Arbeid door jongeren

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Arbeid door jongeren"

Transcriptie

1 Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie Arbeid door jongeren over de arbeidsomstandigheden en arbeidstijden van werkende jongeren onder 18 jaar DECEMBER 2001 drs. S.A. Winkelhuis

2 INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING I t/m VIII 1 INLEIDING 3 2 WERKENDE JONGEREN IN NEDERLAND Statistische gegevens over werkende jongeren Regelgeving 8 3 OPZET VAN HET ONDERZOEK Afbakening van de doelgroep Methode van onderzoek Onderzoekspopulatie Werkzaamheden Belangrijkste resultaten en vergelijking met het 16 vorige onderzoek 4 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN: RISICO S VAN HET 17 WERK EN DE MAATREGELEN DAARTEGEN 4.1 Risico s van het werk Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI & E) Voorlichting en onderricht Persoonlijke beschermingsmiddelen Deskundig toezicht Gevaarlijke en verboden werkzaamheden Belangrijkste bevindingen en vergelijking 26 met het vorige onderzoek 5 WERKTIJDEN Arbeidstijden van jeugdige werknemers Naleving van de arbeids- en rusttijden Belangrijkste bevindingen en vergelijking 32 met het vorige onderzoek

3 6 OVERTREDINGEN EN ONDERNOMEN ACTIES VAN 29 ARBEIDSINSPECTIE 6.1 Overtredingen Ingezette handhavingsinstrumenten 34 BIJLAGEN: Bijlage I: Bijlage II: Bijlage III: LITERATUURLIJST

4

5 SAMENVATTING I Vervolgonderzoek op onderzoek jeugdigen in 1998 In deze rapportage worden de resultaten weergegeven van een onderzoek naar jongeren onder de 18 jaar die een bijbaan hebben. Meer specifiek betreft het een onderzoek naar de toepasbaarheid van de regelgeving die voor deze jongeren geldt. In de meeste gevallen gaat het over jongeren die naast school een baantje hebben en een enkele keer betreft het jongeren die niet meer naar school gaan. In 1998 is er een onderzoek gedaan naar het werk van jongeren van 16 en 17 jaar. Het huidige onderzoek, gehouden eind 2000 tot begin 2001, is een vervolg op dit onderzoek uit Een belangrijk verschil met het vorige onderzoek is dat de onderzoeksgroep van werkende jongeren is uitgebreid met jongeren onder de 16 jaar. In dit onderzoek wordt beschreven wat de Arbeidsinspectie in bedrijven heeft geconstateerd ten aanzien van de arbeidssituatie van jongeren. Naast de werkgevers zijn ook de jongeren die werkzaam zijn in de bedrijven zelf ondervraagd. Dit is gebeurd middels een anonieme schriftelijke enquête. Daaraan hebben 507 jongeren meegewerkt aan de enquête. II De onderzochte bedrijven In het kader van het onderzoek zijn 481 bedrijven in de horeca en detailhandel bezocht. Deze hebben 4 of meer werknemers in dienst. In 358 bedrijven (74%) zijn jongeren werkzaam. Met name in de bezochte grote bedrijven zijn relatief vaak jongeren werkzaam. In de bezochte bedrijven in de detailhandel werken in verhouding vaker jongeren dan in de horecabedrijven. In het verdere onderzoek zijn de bedrijven zonder jongeren buiten beschouwing gelaten. Percentages zijn gebaseerd op bedrijven met jongeren in dienst (totaal 358 bedrijven). I

6 Figuur I Bezochte bedrijven naar sector en grootteklasse (N=358) detailhandel (excl. supermarkten) N=86 horeca N= of meer werknemers N=69 <10 werknemers N=60 supermarkten N= t/m 99 werknemers N=229 In totaal zijn er meer dan 5400 werknemers jonger dan 18 jaar werkzaam in de bezochte bedrijven. Ze zijn in loondienst of werkzaam als uitzendkracht en niet als leerling of stagiair. De bedrijven hebben in totaal ruim werknemers in loondienst, waarvan 5400 jongeren (22%). Er werken gemiddeld 15 jongeren in een bedrijf. In de detailhandel werken per bedrijf gemiddeld meer jongeren dan in de horeca. III Arbeidsomstandigheden Risico s Aan de werkgevers zelf, de daar werkende jongeren en de inspecteurs van de Arbeidsinspectie is gevraagd of het werk dat jongeren verrichten ook bepaalde gevaren met zich meebrengt. Uit de enquête onder de jongeren blijkt dat 3% van de jongeren gevaren ondervindt op de werkvloer. Een enkele jongere noemt het gevaar van staan op kratjes en het werken met snijmachines. De werkgevers en de inspecteurs zien meer risico s en gevaren. 38% van de werkgevers vindt dat jongeren bij het werk bepaalde risico s lopen, de inspecteurs van de arbeidsinspectie vinden dit in 54% van de bedrijven. Over de verschillende soorten gevaar zijn de werkgever en de inspecteur het vaak eens. In de figuren IIa en IIb is weergegeven in hoeveel procent van de bedrijven werkgevers en inspecteurs bepaalde gevaren zien bij de werkzaamheden van jongeren. II

7 Figuur IIa % bedrijven met gevaren volgens de werkgevers zelf 40% 38% 35% 30% 25% 20% 16% 17% 20% % 10% 11% 9% 5% 0% 3% 1% tillen uitglijden totaal snijden/zagen gevaarlijke stoffen/gassen brandwonden intimidatie en geweld risico voor seksuele risico voor agressie Figuur IIb % bedrijven met risico's volgens de inspecteur 60% 54% 50% 40% 40% 30% 25% % 20% 17% 17% 16% 10% 0% 9% 3% 4% 5% 12% 0% 0% 0% 0% snijden/zagen tillen gevaarlijke stoffen/gassen uitglijden brandwonden risico voor seksuele intimidatie risico voor agressie en geweld totaal In verhouding met 1998 zijn er in 2000 meer werkgevers die zich bewust zijn van gevaren voor jongeren in bedrijven. In 1998 werden bepaalde gevaren, zoals agressie en geweld en seksuele intimidatie niet genoemd. Dit is te verklaren doordat in het huidige onderzoek, in III

8 tegenstelling tot het vorige onderzoek, deze gevaren in het gesprek met de werkgever bewust aan de orde zijn gesteld door de inspecteur. Het meest genoemd door werkgevers en inspecteurs is risico voor agressie en geweld. Inspecteurs zien verder vaker risico voor seksuele intimidatie dan werkgevers. Overige gevaren zijn met name snij- en tilgevaren. Gevaren worden het meest gesignaleerd in supermarkten en in grote bedrijven. In het vorige onderzoek werden meer gevaren geconstateerd in de horeca en in alle grootteklassen evenveel. Risico-Inventarisatie en -Evaluatie Een RI & E is verplicht voor ieder bedrijf. Daarnaast is het voor ieder bedrijf met jongeren in dienst verplicht om in de RI & E aandacht te besteden aan die jongeren. Dit is verplicht, ook als er geen knelpunten zijn ten aanzien van het werk van jongeren. In figuur III is te zien in hoeverre bedrijven een RI & E hebben en in hoeverre er in bedrijven met een RI&E aandacht wordt besteed aan jongeren. Figuur III RI & E en aandacht voor jongeren geen RI&E (of alleen opdracht gegeven aan ARBO-dienst) 24% RI&E met aandacht jongeren 38% RI&E geen aandacht jongeren, wel knelpunten 9% RI&E geen aandacht jongeren, geen knelpunten 29% In het huidige onderzoek heeft 64% van de werkgevers een RI & E, terwijl in het vorige onderzoek 43% van de bedrijven een RI & E had. 36% van de bedrijven heeft geen RI & E heeft en dus ook geen aandacht besteed aan de arbeid van de jongeren die in het bedrijf werken. Hiermee overtreden deze bedrijven de wet. Verder heeft 32% van de bedrijven (8% plus 24%) weliswaar een RI & E, maar daarin wordt geen aandacht besteed aan jongeren, terwijl dit wel verplicht is. Ook deze bedrijven overtreden hiermee de wet. Van alle bedrijven met jongeren heeft 32% een RI & E met daarin aandacht voor arbeid door jongeren. Zij voldoen hiermee aan de verplichtingen van de wet. IV

9 Voorlichting en onderricht/deskundig toezicht, mening werkgever en werknemer Vrijwel alle werkgevers zeggen voorlichting en onderricht (97%) te geven aan de werkende jongeren. Ook zeggen bijna alle werkgevers deskundig toezicht te houden op de arbeid van jongeren (99%). In de figuren IVa en IVb wordt weergegeven dat de werkende jongeren het niet altijd eens zijn met hun werkgever op deze punten. Figuur IVa Voorlichting en onderricht volgens werkgever en werknemer voorlichting volgens werkgever, maar niet volgens de jongeren die er werken 20% voorlichting volgens werkgever en alle jongeren die er werken 25% voorlichting volgens werkgever, niet volgens een deel van de jongeren die er werken, wel volgens de rest van de jongeren die er werken 55% V

10 Figuur IVb Deskundig toezicht volgens werkgever en werknemer deskundig toezicht volgens werkgever en alle jongeren die er werken 23% deskundig toezicht volgens werkgever, maar niet volgens de werknemers 24% deskundig toezicht volgens werkgever, en volgens een deel van de jongeren die er werken, niet volgens de rest 53% Gevaarlijk werk In diverse bedrijven zijn werksituaties aangetroffen die verboden zijn voor jongeren. Met name in supermarkten zijn kinderen van 13 en 14 jaar aangetroffen die zonder deskundig toezicht werken. Verder zijn er 15-jarigen aangetroffen die kassa-arbeid verrichtten, een werkzaamheid die op deze leeftijd niet is toegestaan. In een aantal bedrijven werkten 15- jarigen met een papierpers of verrichtten machinaal inpakwerk. Ten slotte zijn er 16- en 17-jarige werknemers aangetroffen die zonder toezicht werkzaamheden verrichtten, die ze alleen zouden mogen doen onder deskundig toezicht. IV Arbeidstijden Werknemers Uit de enquête die onder de werkende jongeren is gehouden blijkt dat ze gemiddeld 9 uur per week werken. Bij het bepalen van het maximaal aantal uren dat jongeren mogen werken per week, moet volgens de wet ook het aantal uren dat een jongere naar school gaat worden meegeteld. Wanneer de tijd die ze naar school gaan wordt bijgeteld bij het aantal uren dat ze werken, heeft 31% van de jongeren een werkweek van langer dan 40 uur. Dit is vergelijkbaar met de uitkomst van het vorige onderzoek. Deze lange werkweken komen met name voor onder jongeren die werken in grote bedrijven (meer dan 100 werknemers) en in de horeca. 10% van de jongeren heeft een werkweek van meer dan 45 uur. De lange werkweken komen bij alle leeftijdscategorieën voor. VI

