Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd"

Transcriptie

1 Notitie a Aansluiting vanuit het onderwijs op de arbeidsmarkt van jongens en meisjes met een diploma gehaald op het mbo bol-voltijd of ho voltijd Juli 2014 Nelet Kuipers, team Onderwijs SQS 1

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Opzet van het onderzoek Populatie Gegevens 3 3 Resultaten Samenvatting mbo Arbeidsmarktpositie van Mbo-gediplomeerden bol-vt Inkomsten van Mbo-gediplomeerden bol-vt Samenvatting hoger onderwijs Arbeidsmarktpositie van Ho-gediplomeerden voltijd Inkomsten van Ho-gediplomeerden voltijd 18 4 Arbeidsmarkt- en opleidingsverschillen tussen mannen en vrouwen Samenvatting opleidings- en arbeidsmarktverschillen mannen en vrouwen Korte inleiding Opleidingsniveau bevolking 15 tot 65 jaar Netto arbeidsparticipatie Gemiddelde arbeidsduur Beloningsverschillen 27 Tabellen 30 Tabellenoverzicht 30 Links naar de Statline-tabellen 65 1

3 1 Inleiding In de notitie Analyseplan verschillen tussen jongens en meisjes ter voorbereiding van het Platform Beleidsinformatie over verschillen tussen jongens en meisjes zijn onderstaande zinnen opgenomen: In 2013 is er een notitie aangeboden aan de minister over jongens-meisjes verschillen in het onderwijs. Er is al vrij veel bekend over deze verschillen in PO en VO, veel minder is bekend over MBO en HO. Naar aanleiding van de notitie wilde de minister graag nader onderzoek naar wat er aan de hand is met de jongens in mbo, hbo en wo. Dit onderzoek is ook aangekondigd in haar emancipatienota. Om deels antwoord op deze vragen te kunnen geven is onderzocht hoe jongens en meisjes met een mbo, ho of wo diploma het doen op de arbeidsmarkt over een aantal jaar en op verschillende tijdstippen. 2 Opzet van het onderzoek 2.1. Populatie Bij het onderzoek zijn 6 populaties onderscheiden. Hierbij is een kruising gemaakt van drie onderwijssoorten en twee cohorten. Voor alle populaties geldt dat het gaat om deelnemers/studenten die in een bepaald jaar een diploma hebben gehaald en het volgend jaar geen bekostigd onderwijs meer volgen. Hierbij is een onderscheid gemaakt in de volgende onderwijssoorten: - Mbo-gediplomeerden op de voltijdse opleiding met beroepsopleidende leerweg - Hbo-gediplomeerden - Wo-gediplomeerden Bij de cohorten is gekeken naar: - Uitstromers uit het schooljaar 2005/2006 en hun arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 én 2011 (gegevens over arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2006, 2008 zijn ook beschikbaar) - Uitstromers uit het schooljaar 2009/2010 en hun arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 (gegevens over de arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2010 zijn ook beschikbaar) 2

4 2.2. Gegevens Voor de 6 populaties is gekeken naar de arbeidsmarktpositie van jongens en meisjes en naar de verhouding tussen de inkomsten tussen jongens en meisjes. Bij de arbeidsmarktpositie wordt onderscheid gemaakt naar het hebben van ; ; en en geen of. Verder worden bovenstaande gegevens ook uitgesplitst naar herkomst en voor de mbogediplomeerden naar niveau en sector, en voor hbo en wo naar HOOP-gebieden. 3 Resultaten 3.1. Samenvatting mbo: Op niveau 1 en 2 is het percentage vrouwen dat t lager dan het percentage mannen dat t. Op hogere niveaus hebben meer mensen dan op lagere. Doordat vrouwen een iets hoger niveau dan mannen hebben, compenseert dit het lagere percentage op niveau 1 en 2. Hierdoor is het gemiddelde van alle vrouwen en alle mannen met gelijk. Op niveau 3 en 4 is het verschil in arbeidsmarkpositie tussen mannen en vrouwen niet groot. Wel hebben mannen na 4 jaar uitstroom een iets hoger percentage dan één jaar na uitstroom, terwijl dit voor de vrouwen net andersom is. Het verschil in op niveau 1 is tussen 2007 en 2011 afgenomen. Dit komt vooral, omdat minder mannen hadden. Op niveau 2 is het verschil tussen mannen en vrouwen m.b.t. het aandeel enden toegenomen 4 jaar na uitstroom. Dit komt omdat minder vrouwen na 4 jaar nog ten. Voor mannen die in 2011 op de arbeidsmarkt kwamen geldt dat relatief weinig kregen, waardoor het verschil tussen mannen en vrouwen met iets kleiner werd. In 2007 hadden mannen duidelijk meer inkomsten dan vrouwen In 2011 is dit verschil voor de nieuwe uitstromers iets kleiner geworden Na 4 jaar uitgestroomd te zijn, wordt het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen aanzienlijk groter. Het grootste verschil in inkomsten doet zich voor op mbo 2 niveau. 3

5 3.2. Arbeidsmarktpositie van Mbo-gediplomeerden bol-vt Van de bol-vt mbo ers die in het schooljaar 2005/2006 hun diploma haalden en in het volgende schooljaar geen onderwijs meer volgden had 87 procent op 1 oktober 2007 en 2 procent daarvan had daarnaast ook een. Slechts een klein percentage (2 procent) had een en ongeveer 10 procent had noch noch een. Onderstaande figuur geeft aan dat deze percentages verschillen per herkomstgroepering. Zo ligt het percentage autochtonen met 10 procent hoger dan bij de westerse allochtonen en 20 procent hoger dan bij de niet-westerse allochtonen. De arbeidsmarktpositie van mannen en vrouwen verschilt weinig van elkaar, ook binnen de herkomstgroeperingen zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen vrij klein Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 per herkomstgroepering voor cohort 2005/ mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen geen en/of en Autochtoon Niet-westers allochtoon Westers allochtoon Wanneer gekeken wordt naar de arbeidsmarktpositie per niveau in het mbo dan vallen twee dingen op (3.2.2.). Allereerst is het percentage gediplomeerden met mbo 1 en het laagst met ongeveer 62 procent, gevolgd door mbo 2 met 77 procent. Het aandeel enden op niveau 3 en 4 is hetzelfde met 87 procent. Het tweede dat opvalt is dat op niveau 1 en in iets mindere mate op niveau 2 het aandeel mannen dat heeft hoger ligt dan het aandeel vrouwen dat heeft. Voor niveau 1 geldt dat 69 procent van de mannen tot de categorie hoort, terwijl dit bij de vrouwen 49 procent is. Voor niveau 2 zijn de percentages resp. 82 en 72. Ook is het percentage met een bij mbo 1 relatief hoog ten opzichte van de andere niveau s, waarbij met name relatief veel vrouwen een hebben. 4

6 mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen Arbeidsmarktpositie per niveau cohort /2006 oktober geen en/of en Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Ondanks dat er verschillen in arbeidsmarktpositie tussen mannen en vrouwen op niveau 1 en 2 zijn, geldt voor het totaal dat er vrijwel geen verschillen zijn. Dit heeft te maken met de verdeling van mannen en vrouwen over de verschillende niveau s. In is te zien dat maar een klein percentage van de vrouwen uitstroomt op niveau 1 (3,5 procent) en ook op niveau 2 stromen weinig vrouwen (13 procent) uit. Voor mannen zijn deze percentages resp. 8 en 23. Daarentegen zijn er veel vrouwen die op niveau 3 uitstromen (27 procent), terwijl dit percentage bij de mannen veel lager ligt (met 13 procent). Kortom: vrouwen stromen gemiddeld op een hoger niveau uit het mbo dan mannen. In was te zien dat het aandeel enden op een hoger niveau groter is. Oftewel het lagere aandeel vrouwen dat op niveau één en 2 t, wordt gecompenseerd door het gemiddelde iets hogere niveau waarop vrouwen gemiddeld uitstromen Verdeling uitstromers per niveau 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% mannen vrouwen niveau 4 niveau 3 niveau 2 niveau 1 5

