Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Vergelijkbare documenten
Vakantiewerk Colofon:

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715

Arbeidsinspectie. Projectverslag. Vakantiewerk 2001

Projectverslag. Vakantiewerk 2002

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag

VERSLAG INSPECTIEPROJECT ASBEST OP STORTPLAATSEN

LANDELIJK PROJECTVERSLAG HOUT EN MEUBEL 1999

PROJECTNUMMER: A439 EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT BROODBAKKERIJEN

VERSLAG INSPECTIEPROJECT DE FYSIEKE BELASTING BIJ METSELAARS

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon Telefax

Meta(al)morfose Inspecties op het gebied van machineveiligheid, geluid en arbobeleid in de metaalindustrie

De Nationale Politie Arbeidstijden en Agressie en Geweld geïnspecteerd

Eindverslag Opslag Ammoniumnitraat

Eindverslag inspectieproject OPS 2001 A491

Projectrapportage Kwarts in de bouw 2007

ARBEIDSINSPECTIE MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

VERSLAG INSPECTIES PROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING (A866)

VERSLAG INSPECTIEPROJECT TECHNISCHE GROOTHANDEL (A501) ARBEIDSINSPECTIE. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

DE OPDRACHTGEVER IN HET BOUWPROCES

SAMENWERKINGSAFSPRAKEN ARBEIDSINSPECTIE VOEDSEL EN WAREN AUTORITEIT

Veiligheid van speeltoestellen op het schoolplein

INSPECTIEPROJECT LOONWERKERS 2005

Inspecties in de Metaalproductenindustrie 2014

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Projectverslag Leerindustrie

projectverslag Textiel 2002 A523

Machineveiligheid 2004 Inspectieproject in de Voeding- en Genotmiddelen en de Metaalsector op het gebied van machineveiligheid.

Projectverslag. Pilot Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag. Project A745

Verslag inspecties Sociale werkvoorziening

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Inspectieverslag project lichamelijke belasting en geluid in de voeding- en genotmiddelensector

Inspectierapport. Autowas- en autopoetsbedrijven

Inspectierapport Project A590. Tillen in de industrie

VERSLAG INSPECTIEPROJECT WASGOEDKETEN ZORG A 754. Onderwerpen: Biologische agentia, Cytostatica, Fysieke belasting

Projectverslag. Garagebedrijven Project A660

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Evaluatie van de bestuurlijke boete

Gezond & veilig werken in kleinschalige zorgvoorzieningen dát maakt zorg beter

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT PRAKTIJKLOKALEN METAALTECHNIEK

Projectverslag. Agressie en Geweld Detailhandel 2003

Eindverslag. Project Onderhoudsstops Projectnummer: A448

Projectverslag Inspectieproject Intramurale Zorg 2003 A575 Looptijd van: van 1 maart 2003 tot en met 31 augustus 2003

PROJECTVERSLAG MONITORPROJECT UNIVERSITEITEN A796

EVALUATIERAPPORTAGE STOFKAMACTIE BOUW

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, en.

Heeft u een klacht? Meld het bij de Arbeidsinspectie

Arbowet en Jongeren. Veilig en Gezond Werken

PROJECTVERSLAG INSPECTIEPROJECT SOCIALE WERKVOORZIENING. 20 november 2006

Projectverslag Metaal 1999-A208 BIK 27 t/m 30, 34 en 352 t/m 355

Eindverslag project aardolie, chemie, kunststof en rubber (ACKR) 2001 Projectnummer A465

Toolbox-meeting Arbeidsinspectie en handhaving

Arbeid door jongeren

Overtredingen strenger bestraft. Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving

Arbo-inspecties in actieplanbedrijven Inspectierapportage bij bedrijven met een verhoogd risico op ongevallen

Colofon. Arbeidsinspectie, Den Haag, mei Afdeling Persvoorlichting, Looptijd project januari 2005 januari 2006.

Inspectie naar naleving Arbowet en aandacht arbeidsomstandigheden in de Bijzondere Zorg

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT FACILITAIRE DIENSTEN. in de ZORG A 904

Arbeid door Jongeren -beneden de 18 jaar-

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

EVALUATIEVERSLAG. LANDELIJK INSPECTIEPROJECT THUISWERK IN DE GRAFISCHE INDUSTRIE TEXTIEL INDUSTRIE METAALPRODUKTEN INDUSTRIE

PROJECT HORECA-DISCOTHEKEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage. AI/CK/Arbo-H/01/58336

Factsheet Toezicht kermisattracties

PROJECTVERSLAG Inspectieproject fysieke belasting en veiligheid in convenantsectoren van de voedings- en genotmiddelenindustrie A 725

Wat doet de Arbeidsinspectie? Alles over de taken en werkwijze van de Arbeidsinspectie

