INFORMATIE VOOR DE EXTERN DESKUNDIGE AFSTUDEREN FM, LE, LTV en TB. Opleidingen: FM, LE, LTV, TB G.J. de Jonghweg GG Rotterdam

Vergelijkbare documenten
Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Programma van toetsing

Programma van toetsing

Informatie over het Afstuderen

Beoordelen van afstudeerprojecten bij de opleiding Technische Informatica

JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2. (her)toetsing Griekse grammatica en

Handleiding bij de AFSTUDEEROPDRACHT

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

1

REGELING EXTERNE TOEZICHTHOUDERS BIJ EXAMENS Instituut voor Toegepaste Biowetenschappen en Chemie. studiejaar

: Afstudeerproject BSc KI : Bachelor Kunstmatige Intelligentie Studiejaar, Semester, Periode : semester 2, periode 5 en 6

Hogeschool van Amsterdam opleiding IAM/CMD. Beoordelingsformulier afstudeerproject Ondertekening. handtekening. Student Studentnr:

Afstudeerprojecten opleiding Human Resource Management Hogeschool van Amsterdam

Neerlandistiek CROHO 60849

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Algemene cultuurwetenschappen,

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

BA 1 NTC Blok 1 Blok 2 Blok 3 Blok 4 vaktitel vakcode 7 collegewekeweken. tentamen. schriftelijk. schriftelijk. tentamen. tentamen.

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Rolverdeling bij afstudeertraject Institute for Business Economics (IBE)

Toetsplan Bacheloropleiding Informatiekunde

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Duitse taal en cultuur,

Handleiding afstuderen HBO-ICT

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

DEEL B van de onderwijs- en examenregeling voor de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur,

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

De Haagse Hogeschool Faculteit voor gezondheid, voeding en sport. HBO-Verpleegkunde Voltijd/Deeltijd/Duaal Studiejaar: Jaar: 4

Afstudeerproces. Agenda HBO ICT Opleidingen een vergelijking

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Teamscan op accreditatiewaardigheid

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

Informatie werkplekleren

Reglement Onderzoekscollege en Bachelorscriptie Europese Studies

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Bachelorproject Wiskunde (9 ects)

Handleiding. Bachelor eindwerk. Civiele Techniek

Taal, Media en Communicatie

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Toetsplan Bachelor CIW

Studiehadleiding. Opleiding: hbo-masteropleiding Islamitische Geestelijke Verzorging

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

MINOR DBO. Minor Duurzaam integrale bouwtechniek cursus DUURZAAM DETAILLEREN / PRODUCTONTWIKKELING. Modulecode Auteur Datum Versie Studielast

Media Outlook 2 HOGESCHOOL ROTTERDAM / CMI CDMMOU02-2. Aantal studiepunten:2 Modulebeheerder: Ayman van Bregt. Goedgekeurd door:

Faculteit der Geesteswetenschappen. Bachelor scriptiereglement voor de opleidingen: Nederlandse Taal en cultuur Taal en communicatie

Bijlage 3. Beoordelingscriteria onderzoeksplan

Het profielwerkstuk (092018)

Handleiding Assessment Startbekwaamheid

INSTITUUT THEO THIJSSEN. Afstudeerfase ITT Totaaloverzicht. DAG/DAV 4/VO 2 Studiejaar

Wanneer is onderzoek goed: de kwaliteitscriteria

Afstudeerhandleiding Bouwtechnische Bedrijfskunde en Technische Bedrijfskunde Definitieve versie

BEOORDELINGSFORMULIER

Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs [hbo-bachelor]: uitwerking voor Associate degree-programma s tijdens de pilotfase

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Opleiding Verpleegkunde Stage-opdrachten jaar 3

PROFIELWERKSTUK NAAM KLAS CURSUSJAAR

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

MODULEWIJZER HET LAATSTE PROJECT

Studiehandleiding Ba-scriptie Kunsten, Cultuur en Media

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

Kwaliteit van toetsing

Faculteit Economie en Management Opleiding HBO-Rechten AFSTUDEEROPDRACHT (AOD) BEOORDELINGSFORMULIER VERDEDIGINGSWAARDIGHEID. studiejaar

Competenties met indicatoren bachelor Civiele Techniek.

