Onafhankelijk. Slagvaardig HRM. Samenwerkend. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

Vergelijkbare documenten
Plan van aanpak programma Communicatie

Plan van aanpak van het meerjarenprogramma Effecten van Toezicht binnen het nieuwe, meerjarige programma Inspectieraad

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

van onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Directeur onderwijsinstituut

Agenda Toekomst van het (interbestuurlijk) Toezicht:

De werkgroep ziet ook voor 2011 de volgende opdracht voor zichzelf:

3. Programma Communicatie 2010

Organisatie: Samenwerkingsverband Stichting Samenwerkingsverband RiBA ( Ridderkerk, Barendrecht, Albrandswaard)

Briefadvies NVWA. 21 januari 2019

Kaderstellende Visie op Toezicht & Beleid (KVoTB)

VACATUREPROFIEL KWARTIERMAKER NATIONALE POLITIE

PAGINA 1/5. Voortgang onderzoek naar samenwerking CNV Onderwijs en CNV Publieke Zaak

B. Stuurgroep Vervoerregio, 18 september 2014

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Voorblad agendapunt 3 Stand van zaken speerpunt Informatiemanagement

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inspecteren is een vak. Programma Professionalisering

Klimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE

INSPECTIEVIEW MILIEU

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Uitvoeringsprogramma Deltapoort

Afbeelding: TriamFloat Effectmetingsmodel

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Kadernotitie professionalisering

Programma doorontwikkeling veiligheidshuizen. Informatiemanagement en privacy 21 november 2011

Nieuwsbrief special Vernieuwing Toezicht Nieuw samenwerkingsmodel Inspectieraad

Hoe kan ik Inspectieview gebruiken in mijn toezichtproces?

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Jaarverslag LAT BRZO 2009

Functiebeschrijving Manager Personeelsbeleid

A-5 Toekomst Regionale Samenwerking Portefeuillehouder Bestuurlijke Toekomst Mathijs Triou

medewerker in ontwikkeling

Opleidingsprogramma DoenDenken

Highlights Werkgroepen. Linda van Berkel Coördinator Bureau BRZO+

Programmaleider Inclusive Economy (0,8 FTE)

Jaarplan SWV PO3002

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Toelichting hoofdstructuur Pré Wonen

Convenant Versterking Samenwerking Verkeer en Vervoer

Voorstel voor de Raad

Functiebeschrijving Manager Kwaliteitsbeleid

1. FORMAT PLAN VAN AANPAK

Algemeen Onderwerp Projectplan marktbewerkingsplan Gooi & Vechtstreek Verspreiden Ja Contactpersoon Paul Scholtz

Position Paper. Samenwerking Noord. Samenwerken door Samen te Doen!

Beslisdocument college van Peel en Maas

Samenvatting Integrale Handhaving

Functieprofiel: Adviseur Functiecode: 0303

Plan van Aanpak Format. Pilot functiecreatie gemeente/provincie SW bedrijf

Thema Te beantwoorden vragen (niet uitputtend) Wie verantwoordelijk Tijd gereed

Ministerie van Economische Zaken. Maatwerkaanpak Regeldruk Chemie. - Acties

FUNCTIEBESCHRIJVING BELEIDSMEDEWERKER ONDERZOEKSINFRASTRUCTUUR

LEKKER BETROKKEN! Copyright VHVG / Phyllis den Brok- Phliss, jan Lekker Betrokken! 1

* * ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud. Maatschappelijke opgaven Pact van West Friesland 19.

informatiecentrum tel. uw kenmerk bijlage(n) (070) Lbr. 14/086

Raadsvoorstel. Geachte raad,

Samenvatting. Adviesaanvraag

Leergang Deelnemeradministraties

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

S. Nieuwenburg 3580

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 februari 2015 Autoriteit woningcorporaties

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Aanpak arbeidsmarkt Zuidoost-Nederland Illustratie regionaal arbeidsmarkt dashboard. Inleiding

Het Schakelpunt Landelijke Werkgevers: Veelgestelde vragen

BIJ12. Meerjarenagenda & Jaarplan 2015 Versie 0.6 (10 juli 2016)

Welkom bij de Arbocatalogus Provincies. Jannet Bergman, Projectleider A&O Provincies Henny van den Born, Arbo-beleidsadviseur Provincie Groningen

Samenvatting. Pagina 7

Werkplan Cliëntenraad Stichting Pergamijn. Redactie: De secretaris H.A.Janssens

2. Planning Het tijdpad voor de verkiezing van een nieuwe pijlervoorzitter ziet er als volgt uit:

PROGRAMMA VAN EISEN PROGRAMMA VAN EISEN LAS/LVS (V)SO

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Business case Digikoppeling

Hoe delen zorgorganisaties kennis?

Iedereen denkt bij informatieveiligheid dat het alleen over ICT en bedrijfsvoering gaat, maar het is veel meer dan dat. Ook bij provincies.

Inrichten projectstructuur liquidatie Permar en transitie uitvoering Wsw

Datum: Portefeuillehouders: De Graaf, Horst en Windhouwer

Plan van aanpak PIM/thema asbest fase 3

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

De impact en implementatie van de outsourcing op de bedrijfsvoering is als één van de 6 deelprojecten ondergebracht binnen het project outsourcing.

Paleis van de Verdraagzaamheid. Jaarplan 2012

ons kenmerk BAOZW/U Lbr. 12/003

Activiteitenplan Ontwikkelprogramma Training en Diagnose Centra. 31 mei 2017

Organisatiescan persoonsgerichte zorg

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

Jaarplan Samen op weg naar een inclusieve arbeidsmarkt

FUNCTIEPROFIEL 1. ORGANISATIE. Noorderpoort

NOTITIE MOGELIJKHEDEN VOOR EEN FRIESE GEMEENTELIJKE SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN WMO TOEZICHT. Werkgroep Provinciaal Toezicht

Visie op naleving regelgeving brandveiligheid

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

idialoog Versie 1.0 Status Definitief Directoraat-Generaal Wonen, Bouwen en Integratie

Profielbeschrijving Raad van Toezicht. Pagina 1

STRATAEGOS CONSULTING

Stadsdeel Zuidoost. illllllll. li', ü. Gemeente Amsterdam. COMMISSIE: MO DATUM : 3 oktober 2013 AGENDAPUNT NR.: TKN

Procesmanagement. Organisatieadvies. Opleiding en training. Informatiemanagement. Uw organisatie efficiënter ingericht en uw beleid op orde

Willem de Zwijger College

Transcriptie:

Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 Horizontaal toezicht/systeemtoezicht Dienstverlening Onafhankelijk Professionalisering Internationalisering Professioneel Communicatie Informatiemanagement en ICT Effectmeting Slagvaardig HRM Selectief Transparant Risicogestuurd toezicht Academie voor Toezicht Juli 2012 Samenwerkend

Inhoud 1 Voorwoord 2 2 Agenda 2012-2013 3 3 Toezichtontwikkeling 4 4 Bedrijfsvoering 13 5 Rol en positionering rijksinspecties 17 6 Organisatie van activiteiten 20 7 Middelen 22 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 1

