Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg

Vergelijkbare documenten
Regionaal Transitiearrangement Zuid-Limburg

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Regionaal Transitiearrangement (RTA) Jeugdhulp Midden-Limburg (ML). Definitieve versie zoals ingediend bij de TSJ op 30 oktober 2013.

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant.

Doetinchem, 18 juni Voorstel: Kennisnemen van de stand van zaken Financiële uitwerking RTA Jeugdzorg en de budgetverdeling voor 2015

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013

VOLGNUMMER DATUM TEAM oktober 2013 Beleid en Ontwikkeling, Sociaal

Bijlage 2 : Bedrag per instelling

Plan van aanpak regionaal transitiearrangement jeugdzorg Ijsselland

Transitie en transformatie jeugdzorg

Aan de raad. No. 10. Wissenkerke, 21 oktober 2013

Transitie Jeugdzorg. Woerden, 17 oktober 2013

Raadsvoorstel Zaaknr:

Voorstel afspraken Bureau Jeugdzorg Limburg voor de regio Noord-Limburg

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Vaststelling Transitiearrangement (RTA) Jeugdzorg regio Noordoost Brabant

Presentatie Regionale transitiearrangementen jeugd

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

uw kenmerk ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 13/064

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

: Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg. Korte inhoud : Regionaal Transitie Arrangement Jeugdzorg

Welkom! Regionale raadsinformatieavonden: Transitie AWBZ & Jeugdzorg en Transitie Werk en inkomen 23 en 28 oktober 2013

GEMEENTE NUTH Raad: 17 december 2013 Agendapunt: RTG: 4 december 2013

: 3 december 2013 : 16 december : dhr. J.L.M. Vlaar :

Concept notitie Eerste aanzet tot het transitiearrangement jeugdzorg

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Voorstel vergoeding bijzondere kosten pleegzorg

Regionaal transitiearrangement Jeugdzorg Noordoost-Brabant. Commissievergadering 25 november Gemeente Sint Anthonis

Voorstel van college dan wel burgemeester aan gemeenteraad

mi lil lil li mi min li /09/2013 Ingekomen Afdeling Kopie

Transitiearrangement West Friesland en Regio Alkmaar. Inleiding, beleid, afspraken & planning

J. Schouwerwou F. Veltman Zaaknummer : Voorstel: Instemmen met het "Transitiearrangement Regio Fryslân"

0 Heerhugowaar Stad van kansen

Regionaal Transitiearrangement (RTA) Jeugdhulp Midden-Limburg (ML)

Zeeuws transitiearrangement Jeugd. CZW 11 oktober 2013

Datum: 29 oktober 2015 Portefeuillehouder: Wethouder Windhouwer

Behandeld door: Onderwerp: Bijlagen: Verzonden: 2 3 SEP 2013

Transitiearrangement West Friesland en Regio Alkmaar. Inleiding, beleid, afspraken & planning

* *

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Portefeuillehouderoverleg VGG 15 mei 2014

agendanummer afdeling Simpelveld VI- IBR 18 november 2013 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Zuid-Limburg 20885

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. - Kennis nemen van de notitie 21 voor de jeugd 2.0. vormen van dagbehandeling. Agenda nr.

Contractering jeugdhulp 2016 in Holland Rijnland. Terugblikken en vooruitzien!

Voorstel. het realiseren van continuïteit van zorg; het realiseren van de benodigde infrastructuur; het beperken van frictiekosten.

COMMISSIESTUK. Informatief

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, (t.a.v. Tina Bollin)

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Nummer : 2013/65 Datum : 23 oktober 2013 Onderwerp : standpuntbepaling Zeeuws Transitiearrangement Jeugd

Reactie aanbieders transitiearrangement. Organisatie Conclusie opmerkingen Emergis

1. Samenvatting. 2. Inleiding. 3. Informatie. Agenda nr.7c

Samenwerken voor jeugd, zo doen we dat in Parkstad. 1. De nieuwe toegang tot de jeugdzorg in Parkstad per 1 september

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD. Registratienummer:

Ontwikkelingen Jeugdhulp. AB 26 oktober 2016

disclaimer: Rosarium 10 juli (regionaal transitiearrangement)

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 13/064

Raadsmededeling - Openbaar

Beeldvormende raad 14 februari Ontwikkelingen op gebied van Jeugdhulp

Geachte mevrouw Veldhuijzen van Zanten - Hyllner,

Transitie en transformatie Jeugdzorg. Themabijeenkomst 16 september 2013

Onderwerp: Beleidskader decentralisatie jeugdzorg Regio Alkmaar. Aan de raad,

Riedsútstel. Bijlage 5 : Bijlage 6 : Bijlage 7 : Op besjen : - Underwerp Regionaal Transitie Arrangement (RTA) jeugdzorg Fryslân

Factsheet Jeugd in cijfers

1. Afronding contracten aanbieders Jeugd Awbz binnen beschikbaar budget: inclusief innovatiebudget 2. De vier zijn Lijn 5, De Waerden, s

Themabijeenkomst Transitie Jeugdzorg Land van Cuijk

Doel van deze notitie Informeren over de te maken keuzes in het provinciaal jeugdzorgbeleid in de periode tot de transitie jeugdzorg.

= Besluitvormende raadsvergadering d.d. 19 december 2013 Agendanr.. No.ZA /DV , afdeling Samenleving.

Jeugd-lvg AWBZ OBC s betreft het aantal cliënten in Orthopedagogische Behandelcentra (OBC s); Zie verder Kerncijfers LVG (PWC, 2009).

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Memo (071) (071) Marieke Ouwerkerk Saskia Lekkerkerker

Onderwerp: (Voorlopige) gunningen jeugd GGZ en dyslexiezorg

NOTULEN / VOLGNR.: (Voorlopige) gunningen JeugdzorgPlus, Jeugd- en Opvoedhulp, Jeugdbescherming en Jeugdreclassering.

Decentralisatie jeugdzorg

Jeugdhulp. Regiopodium Jeugd, 22 maart Regio Gooi en Vechtstreek

Transitie Jeugdzorg. 2 april 2014 Ronald Buijs Directeur Yulius KJP

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

Beslisdocument college van Peel en Maas

CONCEPT SPOORBOEKJE. A) Generalisten

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis

Stand van zaken inkoop Jeugdhulp en AWBZ/Wmo

Algemeen Bestuur Jeugdhulp Rijnmond 23 april 2015

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Transitiearrangement Jeugd Regio Arnhem

transformatie jeugdzorg FoodValley transformatie jeugdzorg FoodValley INFORMATIEBIJEENKOMST UITVRAAG JEUGDHULP SAMENWERKENDE GEMEENTEN

RAADSINFORMATIEBRIEF

G5 Uitgangspunten Bovenregionale Inkoop Jeugdhulp 2017

CliC t.a.v. Dhr. Grommen, Mercator 1. Sittard. Geachte heer Grommen,

Onderwerp Reactie aanbieders Antwoord gemeenten

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

Gouda, 11 september Geachte lezer,

L. van de Ven raad00716

Presentatie bijeenkomst Transitiemanagers. 14 december 2012

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

Analyse Beschermd wonen regio Holland Rijnland 23 oktober 2014

Factsheet gemeente Westland

Verbeterprogramma Jeugd Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs. Themaraad Gemeente Heerde, 2 juni 2014 Rob van de Zande

Transcriptie:

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg Oktober 2013

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg Deelnemende gemeenten: Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo, Venray. Vertegenwoordigend transitiemanager: Martine van Tuyn. Opgesteld in samenwerking met de regio s Zuid- en Midden-Limburg. 1. Betrokken partijen Het arrangement is opgesteld door vertegenwoordigers van gemeenten die ten behoeve van het op te stellen arrangement afstemming hebben gezocht met zorgaanbieders en de huidige financiers. Voor een overzicht van deze vertegenwoordigers zie bijlage 1 van dit arrangement. Hoewel de gemeente Mook en Middelaar onder de regio Noord-Limburg valt, heeft deze gemeente ervoor gekozen het transitiearrangement op te stellen samen met stadsregio Arnhem Nijmegen. 2. Betrekkingen De afspraken hebben betrekking op alle (niet vrij toegankelijke) jeugdzorg waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn vanaf 1 januari 2015. De afspraken gelden voor maximaal 1 jaar, met uitzondering van de pleegzorg waarvoor continuïteit van zorg geen einddatum kent. Dit arrangement heeft betrekking op de zorgproducten zoals genoemd in de Handreiking Regionale Transitiearrangementen Jeugd. 1 Dit arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn (zittende cliënten) en op cliënten die op 31-12-2014 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen (wachtlijstcliënten). De afspraken van dit arrangement zijn vastgesteld door de colleges van B&W van de deelnemende gemeenten. Het arrangement kent geen juridische status. Het spreekt de intentie uit van gemeenten en aanbieders in Noord-Limburg om de zorg in 2015 continueren met inachtname van enkele voorbehouden (zie hoofdstuk 10). Het continueren van zorg is wettelijk vastgelegd en daarmee wel bindend. 3. Definities Voor het gebruik van definities baseren we ons op de Handreiking Regionale Transitiearrangementen Jeugd. Continuïteit van zorg: het continueren van de zorg waar cliënten per 31-12-2014 gebruik van maken, voor de periode van maximaal 1 jaar, bij dezelfde aanbieder als waar zij op deze datum zorg krijgen (tenzij de cliënt van zorgaanbieder wil wisselen). Dit betekent dat continuïteit van zorg afgebakend is voor maximaal het gehele kalenderjaar 2015. Dit geldt niet voor pleegzorg, dat geen maximum kent. Indien de indicatie in 2015 afloopt, geldt de zorgcontinuïteit voor maximaal de duur van de indicatie. 1 http://www.vng.nl/files/vng/20130705_handreiking_regionale_transitiearrangementen_jeugd_definitief_0.pdf Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 1

Infrastructuur: Om te realiseren dat zittende cliënten bij de bestaande aanbieder in zorg kunnen blijven, is borging van die infrastructuur nodig. Hieronder wordt verstaan het totaal aan jeugdhulpaanbieders die zorg uitvoeren in het kader van continuïteit van zorg voor de periode van een jaar en voor pleegzorg langer. Concreet betekent dit dat bestaande zorgproducten beschikbaar moeten blijven in het kalenderjaar 2015 voor die cliënten waar continuïteit van zorg voor geldt. Na 2015 geldt dit niet meer. Frictiekosten: Frictiekosten zijn de kosten die gepaard gaan met de transitie en transformatie van jeugdzorg per 1-1-2015, op de volgende onderwerpen: Personeelskosten: Wachtgelden voor personeel van instellingen (kosten voor direct personeel en kosten voor overhead) Kapitaallasten (kosten huisvesting). Kosten voor ICT zijn het gevolg van wijzigingen in registratiemethode. Daarom worden deze gezien als ombouwkosten en niet als frictiekosten. Kosten voor het opbouwen van nieuwe expertise, opleiden en certificeren etc. worden ook niet als frictiekosten gezien. Frictiekosten kunnen ook de kosten voor gemeenten, provincies en Rijk omvatten. Deze worden in de RTA s buiten beschouwing gelaten: de benoemde frictiekosten betreft alleen de kosten van de jeugdzorgaanbieders. 4. Uitgangspunten a. In het proces van het ontwikkelen van het transitiearrangement (TA) trekken Zuid-, Midden- en Noord-Limburg gezamenlijk op. We bundelen onze krachten. Hiermee voorkomen we dat we zaken dubbel doen omdat in veel gevallen het dezelfde aanbieders betreft. Doelstelling is dat zo veel als mogelijk eenzelfde TA opgesteld wordt. Gezien de verschillen in instellingen en beleid bij gemeenten kunnen afwijkingen ontstaan tussen de uiteindelijke transitiearrangementen van Noord, Midden of Zuid. b. Noord- Midden- en Zuid-Limburg kiezen een pragmatische aanpak. Transitiearrangementen zullen niet 100% dichtgetimmerd zijn, maar een goed beeld geven van de afspraken die worden gemaakt over zorgcontinuïteit in 2015. c. Het TA gaat enkel over het jaar 2015. Volgens de Handreiking Regionale Transitiearrangementen Jeugd dienen de transitiearrangementen opgesteld te worden ten behoeve van het waarborgen van zorgcontinuïteit in 2015. d. Van instellingen wordt verwacht dat zij zich maximaal inzetten om de extra instroom (2014-2015) en het afgeven van indicaties te voorkomen. Tevens wordt hen gevraagd om de reeds ingezette beweging van minder klinisch naar meer ambulant voort te zetten. Daardoor kunnen de frictiekosten zo laag mogelijk gehouden worden. e. Van instellingen wordt verwacht dat zij zich maximaal inzetten om frictiekosten zo laag mogelijk te houden. Om de frictiekosten van de aanbieders in beeld te krijgen, willen we dat aanbieders drie scenario s uitwerken. Nadere omschrijving staat bij de vragen over de frictiekosten. f. We maken afspraken met de meest relevante aanbieders in het TA. Hierbij volgen we de richtlijnen zoals beschreven staan op bladzijde 13 van de Handreiking Regionale Transitiearrangementen Jeugd. g. We gaan alleen uit van de Limburgse kinderen (woonplaatsbeginsel). Instellingen die ook kinderen hebben uit andere regio s dienen zelf actie te ondernemen naar de daarbij behorende regio s. h. We gaan uit van in Limburg gevestigde jeugdzorginstellingen. De informatie die we van deze organisaties ontvangen, zal volgens onze inschatting een dekking bieden van 80% van het volledige Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 2