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Reglement Bachelorscriptie Geschiedenis Vastgesteld op , verbeterd en goedgekeurd door de examencommissie op

Toetsregeling Professionaliteit

Regels voor het schrijven, begeleiden en beoordelen van MAscripties

Toetsing Let op! Belangrijke data:

REGELING BACHELOR SCRIPTIE (specialisatie Geschiedenis LAS)

Examenreglement

Stagehandleiding voor stageverlenende organisaties. Business Analytics, Mathematics, SFM

Voorblad Bachelor Thesis Eerste beoordelaar: 6 Tweede beoordelaar: 8

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Examinering NEVI PLP leergang 2013/2014 (onder voorbehoud van wijzigingen)

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Certificaten Daltononderwijs KPZ Wenke Daltonconsultants

HANDLEIDING BACHELOR EINDWERKSTUK

Beoordelingsprotocol Afstudeeropdrachten CEM / CME

Assessmentprocedure. EVC procedure Master opleiding Archeologie. 1 v-3

Profielwerkstukplus HAVO

STARTDOCUMENT STAGE JAAR 1 Basisdocument voor student, werk-/praktijkbegeleider en instellingsdocent

1e Autospuiter. Crebonummer PvB 01 8SPU-D01SO. Voorbewerken en spuiten van ondergronden. Handleiding Proeve van Bekwaamheid.

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Stand van zaken ontwikkeling afstudeerrichtingen 2 e graads lerarenopleidingen NHL

Transcriptie:

Opleidingen: FM, LE, LTV, TB G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam INFORMATIE VOOR DE EXTERN DESKUNDIGE AFSTUDEREN FM, LE, LTV en TB Geachte extern deskundige, Hartelijk dank dat u als extern deskundige wilt optreden bij één of meer afstudeerzittingen. De opleiding heeft ervoor gekozen om altijd een extern deskundige te betrekken bij de beoordeling van het afstudeerwerk van een individuele student. Hierdoor wordt het eindniveau van de opleiding structureel bewaakt vanuit het perspectief van het beroepenveld. Tijdens de afstudeerzitting treedt u op als onafhankelijk beoordelaar vanuit het beroepenveld en bepaalt u gezamenlijk met de afstudeerdocent (die de student begeleid heeft tijdens het afstuderen) en een tweede docent vanuit de opleiding (de zgn. tweede lezer) het cijfer dat de student krijgt voor de afstudeeropdracht. Daarnaast zullen wij in het kader van onze eigen kwaliteitszorg regelmatig vragen naar uw oordeel over het eindniveau van de opleiding en de borging daarvan (bijvoorbeeld na afloop van een reeks afstudeerzitingen waaraan u hebt deelgenomen, of door het organiseren van een vergadering met alle extern deskundigen van de opleiding). In het vervolg van dit document wordt nadere uitleg gegeven over de inhoud van het afstuderen, de beoordeling en de procedures en organisatorische zaken die relevant zijn voor de extern deskundige. 1. Inhoud van het afstuderen 1.1. Doelstelling In het afstudeerproject moet de student laten zien dat hij klaar is om als beginnend beroepsbeoefenaar de arbeidsmarkt te betreden. Hij doet dit door voor een bedrijf zelfstandig een complex beroepsproduct te realiseren, waarbij hij laat zien dat hij aan alle bachelorcompetenties voldoet. Het is de bedoeling dat het gehele proces doorlopen wordt: formulering van probleem en doelstelling, plan van aanpak, uitvoering van literatuur- en veldonderzoek, ontwikkelen van oplossingen en (uitwerken van) de implementatie. De laatste stap is uitdrukkelijk opgenomen opdat de student gevoel krijgt voor de praktische haalbaarheid van zijn ideeën en leert daarvoor draagvlak te creëren bij de betrokkenen. 1.2. Eisen aan de afstudeeropdracht De opdracht moet rijk genoeg zijn om er voldoende van te kunnen leren en dient te voldoen aan de volgende zes algemene criteria: vereist integraal denken; een maat hiervoor is dat de opdracht betrekking heeft alle kernactiviteiten en minimaal 2 domeinen van de competentiematrix van de opleiding; vloeit voort uit een reële behoefte van de organisatie; heeft actualiteitswaarde, het gaat dus om een bedrijfsprobleem dat actueel is; is voldoende complex: de opdracht biedt een leerproces dat leidt tot een toename van nieuwe en verbetering van al aanwezige competenties; sluit aan bij de belangstelling van de student en zijn persoonlijk ontwikkelingsplan; kan redelijkerwijs binnen de afstudeerperiode afgerond worden. Om het gehele traject van probleemanalyse tot en met implementatie van de gekozen oplossing te kunnen doorlopen binnen de gestelde tijd, geschiedt het afstuderen in principe in duo s. 1