7 mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen Bovenstaande geeft aan wat de arbeidsmarktpositie was van uitgestroomde bol-vt ers in het schooljaar 2005/2006. Hieronder zal aangegeven worden of en hoe de arbeidsmarktpositie veranderd is voor uitgestroomde bol-vt ers in het schooljaar 2009/2010 en hun arbeidsmarktpositie op 1 oktober Uit kan grofweg hetzelfde geconcludeerd worden als uit Het percentage enden is voor niveau 3 en 4 het hoogst, gevolgd door niveau 2 en tot slot niveau 1. Het aandeel ende mannen en vrouwen is op niveau 1 en 2 wel verschillend, maar op niveau 3 en 4 is dit vrijwel gelijk. Dit is dus na 4 jaar tijd niet veranderd Arbeidsmarktpositie cohort 2009/2010 op 1....oktober geen en/of en Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 Wel zijn er kleine veranderingen te zien in de arbeidsmarktpositie van mbo ers die uitstroomden in 2005/2006 ten opzichte van de uitstromers in 2009/2010. In is aangegeven wat de verschillen zijn. In oktober 2007 was het voor uitgestroomde mbo ers van het schooljaar 2005/2006 kennelijk iets gemakkelijker om aan te komen, dan voor hun collega s vier jaar later. Vergelijking van de twee cohorten 2005/2006 en 2009/2010 laat zien dat het aandeel enden bij het cohort 2005/2006 ongeveer 5 procent hoger ligt. Met name bij niveau 1 blijkt dat veel minder uitstromers van het cohort 2009/2010 een baan hebben gevonden dan vier eerder het geval was. Voor mannen geldt dit nog sterker dan voor vrouwen. Hierdoor is het verschil tussen mannen en vrouwen met op niveau 1 enigszins genivelleerd. Echter het aandeel mannen en ook vrouwen met een op niveau 1 is aanzienlijk toegenomen. Daarbij moet wel opgemerkt worden dat het in absolute aantal om slechts een verschil van 70 mannen en 30 vrouwen met een gaat. 6

8 Verschil in verdeling over de arbeidsmarktposities (1 jaar na afstuderen) tussen cohort 2009/2010 en cohort 2005/2006. Het verschil is berekend door de verdeling over de arbeidsmarktposities (in procenten) van het cohort 2005/2006 af te trekken van de verdeling over de arbeidsmarktposities (in procenten) van het cohort 2009/2010. en geen en/of mannen vrouwen Niveau 1 mannen vrouwen Niveau 2 mannen vrouwen Niveau 3 mannen vrouwen Niveau 4 mannen vrouwen In bovenstaande is aangegeven dat de arbeidsmarktpositie van cohort 2005/2006 iets gunstiger is dan die van het cohort 2009/2010 wanneer gekeken wordt één jaar na afstuderen. In onderstaande zal aangegeven worden wat de arbeidsmarktpositie is van het cohort 2005/2006 op hetzelfde moment als het cohort 2009/2010, nl op 1 oktober In valt op dat het percentage vrouwen dat t iets is afgenomen. Dit geldt, met uitzondering van niveau 4 voor alle niveaus. Voor niveau 4 geldt dat het percentage vrouwen dat t niet is afgenomen, maar het percentage mannen met op niveau 4 is wel toegenomen. Verder geldt hetzelfde, maar in mindere mate, als voor het cohort 2009/2010: op niveau 1 is het aandeel mannen met duidelijk afgenomen. 7

9 Verschil in verdeling over de arbeidsmarktposities 1 jaar en 5 jaar na afstuderen voor het cohort 2005/2006 en geen en/of mannen vrouwen Niveau 1 mannen vrouwen Niveau 2 mannen vrouwen Niveau 3 mannen vrouwen Niveau 4 mannen vrouwen

10 3.3. Inkomsten van Mbo-gediplomeerden bol-vt De inkomsten zijn berekend door optelling van de maandinkomsten uit en de maandinkomsten uit en. De gemiddelden zijn berekend voor degenen met en/of. Personen zonder of zijn dus niet meegenomen. Onderstaande figuur geeft aan dat mannen meer inkomsten hebben dan vrouwen. Voor het cohort 2005/2006 geldt dat mannen gemiddeld 15 procent meer inkomsten in oktober 2007 hadden dan vrouwen. Bij de autochtonen is dit verschil tussen mannen en vrouwen nog groter: mannen verdienen hier gemiddeld 17 meer dan vrouwen. Bij de niet-westerse allochtonen is het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen het kleinst. Mannen verdienen hier 6 procent meer dan vrouwen. Vier jaar later is voor het cohort 2009/2010 het verschil tussen mannen en vrouwen iets minder geworden en dat geldt voor alle herkomstgroepen. Deze nivellering is echter maar heel gering: het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen is slechts met 2 á 3 procent afgenomen Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) Westers allochtoon Niet-westers allochtoon Autochtoon / / Het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen is per niveau verschillend. Gemiddeld verdienen de uitgestroomde mbo-mannen op niveau 2 in oktober 2007 bijna een derde meer dan de vrouwen. Op niveau 1 krijgen mannen maandelijks bijna een kwart meer dan de vrouwen. Voor niveau 3 en 4 geldt dat mannen bijna een vijfde meer krijgen. Vooral voor niveau 1 en 2 geldt dat de verschillen tussen mannen en vrouwen vier jaar later voor het cohort 2009/2010 duidelijk minder is geworden ten opzichte van het cohort 2005/2006. Uitgestroomde mannen van het cohort 2009/2010 hadden in oktober 2011 ruim 20 procent meer inkomsten dan de vrouwen en voor de mannen met niveau 1 was dat 13 procent meer. Het verschil tussen mannen en vrouwen die op niveau 4 en 3 uitstroomden was resp. 17 en 14 procent. Net iets minder dan voor het cohort 2005/

11 Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) Niveau Niveau 3 Niveau / /2006 Niveau Naarmate mannen en vrouwen een langer arbeidsverleden hebben wordt het verschil tussen de inkomsten van mannen en vrouwen groter. Voor de uitgestroomde mbo ers in 2005/2006 geldt dat na één jaar het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen 15 procent is en na 5 jaar is dit verschil toegenomen tot 25 procent. In is per niveau aangegeven wat de verhouding van de inkomsten is tussen mannen en vrouwen op de peilmomenten oktober 2007 en oktober Vooral mannen met het diploma mbo op niveau 3 zijn na 5 jaar duidelijk meer gaan verdienen dan de vrouwen. Verdienden deze mannen eerst bijna een vijfde meer dan de vrouwen, na vijf jaar is dit toegenomen tot bijna een derde meer dan de vrouwen. Ook op niveau 4 zijn de inkomsten van de mannen in de loop duidelijk meer gestegen dan die van de vrouwen. Op niveau 2 en 1 lagen de inkomsten na één jaar voor mannen al duidelijk hoger dan die voor vrouwen en na vijf jaar zijn deze verschillen slechts iets groter geworden Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) Niveau Niveau 3 Niveau arb 2011 arb 2007 Niveau

12 mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 3.4. Samenvatting hoger onderwijs: In de techniek afgestudeerde mannen hebben vaker dan vrouwen. Relatief veel mannen hebben dit gestudeerd. Gebieden waarin relatief veel vrouwen zijn afgestudeerd leiden tot vergelijkbare percentage met voor vrouwen en mannen. Het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen is groter bij afgestudeerde hbo ers dan bij de afgestudeerde wo ers. Het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen één jaar na afstuderen is voor hbo ers in de richting techniek in 2011 duidelijk groter dan in Voor de andere richtingen én voor wo ers geldt dit het verschil in 2011 kleiner of vrijwel gelijk is gebleven te opzichte van Het verschil in inkomsten is het grootst bij het HOOP-gebied gezondheidszorg Arbeidsmarktpositie van Ho-gediplomeerden voltijd Van de hbo ers die de voltijdse opleiding volgden en hun diploma in 2005/2006 haalden had 89 procent in oktober 2007 en één procent daarvan had ook een. Het aandeel enden verschilt per herkomstcategorie. Bij de autochtonen vond 92 procent en voor zowel de westerse als de niet-westerse allochtonen lag dat percentage rond driekwart. Voor alle herkomstgroeperingen geldt dat er vrijwel geen verschil in arbeidsmarktpositie is tussen mannen en vrouwen Arbeidsmarkpositie uitgestroomde hbo'ers in / % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% geen en/of en Autochtoon Niet-westers allochtoon Westers allochtoon 11

