Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Vergelijkbare documenten
Regioconvenant Bedrijventerreinen Regio Zuidoost Utrecht. Besluitvorming

Regionaal Convenant Bedrijventerreinen Regio Utrecht , met doorkijk naar 2025

onskenmerk 2011/30800 doorkiesnummer

Onderwerp: Regionaal Convenant Bedrijventerreinen Utrecht-West

Regionaal Convenant Bedrijventerreinen Regio Utrecht

Doetinchem, 19 juni Te besluiten om: 1. Het Regionaal Programma Werklocaties Achterhoek met bijlagen (RPW Achterhoek) vast te stellen.

CONVENANT BEDRIJVENTERREINEN REGIO AMERSFOORT

Gedeputeerde Staten. Midden-Holland t.a.v. tafel Economie, Onderwijs en Arbeidsmarkt Postbus AH Gouda

De Toekomst van Bedrijventerreinen. Gusta Renes

Hans Haring, Tymon de Weger, Jethro Michel, Floris Bots, Lennard Lindeman, Cees vermeulen, Sabine Gabriël

Raadsvoorstel. 22 mei Geachte raad,

Bedrijventerreinen Noord-Veluwe. Regionale bijeenkomst raadsleden Gerrit Marskamp

Analyse ontwikkeling van vraag en aanbod logistiek terreinen in de regio Schiphol

Ons kenmerk G410/CD

Concept Convenant Voorraadbeheersing en Afstemming Werklocaties Flevoland. 1. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 2016/ U Raadsbrief 2016, nr oktober 2016

Woningbouw Het plan maakt de ontwikkeling van twee woningen aan het Landaspad mogelijk. Tegen deze ontwikkeling hebben wij geen bezwaar.

Nr. 2012/82 16 mei 2012 ISSN: X HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH

Provincie Noord-Holland

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. h. vranken BP TH 10G / Vaststellen visie bedrijventerreinen Netwerkstad Werk en inkomen

Doelstelling en werkwijze N.V. Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht

Datum : 6 september 2005 Nummer PS : PS2005IME06 Dienst/sector : MEC/DER Commissie : IME

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Weert 8 oktober 2014

Bedrijventerreinvisie Heerenveen en regionaal plan Zuidoost Fryslân. Presentatie commissie ROM,

Feiten en cijfers Brabantse bedrijventerreinen Toelichting, 11 juli 2017 Provincie Noord-Brabant

REGIONAAL CONVENANT WERKLOCATIES WEST-FRIESLAND

NOTITIE COLLEGES BESLUITVORMING AFSPRAKEN KWALITEIT BEDRIJVENTERREINEN REGIO GRONINGEN-ASSEN

ACTUALISATIE UITGIFTETEMPO BEDRIJVENTERREINEN Stec Groep aan gemeente Apeldoorn (concept)

Voortgangsrapportage Werklocaties

Regionaal Programma Werklocaties. Presentatie aan: Raadsleden gemeenten regio Arnhem Nijmegen

Behoefteraming bedrijventerreinen Zuid-Holland. Stec Groep Hub Ploem Bestuurlijk overleg Midden-Holland 2 oktober 2017

Graag informeren wij u hierbij dat wij op 8 februari 2005 jl. het. voorontwerp streekplanuitwerking Bedrijventerrein Amstelveen Zuid

Herstructurering een fiasco

Regionale samenwerking Bedrijventerreinen West-Achterhoek. 28 oktober 2008

Nota van Beantwoording en Wijziging

GEMEENTE RJJJJj RENSIA/Ol/DE

Handreiking Ladder voor duurzame verstedelijking. Samenvatting

Vraag 6 Hoe groot is de vloeroppervlakte van de bedrijfsruimte die u denkt nodig te hebben voor uw uitbreiding- of verplaatsingsplannen?

Provincie Noord-Holland

Kansen voor kwaliteit

CONVENANT BEDRIJVENTERREINEN

Basisdocument regionale afspraken woningbouw. Stec Groep aan gemeenten en provincie Noord-Holland

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

Raadsmededeling. De volgende stukken zijn voor u bijgevoegd:

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG

verwachte behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen ( de vraag ) en het harde (plan)aanbod ( het aanbod ).

Toepassing van de ladder in Provincie Zuid-Holland

Rekenkamercommissie Vallei en Veluwerand

PEILING. TITEL Analyse en aanscherpen vraagstukken Visie werklocaties

Regionale Structuurvisie Wonen Zorg en Woonomgeving. Gemeente Roerdalen 19 november 2014

POL-uitwerking werklocaties - Regionale visie detailhandel Noord Limburg

Regionale Agenda Werken Regionaal Ruimtelijk Overleg Midden Brabant December November 2016 Werkgroep Werken Hart van Brabant

Uitvoeringsprogramma Retail Parkstad Limburg. Kennisnetwerk Nieuwe Binnensteden, Platform 31 Utrecht, 30 mei 2018

Regionale behoefteraming Brainport Industries Campus Eindhoven

Perspectief Bedrijventerreinen. Gemeente Bunnik

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Datum: 11 februari 2013 Versie definitief. Uitgifteprotocol Bedrijfsgrond Gemeente Oldebroek (2013)

BOVENREGIONAAL BEDRIJVENTERREIN HOEKSCHE WAARD. Notitie over het door Buck Consultants uitgevoerde onderzoek naar nut en noodzaak

Kwaliteitsmatch vraag en aanbod bedrijventerreinen Noord-Holland Noord

Ontwerpbesluit. Toelichting

Regionaal Programma Bedrijventerreinen Noord-Veluwe Evaluatieverslag 2015

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Bedrijventerreinenboek De Hoeksche Waard

Leidraad Herstructurering Bedrijventerreinen gemeente Woerden versie 30 augustus 2013

Ladder voor duurzame verstedelijking Three steps to heaven? 10 maart 2015

Gemeente Oegstgeest. Onderbouwing Ladder voor duurzame verstedelijking Oude Vaartweg. 11 maart 2015

College van Burgemeester en wethouders gemeente Tynaarlo

Onderwerp: Reactie op Provinciale Structuurvisie en Provinciale Verordening

Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening

PROVINCIAAL BLAD. ARTIKEL 2 AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost Er is een AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost, hierna te noemen de commissie.

