Gender in opleidingen Gendermodule manschappen KL

Vergelijkbare documenten
Gender in opleidingen Gendermodule wachtmeesters KMar (initiële opleiding tot Algemeen Opsporingsambtenaar)

Gender in opleidingen Gendermodule onderofficieren KMar

Deze gendermodule voor de SVV-opleiding voor (onder)officieren bestaat uit een: Inleiding (zie hieronder) Lesopzet Syllabus, met bijlagen

Les 1. Wensen & Grenzen. Praten over seks... Hoe en hoezo?

1 Goed, beter best. Zie de handout voor kant-en-klare kaarten, werkbladen en instructiebladen.

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Gender in opleidingen Defensie Opleidingsmodulen gender Module HDV, thema: gender mainstreaming van eenheden

Je eigen waarden top 10 + Waardenwiel

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP HELPEN

Inleiding begeleiding van team en (individuele) spelers De stelling is dat het maken van afspraken een voorwaarde is om te presteren.

Onze parel van obs de Meent uit Maarn De gouden weken

Het diversiteitsbeleid bij de NL Defensieorganisatie kritisch bekeken.

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

VOORTGEZET ONDERWIJS FIJN IN JE EIGEN LIJF

Feedback ontvangen. Feedback ontvangen is moeilijk. Hoe gaan we om met feedback?

Module 9 Kennis delen en coachen

Feedback geven. Feedback kan positief en negatief zijn. Negatieve feedback geven is moeilijk

DUUR WAT HOE MATERIAAL

THEMA SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING Kern Subkern 0-4 groep 1-2 groep 3-6 groep 7-8 Onderbouw vo Bovenbouw vmbo Bovenbouw havo-vwo

Bij Module 3: REFLECTIE LOOPBAANSCAN

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

Een pilletje als oplossing?

DEEL 1. WERKBOEK 4 Eigenwaarde Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Wie ben jij? HANDLEIDING

Seksuele diversiteit bespreekbaar maken in je klas:

VOORTGEZET ONDERWIJS HELP JIJ OF NIET?

CHECKLIST BLAUWE EN ROZE KENMERKEN 1 kenmerken van mannen én vrouwen

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding

Behandel een kind zoals die is, en het zal zo blijven. Behandel het kind zoals het kan zijn, en het zal zo worden.

Seksualiteit: Grenzen en Wensen

Het hoe en waarom van Personeelsgesprekken

Jongeren-BOTS. Rob Verstegen & Henny Lodewijks. Aanvullend materiaal bij Interactiewijzer, 10e herziene druk, 2018

Handleiding lesmethode Groep 8 Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

360 GRADEN FEEDBACK. Jouw competenties centraal

Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis (dubbele les) Groep 8 Verdiepingsles: Lagerhuis voorbereiding. Leerkrachtinformatie

VOORTGEZET ONDERWIJS MEER DAN HET VOOROORDEEL

Kritiek Voorval bespreking

EQ als grootste voorspeller van succes MAAR ER LIGT EEN VALKUIL OP DE LOER, DIE JE AAN KUNT PAKKEN

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Formulier A. Inventarisatie takenpakket

Trainershandleiding Brugklas Bikkels. Inkijkexemplaar

Stap 7 Nabespreking met het slachtoffer en nabespreking met de steungroepleden (apart)

Bijlage 20 Zelfassessment adequaat samenwerken met ouders

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Als je nog steeds hoopt dat oplossingen buiten jezelf liggen dan kun je dit boekje nu beter weg leggen.

Introductie. Onzichtbaar op internet. GEMAAKT DOOR: Redactie i-respect. ONDERWERP: Communiceren. DOEL: Spelen met identiteit

Een Positieve Klas resultaten Duhamel College Den Bosch

Rubrics vaardigheden

Les over beroepsvaardigheden zorg

Speak up! Wat is JA en wat NEE?

Lesbrief bij Actie voor onze roze juf. Netty van Kaathoven

Richtlijnen voor het werken in een multiculturele setting

Reflectie op besluitvorming en handelen

Rubrics vaardigheden

Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.

MINISTERIE VAN DEFENSIE WERKGROEP STAAL EERSTE DRUK, NOVEMBER 2007 VISIE LEIDINGGEVEN

Naam: Datum: Ik-Wijzer

Aan de slag blijven. Schematisch overzicht van thema s, leerdoelen en inhoud

Gedragscode Martini Ziekenhuis

SPELVARIANTEN. Bonus: Ondertussen oefen je met het geven en ontvangen van feedback en bouw je aan het vertrouwen in jouw team.

Effectmeting onder leerlingen en leraren

Belbin Teamrollen Vragenlijst

Voor de paboopleider. Werkvorm 9: voor de opleider (1) Reageren op discriminatie

2 Training of therapie/hulpverlening?

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

Draaiboek: Netwerkbijeenkomsten en intervisie sessies voor starters/studenten

IK WIJZER. Ik wil graag weten wie ik ben

Eindverslag Academische Opleidingsschool Sophianum, juni 2011

Deel 9/12. Leer je invloed effectief aanwenden om je doelen te bereiken

Inhoudsopgave. i. Voorwoord. Overzicht en uitgangspunten train-the-trainer. Uitwerking per programmaonderdeel: 1a) Introductie en toelichting gender

Recht op identiteit, recht op gelijke behandeling Respect voor elke mens, iedereen is gelijkwaardig

Waar ik (niet) van hou

Workshop Samenwerken en weerstand

SPORT en Conditie. Bron: Module 2. Datum:...

De wijze waarop we op elkaar reageren

vaardigheden - 21st century skills

Workshop samen talenten benutten

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Grenzen stellen Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

Vooroordelen, waar komen die vandaan?

LES 2 RIJDEN IN GROEPEN ERVAREN GROEPSGEDRAG EN GROEPSDRUK

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Doelstelling Testen of u onbewuste vooroordelen hebt ten aanzien van mannen en vrouwen in de wetenschap.

Voordat je solliciteert moet je weten wat je kwaliteiten zijn. In deze opdracht ga je je eigen kwaliteiten beschrijven.

Gelukkig Werken & Gelukkig Leidinggeven. Erwin Klappe & Onno Hamburger

Handleiding voorbereidende les bij Democracity. Basisonderwijs. Versie 22 mei Handleiding voorbereidende les bij Democracity

De Sleutel tot het benutten van potentie

Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:

Spider(wo)man. Doelstellingen

Groep 6 - Les 9: Pesten en plagen AANGEPASTE LES

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

COMMUNICATIE training. effectief communiceren met iedereen

Waarvoor dient dit attest? is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere.

Transcriptie:

Gender in opleidingen Gendermodule manschappen KL Deze gendermodule voor de initiële opleiding voor manschappen van de Koninklijke Landmacht bestaat uit: Inleiding (zie hieronder) Lesopzet Syllabus, met bijlagen Inleiding Aanleiding voor de module Een onderdeel van het Defensiebeleid is dat in de opleidingen aandacht wordt besteed aan gender. Defensie wil aandacht besteden aan dit thema om de volgende redenen: 1 Verbetering van de kwaliteit van de organisatie en van de operationele inzet ervan. Om de huidige en toekomstige taken goed te kunnen uitvoeren is het van belang dat de krijgsmacht kan beschikken over een breed scala aan kwaliteiten en competenties. Dat betekent: meer diversiteit in het personeelsbestand. Genderdiversiteit neemt daarbij een belangrijke plaats in. Hierbij gaat het enerzijds om een evenwichtiger man/vrouw-verhouding in het (militaire) personeelsbestand (zie punt 2). Daarnaast gaat het om een evenwichtiger verhouding van kwaliteiten die wij in onze maatschappij beschouwen als masculien/mannelijk en kwaliteiten die wij beschouwen als feminien/vrouwelijk. Dat is overigens niet identiek aan kwaliteiten van mannen c.q. vrouwen. Iedereen, man of vrouw, heeft een bepaalde mix van masculiene en feminiene kwaliteiten. 2 Defensie wil het arbeidsmarktpotentieel beter benutten om de omvang, de kwaliteit en de flexibiliteit van het personeelsbestand op peil te houden. Daar komt bij dat Defensie zich door de krapte op de arbeidsmarkt op nieuwe groepen zal moeten richten, o.a. vrouwen. Van het militaire personeel is momenteel (2007) slechts 9% vrouw. De krijgsmacht maakt op dit moment dus nog weinig gebruik van het vrouwelijk deel van het arbeidsmarktpotentieel. Dat is de helft van de bevolking in de leeftijdsgroep 15-64 jaar. 3 Defensie werkt aan deze punten op grond van specifiek (nationaal) genderbeleid. Dat is breder dan emancipatiebeleid; emancipatiebeleid heeft specifiek betrekking op vrouwen, genderbeleid betreft zowel mannen als vrouwen. Meer informatie over het genderbeleid van Defensie vindt u in bijlage 8 van de lesmodule. 4 Verder zijn er internationale afspraken over erkenning en vergroting van de bijdrage die vrouwen leveren aan het voorkomen en oplossen van conflicten en aan vredesprocessen en wederopbouw (VN-resolutie 1325). Meer informatie over de resolutie vindt u in bijlage 8 van de lesmodule. Focus en motto In deze gendermodule ligt de focus op een correcte en respectvolle houding en dito gedrag m.b.t. gender. Gender is een ingewikkeld begrip en het cognitief verkeren de manschappen over het algemeen op vmbo-niveau. Daarom wordt gender op een praktische manier behandeld. De volgende punten komen aan de orde: 1 kwaliteiten die wij in onze maatschappij beschouwen als mannelijk c.q. als vrouwelijk 2 het verschil tussen mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten en tussen de kwaliteiten van mannen en vrouwen 3 de meerwaarde van vrouwelijke kwaliteiten voor het werk 4 de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de krijgsmacht en de meerwaarde die vrouwelijke collega s met al hun kwaliteiten kunnen leveren. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 1

Motto: Laat iedereen doen waar hij/zij goed in is en maak gebruik van elkaars (m/v) sterke kanten. Leermomenten: liefst n.a.v. gebeurtenissen die de leerlingen zelf meemaken, dus gebeurtenissen tijdens de opleiding. Leerdoelen 1 Leerlingen kunnen het begrip gender omschrijven. 2 Leerlingen kunnen voor de eigen werksituatie relevante genderverschillen (of meer algemeen: verschillen tussen militairen) herkennen. 3 Leerlingen kunnen aangeven wat de meerwaarde is van (gender)verschillen voor de eigen werksituatie. 4 Leerlingen houden in hun gedrag rekening met verschillen tussen mensen (m/v). 5 Leerlingen spreken collega s aan op gedrag waarbij geen rekening gehouden wordt met onderlinge verschillen, dus verschillen tussen militairen (m/v). Weerstanden Het thema gender kan weerstanden oproepen. Weerstanden die bij mannelijke militairen voorkomen verschillen van weerstanden die we bij vrouwelijke militairen zien. Meer hierover in bijlage 9 van de lesmodule. Tijdsinvestering In totaal ca. 0,5 dag. Als u deze module opknipt in meerdere delen, zorg dan voor de volgende clustering, omdat anders de samenhang verloren kan gaan: Onderdeel 1 + 2 + 3 Kort teruggrijpen naar onderdeel 1, daarna onderdeel 4 en 5 Onderdeel 6 + 7 (+ evt. evaluatie) Desgewenst nogmaals aandacht voor onderdeel 7 + evaluatie Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 2

Lesopzet gendermodule manschappen KL Tijdsinvestering: in totaal 0,5 dag. Lesonderdeel Doelstelling Werkvorm Tijd Materiaal Introductie (tevens: leerdoel 1: Leerlingen kunnen het begrip gender omschrijven.) 1 Aankondiging thema Leerlingen laten weten dat deze lessen gaan over verschillende eigenschappen en kwaliteiten van militairen m/v en het benutten daarvan, samengevat onder de term gender. Nut&noodzaak: effectief team/effectieve groep vormen. Iedereen doet waar hij of zij goed in is en gebruik maken van ieders sterke kanten. Praatje door instructeur 10 minuten Genderverschillen; m/v-verschillen (leerdoel 1: Leerlingen kunnen het begrip gender omschrijven.) 2 Mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten; verschil sekse en gender Laten zien dat de vraag wie man is en wie vrouw geen discussie oproept, maar wel de vraag wat nou precies mannelijk is en wat vrouwelijk. Dat laat meteen een van de verschillen tussen sekse en gender zien. Oefening 30 minuten: Intro 5 minuten Lijst invullen 10 minuten Nabespreking: 15 minuten Handout Persoonlijke kwaliteiten 3 Stereotypering; gendersensitiviteit Leerlingen laten ervaren dat je al snel denkt in termen van (alle) mannen zijn (bijv. sterk), (alle) vrouwen zijn (bijv. zwak); leerlingen laten ervaren wat gendersensitiviteit is Casus fysieke eisen 40 minuten: Intro 10 minuten Groepjes 15 minuten Nabespreking 15 minuten Casus op papier, flipover en flappen Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 3

Relevante (gender)verschillen herkennen en waarderen (leerdoelen 2 en 3: Leerlingen kunnen voor de eigen werksituatie relevante genderverschillen [of meer algemeen: verschillen tussen militairen] herkennen. En: Leerlingen kunnen aangeven wat de meerwaarde is van [gender]verschillen voor de eigen werksituatie.) 4 Voorbeeld(en) waarbij gender een rol speelt 5 (Meer) gendersensitiviteit Nut en noodzaak laten zien van het beter benutten van zowel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten. Werken aan (meer) gendersensitiviteit bij de manschappen; mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten Onderwijsleergesprek aan de hand van een (of meer) voorbeeld (en). Casus samenwerken en benutten van ieders kwaliteiten 20-30 minuten (per voorbeeld) 30-50 minuten (kort tot uitgebreider): Intro 10 minuten = uitleg werkwijze Subgroepjes 10-20 minuten; flappen naast elkaar op de muur Nabespreking 10-20 minuten Flipover en flappen Tussenstand (tevens: leerdoel 4: Leerlingen houden in hun gedrag rekening met verschillen tussen mensen [m/v].) 6 Tussentijdse 10-20 minuten samenvatting Uit voorgaande oefeningen en gesprekken die zaken op een rijtje zetten die hebben laten zien dat divers samengestelde teams/groepen beter presteren. Boven tafel krijgen wat nodig is om te zorgen dat verschillende mensen zich thuis voelen bij de krijgsmacht; daarbij verwijzen naar de gedragscode en/of de ethieklessen. Praatje door instructeur Relatie leggen tussen wat tot nu toe is behandeld en de Gedragscode Defensie middels onderwijsleergesprek Eigen gedrag en gedrag van collega s (en evt. leidinggevende) m.b.t. gender (leerdoelen 4 en 5: Leerlingen houden in hun gedrag rekening met verschillen tussen mensen [m/v]. En: Leerlingen spreken collega s aan op gedrag waarbij geen rekening gehouden wordt met onderlinge verschillen, dus verschillen tussen militairen [m/v].) 7 Correct en respectvol gedrag vertonen, ook t.o.v. collega s die van In gedrag rekening houden met verschillen tussen militairen m/v in de groep. N.a.v. real life-situaties die tijdens de opleiding hebben plaatsgevonden. 40 minuten (bijv. 2 situaties, 20 minuten per situatie) Flipover en flappen Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 4