11 VII

12 Figuur V Werkweken van de geënquêteerde jongeren: optelling van school- en werkuren schooltijd&werktijd > 40 uur 21% schooltijd&werktijd > 45 uur 10% schooltijd&werktijd <= 40 uur 69% Werkgevers Door de arbeidsinspecteurs zijn de arbeidstijden van de jongeren in de bedrijven gecontroleerd. De regels voor arbeidstijden verschillen naar leeftijd. Per leeftijdscategorie zijn het dan ook verschillende overtredingen, die het meest voorkomen. De meeste overtredingen onder 13- en 14-jarigen zijn: op een doordeweekse schooldag werken meer dan 6 uur werken op een niet-schooldag het minder dan 14 uur rust per 24 uur rust hebben (of geen rust tussen en uur) De meeste overtredingen onder 15-jarigen zijn: het minder dan 12 uur rust per 24 uur hebben (of geen rust tussen en uur) meer dan 2 uur werken op een schooldag De meeste overtredingen onder 16- en 17-jarigen zijn: inclusief schooltijd langer dan 9 uur op een dag werken in het weekend zowel op zaterdag als op zondag werken de werkgever telt de schooltijd niet mee bij het bepalen van de arbeidstijd VIII

13 IV Overtredingen Door de Arbeidsinspectie zijn tijdens de eerste bedrijfsbezoeken 779 overtredingen geconstateerd in 255 bedrijven. In 103 bedrijven (29%) zijn geen overtredingen ten aanzien van wet- en regelgeving voor jongeren aangetroffen (inclusief controle op het hebben van een RI & E). In figuur VI is weergegeven welke overtredingen met name zijn aangetroffen Figuur VI Meest voorkomende overtredingen in % van totaal aantal overtredingen 13-/14-jarigen verrichten voor hen verboden arbeid 2% werk- en rusttijden van 13/14- jarigen algemeen 2% verboden arbeid door 15-jarigen 4% werk- en rusttijden van 15- jarigen algemeen 4% 15-jarigen niet minimaal 12 uur rust per 24 uur, incl % 15-jarigen meer dan 2 uur op een schooldag, of meer dan 12 7% 16-en 17-jarigen meer dan 9 uur per dienst 4% geen aandacht voor jongeren in RI&E 6% ontbreken van een Plan van Aanpak 8% ontbreken van een RI&E 18% 0% 2% 4% 6% 8% 10% 12% 14% 16% 18% De overige 38% van de overtredingen zijn divers en vormen minder dan 2% ten opzichte van het totaal aantal overtredingen. Het gaat bijvoorbeeld om het ontbreken van persoonlijke beschermingsmiddelen, deskundig toezicht en deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming. Voor de overtredingen zijn in totaal ruim 700 waarschuwingen (ARBO- of ATWwaarschuwingen) uitgedeeld door de Arbeidsinspectie. Tijdens 24 bedrijfsbezoeken is proces-verbaal opgemaakt. Tegen 18 supermarkten is procesverbaal opgemaakt vanwege de werktijden van jongeren. IX

14

15 1 INLEIDING Dit rapport is gebaseerd op een onderzoek naar jongeren 1 onder de 18 jaar die een baan(tje) hebben. Voor het grootste deel gaat het om jongeren die naast school een baantje hebben, daarnaast is er een kleine minderheid die niet naar school gaat naast het werk. Volgens het Nationaal Scholierenonderzoek hebben jongeren steeds vaker bijbaantjes naast school. Ze besteden in toenemende mate zelf meer geld en zijn intensieve consumenten van amusementsprodukten en -diensten. Of jongeren negatieve gevolgen ondervinden van het werken naast hun school is niet bekend 2. Feit blijft wel, dat er wettelijk regels zijn gesteld om de mogelijke negatieve gevolgen van werken naast school te beperken en arbeid voor werknemers jonger dan 18 jaar (qua fysieke en mentale belasting) veilig te laten zijn en niet beperkend voor hun welzijn. Extra aandacht voor jongeren is noodzakelijk omdat jongeren fysiek en geestelijk nog in ontwikkeling zijn en de arbeid bij moet dragen aan het leer- en vormingsproces van jeugdigen (Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 2000). Naast de vanzelfsprekende verantwoordelijkheid van de jongere zelf en die van zijn of haar ouders, is de werkgever er op de werkvloer direct verantwoordelijk voor dat de jongere onder goede arbeidsomstandigheden werkt. In de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit en in de Arbeidstijdenwet zijn de mogelijkheden en beperkingen van kinderarbeid en jeugdarbeid bepaald. In 1998 is een onderzoek verricht door de Arbeidsinspectie naar het werk van jongeren van 16 en 17 jaar. Op dat moment was het onderzoek erop gericht om de naleving van het toen nieuwe ARBO-besluit (in 1997 ingegaan) te onderzoeken. Het huidige onderzoek is een vervolg op dit onderzoek uit De bevindingen uit het vorige onderzoek lieten zien dat het nodig is, om arbeid door jongeren te blijven volgen als Arbeidsinspectiedienst. In het vorige onderzoek is namelijk gebleken dat het in bedrijven nog te vaak ontbreekt aan voorlichting en instructie en deskundig toezicht. Werkzaamheden die onder toezicht toegestaan zijn, maar anders niet, werden toch verricht zonder toezicht, en in één geval was er sprake van verboden arbeid. Verder is er lang niet altijd duidelijkheid over de arbeidstijden, omdat werkgevers de schooltijden van de werkende jongeren niet meetellen. Dit onderzoek is een vervolgmeting op het onderzoek naar arbeid door jongeren in In de tussenliggende periode van ruim 2 jaar zijn er verschillende initiatieven genomen door beleidsmakers om de gecompliceerde wetgeving met betrekking tot jongeren en arbeid duidelijk over te brengen op de werkgevers en de jongeren, een voorbeeld hiervan is een lespakket dat speciaal voor jeugdigen is samengesteld. Er is een speciaal Arbo-informatieblad 3 gericht op jongeren uitgegeven door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verder is er richting werkgevers (en speciaal ook naar uitzendbureau s) informatie verstrekt over de wetgeving die geldt voor vakantiewerkers. 1 Wanneer in dit onderzoek over jongeren wordt gesproken, gaat het ten alle tijde om personen die jonger dan 18 jaar zijn. 2 Uit: NIBUD, 2001, Nationaal Scholierenonderzoek

16 In december 2000 is het internationale ILO-Verdrag 182 betreffende de uitbanning van de ergste vormen van kinderarbeid goedgekeurd door het parlement. Nederland houdt zich bezig met implementatie van dit ILO-verdrag. Arbeid door jongeren verdient verder aandacht vanwege de huidige arbeidsmarktkrapte. In bepaalde bedrijfssectoren vormen jongeren een deel van de beroepsbevolking dat gemakkelijk ingezet kan worden om personeelstekorten op te vullen. Dit neemt niet weg, dat arbeid door jongeren aan duidelijk grenzen gebonden is. In het tweede hoofdstuk van het rapport wordt een beeld gegeven van werkende jongeren in Nederland en de regelgeving die daarvoor bestaat. Het derde hoofdstuk gaat over de opzet en realisatie van het onderzoek. Het vierde en vijfde hoofdstuk geven de resultaten weer van de aangetroffen werksituaties van jongeren wat betreft arbeidsomstandigheden en arbeidstijden. Per hoofdstuk worden de resultaten van het onderzoek vergeleken met die uit het onderzoek in In het zesde hoofdstuk wordt ingegaan op de door de arbeidsinspectie aangetroffen overtredingen en de ondernomen acties daarop. 2

17 2 WERKENDE JONGEREN IN NEDERLAND Het is ongeveer bekend hoeveel jongeren er werken in Nederland, maar het exacte aantal is niet bekend. Dit wordt met name veroorzaakt door verschillen in gehanteerde definities. In sommige gevallen worden stagiaires en leerlingen bijvoorbeeld wel meegerekend als werkende jongeren, in andere gevallen niet. Verder is het onduidelijk of het gaat om vakantiewerk of om structurele bijbaantjes van jongeren. Tenslotte blijft ook de vraag of het enkel jongeren betreft die op formele wijze in een organisatie werken, of dat ook de zwartwerkende jongeren worden meegeteld. 2.1 Statistische gegevens over werkende jongeren Ondanks het feit dat het moeilijk is totale aantallen te geven over jongere werknemers in Nederland, zijn er wel statistieken die een beter beeld geven over welk deel van de beroepsbevolking het gaat. Uit EBB 4 -gegevens blijkt dat jongeren van 15 tot 18 in 2000 een vaste (bij)baan hebben. Zij vormen 1,5 % van de beroepsbevolking jongeren werken minder dan 12 uur en jongeren werken 12 uur of meer. Bij deze aantallen zijn alleen de jongeren meegenomen die een vast aantal uren per week werken en dus zijn nog niet meegenomen de oproepkrachten, uitzendkrachten en invalskrachten en andere flexibele krachten. Wanneer deze ook meegeteld worden, werken er volgens de EBBgegevens jongeren onder de 18 jaar in Nederland in 2000,waarvan minder dan 12 uur. Deze tot en met 17-jarige jongeren vormen 3,5% van de beroepsbevolking. Naast deze gegevens over het aantal werkende jongeren is er informatie over de sectoren waarin jongeren met name werkzaam zijn. Dit indiceert mede in welke mate de economie in een sector (on)afhankelijk is van de werkzaamheden van jongeren. In de Arbomonitor is onderzocht of in bedrijven werknemers jonger dan 18 jaar in dienst zijn. In totaal blijkt uit dit onderzoek dat in 18% van alle bedrijven jongeren werken. 4 EBB-enquête: Enquête Beroepsbevolking, jaarlijks uitgevoerd door het CBS. 5 Secundaire analyse op gegevens ARBO-monitor De percentages hebben betrekking op gewogen cijfers, en zijn als zodanig representatief voor het gehele Nederlandse bedrijfsleven. 3

