Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus AE Den Haag

Vergelijkbare documenten
monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

5. Onderwijs en schoolkleur

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Utrecht

8. Werken en werkloos zijn

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten De Haagse Hogeschool

2. Kunt u aangeven wat de weerslag hiervan is in de kosten die hierdoor ten aanzien van (nietwesterse) allochtonen worden gemaakt?

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Diversiteit in het po, vo en mbo

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

5.6 Het Nederlands hoger onderwijs in internationaal perspectief

Aanval op schooluitval

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Dordtse jeugd in cijfers

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

Opleidingsniveau stijgt

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

n D s n M ONDER Stichting van de Arbeid t.a.v. de Voorzitters, mevr. drs. A.M. Jongeriusen M "3 I "Tj M mr. B.E.M. Wientjes 2509 LK Den Haag

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool van Amsterdam

Meerjarenafspraken studiesucces allochtone studenten Hogeschool Rotterdam

De minister en de staatssecretaris van OCW Rijnstraat XP Den Haag. Datum 19 december 2016 Betreft Afwijkende wijze examineren - dyslexie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

18 maart 2008 VSV/DIR/2008/9403

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Voortijdig Schoolverlaters 2005 Toelichting bij de tabellen

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Langdurige werkloosheid in Nederland

Potentiële Voortijdig Schoolverlaters in Nederland Toelichting bij de tabellen

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Stromen door het onderwijs

Aantal instromende studenten tussen gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het voortgezet

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Datum 28 november 2018 Betreft Beantwoording vragen schriftelijk overleg (Kamerstuk 31293, nr. 415))

Factsheets. Voortijdig Schoolverlaten

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Praktische opdracht Aardrijkskunde Criminaliteit in Nederland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 DEN HAAG. laaggeletterdheid. Geachte mevrouw Arib,

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

Aanval op schooluitval

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Directoraat-Generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden, Integratie en Vreemdelingenzaken

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke

Het middelbaar beroepsonderwijs

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Factsheet jeugdigen in de Drechtsteden

Maatschappelijke participatie als opstap naar betaald werk.

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Informatie 10 januari 2015

Afgestudeerden en uitvallers in Avans en het hoger beroepsonderwijs

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

DE MOEDERMAVO 2.0. Initiatiefvoorstel GroenLinks Amsterdam; Fenna Ulichki 7 maart 2014.

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

De integratie van Antillianen in Nederland. Presentatie 9 juni: De Caribische demografie van het Koninkrijk der Nederlanden

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Kinderopvang. Selectie van een aantal Arnhemse cijfers uit het rapport van het CBS. 15 maart 2015 Onderzoek & Statistiek

9. Werknemers en bedrijfstakken

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Marokkaanse Nederlanders in Zeist 2011

Marokkaanse Nederlanders in Gouda 2012

Aanval op schooluitval

Marokkaanse Nederlanders in Utrecht 2011

Begroting 2014 Meta-data Monitor streefdoelen onderwijs

23JA Grafisch Lyceum Rotterdam

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Jongeren op de arbeidsmarkt

Onderwijs. Hoofdstuk Inleiding

Achtergronddocument berekening doelgroepleerlingen 2017/ 18

Factsheet voortijdig schoolverlaten Regio Zuid-Holland Noord Schooljaar

Datum 19 februari 2010 Betreft Beantwoording Kamervragen over de demografische samenstelling van Nederland

Conceptbegroting Gemeenschappelijke Regeling Schoolverzuim en Voortijdig Schoolverlaten (VSV) regio West-Kennemerland

