Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Vergelijkbare documenten
Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN volgens vergunning nr. V/W036/1 goedgekeurd op 22/05/2017

GOEDGEKEURDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN Volgens vergunning nr. V/LE38/1 dd. 09/11/2016 Inclusief opmerkingen technische dienst

Stedenbouwkundige voorschriften

13 DEELPLAN 13 - GRONDWERKEN GEERT MAES

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

1 DEELPLAN 1 - WILLTON PARKETVLOEREN

Stedenbouwkundige voorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

16 DEELPLAN BOUWONDERNEMING CANNEYT

Gemeentelijk RUP Den Huilaert Gemeente Kortemark. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Maart 2011

10 DEELPLAN 10 - GARAGE VANDIERENDONCK

Stedenbouwkundige. voorschriften. GEOMEX bvba Veurne RUP Bieswal februari 2012 RUP_38025_214_00010_00001

Stedenbouwkundige voorschriften

RUP Cardiff nv Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

stedenbouwkundige voorschriften

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Woodstar NV. Avelgem STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

3. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

2 DEELPLAN 2 - BEDRIJFSVERZAMELGEBOUW DE AKKER

RUP TUINEN VANDEMAELE J. VOORSCHRIFTEN PLANIDENTIFICATIENUMMER: RUP_36010_214_00011_00001 DOSSIERNUMMER BIJ LNE: SCRPL1620

Stedenbouwkundige voorschriften

ART. 0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 43 GRUP DEPLA Studiebureau Demey

GRUP Vanpeteghem Stedenbouwkundige voorschriften Gemeente Staden Juni 2013

RUP Quintyn gebroeders bvba Gemeente Zulte. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan November 2017

GEMEENTE MEEUWEN-GRUITRODE. Verkavelingsvoorschriften half-open bebouwing

Van Houcke NV. provinciaal rup. bestemmingsplan. plangebied. art. 1 zone voor detailhandel. art. 2 zone voor wonen. art. 3 zone voor buffer.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Willaert Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften Definitieve vaststelling 26 mei 2014

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.VOORSCHRIFTEN EN BESTEMMING HOOFDGEBOUW. 1.1 Bestemming hoofdgebouw

Stedenbouwkundige voorschriften

7 VERORDENEND DEEL. 7.1 Grafisch plan Kaart: grafisch plan. 7.2 Stedenbouwkundige voorschriften: algemene bepalingen

Projectzones Leemhoek. Zone P2

Sectoraal RUP- zonevreemde bedrijven, tweede fase. Stedenbouwkundige voorschriften. Aangepast op naar aanleiding van het openbaar onderzoek

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan. Van Houcke NV. Gemeente Jabbeke. december 2010 STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

12 DEELPLAN 12 - TUINCENTRUM AVEVE CHRISTIAAN ROMMELAERE

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

1.1. TERMINOLOGIE 1.2. INTERPRETATIE VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN 1.3. AFWIJKING VAN DE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

RUP Steven Pleysier. STUDIEBUREAU IR. JONCKHEERE bvba PROVINCIE WEST-VLAANDEREN GEMEENTE KOEKELARE. Koningin Astridlaan 134/ BRUGGE 050/

6 V e r o r d e n e n d g r a f i s c h p l a n ( c f r. a r t )

RUP nr. 2quater Zeedijk-Tennis Gemeente Middelkerke. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan februari 2016

Regionaal bedrijf Waeyaert - Vermeersch

ALGEMENE BEPALINGEN TOELICHTEND. VERORDENEND Stedenbouwkundige voorschriften. 2. Bepalingen. toelichting en visie

Gemeente Oud-Heverlee Reigersstraat ZN 5e afdeling - Sectie A Nummer 243G/deel & 237L/deel

Stedenbouwkundige. voorschriften

Addendum B28b Specifieke verkavelingsvoorschriften

stedenbouwkundige voorschriften

-1_. ff" ming van. 1 groene parkeerplaats naast de oprit.

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

Stedenbouwkundige voorschriften Februari Studiebureau Adoplan Ruimtelijke Planning en Stedenbouw Milieu en Mobiliteit

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 57 GRUP VLEESHANDEL MARKEY Studiebureau Demey

Provincie West-Vlaanderen GEMEENTE LICHTERVELDE. Stedenbouwkundige voorschriften Ontwerp

VOORSCHRIFTEN RUP 19 LOKAAL BEDRIJVENTERREIN VAN DE WIELE. Stedenbouwkundige voorschriften ART. 0: ALGEMENE BEPALINGEN

Regionaal bedrijf Dubaere - Dubatex

VOORSCHRIFTEN RUP 13/a WOONKORRELS OLSENE GROT & GROENEWEG/BAUTERSTRAAT. Verordenende voorschriften toelichting

RUP Verschoore Stad Roeselare. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Definitieve vaststelling 26 mei 2014

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. 59 GRUP ZONEVREEMDE BEDRIJVEN INGELMUNSTER Studiebureau Demey

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING


2. Stedenbouwkundige voorschriften. Toelichting Algemeen Begrippen

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

Stad Roeselare. Gedeeltelijke herziening BPA Buurt van Maerlantwijk. stedenbouwkundige voorschriften

Gemengd regionaal bedrijventerrein Polderhoek te Zonnebeke

G e m e e n t e Z o n n e b e k e R U P G u i d o G e z e l l e l a a n

Stedenbouwkundige. voorschriften

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften

Stedenbouwkundige voorschriften

1. VOORSCHRIFTEN BESTEMMING

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING :

Gemeentelijk RUP zonevreemde bedrijven fase IV Johan Lasseel Gemeente Nazareth. Stedenbouwkundige voorschriften en grafisch plan Juni 2010

stedenbouwkundige voorschriften

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BIJ DE AANVRAAG VOOR EEN VERKAVELINGSVERGUNNING

516 m² m² m² m² - 25.