je verschillen Collega s (en evt. de leidinggevende) aanspreken op gedrag dan niet correct of respectvol is naar anderen Evaluatie 8 Evaluatie van de genderlessen Dwarsverband leggen met opleidingsonderdeel ethiek(zie punt 6). Duidelijkheid krijgen over de mate van waardering van de leerlingen m/v over deze lessen; vooral letten op verschillen in waardering en waarop die verschillen betrekking hebben Voorbeelden in syllabus. Wijze van bespreken in syllabus (evaluatief onderwijsleergesprek met de groep) In elk geval schriftelijke evaluatie, desgewenst ook mondelinge 20 minuten Evaluatievragenlijst N.B. Waar mogelijk dwarsverbanden leggen met bestaande modules, bijvoorbeeld een module militaire ethiek, en daarbinnen bijv.: Gedragscode: sociale vaardigheden op peil houden (pijler 1), anderen op hun gedrag aanspreken en accepteren dat anderen mij op mijn gedrag aanspreken (pijler 2), in houding en gedrag het goede voorbeeld geven (pijler 3), ongewenst gedrag niet accepteren (pijler 4), meewerken aan een veilige werkomgeving (pijler 5). Omgaan met elkaar: rekening houden met het feit dat vrouwelijke militairen ver in de minderheid zijn, meewerken aan een goed sociaal werkklimaat, meewerken aan een optimale samenwerking, door gebruik te maken van elkaars sterke punten (en dus niet door vermeende zwakke punten van anderen naar voren te halen; voorbeelden in dit kader: geringere fysieke kracht van vrouwen en sommige mannen; grotere gevoeligheid van veel vrouwelijke en sommige mannelijke collega s). Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 5

Syllabus gendermodule manschappen KL t.b.v. de instructeur Inhoud syllabus Achtergrondinformatie voor de instructeur over gender en gender bij de krijgsmacht Uitwerking van de lesopzet Oefeningen Voorbeelden Casussen Achtergrondinformatie voor de instructeur In bijlage 1 wordt uitleg gegeven over het begrip gender. Hierna wordt de lesopzet per onderdeel uitgewerkt. Introductie (tevens: leerdoel 1; leerdoelen: zie lesopzet) Lesonderdeel 1 Aankondiging thema Begin met een praatje. Bijvoorbeeld als volgt: Deze les(sen) gaan over verschillende eigenschappen en kwaliteiten van militairen, mannen en vrouwen, en het benutten daarvan, samengevat onder de term gender. Waarom besteden we hier aandacht aan? Om de huidige en toekomstige taken goed te kunnen uitvoeren heeft de krijgsmacht allerlei verschillende kwaliteiten nodig: niet alleen strijdbaarheid, fysieke kracht en doortastendheid, maar ook goed kunnen samenwerken in een team, diplomatieke vaardigheid, betrokkenheid bij het wel en wee van anderen, zowel collega s als mensen uit de plaatselijke bevolking tijdens een uitzendmissie, enzovoort. Je kunt ook zeggen: de krijgsmacht heeft kwaliteiten nodig die wij in onze maatschappij beschouwen als mannelijk én kwaliteiten die wij beschouwen als vrouwelijk. Dat is niet hetzelfde als kwaliteiten van mannen en kwaliteiten van vrouwen. Iedereen, man of vrouw, heeft een bepaalde mix van mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten. Uiteindelijk gaat het erom dat iedereen vooral doet waar hij of zij goed in is en dat we dus zoveel mogelijk gebruik maken van ieders sterke kanten. Aandacht voor gender bij de krijgsmacht wil dus zeggen: aandacht voor verschillen tussen militairen en voor zowel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten, waardoor teams/groepen nu en in de toekomst hun werk nog beter kunnen doen. Genderverschillen; m/v-verschillen (leerdoel 1) Lesonderdeel 2 Mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten; verschil tussen gender en sekse Oefening om te laten zien dat de vraag wie man is en wie vrouw (bijna) geen discussie oproept, maar wel de vraag wat nou precies mannelijk en wat vrouwelijk is. Bij dit onderdeel (maar ook bij andere onderdelen) kunnen ook weerstanden tegen gender bij de krijgsmacht worden besproken. Zie verder bijlage 2. Lesonderdeel 3 Casus fysieke eisen Aan de hand van een casus worden de leerlingen zich ervan bewust dat je al gauw denkt: (alle) mannen zijn zus, (alle) vrouwen zijn zo. Dat gebeurt meestal onbewust en het overkomt de besten. Het gaat erom dat je je hiervan bewust en dat je dat zoveel mogelijk vermijdt. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 6

Door deze casus ervaren leerlingen dat zij (waarschijnlijk) geneigd zijn de kwaliteit fysieke kracht veel meer toe te schrijven aan de man in het voorbeeld dan aan de vrouw, terwijl beiden dezelfde fysieke prestaties leveren. Zie verder bijlage 3. NB. U kunt onderdeel 2 én 3 uitvoeren. U kunt ook kiezen voor een van de twee. Relevante (gender)verschillen herkennen en waarderen (leerdoelen 2 en 3) Lesonderdeel 4 Voorbeelden waarbij gender een rol speelt Geef een of twee actuele voorbeelden uit het werk van de krijgsmacht die laten zien wat het nut en/of de noodzaak zijn/is van het benutten van zowel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten. Zie verder bijlage 4. Lesonderdeel 5 (Meer) gendersensitiviteit Gender in de opleidingspraktijk, optimaal teamwerk - optimale resultaten Casus Samenwerken en benutten van ieders kwaliteiten Aan de hand van een casus die gaat over het bouwen van een vlot op bivak wordt de leerlingen duidelijk gemaakt dat het van belang is om de verschillende kwaliteiten in hun groep/team te herkennen, te waarderen en er gebruik van te maken. Zie verder bijlage 5. Tussenstand (tevens: leerdoel 4) Lesonderdeel 6 Tussentijdse samenvatting Samen met de leerlingen op een rijtje zetten wat er tot op dit punt naar voren is gekomen: Niet iedereen is hetzelfde, ook militairen niet. Niet elke militair is in de eerste plaats een vechtjas; we moeten niet alleen waardering hebben voor gevechtsbereidheid, lef en moed, maar ook voor vaardigheden op het gebied van samenwerken, diplomatieke vaardigheden, zorgzaamheid, intuïtie, gerichtheid op anderen e.d. Al die kwaliteiten en vaardigheden zijn nodig voor de huidige en voor toekomstige militaire operaties. Verschillende mensen, met verschillende kwaliteiten, mannelijke zowel als vrouwelijke kwaliteiten in een groep of team heeft voordelen: betere samenwerking (zoals in het voorbeeld bouwen van een vlot ), vermijden van onnodige risico s (zoals in het voorbeeld over Uruzgan Kamp Holland). Bespreek vervolgens met de leerlingen wat er nodig is om te zorgen dat verschillende typen militairen, mannen zowel als vrouwen, zich thuis voelen in de krijgsmacht en kunnen doen waar ze goed in zijn en dat verder kunnen ontwikkelen. Zie verder bijlage 6. Eigen gedrag en gedrag van collega s m.b.t. gender (leerdoelen 4 en 5) Lesonderdeel 7 Correct en respectvol gedrag vertonen, ook t.o.v. collega s m/v die van je verschillen Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 7