18 Tabel 2.1 Bedrijven met jongeren in dienst ten opzichte van alle bedrijven in de sector (secundaire analyse op gegevens ARBO-monitor 2000) Sector percentage bedrijven landbouw, visserij en delfstoffenwinning 34 % Industrie en nutsbedrijven 11 % Bouwnijverheid 18 % Reparatie en handel 26 % Horeca 42 % Vervoer, opslag en communicaitie 3 % Financiële instellingen 2 % Zakelijke dienstverlening 2 % Openbaar bestuur 5 % Onderwijs 3 % Gezondheidszorg 8 % Overige dienstverlening 23 % Totaal 18 % Uit tabel 2.1 blijkt dat wanneer naar alle sectoren in de Nederlandse economie wordt gekeken er met name in de horeca, landbouw en de sector reparatie en handel (waaronder ook de supermarktbranche valt) relatief meer jongeren werken dan in andere sectoren 6. Volgens het Nationaal Scholierenonderzoek van het NIBUD in 2000 zijn baantjes in een winkel en in de horeca 2 van de top-5 van meest voorkomende baantjes. Dit spreekt voor de opzet van dit onderzoek, waarin is gekozen voor het onderzoeken van de sectoren horeca en detailhandel. Dit zijn twee sectoren waarvan verwacht kan worden dat daar de meeste jongeren werken. Naast informatie over de sectoren waarin jongeren met name werken, is er ook informatie uit andere onderzoeken ook informatie over het soort werk dat jongeren binnen die sectoren verrichten. Uit de gegevens van de ARBO-monitor blijkt dat in ongeveer een kwart van de bedrijven waarin werknemers jonger dan 18 jaar met bijbanen aanwezig zijn, de werkzaamheden van deze groep bestaan uit bedienen, afwassen en/of andere keukenwerkzaamheden. Uit NIBUD-onderzoek volgt hetzelfde beeld van de bijbanen van jongeren. 2.2 Regelgeving Arbeidsomstandighedenwet, Arbeidsomstandighedenbesluit en de Arbeidstijdenwet De regelgeving op het gebied van arbeid door jongeren staat in de Arbeidstijdenwet, de daarop gebaseerde Nadere Regeling Kinderarbeid en de Arbeidsomstandighedenwet en het daarop gebaseerde Arbeidsomstandighedenbesluit. Daarnaast zijn er enkele bepalingen in de Bestrijdingsmiddelenwet en -besluit, het Besluit stralenbescherming kernenergiewet en de Drank- en Horecawet. 6 In deze rapportage zijn verschillen tussen percentages getoetst op significantie. Hierbij is een betrowubaarheid van 95% gehanteerd. 4

19 Tijdens de bedrijfsbezoeken is de werkgevers gevraagd of ze op de hoogte zijn van de wetgeving op het gebied van arbeid door jongeren. 81% van de werkgevers met jongeren in dienst zegt op de hoogte te zijn van de wetgeving op het gebied van personen onder de 18 jaar (afkomstig uit de ATW en de ARBO-wet). Werkgevers van grotere bedrijven zeggen vaker op de hoogte te zijn van de wetgeving dan werkgevers van kleinere bedrijven (bedrijven met minder dan 10 werknemers: 63%, 10 tot 100 werknemers: 82%, 100 of meer werknemers: 91%). In het vorige onderzoek in 1998 zei 77% van de werkgevers op de hoogte te zijn van de wetgeving, minder dan in het huidige onderzoek. Op grond van artikel 233 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek worden als minderjarigen beschouwd personen die de leeftijd van 18 jaar niet hebben bereikt en niet gehuwd of geregistreerd zijn (geweest) of op grond van de wet meerderjarig zijn verklaard. In de ARBO-wet wordt een jeugdige werknemer gedefinieerd als iedere werknemer die jonger is dan 18 jaar. In de Arbeidstijdenwet wordt onderscheid gemaakt tussen kinderen, die jonger dan 16 jaar zijn, en jeugdigen die 16 of 17 jaar zijn.zowel een kind als een jeugdige die in het kader van de ATW toegestane arbeid verricht, wordt een jeugdige werknemer in de zin van de Arbowet en het Arbobesluit. Deze laatste twee zijn dus van toepassing op personen onder de 18 jaar. In principe is arbeid door personen onder de 16 jaar verboden. De Arbeidstijdenwet kent echter uitzonderingen op deze regel. De wet- en regelgeving ten aanzien van arbeid door personen jonger dan 18 jaar is erop gericht dat ten alle tijde geldt dat de veiligheid van het kind niet in gevaar mag komen en dat de arbeid geen nadelige invloed mag hebben op de lichamelijke of geestelijke ontwikkeling van de persoon. Ingevolge de ATW is arbeid voor personen beneden de 16 jaar in beginsel verboden. Voor kinderen vanaf 13 jaar kan hierop een uitzondering worden gemaakt. Kinderen van 13 tot en met 15 jaar mogen binnen bepaalde grenzen niet-industriële (hulp)arbeid van lichte aard verrichten. In de ATW bestaat er ook nog onderscheid tussen regels voor 13- en 14-jarigen en daarnaast 15-jarigen. Naarmate de leeftijd hoger is, zijn de regels om te werken ruimer. Hoofdregels zijn de volgende: a. Tot en met 12 jaar mag geen arbeid worden verricht, tenzij het in het kader van een alternatieve sanctie gebeurt. b. Voor 13-,14- en 15-jarigen wordt onderscheid gemaakt tussen dagen dat ze naar school gaan en dagen dat ze dit niet doen. c. Personen van 16 en 17 jaar mogen werken, maar het mag hun schoolbezoek niet hinderen: ze zijn immers partieel leerplichtig. Voor deze leeftijdsgroep wordt geen onderscheid gemaakt tussen schooldagen en vrije dagen, maar de schooltijd moet worden meegeteld bij de arbeidsuren die op een dag en in een week worden gewerkt. Naast de algemene bepalingen uit de Arbowet zoals de algemene zorg voor veilig en gezond werken, de verplichting tot het maken van een Risico Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E) en de verplichting tot het geven van voorlichting en onderricht, kent het Arbobesluit een aantal 5

20 absolute verboden ten aanzien van werkzaamheden door personen onder de 18 jaar. Daarnaast zijn er bepaalde werkzaamheden, waaraan een verhoogd risico is verbonden, mogen door 16- en 17-jarigen uitsluitend onder deskundig toezicht worden verricht. Deze werkzaamheden zijn voor jongere personen in ieder geval verboden. In de Arbowet wordt deskundig toezicht omschreven. Een algemene stelregel is -met betrekking tot risicovolle werkzaamheden - dat werkzaamheden alleen verricht mogen worden door jeugdigen wanneer het deskundig toezicht daarop zodanig is georganiseerd dat de gevaren die daaraan zijn verbonden kunnen worden voorkomen 7. Een toezichthouder moet dus in de gaten houden of de jeugdige het werk goed doet, geen gevaar loopt en geen gevaarlijke situaties veroorzaakt. Diegene die toezicht houdt moet zelf zeer goed bekend zijn met het werk van de jeugdige. In het kader van de RI&E zijn in het Arbobesluit specifieke aandachtspunten opgenomen voor werkgevers die permanent of incidenteel jeugdigen in dienst hebben. In het Arbobesluit zijn soorten arbeid opgenomen, die vanwege hun aard of door de omstandigheden waaronder ze worden verricht, verwacht worden schadelijk te zijn voor de lichamelijke of geestelijke gezondheid of de veiligheid van kinderen en daarom niet of slechts onder bepaalde voorwaarden door jeugdigen mogen worden verricht. In bijlage 3 is een lijst opgenomen met verboden werkzaamheden en werkzaamheden die slechts onder deskundig toezicht zijn toegestaan. CAO-bepalingen inzake arbeidsomstandigheden en arbeidstijden van kinderen en jeugdigen Het Arbobesluit en de ATW bieden een kader; een wettelijk minimum aan bescherming van de arbeid van kinderen en jeugdigen. Werkgevers en werknemers kunnen zelf aanvullende afspraken maken in bijvoorbeeld CAO s. In een steekproef van 125 cao s, waaronder ongeveer werknemers vallen, is gekeken of er afspraken zijn gemaakt met betrekking tot het werk van kinderen en jeugdigen. In de steekproef zijn 6 CAO s gevonden met bepalingen over arbeidsomstandigheden en in iets minder dan de helft van de CAO s zijn bepalingen gevonden over jeugdigen en hun werktijden. De bepalingen van arbeidsomstandigheden gaan over het niet mogen werken met beschrijdingsmiddelen of giftige stoffen (2 CAO s), geen machinale arbeid verrichten of niet mogen werken met bepaalde machines of het niet mogen werken bij heistellingen of in tanks (2 cao s). In 3 van deze 6 cao s zijn afspraken opgenomen over het doelmatig begeleiden van jeugdige werknemers. In de CAO s over werktijden gaat het voornamelijk over afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot partieel leerplichtingen. Het gaat om bepalingen over het naar evenredigheid verminderen van de normale arbeidstijd, het salaris en de vakantie-uren, conform de realtie die bestaat tussen de schooluren en arbeidsuren van 16- en 17-jarigen. Daarnaast is vaak afgesproken dat de jeugdige op de dag dat hij een onderwijsinstelling bezoekt of gedurende schoolvakanties, niet verplicht kan worden in de onderneming werkzaam te zijn. Verder komen er afspraken voor over overwerk. 7 Arbeidsinspectie (2001) Interne Instructie Arbeidsinspectie: Arbeid door kinderen en jeugdigen. Nota geschreven als handleiding voor inspecteurs. Vierde versie (juni 2001). Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Arbeidsinspectie, Den Haag. 6

21 In dit onderzoek zijn de CAO s van de horeca en de detailhandel. In de horeca-cao staan verschillende soorten afspraken over het werk door jeugdigen. Het gaat om regelingen voor leerlingen in de horeca, jeugdlonen, vakantiedagen en praktijkovereenkomsten. In de detailhandel zijn minder afspraken aangetroffen. Het gaat met name om vakantieregelingen en lonen voor jeugdigen. 7