Izegem, Hondekensmolenstraat / Katteboomstraat

1 Art. 1. Algemene bepalingen

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN HORENDE BIJ DE AANVRAAG VOOR DE VERKAVELINGSVERGUNNING

DEEL I: ART.0 ALGEMENE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN VOOR DE BOUWGEBIEDEN

Stedenbouwkundige voorschriften

COLOFON. Opdracht: RUP Le Lis. Opdrachtgever: Gemeentebestuur Hamme Marktplein 1 B-9220 Hamme. Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei Antwerpen

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN

RUP Jeugdverblijf Oud Klooster, begeleidingstehuis Ruyskensveld Campus Zwalm en basisschool Het Groene Lilare Gemeente Zwalm

DEEL II: STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

VERKAVELINGSVOORSCHRIFTEN 1. VOORSCHRIFTEN HOOFDGEBOUW(EN) 1.1. ZONE VOOR HOOFDGEBOUW(EN) BESTEMMING HOOFDGEBOUW(EN)

ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

RUP DROWA aanhangwagens bvba

9. STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE KAVELS 1 TOT EN MET 14

1 ALGEMENE BEPALINGEN

Afbakening regionaalstedelijk gebied Aalst deelplan 7 Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Sterrenhoek (wijziging)

Stedenbouwkundige voorschriften

Bestaand regionaal bedrijf

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

Transcriptie:

Deel 2 Stedenbouwkundige voorschriften Leeswijzer voor tabel: De grafische plannen en de erbij horende stedenbouwkundige voorschriften (kolom 1 weergegeven op een grijze ondergrond) hebben verordenende kracht. De toelichting bij de voorschriften (kolom 2) dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden. Deze kolom is bijgevolg niet verordenend. Algemene bepalingen VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 0.1. Opgave van de voorschriften die opgeheven worden. 0.1. Opgave van de voorschriften die opgeheven worden. Volgende plannen en voorschriften worden opgeheven na goedkeuring van onderhavig gemeentelijk RUP: - het gewestplan Roeselare Tielt (KB. 17/12/1979), voor wat betreft de delen gelegen binnen de contour van onderhavig RUP. 0.2. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen. 0.2. Werken/constructies in functie van openbaar nut, milieutechnische ingrepen. Werken en constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en bouwkarakteristieken (inplanting, gabariet en materiaalgebruik) ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de omgeving en de betreffende bestemmingszone. Onder gebouwen en constructies van openbaar nut worden onder meer straatverlichting, straatmeubilair, bushaltes, openbare elektriciteitscabines, zendmasten voor hulpdiensten, openbare rioleringen,... begrepen. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-51 -

0.3. Voorkomen 0.3. Voorkomen Alle materialen en kleuren die worden gebruikt binnen dit plangebied moeten afgestemd worden op de aard, het karakter en de uitstraling van de site en de directe omgeving. Het materiaal, gebruikt voor alle gebouwen en constructies, moet constructief en esthetisch verantwoord zijn. 0.4. Landschappelijke inpassing Alle ingrepen, constructies en gebouwen dienen zo goed mogelijk landschappelijk ingepast te worden. Een maximale harmonie met de omgeving moet nagestreefd worden en de eigenheid van de directe omgeving dient te worden gerespecteerd en zo mogelijk versterkt. 0.5. Water Het waterbergend vermogen van het plangebied mag door de aanleg van nieuwe wegenis en/of constructies niet verminderd worden. Elke ingreep om dit op te lossen dient op eigen terrein of gemeenschappelijk binnen de bestemmingszone te gebeuren. In geen geval mag er overtollig water afgewenteld worden op aanpalende percelen of op een andere bestemmingszone. 0.6. Hoogtebepalingen 0.4. Landschappelijke inpassing Landschappelijke inpasbaarheid kan bevorderd worden door een gerichte groenaanleg en verantwoord materiaalgebruik. Ook de onderlinge samenhang van de verschillende componenten binnen de site kan de landschappelijke inpasbaarheid bevorderen. 0.5. Water Er dient te worden voldaan aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater. Het voorzien van waterberging - op eigen terrein/gemeenschappelijk voor meerdere terreinen behoort tot de mogelijkheden. Dit kan onder andere onder de vorm van infiltratie - door middel van retentiezone, open grachten, ondergrondse infiltratiebekkens of door de opvang van regenwater voor hergebruik. Andere systemen behoren ook tot de mogelijkheden. 0.6. Hoogtebepalingen De hoogte van het gebouw wordt gemeten vanaf het aanzetpeil van de inkomdorpel tot bovenkant kroonlijst en/of nok. Het aanzetpeil van de inkomdorpel ligt maximum 40 centimeter hoger dan het peil van het openbaar domein op de rooilijn gemeten ter hoogte van de inkomdorpel. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-52 -

