. De student levert de probleemstelling volgens het format onderzoeksopdracht (Zie bijlage 8) in voor aanvang van de stage bij de stagecoördinator. Oriënteren op een stageplaats tio 31

6 Stage in het buitenland Wie een buitenlandstage heeft doorlopen, heeft aangetoond zich te kunnen redden in een land met een vreemde cultuur en een vreemde taal. De student moet zelfstandig problemen oplossen, taalbarrières overkomen en vaak het eigen gedrag aanpassen aan de cultuur van het bedrijf. eel bedrijven geven dan ook de voorkeur aan toekomstige werknemers met een buitenlandervaring. Om deze redenen stimuleert Tio een stage in het buitenland. 6.1 isen voor een stage in het buitenland Wie in aanmerking wil komen voor een buitenlandstage dient aan een aantal selectie-eisen te voldoen. Deze eisen zijn: De student heeft aantoonbaar voldoende talenkennis van het land van bestemming. De student laat een grote mate van zelfstandigheid zien. De student heeft een uitstekende motivatie. De student is zich bewust van het begrip culture shock en is bereid zich aan te passen aan een andere cultuur. Daarnaast geldt dat: soms een minimumleeftijd van 18 jaar wordt gevraagd tijdens de stageperiode; veel bedrijven de voorkeur geven aan een student met relevante werkervaring; een buitenlandstage hogere kosten met zich mee kan brengen (reis- en verblijfskosten, telefoonkosten, etc.). Daarnaast moeten de stagebedrijven in staat zijn (zulks ter beoordeling door Tio) ook bij calamiteiten ter plekke hulp te bieden aan de student. et is de verantwoordelijkheid van de student om, via de vragenlijst die in week 1 van de stage moet worden gestuurd aan de stagecoördinator, te zorgen dat Tio de juiste contactgegevens heeft. De sollicitatieprocedures verlopen voor alle stages in het buitenland in overleg met de stagecoördinator of via de kerngebiedcoördinator. Stage in het buitenland tio 32

6.2 Risicolanden Tijdens stages moet de veiligheid van de student gewaarborgd kunnen worden, niet alleen tijdens werkuren, maar ook daarbuiten. Om er voor te zorgen dat studenten alleen in veilige gebieden stage lopen beoordeelt Tio het land en/of gebied waar de student stage gaat lopen. Tio baseert zich bij beoordeling van de veiligheidsrisico s op de categorieën van het ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl). ieronder staan de categorieën zoals gebruikt door het ministerie van Buitenlandse Zaken (Minbuza) en daarbij de consequenties voor stages van Tio. Iedere student dient altijd eerst te controleren of stage lopen in een gebied mogelijk is volgens de onderstaande classificatie. Geen reisadvies Minbuza: eiligheidsrisico: Beleid Tio: De meeste bezoeken kunnen probleemloos worden afgelegd. r is geen sprake van aanwijsbare veiligheidsrisico s voor de student. Alle studenten wordt toegestaan hier stage te lopen. Waakzaamheid betrachten Minbuza: eiligheidsrisico s zijn weliswaar aanwezig, maar er zijn geen concrete aanwijzingen dat de reiziger hiervan hinder zal ondervinden. eiligheidsrisico: r kan sprake zijn van veiligheidsrisico s voor de student. Beleid Tio: Indien volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken waakzaamheid moet worden betracht vanwege zware criminaliteit in het gebied/land waar de stage moet plaatsvinden, dan mogen minderjarige studenten hier geen stage lopen. Indien de stage gelopen gaat worden in gebieden waar de kans op (terroristische) aanslagen hoog is, dan mogen minderjarige studenten hier geen stage lopen. De student wordt door de stagecoördinator gewezen op de mogelijke risico s. De student moet zich bewust zijn dat stage lopen in dit land/gebied risico s met zich mee kan brengen. Stage in het buitenland tio 33

Indien de situatie zich voordoet nadat de stage is gestart kan er in samenspraak met de student, de stageorganisatie en de stagecoördinator besloten worden tot afbreken van de stage. ierbij weegt mee: - of er sprake is van een minderjarige student. - In dit geval is de mening van de ouders/voogd van belang; - of er sprake is van acute levensbedreigende veiligheidsrisico s voor de student; - de mening van de student; - de mening van de stageorganisatie; - In welke week de stage zich bevindt. r zijn onveilige gebieden Minbuza: Indien er bepaalde gebieden in een land als onveilig worden aangemerkt, kan dit tot gevolg hebben dat er voor deze gebieden een zwaarder reisadvies wordt afgegeven dan voor de rest van het land. eiligheidsrisico: r is sprake van veiligheidsrisico s voor de student. Beleid Tio: Indien volgens het ministerie van Buitenlandse Zaken een gebied onveilig is mag hier geen stage worden gelopen, tenzij het advies zich beperkt tot specifieke onderdelen van een gebied (wijken, straten, wegen, etc.) of als het berovingen of criminaliteit betreft. In deze gevallen kan de stage alleen doorgang vinden als: - de stage buiten de gespecificeerde gebieden valt; - er geen sprake is van een minderjarige student; - de student door de stagecoördinator is gewezen op de mogelijke risico s zoals berovingen en criminaliteit; - de student zich bewust is dat stage lopen in dit land risico s met zich mee kan brengen; - er contact is geweest tussen de stagecoördinator en de bedrijfscoach waarbij de stageorganisatie kan instaan voor een veilige werk- en woonomgeving voor de student. Indien de onveilige situatie zich voordoet nadat de stage is gestart wordt de stage op advies van Tio afgebroken. In bijzondere gevallen kan in samenspraak met de student, de stageorganisatie en de stagecoördinator (na toestemming van oofd Opleidingen) besloten worden tot voortzetting van de stage. De student negeert dan het advies van Tio en neemt de volledige verantwoordelijkheid hiervoor. De stage kan alleen voortgezet worden wanneer: Stage in het buitenland tio 34