aanbod van alle vormen van hulp in Noord-Limburg. Instellingen buiten Limburg die ook Limburgse kinderen als cliënt hebben, dienen zelf actie te ondernemen richting de voor hen relevante gemeenten/regio s in Limburg. i. Vrijgevestigden: Omdat het onmogelijk is om met alle individuele vrijgevestigden afspraken te maken, is het voor alle partijen overzichtelijker en minder tijdrovend als vrijgevestigden een aanspreekpunt aanstellen. Dit bevordert de eenduidigheid en helderheid in de communicatie tussen zorgaanbieders en gemeenten. In het arrangement zal geen individueel budget per vrijgevestigde aanbieder opgenomen. In het TA zal een rest budget worden gereserveerd zodat de zorg die vrijgevestigden op 31 december 2014 leveren gecontinueerd kan worden. 5. Afspraken realisatie continuïteit van zorg Op basis van bovenstaande uitgangspunten en de voorbehouden in paragraaf 10, hebben de gemeenten de volgende afspraken met de instellingen gemaakt om de continuïteit van zorg te waarborgen en de benodigde infrastructuur in stand te laten. a. Toeleiding van zittende en wachtlijstcliënten wordt als volgt geregeld: Indien in 2014 een jeugdzorginstelling een beschikking krijgt voor het plaatsen van een cliënt waarvan de hulp in 2015 doorloopt, blijft de instelling die deze beschikking heeft ontvangen verantwoordelijk voor het bieden van hulp aan deze cliënt in 2015. Indien er op dat moment sprake is van een wachtlijst, blijft de instelling die deze beschikking heeft ontvangen verantwoordelijk voor het plaatsen van de cliënt in de loop van 2015. b. Continuïteit t.b.v. maatregelen voor jeugdreclassering en jeugdbescherming en de AMK-functie worden als volgt geregeld: De instellingen die deze zorgvormen in 2014 aanbieden, garanderen dat zij in 2015 voor de bestaande cliënten en wachtlijstcliënten verantwoordelijk blijven voor deze zorg, ongeacht mogelijke organisatiewijzigingen bij deze instellingen. Dit wel onder de voorwaarde dat zij hiervoor gecertificeerd zijn volgens de eisen van de Jeugdwet. De gemeenten Noord- en Midden-Limburg zijn momenteel nog bezig met het uitwerken van een plan voor de totstandkoming van het AMHK. Met ingang van 2015 worden de huidige taken van het AMK belegd bij het AMHK. c. Pleegzorg wordt als volgt geregeld: De huidige instellingen die deze zorgvorm aanbieden, blijven verantwoordelijk voor de cliënten die al in 2014 deze pleegzorg ontvangen en moet worden gecontinueerd in 2015 e.v. d. Toegang tot de jeugdzorg in 2015: In het regionale beleidskader van Noord-Limburg, dat momenteel wordt opgesteld, staat beschreven hoe de regio de toegangsfunctie in het nieuwe stelsel ziet. Momenteel lopen er diverse pilots met gezinscoaches (generalistenteams). De gezinscoaches spelen een belangrijke rol bij het vormgeven van de toegang naar alle jeugdzorg. Een uitgangspunt hierbij is door deze nieuwe werkwijze vorm te geven, er minder gebruik gemaakt zal worden van gespecialiseerde (jeugd)zorg. Zowel in het regionale beleidskader als in de uitvoeringsplannen per gemeente zal hier verder uitwerking aan worden gegeven. De huidige toegangsfunctie van BJZ komt hiermee met ingang van 2015 te vervallen. In de plannen worden de (verwijzingen door de) huisartsen meegenomen. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 3

6. Budget 2015 In deze paragraaf worden budgetten genoemd, waarvan op dit moment wordt aangenomen dat ze weergeven hoeveel budget gemeenten via de doeluitkering sociaal beleid onderdeel jeugdzorg gaan ontvangen in 2015. De precieze bedragen zullen uiterlijk in mei 2014 bekend zijn. In onderstaande tabel wordt de verdeling van het voorlopig regiobudget 2015 over gemeenten per financieringsstroom weergegeven. (gebaseerd op de meicirculaire 2013 en landelijke cijfers hierover, incl. 4% bezuiniging): Gemeente Budget Budget per jeugdige ( ) Prov. JZ JZ+/JB/JR ZvW AWBZ totaal Cliënten per 1000 jeugdigen Prov. JZ JZ+/JB/JR ZvW AWBZ totaal Peel en Maas 7.443.707 377 160 271 808 17,7 56,1 22,9 95,7 Horst aan de Maas 7.646.948 298 205 327 830 18,0 61,3 25,1 104,4 Bergen 2.261.692 301 213 326 840 15,6 67,3 29,4 112,2 Beesel 2.901.468 507 162 350 1.019 32,7 53,0 29,5 115,2 Venray 9.813.505 542 200 317 1.059 27,4 64,9 23,5 115,8 Gennep 2.832.064 380 137 282 799 22,3 80,1 26,2 128,6 Venlo 23.695.114 639 247 333 1.219 39,7 64,7 24,6 129,0 Totaal 56.594.498 Gemeente Prov. JZ JZ+ JB/JR ZvW AWBZ Peel en Maas 2.425.636 379.968 667.512 1.474.001 2.496.590 Horst aan de Maas 1.917.488 300.369 527.674 1.888.704 3.012.713 Bergen 566.014 88.664 155.762 573.500 877.752 Beesel 1.008.226 157.935 277.454 461.274 996.579 Venray 3.507.791 549.485 965.311 1.853.353 2.937.565 Gennep 940.689 147.356 258.869 485.598 999.552 Venlo 8.661.676 1.356.825 2.383.611 4.793.930 6.463.072 Totaal 19.027.520 2.980.602 5.236.193 11.530.360 17.783.823 Op basis van de verschillende uitvragen van gegevens concludeert onze regio dat er verschillen bestaan in de budgetten genoemd in de meicirculaire en de bedragen die door instellingen genoemd worden. Dit brengt een risico met zich mee. Nader onderzoek is nodig en heeft gezien de korte tijdspanne nog niet plaats kunnen vinden. Na vaststelling van het transitiearrangement zal verder gegaan worden met de inventarisatie van deze gegevens. 6.1 Voorgenomen budgetten instellingen De gemeenten van Noord-Limburg zijn voornemens om in 2015 aan de bestaande jeugdhulpaanbieders 80 % van het jeugdbudget zoals benoemd in de meicirculaire van 2013, beschikbaar te stellen. Gemeenten verwachten dat dit voldoende zekerheid geeft om de infrastructuur die voor continuïteit van zorg nodig is te behouden. Binnen deze 80% wordt tevens de zorg voor nieuwe instroom gerealiseerd. Gemeenten gaan ervan uit dat instellingen mee gaan in de ontwikkelingen van de transitie en transformatie. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 4

De overige 20 % wordt op de volgende wijze ingezet: 2,5% wordt gereserveerd voor het landelijk transitiearrangement; 17,5 % wordt gereserveerd voor vrijgevestigden en aanbieders die nog niet zijn voorzien in dit arrangement, voor uitvoeringskosten gemeenten en voor innovatiegelden ter voorbereiding en stimulatie transformatie jeugdzorg. 6.2 Inkoop Gemeenten van Noord-Limburg zullen dit regionale transitiearrangement de komende periode samen met de zorgaanbieders uitwerken en concretiseren. Voor gemeenten geldt dat zij hun opdrachtgeverrol zullen invullen en in de loop van 2014 tot daadwerkelijke inkoop van jeugdzorgarrangementen zullen overgaan. De komende periode zal met de huidige financiers gekeken worden hoe hun expertise hierbij ingezet en overgedragen kan worden. 7. Inventarisatie frictiekosten Om de frictiekosten te inventariseren zijn de volgende vragen gesteld aan de jeugdhulpaanbieders: Wat zijn de verwachte frictiekosten als de zorg van cliënten die voor 1 januari 2015 geïndiceerd zijn en bij u de zorg continueren voor maximaal 1 jaar te continueren? Hierbij werd uitgegaan van drie scenario s: Scenario 1: Hoeveel van uw huidige jeugdbudget heeft de instelling minimaal nodig om de zorg van cliënten die op 31 december 2014 in zorg zijn maximaal 1 jaar te continueren? Scenario 2: De instelling ontvangt 65 % van het huidige jeugdbudget. Daarvoor dient u minimaal de trajecten van de cliënten behorend tot de doelgroep waarvoor de zorg gecontinueerd moet worden in 2015 te worden afgerond inclusief enkele aanvullende opdrachten van gemeenten. Scenario 3: De instelling ontvangt 80 % van het huidige jeugdbudget. Daarvoor dient u minimaal de trajecten van de cliënten behorend tot de doelgroep waarvoor de zorg gecontinueerd moet worden in 2015 te worden afgerond inclusief enkele aanvullende opdrachten van gemeenten. Bij de uitwerking van de drie scenario s dienen de frictiekosten te worden uitgesplitst in 1. Personeelskosten: wachtgeld/ontslagvergoeding voor personeel waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen de kosten voor direct personeel en overhead; 2. Kapitaallasten, bijvoorbeeld kosten van huisvesting. De inventarisatie van de frictiekosten van de drie scenario s is terug te vinden in bijlage 2. De organisaties hebben de frictiekosten zowel in percentages als in bedragen aangeleverd, waarbij sommigen het hele werkgebied hebben genomen en anderen specifiek de kosten voor Noord-Limburg hebben beschreven. Gezien de tijdsdruk met betrekking tot het opstellen van dit arrangement, zijn de aangeleverde frictiekosten toegevoegd zonder deze verder te analyseren. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 5

8. Maatregelen beperking frictiekosten Gemeenten zijn niet aansprakelijk of verantwoordelijk voor frictiekosten die het gevolg zijn van de overgang naar een nieuw stelsel. Door financiers en aanbieders is meegedacht en meegewerkt aan eventuele maatregelen over beperken van frictiekosten. Dit onder voorwaarde dat ook jeugdhulpaanbieders en hun huidige financiers hun verantwoordelijkheid nemen om frictiekosten te beperken en op te lossen. Om ervoor te zorgen dat de frictiekosten zo laag mogelijk blijven is met instellingen en gemeenten gekeken welke oplossingen daar eventueel voor zijn. We maken een onderscheid in: A. Maatregelen vanuit de instelling. B. Maatregelen vanuit gezamenlijke instellingen. C. Maatregelen vanuit de gemeenten ( financiers). A. Maatregelen vanuit de instelling. De instelling reserveert geld om frictiekosten in de overgangsfase te beperken; Gebruik maken van de flexibele schil; terugbrengen van het aantal fte's door tijdelijke contracten niet te verlengen of tijdelijke contracten aan te gaan; geen nieuwe medewerkers meer aannemen, natuurlijke uitstroom medewerkers; trajecten inzetten om medewerkers voor wie geen werk meer is te begeleiden bij het vinden van nieuw werk, bijvoorbeeld via een flexstichting ; overleg met verhuurders van vastgoed, met als doel het openbreken van huurcontracten, dan wel het aangaan van kortdurende huurcontracten; Verkopen van eigendom; Het Nieuwe Werken wordt binnen de instelling bevorderd, zodat er minder overheadskosten zijn. B. Maatregelen vanuit instellingen gezamenlijk. Het gebruik en huren van panden wordt waar mogelijk, zoveel mogelijk gezamenlijk gedaan; Instellingen bekijken welk vastgoed zij in bezit hebben en/of huren en bekijken wat ze eventueel kunnen afstoten of waar zij kunnen samenwerken met andere instellingen; Er wordt zoveel mogelijk gewerkt volgens het principe Het Nieuwe Werken, waar tijd- en plaat ongebonden werk de norm is; Onderzocht wordt hoe ICT-systemen op elkaar afgestemd dan wel geïntegreerd kunnen worden; Mens volgt werk : Niet de instellingen zijn het uitgangspunt, maar de expertise van de mensen die er werken. Het opzetten van een personeelspoule tussen organisaties is een mogelijkheid, waarbij personeel zonder kosten worden uitgewisseld. Zo wordt de doorstroom van personeel makkelijker en wordt personeel ingezet daar waar dat nodig is; Het principe van het opschalen wordt losgelaten. Er wordt gewerkt vanuit het principe snel goed weten wat nodig is en dan lichte zorg inzetten waar dat kan en zware zorg waar dat moet; Er wordt bekeken welke nieuwe organisatievormen mogelijk zijn vanaf 2015, bijvoorbeeld een stichting om generalisten onder te brengen. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 6

C. Maatregelen vanuit de gemeenten (financiers). Gemeenten spreken de intentie uit om zo snel als mogelijk besluiten te nemen over budgetruimte voor 2015, inkoopmodellen en specifieke (regionale) vragen ten aanzien van de transformatie in verband met substitutie en verschuivingen binnen/tussen zorgvormen; Het gemeentebestuur kijkt over eigen coalitieperiode en gemeentegrenzen heen bij het nemen van besluiten, het gaat om een lange termijn ontwikkeling op minimaal Noord-Limburgse schaal; Gemeenten richten zich op meetbare effecten op lange termijn en sturen op outcome; Gemeenten zoeken voor bovenregionale taken de samenwerking met Midden- en Zuid-Limburg op; Gemeenten kiezen voor een gefaseerde invoer van het jeugdhulpstelsel en de daarmee gepaard gaande bezuinigingen om de transformatie bij bestaande instellingen te stimuleren; Gemeenten spannen zich in om een gezamenlijk inkoopmodel te organiseren en zoeken hierbij naar schaalgrootte om hoogwaardige kwaliteit en effectieve inzet van personeel en expertise te garanderen; Gemeenten spannen zich in om de administratieve lasten bij zorgaanbieders en gemeenten zo laag mogelijk te houden; Gemeenten, zorgverzekeraars en provincie maken voor 2015 in afstemming met elkaar afspraken over de inkoop 2015. Gemeenten maken hierbij gebruik van de bestaande expertise bij de huidige financiers; Gemeenten en provincie maken in 2014 afspraken binnen het uitvoeringsprogramma jeugdzorg over experimenteerruimte in 2014 waardoor er vooruitgelopen kan worden op de veranderingen in 2015; Gemeenten hanteren het principe Mens volgt werk ( uitgaande van invulling van taken door huidig expertise bij bestaande zorgaanbieders), mits dit past binnen de financiële kaders en kwaliteitskaders. De komende periode onderzoeken gemeenten, instellingen en financiers gezamenlijk hoe frictiekosten in 2014 al beperkt kunnen worden, in het licht van de transformatie van het jeugdstelsel. 9. Landelijke afspraken Voor de cliënten uit de regio Noord-Limburg die in begeleiding of behandeling zijn bij de instellingen die zijn opgenomen in het landelijk transitiearrangement, gelden de voorwaarden van het landelijke arrangement. Voor jeugdhulpaanbieders die niet in Limburg zijn gevestigd, stellen gemeenten van Noord-Limburg 2,5% van het budget, zoals benoemd in de meicirculaire van 2013, beschikbaar voor desbetreffende cliënten die in een andere regio zorg ontvangen en nog niet zijn opgenomen in dit arrangement. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 7

