Provincie Zuld - Holland 0 8 JULI Datum Ofitvinfiat. bfjtage(n) 1

Transcriptie

1 College van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zuid-Holland Postbus LP DEN HAAG I Provincie Zuld - Holland 0 8 JULI 2016 Datum Ofitvinfiat Poslbus EB Bezoekadres: Westnieuwiand VX Telefoon: (010) datum 5juli 2016 onderwerp Aanbieding 1/4 w/oningbouwprogramma Samenwerkrngsverband Regio Rotterdam / uw kenmerk bfjtage(n) 1 Abusievelijk is in brief d.d. 30 juni een verkeerde cijferreeks voor Maassluis opgenomen; in bijiage 1 treft u de correcte aantallen aan; dit leidt tot een lets hoger gemiddeld aantal geplande opieveringen in de periode 2016 tot 2025, van naar woningen! Geacht college, In juni 2015 heb Ik u, namens het Samenv^/erkingsverband Regio Rotterdam {hierna: SvWrR), gevnformeerd over de laatste stand van zaken betreffende de regionale vi/oonvisie van destijds nog de stadsregio Rotterdam (brief met kenmerk: ). Deze brief was het vervolg op een brief die was verstuurd in december 2014 (kenmerk: ), waarin het geactualiseerde woningbouwprogramma werd aangeboden. Met deze brieven hebben wij destijds invulling gegeven aan de actuatisering van de regionale woonvisie, zoals omschreven in de Visie Ruimte en Mobiliteit. In uw brief van november 2015 (kenmerk: PZH ) geeft u aan dat de aanvaarding van deze actualisatie van de regionale woonvisie tot 1 juli 2017 geldt. Bij Voorne-Putten was daar nog een voorbehoud opgenomen, maar inmiddels is de actualisatie van dat deel ook door u aanvaard. In de brief geeft u ook aan dat er in 2016 een aantal nieuwe provinciale ramingen uitkomen. Deze ramingen en inzichten zullen in de aanloop naar 1 juli 2017 mede moeten leiden tot het aanbieden van een nieuwe actualisatie van de regionale woonvisie door het SvWrR. In de genoemde brief geeft u (evens aan om, conform het Programme Ruimte, het woningbouwprogramma jaarlijks te monitoren. Dit is vormgegeven in het concrete verzoek om u voor 1 juli 2016 te berichten over de voortgang van het woningbouwprogramma. Dat doen wij door midde! van deze brief, waarin een samenvatting is opgenomen van het woningbouwprogramma voor de periode /4

2 2016 tot met waar mogelijk een doorkijk naar De plannen zijn besproken en afgestemd aan de subregionale tafels. Voor het afgestemde planaanbod verwijzen we naar de planmonitor woningbouw van de Provincie Zuid- Holland, zoals deze was ingevuld op vrijdag 24 juni Echter, voor het afgestemde planaanbod t.a.v. de programmering op Voorne-Putten voor de periode 2020 tot 2025, verwijzen wij specifiek naar de brief van 25 november 2015 van de gemeenten op Voorne-Putten, waarin de aanscherping voor de genoemde periode is aangegeven in "categorie T-plannen. Tot kort voor toezending van deze brief hebben de gemeenten op Voorne-Putten geactualiseerde gegevens gedeeld met het SvV^rR; op korte termijn zullen de gemeenten op Voorne-Putten deze gegevens ook in de planmonitor woningbouw invulien zodat het cijfermateriaal in de bijiage bij deze brief binnenkort weer spoort met de data In de provinciale planmonitor. Ma uw goedkeuring doorlopen de bestemmingsplannen die voor de realisatie van de hier genoemde plannen nodig zijn een vlottere goedkeuringsprocedure. Immers, voor deze woningbouwprojecten is dan voldaan aan de voorwaarden voor trede 1 van de Ladder van Duurzame Verstedelijking: de onderbouwing en regionale afstemming van de woningbehoefte. Voor deze woningbouwprojecten kunnen daarnaast ook andere voorwaarden gelden vanuit de VRM (dus buiten de regionale woonvisie om), zoals ruimtelijke kwaliteit en beschermingscategorleen voor natuur. Coordinatietaak en opheffing stadsregio Sinds een aantal jaren is het overleg over de stadsregionale woningmarkt zowel op regionale als op subregionale schaal georganiseerd. De subregionale schaal is bij ullstek geschikt gebleken om vraag en aanbod op de woningmarkt optimaal in balans te brengen. Naast nieuwbouw hebben gebruik, beheer en aanpassing van de bestaande woningvoorraad meer aandacht gekregen. Sinds de formele opheffing van de stadsregio Rotterdam per is de werkwijze metde subregionale tafels doorgezet. Terugkerend them a aan deze tafels is ook de voortgang en monitoring van de woningmarktafspraken. Aan deze tafels is ook het planaanbod besproken en vastgesteld. Daarnaast he eft het SvWrR, met ambtelijke ondersteuning van de gemeente Rotterdam, per een aantal regionale werkzaamheden op zich genomen, waaronder het organiseren van jaarlijks 3 regiotafels Wonen, waar alle 14 portefeuillehouders Wonen van de gemeenten aan deelnemen. Ambtelijk is de provincie daarbij vaak vertegenwoordigd. Het woningbouwprogramma en de sociale opgave Hoewel het aangeboden woningbouwprogramma deels doorloopt tot 2030, moet de kanttekening worden gemaakt dat voor de periode 2025 tot 2030 veelal nog niet duidelijk is hoe de programmering er uit zai zlen. Ook voor de periode 2020 tot 2025, en zeker de jaren 2023 en 2024, is dat bij lang niet alle gemeenten precies bekend. Met dat in het achterhoofd, wordt in de volgende alinea's op een aantal punten in gegaan /4