1.3. Verwerving en goedkeuring van de afstudeeropdracht Het kunnen verwerven en afbakenen van een opdracht die voldoet aan de wensen van de betrokken partijen is een kwalificatie van de beginnend beroepsbeoefenaar. Het is daarom de taak van de studenten om de opdrachtomschrijving uit te werken en aan te passen tot de opdracht op niveau is, past bij de opleiding die de studenten volgen en relevant is voor het bedrijf. De opdracht wordt beoordeeld door twee docenten van de opleiding om te zien of deze aan de eisen voldoet die aan een afstudeerproject worden gesteld. Het komt regelmatig voor dat opdracht nog aangepast moet worden. Als de opdracht is goedgekeurd, wordt een afstudeerdocent toegewezen en wordt het afstudeercontract opgemaakt dat wordt getekend door student, bedrijf en de afstudeercoördinator van de opleiding. 1.4. Afronding van de laatste vakken. Voltijdstudenten mogen een studieachterstand van maximaal 15 studiepunten hebben wanneer ze starten met het afstudeerproject. Voor deeltijdstudenten en duale studenten is de maximale studieachterstand 3 studiepunten. De openstaande vakken ronden de studenten veelal tijdens het afstuderen nog af, maar het kan voorkomen dat een student nog enkele vakken moet behalen op het moment dat hij zijn afstudeerrapport verdedigt op de afstudeerzitting. 1.5. Uitvoering van de afstudeeropdracht De afstudeeropdracht heeft een studielast van 672 uur per student en duurt inclusief de afronding 20 weken. De studenten zijn vier dagen per week in het bedrijf aanwezig. Op de vijfde dag kunnen de studenten een bibliotheek bezoeken, ook zijn er intervisiebijeenkomsten op school en enkele lessen gepland. De studenten zijn circa 16 weken uur (64 werkdagen, 512 uur) in het bedrijf werkzaam zijn, soms iets meer. Rapportage en bibliotheekbezoek gebeuren dus veelal buiten werktijd. De afstudeerperiode is in de volgende fasen in te delen: Oriëntatiefase (ca. 3/4 weken) Tijdens deze eerste echte afstudeerfase maken de studenten zich zo breed mogelijk kennis met de organisatie en het werkterrein. Ze doen oriënterend onderzoek naar de verschillende aspecten van de opdracht en naar de eisen en wensen van de betrokkenen bij de opdracht. Op basis hiervan schrijven ze het oriëntatieverslag met het plan van aanpak, dat zowel door de opleiding als door het bedrijf moet worden goedgekeurd. Onderzoeksfase (ca. 5/6 weken) In deze fase doen de studenten diepteonderzoek conform het plan van aanpak. Deze periode wordt afgesloten met een tussentijds verslag, een week daarna een presentatie op het bedrijf en aansluitend een gesprek met de bedrijfsbegeleider en de afstudeerdocent. Oplossingsfase (ca. 5/6 weken) Op basis van de gegevens uit het onderzoek ontwikkelen de studenten oplossingen en verbetervoorstellen. Voor- en nadelen van de verschillende oplossingen worden afgewogen en leiden tot een beredeneerde keuze Implementatiefase (ca. 3/4 weken) De implementatie van de gekozen oplossingen wordt uitgewerkt en de studenten werken - bijvoorbeeld in een pilot - aan de daadwerkelijke implementatie. Afrondingsfase (ca. 2 weken) Het afstudeerrapport en de beoordeling van de bedrijfsbegeleider worden ingeleverd en de werkzaamheden in het afstudeerbedrijf worden afgerond en overgedragen. Het afstuderen wordt tenslotte afgesloten met een presentatie op school voor lagere jaars studenten en de presentatie en verdediging van de afstudeeropdracht voor de afstudeercommissie (de afstudeerzitting). 2. Beoordeling 2.1. Beoordelingscommissie (afstudeercommissie) Het eindproduct van het afstuderen is een afstudeerverslag dat de studenten presenteren en verdedigen voor een afstudeercommissie. De afstudeercommissie bestaat uit de afstudeerdocent, een tweede docent (de tweede lezer) en een extern deskundige uit het beroepenveld. Zij beoordelen gezamenlijk alle aspecten van het afstudeerwerk. 2