Collega s m/v aanspreken op gedrag dat niet correct en respectvol is naar anderen Gebruik voorbeelden uit de lespraktijk met uw huidige groep en gebruik de voorbeelden in de bijlage daarbij als aanknopingspunt, óf gebruik voorbeelden uit uw lespraktijk in het algemeen, óf maak zonder meer gebruik van de voorbeelden in de bijlage. De meeste kans op gedragsverandering biedt het gebruik van voorbeelden uit de eigen lespraktijk van de leerlingen die u op dat moment opleidt, en wel meteen nadat er iets is voorgevallen. Het behandelen van voorbeelden van langer geleden, voorbeelden van andere groepen uit uw lespraktijk en fictieve voorbeelden kunnen invloed hebben op de houding van de leerlingen en van daaruit op hun gedrag, maar het effect zal geringer zijn. Zie verder bijlage 7. Evaluatie Lesonderdeel 8 Evaluatie Evalueer de genderlessen schriftelijk onder de leerlingen. Schriftelijke evaluatie is belangrijk omdat gender een nieuw onderwerp is. Het is nuttig om evaluaties te bewaren, zodat u ze kunt gebruiken voor het verkrijgen van voortschrijdend inzicht over de wijze waarop u en uw collega s van het opleidingsinstituut het thema gender het beste bij de doelgroep voor het voetlicht kunnen brengen. Geef de leerlingen wekelijks en/of aan het eind van de laatste genderles een formulier met evaluatieve (open) vragen, zoals: Wat heb je geleerd van de genderlessen (of: wat is je het meest bijgebleven)? Hoe vond je de gehanteerde werkvormen (eventueel uitgesplitst naar werkvormen)? Hoe vond je de begeleiding van je instructeur? Welke punten heb je nog gemist (of: waarover zou je nog meer willen weten)? Verwacht je dat je (onderdelen uit) de les gaat toepassen in de werkpraktijk? Zo ja, welke onderdelen? Desgewenst kunt u de genderlessen natuurlijk ook mondeling evalueren, wekelijks en/of aan het eind van de laatste genderles. Let bij de evaluaties op verschillen tussen leerlingen. Wees u ervan bewust dat de meer masculiene leerlingen wellicht iets anders zeggen dan de meer sensitieve leerlingen. Relateer zowel positieve als negatieve kritiek aan de leerdoelen, en bedenk pas daarna of het zinvol is de lessen op bepaalde punten aan te passen. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 8

Bijlage 1 Informatie over gender voor de instructeur Je kunt op vele manieren kijken naar verschillen tussen mensen (diversiteit). Zo zijn er verschillen in gender, etniciteit, religie, leeftijd, seksuele voorkeur, sociaal-economische klasse, burgerlijke staat, validiteit e.d. Hieronder wordt ingegaan op genderverschillen. Wat betekent gender precies? Gender is iets anders dan sekse. Bij sekse gaat het om biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Die verschillen zijn aangeboren en zijn overal ter wereld en in alle tijden hetzelfde. Als je mannen en vrouwen indeelt in deze twee hokjes, dan houd je geen rekening met verschillen tussen mannen onderling en verschillen tussen vrouwen onderling. Dat gebeurt bijvoorbeeld als er wordt gezegd of gedacht: (alle) mannen zijn zus, (alle) vrouwen zijn zo. Het lijkt dan alsof bepaalde kwaliteiten alleen bij mannen te vinden zijn en andere kwaliteiten alleen bij vrouwen, én alsof dit altijd en overal zo is geweest en zal blijven. Dat klopt niet. Het begrip gender is breder. Hierbij gaat het erom wat op een bepaalde plaats en in een bepaalde tijd wordt beschouwd als mannelijk en vrouwelijk (eigenschappen, kwaliteiten, rollen, verantwoordelijkheden, identiteiten e.d.). Waarden en normen spelen hierbij een belangrijke rol. Bovendien gaat het bij gender om de waardering van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Wat wordt beschouwd als mannelijk en vrouwelijk is aangeleerd en kan per plaats en per periode verschillen. Van jongens worden deels andere dingen (eigenschappen, vaardigheden, gedrag e.d.) verwacht dan van meisjes. Jongens en meisjes worden door hun omgeving (gezin/familie, school, vrienden) dan ook aangemoedigd om zich (deels) verschillend te ontwikkelen. Jongens worden bijv. vaker dan meisjes aangemoedigd om competitief te zijn (te winnen), fysieke uitdagingen aan te gaan e.d., meisjes worden vaker dan jongens aangemoedigd om te letten op de behoeften van anderen, goed te luisteren e.d. Maar er zijn ook heel wat vrouwen die fysieke uitdagingen en competitie leuk vinden, en heel wat mannen die goed kunnen luisteren en zorgzaam zijn. Sportief presteren is dus niet exclusief iets wat je bij mannen aantreft en goed kunnen luisteren niet zonder meer iets wat je bij vrouwen aantreft. Iedereen heeft zowel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten, maar de mix verschilt van persoon tot persoon. (Iemand met evenveel mannelijke als vrouwelijke eigenschappen en kwaliteiten noemen we androgyn.) In onze cultuur worden mannelijke kwaliteiten hoger gewaardeerd dan vrouwelijke kwaliteiten. Dat brengt ongelijkheid met zich mee. Bijv.: mensen met veel mannelijke kwaliteiten krijgen in onze cultuur meer kansen om het beste uit zichzelf te halen dan mensen met veel vrouwelijke kwaliteiten (vooral vrouwen, maar dus ook een deel van de mannen). Ongelijkheid tussen mensen heeft niet alleen te maken met gender, maar bijvoorbeeld ook met religie, etniciteit, opleidingsniveau en sociaal-economische klasse. Gender is in dit rijtje wel belangrijk; het speelt immers ook een rol bij die andere dimensies. Sekse mannen mmmmmmmmmmmmmmmmmmm vrouwen vvvvvvvvvvvvvvvvvvv Als al deze mannen (de m s) en vrouwen (de v s) een gendertest zouden doen waarbij zij moeten aangeven welke kwaliteiten uit een lijst met mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten zij bezitten, dan zou je het volgende plaatje kunnen krijgen: Gender Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 9

mannelijk andro gyn vrouwelijk m m m m m v m m m m v m v m v m v m v v m v v m m v v v m v m v v v m v v v v De man (=m) uiterst links in het tweede plaatje heeft volgens de gendertest voornamelijk mannelijke/masculiene kwaliteiten en nauwelijks vrouwelijke/feminiene kwaliteiten, de vrouw (=v) uiterst rechts heeft voornamelijk vrouwelijke/feminiene kwaliteiten en nauwelijks mannelijke/masculiene. De man en de vrouw die naast de stippellijn (androgyn) staan hebben ongeveer evenveel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten. De 11de van links is een vrouw (v) met meer mannelijke dan vrouwelijke kwaliteiten. Zo hebben wij ieder onze eigen mix van mannelijke en vrouwelijke kwaliteiten. Verschil sekse-gender (bron: CIMIC) Sekse Biologisch begrip: man of vrouw Betreft biologische kenmerken van mannen en vrouwen Altijd en overal hetzelfde Biologisch gezien zijn alle mannen hetzelfde en zijn alle vrouwen hetzelfde Je bent er snel over uitgepraat of iemand een man of een vrouw is (behalve misschien in enkele speciale gevallen) Gender Sociaal-cultureel begrip: mannelijk of vrouwelijk Betreft de rol en de positie van mannen en vrouwen in de samenleving Kan per plaats en per tijd verschillen Qua gender zijn niet alle mannen hetzelfde en zijn niet alle vrouwen hetzelfde: er zijn grote onderlinge verschillen vanwege klasse (ook de sociaal-economische klasse, dwz. opleidingsniveau en inkomen ouders), godsdienst, leeftijd, de regio waar men woont, socialisatie (opvoeding) enz. Je kunt erover van mening verschillen wat mannelijk en wat vrouwelijk is en je kunt er dus over discussiëren Terminologie Gender versus sekse: - Bij sekse gaat het om biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. - Bij gender gaat het om de sociaal-culturele betekenis die aan sekse wordt gekoppeld. Zie verder hierboven. Diversiteit: verscheidenheid. In het kader van P&O/HRM gaat het om diversiteit in het personeelsbestand. Daarbij spelen dimensies als gender, etniciteit, religie, leeftijd, seksuele voorkeur, sociaal-economische klasse, burgerlijke staat, validiteit e.d. een rol. Genderbewust/gendersensitief: Je bewust zijn van/gevoel hebben voor het feit dat stereotiepe ideeën en beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid doorwerken in de alledaagse werkelijkheid. Genderinclusief, bijv. genderinclusief onderwijs: Inhoud en vorm van de lessen zijn voor zowel mannelijke als vrouwelijke leerlingen/studenten interessant, aantrekkelijk en studeerbaar. Sekseneutraal of genderneutraal les geven bestaat niet. Het is dus effectiever te streven naar genderbewust zijn dan naar genderneutraal zijn. Genderbias: Vertekening van de werkelijkheid wanneer mannelijkheid of juist vrouwelijkheid de norm is in een bepaalde situatie, terwijl zich in die situatie zowel mannen als vrouwen bevinden. Bijv. vrouwen in de krijgsmacht niet beoordelen op hun individuele kwaliteiten, maar hen zien als een van de mannen ; als een vrouw in de krijgsmacht afwijkt van de mannelijke normen, is zij niet geschikt. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 10