Rapportage inspectieproject A634

PROJECTPLAN INSPECTIEPROJECT. Ambulancezorg A 895. Onderwerpen:. Fysieke belasting.. Agressie & geweld (PSA). Biologische agentia

Rapportage gewasbescherming Inspectieresultaten boomteelt/vaste planten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERSLAG INSPECTIEPROJECT THUISZORG A 694. Onderwerpen: fysieke belasting. agressie & geweld. Inspectieperiode 1 mei 2005 tot en met 31 maart 2006

Werken met buitenlandse studenten 2017

PROJECT Legionella Binnenvaart 2000 A412

Basisinspectiemodule Arbozorg: VOeT (Voorlichting, Onderricht en Toezicht)

VERSLAG INSPECTIES PROJECT WERKEN MET GEDETINEERDEN (A843)

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Projectverslag Schoenbedrijven

Projectverslag. Inspectie naleving Wet arbeid vreemdelingen sector detailhandel voor niet westerse producten

Vakantiewerk in het mkb 2004

Inspectie naar de actualiteit van de KEW vergunningen

Transportmiddelen 2013

Op donderdag 18 september 2014 hebben wij, de heer 10.2.E. Er is tijdens dat bezoek gesproken met de heer 10.2.E

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

De Arbeidsinspectie in het kort. Een boete van de Arbeidsinspectie, hoe gaat dit in zijn werk?

Werken met verontreinigde grond Inspectieresultaten 2015

Basisinspectiemodule

PROJECTVERSLAG. Krantenbezorging Den Haag, november 2001

Inspectierapport Asbest 2009/2010. Asbest: stof tot nadenken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Projectrapportage Autoschadeherstelbedrijven Project A860

Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

Projectrapportage inspectieproject. Facilitaire diensten in de zorg

Samenvatting Projectplan CHEMIE 2005 A 710

Resultaten legionellapreventie Cluster 4: Hotels, bed&breakfasts, campings en jachthavens. Datum 1 juni 2010 Status Definitief

Wat doet de Arbeidsinspectie?

Transcriptie:

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes (tussenrapportage)

Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag 20-11-2006 Projectnaam Kinder- en Jeugdarbeid (vakantiewerk en bijbaantjes) Projectnummer A789 Status projectrapportage Concept Inspectieonderwerpen Arbeids- en rusttijden Voorlichting, onderricht, toezicht Machineveiligheid Fysieke belasting Gevaarlijke stoffen AI-bedrijfstakdirectie(s) Commerciële en Publieke Dienstverlening Landelijk Projectleider J. van der Pols/A. Heynen Voor vragen van de pers Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Afdeling Persvoorlichting, tel. (070) 333 44 44 Looptijd project 1 juli 2006 1 april 2007 (vakantiewerk: juli-augustus 2006) Correspondentieadres Arbeidsinspectie, kantoor Arnhem T.a.v. F.W. van de Kamp Postbus 9018 6800 DX ARNHEM 2

Inhoudsopgave Voorwoord...4 Samenvatting...5 1. Aanleiding en doel...6 1.1 Aanleiding...6 1.2 Doelstellingen...6 1.3 Resultaten eerdere inspectieprojecten... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2. Omvang en opzet...7 2.1 Doelgroep en werkterrein...7 2.2 Looptijd en aantallen...7 2.3 Projectopzet...7 2.4 Inspectieonderwerpen...8 2.5 Monitor...8 2.6 Publiciteit...8 3. Projectresultaten...9 3.1 Generaliseerbaarheid...9 3.2 Resultaten...9 3.2.1 Overtredingen...9 3.2.2 Handhavingsinstrumenten...10 3.2.3 Verschillen tussen branches...11 3.2.4 Vergelijking eerdere projecten vakantiewerk...11 3.2.5 Resultaten per inspectiepunt of -onderwerp...12 3.2.5 Overige onderwerpen...12 3.3 Klachten en ongevallen...12 4. Conclusies en aanbevelingen...13 3