VAN OVERUSE 5EL. o\z, N 2012 ) JU. ontv.: " * Routing

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

Provinciaal herstructureringsplan bedrijventerreinen Provincie Utrecht

GS brief aan Provinciale Staten

REGIONAAL CONVENANT WERKLOCATIES KOP VAN NOORD-HOLLAND

Raadsvoorstel. Bevoegdheid Raad. Vergaderdatum: 20 oktober 2015 Registratienummer: 2015/61 Agendapunt nummer: 9. Onderwerp Detailhandelsvisie

Datum: Informerend. Datum: Adviserend 01/11/ /09/ /1/2019

Marktonderzoek bedrijventerreinen gemeente Dalfsen. Bestuurlijke eindrapportage 28 februari 2014

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

FINANCIEEL ARRANGEMENT BIJ PROGRAMMERING BEDRIJVENTERREINEN STEDELIJK GEBIED EINDHOVEN 2016 ARRANGEMENT

Elst Centraal Herijking ontwikkelingsstrategie. Politieke Avond gemeenteraad 22 september 2015

voortgang beleidskeuzes kantorenmarkt Zuid-Holland Stec Groep 18 september 2013 Esther Geuting

Convenant Bedrijventerreinen Regio Utrecht

11RAAD0056 VOORBLAD RAADSVOORSTEL

Convenant voor Samenwerking Economische Verkenning Voorzieningenkern Binnenstad

PLAN VAN AANPAK BEDRIJVENTERREINENSTRATEGIE HOLLAND RIJNLAND Versie 7.2 d.d. 10 oktober 2017 Auteurs: Hans Stapper / Henk Hansen

Collegebesluit. Onderwerp Verkoop grond Oudeweg achter 8 en 10

Op 31 oktober 2013 heeft uw raad het bestemmingsplan Bedrijventerrein Leersum vastgesteld.

Collegevoorstel. Inleiding. Feitelijke informatie. Afweging

Bestuurlijke programmaopdrachten Regio Groningen-Assen

Convenant Vestigingscriteria Bedrijventerreinen Noord-Veluwe

Provincie Zuld - Holland 0 8 JULI Datum Ofitvinfiat. bfjtage(n) 1

Rol provincie bij nieuwbouw. Klik op de kavels voor meer informatie. De provincie is aanjager, kennismakelaar, verbinder, beleidsmaker en regelgever.

Werkende bedrijventerreinen

provincie :: Utrecht Mobiliteit

Provincie Staten van Gelderland T.a.v. Programmabureau Postbus GX ARNHEM. Geachte Staten,

Procesconvenant ruimtelijke ordening Zuid-Holland

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

Woonafspraken>Woonvisie>Prestatieafspraken

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Transcriptie:

provincie:: Utrecht VERZONDEN 6 JUL 2012 Fysieke Leefomgeving Aan: Gemeente Utrechtse Heuvelrug College van Burgemeester en Wethouders Froukje Boxman Postbus 200 3940 AE Doorn Archimedeslaan 6 3584 BA Utrecht Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2582564 www.provincie-utrecht.nl Datum 6 juli 2012 Nummer 80B5D387 Uw brief van Uw nummer Bijlage geen Team Referentie Doorkiesnummer Faxnummer E-mailadres Onderwerp Strategische Ruimtelijke Ontwikkeling Jeroen Blom 030-2589011 Jeroen.blom@provincie-Utrecht.nl ondertekenende Convenant Bedrijventerreinen Regio Zuidoost Utrecht Geachte mevrouw Boxman, Hierbij ontvangt u uw exemplaar van het door alle partijen op 29 juni 2012 ondertekenende Convenant Bedrijventerreinen Regio Zuidoost Utrecht. Een scan ontvangt u per e-mail. Gemeente Utrechtse Heuvelrug fa Met vriendelijke groet, Jeroen Blom Beleidsmedewerker Strategische Ruimtelijke Ontwikkeling nr. - 9 JUL 2012 ONTVANGEN Het provinciehuis is per openbaar vervoer vanaf Utrecht CS te bereiken via GVU-lijn 11 (richting De Uithof). Heeft u klachten? Provinciale klachtencommissie, 030-2583322.

gemeente Rhenen ft GEMEENTE UTRECHTSE HEUVELRUG ^9 mfvi VEENENDAAL GEMEENTE RENSWOUDE Regioconvenant Bedrijventerreinen Regio Zuidoost Utrecht

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Partijen 3 Hoofdstuk 2 Considerans 4 Hoofdstuk 3 Artikelen 6 Hoofdstuk 4 Ondertekening 11 Bijlage 1 Uitvoeringsagenda 2012-2014 12 Bijlage 2 SER ladder 13 Bijlage 3 Vraag-aanbodconfrontatie 15 Bijlage 4 Regionale programmering bedrijventerreinen 18 Bijlage 5 Herstructurering van bedrijventerreinen 19 Bijlage 6 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening 20 2