0.7. Definities Bouwlaag Een bouwlaag is gelegen tussen de afgewerkte vloer en de afgewerkte plaat van de erboven liggende laag. De gelijkvloerse verdieping is de 1ste bouwlaag, de 1ste verdieping wordt de 2de bouwlaag genoemd. Een bouwlaag heeft normaliter een hoogte van max. 3,50 meter. De eerste bouwlaag (gelijkvloers) is die bouwlaag die het horizontaal vlak, 1m boven het straatniveau/maaiveld snijdt. 0.7. Definities Bouwlaag Het peil van het maaiveld wordt gemeten ter hoogte van de respectievelijke gevel. Rekening houdend met de huidige EPB-norm en de daarmee samenhangend isolatievoorwaarden, wordt voor een bouwlaag een hoogte van 3,50 meter in rekening gebracht. De ruimte onder het dak wordt beschouwd als een volwaardige bouwlaag indien de oppervlakte, met een vrije hoogte van 2,00m, meer is dan de helft van de vloeroppervlakte van de onderliggende bouwlaag. De kelderverdiepingen worden niet als een bouwlaag beschouwd. Nokhoogte = de afstand, verticaal gemeten tussen het aanzetpeil van de inkomdorpel en de nok. De nok is het hoogste punt van een gebouw (met uitzondering van afzuig-installaties, antennes, schoorstenen e.d.). Kroonlijsthoogte = de afstand, verticaal gemeten tussen het aanzetpeil van de inkomdorpel en de kroonlijst. In geval van een platte dakconstructie wordt de dakrand gezien als de kroonlijsthoogte. Voortuin = de zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn van het hoofdgebouw. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-53 -

Zijtuin = de zone tussen de zijkavelgrens en de zijgevel van het hoofdgebouw. Achtertuin = de zone tussen de achterkavelgrens en de achtergevel van het hoofdgebouw. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-54 -

Bedrijvigheid (VCRO, art. 2.2.3. 2) Artikel 1. : lokaal bedrijventerrein Art. 1 VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 1.1. Bestemming 1.1. Bestemming 1.1.1 Hoofdbestemming 1.1.1 Hoofdbestemming Deze zone is bestemd voor lokale, niet-hinderlijke bedrijven met een van volgende hoofdactiviteiten: opslag, productie, verwerking en/of bewerking van grondstoffen en goederen; logistiek op lokaal niveau; tankstation; dienstverlenende bedrijven. Volgende activiteiten zijn niet toegelaten: autonome kantoren; grootschalige opslag, productie en verwerking in open lucht; horeca en congresaccommodaties; dancings of discotheken; autonome klein- of detailhandel; autonome opslag van afval en/of schroot in open lucht; seveso-inrichtingen (Inplantingen van inrichtingen zoals bedoeld in artikel 3 van het samenwerkingsakkoord van 21 juni 1999 tussen de Federale Onder hinder wordt hier verstaan: architecturale en ruimtelijke hinder; abnormaal verwekken van mobiliteit; abnormaal verwekken van licht-, geluids-, geur- en/of stofhinder; Onder dienstverlenende bedrijven wordt verstaan: bedrijven die diensten leveren aan andere bedrijven, bvb. een landmeterskantoor. Louter administratieve diensten zijn hier niet toegelaten. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-55 -

Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de beheersing van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, zijn niet toegelaten). Uitzonderingen: De bestaande kleinhandelsfunctie (aangeduid met symbool ) en landbouwactiviteit (aangeduid met symbool ) langsheen de Meulebekestraat mogen behouden blijven. Een hoofdbestemming kleinhandelsfunctie of landbouwactiviteit ter hoogte van de bestaande kleinhandelsfunctie of landbouwactiviteit, is toegelaten. Bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijfsdoorgangsgebouwen zijn toegelaten. Bedrijfsverzamelgebouwen bestaan uit bedrijvencentra voor starters, thematische bedrijvencentra (bv. Doorgangsgebouwen) en incubatoren. De modules van de bedrijfsverzamelgebouwen worden niet noodzakelijk verkocht. 1.1.2 Nevenbestemming 1.1.2 Nevenbestemming De nevenbestemming is enkel mogelijk wanneer er een hoofdbestemming aanwezig is. De nevenbestemming is ondergeschikt aan de hoofdbestemming. De vloeroppervlakte aangewend voor de nevenbestemming mag niet meer dan 30% van de totale vloeroppervlakte innemen. De verhouding hoofd- en nevenbestemming dient bekeken te worden op niveau van bedrijfsperceel en niet op niveau van het volledig bedrijventerrein. Als nevenactiviteit zijn toegelaten: één bedrijfswoning/conciërgewoning per bedrijfsentiteit dat geen deel uitmaakt van een bedrijfsverzamelgebouw/doorgangsgebouw; toonzalen, verkoopsruimte en onthaalruimte met een beperkte vloeroppervlakte worden toegelaten indien deze ondergeschikt en gekoppeld zijn aan de hoofdactiviteit van de individuele bedrijven en voor zover deze activiteiten geen intensieve loketfunctie hebben en geen autonome activiteiten uitmaken; De bedrijfswoning kan enkel gebruikt worden als eengezinswoning voor de bedrijfsleider of als woning voor een conciërge. Bij een bedrijfsverzamelgebouw/doorgangsgebouw wordt geen bedrijfswoning of conciërgewoning toegelaten. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-56 -

