Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt.

Transcriptie

1

2 onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 8 uren. Dit is een overtreding van artikel 5.3, 2e lid van de Arbeidstijdenwet; negen maal niet voor gezorgd dat bij de werknemer van 18 jaar of ouder de onafgebroken rusttijd (< 11 uren) in elke aaneengesloten periode van 24 uren niet meer dan eenmaal in 7 maal 24 uren werd ingekort tot ten minste 8 uren. Dit is een overtreding van artikel 5.3, 2e lid van de Arbeidstijdenwet; driemaal niet voor gezorgd dat de werknemer ten hoogste 12 uren per dienst arbeid heeft verricht. Dit is een overtreding van artikel 5.7, 2e lid onder a van de Arbeidstijdenwet; driemaal niet voor gezorgd dat de werknemer ten hoogste 60 uren per week arbeid heeft verricht. Dit is een overtreding van artikel 5.7, 2e lid onder b van de Arbeidstijdenwet; De werkgever heeft er in de periode van t/m tweemaal niet voor gezorgd dat een werknemer ten hoogste arbeid verricht gedurende 12 uren in een nachtdienst. Dit is een overtreding van artikel 5.8, 3e lid van de Arbeidstijdenwet; eenmaal niet voor gezorgd dat een werknemer na een nachtdienst van ten hoogste 12 uren arbeid een onafgebroken rusttijd heeft van ten minste 12 uren. Dit is een overtreding van artikel 5.8, 3e lid van de Arbeidstijdenwet; De werkgever heeft er in de periode van t/m zestien maal niet voor gezorgd dat de werknemer in elke aaneengesloten periode van 28 maal 24 uren ten minste 14 maal een periode van 24 aaneengesloten uren geen consignatie wordt opgelegd. Dit is een overtreding van artikel 5.9, 2e lid onder a van de Arbeidstijdenwet; vijfmaal niet voor gezorgd dat de werknemer elke aaneengesloten periode van 28 maal 24 uren ten minste 2 maal een aaneengesloten periode van 48 uren geen arbeid verricht noch consignatie wordt opgelegd. Dit is een overtreding van artikel 5.9, 2e lid onder b van de Arbeidstijdenwet; eenmaal niet voor gezorgd dat de werknemer geen consignatie wordt opgelegd gedurende 11 aaneengesloten uren voor elke nachtdienst. Dit is een overtreding van artikel 5.9, 3e lid onder a van de Arbeidstijdenwet; eenmaal niet voor gezorgd dat de werknemer geen consignatie wordt opgelegd gedurende 14 aaneengesloten uren na elke nachtdienst. Dit is een overtreding van artikel 5.9, 3e lid onder b van de Arbeidstijdenwet; De werkgever heeft er in de periode van t/m zesmaal niet voor gezorgd dat de werknemer aan wie consignatie is opgelegd ten hoogste 13 uren in elke periode van 24 aaneengesloten uren arbeid verricht. Dit is een overtreding van artikel 5.9, 4e lid onder b van de Arbeidstijdenwet. Voor de hierboven genoemde overtredingen wordt een boeterapport opgemaakt. Op basis van de informatie van de inspectiebezoeken en op basis van de hierboven genoemde overtredingen hebben de inspecteurs geconstateerd dat het beleid dat u voert op het gebied van arbeidstijden binnen de LFO ontoereikend is. Zodoende is de volgende overtreding geconstateerd; Pagina 2 van 5