Hoofdstuk 1 Partijen Gemeenten 1. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Renswoude, vertegenwoordigd door dhr. W.J. Dekker, burgemeester, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 27 maart 2012, verder te noemen "partijen" of "gemeente" 2. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rhenen, vertegenwoordigd door dhr. H. van den Berg, wethouder economische zaken, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 10 april 2012, verder te noemen "partijen" of "gemeente" 3. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, vertegenwoordigd door dhr. B. Homan, wethouder Economische Zaken, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluiten van 30 september 2011 en 31 januari 2012, verder te noemen "partijen" of "gemeente" 4. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Veenendaal, vertegenwoordigd door dhr. Dr. Ir. C. M. Verloop, wethouder economische zaken, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 24 april 2012, verder te noemen "partijen" of "gemeente" 5. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijk bij Duurstede, vertegenwoordigd door dhr. R. Peek, wethouder economische zaken, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 11 oktober 2011, verder te noemen "partijen" of "gemeente" 6. Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht, vertegenwoordigd door de heer R. van Lunteren, gedeputeerde Economie en de heer drs. R.W.. Krol, gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling, daartoe gemachtigd ingevolge hun besluit van 13 maart 2012,verder te noemen "partijen" of "provincie" 3

Hoofdstuk 2 Considerans Met dit convenant beogen partijen een actieve regionale samenwerking te voeren ten behoeve van een optimale ruimtelijk economische ontwikkeling van de regio Zuidoost Utrecht. Hiervoor maken de gemeenten afspraken over het aanbieden van voldoende, goed gesegmenteerde, bedrijventerreinen en over het op peil houden en daar waar nodig verbeteren van de kwaliteit van bedrijventerreinen. Gemeenten maken praktische afspraken over bedrijventerreinen in de regio, waar individuele gemeenten in samenwerking met ondernemers en andere betrokken partijen actief mee aan de slag kunnen en dat leidt tot een duurzame bedrijventerreinensituatie waarin vraag en aanbod optimaal op elkaar zijn afgestemd. Partijen erkennen dat bedrijventerreinen een hoge maatschappelijke waarde hebben en dat daarom het behouden en verbeteren van kwaliteit, functionaliteit en waarde van bedrijventerreinen van groot belang is. Partijen hebben kennis genomen van afspraken uit het Convenant Bedrijventerreinen van Rijk/IPOA/NG, waaronder de afspraken over regionale samenwerking en het vertalen van de provinciale behoefteraming naar een regionale bedrijventerreinenplanning. Partijen erkennen regionale samenwerking en -afstemming als instrument om te komen tot optimale afstemming over vraag en aanbod bij het herstructureren van bestaande bedrijventerreinen en de ontwikkeling van nieuwe terreinen. Partijen betrekken maatschappelijke organisaties, private partners/marktpartijen en eigenaar/gebruikers bij het opstellen en uitvoeren van de regionale bedrijventerreinenplanning. Zo nodig worden partijen direct betrokken in de afspraken van dit convenant. Partijen erkennen de essentie van het uitvoeren van de systematiek van de SER ladder 1 bij het streven naar zorgvuldig en daarmee duurzaam ruimtegebruik en sluiten daarmee aan op het Convenant Bedrijventerreinen van Rijk/IPOA/NG en het provinciaal ruimtelijk beleid en instrumentarium. Gemeenten zijn er van op de hoogte dat een regionaal convenant voor bedrijventerreinen (regionale samenwerking) een vereiste is om zowel nieuwe bedrijventerreinen te mogen ontwikkelen als om in aanmerking te komen voor de mogelijke inzet van de Ontwikkelingsmaatschappij Utrecht voor herstructurering in de regio. Daarnaast worden in het provinciaal ruimtelijk beleid en instrumentarium minimale kwaliteitseisen gesteld aan ontwikkeling van bedrijventerreinen (zoals het hanteren van de methodiek van de SER-ladder). Zie bijlage 1 4

Partijen benutten de meest actuele cijfers (2011) die beschikbaar zijn voor het Regioconvenant Bedrijventerreinen. Gedurende de looptijd van het convenant worden de (inhoudelijke) onderdelen, zoals opgenomen in de bijlagen (aanbod, vraag, herstructureringsopgave, etc), onderworpen aan een herijking. 5