10. Voorbehouden Gezien de vele (landelijke) onduidelijkheden en het gegeven dat wij al begonnen zijn met een transformatie waarvan de effecten voor 2014 nog niet duidelijk zijn, spreken wij de volgende voorbehouden uit bij het vaststellen van het transitiearrangement: a. Ten aanzien van het inwerkingtreden van de conceptjeugdwet zoals deze nu voorligt. Wijzigingen hierin (kunnen) leiden tot wijzigingen in het transitiearrangement; b. Ten aanzien van het budget. Het budget dat gemeenten voor 2015 zullen ontvangen, wordt gepubliceerd in de meicirculaire 2014 en kan afwijken van het budget dat genoemd is in dit arrangement op basis van de meicirculaire 2013; c. Ten aanzien van het volume. De volumes zijn een indicatie van bestaande cliënten en wachtlijstcliënten op 31-12-2014, maar kunnen in werkelijkheid af- of toenemen; d. Ten aanzien van goedkeuring van en/ of afstemming met de gemeenteraden van de regiogemeenten; e. Ten aanzien van certificering: de instelling die op 31-12-2014 JB of JR uitvoert, mag dit in 2015 blijven doen voor bestaande of wachtlijstcliënten, onder het voorbehoud dat deze instelling op 1-1-2015 gecertificeerd is volgens de eisen van de Jeugdwet; f. Ten aanzien van beleidsinhoudelijke keuzes die gemaakt zullen worden in het meerjarig beleidskader; g. De regionale beleidsontwikkeling met betrekking tot het samengaan van het AMK en het SHG h. De kwaliteitseisen waaraan aanbieders moeten voldoen; i. Partners die nog niet in beeld zijn, waarvan de gegevens nog onvolledig zijn of die primair buiten de regio werken; j. De vrijheid van ouders en cliënten om zelf aanbieders te kiezen; k. De mate waarin de transformatie gerealiseerd wordt: autonome veranderingen die optreden op basis van de invoering van het nieuwe jeugdhulpstelsel zijn van invloed op de budgetverdeling; l. De betaalbaarheid van de door de zorgaanbieders gehanteerde trajectprijzen; m. Andere onvoorziene ontwikkelingen. 11. Hoe gaan we verder Naar aanleiding van het Regionaal Transitiearrangement zal regionaal verder gegaan worden met de uitwerking van de gegevens. Tevens zal er samen met instellingen verdere uitwerking plaats gaan vinden over hoe frictiekosten beperkt kunnen worden. De ideeën en voorbeelden zoals die genoemd staan in hoofdstuk 8, worden hierin meegenomen. In het laatste kwartaal van 2013 gaan gemeenten, instellingen en financiers verder met elkaar in gesprek. Ook gaan we verder met het uitwerken van de inkoop. Voor gemeenten geldt dat zij hun opdrachtgeverrol zullen invullen en in de loop van 2014 tot daadwerkelijke inkoop van jeugdhulparrangementen zullen overgaan. De komende periode zal met de huidige financiers gekeken worden hoe hun expertise overgedragen kan worden naar de gemeenten. Van belang hierbij is dat op moment van vaststelling van dit RTA het ons in ieder geval duidelijk is, dat er zowel landelijk als regionaal nog slagen gemaakt dienen te worden in het budgettaire kader en het in kaart brengen van omzet en aantallen De verschillende (lopende) werkgroepen worden hier tevens in meegenomen. Eventueel worden er nieuwe regionale werkgroepen gestart om deze punten verder uit te werken. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 8

Bijlage 1 Het regionaal transitie-arrangement Noord-Limburg is tot stand gekomen met de bestuurders van gemeenten in samenwerking met de volgende financiers en instellingen: Wethouder B. Jacobs Wethouder F. Pekema Wethouder E. Vandermeulen Wethouder L. Wijnhoven-Dirckx Wethouder M. Absil Wethouder R. Testroote Wethouder T. Jansen Namens de gemeenten Beesel Bergen Gennep Horst aan de Maas Peel en Maas Venlo Venray Gedeputeerde P. van Dijk Namens de huidige financiers Provincie Limburg VGZ zorgkantoor VGZ zorgverzekering Adelante Almata Aksent, opvang en ondersteuning BJ Brabant Bureau Jeugdzorg Limburg Buro van Roosmalen Coach-ster Daelzicht Dichterbij/Kleur Kinder- en Jeugdzorg GGZ Oost-Brabant/Land van Cuijk/Noord-Limburg Icarus Juzt Karakter Koraal groep Gastenhof Koraal groep De la Salle Koraal groep Maasveld Koraal groep Op de Bies Namens de jeugdzorgaanbieders Leger des Heils Mondriaan Mutsaersstichting Opdidakt Ottho Gerard Heldring Stichting PGZ Pluryn PSW Rebis-kpc RiaggZuid Rubicon Vincent van Gogh Virenze Vitree William Schrikker groep Xonar Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 9

Bijlage 2: Overzicht frictiekosten Organisatie scenario 1: 45% huidige zorgbudget scenario 1: minimaal budget om zorg te scenario 2: 65% huidige zorgbudget scenario 3: 80% huidige zorgbudget continueren Adelante 516.247,24? 511.997,24 Niet bekend (totaal organisatie) ( totaal organisatie) Aksent, opvang en ondersteuning Kan niet gegeven worden 80% Kan niet gegeven worden Kan niet gegeven worden Almata Niet benoemd Niet benoemd Capaciteitsreductie Uitgegaan van tot een omvang van scenario s Panteia, 15% is op te vangen met beperkte frictiekosten, geen waarbij bij variant O en A kosten zijn van 52.000 tot 760.000 specificatie benoemd. Geen onroerend goed in eigendom, wel lopende huurcontracten. BJ Brabant Personeel: Omdat het hier om Personeel: Personeel: 167.000 208.000 een specifieke en 250.000 Kapitaal: 37.000 Kapitaal: 58.000 zware vorm van zorg gaat; is het percentage hoger dan het genoemde landelijke gemiddelde van 42%. Wij schatten in dat 75% benodigd is. Kapitaal: 80.000 Bureau Jeugdzorg Bij 46,2%: Personeel: 2.094.000 Kapitaal:0 Geen - Personeel: 1.432.000 Kapitaal:0 Geen huisvestingslasten Personeel: 833.000 Kapitaal: 0 Geen huisvestingskosten, PM ICT-kosten huisvestingslasten PM ICT-kosten PM ICT-kosten Buro van Roosmalen Niet bekend 60% Niet bekend Niet bekend Coach-ster Geen frictiekosten? Geen frictiekosten Geen frictiekosten Daelzicht Niet benoemd. 99% Personeel: 1.500.000 Kapitaal: 200.000 Personeel: 288.000 Kapitaal: 64.000 Dichterbij/Kleur Kinder- Personeel: Niet bekend Personeel: Personeel: 832.478 en Jeugdzorg 1.152.662 Kapitaal: niet benoemd 1.024.588 Kapitaal: niet benoemd Kapitaal: niet benoemd Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 10

GGZ Oost-Brabant Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend (Land van Cuijk) Icarus Niet bekend Niet bekend Niet bekend Personeel: 196.614 Kapitaal: 14.059 Juzt Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Karakter Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Koraal groep Gastenhof: Hebben 3 benaderingswijzen uitgewerkt. 3.619.000 personeel Afh. van benaderingswijze kapitaalslasten 1,2 milj. tot 6,4 milj.? 2.112.000 personeel Afh. van benaderingswijze kapitaalslasten 0,7 milj. tot 5,9 Personeel: 1.202.000 Afh. van benaderingswijze Kapitaal: 0,4 milj. tot 5,6 milj. ( totale frictiekosten!) ( totale frictiekosten!) milj.( totale frictiekosten!) Koraal groep Maasveld & Op de Bies Uitgegaan van 40% van huidig budget: Personeel: 258.000 Kapitaal: 100.000 ( totale frictiekosten!)? Personeel: 151.000 Kapitaal: tussen 35.000 en 100.000 ( totale frictiekosten!) Personeel: 86.000 Kapitaal: 35.000 ( totale frictiekosten!) Koraalgroep St. Anna Uitgegaan van 40% van huidig budget: Personeel: 231.000 Kapitaal: 120.000 ( totale frictiekosten!)? Personeel: 134.000 Kapitaal: 70.000 ( totale frictiekosten!) Personeel: 77.000 Kapitaal: niet aangegeven. ( totale frictiekosten!) Lindenhout Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Mondriaan - - - Betreft alle regio s Limburg: Indien Mondriaan 85% van het huidige budget ontvangt, bedragen de frictiekosten 3.000.000. Mocht het budget minder worden dan weet Mondriaan niet of zij kunnen voortbestaan. Mutsaersstichting Betreft alle regio s Limburg: bij 40% van het budget: 18.400k (personeel& kapitaal) - Betreft alle regio s Limburg: bij 60% van het budget: 16.000k (personeel& kapitaal) Betreft alle regio s Limburg: bij 80% van het budget: 8 miljoen (personeel& kapitaal) OG Heldring Stichting Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend Opdidakt Niet bekend Niet bekend Niet bekend Niet bekend PGZ Niet bekend 100% Niet bekend Niet bekend Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 11

Pluryn - - - Pluryn heeft frictiekosten berekend per plaats. Indien een plaats afgestoten wordt kost dit 62.750 Bij een driemilieuvoorziening kost een plaats 67.375 aan frictiekosten. PSW Totaal bij 95% 46.695 95% Personeel: 241.984 +/- totaal (personeel + kapitaal) 20.000 Personeel 34.570 Kapitaal: 12.125 Kapitaal: 84.878 Rebis-kpc Niet bekend 70% Niet bekend Niet bekend Riagg Zuid Bij 85%: Personeel: 135.438 85% Personeel: 316.020 Personeel: 180.583 Kapitaal: 65.913 Kapitaal: 49.435 Kapitaal: 115.348 Rubicon Personeel: 1.500.000: Kapitaal:- 58% van het huidige budget Personeel: 1.300.000 Kapitaal:- Personeel: 500.000 Kapitaal: - Totaalbedrag: geldt voor heel Rubicon Vincent van Gogh Een uitsplitsing of 50-65% Een uitsplitsing of Een uitsplitsing of inschatting kon niet inschatting kon niet inschatting kon niet gegeven worden gegeven worden gegeven worden Virenze 325.000 wachtgeld 42% Personeel: Niet bekend 600.000 vastgoed/overhead 150.000 Kapitaal: 300.000 William Schrikker Groep * 83% van het huidige budget * * Uit de berekening van WSG zouden de frictiekosten voor Noord-Limburg 36.100 bedragen, zie bijlage 4.10.1 Xonar Personeel: 39% huidig budget Personeel: Bij 77% van het 22.521.410 Kapitaal: ( 16.248.444) I.v.m. verwachte 12.807.506 Kapitaal: budget Personeel: 12.536.835 productie voor heel 10.568.288 6.746.846 Voor de hele organisatie 2015 is 44.172.671 nodig. Voor de hele organisatie Kapitaal: 504.769 * Wiliam Schrikker Groep heeft als reactie op het RTA een bijlage toegevoegd over de berekening van frictiekosten. Deze is terug te vinden in bijlage 4.10.1 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 12