13 mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen De arbeidsmarktpositie van uitgestroomde gediplomeerde voltijds studenten uit het wetenschappelijk onderwijs is vrijwel gelijk aan die van de studenten uit het hoger beroepsonderwijs. Ook hier zijn er wel verschillen in arbeidsmarktpositie tussen herkomstgroeperingen, maar tussen mannen en vrouwen binnen een herkomstgroepering is er vrijwel geen verschil Arbeidsmarkpositie uitgestroomde wo'ers in / % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% geen en/of en Autochtoon Niet-westers allochtoon Westers allochtoon In het Hoger Onderwijs en Onderzoek Plan van het ministerie van OCW wordt uitgegaan van een bepaalde indeling van negen onderwijs- en onderzoeksgebieden. In onderstaande figuur is voor 5 gebieden, nl. de gebieden met de meeste uitstromers, aangegeven, hoeveel mannen en vrouwen per gebied uit het hbo in 2005/2006 zijn gestroomd. De figuur op de volgende pagina geeft aan dat in het gebied techniek ongeveer 6 keer zoveel mannen als vrouwen zijn uitgestroomd. Bij economie was het aantal mannen en vrouwen vrijwel hetzelfde. Voor de andere gebieden geldt dat 4 tot 6 keer zoveel vrouwen als mannen uitstroomden. 12

14 Aantal uitgestroomde hbo'ers in 2005/2006 naar HOOP-...gebied mannen 0 vrouwen Voor bovenstaande HOOP-gebieden is ook gekeken wat de arbeidsmarktpositie van mannen en vrouwen is. Hierbij is gekeken naar de positie van uitgestroomde hbo ers in 2005/2006 en hun arbeidsmarktpositie één jaar na afstuderen en 5 jaar na afstuderen. Tegelijk is ook gekeken wat de positie is van hbo ers die uitstroomden in 2009/2010 en hun arbeidsmarktpositie één jaar na afstuderen. Voor de overzichtelijkheid is gekeken naar het percentage mannen resp. vrouwen met de categorie. Voor de hbo-studenten in het HOOP-gebied economie geldt dat het aandeel dat t vrijwel overeenkomt met het gemiddelde van alle hbo uitgestroomde studenten. Het ligt 1 tot 3 procentpunten lager dan het gemiddelde. Het percentage mannen dat vindt ligt net iets hoger dan het percentage vrouwen. Dit was zo in oktober 2007, maar ook in 2011 voor zowel het cohort van 2005/2006 als voor het cohort van 2009/

15 Percentage met...hbo'ers mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt 2011 totaal economie Zoals hierboven aangegeven studeren ongeveer zes keer zoveel mannen in de richting techniek af als vrouwen. Bij het vinden van lijken deze mannen meer succes te hebben dan de vrouwen. Voor het cohort 2005/2006 geldt dat 93 procent van de mannen had, zowel een jaar als 5 jaar na afstuderen. Van de vrouwen uit dit cohort had 88 procent één jaar na afstuderen en na 5 jaar was dit aandeel teruggelopen tot 85 procent. Voor het nieuwe cohort 2009/2010 was het voor afgestudeerde hbo ers met techniek kennelijk moeilijker om te vinden dan voor de eerder afgestudeerden. In 2011 had van de mannen 89 procent en voor de vrouwen is dit teruggelopen tot 82 procent Percentage met hbo'ers mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen techniek gezondheidszorg 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt

16 Voor de afgestudeerde hbo ers in de gezondheidszorg geldt dat er nauwelijks verschillen zijn tussen enerzijds mannen en vrouwen en anderzijds tussen cohorten en tussen het aantal jaar dat men afgestudeerd is. Voor afgestudeerde hbo ers in de HOOP-richtingen onderwijs en gedrag/maatschappij geldt voor het cohort 2005/2006 dat er vrijwel geen verschillen zijn het in het percentage enden tussen mannen en vrouwen en ook het aantal jaar na afstuderen beïnvloedt dit percentage niet. Het percentage enden voor het cohort 2009/2010 ligt bij beide HOOP-richtingen lager dan voor het cohort 2005/2006. Voor afgestudeerden in het HOOP-gebied gedrag en maatschappij geldt dat de arbeidsmarktpositie van mannen en vrouwen voor het cohort 2009/2010 gelijk is, maar voor de richting onderwijs geldt dat ruim 5 procent meer mannen vonden dan vrouwen Percentage met hbo'ers mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt 2011 onderwijs gedrag/maatschappij De HOOP-gebieden waaruit de meeste studenten uit het wetenschappelijk onderwijs stromen zijn techniek, gezondheidszorg, economie, gedrag/maatschappij geeft aan dat met name het HOOP-gebied gedrag en maatschappij populair is bij vrouwelijke wo-studenten en ook in het gebied gezondheidszorg wordt door relatief veel vrouwen gekozen. Net zoals bij de hbo-studenten bestaat het verreweg het merendeel van de studenten in het HOOPgebied techniek uit mannen. Daarentegen zijn op wo-niveau duidelijk meer mannen die afstuderen in economie dan vrouwen, terwijl op ho-niveau dit aandeel vrijwel gelijk was. 15

17 Aantal uitgestroomde wo'ers in 2005/2006 naar HOOP...gebied mannen 0 vrouwen laat een aantal dingen zien. Allereerst dat voor alle afgestudeerde wo ers geldt dat het percentage mannen en vrouwen in de categorie vrijwel gelijk is. Het hoogste percentage met is het cohort 2005/2006 na één jaar afstuderen. Vier jaar later is dit aandeel met 3 procent gedaald. Voor het cohort 2009/2010 geldt dat vijf procent minder had ten opzichte van het cohort 2005/2006. Voor de studenten die afstudeerden in het HOOP-gebied economie geldt dat een iets hoger percentage had dan gemiddeld. Een uitzondering hierop zijn de vrouwelijke studenten van het cohort 2009/2010 waarvan 3 procent minder had dan gemiddeld. Wat vooral opvalt voor de economie-studenten is dat mannen net iets vaker hadden dan vrouwen. 16

18 Percentage met wo'ers mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen totaal economie 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt 2011 Voor de afgestudeerde wo ers in het HOOP-gebied techniek geldt ongeveer hetzelfde als voor de afgestudeerde ho ers. Het percentage mannen dat vindt ligt hoger dan het percentage vrouwen. Voor het cohort 2005/2006 geldt dat één jaar na afstuderen er nauwelijks verschil tussen mannen en vrouwen is. Echter in oktober 2011 blijkt dat voor zowel het cohort 2005/2006 als voor het cohort 2009/2010 ongeveer zeven procent meer mannen en dan vrouwen die afgestudeerd zijn in de techniek. Verschillen in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen afgestudeerd in de het gebied gezondheidszorg zijn niet noemenswaardig. Vijf jaar na afstuderen is het percentage met iets lager dan één jaar na afstuderen Percentage met wo'ers mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt 2011 techniek gezondheidszorg 17

19 mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen Van het aantal mannelijke en vrouwelijke wo ers die zijn afgestudeerd in het HOOP-gebied gedrag en maatschappij hebben een gelijke percentage. Wel ligt het percentage met in oktober 2011 wat lager dan in oktober Dit geldt met name voor het cohort 2009/2010 waarbij het percentage met één jaar na afstuderen vijf procent lager ligt dan voor het cohort 2005/ Percentage met wo'ers gedrag/maatschappij 2005/2006 op okt /2010 op okt /2006 op okt Inkomsten van Ho-gediplomeerden voltijd De inkomsten zijn op dezelfde manier berekend als bij de mbo-gediplomeerden van bol-vt. Namelijk door optelling van de maandinkomsten uit en de maandinkomsten uit en. De gemiddelden zijn berekend voor degenen met en/of. Personen zonder of zijn dus niet meegenomen. Uit blijkt dat de inkomsten van mannen gemiddeld 15 procent hoger liggen één jaar na afstuderen dan de inkomsten van vrouwen. Na 5 jaar is dit verschil toegenomen tot 30 procent. De herkomstgroepering is nauwelijks van invloed op het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen. Wel geldt voor de niet-westerse allochtonen dat het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen 5 jaar na afstuderen met 25 procent iets lager is dan het gemiddelde verschil. 18

20 Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) hbo westerse allochtoon niet-westerse allochtoon autochtoon 2005/2006 okt /2010 okt /2006 okt 2007 Total Voor de gediplomeerde wo ers geldt ongeveer hetzelfde als voor de gediplomeerde hbo ers. Voor de niet-westerse allochtonen is het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen iets minder groot dan bij de andere herkomstgroepen. Dit geldt zowel voor het cohort 2005/2006 één jaar na afstuderen én vijf jaar na afstuderen als voor het cohort 2009/ Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) wo westerse allochtoon niet-westerse allochtoon autochtoon 2005/2006 okt /2010 okt /2006 okt 2007 Total Ook per HOOP-gebied geldt dat de verschillen in inkomsten tussen mannen en vrouwen toenemen naarmate het langer geleden is dat ze afstudeerden. Voor de HOOP-gebieden onderwijs, gedrag en 19