De afstudeerdocent als begeleider van de student treedt op als voorzitter tijdens de afstudeerzitting De tweede lezer is een docent van de opleiding en treedt op als onafhankelijk beoordelaar vanuit de opleiding. De extern deskundige treedt op als onafhankelijk beoordelaar vanuit het beroepenveld. In dat kader heeft hij ook een rol in de kwaliteitsborging van de opleiding. De bedrijfsbegeleider wordt wel uitgenodigd bij de afstudeerzitting en kan ook deelnemen aan de ondervraging, maar hij heeft bij de afstudeerzitting geen officiële rol. Wel wordt aan hem advies gevraagd (een toelichting op het functioneren in het bedrijf, het afstudeerproces, de praktische relevantie van het eindproduct, verschillen tussen de studenten e.d.). 2.2. Besluit om al dan niet een afstudeerzitting in te roosteren Er wordt alleen een afstudeerzitting ingeroosterd als er een reële kans is dat de student ook slaagt voor de afstudeeropdracht. In verband met de wens van alle betrokkenen (afstudeercommissie, bedrijfsbegeleider, studenten, publiek) om tijdig datum en tijd van de afstudeerzitting te weten, bepaalt de afstudeerdocent op basis van het concept afstudeerverslag of het afstudeerteam ingeroosterd wordt voor de afstudeerzitting. Deze inroostering is voorlopig. Een aantal studenten krijgt op dit moment zgn. rood licht, dat wil zeggen dat de afstudeerzitting wordt uitgesteld tot de volgende periode (doorgaans een kwartaal later). Als er wel een afstudeerzitting is ingeroosterd, maar de kwaliteit van het definitieve afstudeerverslag blijkt onvoldoende (zodat er geen reële kans is dat de student slaagt voor de afstudeeropdracht), zal de afstudeercommissie alsnog besluiten de geplande afstudeerzitting te laten vervallen en uit te stellen naar de volgende periode. Dit kan tot uiterlijk een week voor de geplande afstudeerzitting en is dus een besluit waar ook de 2 e lezer en de extern deskundige bij betrokken worden. De afstudeerdocent heeft de taak om het definitieve afstudeerrapport in dit kader te screenen, zodra hij dit in zijn bezit heeft en zonodig contact op te nemen met de 2 e lezer en de extern deskundige voor advies. De 2 e lezer en de extern deskundige kunnen ook zelf het initiatief nemen (binnen de gestelde termijn) en daartoe contact opnemen met de afstudeerdocent en/of het stage- en afstudeerbureau IBB. Soms zijn er twijfels aan het rapport (indicatie een 5), maar zou de student met een goede presentatie en verdediging deze twijfels kunnen wegnemen. In dat geval kan de afstudeercommissie besluiten de afstudeerzitting wel door te laten gaan, maar uiteraard bestaat de mogelijkheid tot een onvoldoende cijfer, ook voor het verslag. De afstudeerzitting kan meerdere malen worden uitgesteld. Een afstudeeropdracht kan echter niet langer dan een jaar duren. Na dat jaar zal de student opnieuw moeten beginnen met een andere opdracht, dit ter beoordeling aan de afstudeercoördinator. 2.3. Gang van zaken bij de afstudeerzitting In afstudeerzitting verdedigen de studenten van het afstudeerteam samen het afstudeerwerk voor de afstudeercommissie. De bedrijfsbegeleider wordt uitgenodigd om bij de presentatie en verdediging aanwezig te zijn. Als de student dit zelf wil, mag hij enkele personen, bijvoorbeeld familieleden, vragen om als publiek aanwezig te zijn bij de presentatie en de verdediging. De afstudeerzitting is echter geen feestelijke bijeenkomst, maar een examen. Een afstudeerzitting duurt 60 minuten en vindt plaats in een lokaal met beamer. Het verloop van een afstudeerzitting is als volgt: De afstudeerdocent, als voorzitter van de zitting, heet ieder welkom, licht kort de procedures toe en geeft de studenten het woord voor een presentatie van het afstudeerwerk (15 minuten). Let op dat deze toelichting toegevoegde waarde heeft: de afstudeercommissie kent de inhoud van het afstudeerrapport reeds. Schets kort de inhoud van het afstudeerrapport en ga in op punten die nog toelichting nodig hebben en op eventuele veranderingen die sinds het afronden van het afstudeerrapport hebben plaatsgevonden. De afstudeerdocent verzoekt de extern deskundige en de tweede lezer om vragen te stellen en hij stelt zelf ook vragen. De bedrijfsbegeleider (of zijn vervanger) wordt aan het einde van deze vragenronde ook in de gelegenheid gesteld om de studenten een vraag te stellen. De vragenronde duurt 30 minuten. Objectivering, onderbouwing en argumentatie spelen hierbij een 3