Voorwoord Ieder jaar betreden tijdens de vakantieperiode veel kinderen en jeugdigen voor het eerst de arbeidsmarkt. Dat is goed, want op die manier maken zij kennis met betaalde arbeid, verdienen ze hun eigen zakgeld en leren ze om te gaan met bepaalde verantwoordelijkheden. Daar staat echter tegenover dat kinderen extra bescherming nodig hebben vanwege hun onervarenheid, onbekendheid, speelsheid en naïviteit. Daarom besteedt de Arbeidsinspectie jaarlijks extra aandacht aan deze doelgroep, in de vakantieperiode, maar ook daarbuiten. Uit de resultaten van inspectieprojecten blijkt dat nog veel kinderen (in de leeftijd van 13/15 jaar) werkzaamheden verrichten die niet zijn toegestaan voor hun leeftijdsgroep. Ook in 2006 is dit geconstateerd. Het betreffen werkzaamheden die een risico vormen voor hun veiligheid en gezondheid en overtredingen met betrekking tot de arbeids- en rusttijden. In 2006 is gebleken dat de wet beter wordt nageleefd. Mede door de jaarlijkse inspectieprojecten vakantiewerk en de publiciteit er omheen groeit de bekendheid met de regels. Dit jaar heeft de AI in de periode juli-augustus inspecties uitgevoerd in de bedrijfstakken waar traditioneel veel vakantiewerkers worden ingezet: land- en tuinbouw, gezondheidszorg, hor eca, detailhandel en recreatie. Daarnaast zal in de periode tot april 2007 ook geïnspecteerd worden op bijbaantjes. Misstanden zijn in het kader van dit inspectieproject niet aangetroffen. De inspectie-inzet van de Arbeidsinspectie en met name de voorlichtingsactiviteiten werpen hun vruchten af. Dat geldt zeker ook voor de voorlichtingsactiviteiten van brancheorganisatie ActiZ in de verpleging & verzorging. Vermeld moet worden dat de inspectieresultaten niet representatief zijn voor de geïnspecteerde sectoren, maar slechts een indicatie geven van de stand van zaken. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de bevindingen gedurende de vakantieperiode. De resultaten van het inspectieproject worden besproken met de sociale partners. Ook zullen de resultaten worden gepresenteerd tijdens de Europese campagne Start veilig. De Arbeidsinspectie zal ook in 2007 een inspectieproject Vakantiewerk uitvoeren. De Algemeen Directeur van de Arbeidsinspectie Dr. J.J.M. Uijlenbroek 4

Samenvatting Uit diverse onderzoeken blijkt dat werken buiten schooltijd niet alleen negatieve, maar ook positieve effecten kan hebben. Een vakantie- of bijbaantje geeft kinderen de gelegenheid om werkervaring op te doen en zak geld te verdienen. Daarom bestaat er een aantal uitzonderingen op het verbod op kinderarbeid en mogen kinderen (13/15 jaar) en jeugdigen (16/17 jaar) onder bepaalde voorwaarden werken. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de Nadere regeling kinderarbeid. Kinderen hebben echter extra bescherming nodig vanwege hun onervarenheid, onbekendheid en naïviteit. Daarom besteedt de Arbeidsinspectie jaarlijks extra aandacht aan deze doelgroep, in de vakantieperiode, maar ook daarbuiten. In de maanden juli en augustus 2006 zijn inspecties uitgevoerd naar de arbeidsomstandigheden en werktijden van de vakantiewerkers jonger dan 18 jaar. Dit gebeurde branchebreed in de sectoren waar relatief veel vakantiewerk wordt verricht: gezondheidszorg (thuiszorg en verpleging & verzorging), landbouw, detailhandel, horeca en recreatie. Het project is vooraf afgestemd met de werkgevers- en werknemersorganisaties in de betrokken branches. De belangrijkste onderwerpen waarnaar is gekeken zijn: arbeid- en rusttijden, voorlichting, onderricht en toezicht, machineveiligheid, fysieke belasting en gevaarlijke stoffen. In de periode juli-augustus zijn bij 1.660 bedrijven met vakantiekrachten onder de 18 jaar inspecties uitgevoerd. Bij bijna 75% van deze bedrijven/instellingen zijn géén overtredingen geconstateerd. In 2004 was dit vergelijkbaar, terwijl vorig jaar het bij 56% van de onderzochte bedrijven in orde was. Vanwege verschillende doelgroepen zijn de resultaten met voorgaande jaren niet 1 op 1 vergelijkbaar. Bij de bedrijven/instellingen die niet in orde waren, zijn in totaal 668 tekortkomingen geconstateerd. Dat is gemiddeld 1,6 overtreding per bedrijf in overtreding. In 2004 en 2005 was dat gemiddelde 1,8 overtreding. Bij het merendeel van de overtredingen is in 2006 slechts een waarschuwing ingezet (95%). Dit weerspiegelt de relatief geringe ernst van de aangetroffen overtreding. Er zijn 30 boeterapporten opgesteld, waarvan 6 aan ouders. De meeste geconstateerde overtredingen hebben betrekking op Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid, - werk - en rusttijden kinderen - deugdelijke registratie - niet-industriële (hulp)arbeid van lichte aard - onvolledige of ontbreken RI&E - dagelijkse rust jeugdigen Er zijn echter wel grote verschillen te constateren tussen de inspectieresultaten van de verschillende sectoren. Het aantal bedrijven/instellingen waar geen tekortkomingen zijn gesignaleerd, varieert van 90% in de gezondheidszorg (verpleging & verzorging) tot 62% in de horeca. Het project had een hit and run karakter. Dit heeft als grote voordeel dat veel bedrijven en instellingen geïnspecteerd kunnen worden. De inspectieresultaten bevestigen de noodzaak om in de vakantieperiode specifieke aandacht te blijven besteden aan kinder- en jeugdarbeid. In de komende periode (t/m april 2007) zal in genoemde sectoren nog worden geïnspecteerd op bijbaantjes. 5