21 maatschappij is het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen vrijwel gelijk voor het cohort 2005/2006 en het cohort 2009/2010 één jaar na afstuderen. De inkomsten van afgestudeerde mannelijke hbo ers in het gebied techniek lag voor het cohort 2005/2006 één jaar na afstuderen 13 procent hoger, voor het cohort 2009/2010 is het verschil tussen mannen en vrouwen nog verder toegenomen. Gemiddeld lagen de inkomsten van mannen toen 20 procent hoger. Afgestudeerde mannelijke hbo ers in het gebied gezondheidszorg in het jaar 2005/2006 hebben aanzienlijk meer inkomsten dan hun vrouwelijke collega s. Eén jaar na afstuderen is het verschil al 18 procent en na 5 jaar is dit toegenomen tot 28 procent. Voor het cohort 2009/2010 geldt dat het verschil in inkomsten slechts 12 procent is Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) hbo gedrag en maatschappij economie gezondheidszorg techniek onderwijs /2006 okt /2010 okt /2006 okt Het verschil in inkomsten tussen mannelijk en vrouwelijke wo ers is het grootst wanneer ze afgestudeerd zijn n het Hoop-gebied gezondheidszorg. Mannen van het cohort 2005/2006 hebben een derde meer aan inkomsten dan vrouwen 5 jaar na afstuderen. Voor de andere HOOP-gebieden geldt dat één jaar na afstuderen het verschil in inkomsten tussen mannen en vrouwen ongeveer 10 procent is voor het cohort 2005/2006. Voor het cohort 2009/2010 nivelleert dit verschil iets, en hebben mannen ongeveer 8 procent meer inkomsten dan vrouwen. Vijf jaar na afstuderen is het verschil tussen mannen en vrouwen ongeveer 17 procent. Dit verschil is minder dan bij de hbo- en mbo-afgestudeerden. Ook is opvallend dat het verschil bij afgestudeerde wo ers in het gebied techniek voor het cohort 2009/2010 maar 6 procent is, terwijl dit bij de hbo ers 20 procent is. 20

22 Verhouding inkomsten mannen en vrouwen (vrouwen=100) wo gedrag en maatschappij 119 economie gezondheidszorg techniek /2006 okt /2010 okt /2006 okt

23 4 Arbeidsmarkt- en opleidingsverschillen tussen mannen en vrouwen 4.1. Samenvatting opleidings- en arbeidsmarktverschillen mannen en vrouwen: Bij bovenstaande resultaten is gekeken hoe gediplomeerde mbo ers bol-vt en gediplomeerde ho ers voltijd aansluiting op de arbeidsmarkt gekregen hebben. In deze paragraaf zijn uitkomsten gegeven over verschillen tussen mannen en vrouwen van 15 en ouder. Het opleidingsniveau van vrouwen tot 35 jaar is gemiddeld hoger dan het niveau van mannen. Voor de leeftijdscategorie is het niveau van mannen en vrouwen hetzelfde. Voor de leeftijdscategorieën na 45 jaar ligt het onderwijsniveau van mannen hoger dan van de vrouwen. De netto arbeidsparticipatie van vrouwen is in 2013 gemiddeld 10 procent lager dan de arbeidsparticipatie van mannen. Deze lagere arbeidsparticipatie is ook terug te zien bij opsplitsing in verschillende groepen. Zo geldt voor het opleidingsniveau dat de participatie lager is voor zowel lager, middelbaar als hoger opgeleiden. Ook een opsplitsing in leeftijdscategorieën laat zien dat voor alle categorieën, met uitzondering van 15 tot 25 jaar, de arbeidsparticipatie van mannen hoger is dan van vrouwen. Niet het aandeel zame vrouwen is lager dan het aandeel mannen, maar ook de vrouwen die wel en, en gemiddeld minder uren dan mannen. In 2013 ten mannen gemiddeld ruim 10 uur meer dan vrouwen. In de leeftijdscategorie 35 tot 65, waar het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen het grootst is, is ook het aantal uur dat mannen meer en dan vrouwen met 13 uur het grootst. Gemiddeld lag het bruto uurloon in 2012 van vrouwen bijna 18 procent lager dan dat van de mannen. Uitsplitsing naar verschillende groepen laat zien dat dit niet voor alle groepen geldt. Zo is het verschil tussen mannen en vrouwen tot 35 jaar niet erg groot, om daarna per leeftijdscategorie toe te nemen. Ook blijkt dat vrouwen die 12 tot 25 uur en gemiddeld een hoger bruto loon hebben dan mannen. Samenvattend kan (beschrijvend) gezegd worden dat de netto arbeidsparticipatie van vrouwen lager is dan van die van mannen, dat de gemiddelde arbeidsduur van ende vrouwen lager is dan van mannen en dat het gemiddelde bruto uurloon van vrouwen lager is dan van mannen. Als deze factoren zorgen ervoor dat de inkomsten van vrouwen gemiddeld lager zullen zijn, dan die van mannen en daarmee ook hun economische zelfstandigheid. Uiteraard kan dit genuanceerd worden door naar verschillende groepen en naar andere achterliggende variabelen te kijken. Iets wat buiten de scope van deze notitie ligt. 22

24 4.2. Korte inleiding Bij bovenstaande resultaten is gekeken hoe gediplomeerde mbo ers bol-vt en gediplomeerde ho ers voltijd aansluiting op de arbeidsmarkt gekregen hebben. In deze paragraaf zal tot slot enkele uitkomsten gegeven worden over verschillen tussen mannen en vrouwen van 15 en ouder. Hierbij wordt gekeken naar verschillen in opleidingsniveau, de netto arbeidsparticipatie, arbeidsduur en bruto loon. Deze uitkomsten zijn slechts beschrijvend bedoeld en ook terug te vinden op Statline (zie Links aan het eind van deze notitie) Opleidingsniveau bevolking 15 tot 65 jaar In zeven jaar tijd is het aantal personen van 15 tot 65 jaar met een opleiding op middelbaar niveau vrijwel gelijk gebleven. Het aantal personen dat een hbo- of wo-opleiding heeft gedaan is met 433 duizend toegenomen. Van dit aantal was tweederde vrouw Opleidingsniveau van de bevolking van 15 tot 65 jaar Mannen Vrouwen Onderwijsniveau laag middelbaar hoog onbekend laag middelbaar hoog onbekend x personen In 2013 is het opleidingsniveau van mannen tussen 15 en 65 jaar gemiddeld vrijwel gelijk aan dat van de vrouwen. Per leeftijdscategorie zijn er echter wel verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen tot 35 jaar hebben gemiddeld een hogere opleiding dan mannen. In de leeftijdscategorie 35 tot 45 jaar is het niveau van mannen en vrouwen vrijwel gelijk aan elkaar. Daarna in de leeftijdscategorie van 45 tot 65 jaar zijn er meer mannen met een hogere opleiding dan vrouwen. 23

25 Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Opleidingsniveau bevolking 15 tot 65 jaar in % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% onbekend hoog middelbaar laag 0% 15 tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar 4.4. Netto arbeidsparticipatie De netto arbeidsparticipatie geeft het aandeel van de zame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. In de periode 2006 t/m 2012 is de netto arbeidsparticipatie bij vrouwen elk jaar tegenomen. In deze jaren steeg de arbeidsparticipatie van 55,2 naar 60,6. In deze periode was voor mannen de arbeidsparticipatie het hoogst in 2008 met 77, 1. In de jaren na 2008 is het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen ligt gedaald Netto arbeidsparticipatie Mannen Vrouwen 24

26 De netto arbeidsparticipatie hangt samen met het opleidingsniveau. Bij personen met een laag opleidingsniveau is de netto arbeidspercentage 45, bij middelbaar opgeleide 70 en bij hoger opgeleide 83,5. De netto arbeidsparticipatie is bij mannen bij elk opleidingsniveau hoger dan die bij vrouwen. Maar ook hier geldt dat het verschil in arbeidsparticipatie samenhangt met het niveau. Bij het lage opleidingsniveau is de arbeidsparticipatie van vrouwen heel laag met 36 en is het verschil met de mannen bijna 20. Bij het hoge opleidingsniveau is het verschil tussen mannen en vrouwen slecht 5 procent Netto arbeidsparticipatie naar opleidingsniveau ,1 80,8 74,7 62,7 63,8 54,7 47,4 35,9 laag middelbaar hoog onbekend Mannen Vrouwen De netto arbeidsparticipatie van vrouwen is in de leeftijdsgroep 15 tot 25 jaar vrijwel gelijk aan die van de mannen. Bij elke volgende leeftijdsgroep neemt het verschil in arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen toe. In bovenstaande was te zien dat het opleidingsniveau van oudere vrouwen lager ligt dan die van mannen én dat de arbeidsparticipatie afneemt bij een lager opleidingsniveau. Dat met name de netto arbeidsparticipatie van vrouwen in de groep van 45 tot 55 en de groep van 55 tot 65 lager ligt was dan ook te verwachten. Echter ook voor vrouwen tussen 35 en 40, die dus gemiddeld een vergelijkbaar opleidingsniveau als mannen hebben, geldt dat de arbeidsparticipatie lager is. Hetzelfde geldt ook voor vrouwen in de leeftijdsgroep 25 tot 35 jaar waarvan het opleidingsniveau nog iets hoger ligt dan dat van mannen. 25