22 3 OPZET EN REALISATIE VAN HET ONDERZOEK In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het onderzoek is uitgevoerd, namelijk hoe de doelgroep is afgebakend en welke methode van onderzoek is toegepast. Verder wordt in de derde paragraaf van het hoofdstuk de onderzoekspopulatie beschreven. 3.1 Afbakening van de doelgroep Uit onderzoek 8 blijkt dat 22% van de 12-jarigen een bijbaantje heeft naast school, en 66% en 68% van de respectievelijk 16- en 17-jarigen. Toch is het aandeel in de beroepsbevolking van jeugdigen klein. Al eerder is vermeld dat uit EBB-gegevens blijkt dat werknemers jonger dan 18 jaar 1,5% van de beroepsbevolking vormen. De kans op het vinden van een bedrijf met kinderen en jeugdigen in dienst is dus gering, daarom is in dit onderzoek gericht gezocht naar sectoren waarin het waarschijnlijker is dat er kinderen en jeugdigen werken dan in andere sectoren. Het vorige onderzoek naar arbeid door jongeren heeft plaatsgevonden in bedrijven in de sectoren detailhandel en horeca. De keuze voor die sectoren werd gemaakt op grond van literatuuronderzoek en diverse informatiebronnen. Jongeren worden vooral gevonden in de detailhandel (winkels en supermarkten), de horeca en bij uitgeverijen en drukkerijen (met name als bezorgers van kranten en reclamedrukwerk). Deze laatste categorie, de krantenbezorgers, is vorige keer uit het onderzoek gelaten, omdat in 1998 een apart onderzoek naar krantenbezorgers werd verricht. Dit jaar zijn de krantenbezorgers wederom buiten het onderzoek gehouden, omwille van de vergelijkbaarheid met de resultaten uit het vorige onderzoek. Het onderzoek is verder beperkt door alleen bedrijven met 5 of meer werknemers te selecteren, omdat in de kleine bedrijven weinig jongeren werkzaam zullen zijn. Deze beperking is ook in het vorige onderzoek toegepast. Een belangrijk verschil met het vorige onderzoek is dat het zich dit jaar ook richt op de werknemers onder de 16 jaar, de kinderen van 13 tot en met 15. Dit onderzoek richt zich op werknemers van 13 tot en met 17 jaar die werken in een formele onderneming, ongeacht het aantal uren dat ze werkzaam zijn. Stagiaires en leerlingen worden echter niet in het onderzoek meegenomen. Voor deze groepen werknemers gelden namelijk andere wettelijke regels 9. Een ander verschil met het vorige onderzoek is het feit dat het vorige onderzoek een monitoronderzoek is geweest, en het huidige onderzoek een inspectie-onderzoek waarbij monitorgegevens worden verzameld. Bij het vorige monitoronderzoek is de werkgever gevraagd om informatie, en in het huidige onderzoek is daaraan toegevoegd dat de inspecteur 8 NIBUD, scholierenenquête Jongeren die stage lopen binnen een onderneming of werkzaam zijn binnen het leerlingstelsel mogen, binnen het kader van hun opleiding, werkzaamheden verrichten die voor hun werkende leeftijdgenoten verboden zijn of die hun leeftijdgenoten alleen onder adequaat toezicht mogen doen. 8

23 zelf inspecteert, om vervolgens te kunnen bepalen of er eventueel gehandhaafd zou moeten worden. Het onderzoek is verricht in de periode van november 2000 tot en met februari 2001 en daardoor zijn er (vrijwel) geen vakantiewerkers in het onderzoek betrokken. Door de Arbeidsinspectie wordt naar deze groep jeugdige werknemers ieder jaar een apart onderzoek verricht in de zomermaanden Methode van onderzoek Het onderzoek naar de jongeren is gecombineerd met een Arbeidstijdenwet-onderzoek onder volwassenen, dat ook in de sectoren detailhandel en horeca gehouden werd. Tijdens de bedrijfsbezoeken werd dus het onderzoek naar jongeren gehouden en tegelijkertijd ook het onderzoek naar de naleving van de Arbeidstijdenwet voor volwassen werknemers. De vragenlijst die gebruikt is bij het onderzoek is een combinatie van beide onderzoeken. Bij het vorige jeugdigen onderzoek in 1998 is er van te voren telefonisch geënquêteerd om vooraf aan het bedrijfsbezoek zeker te weten dat er kinderen en/of jeugdigen werkzaam waren. Dat is dit jaar niet gebeurd. In iedere regio van de arbeidsinspectie zijn gemiddeld 100 bedrijven geselecteerd, die steekproefsgewijs getrokken zijn in de geselecteerde subsectoren onder detailhandel en horeca 11. Als er in het geselecteerde bedrijf geen kinderen of jeugdigen werkzaam waren, kon evenwel het onderzoek naar de naleving van de Arbeidstijdenwet voor volwassen werknemers wel gehouden worden. Niet alleen de werkgever die de jeugdige werknemers in loondienst heeft, ook de jeugdige werknemers zelf zijn ondervraagd middels een anonieme schriftelijke enquête. Per bedrijf zijn maximaal 10 jongeren ondervraagd. Deze kinderen en jeugdigen hebben de vragenlijsten gekregen tijdens het bezoek, en hebben met behulp van een bijgevoegde antwoordenvelop de vragenlijst ingevuld teruggestuurd naar de Arbeidsinspectie. 3.3 Onderzoekspopulatie Uiteindelijk zijn in het kader van dit gecombineerde project 481 bedrijven bezocht met 4 of meer werknemers, en in 358 (74%) bedrijven zijn kinderen en jeugdige werknemers aangetroffen. In de volgende tabel is te zien dat de kinderen met name gevonden zijn in de grotere bedrijven. 10 Het project vakantiewerk wordt sinds 1998 jaarlijks uitgevoerd door de arbeidsinspectie onder jeugdige werknemers in de leeftijd van 13 tot en met 17 jaar (publicaties: vakantiewerk 1998 vakantiewerk 1999, vakantiewerk 2000 ) 11 Zie voor een overzicht van de gerealiseerde steekproef bijlage 1 9

24 Tabel 3.1 Bedrijven met werknemers onder de 18 jaar in dienst, naar grootte van het bedrijf Aantal met jongeren Totaal aantal bezochte tov totaal aantal bezochte bedrijven bedrijven < 10 wns % wns % wns % 100 of meer wns % Totaal % In de kleine bedrijven met minder dan 10 werknemers zijn in de helft van de bezochte bedrijven jongeren aangetroffen. In de bedrijven met 50 tot 100 werknemers en in de nog grotere bedrijven zijn in respectievelijk 92% en 93% van de bedrijven jongeren aangetroffen. De meeste gevonden bedrijven met jongeren zijn middelgrote bedrijven met 10 tot 100 werknemers (126 bedrijven met jeugdige werknemers) 12. In tabel 3.2 is te zien hoeveel kinderen en jeugdigen er werken in kleine dan wel grotere bedrijven. In deze tabel worden bij het percenteren alleen de bedrijven meegenomen, waarin jongeren werkzaam zijn (N=358). De percentages geven per leeftijdsgroep weer in welke grootteklassen de jongeren verhoudingsgewijs vaker of minder vaak aangetroffen zijn. Tabel 3.2 leeftijdsgroep Aantal kinderen aangetroffen in bedrijven van verschillende grootte minder dan 10 wns grootte van de bedrijven in totaal aantal werknemers 10 tot 49 wns 50 tot 99 wns 100 of meer wns totaal 13/14-jarigen 7 4% 33 17% 63 32% 95 48% % 15-jarigen 20 2% % % % % 16/17-jarigen 86 2% % % % % totaal 113 2% % % % % In de tabel is te zien, dat de meeste kinderen en jeugdige werknemers, waarover in dit rapport gesproken wordt, werkzaam zijn in grote bedrijven met 50 tot 100 werknemers en met name in de bedrijven die meer dan 100 werknemers in dienst hebben. Bijna 50 % van de kinderen en jeugdigen is afkomstig uit bedrijven met 100 of meer werknemers, dit geldt voor iedere leeftijdsgroep. Naar leeftijd vormen de 13- en 14-jarigen bijna 4% (198 van 5410) van het totaal aantal werkende jongeren, de 15-jarigen vormen 22% (1193van 5410) van alle werkende jongeren. De 16- en 17-jarigen vormen tenslotte 74% van alle werkende jongeren (4019 van 5410). 12 Er kunnen geen uitspraken worden gedaan over de mate waarin kinderen en jeugdigen in grote dan wel kleine bedrijven werken: daarvoor is representatief onderzoek nodig, en in dit onderzoek is bewust gezocht naar bedrijven met kinderen en jeugdige werknemers. 10

25 Sectoren In de volgende tabel is te zien hoe het aantal bedrijven met jongeren zich verhoudt tussen de verschillende onderzochte sectoren. In bijlage 2 staat gedetailleerder weergegeven om welke bedrijven het precies gaat. Tabel 3.3 Bedrijven met 13- tot en met 17-jarigen in dienst (N=358) onderzoek in onderzoek in 1998 aantal percentage aantal percentage detailhandel % % horeca % % onbekend 0 0 % 4 1 % totaal % % In totaal zijn er meer dan 5400 werknemers jonger dan 18 jaar aangetroffen, die in loondienst zijn bij een bedrijf of werkzaam als uitzendkracht en dus niet als leerling of stagiair. De onderzochte bedrijven hebben ruim werknemers in loondienst, waarvan 5400 jongeren (22%). Er werken gemiddeld 15 kinderen en jeugdigen in een bedrijf. In onderstaande tabel is te lezen in welke sectoren de jongeren aangetroffen worden. Tabel 3.4 Kinderen en jeugdigen naar sectoren Horeca Detailhandel Aantal kinderen N Aantal kinderen N 13/14-jarigen 22 (2%) (4%) jarigen 201 (20%) (22%) /17-jarigen 773 (78%) (74%) 210 Totaal 996 (100 %) (100%) % van alle kinderen en jeugdige werknemers in de horeca zijn 16- en/of 17-jarigen (gemiddeld 6 16/17-jarigen in de bedrijven waar ze werkzaam zijn). 2% is 13 of 14 jaar. Ook in de detailhandel vormen de 13- en 14-jarigen een kleine groep (4%) tussen de overige jongere werknemers. Uit verdere analyses blijkt dat er in de horeca gemiddeld 7 kinderen en jeugdigen werken in bedrijven (aangetroffen in 138 bedrijven), ten opzichte van in totaal gemiddeld 50 werknemers per bedrijf. Het grote merendeel van de groep jeugdige werknemers in de detailhandelbedrijven wordt, net als in de horeca, gevormd door de groep 16/17-jarige werknemers (74%). Er werken gemiddeld 15 jeugdigen van de laatstgenoemde leeftijd in de detailhandel. Verder werken er in de detailhandel gemiddeld 20 kinderen en jeugdigen in de bedrijven in het onderzoek, ten opzichte van in totaal gemiddeld 80 werknemers per bedrijf. In de detailhandel werken gemiddeld relatief meer jeugdige werknemers (gemiddeld 20 op de 80, dus 25%) dan in de horeca (gemiddeld 7 op de 50, dus 14%). In het vorige onderzoek lag dit aandeel van jeugdigen ten opzichte van het totaal aantal werknemers gelijk in beide sectoren, namelijk 24%. Dit is te verklaren doordat in dit huidige 11