1. Aanleiding en doel 1.1 Aanleiding Ieder jaar betreden tijdens de vakantie veel kinderen en jeugdigen voor het eerst de arbeidsmarkt. Dat is op zichzelf positief, want op die manier maken zij kennis met betaalde arbeid, verdienen hun eigen zakgeld en leren ze om te gaan met bepaalde verantwoordelijkheden. Daar staat tegenover de noodzaak tot extra bescherming tegen veiligheid- en gezondheidsrisico s die kinderen en jeugdigen lopen vanwege hun onervarenheid, onbekendheid, speelsheid, naïviteit etc. Zij lopen meer risico op een bedrijfsongeval in vergelijking met oudere en meer ervaren werknemers. Daarom besteedt de Arbeidsinspectie jaarlijks in de vakantieperiode extra aandacht aan deze doelgroep. Daarnaast zijn kinderen en jeugdigen ook buiten de vakanties actief op de arbeidsmarkt in allerlei (bij)baantjes voor enkele uren per week. Uit eerdere projecten blijkt dat het nalevingsniveau nog steeds te wensen overlaat. 1.2 Doelstellingen In de maanden juli en augustus zijn inspecties uitgevoerd naar de arbeidsomstandigheden en werktijden van vakantiewerkers jonger dan 18 jaar. Dit gebeurde branchebreed in de sectoren waar naar verwachting relatief veel vakantiewerk wordt verricht: gezondheidszorg, landbouw, detailhandel, horeca en recreatie. De belangrijkste onderwerpen waarnaar is gekeken zijn: arbeid- en rusttijden voorlichting, onderricht en toezicht machineveiligheid fysieke belasting gevaarlijke stoffen De doelstellingen van dit project waren: 1. Via voorlichting/publiciteit preventief aandacht schenken aan de risico's die verbonden zijn met het werken door vakantiewerkers en specifiek kinderen en jeugdigen in de vakantieperiode en daarbuiten in bijbaantjes. Daarbij aangeven welke wettelijke regels van toepassing zijn. 2. Het opheffen van overtredingen door het toetsen van werksituaties aan de wettelijke bepalingen, zoals vastgelegd in de Arbeidsomstandighedenwet, de Arbeidstijdenwet en de Bestrijdingsmiddelenwet en in de hierop gebaseerde besluiten. Het vigerende handhavingsbeleid (waarschuwing, eis, boete en proces verbaal) is daarbij leidend. 6

2. Omvang en opzet 2.1 Doelgroep en werkterrein Het project richt zich op kinder- en jeugdarbeid in het algemeen en vakantiewerk door kinderen en jeugdigen in het bijzonder. De doelgroep betreft dus kinderen 13 t/m 15 jaar en jeugdigen 16- en 17- jarigen. Deze rapportage heeft betrekking vakantiewerk. Er is geïnspecteerd in de sectoren waar kinderen en jeugdigen traditioneel veel vakantiewerk verrichten. Tabel 1 geïnspecteerde branches branche specifiek BIK land- en tuinbouw m.u.v. champignonteelt en aardbeienpluk 011 gezondheidszorg thuiszorg, verpleging en verzorging 85 horeca m.u.v. hotels 55 detailhandel supermarkten, bouwmarkten 52 recreatie campings 92 2.2 Looptijd en aantallen Het project loopt van 1 juli 2006 1 april 2007. In de periode 1 juli t/m 31 augustus is geïnspecteerd in het kader van vakantiewerk. In de periode daarbuiten wordt geïnspecteerd op bijbaantjes. In dit (tussen)rapport wordt uitsluitend verslag gedaan van het vakantiewerk. In totaal zijn bijna 2.600 bedrijven bezocht, waarvan er bij 35% geen vakantiewerkers aanwezig waren. Bij 1.660 bedrijven bleken vakantiewerkers onder de 18 werkzaam en zijn derhalve geïnspecteerd Tabel 2 Aantal geinspecteerdel bedrijven met vakantiewerker s < aantal 18 jaar zonder overtreding branche Aantal bezochte bedrijven geïnspecteerde bedrijven land- en tuinbouw 444 260 detailhandel 925 685 horeca 377 251 verpleging & verzorging 490 304 recreatie 262 116 overig 64 44 2562 1660 2.3 Projectopzet Voorafgaand aan de start van het project is overleg gevoerd met brancheorganisaties en jongerenbonden. Niet alleen is de opzet, inhoud en karakter van het project toegelicht. Ook is wederzijds informatie uitgewisseld over de afzonderlijke voorlichtingscampagnes en waar mogelijk zijn die op elkaar afgestemd. Het inspectieproject had een hit and run karakter, d.w.z. dat er eerst werd beoordeeld of er bij het betrokken bedrijf vakantiekrachten onder de 18 jaar werkzaam waren. Zo ja, dan onderzocht de inspecteur dit bedrijf en beoordeelde in hoeverre werd voldaan aan de specifieke regelgeving rondom kinder - en jeugdarbeid. Had het betrokken bedrijf géén vakantiekrachten onder de 18 ja ar werkzaam, dan werd de interventie afgerond en vond geen verder e inspectie plaats, uitzonderingen daargelaten waar sprake was van (andere) direct waarneembare misstanden. De inspectie concentreerde zich rond de hieronder genoemde inspectieonderwerpen. Daarnaast werden enkele monitorvragen meegenomen. Binnen de inspectieteams is afgestemd op welke wijze een sector of werkgebied het beste kon worden benaderd. Hierbij zijn ook betrokken eventuele signalen (klachten) van werknemersorganisaties over vermeende misstanden met vakantiekrachten. 7