27 Netto arbeidsparticipatie per leeftijdsgroep in tot 25 jaar 25 tot 35 jaar 35 tot 45 jaar 45 tot 55 jaar 55 tot 65 jaar Mannen Vrouwen 4.5. Gemiddelde arbeidsduur Het aantal uren dat vrouwen in een normale of gemiddelde week en is in de periode 2008 tot en met 2013 met 25,2 uur gelijk gebleven. In 2006 was het aantal uur een fractie lager met een week van gemiddeld 24,8 uur. Voor de mannen geldt dat het aantal uur gemiddeld in de week duidelijk is afgenomen in de periode In 2006 ten zij gemiddeld 37,2 uur en gestaag is dit afgenomen tot 35,6 uur in Het verschil tussen mannen en vrouwen is dus afgenomen in de periode 2006/2013, maar anno 2013 en mannen gemiddeld ruim 10 uur meer dan vrouwen Gemiddelde arbeidsduur per week in uren Mannen Vrouwen 26

28 In alle leeftijdscategorieën en mannen gemiddeld meer uren dan vrouwen in een normale week. In de leeftijdscategorieën 25 tot 65 jaar en mannen gemiddeld 13 uur meer dan vrouwen. Dit betekent dan mannen in deze leeftijdscategorie ongeveer een derde meer en dan vrouwen. Bij de jongeren in de leeftijdscategorie 15 tot 25 jaar en mannen gemiddeld 3,6 uur meer dan vrouwen. Voor de ende ouderen van 65 tot 75 jaar geldt dat mannen gemiddeld 4,5 uur meer per week en dan vrouwen Gemiddelde arbeidsduur in jaar of ouder 8,7 16,4 65 tot 75 jaar 13,8 18,3 55 tot 65 jaar 45 tot 55 jaar 35 tot 45 jaar 24,2 26,2 26,7 36,7 39,8 40 vrouwen mannen 25 tot 35 jaar 29,6 37,8 15 tot 25 jaar 17,5 21, uur per week 4.6. Beloningsverschillen In de periode is het verschil in uurloon tussen vrouwelijke en mannelijke nemers licht afgenomen. In 2008 was het uurloon van vrouwen gemiddeld 79,9 procent van dat van de mannen en vier jaar later is dat 82,4 procent Gemiddeld uurloon van vrouwen in procenten van het gemiddeld uurloon van mannen 83 82, , , , ,

29 In alle leeftijdscategorieën, met uitzondering van de jongste en de oudste categorie is het verschil in uurloon tussen mannen en vrouwen licht afgenomen in de periode Het uurloon van vrouwen in de leeftijd van 25 tot 30 jaar ligt vanaf 2011 gemiddeld hoger dan dat van mannen. In is te zien dat in 2013 het opleidingsniveau van deze groep vrouwen hoger is dan het niveau bij de mannen. Voor vrouwen tot 35 jaar geldt ook dat het opleidingsniveau gemiddeld hoger is, maar ende vrouwen in de categorie 30 tot 35 jaar kregen in 2012 ongeveer 3 procent minder uurloon dan de mannen. Voor de leeftijdscategorieën na 35 jaar tot 65 jaar worden de beloningsverschillen tussen mannen en vrouwen groter naarmate de leeftijd toeneemt Gemiddeld uurloon van vrouwen in procenten van het gemiddeld uurloon van mannen Werknemers in de leeftijd van: jonger dan 15 jaar 101,9 99, ,5 100,3 15 tot 20 jaar 90,7 91,1 92, ,2 20 tot 25 jaar 96,8 97,4 99,1 98,5 98,7 25 tot 30 jaar 97,7 98,4 99,9 100,1 100,7 30 tot 35 jaar 93 93,9 95,5 95,9 96,9 35 tot 40 jaar 86 86,8 88, ,5 40 tot 45 jaar 79, ,4 81,6 83,1 45 tot 50 jaar 75,5 75,9 77,1 77,1 78,1 50 tot 55 jaar 75 75, ,6 76,3 55 tot 60 jaar 75 75,6 76,4 76, tot 65 jaar 73,3 74,3 75,4 75,9 76,6 65 tot 75 jaar 79,5 79,9 80,4 79,2 79,6 75 jaar of ouder 88,9 87, ,5 84,6 28

30 Gemiddeld ligt het bruto uurloon van vrouwelijke nemers die 12 tot 20 uur of 20 tot 25 uur per week en 4 procent hoger dan het loon van mannelijke nemers die dit aantal uren en. Wanneer het aantal uren dat in de week get wordt meer is dan 25 uur krijgen mannen meer uurloon dan vrouwen. Het beloningsverschil tussen mannen en vrouwen wordt groter naarmate er meer uren per week get wordt Gemiddeld uurloon van vrouwen in procenten van het...gemiddeld uurloon van mannen in minder dan 12 uur per week 12 tot 20 uur per week 20 tot 25 uur per week 25 tot 30 uur per week 30 tot 35 uur per week 35 uur of meer per week 29

31 Tabellen Tabellenoverzicht Tabel 1 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (aantallen) Tabel 1a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (in procenten) Tabel 2 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (aantallen) Tabel 2a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (in procenten) Tabel 3 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2009/2010 met leerweg bol-vt (aantallen) Tabel 3a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo ers in 2009/2010 met leerweg bol-vt (in procenten) Tabel 4 Verhouding tussen de inkomsten van mannen en vrouwen van uitgestroomde gediplomeerde mbo ers met leerweg bol-vt met en/of Tabel 5 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2005/2006 (aantallen) Tabel 5a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2005/2006 (in procenten) Tabel 6 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2005/2006 (aantallen) Tabel 6a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2005/2006 (in procenten) Tabel 7 Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2009/2010 (aantallen) Tabel 7a Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde ho ers uit de voltijdopleiding in 2009/2010 (in procenten) Tabel 8 Verhouding tussen de inkomsten van mannen en vrouwen van uitgestroomde gediplomeerde ho ers uit de voltijdopleiding met en/of 30

32 Uitkomsten van gediplomeerde mbo ers bol-vt Tabel 1. Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde mbo'ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (ingeschreven in het gba op 2005 en 2006) Mannen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Vrouwen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba x x Herkomst Autochtoon x Niet-westers allochtoon x x w.o Marokko x x 90 - Turkije x Suriname x Nederlandse Antillen en Aruba x x Overige niet-westerse landen x Westers allochtoon Niveau en sector Assistentopleiding Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn x x x x x - - x x x x x 80 x x x x x x

33 Basisberoepsopleiding Vakopleiding Middenkader- /specialistenopleiding Combinatie van sectoren x Landbouw x 10 x x 20 - Techniek x x 10 - Economie Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren Landbouw x x x 20 - Techniek x x x x - Economie Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren x Landbouw x x x 60 - Techniek Economie x Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren x Bron: CBS x = geheim. Absolute aantallen kleiner dan 10 worden niet weergegeven = nihil. Het cijfer is echt nul. 32

34 Tabel 1a. Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2007 van gediplomeerde uitgestroomde mbo'ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (ingeschreven in het gba op 2005 en 2006) Mannen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba % % Vrouwen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba x x Herkomst Autochtoon x Niet-westers allochtoon x x w.o. Westers allochtoon Marokko x x 18 - Turkije x Suriname x Nederlandse Antillen en Aruba x x Overige niet-westerse landen x Niveau en sector Assistentopleiding Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn Combinatie van x x x x x - - x x x x x 18 x x x x x x