Bijlage 2.1: Disclaimer frictiekosten Mutsaersstichting versie 19 september 2013 De Mutsaersstichting is het eens met de visie dat frictiekosten zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Of dit ook daadwerkelijk zo uitwerkt hangt van een aantal zaken af. De Mutsaersstichting is een full service Centre. Dat wil zeggen dat alle vormen van zorg en hulpverlening in wisselende combinaties aangeboden worden, afhankelijk van wat er voor die betreffende cliënt en zijn systeem op dat moment nodig is. De visie en ervaring zijn dat dit maakt dat de zorg optimaler (kennis op alle terreinen), effectiever (zorgpaden uit alle domeinen integraal op elkaar afgestemd) en efficiënter (geen doublures, gecombineerd gebruik van resources etcetera) ingericht en gegeven kan worden. Doordat het totale aanbod integraal aangeboden wordt en georganiseerd is heeft ingreep ergens in de keten, of dit nu outreachend, ambulant, deeltijd of klinisch is direct een onevenredige impact op de totale keten. Zowel op niveau van huisvesting als personeel. Tav ICT leidt dit aan bovendien nauwelijks tot kostenreductie. Deeltijd heeft een 1 op 1 relatie met B(S)O-V(S)O samenwerkingspartners. Daar waar reductie plaats vindt binnen de deeltijd leidt dit onherroepelijk ook tot problemen voor deze samenwerkingspartners, waarmee we juist bezig zijn om vormen van passend onderwijs te realiseren. Indien het aantal bedden in de 24-uurs leefgroepen gereduceerd dient te worden, dan is de klinische capaciteit niet meer toereikend om als vangnet te kunnen fungeren. De cliënten afkomstig uit Zuid Limburg die bij de Mutsaersstichting in behandeling worden genomen, hebben een complexe zorgvraag waardoor een intensievere behandeling noodzakelijk is. De trajectprijs van verblijf (dag en 24-uurs) voor deze cliënten is hiermee hoger dan voor de cliënten uit Noord en Midden Limburg. Ten aanzien van frictiekosten is alleen gevraagd naar het deel dat niet nu al door de Gemeentes gefinancierd wordt. De WMO wordt dus buiten beschouwing gelaten. Toch heeft een ingreep in GGZ, JHV of AWBZ financiering ook invloed op eventuele (on)mogelijkheden van WMO behandeling. Fictief is gevraagd de frictiekosten aan te geven in geval van 20% korting op de huidige productie zou plaats vinden en dan voornamelijk kijkend naar de JHV productie. De frictiekostenberekening wordt niet aangeleverd aangezien de uitvraag alleen gaat over de cliënten die op peildatum in behandeling zijn of op de wachtlijst staan. Er wordt in de uitvraag geen rekening gehouden met de verdere aanvraag voor nieuw in behandeling te nemen cliënten. Slechts een heel klein percentage van de Mutsaersstichting betreft zuiver JHVproductie. De rest betreft zuivere GGZ, dan wel een combinatie van GGZ en JHV, WMO of AWBZ. In het bestuurlijk akkoord met GGZ Nederland VWS/minister Schippers en de ziektekosten verzekeraars zijn een aantal afspraken gemaakt die voor de hele GGZ gelden en extra investering, lees: tijd geld en energie, kosten. Een aantal zaken zal wellicht in 2015 anders lopen. Het optuigen van eerste lijn psychologie praktijken en hoofdbehandelaarschap, dwingen ons nu kosten te maken. Dit heeft impact Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 13

op eventuele frictiekosten. Aan de gemeenten is reeds de vraag gesteld hoe zij omgaan met het hoofdbehandelaarschap aangezien dit mede bepalend is voor de omvang van de frictiekosten. In de brief d.d. 15 juli 2013 heeft M.T.A. Goedhart, arts, bestuurder Mutsaersstichting, mede namens de heer P. Nelissen, Concerndirecteur Mondriaan Kinderen en Jeugdigen / Directeur Leo Kannerhuis Limburg wethouder Testroote - uitgaande van zijn uiteenlopende bestuurlijke rollen in de transitie jeugdzorg, lokaal, regionaal (centrumgemeente/regionaal kompas) en landelijk in VNG-verband verzocht om met spoed met de Mutsaersstichting/Mondriaan/LKH in gesprek te gaan. In dit gesprek wil de Mutsaersstichting/Mondriaan/LKH met de wethouder de mogelijkheid onderzoeken van een overgangsperiode van tenminste drie jaar waarbij de gemeenten in Limburg kiezen voor één bovenregionaal transitiearrangement voor integrale trajecten jggz/jeugdzorg (in combinatie met onderwijs) voor Noord- en Midden- en Zuid-Limburg. In de bijlagen van deze brief is uitgaande van de praktijkervaringen van de Mutsaers-stichting met geïntegreerd werken een beeld geschetst vanuit de huidige inkoop van de diverse financiers, waarbij wordt onderscheiden naar integraal werken in één primair proces met de één systeem en één gezin aanpak in aanvulling op lokale en specialistische voorzieningen versus een verkavelde werkwijze. In het geval door gemeenten toch gekozen wordt voor een verkavelde inkoop zal dit een zeer grote impact hebben op de bedrijfsvoering en frictiekosten. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 14

Bijlage 3: Aantallen en kostenraming op basis van gegevens instellingen Zorgvorm Instelling Aantal Aantal Verwacht Verwacht Kostenraming zorgaan wachtlijst percentage percentage 2015 voor spraken cliënten stijging/dali stijging/dalin bestaande en in regio 1-1- 2013 in regio 1-1-2013 ng aanspraken 31-12-2014 ten opzichte van aantallen 1-1-2013 g Wachtlijstcliënten 31-12-2014 ten opzichte van 1-1-2013 wachtlijstcliënten (exclusief nieuwe instroom 2015) Jeugd en opvoedhulp Ambulante zorg BJZ JHV 618 0 0% 0% 282.952 Xonar 16 4 +38% 0% 54.000 Coach-Ster 3???? Pluryn 11??? 59.773 Mutsaersst. 578-0% 0% 1.125.173 Rubicon 307 - -25% 0% 622.000 Observatiediagnostiek Juzt 2???? Daghulp/verblijf Xonar 4 0 +50%? 56.250 Mutsaersst. 26-0% 0% 422.422 Rubicon 16-0% 0% 614.000 Pleegzorg WSG 14 - -10% 0% 145.400 Leger des Heils 2???? Xonar 6 0??? Jaarbudget 2 2 Deze informatie is niet compleet, omdat de vraag niet is meegenomen in de uitvraag aan instellingen. Deze kolom zal binnenkort verder worden ingevuld. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 15

Rubicon 234-0% 0% 2.307.000 Juzt 2??? 26.000 Open groep Mutsaersst. 10-0% 0% 385.413 24-uurszorg Pluryn 8??? 305.793 Mutsaersst. 13??? 721.493 Gezinshuis Rubicon 11-0% 0% 374.000 Crisiszorg Rubicon 10-0% 0% 20.000 Mutsaersst. 4-0% 0% 154.165 Gesloten Almata 4??? 460.000 jeugdzorg BJ Brabant 6 0 15% 0% 575.000 Icarus 9 0 +50% 0 1.710.044 Juzt 4??? 299.000 Ottho Gerard 9???? Heldring Stichting OTS BJZ 514? -2,5% 0% 1.948.305 WSG 68 0-10% 0% 455.900 691.400 (incl. voogdij) Leger des heils 2??? 15.539 Voogdij BJZ 61 0 +2,5% 0% 329.352 WSG 30? -10% 0% 205.100 Zie OTS JR BJZ 167 0-8% 0% 621.855 WSG 33? -10% 0% 150.000 193.200 AMK BJZ 187 0 +10% 0% 153.685 Jeugd-GGZ Ambulante zorg Adelante 55 3 +5% 0% 139.500 190.000 Aksent 26 3?? 192.660 Mutsaersst. 2352-0% 0% 4.578.560 Mondriaan 2??? 5.448 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 16

Virenze zie * * * * 450.000 Karakter 100??? 416.304 GGZ Oost- 411 37-10% -30% 641.000 Brabant (Land van Cuijk) PGZ 60 2 0%? 220.000 Riagg Zuid 261 25 0% 0% 687.725 Vincent van Gogh 80? + 10%? 1.246895,- Buro van 687 132 0% 0% 1.717.500,00 Roosmalen (3925 afspr.) Opdidakt 150 0? 0% 126.000 Gastenhof 34 3?? 31.000 (Koraal groep) Rebis-kpc 46??? 69.792 Gespec. Ind. Aksent 17 0?? 182.000 Begeleiding Mutsaersst. 31??? 982.056 PGZ 24 2-10%? 152.000 Daghulp/verblijf Vincent van 149? 0%? 1.223.563 Gogh PGZ 19 0-20%? 90.000 Mutsaersst. 91-0% 0% 1.344.070 Verblijf 24 uurs Mutsaersst. 36-0% 0% 966.624 Vincent van 2 1 +10%? 130.000 Gogh Karakter 3??? 91.300 Beschermd en BJ Brabant (klin. 2 0 0% 0% 238.000 begeleid wonen opname & beh. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 17

Mutsaersst. 11??? 893.604 Overig Pluryn 5??? 21.990 Voortgezet verblijf Mutsaersst. 5??? 580.069 Kortdurend verblijf (logeren) Mutsaersst. 20??? 225.518 Groepsbegeleiding Aksent 49 4?? 358.280 PGZ 34 0-10%? 330.000 Preventie Riagg zuid???? 31.919 Jeugd-LVB/VG Ambulante zorg Gastenhof 12 4 0% 0% 85.300 (Koraal groep) Pluryn 3??? 84.220 s Heeren Loo 2??? 945 PGZ 10 1 0%? 115.000 PSW 6 0-5%? 50.000 Dichterbij/Kleur 110? -5% 0% 615.600 Daelzicht 57 0-22% 0% 210.000 Op de Bies 5??? 66.181 (Koraal groep) Daghulp/verblijf Gastenhof 16 0 0% 0% 370.000 (Koraal groep) Pluryn 4??? 19.550 PSW 4 2-5%? 83.000 Dichterbij/Kleur 104? -5% 0% 2.030400 Dichterbij/ Kleur 126? -5% 0% 1.026000 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 18

daghulp/naschoolse opvang Daelzicht 53 0-19% 0% 380.000 Zorgvormen pleegzorg Dichterbij/Kleur 1? -5% 0% 311.040 Verblijf 24 uurs Maasveld en Op 1??? 108.695 de Bies (Koraal groep) Gastenhof (Koraal groep) 29 3 0% 0% 3.313.500 Dichterbij/Kleur 2? -5% 0% 622.080 De la Salle 9??? 366.028 (Koraal groep) Crisiszorg Daelzicht 57 0-75% 0% 1.010.000 Poliklinische Gastenhof 5-0 0 4.200 behandeling (Koraal groep) Overige Aksent 5 0?? 52.000 (logeerweekend) Pluryn 8 25.250 Riagg Zuid???? 41.607 Dichterbij 125? -5% 0 864.000 /Kleur: amb. ondersteuning PSW: kinderlogeren 2 1-5% -5% 10.000 Dichterbij/Kleur: 59? -5% 0% 389.880 logeeropvang Daelzicht 27 0-56% 0 20.000 (logeren) Daelzicht 13 0-34% 0 245.000 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 19

(verblijf 24-u VG 1 t/m VG 3) Daelzicht (vervoer) 87 0-27% 0 33.000 Opdidakt (EED) 130 0 +15% 0 550.000 Opdidakt (diagnostiek) 53 0 +15% 0 45.000 Vitree 2 0?? 16.527 Lindenhout 2??? 49.000 Virenze: * Virenze heeft een KJ-vestiging opgestart in Venlo in maart 2013. Het jaarbudget dat Virenze destijds heeft afgesproken is 825.000 Ultimo 2014 zal nog zeker 450.000 nodig zijn om bestaande behandelingen af te ronden (inclusief wachtlijst cliënten). Dus exclusief nieuwe instromers 2015! Jaar moot cliënten zal naar schatting 225 kinderen zijn. Ultimo 2014 zullen daarvan nog 190 unieke cliënten in behandeling zijn. Aanvulling van Mutsaersstichting en BJZ Limburg i.v.m. AWBZ: Mutsaersstichting AWBZ Ambulante zorg 31 0% 0% 681.983 Daghulp/verblijf Zorgvormen pleegzorg Verblijf 24 uurs 11 0% 0% 620.558 Beschermd wonen Verblijf 24 uurs 5 0% 0% 402.826 Voortgezet verblijf Kortdurend verblijf (logeren) 20 0% 0% 156.610 BJZ 65 0 0% 0% 33.567 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 20

Bijlage 4: Reactie instellingen/ financiers op het transitiearrangement (In volgorde van binnenkomst) 4.1 Reactie Rebis-kpc Reactie via de mail: Dinsdag, 1 oktober 2013 Beste Mevr. van Tuyn Bedankt voor het opsturen van het RTA Limburg. Wij zijn maar een instelling voor Kinder en jeugdpsychiatrische zorg, wij zijn gevestigd in Cuijk maar leveren toch zorg aan veel cliënten uit uw regio. Binnen het veld van de Jeugd GGZ is het verkrijgen van maar 80% van de begroting een forse bezuiniging. Binnen de Jeugd GGZ worden d.m.v. de DBC structuur vaste tarieven geregeld en ook nu er meer gewerkt wordt met Basis GGZ en specialistisch zorg zijn door de NZA tarieven ( naar redelijkheid en billijkheid) opgesteld. Het lijkt dan ook verstandig om deze tarieven te volgen om een goede zorg te kunnen waarborgen. Tevens is binnen de GGZ een bestuurlijk Akkoord opgesteld waarin gesproken wordt van het hanteren van een nullijn. Dit betekent dat er geen groei en geen bezuiniging mogelijk is. Goed is te zien dat u bereid bent geld te investeren in innovatie Rondom de frictiekosten is moeilijk een uitspraak te doen, wij zouden met 70% van het budget de lopende cliënten die op 31-12-2014 in behandeling zijn door kunnen behandelen. Als er gesproken wordt over een korting van 20 % zal dit ook verlies van 20% werkkracht beteken. Dit betekent dat er minder zorg geleverd kan worden aan de cliënten Mocht u nog vragen hebben hoor ik graag van u. Ik ga er vanuit dat wij, als instelling, uitgenodigd gaan worden voor het hierna te volgen traject. vriendelijke groet, Verweij J.F. (Fokje) Kinder en jeugdpsychiater Kinder Psychiatrisch Centrum " REBIS" Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 21

4.2 Reactie Buro van Roosmalen Reactie via de mail: Dinsdag, 1 oktober 2013 Beste Martine, Aangaande onze cijfers kan ik in ieder geval nog de toevoeging geven dat, uitgaande van de genoemde 1,7 miljoen we ongeveer 60% nodig zullen hebben om de zorg te leveren voor cliënten die al in zorg zijn en de cliënten op de wachtlijst staan. Andere percentages volgen hieruit en geldt dat van ons budget ongeveer 80% naar personeelskosten gaat. Verdere reacties. Wij hebben geen invloed op afgeven van indicaties en meer of minder instroom, het zijn de huisartsen die naar ons verwijzen. In het verhaal over de toegang in 2015 worden de teams van generalisten beschreven en mis ik de toegang via de huisartsen. Door bezuinigingen in de GGZ zijn wij inmiddels onze flexibele schil al kwijt geraakt! Ik meen dat in vervolg op het bestuurlijk akkoord door betrokken partijen (GGZ aanbieders, zorgverzekeraars, patiëntenvertegenwoordiging en ministerie VWS) is vastgelegd dat de gelden van jeugd GGZ die naar de gemeenten gaan geoormerkt worden. Zijn jullie hiervan op de hoogte? Tot zover en met vriendelijke groet, Ruud van Roosmalen Directeur/Psychotherapeut Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 22