1. Voorwoord Dit is het werkprogramma van de samenwerkende rijksinspecties voor 2012 en 2013. Het is het eerste werkprogramma dat invulling geeft aan ons meerjarenprogramma 2011-2014 dat wij medio 2011 vaststelden. Het werkprogramma draagt tevens de vruchten van onze voortschrijdende inzichten sinds dat moment. Als rijksinspecties kennen wij een sterke eigenheid, onder meer vanwege verschillen in werkveld, wet- en regelgeving en vanwege verschillende posities binnen onze departementen. Dat laat onverlet dat wij, vanuit onze expertises en deskundigheid en de overtuiging dat toezicht een belangrijke maatschappelijke functie heeft, veel waarde aan onze samenwerking toekennen. Wij werken alle aan de ontwikkeling van ons toezicht op basis van de zes principes van goed toezicht 1 en willen meer effect en minder last bewerkstelligen. De politiek wil de effectiviteit van toezicht vergroten en toezichtlasten voor goed presterende bedrijven en instellingen zo beperkt mogelijk houden. Bedrijven en instellingen sluiten hierbij aan en verwachten dat de overheid werkt vanuit vertrouwen, zorgt voor een gelijk speelveld en hard optreedt tegen misstanden. Burgers verwachten dat de overheid risico s zoveel mogelijk beperkt en transparant is over de keuzen die daarin worden gemaakt. Tegelijkertijd blijkt dat het beeld dat burgers en politiek van onze rol en taken hebben, niet altijd overeenkomt met de wijze waarop wij daar zelf invulling aan kunnen geven, gezien onze wettelijke verantwoordelijkheden en de beschikbare middelen. Het kabinet streeft naar een krachtige, kleinere en dienstverlenende rijksoverheid. De taakstellingen en het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst die daaraan bijdragen, betekenen dat: wij met (nog) minder mensen en middelen, even effectief willen blijven; wij ons toezicht, gezamenlijk met alle betrokken toezichthouders meer vanuit het perspectief van de ondertoezichtstaande gaan organiseren; onze inspecties toegroeien naar een rijksbrede infrastructuur voor de ondersteunende bedrijfsvoering (P&O, ICT, huisvesting, inkoop); wij invulling geven aan een eigentijds werkgeverschap en een moderne managementstijl omdat onze medewerkers, net als die in de gehele rijksdienst, toegroeien naar activiteit gerelateerd werken (o.a. Het Nieuwe Werken). Daarbij kunnen wij ons toezicht alleen goed uitvoeren met gemotiveerde en gekwalificeerde medewerkers. Dit betekent dat wij ervoor moeten zorgen een aantrekkelijke en moderne werkgever te zijn, nu maar ook in de toekomst. Wij staan voor grote veranderopgaven. Onze kernopdracht daarin is, er voor te zorgen dat we met de (krimpende) beschikbare capaciteit en middelen zo veel mogelijk effect in de samenleving bereiken en zo min mogelijk onnodige toezichtlast veroorzaken. Om dit te bereiken is onze samenwerking erop gericht verkokering te doorbreken, het toezicht effectiever te maken en steeds meer te opereren als ware sprake van één rijksinspectie. Dit werkprogramma beschrijft onze agenda met de acties die wij in 2012 en 2013 uitvoeren. 1 Zie kaderstellende visie op toezicht: slagvaardig, selectief, samenwerkend, transparant, onafhankelijk en professioneel 2 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

2. Agenda 2012-2013 Werken als ware sprake van één rijksinspectie vanuit het perspectief van de onder toezicht gestelden. Dat is onze opgave. De activiteiten in ons meerjarenprogramma 2011-2014 dragen vooral daar aan bij. Dit werkprogramma beschrijft onze agenda met de acties die wij in 2012-2013 uitvoeren. Met deze gezamenlijke activiteiten werken we aan: De ontwikkeling van het toezicht conform de principes uit de Kaderstellende visie op toezicht 2005 en de vermindering van toezichtlasten voor goed presterende bedrijven en instellingen; De realisatie van doelstellingen op het gebied van standaardisering en uniformering van de bedrijfsvoering (Compacte Rijksdienst); Meer uniforme en herkenbare rol en positionering van het toezicht in het algemeen en van de rijksinspecties in het bijzonder. Zowel wat betreft de verantwoording van ons werk aan de samenleving en de verbinding met de burger, als wat betreft onze rol- en taakopvatting in de beleidscyclus en een meer eenduidige onafhankelijke positionering van toezicht ten opzichte van beleid en politiek. De context waarin we acteren verschilt. De kenmerken van de domeinen waarop we toezicht houden en het vigerende beleid bepalen de mate waarin onze organisaties en ons toezicht aan elkaar verwant of met elkaar vergelijkbaar zijn. Mede hierdoor gebruiken we verschillende begrippen en hebben we niet altijd dezelfde opvattingen over verschillende thema s en de gewenste ontwikkeling daarvan op middellange termijn. Om te worden ervaren als ware er sprake van één rijksinspectie is het noodzakelijk dat wij toewerken naar meer gezamenlijke opvattingen en een eenduidiger begrippenkader. Richting geven aan de samenwerking en ontwikkeling van onze organisaties op de middellange termijn vereist een goed debat over de diverse aspecten van het vak van toezicht. De ambities vanuit het programma Compacte Rijksdienst versterken het belang daarvan. Om dergelijke denkbeelden goed te kunnen ontwikkelen is echter noodzakelijk dat wij eerst komen tot een heldere opvatting over de maatschappelijke functie van het toezicht en de rol van de rijksinspecties daarbij. 2.1 Gezamenlijke visie op de waarde van toezicht en de rol en positionering van rijksinspecties De samenwerkende rijksinspecties willen investeren in een gezamenlijke visie op de (wenselijke) rol en waarde van toezicht en in het verlengde daarvan: de rol en positionering van de rijksinspecties in relatie tot onder toezicht staanden, burgers, politiek en beleid. Deze visie biedt een kader voor de ontwikkeling van gezamenlijke opvattingen over meer specifieke onderwerpen en bijvoorbeeld ook voor onze strategische communicatieagenda (zie paragraaf 5.1). Zij komt tot stand in een periode van verkiezingen en kabinetsformatie en kan mogelijk worden gebruikt als input bij de totstandkoming van het nieuwe regeerakkoord vanaf het najaar van 2012. Resultaat Een gemeenschappelijke visie op de (wenselijke) rol en waarde van het toezicht en in het verlengde daarvan: op rol en positionering van rijksinspecties, vastgelegd in een beknopt en toegankelijk document september 2012. Interviewronde medio 2012 met individuele IG s op basis van kernvragen die de Inspectieraad vooraf vaststelt ( we zoeken antwoorden op dezelfde vragen ). IG s verifiëren de uitgewerkte interviewverslagen. Hetzelfde geldt voor de interviewronde met een aantal gezaghebbende deskundigen ( het dwarskijkerpanel ). Op basis van de verslagen wordt een analyse van overeenkomsten en verschillen opgesteld. Een en ander door Bureau Inspectieraad uit te voeren. Vervolgens worden twee werkbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten werken we toe naar een gemeenschappelijke visie, mede ondersteund door het dwarskijkerspanel. De eerste werkbijeenkomst staat vooral in het teken van (gestructureerde) discussie. In de tweede werkbijeenkomst werken we aan het concept visiedocument. Directeur Bureau IR en 2 adviseurs Bureau IR: 0,3 fte per persoon IG s: per persoon Het benodigde budget wordt geraamd op 20.000 (2012) voor inhuur deskundigen. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 3