Gender mainstreaming: Het (re)organiseren, verbeteren, ontwikkelen en evalueren van beleidsprocessen en activiteiten op zo n manier dat het perspectief van gendergelijkheid wordt geïntegreerd in al het beleid en in alle activiteiten, door actoren die normaal dat beleid maken en uitvoeren. Gender mainstreaming is een strategie voor kwaliteitsverbetering. (Zie Handleiding Gender Mainstreaming, Ministerie van SZW [DCE], mei 2003.) Gendergelijkheid: Iedereen heeft, ongeachte zijn/haar gender (of sekse), in wisselwerking met andere maatschappelijke ordeningsprincipes zoals etniciteit, religie e.d. de mogelijkheid een zelfstandig bestaan te realiseren met gelijke kansen, rechten, vrijheden en (sociale) verantwoordelijkheden. Masculien c.q. feminien: eigenschappen, kwaliteiten, gedragingen, rollen, identiteiten e.d. die in een bepaalde samenleving worden beschouwd als mannelijk c.q. vrouwelijk. Masculiene cultuur: Organisatiecultuur waarin masculiene waarden en normen hoger worden gewaardeerd dan feminiene waarden en normen. Kenmerken van een masculiene organisatiecultuur zijn het benadrukken van individuele prestaties en zelfpromotie, door sterke onderlinge competitie, door het werk centraal stellen in het leven en door de verwachting dat leidinggevenden zich volledig overgeven aan hun werk. Dit in tegenstelling tot een feminiene cultuur waar menselijke verhoudingen, onderlinge relaties en individuele zelfontplooiing centraal staan. Machocultuur: Masculiene cultuur in de overtreffende trap. Masculiene waarden en normen worden verheerlijkt en feminiene waarden en normen verguisd ( slap gedoe ). Emoties zijn taboe in de machocultuur. De machocultuur is een bevelscultuur en wordt in zeer hiërarchische organisaties, zoals militaire organisaties, gevonden. Er wordt een scherp onderscheid gemaakt tussen de top en andere segmenten van de organisatie. Dit onderscheid is terug te zien in de omgangsvormen. Er is groot respect voor sterke, mannelijke leiders. Er bestaat een duidelijk minachtende houding tegenover medewerkers die weinig macht binnen de organisatie hebben, veelal vrouwen. Stereotypering: Individuen die volgens ons tot eenzelfde groep behoren bepaalde eigenschappen toekennen zonder goed te kijken naar het individu. Een voorbeeld van seksestereotypering: Saskia is een vrouw. (Alle) vrouwen zijn emotioneel. Saskia zal wel emotioneel zijn. Stereotypering leidt tot vooroordelen. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 11

Bijlage 2 Oefening Persoonlijke kwaliteiten Gang van zaken Deel de handout Persoonlijke kwaliteiten uit. (Staat op aparte pagina hierna.) Leg uit wat de bedoeling is (staat bovenaan de lijst). Verdeel de groep in subgroepjes van 2-3 leerlingen. Geef de leerlingen kort, ca. 7 minuten, de tijd voor het invullen van de lijst (niet te lang, de invullers moeten niet te lang over de kwaliteiten nadenken, houd in de gaten hoeveel tijd ze nodig hebben en zet er vaart achter). Zorg dat de leerlingen er nog niet uitgebreid met elkaar over praten. Loop langs, zodat u een beeld krijgt van de verschillende manieren waarop de lijst wordt ingevuld. Nabespreking Vraag aan leerlingen met scores in de kolom zeer mannelijk en zeer vrouwelijk waarom zij de lijst zo hebben ingevuld en stel die vraag ook aan leerlingen die meer in het midden hebben gescoord. Laat de leerlingen ook met elkaar hierover discussiëren. Sommigen vullen deze lijst in met in hun achterhoofd hoe men in het algemeen in de samenleving de genoemde kwaliteiten beoordeelt, anderen denken bij het invullen zichzelf en mensen in hun omgeving. Dat laatste kan bijv. resulteren in: Ik ben emotioneler dan mijn vriendin, of: Mijn vader is emotioneler dan mijn moeder. En in: Mijn moeder/vriendin is veel sneller met beslissingen nemen/knopen doorhakken dan mijn vader/dan ik. Geef eventueel voorbeelden uit uw eigen situatie om de discussie aan te jagen. Vraag nu: Met hoeveel man/vrouw zijn we hier? Concludeer dat er geen discussie is over het aantal mannen en vrouwen in de groep, maar dat er heel wat discussie mogelijk is over wat nu eigenlijk mannelijk en wat vrouwelijk is. Bespreek met de groep het verschil tussen mannelijk en vrouwelijk (=gender) enerzijds en mannen en vrouwen (=sekse) anderzijds. Bijvoorbeeld als volgt: Iedereen, of je nu man of vrouw bent, heeft een mix van zowel mannelijke als vrouwelijke kwaliteiten. Maar het is wel zo dat jongens door hun omgeving vooral worden aangemoedigd mannelijke kwaliteiten te ontwikkelen en vrouwen om vrouwelijke kwaliteiten te ontwikkelen. De krijgsmacht wil vrouwelijke kwaliteiten beter benutten en dat betekent ook dat Defensie meer vrouwen wil aannemen (momenteel is maar 9% van de militairen vrouw; veel in de maatschappij aanwezig talent stroomt op dit moment dus nog niet in in de krijgsmacht). Aandacht voor weerstanden Bij dit onder deel (maar ook bij andere onderdelen) kunnen weerstanden tegen het thema gender naar voren komen. Meer hierover in bijlage 9. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 12

Handout Hieronder staat een lijst met verschillende persoonlijke kwaliteiten. Geef van elke kwaliteit aan of u vindt dat die kwaliteit zeer mannelijk, een beetje mannelijk, neutraal, een beetje vrouwelijk of zeer vrouwelijk is. 1 Snel Zeer mannelijk Beetje mannelijk Neutraal Beetje vrouwelijk Zeer vrouwelijk 2 Bedachtzaam 3 Kwetsbaar 4 Betrokken 5 Coöperatief 6 Competitief 7 Rationeel 8 Emotioneel 9 Ambitieus 10 Direct 11 Volgzaam 12 Dominant 13 Sociaal 14 Mensgericht 15 Stressbestendig 16 Onafhankelijk 17 Leidend 18 Zelfverzekerd 19 Zorgzaam 20 Sterk Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 13