26 onderzoek ook de jongere leeftijdsgroepen zijn meegenomen. Onder andere deze bevinding volgt uit tabel 3.5. Tabel 3.5 leeftijdsgroep Bedrijven met kinderen en jeugdigen in dienst, naar leeftijd Aantal bedrijven met werknemers in betreffende leeftijdsklasse Totaal Detailhandel Horeca % tov totaal Aantal % tov totaal Aantal aantal bedrijven met aantal bedrijven bedrijven met bedrijven met werknemers met jeugdige werknemers in jeugdige in betreffende werknemers in betreffende werknemers leeftijdsklasse sector leeftijdsklasse % tov totaal aantal bedrijven met jeugdige werknemers in sector 13/14-jarigen 66 18% 51 23% 15 11% 15-jarigen % % 56 41% 16/17-jarigen % % % Totaal % % % In tabel 3.5 is te zien dat bijna alle bedrijven met jongeren in zowel de detailhandel als de horeca 16- en/of 17-jarigen in dienst hebben (95%/94%), al of niet in combinatie met jongere werknemers. In de detailhandel heeft bijna een kwart van de bedrijven met kinderen en jeugdigen in dienst kinderen van 13 en/of 14 jaar in dienst. In de horeca is het percentage bedrijven met kinderen in die leeftijdscategorie 11%. Jeugdige werknemers Er zijn 507 jeugdige werknemers die een vragenlijst hebben ingevuld en opgestuurd. Deze jeugdigen werken bij van de 358 onderzochte bedrijven met kinderen en jeugdigen in dienst (28 % van de geënquêteerde bedrijven met jeugdigen in dienst). Het gaat om en 14-jarigen, jarigen en en 17-jarigen. De jongeren van 15 en 16 jaar vormen samen 74% van de geënquêteerden. Een meerderheid van de jongeren in het onderzoek is vrouw (57%). De overgrote meerderheid van de jeugdigen, dat wil zeggen bijna iedereen, gaat naar school (97 %). Van de jongeren die zelf meegewerkt hebben aan het onderzoek werkt 21 % in de horeca en 79 % in de detailhandel, waarvan 69% in een supermarkt. In totaal werkt 54% van de geënquêteerden in een supermarkt. Ongeveer 68% van de geënquêteerde jeugdigen werkt in de middelgrote en grote bedrijven (38% in bedrijven met 50 tot 100 werknemers, 30% in bedrijven met 100 of meer werknemers). Meer dan de helft van deze middelgrote en grote bedrijven zijn supermarkten. De jongeren in het onderzoek werken gemiddeld 9,4 uur per week, uiteenlopend van 2 tot 40 uur per week. 97% van de jongeren werkt 20 uur of minder. 1% (N=5 jeugdigen) werkt meer dan 35 uur. Drie van de jeugdigen uit laatstgenoemde groep zijn 16- en 17-jarigen die niet naar school gaan. De andere twee zijn schoolgaande 15-jarigen, die werken als cassière en in een houthandel. 13 In de overige bedrijven (258 ofwel 72% van de onderzochte bedrijven) is wel getracht de jeugdigen te enquêteren, maar de vragenlijsten zijn niet door de jeugdigen ingevuld en/of opgestuurd. 12

27 3.4 Werkzaamheden Totale groep jeugdigen 36% van alle geënquêteerde jongeren (totale groep N= ) werkt als vakkenvuller. Dit vulwerk doen ze in de supermarkt, warenhuis of bouwmarkt. 16% van de jongeren werkt bij de brood-, vlees-, groenten- of kaasafdeling van supermarkten. Uitgesplitst naar sector is gevonden dat in de detailhandel de meeste jongeren werken als vakkenvuller, cassière, op de versafdeling of als verkoper (respectievelijk 46%, 20%, 11% en 13% van de jongeren in de detailhandel). In de horeca werken de meeste jongeren in de bediening, maken schoon, of wassen af (respectievelijk 30%, 18% en 16% van de jongeren in de horeca). Verschillen naar leeftijd en geslacht De kinderen van 13 en 14 vullen vaak vakken (63%), daarnaast werken ze bij de verschillende versafdelingen in de supermarkt en in de horeca wassen ze af of maken ze schoon. Van de 13- en 14-jarigen zegt 7% als verkoper te werken en 5% helpt bij bedienen. De 15-jarigen vullen vakken (40%), doen kassawerk (16%) en zeggen te werken als verkoper (11%). De 16- en 17-jarigen vullen minder vaak vakken dan de jongere jeugdigen (27%), doen verder vaak kassawerk (21%). Verder werkt in de horeca 12% in de bediening of serveert. 10% werkt als verkoper. Meisjes hebben over het algemeen andere baantjes dan jongens. Meisjes werken als cassière, serveerster, of zijn verkoopmedewerker (respectievelijk 27, 10, 13 procent van de meisjes in de onderzoekspopulatie). Jongens vullen vakken in supermarkten, warenhuizen of bouwmarkten, werken als afwasser of zijn algemeen medewerker in detailhandelzaken (respectievelijk 54%, 5%, 7%) Tabel 3.6 Werkzaamheden verricht door de geënquêteerde jeugdige werknemers (N=486) werkzaamheden Aantal Percentage vakken vullen % afwassen 17 3 % versafdeling supermarkt/warenhuis 43 9 % bedienen/serveren 39 8 % kassawerk 80 16% keuken 8 2 % schoonmaken 19 4 % verkoop % algemeen medewerker 44 9 % divers a 13 3 % a b 486 b 100 % bouwmarkt, friet bakken, pizza s bezorgen van 21 jeugdigen is niet bekend welke werkzaamheden zij verrichten 14 Niet alle jeugdigen hebben ingevuld welk soort werkzaamheden ze verrichten. 13

28 In tabel 3.6 wordt nog eens beschreven welke werkzaamheden kinderen zelf zeggen te verrichten, waarbij het om het even is in welke sector deze werkzaamheden worden uitgevoerd (in zoverre deze in de onderzochte sectoren verricht kunnen worden, bijvoorbeeld schoonmaken). 3.5 Belangrijkste resultaten en vergelijking met het vorige onderzoek In driekwart van de bezochte bedrijven zijn werknemers aangetroffen die jonger zijn dan 18 jaar. Het merendeel (61%) van de bedrijven met jongeren in dienst zijn detailhandelbedrijven, de overige zijn horecabedrijven. In grote bedrijven zijn vaker jongeren aangetroffen dan in kleinere bedrijven. In de bedrijven met jongeren in dienst, vormen de jongeren gemiddeld 22% van het totale personeelsbestand. Gemiddeld werken er 15 jongeren in die bedrijven. In de detailhandel ligt dat gemiddelde hoger dan in de horeca. In het vorige onderzoek was het gemiddeld aantal werkende jongeren gelijk in de horeca en de detailhandel. Dit heeft te maken met het feit dat de jongeren van 13 tot en met 15 jaar, die dit jaar in het onderzoek zijn meegenomen, vooral in detailhandel werkzaam zijn. Verder zijn er in vergelijking met het vorige onderzoek minder 16- en 17-jarigen geënquêteerd (nu 183, vorige keer 567). Daarbij zijn er dit jaar vooral veel gegevens over jongeren werkzaam in de detailhandel (80%), terwijl in het vorige onderzoek werkende jongeren in de detailhandel en horeca evenredig vertegenwoordigd waren, in de enquete onder jongeren. Het aantal uren dat de geënquêteerde jongeren werken, verschilt niet veel van het aantal uren dat de jongeren in het vorige onderzoek per week werkten. Ten slotte hebben de geënquêteerde jongeren dezelfde baantjes. Maar in verhouding met het vorige onderzoek, zijn er in dit onderzoek meer vakkenvullers geënquêteerd. 14

29 4 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN: RISICO S VAN HET WERK EN DE MAATREGELEN DAARTEGEN Om de risico s van werken voor jongeren te beperken hebben, zoals in paragraaf 2.2 reeds omschreven, de ARBO-wet, het ARBO-besluit en de ATW speciale regels voor jongeren (de ATW speciaal voor kinderen). Jongeren vinden het belangrijk om geld te verdienen met werken (NIBUD, 2000). De wet regelt echter dat de omstandigheden van kinderen en jeugdigen dusdanig dienen te zijn dat de extra risico s, die jongeren lopen door hun onvolwassen leeftijd (fysiek en psychisch), beperkt worden. Zeker niet minder belangrijk dan de risico s van de werkzaamheden en de omgeving op zich gaat het bij het onderzoeken van de arbeidsomstandigheden om de mate waarin voorlichting en instructie is gegeven, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen en de aanwezigheid van deskundig toezicht bij de werkende jongeren. Daarnaast zijn er bepaalde soorten werk die jongeren niet mogen verrichten. Hoe ouder ze zijn, hoe meer werkzaamheden toegestaan zijn. In paragraaf 4.1 en 4.2 wordt eerst beschreven wat er volgt uit een analyse van het bewustzijn van risico s op het werk, zowel onder de werkgever als de werknemer, en de mate waarin de werkgever de gevaren heeft vastgelegd in een risico-analyse. 4.1 Risico s van het werk Aan de werkgevers van de onderzochte bedrijven, de inspecteurs van de Arbeidsinspectie en aan de 13- tot en met 17-jarigen zelf, is gevraagd of het werk dat jongeren verrichten ook bepaalde gevaren met zich meebrengt, en zo ja, om welke gevaren het dan gaat. 38 % van de werkgevers vindt dat de jeugdige werknemers in het algemeen bij het werken in hun bedrijf bepaalde gevaren lopen, nog om het even welke gevaren dit zijn. De inspecteurs van de Arbeidsinspectie, die de bedrijven bezocht hebben, vinden vaker dan de werkgevers dat er gevaren zijn voor de jongeren, namelijk in 54% van de bedrijven. In 17 % van de gevallen vindt de inspecteur wel dat er gevaren zijn, maar de werkgever niet. In 1% van de gevallen vindt de werkgever juist dat er gevaren zijn, terwijl de inspecteur de werksituatie niet als gevaarlijk beschouwt. De inspecteur benoemt vaker dan de werkgever een specifiek soort risico in de werksituatie van de jongere, zoals brand- of snijgevaar. De werkgever en de inspecteur zijn het voor ongeveer 85% van de gevallen eens met elkaar wat betreft de verschillende soorten gevaar die bestaan in de werksituatie van de werkende jeugdigen. De jeugdigen zelf, daarentegen, zien weinig gevaren: slechts 3% van de jeugdigen beoordeelt de werksituatie als gevaarlijk. Een enkele keer wordt door de werknemers het gevaar van werken met snijmachines genoemd en een keer het staan op kratjes. 15