grote rol, alsmede het inzicht en de visie en het eigen standpunt van de student. De studenten en eventuele gasten verlaten het lokaal. De afstudeerdocent vraagt aan de bedrijfsbegeleider om zijn beoordeling van de studenten toe te lichten. Vervolgens verlaat ook de bedrijfsbegeleider het lokaal. De leden van de afstudeercommissie beraden zich vervolgens op de beoordeling en komen gezamenlijk tot een eindcijfer. Dit eindcijfer is opgebouwd uit verschillende onderdelen (die allemaal voldoende moeten zijn, zie ook bij 2.4) en is een geheel getal. De studenten worden hierbij individueel beoordeeld. Het deelcijfer voor het verslag is normaalgesproken een teamcijfer, tenzij er duidelijke verschillen zijn in de inbreng van de afzonderlijke studenten. Na dit overleg worden de studenten binnengeroepen, de afstudeerdocent vertelt wat het cijfer is geworden en geeft een korte toelichting. Als het cijfer onvoldoende is, vertelt de afstudeerdocent aan de studenten waaruit de aanvullende opdracht bestaat. Deze aanvullende opdracht wordt door de afstudeerdocent binnen een week na de afstudeerzitting op schrift gesteld en verstuurd aan de student(en). De afstudeerdocent verzamelt alle afstudeerverslagen en beoordelingsformulieren en draagt deze over aan de medewerkster van het stage- en afstudeerbureau. 2.4. Beoordelingscriteria Elementen van de beoordeling Er zijn deelcijfers voor: 1. Functioneren in de afstudeerorganisatie (20%) 2. Onderzoeksrapport (50%) 3. Eindpresentatie (10%) 4. Verdediging (20%) De deelcijfers worden gegeven op een half punt nauwkeurig en moeten allemaal voldoende (minimaal 5,5 ) zijn. Het eindcijfer is een geheel getal. De beoordelingscriteria zijn uitgewerkt in het beoordelingsformulier bedrijf en het beoordelingformulier school, die zijn opgenomen in de bijlage van dit document. Relatie met de algemene bachelorkwalificaties (Dublin-descriptoren) In de beoordelingscriteria zoals uitgewerkt in de beoordelingsformulieren zijn de bachelorkwalificaties te herkennen. In het onderstaande schema is globaal aangegeven welke bachelorkwalificaties bij welke deelcijfers aan de orde komen. In de bijlage bij dit document vindt u een nadere uitwerking hiervan. Beoordelingselementen Dublin-descriptoren Functioneren in de afstudeerorganisatie Afstudeerverslag Presentatie Verdediging Kennis en inzicht X X Toepassen kennis en inzicht X X X Oordeelsvorming X X Communicatie X X X X Leervaardigheden X X Relatie met de opleidingscompetenties Alle opleidingen van IBB hebben op basis van het landelijk voor de opleiding afgesproken beroeps en competentieprofiel hun eigen opleidingscompetenties uitgewerkt. Deze zijn als separate bij dit schrijven gevoegd. De student geeft in zijn afstudeerplan aan, aan welke opleidingscompetenties hij werkt. Dit is afhankelijk van de mogelijkheden die het afstudeerbedrijf en de afstudeeropdracht bieden en ook van de persoonlijke leerdoelen van de student. 2.5. Herkansingsregeling Zoals al eerder is aangegeven, krijgt de student direct na afloop van de afstudeerzitting te horen wat het cijfer is en als het onvoldoende is krijgt hij te horen waaruit de aanvullende opdracht bestaat. Dit hangt af van de punten waarop de onvoldoende is gescoord (zie ook het school beoordelingsformulier). 4

Als de student een onvoldoende behaalt voor het afstudeerrapport, kan hij dit soms nog repareren door het rapport aan te vullen en te verbeteren. Soms moet de student daarnaast een aanvullend onderzoek doen en moet hij dat opnieuw presenteren en verdedigen, maar er kan ook besloten worden dat het schriftelijk afgehandeld wordt. Een onvoldoende voor presentatie en/of verdediging betekent doorgaans een nieuwe afstudeerzitting. Een onvoldoende voor het functioneren in de afstudeerorganisatie betekent meestal een geheel nieuw afstudeerproject in een ander bedrijf. De aanvullende opdracht wordt door de afstudeerdocent binnen een week na de afstudeerzitting op schrift gesteld en verstuurd aan de student(en), inclusief afspraken over deadlines en inleverdata. 3. Procedures en organisatie 3.1. Geheimhoudingsverklaring Bij het afstuderen realiseren studeren een complex beroepsproduct voor het afstudeerbedrijf. De bedrijven moeten erop kunnen rekenen, dat de medewerkers van de school vertrouwelijk omgaan met de informatie die zij via het afstudeerproject over het bedrijf verwerven. Wij verzoeken de extern deskundige daarom eenmalig een verklaring van geheimhouding te ondertekenen met betrekking tot alle informatie over een afstudeerbedrijf waarvan u kennis neemt in het kader van uw werk als extern deskundige. Wij zullen u daarom niet inzetten bij afstudeerprojecten die zijn uitgevoerd in bedrijven die beroepsmatig uw concurrent zijn. Echter dit is voor ons niet altijd goed te beoordelen, dus daarom vragen we hierbij ook uw medewerking. Dit kunt u doen door de afstudeercoördinator op de hoogte te houden van veranderingen in uw werkterrein en in het geval u toch bent ingedeeld bij een afstudeerproject in een concurrerend bedrijf dit tijdig te melden bij de afstudeercoördinator of het stage- en afstudeerbureau, zodat aan het afstudeerbedrijf zelf gevraagd kan worden of zij akkoord gaan met uw inzet als extern deskundige op dit project of dat zij liever een andere extern deskundige krijgen toegewezen. 3.2. Vertrouwelijkheid van het afstudeerrapport De afstudeerrapporten blijven eigendom van de school en worden na afloop van de afstudeerzitting ingenomen en gearchiveerd. Op verzoek van het afstudeerbedrijf kan het afstudeerverslag als geheel of bepaalde delen ervan (bij voorkeur geconcentreerd in een separate bijlage) als vertrouwelijk materiaal behandeld worden. Dit wordt zo mogelijk gedurende het afstuderen al besproken en definitief vastgelegd bij het inleveren van het afstudeerverslag. Dit staat vermeld op de kaft van het afstudeerrapport. Als het rapport niet vertrouwelijk is, kan het worden gebruikt voor onderwijsdoeleinden (bijvoorbeeld voorbereiden van nieuwe lichtingen studenten op het afstuderen). Als bedrijf en student daar toestemming voor geven worden afstudeerrapporten die voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen (de norm is minimaal een 7,0 voor het deelcijfer verslag èn minimaal een 7 voor het afstuderen als geheel) vrijgegeven voor publicatie in de HBO-kennisbank (www.hbo-kennisbank.nl). 3.3. Contact met de school U zult als extern deskundige over uw inzet en beschikbaarheid contact hebben met de afstudeercoördinator van de opleiding en met het stage- en afstudeerbureau (010-7944965, stageafstudeerbureau.ibb@hro.nl). Ook voor vragen kunt u bij hen terecht. Het rooster van de afstudeerzittingen en de afstudeerrapporten ontvangt u 2-3 weken voor de afstudeerzitting. Op de volgende pagina vindt u het globale tijdschema. Als u over de kwaliteit van een concreet afstudeerrapport voorafgaand aan de afstudeerzitting wilt overleggen, kunt u rechtstreeks contact opnemen met de betreffende afstudeerdocent. Uw bevindingen over het algemene afstudeerniveau en de wijze waarop de opleiding dit bewaakt, rapporteert u aan de afstudeercoördinator van de opleiding. Deze zal ervoor zorgen voor verdere opvolging binnen de opleiding en/of het instituut. 5