3. Toezichtontwikkeling 3.1 Academie voor Toezicht 3.1.1 Streefbeeld De Inspectieraad wil de gezamenlijke toezichtgerelateerde activiteiten op het gebied van Onderzoeken, Ontwikkelen, Opleiden en Ontmoeten in 2014 samenbrengen in een Academie voor Toezicht. De Academie is aangehaakt bij relevante ontwikkelingen in de buitenwereld, verbindt deskundigen op het gebied van toezicht uit de rijksinspecties met elkaar in een kennisnetwerk en onderhoudt contacten met onderwijs en wetenschap. Zij is gezaghebbend op de inhoud, borgt de samenhang in inhoudelijke thema s, ontwikkelt nieuwe werkwijzen, methoden en technieken ten behoeve van het toezicht en onderzoekt hun toepassingsmogelijkheden. De ontwikkeling van deze methoden en technieken (risicogestuurd toezicht, systeemtoezicht, enzovoorts) wordt in samenhang aangestuurd en uitgevoerd, mede doordat de Inspectieraad jaarlijks het programma van de Academie vaststelt. Dit programma benoemt thema s en te verwachten producten vanuit de behoefte van de rijksinspecties. Aan ieder van deze thema s is een inhoudelijk gezaghebbend boegbeeld gekoppeld (mogelijk externen / wetenschap). Het Academieprogramma sluit aan bij de ontwikkelagenda van de rijksinspecties. Bij het formuleren van de opdracht wordt rekening gehouden met de relatie tussen de gezamenlijke activiteiten van de Academie voor Toezicht en de innovatie- en opleidingsactiviteiten van de individuele rijksinspecties. De Academie onderhoudt actief contacten met de sectoren waarop de rijksinspecties toezicht houden. De Academie brengt de voor opleidingen verantwoordelijke medewerkers van de rijksinspecties samen en biedt een opleidingsprogramma aan voor medewerkers van de rijksinspecties. Een inspecteursopleiding (inclusief een Masters- opleiding), stages en management development zijn hier onderdeel van. De Academie heeft op het gebied van toezichtvraagstukken een adviserende rol naar de rijksinspecties en mogelijk andere toezichts- en overheidsorganisaties. De Academie beheert een digitale database met relevante literatuur en onderzoeksmateriaal die vrij toegankelijk is voor medewerkers van de rijksinspecties. De Academie biedt een professionele bedding voor de ontwikkeling van ons vak en onze medewerkers en draagt op die manier bij aan de invulling van goed werkgeverschap en human resources management. 3.1.2 De eerste fase De ontwikkeling en organisatie van deze Academie zal gefaseerd plaatsvinden. In de periode 2012-2013 zal de fase van verkennen bij tussentijdse positieve besluitvorming overgaan in de fase van het kwartiermaken. In het najaar van 2012 wordt een onderzoek uitgevoerd naar het gehele veld van onderzoek en educatie op het gebied van toezicht in het algemeen en extern toezicht (publiek en privaat) in het bijzonder. Op basis van dit onderzoek worden de kerntaken (opdracht) van de Academie geformuleerd. Ook kan op basis van dit onderzoek worden bepaald in welke behoefte de rijksinspecties gezamenlijk moeten voorzien en wat eventueel door derden kan worden verzorgd (inkoop, samenwerking). Het onderzoek moet tevens antwoord geven op de vraag welke relaties kunnen worden gelegd met andere (rijks) academies of opleidingsinstituten, zoals de NSOB en hoe het concept ten aanzien van de organisatorische vormgeving van de Academie er uit zou kunnen zien. Begin 2013 is op grond van dit onderzoek een business case uitgewerkt voor een gezamenlijk in te richten Academie voor Toezicht, die de grondslag vormt voor nadere gedachte- en besluitvorming in de Inspectieraad. In 2013 wordt gestart met een eerste uitwisselingsprogramma voor medewerkers van inspecties. Deze uitwisselingsprogramma s zijn niet vrijblijvend maar de desbetreffende medewerkers werken aan een opdracht die zij van de Inspectieraad krijgen. Op die manier wordt niet alleen in hun persoonlijke ontwikkeling geïnvesteerd, maar tegelijk in het grotere geheel. In 2012 en 2013 bouwen we een actief academisch kennisnetwerk op bestaande uit deskundigen op het vlak van toezicht. Zowel deskundigen uit de rijksinspecties als ook externe deskundigen (zoals de wetenschap). Het profiel van deskundigen wordt afgestemd op de inhoudelijke thema s. Deskundigen hebben excellente kennis en ervaring op het vlak van toezicht, hebben ervaring met toezichtontwikkeling en kunnen bijdragen aan onderzoek, ontwikkeling van methoden en technieken en het ontwikkelen van mensen en lesmateriaal. In de tweede helft van 2013 wordt een toezichtsymposium georganiseerd. Dit symposium vormt tevens de publicitaire aftrap van de Academie voor Toezicht. De Inspectieraad benoemt in het najaar van 2012 een verkenner/kwartiermaker. In de periode 2012 2013 functioneert deze kwartiermaker onder gezag van een speciale commissie van de Inspectieraad die bestaat uit: een IG (voorzitter / portefeuillehouder), de directeur Bureau Inspectieraad en een extern (wetenschappelijk) adviseur. De kwartiermaker beschikt over een werkgroep bestaande uit een aantal deskundigen uit de rijksinspecties. De kwartiermaker maakt een plan van aanpak dat in fasen is uitgewerkt. Iedere fase wordt in de commissie voorbereid 4 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