4.3 Reactie RiaggZuid Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 23

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 24

4.4 Reactie PSW Reactie via de mail: Aan: projectleider decentralisatie Jeugdzorg Betreft: reactie op concept regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg Datum: 3 oktober 2013 Geachte mevrouw Van Tuyn, De gemeenten hebben de opdracht de (jeugd)zorg in het overgangsjaar 2015 te continueren. Daartoe is een concept transitiearrangement opgesteld. PSW beschouwt het regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg als een gezamenlijke intentieverklaring en onderschrijft de intentie om deze transitie gezamenlijk tot een goed einde te brengen. PSW stelt zich op als partner van de gemeenten in dit transitietraject en zal zo veel als mogelijk en wenselijk zijn kennis en expertise inzake de doelgroep kinderen en jongeren met een verstandelijke handicap inbrengen. Gezien de vele onzekerheden rondom wetgeving, budget en voorwaarden, moeten wij opmerken dat de mate waarin PSW de zorg op een kwalitatief aanvaardbaar niveau kan continueren afhangt van het uiteindelijke budget dat beschikbaar is voor deze zorg en de voorwaarden die de verschillende gemeenten hieraan verbinden. Onze aanbeveling en oproep is om tijdig de verbinding te leggen met de andere transities in het sociale- en het jeugddomein, zoals de transitie Wmo, de nieuwe wet Passend Onderwijs en de transitie Participatiewet. Dit om het uitgangspunt Een gezin > Een plan in de praktijk te kunnen realiseren. Met vriendelijke groet, Marc van Ooijen, bestuurder PSW Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 25

4.5 Reactie Rubicon Jeugdzorg Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 26

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 27

4.6 Reactie Bureau Jeugdzorg Limburg Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 28

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 29

4.7 Reactie BJ Brabant Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 30

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 31

4.8 Reactie Mutsaersstichting Reactie via de mail: Donderdag, 3 oktober 2013 Beste Martine, Wij hebben veel waardering voor de manier waarop de gemeenten in Noord Limburg, in verbinding met ons als zorgaanbieders, proberen het RTA vorm te geven. Een ingewikkeld maar uitdagend traject met nog steeds vele onduidelijkheden. Zowel voor jullie als ons, hetgeen tot uitdrukking komt in het RTA. Paragraaf 1 t/m 5 en de door ons ingediende disclaimer spreken voor zich. Wij kunnen ons om die redenen op hoofdlijnen vinden in dit RTA. Echter een aantal opmerkingen, maar vooral vragen waarop wij (en mogelijk jullie ook) nog geen antwoord hebben, maken dat wij nog geen definitief consent kunnen geven. We willen dan ook het volgende aan jullie voorleggen. Wij begrijpen niet goed hoe de cijfers omtrent onze organisatie in het door jullie breed verspreidde document Feiten en cijfers jeugdzorg en AWBZ Noord-Limburg gekomen zijn. Deze komen immers volstrekt niet overeen met de, in gezamenlijk overleg uitgewerkte, tweede versie van de door ons aangeleverde data en disclaimer. Hierdoor wordt geen afspiegeling van de realiteit van onze organisatie geschetst. Wij realiseren ons dat het full service concept in combinatie met vele financieringstromen een complexe materie vormt om te doorgronden. Op meerdere momenten is dit gedeeld met verschillende vertegenwoordigers van gemeenten in Noord Limburg. Er moet dan ook een breuk in informatieoverdracht zijn ontstaan. Vermoedelijk heeft wisseling van gemeentelijke vertegenwoordigers daarin een belangrijke rol gespeeld. De cijfers die in het RTA, in bijlage 3, staan geven ons een beeld dat meer recht doet aan onze werkwijze en realiteit, omdat we weten dat de Mutsaersstichting door een geïntegreerde werkwijze dubbelingen voorkomt. Het percentage van 80% wordt genoemd, maar voor ons is nog onduidelijk van welk budget c.q. begroting uitgegaan wordt. Bijvoorbeeld: hoe wordt omgegaan met autonome middelen van de Provincie, vindt indexering plaats en zo ja over welke jaren etc. Daarnaast is erover gesproken dat residentiële hulp stabiel blijft (notulen denktank d.d. 23.07.13), dus de 80% zou dan gaan over ambulant, deeltijd en semiresidentieel? Het belang van behoud van de beddencapaciteit komt mede tot uitdrukking uit het feit dat bijna 90% van de cliënten niet bij ons in behandeling zijn op moment van opname en wij daarmee een (boven) regionale functie vervullen. Een beddenreductie in onze organisatie leidt dus tot potentiële problemen bij alle gemeenten, maar ook andere zorgaanbieders die rekenen op een verwijsmogelijkheid. In de voorlopige VNG-lijst (van juni) is vooralsnog geen van de Limburgse geïntegreerde JGGZinstellingen aangemerkt als landelijke specialist. Gezien het onmiskenbare accent van een groot deel van onze specialistische activiteiten waar anderen op terugvallen, gaan wij ervan uit dat dit hersteld wordt. Tot die tijd levert dit voor zowel de gemeenten als ons een afbreukrisico op in de behandeling van de betreffende cliëntengroepen (denk aan BOPZ-opnames, autisme, eetstoornissen, begeleide omgang bij vechtechtscheidingen, expertisecentrum huiselijk geweld/multifocusbenadering, complexe multiproblem behandeling o.a. bij het jonge kind, zorgonderwijsarrangementen etcetera). Het bevreemdt ons dat bij de Mutsaersstichting over frictiekosten staat dat deze onbekend zijn. Wij hebben deze weliswaar niet uitgesplitst in personele en huisvestingscomponenten maar wel eerder al een 1 e raming aangeleverd in een disclaimer, die wij u hebben toegestuurd d.d. 4 september 2013. Bij een korting van 20% hebben wij nu de frictiekosten herberekend op 8 miljoen euro uitgaande van personele en huisvestingscomponenten. Tot slot valt ons op dat, ondanks het feit dat bij een jeugdige in heel Limburg eenzelfde zorgbehoefte verondersteld kan worden, op grond van gelijkwaardige risicoprofielen er toch een groot verschil geconstateerd moet worden in de zorgkosten per jeugdige. Kenmerkend is dat de subregio Noord-Limburg minder uitgeeft, een verschil van bijna 25% met Midden en een nog groter verschil met Zuid. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 32

Wij vragen ons of dit komt door het feit dat in Noord-Limburg de JGGZ en Jeugdzorg al in grote mate integraal met het onderwijs aangeboden wordt. Gemeenten die meer gebruik maken van dit integrale aanbod (tot dusver vooral in de subregio Noord-Limburg) hebben al jaren een substantieel lager zorgconsumptieniveau op alle financieringsvormen. Het lijkt ons goed om hierover in gesprek te gaan. Met vriendelijke groet mw. drs. Inge Vogels TC Zorginnovatie Mutsaersstichting Venlo Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 33

4.9 Reactie Koraalgroep Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 34

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 35

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 36

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 37

4.10 Reactie William Schrikker Groep (WSG) Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 38

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 39

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 40

4.10.1 Bijlage William Schrikker Groep Frictiekosten Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 41

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 42

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 43

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 44

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 45

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 46

4.11 Reactie Vincent van Gogh Reactie via de mail: Dinsdag 10 oktober 2013 Beste mevrouw Van Tuyn, hallo Martine, Ik heb het concept transitie-arrangement Noord-Limburg ontvangen en doorgenomen. Het is een mooie verwoording van datgene dat in verschillende bijeenkomsten is besproken en de informatie die de gemeenten met ons gedeeld hebben. Het concept heeft daardoor geen verrassingen. Jammer is wel dat de opgegeven cijfers vanuit de instellingen verschillen van het budget in de meicirculaire 2013. Ik hoop van harte dat nader onderzoek meer duidelijkheid schept in deze. Een opmerking is dat wij de producten MST en MDFT in onze cijfers hebben verwerkt, en dat momenteel nog een onderzoek vanuit VNG loopt of dit producten zijn die onder de landelijke afspraken gaan vallen. De uitkomst daarvan is nog niet bekend. Vincent van Gogh wil graag meebewegen in de hele transitie en wil zich inzetten om de transitie tot een goed resultaat te brengen. Zo zullen we 2014 gebruiken om ons aanbod voor jeugd meer af te stemmen op de wensen vanuit de maatschappij en de gemeenten. De contacten met de gemeenten en de georganiseerde bijeenkomsten zijn daarbij een welkome ondersteuning en toetsing. Met vriendelijke groet, Marly de Wolff-Evers Productmanager Health Office Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 47

4.12 Reactie financiers: VGZ Zaterdag 5 oktober, uit de mail: Jullie hebben een ambitieus en volledig plan opgeleverd, ik heb daar weinig aan toe te voegen. We zijn en blijven vooralsnog afhankelijk van de keuzes die in Den Haag gemaakt gaan worden in de komende maanden, maar wat wel duidelijk in de stukken van jullie omschreven is, is het feit dat samenwerking verzekeraar en gemeenten van onontbeerlijk belang is. Die aanzet zit er goed in geborgd. We zullen met elkaar 2014 moeten benutten om vanuit inhoud te kijken hoe instroom wordt verminderd, en door-, en uitstroom wordt bevorderd, naast het afbouwen van intramurale capacteit en opbouw van ambulante zorg. De zorgkantoren Coöperatie VGZ dragen niet bij aan frictiekosten voor aanbieders, dit is een besluit wat op management niveau reeds eerder is vastgesteld. De aanbieders zijn zelf verantwoordelijk voor het dragen van frictiekosten (dit stellen jullie ook terecht in de RTA documenten). Het gros van de aanbieders hebben ook behoorlijke reserves (Reserve Aanvaardbare Kosten, ofwel RAK) op de plank liggen, welke nog steeds gemeenschappelijke AWBZ middelen zijn, en waarvoor aanbieders maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Het is niet toegestaan vanuit Nza om AWBZ middelen aan te wenden voor frictiekosten, de middelen zijn bedoeld voor het bekostigen van zorg. Wij worden als zorgkantoren hier ook op getoetst. Waar we uiteraard wel naar kunnen kijken zijn de doublures en hiaten tussen de AWBZ en Wmo, die gezamenlijkheid levert naar mijn verwachting ook al veel op. Met vriendelijke groet, Angélique Gillis-Harbers Zorginkoper AWBZ Regio s Noord- en Midden-Limburg en Nijmegen Zorgkantoren Coöperatie VGZ Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 48

Bijlage 5: Overzicht jeugdhulpaanbieders binnen het landelijke transitiearrangement Uit: Toelichting initiatief VNG landelijke afspraken over inkoop van specialistische jeugdzorg http://www.vng.nl/files/vng/nieuws_attachments/2013/20130626_vnginitiatieflandelijkeafsprakenoverink oop.pdf Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 49

Addendum Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 28 oktober 2013 Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 50

Inleiding Naar aanleiding van de (voorlopige) reactie van de Transitiecommissie Stelselherziening Jeugd op de conceptversie van het Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg, is besloten een addendum op te stellen om een aantal punten uit het arrangement verder te verduidelijken. Aangezien de versie van het transitiearrangement die als concept is verzonden al is vastgesteld door de colleges van Noord-Limburg is het passend de aanvullingen uit te werken in dit addendum. De aanbieders, financiers en gemeenten van Noord-Limburg hebben de afgelopen tijd hard gewerkt aan het opstellen van het Regionaal Transitiearrangement Jeugd. Daarin is een gedegen proces doorlopen, waarvan de stappen zijn beschreven in dit addendum in bijlage 1 3. Naast de gemeenten van Noord- Limburg is in het proces van het opstellen van het transitiearrangement opgetrokken en afgestemd met de regio s Midden- en Zuid-Limburg. Hoewel gemeente Mook en Middelaar 4 onder de regio Noord-Limburg valt, heeft de gemeente Mook en Middelaar ervoor gekozen het arrangement op te stellen met de regio Arnhem en Nijmegen. Reden hiervoor is dat zij als gemeente als hun inwoners meer gericht zijn op de regio Nijmegen. De zorg die geleverd wordt in deze gemeente wordt vaak verzorgd door de instellingen in regio Arnhem en Nijmegen. De gegevens die wij van instellingen hebben ontvangen ten behoeve van het opstellen van het transitiearrangement van Mook en Middelaar zijn met hun gedeeld, alleen niet opgenomen in het arrangement van Noord-Limburg. In het addendum zullen we verder wat uitgebreider ingaan op het budget, de frictiekosten en op de plannen rondom de inrichting van het nieuwe jeugdstelsel. Namens de regio Noord-Limburg, de heer Twan Jansen Wethouder Welzijn gemeente Venray Transitietrekker Jeugdzorg Noord-Limburg 3 Als reactie op punt 14 uit het voorlopige informatierapport. 4 Als reactie op punt 16 uit het voorlopige informatierapport. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 51