3 Overtreding: De werkgever voert onvoldoende beleid met betrekking tot de arbeids- en rusttijden van de werknemers die werken bij de Landelijke Faciliteit ontmantelen. De regels vanuit de Arbeidstijdenwet worden niet of onvoldoende nageleefd doordat de medewerkers geregistreerd staan als medewerkers die meer dan 3x het minimumloon verdienen en dus buiten de regels van Arbeidstijdenwet vallen. Echter deze medewerkers voeren gevaarlijke werkzaamheden en nachtarbeid uit en vallen daarmee wel onder de regels van de Arbeidstijdenwet. Verder is het beleid rondom consignatiediensten nog niet geëvalueerd waardoor nog niet inzichtelijk is of overtredingen rondom consignatie in de toekomst voorkomen worden. Daarnaast worden de regels rondom artikel 2.5 van de Arbeidstijdenwet niet toegepast. Dit is een overtreding van artikel 4 1e tot en met 3e lid van de Arbeidstijdenwet. Tijdens een bezoek aan de Landelijk Eenheid, op , is mevrouw P. Zorko mondeling geïnformeerd over het voornemen om een eis te stellen om bovengenoemde overtreding op te heffen. Besproken is de manier waarop de overtreding opgeheven dient te worden. Tegelijkertijd is mevrouw P. Zorko in de gelegenheid gesteld een zienswijze hierover kenbaar te maken. Mevrouw P. Zorko was hiertoe bevoegd via de mandaatregeling. Zij heeft hiervan geen gebruik gemaakt. Zodoende stel ik u, daartoe bevoegd op grond van de Arbeidstijdenwet artikel 4:1 lid 5, de volgende eis: Eis Binnen 6 maanden na dagtekening wordt een in samenhang met het arbeidsomstandighedenbeleid gebaseerd arbeidstijdenbeleid gevoerd. Dit beleid zal door u zo nodig bijgesteld worden zo vaak als dat nodig is. Voor uw organisatie betekent dat: U ervoor dient te zorgen dat de roosters van de medewerkers van de LFO voldoen aan de regels vanuit de Arbeidstijdenwet. Dit geldt voor de vooraf opgestelde roosters, maar ook de werkelijke gewerkte uren dienen beoordeeld te worden op de regels van de Arbeidstijdenwet. U evalueert de werkelijk gewerkte uren en daar waar deze niet voldoen aan de regels van de Arbeidstijdenwet zorgt u ervoor dat de roosters zodanig worden bijgesteld dat overtredingen in de toekomst worden voorkomen. U evalueert het consignatiebeleid van de LFO. Overtredingen voortkomend uit consignatiediensten dient u te voorkomen. Indien nodig past u het beleid aan. U implementeert uw beleid rondom het toepassen van artikel 2.5 van de Arbeidstijdenwet binnen de LFO. U zorgt ervoor dat uw beleid rondom arbeids- en rusttijden wordt geëvalueerd wanneer daar aanleiding toe is en u stelt het beleid indien nodig bij. Meer informatie over de Arbeidstijdenwetgeving en handhaving door de Inspectie SZW kunt u vinden op U dient binnen 6 maanden na dagtekening van deze brief aan deze eis voldaan te hebben. Na afloop van de termijn kan gecontroleerd worden of u de geëiste maatregelen heeft getroffen. Als dit niet het geval is, kan dit leiden tot het opmaken van een boeterapport. In deze eis is bepaald dat er ook verplichtingen rusten op werknemers. U bent verplicht deze werknemers hiervan zo spoedig mogelijk in kennis te stellen. Pagina 3 van 5

4

5 BEZWAAR Dit is een beschikking in de zin van artikel 1:3, 2e lid van de Awb. Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan tegen deze beschikking schriftelijk bezwaar worden gemaakt door degene wiens belang rechtstreeks bij deze beschikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de dag van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, t.a.v. de Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden, Bureau Ondersteuning, Team 1, Postbus 90801, 2509 LV s Gravenhage (fax +31(0) ). Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van deze beschikking alsmede de reden(en) waarom de beschikking niet juist wordt gevonden. Het bezwaarschrift dient in de Nederlandse taal te zijn gesteld. Een bezwaarschrift kan ook per worden ingediend. Dan moet het bezwaarschrift in pdf-formaat als bijlage in de worden verzonden. Deze bijlage moet een ingescande natte handtekening bevatten. Hiermee wordt bedoeld dat het bezwaarschrift met de hand moet worden ondertekend, voordat het wordt ingescand en opgeslagen in pdf-formaat. Deze met bijlage kan gezonden worden naar: wbja-bezwaren-bot1@minszw.nl Voordat op het bezwaar wordt beslist, heeft u de mogelijkheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten in een hoorzitting. De hoorzitting kan telefonisch of in persoon te Den Haag plaatsvinden. Ik verzoek u om in uw bezwaarschrift aan te geven of u gebruik wenst te maken van het recht om te worden gehoord en zo ja, op welke wijze. Ik verzoek u ook om bij het bezwaarschrift een kopie van deze beschikking en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te voegen. Het bezwaar schort de werking van deze beschikking niet op. Dit houdt in dat, ook al is er bezwaar aangetekend tegen deze beschikking, de bestuurlijke boete binnen de gestelde termijn dient te worden betaald. Pagina 5 van 5