Hoofdstuk 3 Artikelen Artikel 1 Behoefte aan bedrijventerreinen in beeld brengen Partijen spreken af dat, in samenhang met het convenant bedrijventerreinen Rijk/IPOA/NG en de nieuwe Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie (PRS) en Verordening (PRV), voor de regionale behoefteramingen voor bedrijventerrein wordt uitgegaan van: het Transatlantic Market (TM 2 ) scenario van de Bedrijfslocatiemonitor (CPB, 2005) - de bottom-up ruimtebehoefteraming voor de regio Zuidoost Utrecht (BCI, 2011 ) 3 Voor de periode 2011-2020 komt dit neer op een ruimtebehoefte van minimaal 24 ha netto en maximaal 29 ha netto. De onderbouwde ruimtebehoefte wordt eens in de drie jaar onderworpen aan een herijking. Voorts vindt jaarlijks afstemming plaats met de buurregio's BRU en Regio Food Valley ten aanzien van de ontwikkeling van de ruimtebehoefte in de diverse regio's. Artikel 2 Faseren van nieuw te ontwikkelen bedrijventerreinen Gemeenten en provincie kiezen voor het hanteren van de volgende uitgangspunten om te zorgen op de volgende wijze vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid voor een blijvend gezonde balans tussen vraag van en aanbod van aan bedrijventerreinen in de regio: a) De gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht hebben een regionale planning voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen gemaakt. Deze is opgenomen in bijlage 3. De gemeenten zijn tot deze planning gekomen na het hebben doorlopen van de SERladder. b) Een deel van deze locaties nemen GS als uitgangspunt voor de ontwerp PRS en PRV. Zie bijlage 6 voor een overzicht c) Individuele gemeenten faciliteren in eerste instantie het 'eigen' bedrijfsleven (de lokale ruimtevraag) en bieden ruimte voor groei in eigen gemeenten. d) Regionale afstemming vindt plaats wanneer bedrijven niet uit de voeten kunnen in de eigen gemeente. e) De gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht stemmen plannen voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen in regionaal verband af en maken alleen nieuwe plannen voor bedrijventerreinen wanneer die passen binnen de regionale planning en de ruimtebehoefte voor deze terreinen is aangetoond. 2 3 Het macro-economische groeiscenario Transatlantic Market, is één van de vier ontwikkelde groeiscenario's (Centraal Planbureau, 2005), dat in het Convenant Bedrijventerreinen 2010-2020 is opgevoerd als het groeiscenario dat landelijk gebruikt dient te worden bij het bepalen van de ruimtebehoefte aan bedrijventerreinen. Zie bijlage 2 voor de resultaten van de raadpleging van het regionale bedrijfsleven 6

f) De plannen voor de ontwikkeling van bedrijventerreinen worden zorgvuldig gemonitord en indien nodig bijgesteld. Artikel 3 Segmenteren van bedrijventerreinen Gemeenten spreken af dat binnen de regio Zuidoost Utrecht vraag en aanbod van bedrijventerreinen naast kwantitatief (op basis van behoefte) ook kwalitatief wordt afgestemd. Daarbij worden de bedrijventerreinen gesegmenteerd in typen terreinen met terreinprofielen en terreinkenmerken, die aansluiten bij de huisvestingseisen en wensen van ondernemers (o.a. op basis van artikel 1). De gemeenten zoeken bij het opstellen van de regionale programmering, in samenspraak met de provincie Utrecht, afstemming met andere regio's binnen en buiten de provincie (Regio Food Valley, BRU, etc). In bijlage 4 is de segmentering voor de bedrijventerreinen (o.b.v. de vraag-aanbodconfrontatie) in Zuidoost Utrecht uiteengezet. Deze segmentering is zowel van toepassing bij de restcapaciteit op bestaande locaties als bij nieuwe bedrijventerreinen die de komende jaren (periode 2011-2020) ontwikkeld worden. Hierin maakt de regio een onderscheid tussen de periode 2011-2015 en de periode hierop volgend, 2016-2020. Artikel 4 Monitoring Partijen monitoren zowel het aanbod van bedrijventerreinen als de vraag naar bedrijventerreinen (ruimtebehoefte) en maken op basis daarvan, indien noodzakelijk, jaarlijks afspraken over: - het moment van planvorming en uitgifte van nieuwe bedrijventerreinen; - de aangeboden kwaliteit (segmentering/profiel/kenmerken); de aangeboden kwantiteit (aantal hectares); - de fasering van het planaanbod/de plancapaciteit (wanneer komt wat op de markt?). De regio monitort elk jaar het aanbod en eens in de drie jaar de vraag (zie ook artikel 1). De regio maakt daarbij gebruik van bestaande structuren, zoals IBIS (landelijk registratiesysteem) en breidt dit uit met voor de regio relevante indicatoren, zoals leegstandsgegevens en de voortgang van de aanpak van de herstructureringopgave. Artikel 5 Herstructureringsopgave bedrijventerreinen Gemeenten hebben een overzicht van geprioriteerde te herstructureren bedrijventerreinen in de periode tot 2015 gemaakt, mede op basis van het Provinciaal Herstructureringsplan. 4 Voor deze (en eventueel andere) terreinen zal (voor zover nog niet aanwezig) een herstructureringsplan worden opgesteld. (Samenwerkende) gemeenten zullen alvorens over te gaan tot het vaststellen van bestemmingsplannen voor nieuwe terreinen (zachte plannen) herstructureringsplannen hebben opgesteld, waarbij de hoeveelheid nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein in rede- 4 Zie bijlage 5. 7