Sociale acceptatie van homoseksualiteit in Zuid-Holland West

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 AE Den Haag Datum 4 september 2009 Betreft Beantwoording Kamervragen over de aan diverse beleidsterreinen gerelateerde kosten en opbrengsten van (niet-westerse) allochtonen Geachte Voorzitter, Bijgaand doen wij u, mede namens de andere betrokken bewindslieden, de antwoorden toekomen op de vragen van het lid van uw Kamer de heer Fritsma (PVV) over de kosten en opbrengsten die voortvloeien uit de aanwezigheid van (niet-westerse) allochtonen in Nederland. Ter inleiding op de departementale antwoorden merken wij het volgende op. De kracht van Nederland schuilt in een open economie en een open samenleving. Het kabinetsbeleid is er op gericht het goede van die open samenleving te behouden, terwijl het misstanden, misbruik en achterstanden bestrijdt. Allochtonen, westerse en niet-westerse, zijn leden van onze samenleving. Hun aanwezigheid laat zich niet reduceren tot een simpele optel- en aftreksom langs de meetlat van de euro. Net zoals dat niet gebeurt voor de kosten en opbrengsten van autochtonen, gehandicapten, 65+ers of welke categorie burgers dan ook. Wij evalueren geen burgers, maar wel beleid. De beantwoording van de vragen richt zich daarom op de kosten en opbrengsten van het beleid. Daarover kan en wil het kabinet graag verantwoording afleggen. Het begrip allochtoon - een inwoner van Nederland van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren - heeft betrekking op de herkomst van mensen. Herkomst is een persoonsgegeven dat, ingevolge de beginselen van de rechtsstaat, niet relevant is voor de meeste beleidsterreinen. De regering houdt, als gezegd, geen boekhouding bij van de kosten en opbrengsten van groepen mensen in de samenleving. Onderscheid naar herkomst wordt alleen gemaakt als dat noodzakelijk is met het oog op het monitoren van de achterstandspositie van bepaalde groepen. Zoals uit de antwoorden blijkt, kan daarom op de meeste beleidsterreinen geen antwoord worden gegeven met betrekking tot de specifieke kosten en opbrengsten van (niet-westerse) allochtonen. In de departementale antwoorden wordt de rijksbegroting als leidraad gehanteerd. In de rijksbegroting worden de gegevens gepresenteerd die in het kader van de beleidsdoelstellingen relevant zijn. De uitgaven aan beleid dat zich Pagina 1 van 2

specifiek richt op allochtonen kunnen daaruit worden afgeleid, zoals bij het integratie- en inburgeringsbeleid. Op andere beleidsterreinen is dat niet zo. Dit geldt in vergelijkbare mate voor de inkomstenkant als het gaat om bijvoorbeeld inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en BTW. Tegenover een aantal zichtbare uitgaven aan beleid kunnen dus geen inkomsten worden geplaatst. De vragen van de heer Fritsma hebben betrekking op de periode 2004-2014. De kosten en opbrengsten van beleid kunnen echter alleen in samenhang in beeld worden gebracht als wordt uitgegaan van een langetermijn- (levensloop)perspectief. Voor veel beleid gaat de kost voor de baat uit. Een voorbeeld hiervan is het beleid gericht op inburgering en het inlopen van achterstanden in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. De opbrengsten hiervan, door stijging van het opleidingsniveau, toename van de participatie in de samenleving, betere opvoeding van kinderen en een grotere kans op werk, zijn reëel, maar moeilijk te kwantificeren. Portefeuille Wonen, Wijken en Integratie Directie Inburgering en Integratie Datum 4 september 2009 Kenmerk DGW/I&I2009052629 Het totaal aan beschikbare cijfers uit de rijksbegroting is kortom ongelijksoortig van aard en niet onderling vergelijkbaar. Pogingen tot toerekening of schatting kennen dus nadrukkelijk hun beperkingen. De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, E.E. van der Laan J.P.H. Donner De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin Pagina 2 van 2