3.4. Globaal tijdschema Activiteit Najaar 10 Voorjaar 11 Najaar 11* Opmerkingen Start afstuderen Inleveren 3 afstudeerverslagen+ 1 Cd-rom + bedrijfsbeoordeling + toestemmingsformulier Afstudeerzitting Bij uitstel: inleveren 3 verslagen+1 CD-rom + bedrijfs-beoordeling + toestemmingsformulier Bij uitstel: Tussen 16 en 23 aug 2010 Do 13 jan 2010 31 jan -5 feb 2011 28 maart 2011 18-22 april 2011 Tussen 24 jan en 7 feb 2011 LE: ma 30 mei LTV: ma 30 mei TB: di 31 mei FM: di 31 mei LE: 20-23 juni LTV: 21-23 juni TB: 20-21 juni FM: 21,23,24 juni 5 september 2011 22-28 september 2011 Tussen 15 en 22 aug 2011 Do 12 jan 2012* 30 jan-3 feb 2012* 27 maart 2012* 16-20 april 2012* Alleen als student toelaatbaar is (studieresultaten) en opdracht goedgekeurd Voor 15.00 uur bij stage- en afstudeerbureau IBB Rooster wordt later bekend gemaakt Voor 15.00 uur bij stage- en afstudeerbureau IBB Rooster wordt later bekend gemaakt afstudeerzitting Extra zitting T1: inleveren 3 verslagen+1 CD-rom + Voor 15.00 uur bij stage- en 24 oktober 2011* bedrijfsbeoordeling + afstudeerbureau IBB toestemmingsformulier Extra gelegenheid T1: 7-12 november Rooster wordt later bekend afstudeerzitting 2011* gemaakt *data studiejaar 2011/12 onder voorbehoud (jaarrooster studiejaar 2011/12 is nog niet bekend). 6