lijke verhouding staat tot de omvang van de herstructurering van bestaande terreinen. Deze beoordeling hiervan vindt formeel plaats bij het de beoordeling van het bestemmingsplan voor het nieuw te ontwikkelen terrein waaraan de herstructurering is gekoppeld. Provincie en gemeenten komen overeen dat tijdens het planvormingsproces hier voortdurend afstemming over plaatsvindt. Een herstructureringsplan kan ook betrekking hebben op de transformatie van een of meerdere bedrijventerreinen. Een herstructureringsplan omvat tenminste: a. een probleemanalyse van openbare en private ruimte en op basis daarvan een meerjarenvisie op het betreffende geprioriteerde bedrijventerrein (deels al ingevuld door bestaande onderzoeken); b. betrokkenheid van het bedrijfsleven en andere maatschappelijke organisaties; c. het aantal hectares dat aangepakt zal worden, onderscheiden in privaat en publiek terrein; d. voorgenomen investeringen en de bijbehorende financiële onderbouwing voor de uitvoering van het plan van aanpak+ e. fasering van de uitvoering. En is goedgekeurd door de gemeenteraad Individueel bekijken gemeenten of samenwerking met en inzet van de OMU kansrijk is voor de regio en gemeente. Gemeenten stellen gezamenlijk (en in overleg met de OMU) een lijst met kansrijke projecten op. Dit is tevens opgenomen in de Uitvoeringsagenda (bijlage 1) van het Regioconvenant. De provincie en/of de OMU kan hierbij een ondersteunende rol vervullen. Artikel 6 Verevening Gemeenten spreken af om te onderzoeken op welke wijze en de mate waarin lokale en regionale verevening voor (extra) financiële dekking van herstructureringsplannen kunnen zorgen. Daar waar mogelijk wordt relevante kennis onderling tussen de Partijen gedeeld. Artikel 7 Herijking programma Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening In overeenstemming met de afspraak in het landelijke Convenant Bedrijventerreinen om de (landelijke) planningsopgave in 2015 te herijken, zullen GS zal na overleg met de gemeenten bij de eerstvolgende herijking bepalen of zij het noodzakelijk achten het programma aan nieuwe terreinen aan te passen. Aanpassingen van het programma kunnen betrekking hebben op het wijzigen, vervallen of toevoegen van locaties en/of de geplande omvang van locaties. Hiervoor is dan een herziening van de structuurvisie en verordening noodzakelijk. Voor het toestaan van extra nieuwe bedrijventerreinen bij de herijking nemen GS daarbij ten minste in overweging: 8

o de behoefte aan deze extra nieuwe terreinen op regionale schaal is aangetoond op basis van (dan) recente modelberekeningen en marktconsultatie, de ontwikkeling van de harde planvoorraad en voortgang van de transformatie; o de uitvoering van de herstructureringsplannen zoals omschreven in art. 5 daadwerkelijk is aangevangen en/ of de uitvoering is gegarandeerd door financiële dekking; o of (op basis van onderzoek) kan worden aangetoond op welke wijze en de mate waarin lokale en regionale verevening voor (extra) financiële dekking van herstructureringsplannen kan zorgen; o of (regionale) verevening daadwerkelijke heeft plaatsgevonden; o of er aantoonbaar wordt geparticipeerd door het betrokken bedrijfsleven of andere marktpartijen in het realiseren van de herstructureringsplannen. Artikel 8 Regionale afstemming grondprijzen Gemeenten hanteren een marktconforme grondprijs voor bedrijventerreinen in de regio. De regio onderzoekt de mogelijkheden voor en het nut van een regionale grondprijsmethodiek, rekening houdend met bestaande grondexploitaties en vooraf gemaakte afspraken. De achterliggende gedachte is het voorkomen van concurrentie op grondprijzen tussen gemeenten door het hanteren van een uniforme methodiek voor het bepalen van de grondprijs (per gemeente). Gemeenten verkennen daarnaast de mogelijkheden voor een grondprijsverhoging om (vooral bij nieuwontwikkelingen) meeropbrengsten te genereren, die vervolgens kunnen worden gealloceerd voor o.a. herstructurering en/of onderhoud & beheer van terreinen. Bij het verkennen van grondprijzen en methodieken wordt tevens over de regionale grenzen heen gekeken (naar omliggende gemeenten): overleg en eventueel afstemming met deze regio's is noodzakelijk om tot uniformiteit te komen. Artikel 9 Kwaliteitsverbetering, duurzaamheid en parkmanagement Partijen spreken de intentie uit om samen expertise te delen en ook samen te werken bij kwaliteitsverbeterende initiatieven zoals parkmanagement, beheer en milieutechnische voorzieningen en beeldkwaliteit met als doel om bedrijventerreinen duurzamer te maken en langer mee te laten gaan. Partijen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden op het vlak van het stimuleren van duurzaamheid in brede zin. Het gaat om een evenwicht tussen sociale, economische en milieuaspecten van bedrijventerreinen: people, planet en profit. De essentie is het streven naar (en werken aan) bedrijventerreinen die lang 'mee gaan' en energiezuinig zijn. Partijen delen kennis en informeren elkaar over de wijze waarop duurzaamheid een rol kan spelen in het gemeentelijk bedrijventerreinenbeleid. Dit betreft o.a. thema's als: - Uitgifte- en grondprijsbeleid (SER-ladder) - Duurzaamheid wat betreft inrichting van het terrein en intensief gebruik van de ruimte - Duurzaam bouwen en inrichten - Optimaliseren van vervoer van goederen en personen 9

Collectieve inzameling en afvoer van afvalstoffen - Benutting van reststromen (bijvoorbeeld WKO) Gezamenlijk gebruik van utilities en installaties Nutsvoorzieningen met hóog/duurzaam rendement Interactie met de omgeving en leefbaarheid Artikel 10 Opzetten regionale organisatie Gemeenten richten een intergemeentelijke ambtelijke Werkgroep Bedrijventerreinen op die periodiek (tweemaal per jaar) bij elkaar komt om uitvoering te geven aan de gemaakte afspraken in het Regioconvenant en de voortgang te monitoren. De provincie en de Kamer van Koophandel sluiten aan bij dit overleg. De Werkgroep Bedrijventerreinen bereidt tevens periodiek bestuurlijk overleg voor met de gemeentelijke portefeuillehouders Economische Zaken (tweemaal per jaar), waardoor ook op bestuurlijk niveau draagvlak blijft bestaan voor de gemaakt afspraken in het Regioconvenant. Artikel 11 Overig Partijen kunnen op tekortkoming in de nakoming van dit convenant of van afspraken die daarmee samenhangen, bij de burgerlijke rechter geen beroep doen. 10