1. Verdeling Budget 5 In het transitiearrangement hebben we afspraken gemaakt om zowel voor zittende als wachtlijstcliënten de continuïteit van zorg te waarborgen. Daarbij gaat het zowel om continuïteit van jeugdhulp als om de continuïteit t.b.v. maatregelen voor jeugdreclassering en jeugdbescherming, de AMK-functie en pleegzorg ( zie punt 5, blz. 3 RTA). Hoewel wij veel gegevens hebben ontvangen van diverse aanbieders, hebben wij gezien de korte tijdspanne niet de mogelijkheid gehad gedegen onderzoek te doen of een goede analyse kunnen maken van de gegevens. Van het ondersteuningsbureau t.b.v. het transitiearrangement, hebben wij als regio het advies gekregen de verdeling van het budget te baseren op het budget dat voorlopig genoemd staat in de meicirculaire van 2013. Dat betekent dat wij geen bedragen kunnen benoemen die zijn gebaseerd op bedragen die aanbieders hebben ontvangen in 2012. Aangezien de budgetten t.b.v. de taken uit de jeugdzorg bij de gemeenten nog niet definitief zijn vastgesteld voor 2015, is het onmogelijk een verdeling van de middelen per aanbieder te maken voor het termijn van 31 oktober 2013. Na het proces van het opstellen van het transitiearrangement, zal de regio verder gaan met het analyseren van de gegevens en toe werken naar een verdeling per aanbieder. In het Regionaal Transitiearrangement staat de voorlopige verdeling van het budget onder punt 6.1. benoemd. 2. Frictiekosten 6 Tijdens de uitvragen van de gegevens door Noord- en Midden-Limburg, is aan aanbieders gevraagd een inschatting te geven van frictiekosten op het gebied van zowel personeel als kapitaal. Hierbij is aan aanbieders 3 scenario s voorgelegd. Deze drie scenario s zijn opgenomen in het overzicht in bijlage 2 van het transitiearrangement (blz. 10). Hoewel hier tevens over gesproken is met de grote aanbieders van Noord- en Midden-Limburg tijdens een denktankbijeenkomst van 9 september jl., is het sommige aanbieders niet gelukt hier een inschatting van te maken. In het overzicht in bijlage 2 (blz. 10) van het Regionaal Transitiearrangement is tevens te bezien dat sommige aanbieders die zijn opgenomen in het arrangement, helemaal geen gegevens hebben aangeleverd. Dit zijn vaak aanbieders van buiten de regio, of kleine aanbieders die niet de tabel of vraag m.b.t. de frictiekosten hebben ontvangen. We hebben ze wel opgenomen in het overzicht, omdat zij benoemd staan in de inventarisatie van aantallen en kostenraming (bijlage 3, blz. 15 RTA) en omdat wij ook na de deadline van 31 oktober 2013 hier meer zicht op willen krijgen. Aangezien de regio uitgaat van een budget van 80% van het bedrag dat is benoemd in de meicirculaire, geeft de derde kolom in bijlage 2 van het transitiearrangement de beste inschatting van de frictiekosten die er waarschijnlijk gaan komen. Daarnaast loopt momenteel een regionale werkgroep die de wijze van inkoop vanaf 2015 aan het uitwerken is. De wijze van inkoop is dus nog niet bekend voor de regio Noord-Limburg. 5 Als reactie op punt 8 en 10 uit het voorlopige informatierapport. 6 Als reactie op punt 11, 12 en 13 uit het voorlopige informatierapport. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 52

3. Het toekomstmodel Jeugdhulp Noord-Limburg 7 Naast het opstellen van het transitiearrangement, werkt de regio samen met aanbieders en financiers momenteel hard aan het regionaal beleidskader. In het beleidskader wordt verdere uitwerking gegeven aan de wijze hoe de regio Noord-Limburg de toegang van de jeugdzorg wil organiseren. In dit hoofdstuk zal ingegaan worden op de contouren van de inrichting. Als gemeenten van Noord-Limburg vinden we dat de ontwikkeling van kinderen en jongeren gericht moet zijn op: Het ervaren van een gezonde, gelukkige en plezierige jeugd; Het ontdekken en ontplooien van de eigen talenten; Het opgroeien en ontwikkelen in de eigen veilige omgeving; Het aanleren van de juiste basisvaardigheden en behalen van kwalificaties om een eigen weg te kunnen vinden in een complexe en snel veranderende maatschappij; Het bijbrengen en leren respecteren van de waarden en normen die wij in onze democratische maatschappij belangrijk vinden; Het nemen en dragen van verantwoordelijkheid en; Het naar vermogen meedoen en bijdragen aan de lokale samenleving. Kortom, wij willen dat onze kinderen en jongeren (de jeugd) gezond en veilig kunnen opgroeien en zich optimaal kunnen ontwikkelen. 3.1. Onze visie We richten ons op álle jeugd waarbij de focus ligt op het normale opgroeien en opvoeden. Elk kind is uniek en ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. We bieden een positieve en stimulerende basis waarin kinderen zich optimaal ontwikkelen en hun talenten ontplooien (positief jeugdbeleid). Het kind staat centraal, maar wel in de context van de eigen opvoedomgeving. Het gezin is de basis en ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding en het welzijn van hun kinderen. Zij worden daarop aangesproken. Dat betekent ook dat zij altijd betrokken worden bij zaken die spelen rond hun kinderen. Ondersteuning, hulp en advies zijn gericht op het versterken van de eigen kracht van gezinnen. Zij worden zo ondersteund en begeleid dat zij zo veel mogelijk zelf (en met hun omgeving) in staat zijn om met opvoedingsgerelateerde problemen om te gaan. Ouders stellen hun hulpvraag in eerste instantie binnen eigen sociale omgeving. Het gaat om het ondersteunen van de opvoeding en niet om het overnemen daarvan. Het sociaal netwerk is ondersteunend aan en waar nodig aanvullend op de rol van de ouders. De nadruk ligt op vroegtijdig signaleren en preventief aanpakken: hoe kunnen zaken gesignaleerd worden en direct in de eigen omgeving worden aangepakt. Informele opvoeders en professionals moeten daarvoor toegerust zijn en daartoe de ruimte krijgen (ruimte voor professionals). Buiten kijf staat dat bij gevaar of (ernstige) bedreiging snel en slagvaardig specialistische hulp geboden moet worden, eventueel onder dwang. Dus specifieke zwaardere hulp en zorg alleen bieden waar nodig, maar wel direct en zonder lange procedures. Ook deze hulp/zorg is gericht op het kind, het versterken van de kracht van de ouders/het gezin en de sociale omgeving en moet (zoveel mogelijk) een tijdelijk karakter hebben. De uitvoering daarvan vindt bij voorkeur ook in de eigen omgeving van het kind plaats, maar er zijn natuurlijk gevallen waarbij dat niet mogelijk is. In die gevallen is evengoed het streven om het kind zo snel mogelijk te laten terugkeren in de eigen omgeving. Tot slot wordt, daar waar 7 Als reactie op punt 7 uit het voorlopige informatierapport. Deze tekst is overgenomen uit het concept Regionaal beleidskader Jeugd van Noord-Limburg. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 53

ondersteuning, hulp, advies of zorg geboden wordt, gewerkt via het principe 1 gezin, 1 plan, 1 regisseur/verantwoordelijke. Bovenstaande visie hebben de gemeenten in Noord Limburg samengevat in een zevental uitgangspunten. Uitgangspunten jeugdbeleid: 1) Alle jeugd telt. Het jeugdbeleid richt zich nadrukkelijk op alle jeugd. De focus ligt niet op problemen, maar op het normale opgroeien en opvoeden. Wij willen bijdragen aan een positief opvoedklimaat door middel van een positief jeugdbeleid (stimuleren en kansen bieden). 2) Kind en de directe omgeving centraal. Het kind en de directe opvoedomgeving staan centraal. 3) Gezin is de basis. Het gezin is de basis en ouders/verzorgers zijn primair verantwoordelijk voor de eigen opvoeding van hun kind(eren). Zij kunnen daarop aangesproken worden, maar dit betekent ook dat zij in principe altijd betrokken worden bij zaken die spelen rond hun kind(eren). Er wordt gewerkt volgens het principe één gezin, één plan, één regisseur. 4) Versterken eigen kracht. Het jeugdbeleid draagt bij aan het ondersteunen van ouders/verzorgers/opvoeders bij de opvoeding gericht op het versterken van de eigen kracht van het kind en de opvoedomgeving. Het gaat daarbij nadrukkelijk om het versterken van de opvoeding, niet om het overnemen daarvan. 5) Nadruk op vroegtijdig signaleren en preventief aanpakken in de eigen omgeving. Het jeugdbeleid draagt bij aan het verbeteren van de mogelijkheden tot vroegsignaleren en aanpakken van (beginnende) problemen in de directe leefomgeving van het kind. 6) Sociaal netwerk is complementair. Naast de ouders/verzorgers zijn er veel mensen die een invloed (kunnen) hebben op de opvoeding van kinderen. Zij maken deel uit van de directe opvoedomgeving. Bij de uitwerking van het jeugdbeleid wordt rekening gehouden met deze informele sociale netwerken en wordt gekeken hoe deze aanvullend en ondersteunend kunnen zijn aan de opvoeding door de ouders/verzorgers. 7) Indien nodig snelle en slagvaardige specialistische hulp. Bij zwaardere problemen moet snel en slagvaardig specialistische hulp en advies ingezet worden. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uitvoering daarvan bij voorkeur ook in de directe leefomgeving van het kind plaatsvindt. Het gaat hierbij om het organiseren van integrale zorg rondom het gezin volgens het principe één gezin, één plan en één regisseur. Bovenstaande doelen willen we bereiken door middel van een model waarbij de preventie en jeugdhulp in de gemeenten in Noord-Limburg wordt gebaseerd op 5 basiselementen: 1. De pedagogische civil society 2. De (pedagogische) basisvoorzieningen 3. Gezinscoaches (ook wel generalisten-jeugd genoemd) 4. Specialisten 5. Verbinding met andere domeinen door de werkwijze 1Gezin1Plan1Regisseur. Dit is tevens de verbindende factor tussen de basiselementen. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 54

In onderstaande afbeelding wordt een beeld geschetst van hoe deze basiselementen zich tot elkaar verhouden: Bron: afgeleid van Partners in Jeugdbeleid De pedagogische civil society Het fundament van het stelstel wordt gevormd door de pedagogische civil society: een vitale gemeenschap waar sterke sociale netwerken zijn, waar burgers elkaar ontmoeten en op elkaar kunnen terugvallen bij alledaagse vragen en problemen. Ook (gesprekken over) vragen op het gebied van opvoeden en opgroeien horen daarbij. De pedagogische kwaliteit van de omgeving is van invloed op het opgroeien van kinderen en hun talentontwikkeling. Uiteraard spelen ouders/opvoeders daarbij de belangrijkste rol en zijn zij primair verantwoordelijk voor het opvoeden van hun kinderen. Maar er zijn vele mede-opvoeders die een rol spelen bij het opgroeien van kinderen. Denk daarbij aan familie (ooms, tantes, opa s, oma s etc.), buren, vrienden en tal van vrijwilligers (verenigingen op het gebied van sport, cultuur, etc.). Al deze mensen zijn betrokken in het sociale netwerk en dragen (soms onbewust) bij aan het opvoeden en opgroeien van kinderen. De eigen kracht van dit sociale netwerk willen we waar nodig versterken en ondersteunen. De gemeenten in Noord-Limburg vervullen een stimulerende rol bij het versterken van de pedagogische kwaliteit van gemeenschappen. Denk bijvoorbeeld aan het stimuleren van betrokkenheid bij de eigen omgeving, meer regie bij onze inwoners en gemeenschappen, het stimuleren en steunen van burgerinitiatieven die de gemeenschap versterken. Maar ook het werken aan een kindvriendelijke inrichting van wijken (speelvoorzieningen, etc.) en de participatie van burgers daarbij valt hieronder. De belangrijkste partners hierbij zijn uiteraard onze inwoners zelf. Maar ook de vrijwilligers en professionals van de pedagogische basisvoorzieningen spelen hierbij een belangrijke rol. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 55

De (pedagogische) basisvoorzieningen Onder basisvoorzieningen verstaan we alle voorzieningen waar vrijwel alle ouders en kinderen komen. Consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinderopvang, verenigingen, welzijnswerk, scholen, CJG s, huisartsen en andere 1 e lijnsvoorzieningen. De professionals van de basisvoorzieningen hebben een belangrijke rol bij preventie, signaleren, oplossen, ondersteunen van ouders en medeopvoeders en het versterken van de pedagogische civil society. Het versterken van de eigen kracht van gezinnen en het betrekken van sociale netwerken is standaardonderdeel van hun werkwijze. In de jaarlijkse uitvoeringsplannen wordt per gemeente uitgewerkt hoe dit speelveld aan basisvoorzieningen eruit ziet en hoe het samenhangt met de nieuwe taken vanuit de Jeugdwet. De professionals van de basisvoorzieningen zijn betrokken bij de veranderingen in het sociaal domein. Het beoogde transformaties raken immers iedereen: inwoners, vrijwilligers en professionals. Samen met de professionals van de basisvoorzieningen werken we aan vitale gemeenschappen: meer regie bij onze inwoners, stimuleren van burgerinitiatieven, bevorderen van zelfredzaamheid, stimuleren van de betrokkenheid en sociale cohesie, inzetten op wederkerigheid, etc. De basisvoorzieningen zijn ook nauw betrokken bij de pilots die binnen het sociaal domein worden uitgevoerd: integraal werken, sociale wijkteams, gezinscoaches. Veel van de vragen over opgroeien en opvoeden kunnen de professionals van de basisvoorzieningen samen met het gezin goed oppakken en afhandelen. Op het moment dat professionals of vrijwilligers tegen zaken aanlopen die meer of andere expertise nodig hebben dan hun eigen deskundigheid kunnen zij terecht bij de gezinscoach. Gezinscoaches (ook generalisten jeugd genoemd) De kern van ons nieuwe stelsel zijn de gezinscoaches. Gezinscoaches spelen een cruciale rol in het verbeteren van de samenwerking rond gezinnen, het verhogen van de kwaliteit van jeugdhulp en het terugdringen van het gebruik van specialistische voorzieningen. Wij willen de expertise van de huidige aanbieders van verschillende soorten ambulante hulp in het team van gezinscoaches samenvoegen. Daarmee beogen we dat het aanbod doelmatiger en overzichtelijker wordt en dat kennis en expertise wordt uitgewisseld en er beter wordt samengewerkt. De gezinscoach is een generalistische professional het gezin kent en een vertrouwensband heeft. Daarnaast kent de gezinscoach de partners uit de wijk en schakelt hiermee, biedt het gezin (praktische) ondersteuning waar mogelijk en haalt gespecialiseerde hulp erbij wanneer dat de meeste passende optie is. De taak van gezinscoach is om gezinnen te ondersteunen bij het herstel van het normale leven. Ze hebben een brede blik en nemen alle gezinsdomeinen (opvoeding, huisvesting, financiën, werk, gezondheid) in hun analyse en aanpak mee. De bedoeling is dat snel de juiste ondersteuning ingezet wordt: als het kan lichte vormen van ondersteuning, maar ook direct zwaardere ondersteuning als de problematiek hier om vraagt. Gezinscoaches werken hieraan door: 1. Vertrouwen op te bouwen en het gesprek aan te gaan met de leden van het gezin (volgens de methodiek van vraagverheldering); 2. De eigen kracht van een gezin en de sociale omgeving te activeren en versterken; 3. Lichte ambulante ondersteuning te bieden aan het gezin; 4. Zo nodig zwaardere, meer gespecialiseerde hulpverlening in te schakelen. De gezinscoaches werken in teamverband en pakken het merendeel van de vragen en problemen omtrent opvoeden en opgroeien samen met het gezin op. Ook vervullen zij een belangrijke adviserende en ondersteunende rol voor de professionals en vrijwilligers uit de basisvoorzieningen. Ze zijn te vinden in de basisvoorzieningen en komen bij gezinnen thuis. Hun functie kenmerkt zich door verantwoordelijkheid en handelingsvrijheid en doorzettingsmacht. Binnen het team werken zij optimaal met elkaar samen en delen hun expertise. Daar hoort bij dat zij elkaar ook scherp houden en positief kritisch kijken naar elkaars beslissingen. Erbuiten zoeken zij desgewenst aanvullende, specifieke Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 56