1.2. Inrichting en beheer 1.2. Inrichting en beheer 1.2.1. Inrichtingsprincipes 1.2.1. Inrichtingsprincipes Minstens volgende inrichtingsprincipes dienen gerespecteerd te worden: de perceelsoppervlakte per bedrijf bedraagt maximaal 5.000m²; samenvoegen van loten mag, mits behoud van een maximale perceelsoppervlakte van 5.000m²; gebouwen dienen maximaal gegroepeerd te worden waar de bedrijfsactiviteit dit toelaat; de bedrijfswoning/conciërgewoning dient te worden geïntegreerd in de bedrijfsgebouwen, behoudens wanneer dit niet mogelijk is omwille van de bestaande perceels- en gebouwenconfiguratie. de totale oppervlakte bestemd voor bedrijfswoning/conciërgewoning mag maximum 200m² bedragen. Bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijfsdoorgangsgebouwen dienen in één fase opgericht te worden. 1.2.2. Beoordelingscriteria 1.2.2. Beoordelingscriteria Elke aanvraag voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning zal worden beoordeeld aan de hand van volgende criteria: zorgvuldig ruimtegebruik; een kwaliteitsvolle aanleg van het plangebied en afwerking van de bedrijfsgebouwen; indien de groenbuffer (artikel 2: bufferzone) deel uitmaakt van de kavel: een inrichtings- en beplantingsplan voor wat betreft aanplant van de groenbuffer. er wordt aangetoond dat het waterbergend vermogen door de aanleg van verharding en/of constructies niet verminderd wordt. Elke ingreep om dit Het voorzien van waterberging op eigen terrein of gemeenschappelijk voor meerdere terreinen behoort tot de mogelijkheden. Dit kan door de opvang van regenwater voor Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-57 -

op te lossen dient op eigen terrein of gemeenschappelijk binnen de bestemmingszone te gebeuren. Er moet in eerste instantie worden gestreefd naar maximaal hergebruik en vervolgens naar maximale infiltratie. De overloop van een hemelwaterbuffer dient aangesloten te worden op de open gracht, aansluitend op het plangebied. 1.2.3. Bezettingspercentage hergebruik of onder andere onder de vorm van infiltratie, door middel van retentiezone, open grachten of ondergrondse infiltratiebekkens. Andere systemen behoren ook tot de mogelijkheden. 1.2.3. Bezettingspercentage Minimale bebouwingspercentage van het deel van het bedrijfsperceel gelegen binnen deze zone, bedraagt 25%. Maximale bebouwingspercentage van het deel van het bedrijfsperceel gelegen binnen deze zone, bedraagt 85%. Minstens 25% van het deel van het bedrijfsperceel gelegen binnen artikel 1, dient effectief een gebouw te zijn (verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen worden niet meegerekend). Maximaal 85% van het deel van het bedrijfsperceel gelegen binnen artikel 1, mag effectief een gebouw zijn (verhardingen, parkeer- en groenvoorzieningen worden niet meegerekend). 1.2.4. Inplanting bedrijfsgebouwen 1.2.4. Inplanting bedrijfsgebouwen Ter hoogte van de overdrukzone specifieke bepalingen is een harmonieuze koppeling van gebouwen verplicht. Dit kan onder de vorm van een bedrijfsverzamelgebouw. Er wordt een verplichte en minimale voorbouwlijn aangeduid op het bestemmingsplan, welke dient te worden gerespecteerd. verplichte voorbouwlijn minimale voorbouwlijn De verplichte voorbouwlijn ten aanzien van het openbaar domein (artikel 5), ligt op: 7 meter van de rooilijn van de interne wegenis; 8 meter van de rooilijn van de Meulebekestraat. Afstand tot de achterkavelgrens: min. 10,00m. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-58 -

Afstand tot de zijkavelgrens: min. 5,00m of 0,00m t.o.v. de gemeenschappelijke kavelgrens bij koppeling van gebouwen,. Afstand tot artikel 2: bufferzone is min. 5 meter. 1.2.5. Volume en afmetingen Maximale kroonlijsthoogte: 8 meter. Uitzonderingen: Voor technische installaties en voorzieningen i.f.v. de productie en (o.a. brand)veiligheid, hygiëne, de bescherming van het leefmilieu, het welzijn van de mens, kan hiervan worden afgeweken; Verplicht plat dak of verdoken hellend dak. Koppeling van bedrijfsgebouwen is mogelijk, dit onder andere in functie van bedrijfsverzamelgebouwen en bedrijfsdoorgangsgebouwen Wanneer binnen de kavel een bufferzone gelegen is (artikel 2) bedraagt de afstand tot de achter- en of zijkavelgrens 10 meter. 1.2.5. Volume en afmetingen Bij gekoppelde constructies kunnen in functie van de brandveiligheid (brandoverslag) ter hoogte van de koppelgrens en over de volledige lente van de koppelgrens hogere hoogtes toegelaten worden dan de kroonlijsthoogte. Verdoken hellend dak is eveneens toegelaten, zie illustratie: Bij uitbreiding van bestaande bedrijfsgebouwen mag de dakvorm van de bestaande gebouwen verder worden aangehouden. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-59 -