Hoofdstuk 4 Ondertekening Gemeente Renswoude dhf.jw.j^bekker, burgemeester Renswoude, 29 juni 2012 dhr. Hi^afTden Berg, wethouder economische zaken Rhenen, 29 juni 2012 Gemeente Utrechtse Heuvelrug dhr. B. Homan, wethouder Economische Zaken Utrechtse Heuvelrug, 29 juni 2012 Gemeente Vèenendaal n dhr. Dr. Ir. C. M. Verloop, wethouder economische zaken Vèenendaal, 29 juni 2012 Gemeente Wijk bij Duurstede v/. dhr. R. Peek, wethouder economische zaken Wijk bij Duurstede, 29 juni 2012 Provincie Utrecht R.W. K Utrecht, 29 uni 2012 dly. fl.w.r. van Lunteren, gedeputeerde Economie Utrecht, 29 juni 2012

Bijlage 1 Uitvoeringsagenda 2012-2014 In de uitvoeringsagenda wordt per artikel en afspraak een overzicht gemaakt van de belangrijkste acties, maar ook fasering, betrokken partijen en kosten/tijdsinzet. De Werkgroep Bedrijventerreinen is verantwoordelijk voor inhoudelijke voortgang van de diverse afspraken. Artikel Actie Fasering Betrokken partijen Tijdsinzet/ kosten 5 Herijken en update ruimtebehoefte Afstemming vraag buurregio's BRU, Food Valley Apr.-Jun. 2014 Jaarlijks in het- 3 de kwartaal Monitoring (uitgifte/vraag, nieuw- Jaarlijks in 3 ontwikkelingen, herstructurerings- kwartaal opgave, leegstand, etc.) Prioriteren Juni 2012 Herstructureringsopgave en opstellen lijst kansrijke projecten Samenstellen proposities OMU Juni 2012 Regio gemeenten Ondernemersverenigingen Provincie Utr./ Gld. Regiogemeenten BRU Food Valley Provincies Utr./ Gld. Regiogemeenten Ondernemersverenigingen Regiogemeenten, i.o.m. OMU Regiogemeenten, OMU 6 7 8 9 Dag van de Herstructurering Oktober 2012 (kennisdelen over stand van zaken van een of meerdere herstructureringsprojecten) Afstemming grondprijsmethodiek Verkenning grondprijsverhoging Verkenning verevening Verkenning fondsmogelijkheden Jan-juni 2013 - Jan-juni 2013 - Z.s.m doch uiterlijk Juli- dec 2013 Z.s.m doch uiterlijk Juli- dec 2013 Kennisdeling parkmanagementapril 2013 (leren van eikaars ervaringen) Regiogemeenten Ondernemersverenigingen Provincie Utrecht Regiogemeenten Regiogemeenten Regiogemeenten Regiogemeenten Regiogemeenten Parkmanagementorganisaties Ondernemersverenigingen Provincie Utrecht 5 De tijdsinzet en begroting die nodig is om de bovenstaande acties uit te voeren wordt in de (ambtelijke en bestuurlijke) Werkgroep Bedrijventerreinen besproken en vastgesteld. 12

Bijlage 2 SER ladder Net als in andere regio's, is ook voor Zuidoost Utrecht een regionaal convenant randvoorwaarde voor ontwikkeling van (eventuele) nieuwe terreinen of uitbreiding van bestaande. Het hanteren van de SER-ladder speelt hierbij nadrukkelijk een rol. SER ladder In 1999 Introduceerde de Sociaal-Economische Raad de SER-ladder In reactie op de Nota Ruimtelijk Economisch Beleid. Voor het inpassen van de ruimtebehoeften voor o.a. bedrijvigheid stelde de SER voor de 'ladder' te hanteren als denkmodel: Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar kan worden gemaakt Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen Pas indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Ruimtevraag Lokaal/regionaal Uitbreidingsvraag Vervangingsvraag Starters Nieuwvestigers Aanbod (kavelniveau) Intensivering mogelijkheden kavels Leegstand vastgoed Aanbod (bedrijventerreinniveau) Beschikbare kavels Onbenutte restruimte Aanbod (in de regio) Beschikbare ruimte in de regio Nieuwsontwikkeling Nieuw aan te leggen terrein Lokaal/regionaal De regio Zuidoost Utrecht heeft de afgelopen maanden de bovenstaande SER-ladder procesmatig en op 'programmatisch' niveau doorgelopen om te komen tot dit regioconvenant. Hierin zijn de volgende stappen gezet: De vraag naar bedrijventerreinen is voor de komende jaren in beeld gebracht. Topdown (2010-2020) op basis van macro-economische ramingen (provincie Utrecht) en bottomup (2010-2020) op basis van een ruimtebehoefte enquête (dit betreft zowel de uitbreidingsvraag als de vervangingsvraag (bijv. transformatielocaties). Het aanbod van bedrijventerreinen is op basis van terreinschouwen en in de vorm van de Bedrijventerreinenatlas Regio ZOU (BCI, 2011) in detail in beeld gebracht. In het kader van de SER-ladder is hierin expliciet gekeken naar zowel de mogelijkheden voor 13