BIJLAGE: Verantwoording van het bachelorniveau en de uitwerking daarvan in beoordelingsformulieren Dublin descriptoren bij het afstuderen IBB De N(V)AO heeft op 14 februari 2003 het niveau van de bacheloropleidingen omschreven in de zgn. Dublin descriptoren. Deze niveaubeschrijving is in 2003 vertaald naar het afstuderen voor de opleidingen van het toenmalige ISM en is in het najaar 2007 van kracht geworden voor alle bacheloropleidingen van het Instituut voor Bouw en Bedrijfskunde. Kennis en inzicht (K) Heeft aantoonbare kennis en inzicht in een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen Functioneert doorgaans op een niveau waarop, met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is Uitwerking bij de afstudeeropdracht IBB K1: Heeft gebruik gemaakt van relevante concepten en werkwijzen van het vakgebied zoals aangeboden in de opleiding (afstudeerverslag) K2: Heeft zich verdiept in nieuwe ontwikkelingen in het vakgebied relevant voor de afstudeeropdracht (afstudeerverslag) K3: Heeft bij de verdediging van de afstudeeropdracht de afstudeercommissie overtuigd dat hij het onderwerp beheerst, zowel de relevante theoretische concepten als de gang van zaken in het bedrijf (verdediging) Toepassen kennis en inzicht (T) Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van zijn werk laat zien Beschikt over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied (NB: Voor IBB-opleidingen geldt dat onder oplossen mede wordt verstaan dat de student oplossingen moet kunnen implementeren) Is in staat om kennis en inzicht en probleemoplossende vermogens toe te passen in nieuwe of onbekende omstandigheden binnen een bredere (of multidisciplinaire) context die gerelateerd is aan het vakgebied (NB Dit is officieel een master-kwalificatie, maar dit wordt ook nagestreefd bij het afstuderen bij IBB) Is in staat om kennis te integreren en met complexe materie om te gaan (NB Dit is officieel een master kwalificatie, maar bij multi-disciplinaire opleidingen is deze kwalificatie relevant voor het HBO-bachelor niveau) Uitwerking bij de afstudeeropdracht IBB T1: Heeft in de afstudeerorganisatie een professionele benadering van het werk en een goede beroepshouding laten zien (functioneren in het bedrijf) T2: Heeft tijdens de uitvoering van de afstudeeropdracht (dit wordt ingebracht door de afstudeerdocent) en tijdens de afstudeerzitting een professionele benadering van het werk en een goede beroepshouding laten zien (afstudeerzitting) T3: Heeft oplossingen ontwikkeld die met theoretische en praktische argumenten onderbouwd zijn en recht doen aan de belangen van alle betrokkenen (afstudeerverslag) T4: De oplossingen zijn op haalbaarheid getoetst en de implementatie ervan is uitgewerkt (afstudeerverslag) T5: De opdrachtgever in de afstudeerorganisatie is tevreden met het eindresultaat en gaat het ook gebruiken (functioneren in het bedrijf) 7

Oordeelsvorming (O) Is in staat relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten Uitwerking bij de afstudeeropdracht IBB O1: Heeft een heldere probleem- en doelstelling geformuleerd op basis van een oriëntatie op relevante aspecten, betrokken partijen en concepten uit het vakgebied (afstudeerverslag) O2: Heeft een heldere passende onderzoeksaanpak geformuleerd (afstudeerverslag) O3: Heeft relevante gegevens verzameld uit schriftelijke bronnen en deze correct geïnterpreteerd (afstudeerverslag) O4: Heeft relevante gegevens verzameld door middel van veldonderzoek in bedrijf en/of markt en deze correct geïnterpreteerd (afstudeerverslag) O5: Heeft heldere conclusies en aanbevelingen geformuleerd en deze met valide argumenten onderbouwd (afstudeerverslag) O6: In de oordeelsvorming zijn alle relevante aspecten meegenomen en meegewogen zoals effectiviteit en efficiency, maar ook implementatieaspecten en relevante sociaalmaatschappelijke en ethische aspecten (afstudeerverslag) O7: Heeft bij de verdediging van de afstudeeropdracht de afstudeercommissie overtuigd dat alle relevante aspecten bij de oordeelsvorming aan de orde zijn gekomen en met elkaar in verband zijn gebracht (verdediging) Communicatie (C) Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten Is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten (N.B. Dit is officieel een master-kwalificatie, maar binnen de hogeschool is men van oordeel dat deze moet worden meegenomen bij het bachelor-niveau) Uitwerking bij de afstudeeropdracht IBB C1: Heeft in de afstudeerorganisatie aandacht weten te verkrijgen en te behouden voor het afstudeeronderwerp bij alle direct en indirect betrokkenen (functioneren in het bedrijf) C2: Heeft de direct en indirect betrokkenen in de afstudeerorganisatie overtuigd van de kwaliteit van het afstudeeronderzoek en de haalbaarheid van de ontwikkelde oplossingen (functioneren in het bedrijf) C3: De schrijfstijl en structuur van het afstudeerrapport zijn effectief om de inhoud over te brengen en overeenkomstig de gebruiken in het beroep en de eisen van de opleiding (afstudeerverslag) C4: Heeft een boeiende presentatie van 10-15 minuten gehouden over de inhoud, de aanpak, de resultaten en het procesverloop van de afstudeeropdracht (presentatie op de afstudeerzitting) C5: Heeft de afstudeercommissie overtuigd van zijn kennis en inzicht, professionele aanpak, oordeelsvorming, oplossings- en implementatie- en presentatievaardigheden (verdediging) NB: Dit criterium is al uitgewerkt in de criteria K3, O7 en T2. Leervaardigheden (L) Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan Uitwerking bij de afstudeeropdracht IBB L1: Is snel wegwijs geworden in de relevante aspecten en onderdelen van de afstudeerorganisatie (functioneren in het bedrijf) L2: Heeft zich binnen de afstudeerorganisatie ontwikkeld tot een expert op het afstudeeronderwerp (functioneren in het bedrijf) L3: Heeft gedurende het afstudeertraject nieuwe kennis en vaardigheden verworven en de leerdoelen bereikt (afstudeerverslag) 8