1.2.6. Voorkomen 1.2.6. Voorkomen De materiaalkeuze moet inpasbaar zijn in de omgeving en dient ermee te harmoniëren. De materialen dienen zo gekozen te worden dat ze een akoestische isolatie vormen. Dit wil zeggen dat de gebruikte materialen qua textuur, kleur en schaal niet fel contrasterend of hinderend mogen zijn ten aanzien van de omgeving. Tussen de bouwdelen onderling dient een eenheid in materialenkeuze te bestaan. De materiaal- en kleurkeuze dient duidelijk gemotiveerd te worden in de stedenbouwkundige aanvraag. Zijn verboden als gevelbekleding: pvc-panelen; kunststof golfplaten. De eventueel niet afgewerkte gemeenschappelijke muren of nieuwe gemeenschappelijke muren ten gevolge van het lager bouwen en/of het afbouwen dienen kwalitatief te worden afgewerkt door de laatst bouwende, in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies. Indien silo s, verluchtingskanalen en/of rookkanalen worden geconstrueerd dienen deze visueel te worden geïntegreerd in de ruime omgeving, door middel van een doordachte vorm-, materiaal- en kleurkeuze. De directe omgeving van de bedrijfsgebouwen dient eveneens met zorg te worden ingericht. De niet-bebouwde delen worden met het oog op de esthetische, duurzame en functionele aspecten op een kwaliteitsvolle wijze ingericht. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-60 -

1.2.7. Inrichting van de niet-bebouwde ruimte 1.2.7. Inrichting van de niet-bebouwde ruimte De niet-bebouwde perceelsdelen dienen kwalitatief ingericht te worden als groenzone of als private toeritten, bedieningswegen, parkeerplaatsen, laad- en losplaatsen of niet-overdekte stapelruimte. Het stapelen en stockeren van goederen en/of grondstoffen in open lucht: - is niet toegelaten tussen de rooilijn en de voorbouwlijn; - is niet toegelaten binnen de overdrukzone specifieke bepalingen. De maximale stapelhoogte bedraagt 4,00 meter. Parkeerplaatsen en/of circulatieruimte dient ingekleed te worden in een groen kader. Op de scheidingslijn tussen openbaar domein en private kavel dient er verplicht een beukenhaag te worden aangebracht en hoogstammige bomen onder de vorm van het type Veldesdoorn, door de eigenaar van de kavel. - De beukenhaag heeft een verplichte hoogte van 0,80 m; - De beukenhaag dient te bestaan uit: min. 5 planten per lopende meter met blote wortel of kluit, maat 40/60. - De hoogstammige bomen worden geplaatst om de 10 lopende meter en worden aangeplant met blote wortel of kluit, maat 8/10 HO. Verhardingen dienen te worden aangelegd in waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van milieutechnische redenen niet haalbaar is. Beukenhaag (Fagus sylvatica) Veldesdoorn (Acer campestre Elsrijk ) Een haaghoogte van 0,80m laat bestuurders van auto s en fietsers toe om ongehinderd de verkeerssituatie te overschouwen. Een verplichte hoogte, plantafstand en plantmaat opleggen van de haag zorgt ervoor dat er een uniform straatbeeld gecreëerd wordt Waterdoorlatende materialen: bvb. kleinschalige materialen op een zandbed, grasdals, kiezels, waterdoorlatende betonklinkers 1.2.8. Afsluitingen 1.2.8. Afsluitingen Een keuze dient gemaakt uit volgende mogelijkheden: - geen afsluitingen; - streekeigen hagen; Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-61 -

- draad- en/of metaalafsluiting, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. Met uitzondering van groenaanplant, worden gesloten wanden (inclusief gesloten hekwerk) niet toegelaten. Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting. Voorbeelden van niet toegelaten, gesloten wanden zijn: metselwerk, houten/betonnen panelen, tuinschermen, geweven kuststofmatten, geweven kokosmatten, draadafsluiting met winddoek Afsluitingen/streekeigen hagen, gelegen in de zone tussen de rooilijn en de voorbouwlijn zijn maximaal 0,80 m hoog. Alle overige afsluitingen/streekeigen hagen zijn maximaal 2,00 m hoog. 1.2.9. Parkeervoorzieningen Ieder bedrijf moet instaan voor haar eigen behoeften aan parkeervoorzieningen, en dit zowel voor bedrijfswagens, voertuigen van personeel als voor bezoekers, op eigen terrein ofwel gemeenschappelijk binnen de bestemmingszone. 1.2.9. Parkeervoorzieningen Het plaatsen van voertuigen op de openbare weg is te allen tijde verboden. De parkeerplaatsen worden aangelegd in stofvrije, kleinschalige en waterdoorlatende materialen, tenzij dit omwille van milieutechnische redenen niet wenselijk is. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-62 -

1.2.10. Ontsluiting Per kavel mag maximum één ontsluitingspunt voor dubbelrichtingsverkeer met een maximale breedte van 6,00 meter voorzien worden. 1.2.10. Ontsluiting Illustratie mogelijke inrichting ontsluitingspunten Ontsluitingspunten dienen maximaal gemeenschappelijk aangelegd en gebruikt te worden. De ontsluiting van de nieuw te ontwikkelen bedrijfskavels mag enkel gebeuren op de interne wegenis (artikel 5.: openbaar domein) Voorbeeld van gemeenschappelijk aangelegde ontsluitingspunten: Bijzondere aandacht gaat hierbij uit naar eventuele doorgangsgebouwen en/of bedrijfsverzamelgebouwen. Wanneer de inrit tot iedere individuele bedrijfsruimte hierbij maximaal gemeenschappelijk aangelegd worden, is er daarnaast nog voldoende ruimte voorhanden om de zone tussen de voorbouwlijn en de rooilijn gedeeltelijk groen in te richten. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-63 -