en geaccordeerd door de Inspectieraad. De commissie bewaakt de voortgang en rapporteert aan de Inspectieraad. De personele inzet in 2012 2013 wordt begroot op: Verkenner/Kwartiermaker: 0,8 fte (bij Bureau Inspectieraad) Werkgroepleden: 0,9 fte (4x0,1 inspecties + 0,5 fte Bureau IR) Portefeuillehouder: Directeur Bureau IR: Externe wetenschappelijk adviseur: Het benodigde budget wordt geraamd op 100.000 (2013) voor externe adviseur en symposium. 3.2 Opleiden en ontwikkelen van mensen De samenwerkende rijksinspecties investeren al langer in de gezamenlijke ontwikkeling van hun medewerkers. Dit doen zij vooral door het aanbieden van een opleidingenprogramma en het organiseren van activiteiten als conferenties en workshops. Deze activiteiten worden in 2012 en 2013 voortgezet en nadrukkelijk geplaatst in de aanloop naar de start van de Academie voor Toezicht per 2014. Uitvoering van het al bestaande opleidingenprogramma: o De Entree Doelgroep: (beginnend) inspecteurs Frequentie: 1-2 maal per jaar o De Verdieping Doelgroep: (ervaren) inspecteurs Frequentie: 1 maal per jaar o Gedrag met effect Doelgroep: Inspecteurs / handhavingsregisseurs Frequentie: 1-2 maal per jaar o De interventie Doelgroep: inspecteurs, toezichthouders, handhavers, analisten, onderzoekers, beleidsmakers en leidinggevenden Frequentie: 1 maal per jaar In samenhang met de resultaten uit activiteiten genoemd in paragraaf 3.4: ontwikkelen (2012) en uitvoeren (2013) van nieuwe opleidingsmodulen als Effectmeting. Tevens: doorontwikkelen van bestaande opleidingen, mede op basis van evaluaties van deelnemers. Organisatie van een Managementconferentie in oktober 2012 gericht op het top- en middenmanagement van de rijksinspecties. In samenhang met de activiteiten rond de Academie voor Toezicht: haalbaarheidsonderzoek naar (master) opleiding voor inspecteurs. Daarnaast is de vraag aan de orde of een gemeenschappelijk curriculum ontwikkeld kan worden dat de standaard zet voor wat van een inspecteur verwacht mag worden aan kennis, attituden en vaardigheden 1e helft 2013. Organisatie van een jaarlijkse prijsuitreiking voor het meest innoverende project op het gebied van handhaving en toezicht. Samen met partnerorganisaties. In 2013 uit te reiken op startbijeenkomst van Academie voor Toezicht. In de eerste helft van 2013 wordt onderzocht op welke wijze web based learning als werkvorm aansluit bij Het Nieuwe Werken en behoeften van inspecties. Verbindingsbijeenkomsten met opleidingsadviseurs. Frequentie: 4 maal per jaar. Kijkje in de keuken dat kennisuitwisseling tussen inspecties i.c. inspecteurs wil bevorderen door kennismakingsbezoek tussen inspectiemedewerkers te arrangeren. Bureau Inspectieraad treedt op als matchmaker. Doelgroep: alle medewerkers van de rijksinspecties. Programmateam Professionalisering draagt zorg voor voorbereiding, uitvoering en evaluatie van genoemde activiteiten. Het team werkt daarbij samen met het netwerk Professionalisering waarin medewerkers van rijksinspecties participeren. Jaarlijkse promotie van (opleidings)activiteiten d.m.v. brochures, nieuwsbrief e.d. De opleidingen worden in principe kostendekkend uitgevoerd, dat wil zeggen: deelnemersbijdragen dekken de uitgaven af. Evaluaties van opleidingen geven richting aan doorontwikkeling ervan. Programmateam: Portefeuillehouder: Leden Netwerk Professionalisering: 2,0 fte (bij Bureau Inspectieraad) per persoon (1 á 2 per inspectie) Voor ontwikkelactiviteiten is in 2012 een bedrag van 87.000 benodigd. Voor 2013 komt dit uit op 120.000. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 5

3.3 Domeinsamenwerking en Toezichtarrangementen Rijksinspecties bepalen hun mix van in te zetten toezichtmethoden en instrumenten (inspectie, systeemtoezicht, horizontaal toezicht, nalevingscommunicatie, e.d.) op basis van een analyse van risico s in combinatie met nalevingsgedrag, beleidsprioriteiten, beschikbare middelen en ontwikkelingen binnen het domein, de sector of doelgroep. Daarbij is een aantal aspecten relevant. Ten eerste dient antwoord gegeven te worden op vragen als: wanneer is een specifieke handhavings- of toezichtmethode, bijvoorbeeld systeemtoezicht relevant, welke kenmerken (organisatiegraad) heeft een domein, sector of doelgroep om vormen van zelfregulering (horizontalisering) effectief op te kunnen zetten, wanneer is het nuttig om daartoe te stimuleren en welke eisen stellen wij aan private vormen van toezicht (zelfregulering)? Ten tweede lijkt spanning te bestaan tussen enerzijds de uitkomsten van een risicoanalyse die leiden tot prioritering van de inzet van mensen en middelen en anderzijds de beleidsmatige of politieke ruimte en/of wenselijkheid om de uitkomsten van een dergelijke analyse te honoreren en aan specifieke onderwerpen geen of verminderd aandacht te geven omdat de risicoanalyse deze onderwerpen laag prioriteert. Kernvraag hierbij is of alleen de ratio van risicoanalyse in beleidsmatige / politieke context toepasbaar is of dat prioritering een complexer proces is. De praktische toepassing van selectief, risicogestuurd toezicht stelt daarmee hoge eisen aan de regie op het proces dat leidt tot samenstelling van de mix van in te zetten methoden, mensen en middelen. Dit alles geldt eens te meer wanneer twee of meer rijksinspecties in hetzelfde domein opereren en hun samenwerking zo effectief en efficiënt mogelijk hebben in te richten. In goed overleg, ook met andere toezichthoudende partijen en de betrokken sector of branche, formuleren we een toezichtarrangement. De rijksinspecties volgen al langer een domeingerichte benadering; deze zal in de komende jaren worden voortgezet. Uitwerking van het proces rond toezichtarrangementen; Good practice voor een systematische analyse van een domein, sector en/of doelgroep: het in beeld krijgen van omvang sector/doelgroep, marktpartijen, nieuwe toetreders, handelsstromen, technologische ontwikkeling, maatschappelijke risico s, enzovoorts); Visie op risicoanalyse en prioriteitstelling op basis van een discussie in Inspectieraad-verband en beleid / politiek (ratio versus politieke werkelijkheid hoe gaan we daar mee om?); Good practices om te komen tot een optimale mix van handhavingsmethoden (het proces aan de voorkant ratio versus politieke werkelijkheid) en best practices voor wat betreft het effect van de ingezette mix van methoden. Een en ander in nader te selecteren domeinen te ontwikkelen en in te zetten. Het programma Domeinsamenwerking en Toezichtarrangementen initieert een aantal activiteiten dat in samenwerking met de andere relevante programma s wordt georganiseerd. Een aantal bijeenkomsten met handhavingsregisseurs van verschillende rijksinspecties. Een inventarisatie van good en best practices op basis van een ronde langs IG s / rijksinspecties, leidend tot een gedegen analyse van proces en handhavingsmix. Uitgevoerd door de diverse relevante programmamanagers en IG s met hun direct betrokken medewerkers. De inventarisatie met analyse wordt ingebracht in een vergadering van de Inspectieraad. Thematische ontmoeting met IG s, een aantal handhavingsregisseurs, DG n of directeuren Beleid en eventueel politiek over de ratio van risicoanalyse en prioritering in relatie tot de beleidsmatige en politieke werkelijkheid. Per domein nader te bepalen en tussen betrokken rijksinspecties overeen te komen. Voor de benoemde algemene activiteiten is geen budget nodig. Wat betreft domeinsamenwerking: per domein nader te bepalen en tussen betrokken rijksinspecties overeen te komen. 3.4 Toezichtmethoden en -technieken 3.4.1 Risicogestuurd toezicht We gaan een gezamenlijke aanpak voor risicogestuurd toezicht ontwikkelen en implementeren, ook in samenwerking met lokale toezichthouders. Doel is om op basis van een inventarisatie van good practices en een selectie van daarvoor geschikte domeinen, (bijv. Horeca, Jeugdzorg, Chemie, Ziekenhuizen), in pilots te komen tot een geïntegreerde benadering van risicogestuurd toezicht. Integrale benadering van risicogestuurd toezicht in een aantal nader te bepalen domeinen (o.a. Horeca, Jeugdzorg, Chemie, Ziekenhuizen). Inventarisatie van good practices bij rijksinspecties en andere toezichthouders. Conceptueel kader ontwikkeld voor integraal risicogestuurd toezicht. 6 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