Er is gecontroleerd op de naleving van regelgeving ten aanzien van arbeid door kinderen en jeugdigen. Concreet betreft het de regelgeving ten aanzien van arbeid door jongeren onder de leeftijd van 18 jaar is opgenomen in de Arbeidstijdenwet (ATW) en de daarbij behorende Nadere Regeling Kinderarbeid (NRK), de Arbeidsomstandighedenwet en het daarbij behorende Arbeidsomstandighedenbesluit en de Bestrijdingsmiddelenwet. Bij een overtreding is het vastgestelde handhavingsbeleid toegepast. Dit betekent dat de werkgever bij minder ernstige overtredingen een waarschuwing kreeg en dat bij ernstige overtredingen direct een boeterapport of een proces-verbaal werd opgemaakt. Indien de werkgever eerder voor eenzelfde of soortgelijke overtreding reeds een waarschuwing had gekregen, werd eveneens een boete aangezegd. In acute situaties is het werk (preventief) stilgelegd. 2.4 Inspectieonderwerpen 2.5 Monitor Aan de volgende onderwerpen wordt in dit project specifiek aandacht besteed: arbeid- en rustijden voorlichting, onderricht en toezicht machineveiligheid fysieke belasting gevaarlijke stoffen buisrailwagens Afhankelijk van de sector zijn verschillende accenten gelegd. Het onderwerp arbeid- en rustijden speelt in alle sectoren evenals fysieke belasting. Bij kinder- en jeugdarbeid wegen zonder meer de onderwerpen voorlichting en onderricht enerzijds en toezicht anderzijds relatief zwaar. In de land- en tuinbouw is daarnaast specifiek gecontroleerd op werken aan of in nabijheid van machines, arbeid aan de lopende band en werken met bestrijdingsmiddelen, alsmede fysieke belasting (tillen, reiken). In de gezondheidszorg zijn vooral instellingen bezocht in de sectoren verpleging en verzorging en thuiszorg. Behalve genoemde onderwerpen is hier vooral ook geïnspecteerd op de inzet van jeugdigen in keukens, schoonmaak en maaltijdvoorziening en in welke mate jeugdigen onvoorbereid en zelfstandig werden ingezet bij de verzorging. In de horeca is geïnspecteerd op alle reguliere onderwerpen, met dien verstande dat expliciet niet is opgetreden binnen het domein van de Drank - en horecawet. In de detailhandel zijn vooral de supermarkten doelgroep van inspectie geweest en bij recreatie vooral de campings. In beide sectoren is geïnspecteerd op alle reguliere onderwerpen. Het onderwerp buisrailwagens speelt uitsluitend in glastuinbouw en is speciaal opgenomen als een verkenning (zie hieronder onder monitor). Het hoofddoel van dit project was inspectie. Daarnaast is van de gelegenheid gebruik gemaakt om enkele monitorvragen te stellen. Behalve enkele algemene kwantitatieve vragen over vakantiekrachten zijn er specifieke enquêtevragen meegenomen over fysieke belasting en over buisrailwagens. Beide enquêtes zijn nog niet afgerond. De resultaten worden derhalve meegenomen bij de eindrapportage. 2.6 Publiciteit Traditioneel kan de aandacht die de Arbeidsinspectie besteedt aan vakantiewerk rekenen op relatief veel publiciteit, zowel landelijk als regionaal. Medio juni is daarom in een persbericht de start van het onderhavige project aangekondigd. Tijdens de uitvoering van het project hebben enkele journalisten meegelopen tijdens een inspectiebezoek. Via verschillende kanalen (vakblad, website) hebben brancheorganisaties en vakbonden de achterban geïnformeerd. De SZW -brochure vakantiewerk is geactualiseerd en opnieuw uitgegeven. Op diverse websites (o.a. Jongerenloket) is voorlichting gegeven over vakantiewerk. 8