Bijlage 3 Casus fysieke eisen Onderwerp Onvoldoende voor fysieke prestaties examen; genderinsteek. Doel Ten behoeve van het volgende leerdoel voor manschappen: Cursisten kunnen voor de eigen werksituatie relevante (gender)verschillen herkennen Deze casus laat zien dat opvattingen over wat mannelijk en wat vrouwelijk is invloed hebben op de beoordeling van een situatie (Suzanne is een vrouw en vrouwen halen het vaak toch niet, Aron is een man dus die heeft nog een kans). Het gaat hier om opvattingen over fysieke kracht. Met nog wat meer training kunnen zowel minder fitte mannen als minder fitte vrouwen misschien het herexamen halen. Fysieke kracht is echter niet het enige of meest belangrijke criterium aan de hand waarvan wordt bepaald of een leerling waardevol is voor de krijgsmacht. Motto: laat iedereen doen waar hij/zij goed in is; maak gebruik van de sterke kanten van ondergeschikten. Let op: In deze casus zijn er twee situatiebeschrijvingen; enkele subgroepjes gaan aan de slag met de ene beschrijving en enkele andere subgroepjes met de andere situatiebeschrijving, zonder dat de groepjes dit van elkaar weten. Beschrijving Bij deze casus zijn er twee situatiebeschrijvingen: 1 Suzanne is gezakt voor het examen, op het onderdeel fysieke basiseisen. Het ging net goed met de 10 push-ups en de 20 sit-ups, maar in 12 minuten liep zij 1600m, in plaats van de vereiste 1900. Suzanne is zelf heel teleurgesteld dat zij het examen niet heeft gehaald. In de week voor het examen heeft ze zelfs nog extra getraind in haar vrije tijd. 2 Aron is gezakt voor het examen, op het onderdeel fysieke basiseisen. Hij kwam 3 push-ups tekort en in 12 minuten liep hij 2000m in plaats van de vereiste 2400. Aron is zelf heel teleurgesteld dat hij het examen niet heeft gehaald. In de week voor het examen heeft hij zelfs nog extra getraind in zijn vrije tijd. Over zeven weken is er een mogelijkheid om herexamen te doen. Gang van zaken Zeg dat u een casus gaat behandelen, maar zeg er van tevoren niet bij dat er twee situatiebeschrijvingen zijn die verschillen wat betreft sekse van de betreffende militair (in het ene deel figureert een vrouw, Suzanne, in het andere een man, Aron). Leg de beschrijving uit in termen van militair/betrokkene heeft het examen voor fysieke eisen niet gehaald. Verdeel de groep in tweeën of in meer subgroepjes: groep 1 (of enkele subgroepjes) met leerlingen met meer macho kenmerken, groep 2 (of enkele subgroepjes) met leerlingen met meer sensitieve kenmerken; ook de vrouwen, als die er zijn, zouden in deze groep kunnen worden ingedeeld. Belangrijk: zeg er niet expliciet bij dat u de groep indeelt in meer macho/meer sensitief. Men moet nog met elkaar verder! U kunt bij het indelen van de groepjes ook: afgaan op de kwaliteiten die de leerlingen/studenten hebben genoemd als meest c.q. minst belangrijk voor de krijgsmacht (als u dat onderdeel hebt behandeld); deel degenen die mannelijke kwaliteiten het meest belangrijk vinden in in groep 1, en degenen die vrouwelijke kwaliteiten het meest belangrijk vinden in in groep 2. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 14

afgaan naar hun voorkeur voor een meer directieve (groep 1) c.q. een meer sociale/situationele (groep 2) leiderschapsstijl. Groep 1 buigt zich over situatiebeschrijving 1, groep 2 over situatiebeschrijving 2. Ieder leest zelf de casus (niet laten voorlezen, anders wordt meteen al duidelijk dat het om twee verschillende militairen gaat). De subgroepjes bespreken de casus aan de hand van volgende vragen: Hoe groot denk je dat de kans is dat betrokkene het herexamen wel haalt? Wat zou jij betrokkene aanraden als je de instructeur was? De subgroepjes zetten tijdens de discussie de diverse visies in hun subgroepje op een flap. Let op: de diverse visies, laat de groepjes niet toewerken naar een gezamenlijke visie. Nabespreking Hang de twee flappen naast elkaar aan de muur. Vertel nu wel dat het om twee verschillende leerlingen gaat: Suzanne, een vrouwelijke leerling, en Aron, een mannelijke leerling. Destilleer uit de flappen de verschillen m.b.t. de antwoorden op beide vragen. Bespreek met de (hele) groep: Wordt eerder gedacht dat Suzanne het niet haalt dan Aron? Waarom? Maakt het uit of het een vrouw dan wel een man is die niet aan de fysieke eisen voldoet? Zouden Suzanne en Aron ieder een ander advies moeten krijgen van de instructeur, of hetzelfde advies? Denk je dat de fysieke basiseisen bepalend zijn om te zien of een leerling waardevol is voor de krijgsmacht, of zijn spelen er ook andere kwaliteiten mee? Welke denk je (denk daarbij aan de eigenschappen die handig bleken bij het uitvoeren van oefening Als er leerlingen uit groep 1 zijn die sterk in de verdediging gaan, benadruk dan nog eens dat het er bij deze casus om gaat dat de hele bak zich ervan bewust wordt dat al snel in stereotypen wordt gedacht. Dat gebeurt meestal onbewust en het overkomt de besten. Als wordt opgemerkt dat het oneerlijk is dat aan vrouwen lagere eisen worden gesteld qua fysieke prestaties terwijl er ook minder sterke mannen zijn, geef dan aan dat bij het vaststellen van de fysieke eisen is gekeken naar de mogelijkheden van de gemiddelde man en de gemiddelde vrouw. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen heb je te maken met fysiek sterke en fysiek zwakkere personen. Alle mannen moeten voldoen aan de manneneisen, alle vrouwen aan de vrouweneisen. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 15

Bijlage 4 Voorbeeld(en) uit praktijk van de krijgsmacht Kies uw eigen voorbeelden en gebruik het voorbeeld hieronder als aanknopingspunt, of maak zonder meer gebruik van onderstaand voorbeeld. Voorbeeld patrouille in dorp In Kamp Holland in Uruzgan/Afghanistan (naam van kamp, gebied en land aanpassen aan actuele missies) is informatie binnengekomen dat zich in een nabijgelegen dorp mogelijk Talibanstrijders verschuilen. Een groep/team gaat op patrouille in het dorp. De opdracht is poolshoogte te gaan nemen in verdachte huizen. Welke eigenschappen heb je in deze groep/dit team nodig om de taak goed te kunnen volbrengen? Conclusie: Voor deze opdracht is iemand nodig die de leiding heeft, dus die kan organiseren en plannen (uit de lijst bijv. leidend, direct). Verder zijn militairen met lef nodig, die niet bang zijn uitgevallen en die er niet voor terugschrikken zo n huis binnen te gaan (uit de lijst bijv. stressbestendig). Ook is het nuttig als er op patrouille militairen meegaan die gevoelig zijn voor signalen uit de omgeving, bijv. signalen van dreigend gevaar (uit de lijst bijv. emotioneel). Iemand met deze kwaliteit moet dat dan ook naar voren durven brengen (uit de lijst bijv. kwetsbaar, in de zin van: zich kwetsbaar durven opstellen, betrokken) zodat er bijv. geen onnodige risico s worden genomen. Deze kwaliteiten kunnen de veiligheid van de groep/het team vergroten en daar heeft ook iedereen baat bij. Gang van zaken Schets de situatie. Bespreek met de leerlingen waar je allemaal aan zou kunnen denken om deze opdracht tot een goed einde te kunnen brengen en welke kwaliteiten daarvoor nodig zijn. Denk niet alleen aan bijvoorbeeld vechtbereidheid/lef/durf/moed, maar bijvoorbeeld ook aan het aspect veiligheid (veiligheid van het team en van de lokale bevolking). De leerlingen kunnen hierbij eventueel de lijst Persoonlijke kwaliteiten uit bijlage 2 gebruiken. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 16