Integrale gezamenlijke risicoanalyse in pilots en busines cases in daarvoor geschikte domeinen geïmplementeerd (incl. gebruik inspectieviews, intelligence en één digitaal dossier). Afwegingskader om te komen tot een bestuurlijk afgewogen allocatie van inspectiecapaciteit en middelen op basis van risico s. Er is een programmaorganisatie Risicogestuurd toezicht met een IG als portefeuillehouder. De programmaorganisatie bestaat uit: Een initïerende werkgroep voorgezeten door de programmamanager met daarnaast twee werkgroepleden en een adviseur van het Bureau Inspectieraad. Uitvoerende werkgroepen voor de verschillende pilots. Daarvoor worden verschillende medewerkers ingezet die door de domeinverantwoordelijke IG worden aangedragen. Een lid van de initïerende werkgroep trekt deze pilots. Een uitvoerende werkgroep Risicogestuurde allocatie van middelen. Deze staat onder leiding van een lid van de initïerende werkgroep. De personele inzet voor 2012 en 2013 is begroot op: Programmamanager: 0,5 fte Adviseur: 0,2 fte Portefeuillehouder: Initïerende werkgroep: 1,2 fte (2 leden á 0,6 fte) Werkgroep pilots: 0,8 fte (per pilot/businesscase) Werkgroep allocatie: 0,8 fte Vooralsnog is voor de hier genoemde activiteiten geen budget benodigd. 3.4.2 Horizontaal toezicht / systeem toezicht De rijksinspecties werken aan de ontwikkeling en implementatie van horizontaal toezicht en systeemtoezicht. We willen van elkaars ervaringen en inzichten leren en deze methoden meer in gezamenlijkheid verder ontwikkelen zodat we ze ook in de domeinen waar we gezamenlijk toezicht houden, kunnen toepassen. Leidraad en handleiding systeemtoezicht en horizontaal toezicht ontwikkeld, inclusief een gedeeld begrippenkader medio 2012; Rapportage gezamenlijk uitgevoerde pilots najaar 2012; Rijksinspecties die nog geen systeemtoezicht kennen, hebben pilots uitgevoerd bij ondertoezichtstaanden met gekwalificeerde managementsystemen eind 2012; In samenhang met programma Risicogestuurd toezicht gezamenlijk horizontaal toezicht en systeemtoezicht geïmplementeerd middels het verbreden van bestaande convenanten en het afsluiten van nieuwe convenanten eind 2012. Programmaorganisatie Horizontaal Toezicht en systeemtoezicht met een IG als portefeuillehouder. De programmaorganisatie bestaat uit een programmamanager (0,5 fte) en een werkgroep bestaande uit 8 leden. De personele inzet voor 2012 is begroot op: Programmamanager: 0,5 fte Portefeuillehouder: Werkgroepleden: 0,8 fte (0,1 fte x 8 werkgreopleden) Experts: 0,6 fte (2 personen 12 werkweken) In 2012 is een budget van 30.000 benodigd. 3.4.3 Nalevingscommunicatie Met de modernisering van toezicht wordt communicatie steeds meer integraal onderdeel van de instrumentenmix. In 2011 hebben we een methodiek in de vorm van een stappenplan ontwikkeld. In 2012 en in 2013 werken we eraan om deze methodiek en de manier van denken die hiermee verbonden is, verder te ontwikkelen en te implementeren. Eind 2013 is een gereedschapskist nalevingscommunicatie ontwikkeld met: o het digitaal platform werkplaats nalevingscommunicatie dat is ingericht op Inspectieloket is uitgegroeid tot een e-learningmodule. (tweede versie eind 2012) o een Handreiking Formuleren van boodschappen volgens methode Key Message House (eind 2012) o een inventarisatie van mobiele online toepassingen (apps, websites, mashups) bruikbaar voor inspecties in het kader van nalevingscommunicatie (begin 2013) o een Handreiking Doelgroeponderzoek (najaar 2013) o een op communicatie toegespitste Handreiking Effectmeting (najaar 2013) Opleidingen o Alle toezichtregisseurs, senior communicatieadviseurs en andere sleutelfiguren betrokken bij de implementatie van nalevingscommunicatie hebben eind 2013 de gezamenlijk met CCV opgezette masterclass Nalevingscommunicatie en gedragsbeïnvloeding gevolgd. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 7

o Medewerkers die vanaf 2013 de opleidingen de Entree en de Verdieping volgen zijn zich bewust van de rol van communicatie in het geheel van de instrumentenmix om de naleving te bevorderen. Implementatie o Medio 2013 passen alle rijksinspecties nalevingscommunicatie toe als één van de in te zetten toezichtsmethodieken. Dat betreft ook toepassing in domeinen waar de verschillende rijksinspecties samenwerken met andere toezichthouders aan integraal risicogestuurd toezicht. De bestaande werkgroep, vooral bestaande uit de hoofden Communicatie van de grotere rijksinspecties, zal een bredere samenstelling krijgen door ook toezichtregisseurs te betrekken. Op ad hoc basis vinden voor specifieke onderwerpen bijeenkomsten plaats van subwerkgroepen. Programmamanager: Programmamedewerkers: Portefeuillehouder: Leden werkgroep: 0,1 fte 1,1 fte 1.2 fte (= 12 x 0,1 fte) Het benodigde budget wordt geraamd op: 2012: 35.000 2013: 35.000 3.4.4 Zelfregulering Een van de denkrichtingen in het ontwikkelen van toezicht is om de aard en intensiteit van ons toezicht zoveel mogelijk te laten aansluiten op systemen van zelfregulering. We hebben behoefte aan meer inzicht in de betekenis van accreditatie in het kader van zelfreguleringssystemen. Een inventarisatie en analyse van beschikbaar onderzoek naar bestaande vormen van zelfregulering, zoals certificering. Beschikbaar in najaar 2012. Resultaat is inzicht in de betekenis en de mogelijkheden voor (ruimere) actieve toepassing van zelfregulering. Op basis hiervan toewerken naar een gezamenlijke opvatting over de eisen die rijksinspecties stellen aan vormen van zelfregulering en de accreditatie daarvan (eind 2012). Taskforce instellen o.l.v. één van de rijksinspecties die al ervaring met zelfregulering hebben opgedaan. Betrokkenheid vanuit programma s Systeem- en horizontaal toezicht en Domeinsamenwerking en een adviseur van Bureau IR. Contact leggen met onderzoekers TU Delft en met Raad voor Accreditatie. Voorbereiding en uitvoering van een thematische ontmoeting met IG s en rechterhanden. Voorzitter Taskforce en adviseur Bureau IR: Leden Taskforce: Geen financiële middelen noodzakelijk. 0,2 fte per persoon 0,1 fte per persoon 3.4.5 Monitoring Verschillende rijksinspecties maken in hun jaarprogramma s gewag van het instrument monitoring. Bij monitoring worden met de sector/branche afspraken gemaakt over te hanteren indicatoren aan de toezichthouder worden gemeld. De toezichthouder richt vervolgens zijn toezicht in op basis van de uitkomsten van deze indicatoren. De afgelopen periode heeft NVWA ervaring opgedaan met het monitoren van de vleessector (VION). IGZ heeft een monitorsysteem IRIS. De ervaringen van beide rijksinspecties vormen het vertrekpunt voor dit project. Een inventarisatie en analyse van beschikbare ervaringen en onderzoek naar bestaande vormen van monitoring. Beschikbaar eind 2012. Resultaat is inzicht in de betekenis en de mogelijkheden voor (ruimere) actieve toepassing van monitoring. Op basis hiervan toewerken naar een gezamenlijke opvatting over de eisen die rijksinspecties stellen aan vormen van monitoring (begin 2013). Taskforce instellen o.l.v. één van de rijksinspecties die al ervaring met monitoring hebben opgedaan. Betrokkenheid vanuit programmateams Systeem- en horizontaal toezicht en Handhavingsregie en een adviseur van Bureau IR. Voorbereiding en uitvoering van een thematische ontmoeting met IG s en rechterhanden. Voorzitter Taskforce en adviseur Bureau IR: Leden Taskforce: Geen financiële middelen noodzakelijk. 0,2 fte per persoon 0,1 fte per persoon 3.4.6 Online media en webcare We willen beter inspelen op de ontwikkelingen rond de online media (Facebook, Twitter e.d.). Ontwikkelingen die snel gaan en niet zijn te negeren. Berichtgeving van burgers en organisaties op online media kan rijksinspecties waardevolle informatie opleveren. In reactie daarop willen wij ook zelf goed afgewogen deelnemen aan het verkeer op de online media (webcare). 8 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