30 Tabel 4.1 Meest genoemde gevaren van het werk verricht door jeugdigen, volgens de werkgever en inspecteur (N=358) Soort gevaar Percentage werkgevers dat gevaar benoemt Percentage bedrijven waarin inspecteur gevaar noemt brandwonden 10% 12% snijden/zagen 16% 21% tillen 17% 25% gevaarlijke stoffen 3% 4% uitglijden 11% 17% risico van seksuele intimidatie 9% 17% risico van agressie en geweld 20% 40% overige gevaren 1% 3% Totaal 38% 54% Het meest voorkomende gevaar is het risico van agressie en geweld, zowel volgens de werkgever als de inspecteur. 20% van de werkgevers ziet dit gevaar, terwijl 40% van de inspecteurs dit gevaar ziet. In zowel de detailhandel als de horeca wordt dit gevaar bespeurd. Van de werkgevers geeft 16% aan dat er snij- of zaaggevaar is in het bedrijf en 17% spreekt van tilgevaar. De inspecteur schat in respectievelijk 21% en 25% van de bedrijven dat deze gevaren aanwezig zijn voor de jeugdige werknemers. Met name in de detailhandel is er snij- en tilgevaar (28% van de detailhandelbedrijven). 11% van de werkgevers vindt dat er gevaar voor uitglijden is in het bedrijf, terwijl 17% van de inspecteurs deze mening is toegedaan. Dit gevaar wordt met name in de horeca aangetroffen. Inspecteurs zien beduidend vaker een risico voor seksuele intimidatie dan de werkgevers zelf (respectievelijk 17 en 9%). Het risico voor seksuele intimidatie wordt onder andere beoordeeld aan de hand van de directe werkomgeving van een jongere (omgang met klanten, horeca-omgeving). Verder is de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon in het bedrijf een indicatie van het inperken van risico s voor seksuele intimidatie. De risico s voor seksuele intimidatie komen voor in zowel horeca- als detailhandelbedrijven. In zowel grote, middelgrote als kleine bedrijven worden evenveel risico s genoemd. Tabel 4.2a Gevaren van het werk verricht door jeugdigen, volgens de werkgever, naar bedrijfssector Soort gevaar Horeca (N=127) Detailhandel ( excl. Supermarkten) Supermarkten (N=170) (N=48) brandwonden 17% 8% 4% snijden/zagen 7% 18% 22% tillen 3% 29% 24% gevaarlijke stoffen 2% 4% 4% uitglijden 15% 6% 10% risico van seksuele intimidatie 8% 14% 8% risico van agressie en geweld 17% 29% 20% overige gevaren 2% 0% 4% Totaal 30% 41% 48% 16

31 In de supermarkten zien werkgevers zelf meer gevaren dan in de overige detailhandelzaken of in de horeca. Opvallend is het tilgevaar (overigens in de overige detailhandel nog vaker genoemd, dit komt met name door de werkzaamheden in bouwmarkten), en het risico voor agressie en geweld. Tabel 4.2b Gevaren van het werk verricht door jeugdigen, volgens de werkgever, naar grootteklasse (N=358) Soort gevaar 1-9 werknemers (N=60) werknemers (N=229) 100 of meer werknemers (N=69) brandwonden 15% 9% 9% snijden/zagen 7% 16% 23% tillen 5% 16% 28% gevaarlijke stoffen 0% 3% 6% uitglijden 7% 11% 16% risico van seksuele intimidatie 7% 8% 15% risico van agressie en geweld 20% 19% 25% overige gevaren 0% 4% 1% Totaal 30% 39% 45% In tabel 4.2b is te zien dat er in grote bedrijven meer risico s zijn dan in kleine. Het risico voor seksuele intimidatie komt meer voor in de grootste bedrijven. Agressie en geweld komt volgens de werkgevers zelf zowel in grote als in kleine bedrijven in gelijke mate voor. 4.2 De Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI & E) Werkgevers zijn verplicht om alle gevaren op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn in hun bedrijf te inventariseren en te beschrijven in een RI & E. Daarbij dienen werkgevers in het bijzonder aandacht te schenken aan de risico s die bepaalde kwetsbare groepen werknemers lopen zoals bijvoorbeeld 55+-ers, zwangere werknemers, gehandicapten en jeugdigen (Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 1.36 nadere voorschriften RI & E en jeugdigen, Arbeidstijdenwet, artikel 4.1). Door middel van de RI & E krijgen werkgevers inzicht in de eventuele gevaren waaraan een jeugdige wordt blootgesteld op en rond de werkvloer. In de RI & E dient te worden vastgelegd hoe de gevaren kunnen worden voorkomen, dit in de vorm van een Plan van Aanpak. Voorbeelden van maatregelen zijn het stellen van specifieke eisen aan de werkplek van de jeugdige, het geven van voorlichting en instructie of het verplichten tot het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Op grond van artikel 5 lid 1 van de Arbowet 1998 dienen bedrijven te beschikken over een risico-inventarisatie en -evaluatie, waarin schriftelijk is vastgelegd welke risico s de arbeid voor de werknemers met zich meebrengt. De RI & E moet getoetst zijn door een gecertificeerde Arbodienst. Het ontbreken van de schriftelijke RI & E geldt als een direct beboetbaar feit (Arbowet, hoofdstuk 5, artikel 5.1). 17

Arbeidsinspectie. Projectverslag. Vakantiewerk 2001

Arbeidsinspectie. Projectverslag. Vakantiewerk 2001 Arbeidsinspectie Projectverslag Vakantiewerk 2001 Den Haag, april 2002 I N H O U D S O P G A V E 1. SAMENVATTING 3 2. INLEIDING 4 3. UITVOERING VAN HET PROJECT 5 3.1 Voorlichting 5 3.2 Publiciteit 5 3.3

Nadere informatie

Projectverslag. Vakantiewerk 2002

Projectverslag. Vakantiewerk 2002 Arbeidsinspectie Projectverslag Vakantiewerk 2002 versie 28 februari 2003 Arbeidsinspectie te Den Haag Inspectieproject: Vakantiewerk 2002 Informatie en projectleiding: Wetenschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag: Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken?

Nadere informatie

Maatschappelijke stage en de ARBO-wet

Maatschappelijke stage en de ARBO-wet Maatschappelijke stage en de ARBO-wet De arbeidsomstandighedenwet én de arbeidstijdenwet zijn beide van toepassing op de maatschappelijke stage. Wat staat er in die wetten? En wat betekent dat concreet

Nadere informatie

Wat mogen kinderen van 12 jaar?

Wat mogen kinderen van 12 jaar? Wat mogen kinderen van 12 jaar? Kinderen van 12 jaar mogen werken in het kader van een alternatieve sanctie. Het gaat dan om niet industriële hulparbeid van lichte en opvoedkundige aard of om een leerproject.

Nadere informatie

Maatschappelijke stage en de ARBO-wet

Maatschappelijke stage en de ARBO-wet Maatschappelijke stage en de ARBO-wet De arbeidsomstandighedenwet én de arbeidstijdenwet zijn beide van toepassing op de maatschappelijke stage. Wat staat er in die wetten? En wat betekent dat concreet

Nadere informatie

Waarom extra aandacht voor jongeren?

Waarom extra aandacht voor jongeren? WERKEN MET JONGEREN Inleiding Grote aantallen jongeren verrichten betaald werk, zoals het bezorgen van kranten, vakken vullen in een winkel, serveren op een terras en helpen met de pluk in de tuinbouw

Nadere informatie

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004

Projectverslag. Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004 Projectverslag Vakkenvullen jeugdigen supermarkten 2004, Den Haag Inspectieonderwerpen - Verboden arbeid door kinderen - Werkdagen en werktijden voor kinderen AI bedrijfstakdirectie Commerciële Dienstverlening

Nadere informatie

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag Projectverslag Vakantiewerk 2003 Arbeidsinspectie te Den Haag februari 2004 6 februari 2004 1 Vakantiewerk 2003 Inspectieproject: Vakantiewerk 2003 Informatie en projectleiding: Jacques van der Pols Fred

Nadere informatie

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie te Den Haag Projectverslag Vakantiewerk 2003 Arbeidsinspectie te Den Haag februari 2004 Inspectieproject: Vakantiewerk 2003 Informatie en projectleiding: Jacques van der Pols Fred van de Kamp Tel: 026-3557111 Correspondentieadres:

Nadere informatie

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden

Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Vrijwilligers en Arbeidsomstandigheden Frank Rijshouwer Hogere Veiligheidskundige 20 juni 2006 1 Arbowetgeving Arbeidsomstandighedenwet Arbeidsomstandighedenbesluit Arbeidsomstandighedenregeling Arbo-

Nadere informatie

Arbeid door Jongeren -beneden de 18 jaar-

Arbeid door Jongeren -beneden de 18 jaar- Basisinspectiemodule Arbeid door Jongeren -beneden de 18 jaar- Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie

Nadere informatie

Basisinspectiemodule

Basisinspectiemodule Basisinspectiemodule Stage -leerlingen beneden de 18 jaar Deze BasisInspectieModule (BIM) is opgesteld aan de hand van de stand van de techniek en is geschreven voor intern gebruik bij de Inspectie SZW.

Nadere informatie

De wet maakt onderscheidt in kinderen en jeugdigen/ jongeren. Wettelijk ben je tot je 16 e kind. 16 en 17-jarigen worden beschouwd als jeugd.