Antwoorden van de minister en de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op vragen van het lid Fritsma (PVV) over kosten van OCW-voorzieningen voor allochtonen (Ingezonden 17 juli 2009, 2009Z14081) 1. Kunt u aangeven welk deel van al het onderwijs wordt aangewend voor (niet westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de (jeugdige) bevolking van ons land, en hoe deze groep is verdeeld over de diverse onderwijstypen? 2. Kunt u aangeven wat de weerslag hiervan is in de kosten die hierdoor ten aanzien van (niet westerse) allochtonen worden gemaakt? 3. In welke mate worden extra kosten voor allochtone leerlingen gemaakt in de sfeer van bijvoorbeeld het tegengaan van spijbelen en schooluitval (gelet op oververtegenwoordiging hierin van allochtone leerlingen) en hoe hoog zijn deze kosten? 4. In welke mate worden kosten op het gebied van cultuur, media, kinderopvang en emancipatie gemaakt voor (niet westerse) allochtonen, gelet op het aandeel van deze groep in de bevolking en de specifieke karakteristieken die deze groep kent ten aanzien van bijvoorbeeld emancipatie? 5. Hoe verhouden bedoelde kosten zich tot de opbrengsten die bedoelde groep oplevert op het terrein van OCW? 6. Welke gegevens heeft u betrokken bij de bepaling van het aandeel van niet- westerse allochtonen in de bevolking en de oververtegenwoordiging van deze groep in zaken als schooluitval? 7. Kunt u de kosten uitsplitsen naar: dit jaar, de afgelopen 5 jaar en (geprognosticeerd) het komende jaar en de komende 5 jaar? 8. Indien de hier gevraagde kosten niet exact zijn vast te stellen: wat is hier de reden van en kunt u in ieder geval een reële schatting maken? Zo neen, waarom niet? Antwoord 1. Het aandeel van niet-westerse allochtonen in het onderwijs in de periode 2005-2013 blijkt uit onderstaande tabel: 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 po 15,9 15,9 16,0 16,1 16,1 16,3 16,4 16,5 16,6 vo 14,4 14,4 14,7 14,7 14,5 14,7 14,8 14,9 15,1 mbo 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,0 20,2 20,5 20,7 hbo 13,1 13,4 13,9 14,2 14,5 14,7 15,0 15,3 15,6 wo 11,8 12,2 12,5 12,8 13,1 13,3 13,6 13,9 14,2 De gerealiseerde percentages zijn afkomstig uit leerlingentellingen 2005 t/m 2008, inclusief het door LNV bekostigde onderwijs, maar exclusief voorschoolse educatie en volwassenen-educatie. Voor primair onderwijs (po) stemmen deze percentages overeen met bevolkingscijfers (4-11 jarigen), voor voortgezet onderwijs (vo) ligt de deelname ca. 1 procentpunt lager dan de overeenkomstige bevolkingsgroep 12-16 jarigen, omdat allochtonen ondervertegenwoordigd zijn in havo/vwo en bijgevolg het vo gemiddeld eerder verlaten dan autochtone vo-leerlingen. Mede

daardoor zijn allochtonen bij mbo juist oververtegenwoordigd, nl. met ca. 4 procentpunten, bij hbo en wo daarentegen is er een ondervertegenwoordiging van 2 à 3 procentpunten. De prognose voor de periode 2009-2015 is bij po, vo en mbo gebaseerd op de trendmatige ontwikkelingen in de bevolking per leeftijdsgroep volgens de allochtonenprognose van het CBS. Maar bij hbo en wo wijkt de historische trend in percentages duidelijk af van de ontwikkeling in de relevante leeftijdsgroep van de bevolking, daarom is hier op basis van historische cijfers rekening gehouden met een sterkere stijging van het percentage allochtonen. Uitgaande van deze percentages worden de volgende aantallen niet-westers allochtone onderwijsdeelnemers (x 1000) berekend, dit omvat al het door OCW en LNV bekostigde onderwijs: 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 po 261 261 261 261 261 262 262 260 258 vo 138 138 138 139 139 139 141 143 146 mbo 98 99 100 102 102 105 109 111 111 hbo 47 48 51 54 56 58 60 62 64 wo 24 25 26 27 29 31 32 34 35 totaal 567 571 577 583 587 595 604 610 615 2. Het is het niet mogelijk een reële schatting te geven van de kosten die gemaakt worden voor nietallochtone onderwijsdeelnemers. Dit komt omdat er zowel kostenverlagende en kostenverhogende effecten op de gemiddelde prijs inwerken die niet specifiek zijn toe te rekenen naar niet-westere allochtonen. 3. In de kosten van de aanpak van spijbelen en voortijdig schoolverlaten wordt geen onderscheid gemaakt naar doelgroepen. In het hoger onderwijs echter investeert het kabinet extra in het verbeteren van het studiesucces van Nederlandse studenten met een niet-westerse achtergond (zie de begroting van het ministerie van OCW, tabel 6.2; Tweede kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 200 hoofdstuk VIII, nr 2). Deze investeringen richten zich op structurele verbetering van het rendement onder deze groep studenten. In het bijzonder wordt gestreefd naar het inlopen van de achterstandspositie van deze groep studenten ten opzichte van autochtone studenten. Het gaat om een bedrag van 8,8 mln in 2009 en 12,8 mln structureel vanaf 2010. 4 en 5. Cultuur In de brief Culturele Diversiteit aan de Tweede Kamer van 24 april 2009 heb ik een evaluatie gegeven over culturele diversiteit op het gebied van kunst en cultuur inclusief cultureel erfgoed. De diversiteit gaat hierbij over alle aspecten waarin mensen van elkaar kunnen verschillen. Dat is niet alleen etniciteit, maar ook sekse, leeftijd, opleiding, religie, inkomen en seksuele oriëntatie. Het minsterie van OCW en de cultuurfondsen subsidieren een aantal instellingen onder de noemer van culturele diversiteit. Hiermee is een bedrag gemoeid van 7,5 miljoen in 2008. Media Er is een jaarlijkse bijdrage van circa 3,8 miljoen uit de mediabegroting gericht op het versterken van een divers media-aanbod. In de brief aan de Kamer van november 2008 ( Kamerstuk 31700 VIII, nr. 44) wordt het beleid op het terrein van media en diversiteit geëvalueerd. De evenwichtige representatie van verschillende bevolkingsgroepen in het algemene media-aanbod en het versterken van diversiteit in de media door het ondersteunen van specifiek aanbod wordt hierin onder de loep genomen. Het ministerie van OCW registreert niet welke kosten op het gebied van media worden gemaakt voor (niet westerse) allochtonen.