Inventarisatie van ervaringen/best practices bij het benutten van de mogelijkheden van online media monitoring en webcare, ook bij andere overheidsorganisaties dan de rijksinspecties, via bijeenkomsten en een onlineplatform op www.pleio.nl - 2012. De ontwikkeling van een toepasbare Leidraad online media monitoring en webcare voorjaar 2013. Rijksinspecties implementeren online media monitoring en webcare in hun primaire proces, desgewenst met ondersteuning vanuit Bureau IR 2013. Sociale media maken integraal onderdeel uit van de samenwerking in domeinen eind 2013. Iedere inspectie beschikt over een eigen of gezamenlijk webcareteam eind 2013. Nauwe samenwerking tussen programmateam Communicatie en programmateam e-inspecties in samenwerking met gebruikersgroep. De personele inzet voor 2012 en 2013 wordt begroot op: Programmamanager: 0,1 fte (bij Bureau Inspectieraad) Programmamedewerkers: 0,5 fte (bij Bureau Inspectieraad) Portefeuillehouder: Kerngroep inspecties: 0,9 fte (6 medewerkers ieder 0,15 fte) Overige inzet inspecties: 1,0 fte (20 medewerkers ieder ) Het benodigde budget wordt geraamd op: 2012: 35.000 2013: 35.000 3.4.7 Meldingen en signalen We verbeteren de dienstverlening aan burgers en ondertoezichtstaanden en vinden het belangrijk dat we beter gebruik maken van de meldingen en signalen die we van hen ontvangen. Om van elkaar te leren en de uniformiteit te vergroten ontwikkelen we gezamenlijke standaarden voor afhandeling van meldingen en klachten. Inventarisatie van momenteel gehanteerde processen voor ontvangen, verwerken en afhandelen van meldingen en signalen najaar 2012 Uitgevoerde pilot Monitor Uitwisseling Meldingen en Signalen, bij voorkeur in daarvoor geschikte domeinen waarin meerdere inspecties en andere toezichthouders een rol hebben (bv. Horeca, Jeugdzorg, Chemie, Ziekenhuizen) voorjaar 2013 Ontwikkeling van een gezamenlijke standaard die de rijksinspecties een uniform profiel geven op: o Toegankelijkheid en vindbaarheid voor de burger o Helderheid over wat de burger kan verwachten o Helderheid over wat er met de melding/klacht inhoudelijk gebeurt Gereed: voorjaar 2013 Rijksinspecties starten met de implementatie van deze standaard - vanaf voorjaar 2013. Werkgroep Meldingen, met communicatiemedewerkers en medewerkers uit de lijn, werkt voorstel uit voor uniforme standaarden en initieert audits en monitoring activiteiten met het oog op iteratieve procesverbetering. De personele inzet voor 2012 en 2013 wordt begroot op: Programmamanager: 0,3 fte (bij Bureau Inspectieraad) Programmamedewerkers: 0,2 fte (Bij Bureau Inspectieraad) Adviseur: 0,1 fte (bij Bureau Inspectieraad) Portefeuillehouder: Werkgroep inspecties: 0,6 fte (6 medewerkers ieder 0,10 fte) Het benodigd budget wordt geraamd op: 2012: 30.000 2013: 40.000 3.4.8 Effectmeting Met ons programma Effecten van toezicht willen wij de effecten van ons toezicht zichtbaar maken. We werken aan een rijksbreed beeld van de naleving van wet- en regelgeving en van de maatschappelijke effecten van toezicht in veiligheids-, duurzaamheids- en kwaliteitsdoelen. Het jaar 2012 is het laatste jaar van het programma in zijn huidige vorm. Scans uitgevoerd die in kaart brengen op welke wijze de rijksinspecties omgaan met het meten van effecten van toezicht en handhaving najaar 2012. Scholingsaanbod, waaronder diverse workshops Effectmeting ontwikkeld in samenwerking met CCV geheel 2012. Symposium over effectmeting en handhaving en gedrag november 2012. Expertmeetings over effectmeting gerelateerde onderwerpen april en september 2012. Evaluatie programma en besluit over vervolg eind 2012. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 9