Bijlage 5 Casus Samenwerken en benutten van ieders (m/v) kwaliteiten Onderwerp Optimaal gebruik maken van verschillende kwaliteiten van manschappen, genderinsteek. Doel Ten behoeve van de volgende leerdoelen voor de manschappen: Cursisten houden in hun gedrag rekening met verschillen tussen mensen (m/v). Cursisten kunnen aangeven wat de meerwaarde is van (gender)verschillen voor de eigen werksituatie. Cursisten spreken collega s aan op gedrag waarbij geen rekening gehouden wordt met onderlinge verschillen, dus verschillen tussen militairen (m/v). Beschrijving Jij (man, 19 jaar) bent met jouw eenheid op bivak. Tijdens dit bivak krijg je de opdracht met drie andere militairen binnen één uur een vlot te bouwen. Je ziet het bouwen van een vlot als een teambuilding-ervaring en had ook voor ogen dat iedereen zou bijdragen aan het eindresultaat. Dit loopt echter anders door twee personen binnen jouw groep. Patrick (18) roept meteen dat hij dit wel even met Jeroen (19) zal regelen. Hij zegt dat hij vaker vlotten heeft gebouwd bij de padvinderij en beweert dat jouw voorstel (met z n allen samenwerken) niet handig is. Mirjam (18) zegt dat zij een goed idee heeft om de tonnen zó onder het vlot te bevestigen dat het vlot maximaal stabiel is. Maar Jeroen kapt haar af. Je hoort Patrick ook nog mompelen: Wat weet zij daar nou van. Patrick en Jeroen gaan met z n tweeën aan de slag en laten Mirjam en jou links liggen. Jij vindt dat ze haar op die manier te kort doen en voelt je zelf ook buitengesloten. Gang van zaken Deel de groep leerlingen op in groepjes van twee. De twee groepen bespreken de casus aan de hand van volgende vragen: Wat doe jij in deze situatie? Mogelijkheid 1: Je spreekt Patrick en Jeroen er nogmaals op aan dat het de bedoeling is om samen te werken, om als team deze opdracht uit te voeren en dat alle vier daarbij betrokken moeten zijn. Mogelijkheid 2: Je denkt: Bij die twee is de opdracht in goede handen en geeft Patrick en Jeroen ondersteuning bij het bouwen van het vlot. Vragen: 1 Kies je voor mogelijkheid 1 of 2? Motiveer je keuze. 2 Indien je voor mogelijkheid 2 hebt gekozen, hoe stel je je dan de gang van zaken voor? 3 Maak je een opmerking over hoe Mirjam wordt benaderd of kies je ervoor niets te zeggen omdat je denkt dat dit voorval dan groter wordt dan het is? Motiveer je keuze. Nabespreking 1 Hang de flappen naast elkaar op. Bespreek plenair de antwoorden van de groepjes. Hebben de twee groepjes gekozen voor verschillende mogelijkheden? Zo ja, dan kunt u als instructeur daar een discussie aan ophangen. Geef aan dat teamwerk betekent: ieders sterke kanten inzetten om tot het best mogelijke resultaat te komen. Samenwerken is niet: dat doe ik wel even Als zo iemand als Patrick/Jeroen de leiding neemt hoeft dat niet te betekenen dat anderen worden buitengesloten of dat daar geen weerwoord op kan zijn. Mirjam kreeg niet de gelegenheid haar idee te Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 17

ontvouwen en misschien was het wel een heel goed idee (misschien heeft Mirjam wel vmbo-techniek gedaan en is zij een technisch talent). 2 Bespreek vraag 2 aan de hand van de kennis en vaardigheden (competenties) die nodig zijn voor het bouwen van een vlot. Schrijf deze op een apart vel en vraag plenair bij elke competentie of zowel een man als een vrouw dit zou kunnen uitvoeren. Een goede gang van zaken kan zijn: Eerst met z n vieren een plan maken over de manier waarop het groepje de opdracht wil gaan uitvoeren (hoe zetten we het vlot in elkaar, wie doet wat). Teamwerk betekent dat alle teamleden inbreng krijgen bij de planvorming en meewerken aan de uitvoering. 3 Bespreek vraag 3 plenair. In deze casus is er niet per definitie sprake van een goed of fout antwoord. Het is juist de bedoeling cursisten, liefst in een onderlinge discussie, te laten reflecteren op gendersensitief gedrag en wat voor gevolgen dit gedrag kan hebben voor verschillende mensen binnen de groep. In het kader van elkaar aanspreken op gedrag waarbij geen rekening wordt gehouden met onderlinge verschillen zou het wel positief zijn als de jij -figuur de twee andere jongens aanspreekt op hun houding en hun gedrag. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 18

Bijlage 6 Gendersensitief gedrag Bespreek met de leerlingen wat er nodig is om te zorgen dat verschillende typen militairen, mannen zowel als vrouwen, zich thuis voelen in de krijgsmacht en kunnen doen waar ze goed in zijn en dat verder kunnen ontwikkelen. Dat kan aan de hand van de Gedragscode Defensie en verder bijvoorbeeld in het kader van ethieklessen. Laat leerlingen (eerst) zelf aanknopingspunten zoeken voor gedrag dat ertoe leidt dat verschillende typen militairen m/v zich thuis voelen bij de krijgsmacht. Hierna een aantal aanknopingspunten (er zijn er meer): In pijler 1 van de Gedragscode Defensie staat dat je je kennis en vaardigheden, zowel vakinhoudelijk als sociaal, op het vereiste peil behoort te houden. In pijler 2 staat dat je medeverantwoordelijk bent voor je collega s en voor je team, dat je anderen op hun gedrag aanspreekt en dat je het accepteert als anderen jou op je gedrag aanspreken. In pijler 3 staat dat je in houding, voorkomen en gedrag het goede voorbeeld behoort te geven. In pijler 4 staat dat je ongewenst gedrag t.a.v. jezelf of t.a.v. anderen niet accepteert en dat je je positie en je macht niet misbruikt. In pijler 5 staat dat je je verantwoordelijk behoort te voelen voor de veiligheid van anderen en van jezelf. Kortom: Om te zorgen dat verschillende typen mensen m/v zich thuis voelen bij de krijgsmacht zijn o.a. nodig: een goede sfeer, correct met elkaar omgaan, samenwerken, collegiaal zijn, anderen in hun waarde laten, elkaar (of zelfs je meerdere) erop aanspreken als hiervan wordt afgeweken. In de gedragscode staan de regels van de organisatie. Daar hebben medewerkers zich aan te houden. Wie dat niet doet is niet geschikt om bij de krijgsmacht te werken. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 19