De wet maakt onderscheidt in kinderen en jeugdigen/ jongeren. Wettelijk ben je tot je 16 e kind. 16 en 17-jarigen worden beschouwd als jeugd. Jeugd & werken Basis wetgeving jeugdigen Vooral wat betreft de jeugd zijn er nogal wat zaken waarmee rekening dient te worden gehouden. Deze informatie is tot stand gekomen met behulp van het ministerie

Nadere informatie

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2 Arbeidsomstandigheden in Nederland 2.1 Inleiding Op basis van recente onderzoeksliteratuur geeft dit hoofdstuk een globale schets van de stand van zaken van de arbeidsomstandigheden in Nederland (paragraaf

Nadere informatie

KINDERARBEID > KINDEREN IN VOORSTELLINGEN

KINDERARBEID > KINDEREN IN VOORSTELLINGEN KINDERARBEID > KINDEREN IN VOORSTELLINGEN INHOUD I. Kinderarbeid II. Arbeidstijden (standaardregeling - kinderen) III. Kunstkinderen IV. Mogen kinderen tot 13 jaar meewerken aan uitvoeringen? V. Regels

Nadere informatie

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715

Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715 Vakantiewerk (en bijbaantjes) 2005 van 1 juli 2005 t/m 28 februari 2006 A715 Juni 2006 2 Vakantiewerk en bijbaantjes 2005 Inspectieonderwerpen Arbeidstijdenwet en Nadere Regeling Kinderarbeid CO 2 en N

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens

Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA. dr. P. J. M. Martens Arbeidsinspectie Centraal Kantoor Afdeling Monitoring en Beleidsinformatie LEGIONELLA Februari 2001 drs. Ö. Erdem dr. P. J. M. Martens INHOUDSOPGAVE BLZ. SAMENVATTING 1 INLEIDING 1 2 DOEL VAN HET ONDERZOEK

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon 070 333 44 44 Telefax 070 333 40 33

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon 070 333 44 44 Telefax 070 333 40 33 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1a 2513 AA s-gravenhage Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1998 1999 25 879 Arbeidsomstandighedenwet 1998 Nr. 44 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag

Projectverslag. Vakantiewerk Arbeidsinspectie Den Haag Projectverslag Vakantiewerk 2004 Arbeidsinspectie Den Haag 3 december 2004 Vakantiewerk 2004 Voorwoord De arbeidsomstandigheden van vakantiewerkers staan de laatste jaren prominent in de schijnwerpers.

Nadere informatie

Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!!

Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!! Juni 2008 Nieuwe Horeca Cao van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010!! Er is een akkoord tot stand gekomen betreffende een nieuwe Horeca Cao en deze zal lopen van 1 april 2008 tot en met 31 maart 2010.

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430)

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID ARBEIDSINSPECTIE EINDVERSLAG INSPECTIEPROJECT GROENTE, FRUIT, ZUIVEL EN DRANKEN (A430) Periode 1 april 2000 t/m 30 november 2000 INHOUDSOPGAVE 1 Samenvatting

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT:

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid BESLUIT: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van 6 maart 2006, Directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/A&V/2006/14012 houdende/tot

Nadere informatie

JONGE MOEDERS EN HUN WERK

JONGE MOEDERS EN HUN WERK AMSTERDAMS INSTITUUT VOOR ARBEIDSSTUDIES (AIAS) UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM JONGE MOEDERS EN HUN WERK Onderzoek op basis van de Loonwijzer Kea Tijdens, AIAS, Universiteit van Amsterdam Maarten van Klaveren,

Nadere informatie

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

ECONOMIE. Begrippenlijst H4 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn ECONOMIE VMBO-T2 Begrippenlijst H4 PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw Bewerkt door D.R. Hendriks Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn Versie 1 2013-2014 Begrippenlijst H4 Economie VMBO T2 Hoofdstuk

Nadere informatie

Werken onder de 18 Wat zijn de regels?

Werken onder de 18 Wat zijn de regels? Werken onder de 18 Wat zijn de regels? versie juli 2010 Ben je jonger dan 18 jaar en wil je gaan werken, dan krijg je met andere regels te maken dan volwassenen. Deze regels gaan over het soort werk dat

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2015 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2015 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en.

Aansluitend is er op 27 januari 2014 een afrondend gesprek gevoerd met,,, d en. Drie medewerkers in de executieve dienst en twee medewerkers van de afdeling MSO van Bureau Scheveningen. Vier medewerkers in de executieve dienst en drie medewerker van de afdeling Intake & Service van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13668 26 juli 2011 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 juli 2011, nr. G&VW/AA/2011/10623,

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2017 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2017 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 maart 2018

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Ouderschapsverlof. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ouderschapsverlof Ingrid Beckers en Clemens Siermann Ruim een kwart van de werknemers in Nederland die in 24 recht hadden op ouderschapsverlof, hebben daarvan gebruik gemaakt. nemen veel vaker ouderschapsverlof

Nadere informatie

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann

Artikelen. Overwerken in Nederland. Ingrid Beckers en Clemens Siermann Overwerken in Nederland Ingrid Beckers en Clemens Siermann In 4 werkte 37 procent de werknemers in Nederland regelmatig over. Bijna een derde het overwerk is onbetaald. Overwerk komt het meeste voor onder

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers

Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Ouderen op de arbeidsmarkt: 60+ ers en 40+ ers Rapport van ILC Zorg voor later, Stichting Loonwijzer/WageIndicator, en Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Instituut voor Arbeids Studies (AIAS) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Bijbaantjesonderzoek

Bijbaantjesonderzoek Bijbaantjesonderzoek Uitgevoerd door Scholieren.com in oktober 2014 Inhoud Voorwoord 3 Steekproefsamenstelling 4 Resultaten - Bijbaantjes 6 - Problemen op het werk 11 Conclusies 14 2 Voorwoord Scholieren.com

Nadere informatie

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen

Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Arbeidsmarktmobiliteit van ouderen Jan-Willem Bruggink en Clemens Siermann Werkenden van 45 jaar of ouder zijn weinig mobiel op de arbeidsmarkt. Binnen deze groep neemt de mobiliteit af met het stijgen

Nadere informatie

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk

In het project zijn verder de volgende inspectiepunten meegenomen: -verdrinkingsgevaar, -instructie, -persoonlijke beschermingsmiddelen en -werkdruk projectverslag A27 hotelschepen projectverslag A27-999 Hotelschepen "Arbeids - & Rusttijden Horecapersoneel aan boord van Nederlandse en buitenlandse hotelschepen" Versie: 20 juni 2000 Uitvoeringsperiode:

Nadere informatie

Werken onder de 18 Wat zijn de regels?

Werken onder de 18 Wat zijn de regels? Werken onder de 18 Wat zijn de regels? Versie juni 2019 Ben je jonger dan 18 jaar en wil je gaan werken, dan krijg je met andere regels te maken dan volwassenen. Deze regels gaan over het soort werk dat

Nadere informatie

Vakantiewerk Colofon:

Vakantiewerk Colofon: Vakantiewerk 2007 Jong geleerd is oud gedaan?! Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag 28-11-2007 Projectnaam Vakantiewerk 2007 Projectnummer A731: Inspectieproject Vakantiewerk Horeca-VWA A737: Inspectieproject

Nadere informatie

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage)

Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes. (tussenrapportage) Kinder- en Jeugdarbeid 2006 Vakantiewerk & bijbaantjes (tussenrapportage) Colofon: Arbeidsinspectie, Den Haag 20-11-2006 Projectnaam Kinder- en Jeugdarbeid (vakantiewerk en bijbaantjes) Projectnummer A789

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid WERKTIJDVERKORTING 2016 Een onderzoek naar het beroep door ondernemingen in 2016 op art. 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 mei 2017

Nadere informatie

9. Werknemers en bedrijfstakken

9. Werknemers en bedrijfstakken 9. Werknemers en bedrijfstakken Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan als werknemer vergeleken met autochtonen. De positie van de tweede generatie is gunstiger dan die van de eerste generatie.

Nadere informatie

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden

Het organiseren van werk zonder gevaren kan het volgende inhouden: -- aanpassingen in werkzaamheden/werkmethoden Bijlage 4 - Zwangerschapsprotocol Zwangerschapsprotocol voor de openbare apotheek In elke organisatie werken vrouwen in de vruchtbare leeftijd die op enig moment een kinderwens krijgen. In de apotheekbranche

Nadere informatie

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll

Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll Agressie en geweld Onderzoeksresultaten poll in opdracht van FNV ADV Market Research Willem Arntszlaan 115 C 3734 EE Den Dolder www.adv-mr.com Den Dolder, maart 2010 Wim Woning MSc Index Index... 2 1.

Nadere informatie

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet?

1.1 Hoe vrijblijvend is de Arbowet? 1 Arbo 17 de meest gestelde vragen in de schoonmaak 1 Arbo Arbeidsomstandigheden hebben de laatste decennia veel aandacht gekregen, en terecht. Vaak is al gebleken dat met soms eenvoudige werkplekaanpassingen,

Nadere informatie

2 Inventariseren. 2.1 Inleiding. 2.2 Zelf doen of uitbesteden?

2 Inventariseren. 2.1 Inleiding. 2.2 Zelf doen of uitbesteden? 2 Inventariseren 2.1 Inleiding Alvorens begonnen kan worden met het uitvoeren van een RI&E dienen een aantal zaken in kaart gebracht te worden. Zo is het onder andere van belang een methode te kiezen die

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

vinger aan de pols van werkend Nederland

vinger aan de pols van werkend Nederland Innovaties voor Gezond en Veilig Werken IMPLEMENTATION AND EVALUATION OSH POLICIES NEA: vinger aan de pols van werkend Nederland De NEA Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden is het grootste iodieke onderzoek

Nadere informatie

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker

Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Interne Instructie Risico-inventarisatie & evaluatie en Preventiemedewerker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Wettelijke grondslag 3. Aanpak 3.1. Toezicht en handhaving 3.2. Werkwijze 3.3. Basis toetskader

Nadere informatie

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015

Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong. Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Vakantiewerk onderzoek 2015 FNV Jong Hans de Jong & Leon Pouwels Juni 2015 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond SAMPLE 420 Respondenten WEging De data is gewogen op geslacht, leeftijd en opleiding naar

Nadere informatie

Werken onder de 18 Wat zijn de regels? versie juni 2013

Werken onder de 18 Wat zijn de regels? versie juni 2013 Werken onder de 18 Wat zijn de regels? versie juni 2013 Ben je jonger dan 18 jaar en wil je gaan werken, dan krijg je met andere regels te maken dan volwassenen. Deze regels gaan over het soort werk dat

Nadere informatie

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle /

ARBO BELEID. Krammer HE Brielle / ARBO BELEID Krammer 8 3232 HE Brielle 0181-470467/68 0181-470469 Inleiding Op scholen vormen arbeidsomstandigheden een veel besproken onderwerp. De gezondheid en het welzijn van het personeel is vaak in

Nadere informatie

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013

FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 FNV Vakantiewerk onderzoek 2013 Datum: 31 Mei 2013 Opdrachtgever: FNV Jong Onderzoeksbureau: YoungVotes TM (DVJ Insights) Contactpersoon FNV Jong: Esther de Jong, Kim Cornelissen Contactpersoon YoungVotes:

Nadere informatie

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep

Zzp ers in de provincie Utrecht 2013. Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Zzp ers in de provincie Utrecht 2013 Onderzoek naar een groeiende beroepsgroep Ester Hilhorst Economic Board Utrecht Februari 2014 Inhoud Samenvatting Samenvatting Crisis kost meer banen in 2013 Banenverlies

Nadere informatie

REGELGEVING STAGES VMBO-SCHOLIEREN

REGELGEVING STAGES VMBO-SCHOLIEREN REGELGEVING STAGES VMBO-SCHOLIEREN Jongeren mogen vanaf hun 14de vanuit hun school stage lopen. Vanaf 14 jaar en ouder mogen jongeren in het kader van een stage meer dan in een bijbaan of vakantiewerk.