35 Basisberoepsopleiding Vakopleiding Middenkader- /specialistenopleiding sectoren x Landbouw x 7 x x 13 - Techniek x x 13 - Economie Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren Landbouw x x x 7 - Techniek x x x x - Economie Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren x Landbouw x x x 9 - Techniek Economie x Zorg en welzijn x x Combinatie van sectoren x Bron: CBS x : geheim - : nihil De percentages zijn afgerond op gehele getallen en ze zijn berekend op de onafgeronde absolute aantallen. Cijfers zijn geheim (x) wanneer de aantallen kleiner zijn dan 10 en de percentages gebaseerd zijn op groepen onder de

36 Tabel 2. Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo'ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (ingeschreven in het gba op 2005 en 2006) Mannen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Vrouwen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Herkomst Autochtoon Niet-westers allochtoon w.o. Westers allochtoon Marokko x Turkije x 40 x Suriname x Nederlandse Antillen en Aruba x Overige nietwesterse landen Niveau en sector Assistentopleiding Landbouw x x x x x x x - - Techniek Economie Zorg en welzijn x x x x - x Combinatie van sectoren

37 Basisberoepsopleiding Vakopleiding Middenkader- /specialistenopleiding Landbouw x 10 x x Techniek x 20 x Economie Zorg en welzijn x 20 x Combinatie van sectoren Landbouw x x 10 x Techniek x x x 10 x Economie Zorg en welzijn x x x x Combinatie van sectoren Landbouw x x 30 x x Techniek Economie Zorg en welzijn x 40 x Combinatie van sectoren x x x Bron: CBS x = geheim. Absolute aantallen kleiner dan 10 worden niet weergegeven = nihil. Het cijfer is echt nul. 36

38 Tabel 2a. Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo'ers in 2005/2006 met leerweg bol-vt (ingeschreven in het gba op 2005 en 2006) Mannen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Vrouwen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba % % Herkomst Autochtoon Niet-westers allochtoon w.o. Westers allochtoon Marokko x Turkije x 11 x Suriname x Nederlandse Antillen en Aruba x Overige niet-westerse landen Niveau en sector Assistentopleiding Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn x x x x x x x x x x x - x

39 Basisberoepsopleiding Vakopleiding Middenkader- /specialistenopleiding Combinatie van sectoren Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn Combinatie van sectoren Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn Combinatie van sectoren Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn Combinatie van sectoren x 7 x x x 16 x x 10 x x x 4 x x x x 15 x x x x x x x 5 x x x 6 x x x x Bron: CBS x : geheim - : nihil De percentages zijn afgerond op gehele getallen en ze zijn berekend op de onafgeronde absolute aantallen. Cijfers zijn geheim (x) wanneer de aantallen kleiner zijn dan 10 en de percentages gebaseerd zijn op groepen onder de

40 Tabel 3. Arbeidsmarktpositie op 1 oktober 2011 van gediplomeerde uitgestroomde mbo'ers in 2009/2010 met leerweg bol-vt (ingeschreven in het gba op 2009 en 2010) Mannen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Vrouwen Arbeidsmarktpositie en geen en/of niet meer in gba Herkomst Autochtoon Niet-westers allochtoon w.o Marokko x 130 x x Turkije Suriname x x Nederlandse Antillen en Aruba x 60 x x Overige nietwesterse landen Westers allochtoon Niveau en sector Assistentopleiding Landbouw Techniek Economie Zorg en welzijn Combinatie van x 20 x x x x - x x x - x x x x 20 x x 20 x x x x x x x 20 x x x

41 sectoren Basisberoepsopleiding Landbouw x Techniek x x 30 x Economie Zorg en welzijn x 50 x Combinatie van sectoren x x x - x x Vakopleiding x Landbouw x x x Techniek x x x 10 x Economie x x Zorg en welzijn x x 30 x Combinatie van sectoren x x Middenkader- /specialistenopleiding Landbouw x x 50 x x Techniek Economie Zorg en welzijn x Combinatie van sectoren x x x - x x Bron: CBS x = geheim. Absolute aantallen kleiner dan 10 worden niet weergegeven = nihil. Het cijfer is echt nul. 40

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Centraal Bureau voor de Statistiek Erratum 13 december 2007 Erratum Jaarboek onderwijs 2008 Ondanks de zorgvuldigheid waarmee deze publicatie is samengesteld, is een aantal zaken niet juist vermeld. Onze

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens,

Voortijdig schoolverlaters en Citotoets-gegevens, , Toelichting bij geleverde maatwerktabellen 2006/2007 en 2007/2008* Levering: 17 februari 2010 De maatwerktabel over voortijdig schoolverlaters 2006/2007 bevat gegevens over het voortgezet onderwijs (vo)

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem

Middelbaar beroepsonderwijs regio Arnhem Deze factsheet toont de ontwikkeling van het aantal studenten in het middelbaar beroepsonderwijs in de regio Arnhem. De cijfers geven inzicht in de ontwikkelingen per sector, niveau en leerweg. Daarnaast

Nadere informatie

Het middelbaar beroepsonderwijs

Het middelbaar beroepsonderwijs Het middelbaar beroepsonderwijs Dick Takkenberg Het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) levert grote aantallen gediplomeerden voor de arbeidsmarkt. De ongediplomeerde uitval is echter ook groot. Het aantal

Nadere informatie

Artikelen. Voortijdig schoolverlaters; wie keren er terug in onderwijs? Frank Pijpers

Artikelen. Voortijdig schoolverlaters; wie keren er terug in onderwijs? Frank Pijpers Artikelen Voortijdig schoolverlaters; wie keren er terug in? Frank Pijpers De meeste jongeren in Nederland hebben succes op school en behalen een startkwalificatie Een kleine minderheid van de jongeren

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in ruim 15.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Beroepsbevolking 2005

Beroepsbevolking 2005 Beroepsbevolking 2005 De veroudering van de beroepsbevolking is duidelijk zichtbaar in de veranderende leeftijdspiramide van de werkzame beroepsbevolking (figuur 1). In 1975 behoorde het grootste deel

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

10. Banen met subsidie

10. Banen met subsidie 10. Banen met subsidie Eind 2002 namen er 178 duizend personen deel aan een van de regelingen voor gesubsidieerd werk. Meer dan eenzesde van deze splaatsen werd door niet-westerse allochtonen bezet. Ze

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 Cees Maas De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt in 22 laten geen gunstig beeld zien. De werkgelegenheid nam nog wel toe, maar de groei was veel kleiner dan in voorafgaande

Nadere informatie

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners

Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun partners Inkomsten uit arbeid van vrouwen en hun s Karin Hagoort en Maaike Hersevoort In 24 verdienden samenwonende of gehuwde vrouwen van 25 tot 55 jaar ongeveer de helft van wat hun s verdienden. Naarmate het

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom

FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom FACTSHEET Verwante en niet-verwante doorstroom in de beroepskolom In het Nederlands onderwijsbestel moeten kinderen op jonge leeftijd belangrijke keuzes maken die de rest van hun loopbaan beïnvloedt. De

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. April 2016 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs April 2016 Feiten en cijfers 2 Het algemene beeld Start van de studie uitval en wisselaars Tal van inspanningen bij hogescholen

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Uurlonen van mbo-gediplomeerde werknemers Verschillen tussen bbl ers en bol ers tot en met acht jaar na schoolverlaten

Uurlonen van mbo-gediplomeerde werknemers Verschillen tussen bbl ers en bol ers tot en met acht jaar na schoolverlaten Uurlonen van mbo-gediplomeerde werknemers Verschillen tussen bbl ers en bol ers tot en met acht jaar na schoolverlaten Bram Rouw, Caroline van Weert en Karlijn Bakker CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492

Nadere informatie

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen

Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Cohortvruchtbaarheid van niet-westers allochtone vrouwen Mila van Huis De vruchtbaarheid van vrouwen van niet-westerse herkomst blijft convergeren naar het niveau van autochtone vrouwen. Het kindertal

Nadere informatie

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs?

Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Welke routes doorlopen leerlingen in het onderwijs? Wendy Jenje-Heijdel Na het examen in het voortgezet onderwijs staan leerlingen voor de keuze voor vervolgonderwijs. De meest gangbare routes lopen van

Nadere informatie

Startende leraren in Amsterdam

Startende leraren in Amsterdam Factsheet mei 2019 Deze factsheet geeft inzicht in de arbeidsmarktpositie van startende leraren op de lange termijn. Het aandeel gestarte leraren voor het (speciaal) basisonderwijs dat op de lange termijn

Nadere informatie

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers

Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers Research Centre for Education and the Labour Market ROA Salarissen en competenties van MBO-BOL gediplomeerden: Feiten en cijfers ROA Fact Sheet ROA-F-2014/1 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt

Nadere informatie

12. Vaak een uitkering

12. Vaak een uitkering 12. Vaak een uitkering Eind 2001 hadden niet-westerse allochtonen naar verhouding 2,5 maal zo vaak een uitkering als autochtonen. De toename van de WW-uitkeringen in 2002 was bij niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag:

6,1. Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei keer beoordeeld. Hoofdvraag: Praktische-opdracht door een scholier 1991 woorden 25 mei 2004 6,1 123 keer beoordeeld Vak Economie Hoofdvraag: Wat is de relatie tussen jongeren, arbeid en geld? Deelvragen: 1. Hoeveel jongeren werken?