3. Projectresultaten 3.1 Generaliseerbaarheid Er zijn vooral bedrijven bezocht waarvan verwacht werd dat daar vakantiekrachten werkten en dan met name vakantiekrachten onder de 18 jaar. Bij 60% van de bedrijven die voor dit project waren geselecteerd, bleek dit ook het geval te zijn. De resultaten zijn alleen geldig voor de bezochte bedrijven. De verschillen tussen de sectoren zijn dusdanig dat de gegevens niet gegeneraliseerd kunnen worden naar alle bedrijven in Nederland. De vergelijking met voorgaande jaren levert een redelijke indicatie op van het nalevingsniveau in de genoemde sectoren ten aanzien van vakantiekrachten. 3.2 Resultaten In de periode juli-augustus zijn bij 1.660 bedrijven met vakantiekrachten onder de 18 jaar inspecties uitgevoerd. Bij 425 (26%) hiervan zijn één of meerdere overtredingen geconstateerd, m.a.w bij 3/4 van de geïnspecteerde bedrijven was het in orde (zie figuur 1). Figuur 1 Resultaten totale inspectieproject 26% in orde niet in orde 74% In 2004 lag het overtredingspercentage iets hoger te weten 29%. Toen is echter alleen geïnspecteerd in de landbouw en de gezondheidszorg. Vorig jaar was het bij 44% van de onderzochte bedrijven niet in orde. Vanwege verschillende doelgroepen zijn de resultaten echter niet 1 op 1 vergelijkbaar. 3.2.1 Overtredingen Bij de 425 bedrijven met overtredingen zijn in totaal 668 tekortkomingen geconstateerd. Dat is gemiddeld 1,6 tekortkoming. In 2005 was het aantal bedrijven met één of meer overtredingen 591. Met een totaal van 1.046 overtreding lag het gemiddelde toen hoger, namelijk op 1,8. In 2004 bleken bij een totaal va n 120 bedrijven met één of meer overtreding het gemiddelde aantal tekortkomingen per bedrijf in overtreding eveneens 1,8. De meeste geconstateerde overtredingen binnen dit project hebben zoals verwacht - betrekking op de Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid, te weten 72% (2005: 79%). De top 5 van de onderwerpen waarop is geïnspecteerd zijn: 1. werk - en rusttijden kinderen (13-15 jaar) 2. deugdelijke registratie 3. werk - en rusttijden jeugdigen (16-17 jaar) 4. verbod op kinderarbeid; niet-industriële (hulp)arbeid van lichte aard 5. geen specifieke aandacht voor kinderen/jeugdigen in RI&E 9

Figuur 2 Vijf meest voorkomende onderwerpen waarop is geïnspecteerd 250 werk- en rusttijden kinderen (13-15 jaar) 198 200 deugdelijke registratie 150 100 50 101 101 85 69 werk- en rusttijden jeugdigen (16-17 jaar) verbod kinderarbeid; niet industriele (hulp)arbeid 1) 0 geen aandacht in RI&E voor kinderen/jeugdigen 1) waar onder te verstaan: werken aan kassa, industriële omgeving, re -entry en kinderen < 13 jaar. Het merendeel van bedrijven met tekortkomingen hadden één (248) of twee (130) overtredingen. In 47 bedrijven werden drie of meer overtredingen aangetroffen. Figuur 3 Aantal bedrijven ingedeeld naar aantal overtredingen 47 drie overtredingen of meer 130 twee overtredingen 248 één overtreding 0 100 200 300 3.2.2 Handhavingsinstrumenten Bij de bedrijven in overtreding zijn in totaal 668 handhavingsinstrumenten ingezet. Tijdens een bezoek kan een inspecteur meerdere tekortkomingen signaleren en kan hij/zij meerdere instrumenten inzetten. Bij het merendeel van de overtredingen is een waarschuwing ingezet (95%), te weten 446 waarschuwingen op het gebied van ATW en 187 waarschuwingen op het gebied van Arbowet/besluit. Er zijn 30 boeterapporten opgesteld, waarvan 6 aan ouders. In 4 gevallen is het werk stilgelegd (onbeveiligde schaarheftafel en afkortzaag en valgevaar). In 290 gevallen hebben ouders van betrokken kinderen een brief ontvangen waarin ze op hun verantwoordelijkheden zijn gewezen. Tabel 3 Aantal handhavingsinstrumenten uitgesplitst naar sector waarschuwing boeterapport stillegging ATW ARBO eis ATW ARBO ouders totaal land- en tuinbouw 72 14 1 1 88 verpleging en verzorging 15 27 42 horeca 108 31 10 2 2 153 detailhandel 185 89 7 1 4 4 290 recreatie 49 23 3 75 overig 3 17 20 Totaal 446 187 1 21 3 6 4 668 10