Kinderopvang Het is niet bekend hoeveel procent van de gebruikers van de kinderopvangtoeslag van allochtone afkomst is, omdat dit niet geregistreerd wordt. Emancipatie Artikel 25 Emancipatie van de begrotingshoofdstuk VIII heeft betrekking op homo-emancipatie en vrouwenemancipatie. Kwantitatieve informatie over het totaal van de uitgaven ten behoeve van (niet-westerse) allochtonen onder artikel 25 in relatie tot het aandeel van deze groep in de bevolking is niet te geven, omdat de (meeste) middelen niet geoormerkt worden voor (nietwesterse) allochtonen. Een uitzondering hierop vormt het project 1001Kracht, dat exclusief gericht is op de bevordering van maatschappelijke deelname van allochtone vrouwen. Hiervoor is een budget beschikbaar van 2.4 mln. voor de jaren 2008 en 2009. 6. OCW baseert de informatie over het aantal voortijdige schoolverlaters op opgaven van het CFI die hiervoor de Onderwijsnummerregistratie van de Informatie Beheer Groep als bron gebruikt. Bij de bepaling van het aandeel niet-westerse allochtonen, hanteert OCW de definitie van niet-westerse allochtoon zoals gedefinieerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. In het schooljaar 2007-2008 bedroeg het percentage nieuwe voortijdige schoolverlaters in totaal 3,7 procent van het totale aantal onderwijsdeelnemers. Bij autochtonen bedroeg het percentage nieuwe voortijdige schoolverlaters 3,0 procent (van het totaal aantal autochtone onderwijsdeelnemers), bij westerse allochtonen 4,7 procent (van het totale aantal westerse allochtone onderwijsdeelnemers) en bij niet westerse allochtonen 6,3 procent (van het totale aantal niet-westerse allochtone onderwijsdeelnemers). De meerderheid van het totaal aantal uitvallers in schooljaar 2007-2008 is van autochtone afkomst. Ongeveer 35 procent van de totale groep uitvallers bestaat uit westerse en niet-westerse allochtonen. De algemene trend is dat het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters de afgelopen schooljaren steeds is gedaald. In het schooljaar 2007-2008 bedroeg het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters 48.800. Daaronder waren circa 32.000 autochtonen, circa 3.800 westerse allochtonen en circa 13.000 niet-westerse allochtonen. In het hoger onderwijs is de uitval van niet-westerse allochtone studenten een aantal procenten hoger dan bij autochtone studenten. Het verschil wordt wel steeds kleiner. Het percentage hbostudenten dat na 6 jaar een hoger onderwijsdiploma heeft behaald is 66% bij autochtone studenten en 48% bij niet-westerse allochtonen. In het wo is het respectievelijk 47% en 35% (CFI, 1 cijfer HO; peildatum 2006). Zie ook tabel 6.9 in de begroting van het ministerie van OCW voor het jaar 2009 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2008-2009, 31 700 hoofdstuk VIII, nr. 2). 7. Zie antwoord op vraag 1. 8. Voor het antwoord op deze vraag wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2 en de begeleidende brief.