Bedrijvigheid (VCRO, art. 2.2.3. 2) Artikel 2. : bufferzone Art. 2 VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 2.1. Bestemming 2.1. Bestemming Deze zone is bedoeld voor de buffering van het lokaal bedrijventerrein ten opzichte van de omgeving. De bufferzone dient: de constructies te onttrekken aan het zicht; de constructies te integreren in hun omgeving. 2.2. Inrichting en beheer 2.2. Inrichting en beheer De buffer dient 5 meter breed en minstens 4 tot 4,5 meter hoog te zijn. Er wordt, naast een breedte, ook een hoogte opgelegd teneinde voldoende kwalitatieve garanties te bieden ten aanzien van het woonweefsel. De bufferzone dient te worden aangelegd: - het eerste plantseizoen na aflevering van de stedenbouwkundige vergunning voor het openbaar domein; - volgens onderstaand plantschema: De vergunningsaanvraag voor de aanleg van de buffer dient dus samen te gebeuren met de vergunningsaanvraag voor de aanleg van de interne wegenis. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-64 -

Bij onderhoud van de bufferzone moet de buffercapaciteit behouden blijven. Binnen deze zone zijn geen verhardingen of onderbrekingen toegelaten. Volledig rooien in functie van herplanten is niet toegelaten. Rooien in functie van herplanten dient gefaseerd te gebeuren zodat de buffercapaciteit behouden blijft. Binnen deze zone is het oprichten van constructies en/of gebouwen verboden. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-65 -

Wonen (VCRO, art. 2.2.3. 2) Artikel 3. : woongebied Art. 3 VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 3.1. Bestemming 3.1. Bestemming 3.1.1 Hoofdbestemming 3.1.1 Hoofdbestemming Het gebied is bestemd voor wonen. Er zijn enkel eengezinswoningen toegelaten. Meergezinswoningen zijn verboden. Onder eengezinswoningen kunnen ook beschouwd worden de zogenaamde zorgwoning en/of kangoeroe-woning, waarbij een tweede woonfunctie voorzien wordt in het gebouw voor respectievelijk inwonende ouders of kinderen. De niet-bebouwde perceeldelen zijn bestemd voor: - groenaanleg; - toegang tot de gebouwen; - voor parkeren. 3.1.2 Nevenbestemming 3.1.2 Nevenbestemming Aan het wonen aanverwante activiteiten en voorzieningen zijn enkel toegelaten indien ze gepaard gaan met een woonfunctie en voor zover hun gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte inneemt, met een maximum van 100m². Aan het wonen aanverwante activiteiten moeten beoordeeld worden op hun verenigbaarheid met hun omgeving wat schaal en ruimtelijke impact betreft. Onder aan het wonen verwante activiteiten en voorzieningen worden verstaan: kleinhandel, kantoren, ambacht, diensten en bedrijven. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-66 -

Uitzonderingen: bestaande vergunde activiteiten en voorzieningen die een grotere vloeroppervlakte beslaan dan 50% van de totale vloeroppervlakte en/of 100m², mogen behouden blijven. Na stopzetting van de huidige activiteit mogen andere met het wonen verenigbare activiteiten plaatsvinden, mits deze maximum dezelfde of een kleinere vloeroppervlakte beslaan dan de bestaande vergunde activiteiten en voorzieningen. De vloeroppervlakte aangewend voor de nevenbestemming mag niet meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte innemen. 3.2. Inrichting 3.2. Inrichting 3.2.1 Algemeen 3.2.1 Algemeen Gesloten, halfopen en open bebouwing is toegelaten. 3.2.2 Inplanting 3.2.2 Inplanting Hoofdgebouw: Afstand tot de rooilijn Lammekensknokstraat = 6,00 meter Afstand tot de rooilijn Meulebekestraat = 8,00 meter Bij halfopen bebouwing bedraagt de afstand tot de niet-bebouwde perceelsgrens minstens 3,00 meter en 0,00 meter tot de gemeenschappelijke bebouwde perceelsgrens. Bij open bebouwing bedraagt de afstand tot de perceelsgrenzen minstens 3,00 meter. Bijgebouwen en tuinconstructies: Bijgebouwen worden enkel toegelaten achter het hoofdgebouw. Afstand tot de achterkavelgrens = min. 1,00m. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-67 -

Afstand tot de zijkavelgrens = min. 1,00m of 0,00m mits koppeling met een analoog gebouw op het aanpalend perceel mogelijk is. Carports: Carports worden enkel toegelaten in de zij- of achtertuin. De voorbouwlijn van een carport: minimum op 1 meter achter de voorbouwlijn van het hoofdgebouw of verder naar achter; Afstand tot de zijkavelgrens = min. 1,00m of 0,00m mits koppeling met een analoog gebouw op het aanpalend perceel mogelijk is. 3.2.3 Bouwvoorschriften 3.2.3 Bouwvoorschriften Hoofdgebouw: Maximum2 bouwlagen + hellend dak. Maximale kroonlijsthoogte = 7,00 meter. Maximale nokhoogte = 13,00 meter. Dakvorm: verplicht hellend dak. Maximale dakhelling = 45 Bouwdiepte: - gelijkvloers: max. 20,00 meter; - verdieping: max. 12,00 meter. Bijgebouwen en tuinconstructies Maximale kroonlijsthoogte = 3,50 meter. Maximale nokhoogte = 5,00m. Dakvorm: vrij. Maximale dakhelling = 45. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-68 -