3.2.3 Verschillen tussen branches Er zijn significante verschillen tussen de inspectieresultaten van de geïnspecteerde sectoren. Met name de sector verpleging en verzorging springt er in positieve zin uit; bij 90% van de onderzochte instellingen zijn geen tekortkomingen aangetroffen en was het dus in orde (zie verder 3.2.3.). In onderstaand overzicht (tabel 2) is aangegeven het totale aantal geïnspecteerde bedrijven met vakantiewerkers, uitgesplitst naar branche t.o.v. het aantal bedrijven waar overtredingen zijn geconstateerd. In de laatste kolom is het aantal overtredingen afgezet tegen het aantal bedrijven met een overtreding. Tabel 4 Aantal bedrijven met overtredingen uitgesplitst naar branche Bedrijven geïnspecteerd bedrijven met overtreding aantal overtredingen Branche aantal % aantal % Totaal gemiddeld land- en tuinbouw 260 16% 59 23% 88 1,49 verpleging & verzorging 304 18% 31 10% 42 1,35 horeca 251 15% 96 38% 153 1,59 detailhandel 685 41% 184 27% 290 1,58 recreatie 116 7% 40 34% 75 1,88 overig 44 3% 15 34% 20 1,33 Totaal 1.660 100% 425 26% 668 1,57 Van het totaal aantal bezochte bedrijven (1.660) zijn de meeste In de detailhandel geïnspecteerd, te weten 41%. Bij ruim een kwart van het totaal aantal geïnspecteerde bedrijven zijn overtredingen geconstateerd, m.a.w. bij 74% was het in orde. Opmerkelijk is dat het aantal instellingen in de verpleging en verzorging waar één of meer overtredingen zijn geconstateerd relatief laag is (10%). In de horeca en recreatie is dat percentage relatief hoog, te weten 38% en 34%. Bij de bedrijven waar het niet in orde was, varieerde het gemiddelde aantal geconstateerde overtredingen tussen de 1,20 en 1,88. 3.2.4 Vergelijking eerdere projecten vakantiewerk In 2005 zijn 1.355 bedrijven bezocht met name in de detailhandel, horeca en recreatie. Bij 44% moest handhavend worden opgetreden. Het betroffen in totaal 1.046 tekortkomingen bij 591 bedrijven; gemiddeld 1,8 per bedrijf in overtreding. In 2004 werden in landbouw en gezondheidszorg 506 bedrijven bezocht. Bij 29% moest handhavend worden opgetreden. Het betroffen in totaal 217 tekortkomingen; eveneens gemiddeld 1,8 per bedrijf in overtreding. Een 1 op 1 vergelijking met inspectieprojecten van vakantiewerk uit voorgaande jaren is niet helemaal te maken. Weliswaar is steeds sprake van dezelfde doelgroep, namelijk kinderen en jeugdigen (13-18 jaar), maar de accenten die gelegd zijn, verschillen zowel bij de geïnspecteerde onderwerpen alsook bij de selectie van de bedrijven. Als desalniettemin het nalevingsniveau wordt uitgedrukt als percentages van bedrijven met één of meerdere overtredingen (niet in orde), dan is met uitzondering van de horeca in alle sectoren het nalevingsniveau verbeterd (zie tabel 3). Tabel 5 Percentage bedrijven met één of meerdere overtredingen 2004 2005 2006 land- en tuinbouw 35% 23% verpleging & verzorging 24% 10% horeca 35%* 38% detailhandel 41% 27% recreatie 39% 34% * Hierbij past de kanttekening dat overtredingen met betrekking tot de opslag van CO 2 en N 2 hierin niet zijn meegenomen, zodat vergelijking met dit jaar mogelijk is. 11