Alle rijksinspecties zijn op basis van de ontwikkelde Handreiking Effectmeting gestart met het implementeren van effectmeting begin 2013. Er is een programmaorganisatie met een IG als portefeuillehouder. Deze organisatie bestaat uit: een programmateam bestaande uit een voorzitter en vier coördinatoren (= 2fte). De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor de coördinatie van de verdere ontwikkeling en inhoudelijke uitvoering van de activiteiten van het meerjarenprogramma; een adviserende werkgroep met 7 vertegenwoordigers uit diverse rijksinspecties die 6 maal per jaar bijeenkomt. een klankbordgroep met 13 leden uit inspecties die niet vertegenwoordigd zijn in de werkgroep. De klankbordgroep komt drie keer per jaar bijeen met de werkgroep: De personele inzet voor 2012 is begroot op: Programmamanager: 0,2 fte Programmacoördinatoren: 2,0 fte (4 x 0,5 fte) Portefeuillehouder: Werkgroep inspecties: 0,2 fte Klankbordgroep inspecties: 0,1 fte Het benodigde budget voor 2012 is geraamd op 160.000. 3.5 Samenwerking met gemeenten in het kader van risicogestuurd toezicht en vermindering toezichtlasten De rijksinspecties werken aan vermindering van toezichtlasten. Dit vraagt niet alleen om samenwerking tussen de rijksinspecties, maar ook om samenwerking tussen rijksinspecties en andere toezichthouders, vooral gemeenten. Vanuit de Commissie Toezichtlast Bedrijven (CTB), voorgezeten door de SG van EL&I, worden activiteiten op dit vlak geregisseerd. In de CTB hebben de rijksinspecties die toezicht houden op bedrijven en EL&I zitting. Onder verantwoordelijkheid van EL&I wordt in 2012 een onderzoek uitgevoerd dat antwoord moet geven op de vraag in welke domeinen daadwerkelijk sprake is van onevenredige gestapelde toezichtlasten en welke toezichthouders die lasten veroorzaken. De samenwerkende rijksinspecties gebruiken de uitkomsten van dit onderzoek om vast te kunnen stellen in welke domeinen zij actief de samenwerking met andere toezichthouders zullen opzoeken. Resultaat Onderzoek naar feitelijk optredende gestapelde toezichtlasten. Gereed Najaar 2012. Onderzoeksopzet en opdrachtverlening door VNG, EL&I en Inspectieraad in augustus 2012 Uitvoering onderzoek in periode augustus oktober 2012 beschikbaar in november 2012 Vervolgactiviteiten bepalen in CTB-verband in november 2012 Adviseur Bureau IR: 0,1 fte Het onderzoek wordt onder verantwoordelijkheid van VNG, EL&I en Inspectieraad uitgevoerd. Een vertegenwoordiger van VNO/NCW en MKB-Nederland participeert in de begeleidingscommissie. Vooruitlopend op de uitkomsten van dit onderzoek wordt aangenomen dat in het domein Horeca inderdaad sprake is van een relatief grote stapeling van toezicht veroorzaakt door meerdere toezichthouders, vooral gemeenten. Om die reden wil de Inspectieraad in dit domein samenwerking initiëren met een aantal pilot gemeenten. De pilots dienen om werkwijzen te ontwikkelen waarmee in samenwerking met gemeenten tot daadwerkelijke vermindering van toezichtlasten kan worden gekomen. Eind 2013 zijn eerste evaluaties beschikbaar van de pilots. Deze evaluaties geven inzicht in: de mate waarin en de wijze waarop de samenwerking daadwerkelijk heeft geleid tot vermindering van toezichtlasten; de opzet en werking van de samenwerking; aanbevelingen voor verdere samenwerking met de pilot gemeenten en vooral: met de overige gemeenten. Binnen de Inspectieraad is de NVWA als domeintrekker gekoppeld aan het domein Horeca. De activiteiten worden onder verantwoordelijkheid van de NVWA georganiseerd. Over de inbreng van Bureau Inspectieraad worden nog afspraken gemaakt. De volgende fasen worden onderscheiden: Fase 0: Inventarisatie stapeling van toezicht in het domein Horeca (zie bovengenoemd onderzoek). Fase 1: Vaststellen pilotgemeenten (randvoorwaarden: er moet sprake zijn van aanzienlijke stapeling van toezicht). Hierbij hoort ook het vaststellen van een samenwerkingsafspraak (intenties, verwachtingen, inzet van mensen en middelen) 10 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

Fase 2: Conferentie (maximaal 2) over definitie van toezichtlastvermindering (wat en hoe), gezamenlijke risicoanalyse en prioritering. Fase 3: Uitvoering van gezamenlijke risicoanalyse en prioritering in het gemeentelijke domein horeca bij de drie pilotgemeenten. Uitgewerkt in concept samenwerkingsconvenanten; Fase 4: Conferentie over uitgevoerde gezamenlijke risicoanalyse en prioritering en het beeld dat dat oplevert Fase 5: bestuurlijke bekrachtiging van de samenwerkingsconvenanten. Inzet van NVWA: Adviseur Bureau IR: nader te bepalen nader te bepalen Door betrokken rijksinspecties op te brengen. 3.6 Bewijs van Goede Dienst In het meerjarenprogramma 2011-2014 is vastgelegd dat we in het kader van de professionalisering van onze organisaties en het verbeteren van de de relatie met onze stakeholders het instrument Bewijs van Goede Dienst (BvGD) zullen invoeren. Het maakt het tevens mogelijk om een benchmark over alle rijksinspecties uit te voeren. Het BvGD is een logisch vervolg/uitbreiding op het klanttevredenheidsonderzoek (KTO) waarmee we onze oriëntatie op de ondertoezichtstaanden al in een eerder stadium hebben vergroot. Een BvGD zien we als een kwaliteitskenmerk dat aangeeft dat de processen van onze organisaties aan een bepaald kwaliteitsniveau voldoen. Dat is bijzonder relevant in die domeinen waar we gezamenlijk toezicht organiseren en werken aan de ontwikkeling van integraal risicogestuurd toezicht. Uitgewerkt stappenplan, mede aan de hand van ervaringen van NVWA en I-SZW, dat kan dienen als blauwdruk voor het opzetten van het proces tot verkrijging van een BvGD, inclusief de inpassing van het KTO in dit proces - medio 2012. Uitgevoerd communicatieplan om de betekenis van het instrument BvGD in de rijksinspecties onder de aandacht te brengen - najaar 2012. Uitgewerkt voorstel voor verdeling van verantwoordelijkheden bij een domeingerichte inzet van BvGD - eind 2012/ begin 2013. Geïnventariseerd op welke wijze BvGD toegepast kan worden bij inspecties die toezicht houden op instellingen - najaar 2012. Inventarisatie van samenwerkingsverbanden/clusters van rijksinspecties die geschikt zijn voor een domeingerichte aanpak van BvGD - najaar 2012. Sessies met ondernemers waaruit blijkt welk beeld de ondernemers hebben van de betreffende inspectie(s) en op welke wijze de dienstverlening kan worden verbeterd - vanaf najaar 2012. Deelnemende rijksinspecties zijn gestart met implementatie van verbeterplannen - vanaf 2013. Er is een programmaorganisatie Dienstverlening met een lid van de Inspectieraad als portefeuillehouder. De programmaorganisatie bestaat uit een programmamanager (0,5 fte) en een werkgroep BvGD-KTO samengesteld uit medewerkers van de rijksinspecties. Verder wordt het programma ondersteund door Agentschap NL en een externe consultant bij het opstellen van het stappenplan en de voorbereiding van de sessies met ondernemers. Programmamanager: Portefeuillehouder: Leden werkgroep: 0,5 fte 0,1 fte per persoon Voor 2012 is een budget van 80.000 benodigd. Eveneens voor 2013. 3.7 Inspectieloket.nl als digitale toegang rijksinspecties Het digitaal portaal Inspectieloket.nl verbindt en doorzoekt de websites van alle rijksinspecties als één geheel, verwijst naar het juiste digitale loket en bericht over inspectie activiteiten. Inspectieloket.nl is daarmee een manifestatie van de samenwerking tussen rijksinspecties en vormt een etalage voor de vernieuwings- activiteiten. De rijksinspecties zijn benaderbaar als waren zij één, wat helpt bij het vinden van de juiste informatie. Vanuit deze doelstelling ontwikkelen we beleid gericht op online communicatie en werken we aan een gedeeld technisch platform voor online (en mobiele) communicatietoepassingen. Dit gedeelde platform is de basis van waaruit we onze doelgroepen via de eigen websites bedienen. Eind 2012 maakt de helft van de rijksinspecties gebruik van dit platform voor online communicatietoepassingen. Eind 2013 geldt dat voor alle rijksinspecties. Voorstel voor de wijze waarop de rijksinspecties kunnen voldoen aan de rijksstandaarden op het gebied van Webrichtlijnen 2.0 - eind 2012. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 11