deskundigheid. Gezinnen die meer hulp nodig hebben dan de basisvoorzieningen kunnen bieden, krijgen, op maat, ambulante hulp van de gezinscoach. Met het gezin stelt de gezinscoach volgens de werkwijze 1Gezin1Plan1Regiseur een gezinsplan op. Samen wordt bekeken wie het beste kan bijdragen aan het realiseren van de gezinsdoelen. Zo nodig schakelt de gezinscoach daarbij specialisten (bijvoorbeeld jeugdpsychiater) in of ondersteuning vanuit andere domeinen (bijvoorbeeld schuldhulpverlening). De gezinscoaches zijn vrij toegankelijk voor ouders en jeugdigen. De begeleiding is zo kort als mogelijk en zo lang als nodig. Kenmerkend voor de gezinscoaches is dat zij het aanspreekpunt voor het gezin zijn en zij zorgen voor een integrale aanpak met zo min mogelijk verschillende gezichten (instellingen) voor het gezin. Een gezinscoach laat niet los, maar blijft bij het gezin betrokken. In 2013 en 2014 voeren we pilots met de inzet van gezinscoaches uit om de hierboven beschreven werkwijze te testen en fijn te slijpen. Er zijn geen gezinscoaches die alles kunnen. Het team als totaal is generalistisch. Het zijn hecht samenwerkende professionals met specifieke kennis op het gebied van de meest voorkomende opvoeden opgroeiproblemen die worden veroorzaakt door gezinsomstandigheden, psychiatrische aandoeningen en lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen. Een team wordt dus gevormd door een mix van ambulante werkers die samen een brede expertise hebben. Elke gezinscoach zal binnen het team zijn kennis delen via de uitwisseling de eigen kennis en vaardigheden uitbouwen. In een aantal gemeenten in Noord-Limburg zijn deze gezinscoaches ingebed in (sociale) wijkteams. Hoe de werkwijze van de gezinscoach zich verhoudt tot de werkwijze van deze teams op andere leefgebieden en hoe deze het beste geïntegreerd kunnen worden, wordt in pilots uitgezocht. In de lokale uitvoeringsplannen wordt deze inbedding per gemeente nader beschreven. Huisartsen Huisartsen spelen een belangrijke rol in de zorg voor jeugd. Zij mochten al doorverwijzen naar jeugd- GGZ, maar krijgen in de Jeugdwet de bevoegdheid om door te verwijzen naar alle vormen van jeugdzorg die in de gemeente beschikbaar zijn. De gemeente is verantwoordelijk voor de financiering van de jeugdhulp die door de huisarts wordt voorgeschreven aan jongeren (hetzelfde geldt voor medisch specialisten en jeugdartsen). Er zullen dus nog altijd verschillende toegangswegen naar jeugdhulp zijn. Omdat gemeenten bestuurlijk verantwoordelijk zijn voor goede uitvoering en verantwoordelijk zijn voor de financiering van de jeugdzorg, is het belangrijk om goede afspraken te maken met huisartsen. Deze afspraken zijn niet alleen belangrijk omdat we de vragen van onze inwoners zoveel mogelijk vanuit dezelfde uitgangspunten en principes willen opvangen, maar ook omdat we de ondersteuning die geboden wordt niet afhankelijk willen maken van de toegangsweg die de inwoner kiest. Het is dus zaak dat wij contact zoeken met de huisartsen en zorgverzekeraars, die actief zijn in de regio Noord-Limburg en met hen afspraken maken over de samenwerking tussen de huisartsen en de gezinscoaches. We willen met huisartsen afspreken dat zij altijd contact leggen met het team van gezinscoaches in de gemeente, bij een mogelijke verwijzing naar jeugdhulp. Om dit te vergemakkelijken willen we ook voor huisartsen zoveel mogelijk een vaste contactpersoon hebben binnen het team gezinscoaches. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 57

Specialisten Bij specialisten gaat het om organisaties met specialistische expertise op het gebied van opgroeien en opvoeden in situaties waar sprake is van ernstige of complexe problemen ten gevolge van onder meer problematische gezinssituaties, psychiatrische stoornissen, verslaving en/of verstandelijke beperkingen. Gezinscoaches en specialisten werken samen vanuit het principe van stepped care: licht als het kan, (meteen) intensief als het moet. De specialist wordt ingezet door de gezinscoach, bijvoorbeeld op het gebied van consultatie, advies en behandeling. Specialisten zijn hierbij in beginsel ondersteunend aan gezin en gezinscoach. De cliënt staat centraal. Behandeling vindt in principe ambulant (in de directe omgeving van het kind / het gezin) plaats. Maar het kan nodig zijn dat de jeugdige (tijdelijk) in een specialistische voorziening verblijft, bijvoorbeeld voor dagbehandeling of 24-uurs verblijf. 1Gezin, 1Plan, 1Regisseur blijft bij alle interventies het uitgangspunt: de specialisten leveren een bijdrage aan het realiseren van de gezinsdoelen die in dat plan zijn geformuleerd. De gezinscoach helpt ouders bij het bewaken van de samenhang en de continuïteit. Het inschakelen van het gedwongen kader via de Raad van de Kinderbescherming, en de samenwerking met (gezins)voogden, jeugdreclassering en gesloten jeugdzorg wordt ook beschouwd als het inschakelen van een specialistische voorziening. Samenwerking volgens 1Gezin, 1Plan, 1Regisseur vormt ook daar de basis. Rol van de gemeente De gemeente heeft in het nieuwe jeugdstelsel een aantal rollen. Sommige rollen zijn nieuw, met andere rollen is de gemeente al bekend (bijvoorbeeld op andere terreinen). De volgende rollen onderscheiden we: - regisseur - opdrachtgever - inkoper Om bovenstaande rollen goed te kunnen invullen, blijft de gemeente in gesprek met ouders, jongeren, cliënten, gemeenschappen, basisvoorzieningen en instellingen. Dit doen we om de behoefte aan hulp voor jeugdigen en de benodigde veranderingen te bespreken en het gesprek in gang te zetten over nieuwe verhoudingen en over wie welke rol heeft bij het opvoeden en opgroeien van kinderen. Daarnaast regisseert de gemeente dat partners rondom gezinnen gaan samenwerken vanuit de gedachte 1Gezin, 1Plan, 1 Regisseur en dat er zorgvernieuwing tot stand komt. De gemeente realiseert de inrichting van een samenhangend en voldoende passend aanbod van jeugdhulp. Verder maken we keuzes in welke financieringsmodellen we hanteren en welke inkoopmodellen. Een punt van aandacht is dat voor bovenstaande rollen kennis en expertise nodig is die misschien op dit moment niet (structureel) bij gemeenten aanwezig is. De gemeenten in Noord Limburg zullen niet zelf de uitvoering van jeugdhulpverlening verzorgen. Dit wordt belegd bij partners op basis van een opdrachtgever opdrachtnemer relatie. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 58

Bijlage 1 Proces opstellen transitiearrangement met aanbieders en financiers. april 2013 Cijferuitvraag aan organisaties (los van RTA) juni 2013 Informeren van partners en bestuurders i.v.m. RTA. 5 juli 2013 Handreiking TA is beschikbaar waarin duidelijk gemaakt wordt wat het RTA is en waar het aan moet voldoen. Juli 2013 Ambtelijke afstemming met Midden- en Zuid-Limburg: opstellen van uitgangspunten. 22 juli 2013 1 e bijeenkomst denktank Noord- en Midden-Limburg samen met financiers en een aantal aanbieders ( Denktank: vertegenwoordiging gemeenten Noord- en Midden-Limburg, VVvG, Rubicon, Mutsaersstichting, BJZ Limburg, Koraalgroep, VNG). Toelichting/ondersteuning vanuit VNG: Koen Bron 29 juli 2013 Gesprek met huidige financiers ( provincie, VGZ en CZ) samen met de projectleiders van Midden- en Zuid-Limburg. 7 augustus 2013 Ambtelijke uitgangspunten voor Noord- en Midden-Limburg worden vastgesteld. Tevens 1 e uitvraag m.b.t. TA verstuurd aan lijst aanbieders voor het TA vanuit Noord-, Midden- en Zuid-Limburg. Medio augustus Gemeenten van Noord-Limburg informeren de colleges. 20 augustus 2013 2 e bijeenkomst denktank, ondersteuning VNG Jasper Sterrenburg. 29 augustus 2013 Bestuurlijke heisessie Noord-Limburg i.v.m. RTA en regionaal beleidskader. 2 september 2013 Deadline aanleveren input op basis van de uitvraag van 7 augustus 2013. Na 2 september 2013 Analyseren van de ontvangen gegevens m.b.t. de uitvraag in relatie met de eerdere cijfers vanuit april 2013. Eerste conceptversie van het RTA. 9 september 2013 3 e bijeenkomst denktank inzake beperken van frictiekosten en aanvulling op de gegevens uitvraag. Er wordt door de denktank besloten een extra aanvullende uitvraag te doen. 10 september 2013 Aanbieders en financiers benaderd voor een nieuwe uitvraag van de gegevens (80% scenario). 12 september 2013 Regionaal bestuurlijk overleg Noord-Limburg met gedeputeerde van Dijk i.v.m. het proces van het RTA en stand van zaken. 20 september 2013 Gesprek met TSJ in Eindhoven. 22 september 2013 Deadline aanleveren input op basis van de uitvraag van 10 september 2013. 24 september 2013 Bijeenkomst Noord- en Midden-Limburg samen met aanbieders en financiers over het concept-rta: informeren over de hoofdingrediënten gericht op draagvlak. Tevens verdere uitwerking mogelijkheden beperken frictiekosten en ontwikkelingen transitie jeugdzorg. 30 september 2013 Concept-RTA ambtelijk vastgesteld. Aanbieders en financiers ontvangen het concept-rta met het verzoek schriftelijk te reageren. 4 oktober 2013 Reacties en nieuwe input verwerkt in het RTA. Concept-RTA inclusief reacties verstuurd voor regionaal bestuurlijke afstemming. 7 oktober 2013 RTA bestuurlijk vastgesteld voor Noord-Limburg. 21-25 oktober 2013 RTA ter vaststelling besproken in de colleges van Noord-Limburg. 30 oktober 2013 Aanbieden van het RTA aan de TSJ. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 59

Bijlage 2 Kopie reactie Provincie Limburg op het RTA Noord-Limburg, zonder ondertekening Gemeente Venray De heer T. Jansen Postbus 500 5800 AM VENRAY Cluster BC Behandeld P.H.J.M. Boonen Faxnummer (043) 3897978 Doorkiesnummer (043) 3897117 Ons kenmerk Uw kenmerk Bijlage(n) Maastricht 29 oktober 2013 Onderwerp: Reactie op concept-transitiearrangement Noord-Limburg d.d. 14 oktober 2013 Geachte heer Jansen, U heeft ons het gezamenlijke concept-transitiearrangement jeugdzorg van de gemeenten in Noord- Limburg aangeboden. U verzoekt ons om een reactie op het document. Het streven naar bestuurlijk draagvlak voor de transitiearrangementen van de huidige financiers van jeugdzorg en de huidige jeugdzorginstellingen, is een van de afspraken die Rijk, IPO en VNG op 25 juni 2013 met elkaar hebben gemaakt. Over dit draagvlak wordt in de afspraken aangegeven: Het verdient aanbeveling het draagvlak voor het arrangement waartoe het overleg heeft geleid, op te nemen in het arrangement. Onze reactie wordt ingegeven vanuit onze positie als huidige financier van jeugdzorg. Vanuit die positie hebben wij ons gecommitteerd aan de afspraken die op 25 juni 2013 landelijk zijn gemaakt. Die houden in dat kinderen en jongeren die op basis van de Wet op de jeugdzorg in 2014 (provinciaal gefinancierde) jeugdzorg ontvangen die ook na 1 januari 2015 moet kunnen voortzetten bij de zorgaanbieder die hen voor 1 januari 2015 jeugdzorg bood. Onze verantwoordelijkheid hiervoor hebben wij mede op verzoek van Provinciale Staten verankerd in het Beleidskader Jeugdzorg Limburg 2013-2016: Voor de jeugd, met de jeugd!. Daarin wordt op pagina 27 aangegeven dat wij het van belang vinden dat de continuïteit van de uitvoering van zorg wordt gegarandeerd bij die jeugdigen die op het moment dat de jeugdzorg aan gemeenten wordt overgedragen nog in jeugdzorg zijn. Wij geven op drie onderdelen een reactie: Algemene bevindingen. Proces. Inhoud. Afsluitend gaan wij op een aantal overige aspecten in. Algemene bevindingen Mede op basis van onze ambtelijke betrokkenheid bij de totstandkoming van uw transitiearrangement constateren wij dat in een relatief korte periode in uw regio veel is gebeurd. De vraag naar de invulling van continuïteit van jeugdzorg vanaf 2015 voor jeugdigen die vóór 2015 jeugdzorg ontvangen, is door u consciëntieus en betrokken opgepakt. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 60