Bijlage 7 Voorbeelden van ongewenst gedrag in het kader van gender Onderstaande voorbeelden zijn naar voren gekomen tijdens interviews met leerlingen, instructeurs, onderwijsontwikkelaars, opleidingscommandanten e.a. van onder andere OTCO, SMVBO, DMLO, NLDA) en tijdens de gendertrainingen van enkele honderden instructeurs (tweede helft 2007). Een paar militairen in een groep treiteren een van hun (mannelijke) medeleerlingen met het feit dat hij in zijn vrije tijd aan tai chi doet, ook op de kazerne. Deze collega draagt bij tot een goede samenwerking in de groep, maar hij houdt zich afzijdig als (een deel van) de groep machogedrag vertoont en geintjes uithaalt. Ze vinden hem slappeling en negeren hem meestal, spreken hem aan met mietje, letten veel op hem en geven vaak negatief commentaar op zijn doen en laten. Anderen gaan ook niet zoveel met hem om, maar vinden wel dat hij vaak goede dingen voorstelt bij opdrachten. Groepsgedrag waarin de mannen of enkele mannen dominerend gedrag vertonen. Andere groepsleden, vrouwen maar ook mannen, worden getest (je doet mee of je bent een watje). Bijvoorbeeld: persoonlijk worden, zeggen: Zo, wat schep jij veel op, wat vreet jij veel! Of: Wat zit je haar raar! Ben je ongesteld of zo? Sommige vrouwelijke militairen passen zich in overtreffende trap aan deze cultuur aan, overschreeuwen de mannen met nóg grover taalgebruik, drinken hun mannelijke collega s onder tafel e.d. Een vrouwelijke leerling komt het leslokaal binnen. Een aantal medeleerlingen is al aanwezig. Een van hen (man) zegt: Hee muts, je komt als geroepen. Ga eens even koffie halen! Hij moet daar zelf erg om lachen en een aantal anderen (mannen) lachen mee. Een van de mannen in de groep spreekt de (enige) vrouw steevast aan met schatje, probeert in de kantine steeds naast haar te gaan zitten en maakt vaak dubbelzinnige opmerkingen in haar richting. Zij voelt zich daar duidelijk ongemakkelijk bij, maar ze weet blijkbaar niet goed wat ze moet zeggen of doen. Bij opdrachten is zij vaak degene die zegt: Ja, maar en maakt dan zinnige opmerkingen over de aanpak of de uitvoering van de opdracht. Een groep leerlingen krijgt opdracht materiaal te verplaatsen. Een paar mannen gaan meteen aan de slag, maar de vrouw in het groepje brengt naar voren dat ze eerst even de tijd moeten nemen om te overleggen over een plan de campagne. Een van de mannen wordt ongeduldig, begint te schelden, roept dat dat geouwehoer toch nergens toe leidt en roept tenslotte: Dat geslapjanus, zo komen we er niet, we moeten nu aan de slag. Straks is iedereen klaar en dan zijn wij nog niet eens begonnen! (Zie ook de casus over het ouwen van een vlot, in onderdeel 5/bijlage 5). Een vrouwelijke leerling krijgt vlak voor het examen van haar instructeur nog een paar bijlessen op de schietbaan. Je hoort een medeleerlingen tegen twee andere medeleerling zeggen: Die kan er toch niks van? Wat vind jij nou? Ze doet het erom! Zal je zien dat ze overmorgen gewoon slaagt! Waar wedden we om? Ik zet 20 euro in. Een soldaat/matroos is het niet eens met een beslissing van zijn/haar leidinggevende. De soldaat/matroos kaart dit al dan niet aan in de volgende gevallen: de ondergeschikte en de leidinggevende zijn beiden mannen, de ondergeschikte is een man, de leidinggevende is een vrouw. Wat ook voorkomt: de matroos/soldaat (man) passeert de leidinggevende (vrouw) en doet rechtstreeks zijn beklag bij een hogere officier. Een (mannelijke) leidinggevende laat blijken dat hij vrouwen niet geschikt acht voor de krijgsmacht. En/of: dat hij gevoelige mannen niet geschikt vindt voor de krijgsmacht. En/of: een (vrouwelijke) leidinggevende geeft aan dat de krijgsmacht niets is voor zwakkelingen / mietjes of iets dergelijks. Een/meer ondergeschikten storen zich hieraan. Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 20

De opvatting dat je problemen voor jezelf moet houden, dat je ze zelf moet oplossen (ze moeten kerels worden). Er wordt wel gezegd: Praten is voor wijven. Aan de andere kant staat samenwerking in groepen en teams centraal in de krijgsmacht. Als je ergens mee zit lijkt het beter dat wel in de groep aan te kaarten. Dat vergroot de onderlinge betrokkenheid. Kunnen praten over persoonlijke problemen wordt waarschijnlijk beschouwd als een vrouwelijke eigenschap, maar die eigenschap kan zowel bij mannen als vrouwen voorkomen en zowel mannen als vrouwen kunnen er baat bij hebben. Bespreek de volgende punten plenair met de leerlingen: Herken je dit? Of: Heb jij iets dergelijks meegemaakt? Hoe ging dat in z n werk? Wat is er precies aan de hand, wat zijn de kenmerken van de situatie, wat is er gedaan, wat is er gezegd? (Denigrerend doen, ook non-verbaal [negeren]; uitschelden; pesten; iemand zijn/haar de plaats wijzen; anderen verdacht maken e.d.) Bemoei jij je ermee? Waarom wel/niet? In het geval van het aanspreken van je leidinggevende op zij/haar gedrag: zou je dat individueel, dus in je eentje doen, of zou je het anders organiseren? Wat zou jij willen doen of zeggen? Denk je dat het gevolgen heeft voor jezelf als je ongewenst gedrag aankaart? Zo ja, aan welke gevolgen denk je dan? Denk hierbij zowel aan mogelijke gevolgen op de korte termijn (bijv.: dan vinden ze mij ook stom) en die op de lange termijn (een betere verstandhouding en respect voor elkaar). Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 21

Bijlage 8 Gender- en diversiteitsbeleid Defensie en VN-resolutie 1325; achtergrondinformatie t.b.v. de instructeur Waarom genderbeleid Defensie voert sinds 2004 genderbeleid, gebaseerd op het Actieplan Gender en het project Genderforce. Defensie acht gender en diversiteit van wezenlijk belang voor de organisatie omdat: de kwaliteit van de organisatie en van de operationele inzet ermee gediend is de toenemende krapte op de arbeidsmarkt en de veranderde samenstelling van de beroepsbevolking Defensie noopt zich op nieuwe groepen potentiële medewerkers te richten het belang van een divers samengesteld personeelsbestand is toegenomen nu het accent ligt op vredes- en crisisbeheersingsoperaties in VN- en NAVO-verband. Definitie Defensie hanteert de volgende definitie: Het gender- en diversiteitsbeleid van Defensie omvat alle maatregelen die bijdragen tot het herkennen, erkennen, waarderen en positief benutten van het geheel van verschillen, overeenkomsten, eigenschappen en gewoontes van (groepen van) mensen die werkzaam zijn in de defensieorganisatie, het daarmee kunnen omgaan (gedrag) en het voorkómen van alle vormen van ongewenst gedrag (sociale integriteit). Doelstellingen De doelstellingen van het gender- en diversiteitsbeleid van Defensie zijn: Bevorderen van de instroom, het behoud en de doorstroom (ofwel loopbaanontwikkeling) van medewerkers uit groepen die bij Defensie zijn ondervertegenwoordigd, met name vrouwen. Optimale benutting van het arbeidsmarktpotentieel. Het scheppen van een werkklimaat waarin verschillende groepen mensen zich thuis voelen en kunnen ontplooien, en waarin het aanwezige talent optimaal wordt benut. Maatregelen Aan de doelstelling wordt gewerkt door middel van: Maatregelen m.b.t. de instroom Maatregelen m.b.t. het behoud en doorstroom Maatregelen m.b.t. overleg, uitbreiding van de expertise op het gebied van gender en diversiteit en onderzoek Het genderbeleid vindt ook zijn weerslag in vredesoperaties. Voor, tijdens en na uitzendingen zal nadrukkelijker het genderperspectief in beschouwing worden genomen. Het gaat hierbij zowel om aandacht voor de rol van mannen en vrouwen in het uitzendgebied alsook van de mannelijke en vrouwelijke militairen in de uitgezonden eenheid. Dit aspect van het genderbeleid van de Nederlandse krijgsmacht is een uitwerking van VN-resolutie 1325 Vrouwen, Vrede en Veiligheid. Deze resolutie roept op tot zowel het versterken van de rol van vrouwen bij de planning, voorbereiding, besluitvorming en de uitvoering van vredesmissies als tot grotere aandacht voor de effecten van conflicten en vredesoperaties op vrouwen (zie hierna). VN-resolutie 1325 De Verenigde Naties heeft Resolutie 1325 opgesteld om aan te geven dat vrouwen getroffen worden door conflicten, maar conflicten of post-conflict-situaties ook kunnen beïnvloeden; vrouwen kunnen slachtoffer zijn, maar ook actief participeren in dit soort situaties. Nog steeds worden vrouwen uitgesloten tijdens vredesonderhandelingen. Sowieso komen vrede en veiligheid niet tot stand als de helft van de bevolking wordt Gender in opleidingen/module manschappen KL/VHTO 22