Nadere informatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie

Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Update door- en uitstroomcijfers participatie zonder startkwalificatie Samenvatting Op basis van de geactualiseerde gegevens van het CBS zien de samenwerkende inspecties binnen Toezicht Sociaal Domein

Nadere informatie

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016 1 Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 20 Fact sheet april 20 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar vrijwel gelijk gebleven aan 2015. Van de 14.000 Amsterdamse jongeren

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 In wonen 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan, maar de laatste jaren zijn

Nadere informatie

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Artikelen Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst Martijn Souren en Jannes de Vries Onder laagopgeleide vrouwen is de bruto arbeidsparticipatie aanzienlijk

Nadere informatie

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren Definities jongeren 1. De doelgroep jongeren van de PDTFJ betreft jongeren van 15 t/m 22 buiten het volledig dagonderwijs. Arbeidsmarktcijfers over deze

Nadere informatie

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07

Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 08 Uitstroom uit het mbo schooljaar 2006/ 07 06/ 07 Daniëlle ter Haar, Frank van der Linden, Alderina Dill-Fokkema Centrum voor Beleidsstatistiek Den Haag/Heerlen, 2009 Verklaring van tekens. = gegevens

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West 1 Jeugdwerkloosheid Factsheet september 2014 Er zijn in ruim 26.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). Veel jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren zijn

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999-4Middelbaar BeroepsOnderwijs ROA De cijfers in deze publicatie zijn gebaseerd op de jaarlijkse schoolverlatersonderzoeken van het Researchcentrum voor

Nadere informatie

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo)

Figuur 1: Aantal gediplomeerde studenten lerarenopleidingen studiejaar 2004-2008 (bronnen: hbo-raad en vsnu, bewerkt door sbo) Aantal gediplomeerden aan de lerarenopleidingen in Nederland Ondanks huidige en verwachte lerarentekorten is er geen sprake van een substantiële groei van aantal gediplomeerden aan de verschillende lerarenopleidingen.

Nadere informatie

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school Minder jongeren zonder startkwalificatie van school 09 Aantal voortijdig schoolverlaters gedaald Lissabondoelstelling om voortijdig schoolverlaten terug te dringen bijna gehaald Meer mannen dan vrouwen

Nadere informatie

Vrouwen op de arbeidsmarkt

Vrouwen op de arbeidsmarkt op de arbeidsmarkt Johan van der Valk Annemarie Boelens De arbeidsdeelname van vrouwen lag in 23 op 55 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen stijgt al jaren. Deze toename komt de laatste jaren bijna

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de instroom in het hoger onderwijs

Ontwikkelingen in de instroom in het hoger onderwijs Ontwikkelingen in de instroom in het hoger Sabine Gans Het aantal eerstejaars is de afgelopen vijftien jaar met meer dan de helft toegenomen tot 129 duizend in 29/ 1. Het percentage vrouwen kwam in die

Nadere informatie

Jongeren op de arbeidsmarkt

Jongeren op de arbeidsmarkt Jongeren op de arbeidsmarkt Tanja Traag In 23 was 11 procent van alle jongeren werkloos. Jongeren die geen onderwijs meer volgen, hebben een andere positie op de arbeidsmarkt dan jongeren die wel een opleiding

Nadere informatie

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen

Mannen geven veel vaker leiding dan vrouwen nen geven veel vaker leiding dan vrouwen Astrid Visschers en Saskia te Riele In 27 gaf 14 procent van de werkzame beroepsbevolking leiding aan of meer personen. Dit aandeel is de afgelopen jaren vrijwel

Nadere informatie

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001 Centraal Bureau voor de Statistiek Divisie Staven Centrum voor Beleidsstatistiek i.o. Postbus 4000 2270 JM Voorburg Deelname van allochtonen aan de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) over 1e halfjaar 2001

Nadere informatie

Met mbo Techniek of Zorg het meest succesvol op de arbeidsmarkt

Met mbo Techniek of Zorg het meest succesvol op de arbeidsmarkt Met mbo Techniek of Zorg het meest succesvol op de arbeidsmarkt Eva Gorree Eind september 2005 hadden zeven op de acht mbo-gediplomeerde schoolverlaters uit 2004/ 05 betaald werk. Veel gediplomeerden vonden

Nadere informatie

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt

1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1 Inleiding: de metamorfose van de arbeidsmarkt 1.1 De beroepsbevolking in 1975 en 2003 11 1.2 De werkgelegenheid in 1975 en 2003 14 Halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw trok de gemiddelde Nederlandse

Nadere informatie

Achterblijvers in de bijstand

Achterblijvers in de bijstand Achterblijvers in de Paula van der Brug, Mathilda Copinga en Maartje Rienstra Van de mensen die in 2001 in de kwamen, was 37 procent eind 2003 nog steeds afhankelijk van een suitkering. De helft van deze

Nadere informatie

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Werkloosheid Redenen om niet actief te Sociaal Economische Trends 2013 Sociaaleconomische trends Werkloosheid Redenen 2004-2011 om niet actief te zijn Stromen op en duren de arbeidsmarkt Werkloosheidsduren op basis van de Enquête beroepsbevolking

Nadere informatie

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs

Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Studievoortgang in het voortgezet onderwijs Lieke Stroucken 1. Leerlingen naar herkomstgroepering en aantal kinderen in het huishouden, brugklascohort 2004/ 05 Leerlingen uit éénoudergezinnen en niet-westers

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort

Voortijdig schoolverlaters 0c van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort 08 Voortijdig schoolverlaters 0c olverlaters verdacht van misdrijf in Nederland, naar woongemeente ente (G4) en schoolsoort Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen De maatwerktabel bevat gegevens

Nadere informatie

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014 1 Jeugdwerkloosheid Fact sheet augustus 2014 Er zijn in bijna 21.500 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2014). De meeste jongeren volgen een opleiding of hebben een baan. De laatste jaren

Nadere informatie

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking

Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Uitstroom van ouderen uit de werkzame beroepsbevolking Clemens Siermann en Henk-Jan Dirven De uitstroom van 50-plussers uit de werkzame beroepsbevolking is de laatste jaren toegenomen. Een kwart van deze

Nadere informatie

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017 Gemeente Amsterdam Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 201 Factsheet maart 201 De totale werkloosheid onder Amsterdamse jongeren is het afgelopen jaar sterk gedaald ten opzichte van 201. Van de.000 Amsterdamse

Nadere informatie

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt

Facts & Figures. Aansluiting arbeidsmarkt Facts & Figures Aansluiting arbeidsmarkt 1 De Nationale Alumni Enquête (NAE, voorheen WO-Monitor) wordt tweejaarlijks afgenomen onder de afgestudeerden van de ruim 800 masteropleidingen aan de Nederlandse

Nadere informatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie

Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie Uitleg en verdieping CBS data infographic Participatie zonder Startkwalificatie DOOR- EN UITSTROOM UIT PRAKTIJKONDERWIJS, VOORTGEZET SPECIAAL ONDERWIJS EN ENTREE-OPLEIDINGEN (COHORT 2013/14, 2014/15 EN

Nadere informatie

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1

Aantal instromende studenten tussen 2010 2014 gedaald. Figuur 1: Ontwikkeling instroom lerarenopleidingen 2010 2014. 1 Het aantal studenten dat start met een opleiding tot leraar basisonderwijs, leraar speciaal onderwijs of leraar voortgezet onderwijs is tussen en afgenomen. Bij de tweedegraads en eerstegraads hbo-lerarenopleidingen

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015

Feiten en cijfers. Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs. Mei 2015 Feiten en cijfers Afgestudeerden en uitvallers in het hoger beroepsonderwijs Mei 2015 Feiten en cijfers 2 Inleiding Op 19 mei 2015 hebben de hogescholen hun strategische agenda #hbo2025: wendbaar & weerbaar1

Nadere informatie

Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken

Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken Toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor mbo 4-gediplomeerden De rol van inkomen en andere achtergrondkenmerken Caroline van Weert Rosa Meijer Karlijn Bakker Sita Tan projectnummer 3.3.4 SQS-Onderwijs