Uw transitiearrangement zo geeft u aan is vooral een document waarin intenties worden uitgesproken dat voldoende basis moet bieden om verder te kunnen gaan. Daarnaast zullen de intenties in de loop van 2014 samen met de jeugdzorginstellingen moeten worden uitgewerkt en geconcretiseerd. Het transitiearrangement is vooral een intentioneel document op hoofdlijnen. Daarvoor is een aantal redenen, zoals: De meicirculaire van 2013 biedt onvoldoende basis om zekerheid te krijgen over de hoogte van het budget dat de gemeenten in Noord-Limburg vanaf 2015 beschikbaar krijgen. Niet duidelijk is van welk bedrag voor de uitvoering van de jeugdzorg moet worden uitgegaan op het moment dat u hiervoor verantwoordelijk wordt. De meicirculaire 2014 moet die duidelijkheid wel geven. De kwaliteit, reikwijdte en aard van de gegevens die de jeugdzorginstellingen naar aanleiding van uw uitvraag hebben verstrekt is verschillend omdat definities van zorgproducten en zorgvormen mede vanuit verschillende wet- en regelgeving - niet met elkaar vergelijkbaar zijn. Dat is noch aan u noch aan de jeugdzorginstellingen te wijten. Er is geen duidelijkheid over het deel van het budget dat moet worden gereserveerd voor functies die deel uitmaken van het landelijk transitiearrangement. Daarom heeft u in uw transitiearrangement een aanname opgenomen. Wij constateren dat deze onduidelijkheden vooral op landelijk niveau moeten worden opgelost. U bent niet in staat gesteld de jeugdzorginstellingen de door hen gevraagde duidelijkheid te geven. Door de onduidelijkheden is het transitiearrangement minder concreet en robuust als aanvankelijk beoogd. Kijkend naar de brief die de staatssecretarissen van VWS en van Veiligheid en Justitie op 26 juni 2013 aan de Tweede Kamer hebben gestuurd over het kader dat de landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg zal hanteren bij de toetsing van de transitiearrangementen, verdient het aanbeveling deze constatering uitdrukkelijk op te nemen. Proces Wij constateren dat u de jeugdzorginstellingen nauw heeft betrokken bij het transitiearrangement. De provinciaal gefinancierde jeugdzorginstellingen bevestigen dit in de contacten die wij met hen hebben. Deze betrokkenheid wordt zo blijkt uit de reacties gewaardeerd. Ook wij waarderen de wijze waarop u deze betrokkenheid heeft vormgegeven. Dit is gebeurd in overeenstemming met de afspraken die hierover op 25 juni 2013 door IPO en VNG met het Rijk zijn gemaakt. De betrokkenheid neemt overigens niet weg dat de huidige financiers van jeugdzorg en de jeugdzorginstellingen een eigen verantwoordelijkheid behouden bij het beoordelen van het uiteindelijk tot stand gebrachte transitiearrangement. Uw inzet om de jeugdzorginstellingen nauw bij het opstellen van het transitiearrangement te betrekken, heeft op andere onderdelen van het transitieproces een goede invloed gehad. Zo is het contact tussen huidige en toekomstige financiers van jeugdzorg en de jeugdzorginstellingen geïntensiveerd, wat een positieve weerslag heeft op elkaars kennis en kunde. Ook is er nog meer de overtuiging ontstaan dat alle partijen zich inzetten vanuit het belang van kinderen en jeugdigen. De onderscheiden verantwoordelijkheden die iedereen in dit proces heeft, kan ertoe leiden dat partijen verschillende keuzes maken. Dat u als gemeenten bij het maken van keuzes vanaf 2015 (en vooruitlopend daarop ook in de voorbereiding) het primaat heeft, staat daarbij buiten kijf. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 61

Inhoud Vanuit onze positie als huidige financier van jeugdzorg, vanuit onze verantwoordelijkheid om de continuïteit van jeugdzorg voor kinderen die in 2014 nog onder de provinciaal gefinancierde jeugdzorg vallen in 2015 maximaal te garanderen en vanuit onze (maatschappelijke) opdracht frictiekosten zoveel mogelijk te voorkomen, maken wij vier kanttekeningen bij uw transitiearrangement. Wij doen dat met in acht name van de waardering voor het proces die wij hiervoor hebben uitgesproken. 1. U kiest voor het beschikbaar stellen van 80% van het budget dat in de meicirculaire 2014 voor u beschikbaar komt. De structurele korting van 4% die de rijksoverheid vanaf 2015 op de jeugdzorg toepast, is hierin verdisconteert. Dit budget is beschikbaar voor jeugdigen aan wie vanaf 2015 continuïteit van zorg moet worden geboden én voor jeugdigen die in 2015 voor het eerst een beroep op jeugdzorg doen. Uw keuze betekent een structurele bezuiniging van 20% op de huidige budgetten van de jeugdzorginstellingen. Die bezuiniging dient in een periode van één jaar (2014) te worden voorbereid, terwijl anders dan intentioneel niet duidelijk wordt welke jeugdzorgaanbieders u voor nieuwe jeugdzorgvragen contracteert of subsidieert. U geeft aan dat die keuze in de loop van volgend jaar te maken (zie ook ad 3.). Deze keuze genereert extra frictiekosten. De structurele bezuiniging die de rijksoverheid vervolgens in de jaren 2016 en 2017 (in een structurele omvang van 15%, naar de huidige stand van zaken gefaseerd in de percentages 10 en 15%) op het jeugdzorgbudget toepast, is daarin niet meegenomen en zal in de jaren daarna alsnog moeten worden gerealiseerd 2. Het transitiearrangement geeft aan dat huidige jeugdzorginstellingen vanaf 2015 continuïteit van jeugdzorg dienen te bieden aan jeugdigen die op 1 januari 2015 jeugdzorg ontvangen. Hiervoor zullen de jeugdzorginstellingen die het betreft een deel van het beschikbare budget van 80% ontvangen. Het transitiearrangement geeft geen antwoord op de vraag welk deel van het budget dit is, anders dan dat instellingen daarover zelf prognoses hebben aangeleverd op basis van een aantal scenario s. De betekenis van deze prognoses wordt in het transitiearrangement niet geduid in termen van garanties voor het beschikbaar te stellen budget. 3. Uw transitiearrangement is niet duidelijk over het onderdeel nieuwe jeugdigen dat vanaf 2015 een beroep op jeugdzorg doet. Dat is ook niet primair de intentie van het transitiearrangement. De vraag naar het beschikbare budget voor nieuwe jeugdigen kan echter niet los gezien worden van de mogelijkheden bij jeugdzorginstellingen om bestaande jeugdigen vanaf 2015 continuïteit van jeugdzorg te bieden. Uw transitiearrangement spreekt de intentie uit dat 80% van het budget bij bestaande jeugdzorgaanbieders wordt ingezet. Zekerheid daarover, zekerheid over de vraag welke jeugdzorgaanbieders dat zullen zijn en zekerheid over het deel van het 80% dat jeugdzorginstellingen voor nieuwe jeugdigen zullen ontvangen, zal niet eerder dan in de loop van 2014 worden gegeven. Daarmee is los van de intentie niet duidelijk of dit de jeugdzorgaanbieders zijn die tevens de opdracht hebben om continuïteit van jeugdzorg te bieden. Aanbieders die alleen budget krijgen om continuïteit van jeugdzorg te garanderen voor bestaande jeugdigen, zullen daaraan geen gevolg kunnen geven omdat zij onvoldoende budget krijgen om de voor continuïteit van zorg noodzakelijk te realiseren infrastructuur in de lucht te houden. Dit heeft consequenties voor de continuïteit van jeugdzorg aan individuele jeugdigen. Dit kan ook extra frictiekosten genereren. Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 62

4. Het landelijk afsprakenkader van 25 juni 2013 geeft aan dat het transitiearrangement een inventarisatie bevat van de frictiekosten. In dat kader dienen jeugdzorginstellingen aan te geven welke frictiekosten zij verwachten op basis van de door de gemeenten aangegeven plannen over zorginkoop per 1 januari 2015. Wij constateren dat het transitiearrangement niet aan deze voorwaarde voldoet, omdat vooralsnog door u anders dan intentioneel geen keuzes zijn gemaakt over de zorginkoop respectievelijk subsidiëring van zorg voor nieuwe jeugdigen die vanaf 1 januari 2015 een beroep doen op jeugdzorg. Dit geldt overigens ook voor de landelijke afspraak dat het transitiearrangement afspraken bevat voor (continuïteit van) jeugdzorg op bovenregionaal en landelijk niveau. Zoals wij eerder in onze reactie hebben aangegeven, liggen hieraan ook onduidelijkheden op landelijk niveau ten grondslag. Wij vinden het opportuun dit zelf te constateren in plaats van deze constatering over te laten aan de landelijke Transitiecommissie Stelselherziening Jeugdzorg die uw transitiearrangement immers vanuit het landelijke afsprakenkader van 25 juni 2013 zal beoordelen. Overigens achten wij ons geenszins gebonden aan het financieren van frictiekosten omdat ze voor een groot deel voortkomen uit keuzen die gemeenten maken. Overige aspecten Graag maken wij nog drie opmerkingen waaraan wat ons betreft achteraf geredeneerd onvoldoende aandacht is besteed in het afsprakenkader dat op 25 juni 2013 landelijk ook door ons is vastgesteld: 1. Het verblijf van jeugdigen in pleegzorg is een substantieel deel van de huidige jeugdzorg. Jeugdigen kunnen jarenlang (maximaal achttien jaar) in een pleeggezin verblijven. Pleegzorg is verankerd in de nieuwe Jeugdwet. Ook voor jeugdigen die voor 1 januari 2015 in een pleeggezin wonen, voorziet het afsprakenkader van 25 juni 2013 in continuïteit van jeugdzorg. Gelet op de duur van een verblijf in een pleeggezin is wat ons betreft expliciete aandacht nodig voor de positie van pleegkinderen en pleeggezinnen na het eerste transitiejaar. 2. Een specifieke variant van pleegzorg zijn gezinshuizen. Deze werkvorm biedt een duur van jeugdzorg die verder reikt dan de landelijke afspraak van 25 juni 2013 over continuïteit van jeugdzorg. In die afspraak wordt continuïteit van jeugdzorg geboden voor het eerste transitiejaar, terwijl de duur van verblijf in gezinshuizen het eerste transitiejaar ruimschoots kan overstijgen. 3. De voogdijmaatregel van jeugdbescherming kan de periode van maximaal één jaar waarin continuïteit van jeugdzorg moet worden geboden, overstijgen. Juist deze jeugdigen zijn kwetsbaar. Voor hen dient continuïteit van jeugdzorg te worden geboden die verder gaat dan het eerste transitiejaar. Het is onze intentie om met deze reactie op uw transitiearrangement een positieve bijdrage te leveren aan uw voorbereidingen om de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg van de huidige financiers van jeugdzorg over te nemen. Wij hopen oprecht daarin geslaagd te zijn. Vanuit de ambities in het Beleidskader Jeugdzorg Limburg 2013-2016: Voor de jeugd, met de jeugd! zijn wij bereid u in uw voorbereidingen te ondersteunen. Een afschrift van deze brief hebben wij toegestuurd aan de Colleges van Burgemeester en Wethouders in de gemeenten in uw regio en de raden van bestuur van de provinciaal gefinancierd jeugdzorginstellingen. Gedeputeerde Staten van Limburg, Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 63

Bijlage 3: Reactie op het transitiearrangement, die eerder nog niet zijn opgenomen. 3.1 Financier CZ, reactie via de mail: Beste Martine, Bijgaand de reactie vanuit CZ: Complimenten voor de notitie, helder weergegeven wat de voornemens voor transitiejaar 2015 zijn. Op dit moment heb ik nog niet helder hoe we de afspraken tussen gemeenten en CZ nader kunnen concretiseren op de aspecten van de vermindering van de instroom en de frictiekosten. Noord Limburg zal voor de AWBZ met name met zorgkantoor VGZ de afspraken maken, immers CZ heeft de concessie voor het zorgkantoor Zuid Limburg. In algemene zin kan gesteld worden dat de besluitvorming van de staatssecretaris van VWS (zie brief d.d. 25 april 2013) een behoorlijke impact heeft op de cliënten die een AWBZ indicatie hebben en AWBZ zorg hebben. Daarnaast zijn er ontwikkelingen die verdere extramuralisering stimuleren, afbouw van klinische capaciteit afdwingen en meer vragen van de cliënt zelf en zijn/haar netwerk. De consequenties van die maatregelen zullen groot zijn en bezien dient te worden hoe we in gezamenlijkheid hier zo goed mogelijk afstemming in kunnen zoeken. Succes met de verwerking van de reacties en als er vragen zijn, hoor ik het graag. met vriendelijke groeten, mw drs J.L.M. (José) Franken Senior Beleidsmedewerker sector Gehandicaptenzorg CZ zorgkantoren Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 64

3.2 Op verzoek van BJ Brabant en de Ottho Gerhard Heldring Stichting is een kopie van de volgende brief toegevoegd: Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 65

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 66

Bijlage 4 Collegebesluiten Regionaal transitiearrangement Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 67

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 68

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 69

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 70

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 71

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 72

Regionaal Transitiearrangement Jeugd Noord-Limburg 73