Nadere informatie

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004

EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004 VERSLAG EUROPEAN CONSTRUCTION CAMPAIGN 2004 (Project A663 - Actieperiode juni) Informatie: Arbeidsinspectie, kantoor Groningen Drs. J.R. Boer Landelijk Projectleider Postbus 30016 9700 RM GRONINGEN (050)5225880

Nadere informatie

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007

Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Resultaat Atex 137 toezicht in 2007 Pagina 1 van 9 Samenvatting In 2007 zijn door de directie MHC bij 41 BRZO99 en Arie bedrijven Atex 137 inspecties uitgevoerd op een wijze als beschreven in het toezichtbeleid

Nadere informatie

Voorlichting, onderricht & Toezicht

Voorlichting, onderricht & Toezicht Interne instructie Arbeidsinspectie Voorlichting, onderricht & Toezicht INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 2. AANPAK 2.1 Wettelijke grondslag 2.2 Inspectie 2.3 Handhaving 3. SCHEMA STAPPEN BIJ HANDHAVING Vastgesteld

Nadere informatie

M200513 Tijdsbesteding ondernemend Nederland

M200513 Tijdsbesteding ondernemend Nederland M200513 Tijdsbesteding ondernemend Nederland R. Hoevenagel Zoetermeer, december 2005 Tijdsbesteding ondernemend Nederland Ondernemers in Nederland maken lange werkweken. Uit onderzoek van EIM komt naar

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt

Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Hoofdstuk 13. Arbeidsmarkt Samenvatting De potentiële beroepsbevolking wordt gedefinieerd als alle inwoners van 15-64 jaar en bestaat uit ruim 86.000 Leidenaren. Van hen verricht ruim zeven op de tien

Nadere informatie

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004

Trends in arbeidsomstandigheden, 2004 Trends in arbeidsomstandigheden, 4 Frans Frenken In 4 werkte ruim een kwart van de werkzame beroepsbevolking regelmatig onder hoge tijdsdruk. Dat is opnieuw een afname ten opzichte van eerdere jaren. De

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2018

Arbo in Bedrijf 2018 Arbo in Bedrijf 2018 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan risico s en genomen maatregelen in 2018 Arbo in Bedrijf 2018 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen,

Nadere informatie

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1)

Artikelen. Tijdelijke en langdurige banen, A.W.F. Corpeleijn 1) Tijdelijke en langdurige banen, 2000 A.W.F. Corpeleijn 1) Veel bedrijven werken met een combinatie van vaste en losse krachten. Werknemers met tijdelijke contracten worden onder meer ingezet voor speciale

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

1. Arbowet: plichten van de werkgever

1. Arbowet: plichten van de werkgever Handboek Ondernemingsraad en Personeelsvertegenwoordiging Inhoudsopgave 1. Arbowet: plichten van de werkgever... 1 1.1 Pak risico s aan bij de bron... 2 1.2 Wat is psychosociale arbeidsbelasting (PSA)?...

Nadere informatie

Onderzoek kopen tabak door jongeren

Onderzoek kopen tabak door jongeren meting 214 Onderzoek kopen tabak door jongeren A Kruize B. Bieleman 1. Inleiding Vanaf 1 januari 214 is de leeftijdsgrens voor de verkoop van tabaksproducten van 16 naar 18 jaar gegaan. De verstrekker

Nadere informatie

Veilig en gezond werken in het MKB

Veilig en gezond werken in het MKB Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Veilig en gezond werken in het MKB Informatie over de risico-inventarisatie en -evaluatie in het midden- en kleinbedrijf Veilig en gezond werken in het MKB

Nadere informatie

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers;

taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vast te leggen voor de bij hem in dienst zijnde werknemers; A. Arbo-beleid. De Arbo-wet stelt als eis dat de werkgever zijn ondernemingsbeleid zodanig inricht, dat rekening wordt gehouden met de veiligheid, gezondheid en welzijn van de werknemers. Dat dit ook geldt

Nadere informatie

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD:

Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Jaargang 2013 / nieuwsbrief 16 / Juli en augustus 2013 INHOUD: Zwangere vrouwen ervaren weinig tolerantie op het werk Werkgevers zouden een gezonde levensstijl moeten kunnen eisen Legionellose Werkgevers

Nadere informatie

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers M200510 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers drs. F.M.J. Westhof Zoetermeer, december 2005 MKB-ondernemers negatief over verantwoordelijkheden bij ziekte werknemers

Nadere informatie

Waar zijn allochtone werknemers in dienst?

Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Dr. Chantal Melser, drs. Jo van Cruchten en Leo van Toor In het najaar van 2 waren er 6,9 miljoen werknemers tussen de 15 en 65 jaar met één of meerdere banen.

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever?

Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? Wet flexibel werken en aansprakelijkheid van de werkgever? In januari 2016 zal de Wet flexibel werken in werking treden. Door de invoering van deze wet worden de mogelijkheden voor werknemers om flexibel

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2005 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2005 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen april 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De

Nadere informatie

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers 1. Wetgeving 1.1 Arbowet In januari 2007 is de Arbowet 2007 van kracht geworden. Het begrip Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden en heeft betrekking op Veiligheid, Gezondheid en Welzijn (VGW). De Arbowet

Nadere informatie

Arbo in bedrijf 2010. Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010

Arbo in bedrijf 2010. Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010 Arbo in bedrijf 2010 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2010 September 2011 Farouk M. A. Saleh INHOUDSOPGAVE VOORWOORD

Nadere informatie

Onderzoek Vakantiewerk

Onderzoek Vakantiewerk Onderzoek Vakantiewerk Publicatiedatum: 05-07- 2013 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 21 juni tot 1 juli 2013, deden 2261 jongeren mee. Op het moment van invullen hadden 1302 deelnemers

Nadere informatie

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kinder- en jeugdarbeid aan strenge regels gebonden

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Kinder- en jeugdarbeid aan strenge regels gebonden Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Kinder- en jeugdarbeid aan strenge regels gebonden Kinder- en jeugdarbeid aan strenge regels gebonden Kinderen en jeugdigen mogen niet zonder meer werken.

Nadere informatie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie 5.1 Aan de slag! Arbeid = werk Vacature = een advertentie voor een baan geplaatst door een werkgever Solliciteren = jezelf voorstellen / presenteren aan een werkgever Sollicitatiebrief = jezelf voorstellen

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek

4. SAMENVATTING. 4.1 Opzet onderzoek 4. SAMENVATTING Op 7 mei 2002 is in het Staatsblad 2002 nummer 201 de gewijzigde Tabakswet gepubliceerd. Naar aanleiding hiervan wil de Keuringsdienst van Waren goed inzicht in de naleving van het onderdeel

Nadere informatie

4. SAMENVATTING. 4.1 Onderzoeksopzet. 4.2 Jongeren

4. SAMENVATTING. 4.1 Onderzoeksopzet. 4.2 Jongeren 4. SAMENVATTING Om inzicht te krijgen in de naleving van de leeftijdsgrenzen van 16 en 18 jaar uit de Drank- en Horecawet heeft de Keuringsdienst van Waren onderzoeks- en adviesbureau INTRAVAL opdracht

Nadere informatie

Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006

Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006 Arbo in bedrijf 2006 Een onderzoek naar de naleving van arbo-verplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2006 Oktober 2007 Maarten Bos Farouk Saleh Özcan Erdem John Samadhan

Nadere informatie

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1

Bedrijfsopleidingen in de industrie 1 Bedrijfsopleidingen in de 1 M.J. Roessingh 2 Het aantal bedrijfsopleidingen dat een werknemer in de in 1999 volgde, is sterk gestegen ten opzichte van 1993. Ook zijn er meer opleidingen gaan volgen. Wel

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004

ONTSLAGSTATISTIEK. Jaarrapportage 2004 ONTSLAGSTATISTIEK Jaarrapportage 2004 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Arbeidsverhoudingen mei 2005 Inleiding Een arbeidsovereenkomst kan op verschillende wijzen eindigen. De gegevens

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Voorwoord: status model RI&E SW

Voorwoord: status model RI&E SW Voorwoord: status model RI&E SW De Model RI&E voor de SW-branche kan gebruikt worden als basis voor een RI&E in uw SW-organisatie. De model RI&E is nadrukkelijk geen goedgekeurde branche RI&E en de inhoud

Nadere informatie

Vakantiewerk in het mkb 2004

Vakantiewerk in het mkb 2004 Vakantiewerk in het mkb 2004 Koninklijke Vereniging MKB-Nederland Delft, 3 augustus 2004 Contactpersoon: dhr. drs. A. van Delft : 015 21 91 255, e-mail: delft@mkb.nl Copyright Koninklijke Vereniging MKB-Nederland,

Nadere informatie

Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018

Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Tabellenboek Arbo in Bedrijf 2018 Juni 2019 1 Inhoudsopgave Vooraf... 8 1 Algemeen arbobeleid... 10 1.1 Inleiding... 10 1.2 Risico-inventarisatie en Evaluatie (RI&E) en

Nadere informatie

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011

Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Hoe denken Zeeuwse jongeren en ouders over alcoholgebruik door jongeren? Onderzoek GGD Zeeland maart 2011 Zeeuwse jongeren en alcohol In 2010 is de Zeeuwse campagne Laat ze niet (ver)zuipen! van start

Nadere informatie

2. Wat kan het nadeel zijn voor een werkgever om je via de rechter te ontslaan?

2. Wat kan het nadeel zijn voor een werkgever om je via de rechter te ontslaan? Werkstuk door een scholier 1590 woorden 30 mei 2005 6,6 22 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Ontslag. 1. In welke gevallen van ontslag heb je wel recht op een WW-uitkering, en wanneer niet? Wel : -

Nadere informatie

Arbo in Bedrijf 2014

Arbo in Bedrijf 2014 Arbo in Bedrijf 2014 Een onderzoek naar de naleving van arboverplichtingen, blootstelling aan arbeidsrisico s en genomen maatregelen in 2014 De Inspectie SZW werkt aan eerlijk, gezond en veilig werk en

Nadere informatie

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur Ingrid Beckers en Hans Langenberg De arbeidsdeelname in Nederland is de afgelopen 25 toegenomen. Dit komt vooral doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zij doen

Nadere informatie