Nadere informatie

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 Factsheet Jongeren buiten beeld 2013 1. Aanleiding en afbakening Het ministerie van SZW heeft CBS gevraagd door het combineren van verschillende databestanden meer inzicht te geven in de omvang en kenmerken

Nadere informatie

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005

Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Allochtonen bij de overheid, 2003 en 2005 Uitkomsten en toelichting Centrum voor Beleidsstatistiek Maartje Rienstra en Osman Baydar Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring

Nadere informatie

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies Aanleiding Sinds 2006 publiceert de Gemeente Helmond jaarlijks gedetailleerde gegevens over de werkloosheid in Helmond. De werkloosheid in Helmond

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw

De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren Techniek, Economie & Handel, Zorg & Welzijn, en Landbouw Colofon Titel De deelname van dertigplussers in het mbo-onderwijs: de sectoren

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Fact sheet nummer 9 juli 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013 Er zijn in Amsterdam bijna 135.000 jongeren in de leeftijd van 15 tot 27 jaar (januari 2013). Veel jongeren volgen een opleiding of

Nadere informatie

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking

Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Betaling én vervanging van vergrijzende arbeidspopulatie worden een probleem Demografie van de Nederlandse beroepsbevolking Peter Ekamper, Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) Op

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in

Voortijdig schoolverlaten 0c het voortgezet et onderwijs in e088 Voortijdig schoolverlaten 0c olverlaten vanuit het voortgezet et onderwijs in Nederland en 21 gemeenten naar herkomstgroepering en geslacht Antilianen- Toelichting bij geleverde everde maatwerktabellen

Nadere informatie

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden

Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Instroom hbo afgenomen maar forse groei aantal gediplomeerden Groei bij gezondheidszorg, aantal studenten in het hbo stabiliseert, aandeel allochtonen blijft groeien, 5% groei in diploma s, aantal Ad-studenten

Nadere informatie

Waar zijn allochtone werknemers in dienst?

Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Waar zijn allochtone werknemers in dienst? Dr. Chantal Melser, drs. Jo van Cruchten en Leo van Toor In het najaar van 2 waren er 6,9 miljoen werknemers tussen de 15 en 65 jaar met één of meerdere banen.

Nadere informatie

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt : een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt Harry Bierings en Robert de Vries Direct nadat zij school hadden verlaten, maar ook nog vier jaar daarna, hebben voortijdig naar verhouding vaak geen baan. Als

Nadere informatie

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking

Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Werktijden van de werkzame beroepsbevolking Ingrid Beckers Ruim de helft van de werkzame beroepsbevolking werkte in 22 op onregelmatige tijden. Werken in de avonduren en op zaterdag komt het meeste voor.

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar Samenvatting Leiden heeft op 1 januari 2006 118.070 inwoners. Hoofdstuk 2 geeft een profiel van de inwoners van Leiden. Dit hoofdstuk is gebaseerd op zowel kerncijfers uit

Nadere informatie

Joost Meijer, Amsterdam, 2015

Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Deelrapport Kohnstamm Instituut over doorstroom vmbo-mbo t.b.v. NRO-project 405-14-580-002 Joost Meijer, Amsterdam, 2015 Inleiding De doorstroom van vmbo naar mbo in de groene sector is lager dan de doorstroom

Nadere informatie

Meer of minder uren werken

Meer of minder uren werken Meer of minder uren werken Jannes de Vries Een op de zes mensen die minstens twaalf uur per week werken (de werkzame beroeps bevolking) wil meer of juist minder uur werken. Van hen heeft minder dan de

Nadere informatie

9. Werknemers en bedrijfstakken

9. Werknemers en bedrijfstakken 9. Werknemers en bedrijfstakken Niet-westerse allochtonen hebben minder vaak een baan als werknemer vergeleken met autochtonen. De positie van de tweede generatie is gunstiger dan die van de eerste generatie.

Nadere informatie

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren

Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Mobiliteit van leraren tussen onderwijssectoren Versie 2 Datum 15 oktober 2018 Status Definitief Onze referentie 1427719 Colofon Directie Projectnaam Contactpersoon Kennis/DUO Mobiliteit leraren Ministerie

Nadere informatie

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004

De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Arbeidsinspectie Kantoor Den Haag Directie Concernbeleid Team Monitoring en Beleidsinformatie De arbeidsmarktpositie van werknemers in 2004 Een onderzoek naar de verschillen in beloning en mobiliteit tussen

Nadere informatie

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013

BIJLAGEN. Jaarrapport integratie 2013 Jaarrapport integratie 2013 Willem Huijnk Mérove Gijsberts Jaco Dagevos BIJLAGEN Bijlage bij hoofdstuk 2... 2 Bijlage bij hoofdstuk 3... 8 Bijlage bij hoofdstuk 4... 11 Bijlage bij hoofdstuk 5... 14 Bijlage

Nadere informatie

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007

werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 08 Arbeidsparticipatie 0i icipatie en werkwillendheid eid van ouderen (50-64 jaar) in 2007 Maaike Hersevoort, Marleen Geerdinck en Lian Kösters Centrum voor Beleidsstatistiek (maatwerk) Den Haag/Heerlen

Nadere informatie

Pensioenaanspraken in beeld

Pensioenaanspraken in beeld Pensioenaanspraken in beeld Deel 2: aanspraken naar herkomst, sociaaleconomische categorie en type Deel 2: huishouden Elisabeth Eenkhoorn, Annelie Hakkenes-Tuinman en Marije van de Grift De pensioenopbouw

Nadere informatie

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers

Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Sociaaleconomische trends 213 Verwachte baanvindduren werkloze 45-plussers Harry Bierings en Bart Loog juli 213, 2 CBS Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaaleconomische trends, juli 213, 2 1 De afgelopen

Nadere informatie

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Subsector geografie. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Samenvatting... 2 Minst aantal opleidingen... 2 Minst aantal studenten... 3 Instroom neemt af... 3 Laagste uitval... 3 Lager diplomarendement... 3 Daling in switch... 3 Twee nieuwe opleidingen... 4 Weinig

Nadere informatie

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs

FACTSHEET. Toptalenten VO in het vervolgonderwijs FACTSHEET Toptalenten VO in het vervolgonderwijs De onderwijsprestaties van Nederlandse leerlingen zijn gemiddeld genomen hoog, maar er blijft ruimte voor verbetering. Deze factsheet geeft inzicht in de

Nadere informatie

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan

Demografische levensloop van jongeren na het uit huis gaan Carel Harmsen en Liesbeth Steenhof In dit artikel wordt de levensloop gevolgd van jongeren die in 1995 het ouderlijk huis hebben verlaten. Hierbij wordt ook aandacht besteed aan de verschillen tussen herkomstgroeperingen.

Nadere informatie

Meerdere keren zonder werk

Meerdere keren zonder werk Meerdere keren zonder werk Antoinette van Poeijer Ontvangers van een - of bijstandsuikering en ers worden gestimuleerd (weer) aan de slag te gaan. In veel gevallen is dat succesvol. Er zijn echter ook

Nadere informatie

Wie staan er in Amsterdam voor de klas?

Wie staan er in Amsterdam voor de klas? Factsheet januari 2019 Om meer inzicht te krijgen in het lerarentekort brengt (OIS) in opdracht van directie Onderwijs, Jeugd en Zorg (OJZ) de situatie wat betreft Amsterdamse docenten in beeld. In deze

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT Uitgevoerd door: CINOP Advies Etil Kohnstamm Instituut Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA), Maastricht University DEZE FACTSHEETRAPPORTAGE IS ONTWIKKELD

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond

Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond Inkomensongelijkheid naar migratieachtergrond Inkomensverschillen tussen personen met en zonder migratieachtergrond inkomensverschil tussen 3- jarigen met en zonder migratieachtergrond (zonder/e achtergrond

Nadere informatie

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken Marjolein Korvorst en Francis van der Mooren In 27 zijn er in Nederland bijna 83 duizend jongeren van 15 tot 27 jaar, die niet naar school gaan. Van hen

Nadere informatie

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg

Artikelen. Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur. Ingrid Beckers en Hans Langenberg Hoge arbeidsdeelname, maar lage arbeidsduur Ingrid Beckers en Hans Langenberg De arbeidsdeelname in Nederland is de afgelopen 25 toegenomen. Dit komt vooral doordat meer vrouwen zijn gaan werken. Zij doen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S-GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Fax (070) 333 40

Nadere informatie