Maximale oppervlakte = 50m². Uitzonderingen: op percelen waar de bestaande vergunde bijgebouwen een grotere oppervlakte beslaan, geldt de vergunde oppervlakte als maximum. Carports Maximum één carport per woongelegenheid; Verplichtend plat dak maximale kroonlijsthoogte 2,80m. De maximaal toegelaten oppervlakte bedraagt 21,00 m². De carport dient een open constructie te zijn (minimum 2 zijden open). 3.2.4 Voorkomen 3.2.4 Voorkomen Gevel- en dakmaterialen: esthetisch verantwoorde en duurzame materialen, qua kleur in harmonie met de omgeving. Aansluiting met aanpalende gebouwen dient op een harmonieuze en esthetische manier te gebeuren. Blinde gevels dienen te worden afgewerkt in hetzelfde gevel- of dakbedekkingsmateriaal als het gebouw. Eventueel niet afgewerkte gemeenschappelijke muren of nieuwe gemeenschappelijke muren ten gevolge van het lager bouwen en/of het afbouwen dienen te worden afgewerkt door de laatst bouwende, in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies. Afwerking van wachtgevels: bitumenasfalt en foliebekleding zijn niet toegelaten. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-69 -

3.2.5 Afsluitingen 3.2.5 Afsluitingen Afsluitingen in de voortuin mogen maximum 0,80 meter hoog mogen zijn. Afsluitingen in de zij- en achtertuin, mogen maximum 2,00 meter hoog mogen zijn. Voor afsluitingen die zichtbaar zijn vanaf het openbaar domein dient een keuze gemaakt te worden uit volgende mogelijkheden: geen afsluitingen; streekeigen hagen; draad- en/of metaalafsluiting, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. Met uitzondering van groenaanplant, worden gesloten wanden (inclusief gesloten hekwerk) niet toegelaten. Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting. 3.2.6 Verhardingen Voorbeelden van niet toegelaten, gesloten wanden zijn: metselwerk, houten/betonnen panelen, tuinschermen, geweven kuststofmatten, geweven kokosmatten, draadafsluiting met winddoek 3.2.6 Verhardingen De verhardingen moeten maximaal uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen. Vb. kleinschalige materialen op een zandbed, grasdals, kiezels, 3.2.7 Parkeervoorzieningen 3.2.7 Parkeervoorzieningen Er dient minimum één private autobergplaats en/of standplaats per woongelegenheid voorzien te worden op eigen terrein. Daarnaast dient men voldoende parkeerplaatsen te voorzien op eigen terrein, voor nevenbestemmingen die extern bestemmingsverkeer teweeg brengen. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-70 -

Wonen (VCRO, art. 2.2.3. 2) Artikel 4. : tuinzone Art. 4 VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 4.1. Bestemming 4.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor tuinen, horende bij de bewoning van de Lammekensknokstraat. 4.2. Inrichting 4.2. Inrichting 4.2.1 Algemeen De tuinzone is uitsluitend bestemd voor de aanleg van tuinen inclusief eventuele carports, bijgebouwen en constructies die behoren tot en in functie van de normale tuinuitrusting; 4.2.1 Algemeen Constructies in functie van de normale tuinuitrusting: tuinhuis, volière, duiventil, hobbyserre, zwembad, pergola, overdekt terras Bijgebouwen kunnen niet voor wonen gebruikt worden. 4.2.2 Inplanting 4.2.2 Inplanting Bijgebouwen en tuinconstructies: Bijgebouwen worden enkel toegelaten achter het hoofdgebouw. Afstand tot de achterkavelgrens = min. 1,00m. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-71 -

Afstand tot de zijkavelgrens = min. 1,00m of 0,00m mits koppeling met een analoog gebouw op het aanpalend perceel mogelijk is. Carports: Carports worden enkel toegelaten in de zij- of achtertuin. De voorbouwlijn van een carport: minimum op 1 meter achter de voorbouwlijn van het hoofdgebouw of verder naar achter; Afstand tot de zijkavelgrens = min. 1,00m of 0,00m mits koppeling met een analoog gebouw op het aanpalend perceel mogelijk is. 4.2.3 Bouwvoorschriften 4.2.3 Bouwvoorschriften Bijgebouwen en tuinconstructies Maximale kroonlijsthoogte = 3,50 meter Maximale nokhoogte = 5,00m Dakvorm: vrij Maximale dakhelling = 45 Maximale oppervlakte = 50m². Uitzonderingen: op percelen waar de bestaande vergunde bijgebouwen een grotere oppervlakte beslaan, geldt de vergunde oppervlakte als maximum. Carports Maximum één carport per woongelegenheid. Verplichtend plat dak maximale kroonlijsthoogte 2,80m. De maximaal toegelaten oppervlakte bedraagt 21,00 m². De carport dient een open constructie te zijn (minimum 2 zijden open). Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-72 -