HOGESCHOOL ROTTERDAM Instituut voor Bouw en Bedrijfskunde G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam BEOORDELING BEDRIJF AFSTUDEREN (in te vullen door de bedrijfsbegeleider) Om tot een goede beoordeling van het afstudeerwerk te komen hoort de opleiding graag het oordeel van het bedrijf over een aantal beroepsvaardigheden/ competenties van de student(en). Deze beoordeling wordt als advies meegenomen in de beoordeling van de afstudeerders op het aspect functioneren in het bedrijf. Indien de ruimte op het formulier te klein is om uw oordeel toe te lichten, kunt u uw toelichting op een aparte bijlage bij dit formulier voegen. De student moet dit formulier tegelijk met het afstudeerrapport inleveren bij het stage- en afstudeerbureau IBB. Let op: Op de 2 e pagina van dit formulier kunt u aangeven of het afstudeerverslag vertrouwelijk behandeld moet worden en of u akkoord gaat met publicatie van het afstudeerverslag in de HBOkennisbank. Student 1 Student 2 Naam Studentnummer Opleiding Naam Studentnummer Opleiding Wat vindt u van de snelheid waarmee de student wegwijs is geworden in het bedrijf en het afstudeeronderwerp? In welke mate heeft de student in het bedrijf aandacht weten te verkrijgen en te behouden voor het afstudeeronderwerp bij alle (direct en indirect) betrokkenen? In hoeverre heeft de student zich binnen het bedrijf ontwikkeld tot iemand die gezien wordt als expert als het gaat over het afstudeeronderwerp? In hoeverre heeft de student de betrokkenen overtuigd van de kwaliteit en de haalbaarheid van de ontwikkelde oplossingen? Wat is uw oordeel over de professionaliteit en beroepshouding van de student? Bent u tevreden met het eindresultaat van de afstudeeropdracht? Gaat uw bedrijf bijvoorbeeld iets met de resultaten doen? Naam: Bedrijf: Handtekening: Datum: 9

HOGESCHOOL ROTTERDAM Instituut voor Bouw en Bedrijfskunde G.J. de Jonghweg 4-6 3015 GG Rotterdam BEOORDELINGSFORMULIER SCHOOL AFSTUDEREN (in te vullen door de afstudeercommissie) N.B. Deelcijfers op halve punt nauwkeurig. Om te slagen moeten alle deelcijfers voldoende ( 5,5) zijn. Het eindcijfer is een geheel getal. Bedrijf: Student 1 Student 2 Teamnr: Naam student: Studentnr: Opleiding: Functioneren in het bedrijf Toelichting: Advies van de bedrijfsbegeleider (zie bedrijfsbeoordelingsformulier) Visie van de afstudeercommissie Cijfer functioneren in het bedrijf (20%) Afstudeerverslag Toelichting: Probleemstelling en onderzoeksaanpak Literatuuronderzoek Veldonderzoek Analyse (voldoende breed en diep) Ontwikkeling en uitwerking van oplossingen Onderbouwing conclusies en aanbevelingen Schrijfstijl en structuur van het rapport Cijfer afstudeerverslag (50%) Presentatie Toelichting: Structuur: Inleiding met aandachtstrekker en structuur presentatie; kern logisch opgebouwd met beantwoording probleemstelling als rode draad; conclusies volgen logisch uit het voorafgaande; duur van de presentatie is 15 minuten Inhoud: presentatie is boeiend en heeft toegevoegde waarde t.o.v. rapport Audiovisuele middelen: ondersteunend en verzorgd Houding, spreekvaardigheid en interactie: Verstaanbaarheid, levend stemgebruik, houding, spreektempo, contact met het publiek Cijfer presentatie (10%) 10

Bedrijf: Student 1 Student 2 Teamnr: Naam student: Studentnr: Opleiding: Verdediging Toelichting: Beantwoording van vragen Beheersing van het onderwerp (theorie & praktijk) Onderbouwing van oordelen en keuzes Professionele benadering/beroepshouding Leerdoelen bereikt Cijfer verdediging (20%) Bepaling eindcijfer: NB Bij onvoldoende onderdelen geen cijfer invullen maar ONV. Indien alle onderdelen 5,5, cijfer berekenen (= totaal punten/10) Functioneren in bedrijf x 2 Punten Cijfer Punten Cijfer Afstudeerverslag x 5 Presentatie x 1 Verdediging x 2 Totaal punten Afspraken m.b.t. eventuele herkansing: Ondertekening Naam en handtekening afstudeerdocent: Datum: Naam en handtekening 2e lezer: Naam en handtekening extern deskundige: 11