3 College van Burgemeester en Wethouders In absolute aantallen stijgt de programmering t.o.v. de peiling in Dat zou te maken kunnen hebben met de aantrekkende markt. Aangezien het om verschillende tijdvakken gaat, is deze conclusie gebaseerd op het gemiddelde in twee perloden. De gemiddelde geplande opievering in de regio stijgt van ongeveer per jaar (peiling 2014, 2014 tot 2020) naar zo'n woningen (periode 2016 tot 2025). Deze gemiddelde stijging zit in absolute zin vooral in de subregio Zuidrand. In de subregio's Noord en Oost zit ook een stijging, maar die manifesteert zich vooral in de eerstkomende jaren door een verschuiving van plannen naar voren in de tijd, voornamelijk in het Rotterdamse deel. In Voorne Putten daalt deze, als gevolg van de zogenaamde "categorie T-plannen in de periode 2020 tot Als we kijken naar de eerste jaren, de periode 2016 tot 2020, dan staan er in totaal woningen gepland en worden er ook onttrokken, wat neerkomt op een netto groei van ruim woningen in die periode (gemiddeld per jaar). Hoe verhouden zich deze aantallen tot de behoefteramingen van de provincie? Formeel zijn de ramingen uit 2013 nog onderdeel van de VRM. Als die raming wordt gebrutkt, dan is de behoeftegroei in de periode omgerekend * woningen. In de zeer recente WBR-raming uit 2016, die hoger ligt, is dat omgerekend * woningen. Het lijkt er dus op dat het planaanbod zich al licht heeft aangepast aan de nieuwe vraag. De toename van deze ramingen is bijzonder te noemen, omdat een paar jaar geleden de boodschap van de provincie was om juist het planaanbod te reduceren. = 4/5" van de periode Voor de periode na 2019 lijkt het tekort t.o.v. de nieuwe raming verder toe te nemen, al zijn de piangegevens vanaf 2020, zoals eerder opgemerkt, minder goed ingevuld. Het blijft voor de gemeenten in het SvWrR dus van belang om ook na 2019 voldoende plancapaciteit te ontwikkelen en beschikbaar te houden. De vraag in weike woonmilieus dat precies moet, zai mede bepaald kunnen worden uit de (sub- )regionale en lokale vertalingen van het landelijke Woon-onderzoek. De vraag naar stedelijk wonen lijkt verder toegenomen, zo blijkt uit het landelijke Woon-onderzoek. In het stedelijk gebied is een accentverschuiving te zien, van de klassieke nieuwbouw naar transformatie van bestaande gebouwen tot woningen. Dat zijn niet altijd de makkelijkste plekken. Samen met het Rijk, provincie en andere partners kijken gemeenten naar nieuwe manieren om deze ontwikkeling vorm te geven. In de programmering naar woonmilieus is te zien dat het accent op 'cenlrum-sledelijk' dan ook lets sterker is geworden. Naast de stedelijke vraag blijft er vanzelfsprekend ook vraag naar dorps en landelijk wonen, woonmilieus die vooral op Voorne-Putten te vinden zijn. Wat be treft de sociale opgave in de stadsregio is het accent de laatste jaren verschoven van nieuwbouw naar afspraken over de bestaande voorraad. De laatste tijd neemt de druk op de sociale voorraad in de regio toe. Bij de actualisering van de regionale woonvisie in 2017 zai aan dit thema, naast thema's als scheiding wonen en zorg en toename alleenstaanden, extra aandacht worden gegeven. Uitgangspunt is /4

4 nog steeds een betere spreiding van de sociale voorraad over de regio, waarin iedere gemeente minimaal voorziet in de eigen (demografische) behoefte. Het gaat dan bijvoorbeeld om toewijzingen aan de doelgroep en het huurbeleid van de regionale corporaties in relatie tot betaalbaarheid. De voortgang van deze afspraken wordt gemonitord en komt terug aan de subregionale tafels. Dit onderwerp zai bij het maken van nieuwe regionale afspraken vanaf 2020 ook zeker weer aan de orde komen. Na 2020 Voor de gemeenten in de regio Rotterdam vormt "Dat spreken we afl" de basis van de regionale woonvisie, met als uitwerking de regionale woningmarktafspraken Het SvWrR zai rulm voor 2020 de werkzaamheden gaan starten voor het formuleren van nieuwe woningmarktafspraken en - daarmee samenhangend- een vernieuwing van de regionale woonvisie. Tot het moment dat deze nieuwe regionale woonvisie en woningmarktafspraken worden vastgesteld, stemt de regio de programmering af door middel van het jaarlijks aanpassen en afstemmen van het woningbouwprogramma. Bestuarlijke contacten Tussen de voorzitter van het SvWrR en gedeputeerde Bom-Lemstra is afgesproken contact met elkaar op te nemen zodra er een concrete aanleiding voor overleg is, naast het regulier overleg tussen provincie en regie's. Gelet op de goede ervaring is het de voorkeur van de regio om de bestuurlijke contacten op deze wijze voort te zetten. Namens het Samenwerkingsverband Wonen Regio Rotterdam, ( ^^^^ll^\7\i\ex I ^^^^^rsluijs Bijiage 1 wat u bij beantwoording van deze brief het vermelden /4

5 % postbus 1002, 3130 EB 's-gravenhage, Loire LP90602 DHL-4-BRENG-31 GV-LO-PBSN * M M I M W #3 v»fl«fmmipwi-"l OMO