ruimtewinst (bijv. door herstructurering), als de leegstand op bedrijventerreinen. De mogelijkheden voor ruimtewinst door herstructurering is in de regio beperkt. Leegstand biedt wel mogelijkheden in de regio. Conform het gedachtegoed van de SER-ladder is door de regio besloten om de structurele leegstand een integrale plek te geven in de vraag-aanbodconfrontatie, door deze mee te nemen in de aanbodzijde (zie bijlage 2). Ook wordt rekening gehouden met het regionale aanbod dat van belang kan zijn voor de regio ZOU (het BRU gebied, de Regio Food Valley, e.d.). Gelet op het lokale karakter van het grootste deel van de bedrijventerreinenmarkt in de diverse gemeenten binnen Zuidoost Utrecht is geconstateerd dat deze regionale context vooral van belang is voor de gemeente Veenendaal (in het verleden zijn afspraken gemaakt met de gemeente Ede over het Bedrijventerrein A12). Dit is dan ook nadrukkelijk meegenomen in de vraag-aanbodconfrontatie. Deze vraag-aanbodconfrontatie, die tot stand is gekomen aan de hand van de SERladder, vormt de basis voor de regionale programmering van bedrijventerreinen in de regio ZOU, waarin zowel kwantitatief (ha's) als kwalitatief (segmentering) een match is gemaakt voor de individuele gemeenten in de regio (zie bijlage 3 en Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011)). Aanvullend geven gemeenten individueel invulling aan de SER-ladder op 'bedrijfsniveau': oftewel het accommoderen van individuele ruimtevragers. 14

Bijlage 3 Vraag-aanbod confrontatie Vraag naar bedrijventerreinen per gemeente Tabel 1 Ruimtebehoefte in beeld (2011-2020) Gemeente Ha bedrijventerrein (netto) Renswoude 2,9 Rhenen 3 Utrechtse Heuvelrug 9,6 Veenendaal 6,6 Wijk bij Duurstede 4,2 Overig 2,5 Totaal 28,8 Bron: Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011) Aandachtspunten bij de ruimtebehoefte in de regio Zuidoost Utrecht: De ruimtebehoefte is vooral lokaal van aard. Het merendeel van ruimtevragers (meer dan 80%) geeft de voorkeur aan de 'eigen' gemeente als vestigingsplaats. Het merendeel van de geconstateerde ruimtebehoefte manifesteert zich binnen nu en vijfjaar (periode 2011-2015). Van het overige deel van de ruimtebehoefte is niet bekend wanneer deze zich zal manifesteren. - De gemeenten in de regio Zuidoost Utrecht monitoren de daadwerkelijke ruimtebehoefte nadrukkelijk (jaarlijks bijhouden uitgifte en driejaarlijks herijken ruimtebehoefte). Aanbod van bedrijventerreinen per gemeente Tabel 2 Aanbod in beeld (restcapaciteit in ha's) - Harde plannen Gemeente Bruto Netto Structurele Direct Niet direct Totaal leegstand* Uitgeeffoaar uitgeefbaar Renswoude 27,6 20,8 0,0 0,8 1,5 2,3 Rhenen 46,0 31,3 0,0 0,9 0,0 0,9 Utrechtse Heuvelrug 22,2 16,2 0,0 0,0 0,0 0,0 Veenendaal 351,5 257,5 2,5 6,6 0,0 9,1 Wijk bij Duurstede 48,2 37,8 0,0 1.5 0,0 1,5 Regio ZOU 495,5 363,6 2,5 9,8 1,5 13,8 6 5% van de leegstand wordt als frictieleegstand beschouwd. In alle gemeenten, met uitzondering van de gemeente Veenendaal, is de leegstand niet hoger dan de frictieleegstand. Derhalve is voor deze gemeenten geen leegstand meegenomen in de vraag-aanbodconfrontatie (Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU, (BCI, 2011)) 15

Bron: Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011) Tabel 3 Aanbod in beeld - Zachte plannen (2011-2015 en 2016-2020) Gemeente Locatie Bruto (ha) Netto (ha) Realisatietermijn Utrechtse Amerongen/Leersum 3,5 2,0 Voor 2016 Heuvelrug Maarsbergen 10 7,8 Voor 2016 Wijk bij Uitbr. Broekweg (noord) fase 1 5 4,2 Voor 2016 Duurstede Vèenendaal Uitbr. Compagnie Oost - 1,0 Voor 2016 Totaal 2011-2015 18,5 15,0 Renswoude Uitbreiding Groot Overeem 4,5 3,5 Na 2016 Wijk bij Uitbr. Broekweg (noord) fase 2 5 4,3 Na 2016 Duurstede Totaal 2016-2020 9,5 7,8 Regio ZOU 28,0 22,8 Bron: Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011) Samenvattend ziet het aanbod aan bedrijventerrein in de regio Zuidoost Utrecht als volgt uit: - 13,8 ha (netto) is uitgeefbaar, waarvan 9,8 ha (netto) direct en 1,5 ha (netto) niet direct (particulier eigendom) - 2,5 ha (netto) leegstand (in de gemeente Vèenendaal) wordt als aanbod meegenomen - Voor de periode 2011-2015 beschikt de regio over 15,0 ha (netto) aan zachte plannen - Voor de periode 2016-2020 beschikt de regio over 7,8 ha (netto) aan zachte plannen 16