3.2.5 Resultaten per inspectiepunt of -onderwerp Zoals in 3.2.1. met de top 5 van overtredingen al gemeld, houdt het merendeel van de overtredingen verband met het werken in strijd met het verbod op kinderarbeid en met de werk- en rusttijden van kinderen en jeugdigen. Dit is ook conform hetgeen mede uit voorgaande inspectieprojecten verwacht mocht worden. Hieronder in tabel 4 een overzicht van de belangrijkste onderwerpen uitgesplitst naar sectoren. Opvallend is hierbij het relatief geringe aantal geconstateerde overtredingen op het gebied van voorlichting, onderricht en toezicht, alsmede op het gebied van machineveiligheid en werken met gevaarlijke stoffen. Tabel 7 Resultaten per inspectieonderwerp land- en tuinbouw detailhandel horeca verpleging & verzorging onderwerpen verbod kinderarbeid; industriele omgeving 24 32 8 9 5 7 85 werk- en rusttijden kinderen 20 100 48 1 22 7 198 deugdelijke registratie 26 29 33 2 8 3 101 werk- en rusttijden jeugdigen 7 39 34 5 16 0 101 aandacht voor kinder- en jeugdarbeid in RI&E 3 33 8 11 13 1 69 overige RI&E 6 18 14 2 4 0 44 persoonlijke beschermingsmiddelen 1 15 0 2 1 1 20 voorlichting, onderricht en toezicht 0 0 3 9 2 0 14 machineveiligheid 0 10 2 0 0 0 12 werken met gevaarlijke stoffen 0 3 1 0 2 1 7 fysieke belasting 1 1 0 0 0 0 2 diversen 0 10 2 1 2 0 15 totaal 88 290 153 42 75 20 668 3.2.6 Overige onderwerpen In dit project is specifieke aandacht besteed aan: - werken aan lopende band - werken in kassen: herbetreding na gebruik gewasbeschermingsmiddelen - buisrailwagen: verkenning loopt nog - fysieke belasting: verkenning loopt nog Lopende band Op het werken aan de lopende band is het reguliere handhavingsbeleid toegepast. Werken aan de lopende band wordt aangemerkt als machinegebonden arbeid en is als zodanig verboden voor kinderen (13-15 jaar). Gewasbeschermingsmiddelen Het werken met gevaarlijke stoffen door kinderen en jeugdigen is verboden en voor jeugdigen in specifieke situaties slechts onder voorwaarden toegestaan. Hieronder valt ook arbeid in een omgeving waar gebruik gemaakt is van gewasbeschermingsmiddelen. In overleg met branchepartijen zijn zgn. re-entry richtlijnen opgesteld. recreatie overig Totaal 3.3 Klachten en ongevallen In de verslagperiode (juli-augustus) zijn slechts enkele niet ernstige ongevallen gemeld waarbij kinderen of jeugdigen betrokken waren. In de verslagperiode (juli-augustus) zijn 14 klachten en tips gemeld en onderzocht waarbij kinderen of jeugdigen betrokken zijn. De resultaten zijn voor zover relevant meegenomen binnen dit project. 12

4. Conclusies en aanbevelingen De regelgeving op het gebied van kinder- en jeugdarbeid wordt behoorlijk nageleefd. Bij 74% van de geïnspecteerde bedrijven zijn geen overtredingen geconstateerd. Een kwart van de bedrijven is in overtreding. Er is over de gehele linie en bij enkele sectoren in het bijzonder een verbetering waarneembaar. Er zijn overigens grote verschillen tussen de verschillende sectoren. In de verpleging en verzorging zijn slechts bij 10% van de instellingen overtredingen geconstateerd. Eén van de redenen is dat in deze sector een minder groot beroep wordt gedaan op vakantiekrachten onder 16 jaar. Een andere reden is de goede voorlichting van de branchevereniging. In de overige onderzochte sectoren is een soortgelijke tendens waarneembaar. Hoewel de cijfers niet helemaal 1 op 1 vergelijkbaar zijn, lijkt de situatie ten opzichte van vorig jaar enigszins verbeterd. In de horeca steeg het aantal bedrijven waar geen overtredingen werden geconstateerd van 46% 1 tot 62% in de detailhandel van 59% tot 73% en in de landbouw van 65% tot 77%. Of hier sprake is van een structurele ontwikkeling, zal in 2007 moeten blijken. Het project had een hit and run karakter. Dit heeft als grote voordeel dat veel bedrijven en instellingen geïnspecteerd kunnen worden. T.o.v. voorgaande jaren zijn aanzienlijk meer bedrijven bezocht en geïnspecteerd. De inspectieresultaten bevestigen het belang om in de vakantieperiode specifieke aandacht te besteden aan kinder- en jeugdarbeid. In het komende jaar (t/m april 2007) zal in genoemde sectoren nog worden geïnspecteerd op bijbaantjes. Omdat geconstateerd is dat er toch nog een informatieachterstand bestaat, verdient het aanbeveling om de doelgroep (ouders van) kinderen en jeugdigen tijdig via een gerichte en gecoördineerde voorlichtingscampagne te blijven benaderen Voor volgend jaar (2007) zal de zorgsector buiten beschouwing blijven, zowel vanwege de relatief beperkte doelgroep, als vanwege het nalevingsniveau. 1 Hierbij past de kanttekening dat overtredingen met betrekking tot de opslag van CO 2 en N 2 in dit percentage zijn meegenomen. Zonder dit inspectiepunt komt het percentage uit op 65%,m.a.w. vergelijkbaar met het percentage dit jaar. 13