4.2.4 Voorkomen 4.2.4 Voorkomen Gevel- en dakmaterialen: esthetisch verantwoorde en duurzame materialen, qua kleur in harmonie met de omgeving. Aansluiting met aanpalende gebouwen dient op een harmonieuze en esthetische manier te gebeuren. Blinde gevels: af te werken in hetzelfde gevel- of dakbedekkingsmateriaal als het gebouw. Eventueel niet afgewerkte gemeenschappelijke muren of nieuwe gemeenschappelijke muren ten gevolge van het lager bouwen en/of het afbouwen dienen te worden afgewerkt door de laatst bouwende, in relatie en/of harmonie met de aanpalende constructies. Afwerking van wachtgevels: bitumenasfalt en foliebekleding niet toegelaten. 4.2.5 Afsluitingen 4.2.5 Afsluitingen Afsluitingen in de zij- en achtertuin, mogen maximum 2,00 meter hoog zijn. Een keuze dient gemaakt uit volgende mogelijkheden: geen afsluitingen; streekeigen hagen; draad- en/of metaalafsluiting, al dan niet gecombineerd met levende groenaanplantingen. Met uitzondering van groenaanplant, worden gesloten wanden (inclusief gesloten hekwerk) niet toegelaten. Poorten dienen ingepast te worden in het totaalbeeld van de afsluiting. Voorbeelden van niet toegelaten, gesloten wanden zijn: metselwerk, houten/betonnen panelen, tuinschermen, geweven kuststofmatten, geweven kokosmatten, draadafsluiting met winddoek Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-73 -

4.2.6 Verhardingen Verhardingen moeten maximaal uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen. 4.2.6 Verhardingen Vb. waterdoorlatende materialen zijn kleinschalige materialen op een zandbed, grasdals, kiezels. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-74 -

Lijninfrastructuur (VCRO, art. 2.2.3. 2) Artikel 5. : openbaar domein Art. 5 VERORDENEND TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften 5.1. Bestemming 5.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor: - openbare wegen en pleinen in functie van toegankelijkheid en lokale ontsluiting; - de aanleg van een waterbuffer. Alle bijkomende acties, maatregelen en inrichtingen in functie van het optimaliseren van het openbaar domein zijn toegelaten. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de omgeving, waarbij een evenwicht tussen verblijfskwaliteit en bereikbaarheid wordt vooropgesteld. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-75 -

5.2. Inrichting 5.2. Inrichting De inrichting en het beheer van de zone zijn gericht op de verblijfskwaliteit en de interne circulatie in de buurt, zowel voor voetgangers en fietsers als voor gemotoriseerd verkeer. Alle werken en handelingen die deze doelstellingen ondersteunen zijn toegelaten. Principetekening inrichting zone Bovengrondse bebouwing is hier niet toegelaten, met uitzondering van constructies in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen. Met constructies in functie van openbaar nut wordt onder andere bedoeld bvb. elektriciteits- en gascabine. Ondergrondse nutsleidingen, bijzondere voorzieningen zoals verlichtingsarmaturen, wegwijzers, verkeersborden, straatmeubilair, groenvoorzieningen, kunstwerken en installaties horende bij de ondergrondse nutsleidingen, zijn toegelaten. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-76 -

5.2.1 Aansluiting ontsluitingsweg op Meulebekestraat 5.2.4 Aansluiting ontsluitingsweg op Meulebekestraat De zone kent slechts één aansluitingspunt op de Meulebekestraat, met een breedte van 12 meter. Afwijkingsmogelijkheden: het aansluitingspunt op de Meulebekestraat mag breder worden aangelegd in functie van de nodige bochtstralen om zowel het links als rechts afdraaien van voertuigen mogelijk te maken. Echter dient dit voldoende gemotiveerd te worden en tot een minimum beperkt te worden. Privé in- en uitritten die ontsluiting nemen op het openbaar domein dienen zodanig ingeplant te worden dat het zicht op het openbaar domein, bij het in- of uitrijden, maximaal is. Privé ontsluitingspunten die toegang nemen op het openbaar domein dienen maximaal gemeenschappelijk aangelegd en gebruikt te worden. 5.2.2 Parkeervoorzieningen 5.2.1 Parkeervoorzieningen Er mogen geen parkeervoorzieningen aangelegd worden binnen deze zone. 5.2.3 Groen Op de scheidingslijn tussen openbaar domein en private kavel dient er verplicht een beukenhaag te worden aangebracht en hoogstammige bomen onder de vorm van het type Veldesdoorn, door de eigenaar van de kavel. De beukenhaag heeft een verplichte hoogte van 0,80 m; 5.2.2 Groen Beukenhaag (Fagus sylvatica) Veldesdoorn (Acer campestre Elsrijk ) Een haaghoogte van 0,80m laat bestuurders van auto s en fietsers toe om ongehinderd de verkeerssituatie te overschouwen. Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-77 -

De beukenhaag dient te bestaan uit: min. 5 planten per lopende meter met blote wortel of kluit, maat 40/60. De hoogstammige bomen worden geplaatst om de 10 lopende meter en worden aangeplant met blote wortel of kluit, maat 8/10 HO. Een verplichte hoogte, plantafstand en plantmaat opleggen van de haag zorgt ervoor dat er een uniform straatbeeld gecreëerd wordt Plan ID: RUP_36007_214_00011_00001 februari 2016-78 -