Vraag-aanbodconfrontatie Figuur 1 Vraag-aanbodconfrontatie 2011-2020 7 Vraag Aanbod J Provinciale raming [(Sebiedsvisie ZOU FlEr» Enquête Regioconvenant Netto ha's 24 ha 25 ha 29 ha Netto ha's Uitgeefbaar (inci. leegstand) j 13,8 Zachte plannen (voor 2016) j 15,0 Totaal 28,8 Zachte plannen (na 2016) j 7,8 De vraag-aanbodconfrontatie ziet er voor de regio Zuidoost Utrecht als volgt uit: - Voor de periode 2011-2015 is sprake van een goede match tussen vraag (29 ha) en aanbod (28,8 ha) - Voor de periode 2016-2020 onderzoekt de regio Zuidoost Utrecht of aanvullende ruimte (7,8 ha aan zachte plannen) noodzakelijk is om de ruimtevraag te accommoderen (door de ruimtebehoefte te herijken). Terreinen worden alleen ontwikkeld, wanneer er aanwijsbaar vraag is naar deze terreinen. 7 Provinciale raming komt voort uit indicatieve verdeling van de ruimtelijke planningsopgave 2010-2020 Raming Gebiedsvisie ZOU (2015-2030) komt voort Rapportage knelpunten streekplanprogramma wonen en werken Zuidoost Utrecht (2007) 17

Bijlage 4 Regionale programmering bedrijventerreinen Door de SER-ladder programmatisch door te lopen en kritisch te kijken naar zowel de vraag als het aanbod in kwantitatieve en kwalitatieve zin komt de regio tot de onderstaande regionale programmering en segmentering: Tabel 1 Regionale programmering bedrijventerreinen (2011-2015 en 2016-2020) Gemeente Locatie Bruto (ha) Netto (ha) Realisatietermijn Utrechtse Amerongen/Leersum 3,5 2,0 Voor 2016 Heuvelrug Maarsbergen 10 7,8 Voor 2016 Wijk bij Uitbr. Broekweg (noord) fase 1 5 4,2 Voor 2016 Duurstede Vèenendaal Uitbr. Compagnie Oost - 1,0 Voor 2016 Totaal 2011-2015 18,5 15,0 Renswoude Uitbreiding Groot Overeem 4,5 3,5 Na 2016 Wijk bij Uitbr. Broekweg (noord) fase 2 5 4,3 Na 2016 Duurstede Totaal 2016-2020 9,5 7,8 Regio ZOU 28,0 22,8 Bron: Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011) Tabel 2 Segmentering van bedrijventerreinen in de regio ZOU (hard en zacht) Gemeente Terrein Omvang Maximale Huidige gebruikers Maximale Gronduitgifte omvang vrije milieuhinder vanaf kavels categorie Bruto Netto Uitgeefbaar Renswoude Groot Overeem 19,8 15,2 2,3 3.500 Handel. Transport, Diensten 3 Heden Uitbreiding 4,5 3,5 3,5 2.500 Handel. Transport, Diensten 3 Na 2015 Groot Overeem Rhenen Remmerden 46 29,6 0,9 4.000 Industrie, Staal, Handel 4 Heden Utrechtse Uitbreiding 9,8 7,8 7,8 10.000 Logistiek, Productie, Handel 3.2 2014 Heuvelrug Maarsbergen Amerongen/ 3,5 2 2 - Handel, Productie, Logistiek 3.2 2012 Leersum Vèenendaal De Batterijen 45 30,6 6,3 - Logistiek, Handel, Diensten 4 Heden De Vendel/ 60,5 46,1 0,25 1.000-1.500 Diensten, Logistiek, Handel 3 Heden De Faktorij Uitbr. Compagnie 27 18,1 1 10.000 Diensten, Handel 3 2012 Oost Wijk bij Broekweg + 45 34,8 1,5 8.000 Logistiek, Handel, Bouw 3 Heden Duurstede Langshaven Uitbreiding 10 8,5 8,5 - Logistiek, Handel, Bouw 4 Na 2015 Broekweg Bron: Ruimtebehoefte Bedrijventerreinen Regio ZOU (BCI, 2011) 18

Bijlage 5 Herstructurering van bedrijventerreinen Herstructureringsopgave in beeld Tabel 1 Herstructureringsopgave in beeld Gemeente Locatie Bruto (ha) Te herstructureren (ha) Type herstructurering Rhenen Remmerden 46 1,5 Revitalisering/ facelift Utrechtse Amerongen 6,5 2,5 Revitalisering Heuvelrug Maarsbergen 5,1 2,0 Revitalisering Maarnse grindweg 2,0 1,5 Transformatie Veenendaal Ambacht 56 4 Revitalisering Nijverkamp 128 32 Facelift De Faktorij/ De Vendel 60 15 Revitalisering De Compagnie 61,5 20 Facelift (incl. Oost) Wijk bij Duurstede Het Koelhuis 4,5 3,5 Herprofilering Bdt. Cothen 3,2 0,5 Transformatie Bron: Provinciaal Herstructureringsplan Utrecht, bewerking individuele gemeenten Zuidoost Utrecht 19

Bijlage 6 Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening Overzicht locaties Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie en Verordening GS hanteren voor de ontwerp PRS en PRV de volgende locaties als uitgangspunt voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijventerreinen: Uitbreiding Broekweg, Wijk bij Duurstede (4,2 ha) Uitbreiding bedrijventerreinen Amerongen, Utrechtse Heuvelrug (2 ha) Uitbreiding bedrijventerrein Maarsbergen, Utrechtse Heuvelrug (7,8 ha) Uitbreiding De Compagnie, Vèenendaal (1 ha) Gedeputeerde Staten behouden hun zelfstandige verantwoordelijkheid om op basis van zienswijzen een nadere afweging van deze en eventueel andere locaties te maken. 20