Inventarisatie van de huidige online communicatie van de rijksinspecties en verwachte ontwikkelingen in de nabije toekomst - begin 2013. De rijksinspecties implementeren nieuwe digitale en mobiele communicatietoepassingen die het primaire proces ondersteunen ( apps, zelfinspectietools, mobiele toepassingen) - vanaf 2013. Webinformatie wordt doelgroepgericht geordend op websites van rijksinspecties en Inspectieloket.nl en alle rijksinspecties maken gebruik van een gezamenlijke zoekmachine - vanaf 2013. Voor de aansturing van de ontwikkelingen rond Inspectieloket.nl is een Regiegroep ingericht bestaande uit de portefeuillehoudende IG Communicatie, de directeur ICT-SSOVenW/DWR, voorzitter werkgroep Communicatie, vertegenwoordigers van IGZ, SZW en de programmamanager Communicatie. Verder functioneren enkele vakwerkgroepen op gebied van google analytics en redactiewerk. Programmamanager: Programmamedewerkers: Portefeuillehouder: Regiegroep inspecties: Vakwerkgroepen: 0,5 fte (bij Bureau Inspectieraad) 0,7 fte (bij Bureau Inspectieraad) 0,2 fte (4 medewerkers ieder ) 1,0 fte (10 medewerkers ieder 0,1 fte) Het benodigde budget wordt geraamd op: 2012: 200.000 2013: 200.000 In dit budget zijn ook reguliere kosten voor onze Nieuwsbrief en drukwerk opgenomen ( 35.000). 12 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013

4. Bedrijfsvoering Er speelt binnen de rijksinspecties een groot aantal ontwikkelingen dat om een eigentijdse kijk op werkgeverschap, management en bedrijfsvoering vraagt. Denk aan de ontwikkeling van de primaire processen, de ondersteuning van medewerkers met ICT, de ontwikkeling van medewerkers in hun vakgebied, het werven van nieuwe mensen, aantrekkelijkheid van werkgeverschap en arbeidsvoorwaarden, het gebruik van huisvesting, Het Nieuwe Werken en resultaatgericht werken. Ook op deze vlakken willen de samenwerkende rijksinspecties werken als ware sprake van één rijksinspectie en onderwerpen benaderen vanuit een gemeenschappelijk kader. Rondom drie thema s wil de Inspectieraad in 2012 en 2013 in ieder geval tot een gemeenschappelijke aanpak komen: HRM-beleid Huisvesting Informatiemanagement en ICT 4.1 HRM-beleid Uitgaande van en aanvullend op de rijksbrede ontwikkelingen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst willen de samenwerkende rijksinspecties voor een aantal inspectiespecifieke aangelegenheden de mogelijkheden en voordelen onderzoeken van een gemeenschappelijk personeelsbeleid. In het bijzonder rondom onderwerpen als: Arbeidsvoorwaarden in combinatie met resultaat gericht werken (Het Nieuwe Werken) Ontwikkeling rol ambtenaar in algemene zin en in relatie tot zijn professionele ruimte Arbeidsmarktpositionering De achterliggende gedachte betreft het werken als ware sprake van één rijksinspectie, zowel naar medewerkers (hetzelfde werk wordt hetzelfde beloond) als richting de arbeidsmarkt (eenduidig). Eind 2012 is een inventarisatie beschikbaar van de overeenkomsten en verschillen in het HRM-beleid van rijksinspecties. Daarbij tevens een analyse van de mogelijkheden, consequenties, belemmeringen of dilemma s om dit beleid te harmoniseren. Het betreft in eerste instantie een interne inventarisatie. Dat betekent dat nog geen verkennende discussies zullen plaatsvinden met bijvoorbeeld medezeggenschap of vakbonden. Besluitvorming over (onderdelen van) gemeenschappelijk HRM-beleid januari 2013. In de zomer 2012 stelt de Inspectieraad een Taskforce HRM-beleid samen o.l.v. een HRM-manager van één van de rijksinspecties en een aantal HRM-managers van andere rijksinspecties, een adviseur van Bureau Inspectieraad en een vertegenwoordiger van BZK/DGOBR. Eén van de IG s treedt op als portefeuillehouder. In het najaar 2012 wordt een plan van aanpak gemaakt en ter accordering aan de Inspectieraad voorgelegd. Op basis van de genoemde inventarisatie bereidt de Taskforce een thematische ontmoeting voor (januari 2013) waaraan in ieder geval IG s en HRM-managers deelnemen. De ontmoeting leidt tot besluitvorming over de aspecten van het HRM-beleid waarop de rijksinspecties tot gemeenschappelijke activiteiten willen komen. Voorzitter Taskforce en adviseur Bureau IR: Leden Taskforce: Portefeuillehouder: 0,2 fte per persoon 0,1 fte per persoon Voor 2012 is geen budget benodigd. Voor 2013 is dit nader te bezien. 4.2 Huisvesting In ons meerjarenprogramma hebben we afgesproken een behoeftekaart te maken voor nevenvestigingen in ons land. Hiermee dragen we bij aan de realisatie van de zogenaamde masterplannen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Compacte Rijksdienst. Inventarisatie van de huisvestingswensen voorjaar 2012 Gebruikersprofiel ambulante medewerkers voorjaar 2012 Uitgewerkte mogelijkheden voor gezamenlijke huisvesting zomer 2012 Er is een Taskforce ingesteld met medewerkers van de betrokken inspecties en een adviseur van Bureau Inspectieraad, voorgezeten door een MT-lid van één van de rijksinspecties. De taskforce werkt in overleg met DGOBR en RGD een voorstel uit. De personele inzet in 2012 wordt begroot op: Leden Taskforce: 0,1 fte per persoon Voorzitter Taskforce: Voor dit project is geen budget benodigd. Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013 13

4.3 Informatiemanagement en ICT 4.3.1 Inspectieviews Binnen het programma e-inspecties is Inspectieview ontwikkeld. Via inspectieviews kunnen rijksinspecties bij elkaar in de inspectieresultaten kijken. Op basis van deze informatie kunnen wij samenwerken op het gebied van het plannen en uitvoeren van ons toezicht en de interventies. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het behalen van de doelen t.a.v. effectief toezicht dat zo min mogelijk lasten veroorzaakt. Rond inspectieviews organiseren wij de volgende activiteiten. Uitrol Inspectieviews Op dit moment werken ILT, I-SZW en NVWA met Inspectieview Bedrijven. In 2012 zullen ook IGZ en Agentschap Telecom op Inspectieview aansluiten. Tegen de achtergrond van verdere domeinsamenwerking en samenwerking met gemeenten zet de Inspectieraad in op een bredere toepassing door ook de andere rijksinspecties te laten aansluiten. De andere rijksinspecties zullen in de eerste helft 2013 minimaal 1 Inspectieview gebruiken. Een Startersmap voor rijksinspecties (en andere partijen) die aansluiten op Inspectieviews - medio 2012. Een Handleiding Inspectieviews waarin beschreven wordt hoe informatie- uitwisseling middels Inspectieviews het primaire proces kan ondersteunen - medio 2012 is een eerste versie beschikbaar. Aangesloten rijksinspecties (aansluiten wil zeggen dat men informatie kan leveren). Inkijkfuncties voor andere partijen zoals gemeenten, provincies, e.d. (inkijken: wel resultaten kunnen zien, maar niet zelf leveren). Door ICTU wordt een documentatiemap (startersmap) ontwikkeld voor rijksinspecties die aansluiten op Inspectieviews. Onderdeel van deze documentatiemap zijn: Werkplan aansluiting Do s and dont s Overzicht juridische aspecten Handleiding Inspectieviews ( bijsluiter ) Er wordt een Handleiding Inspectieviews ontwikkeld waarin beschreven wordt op welke wijze informatie-uitwisseling door middel van Inspectieviews het primaire proces kan ondersteunen. In juli 2012 is een eerste versie beschikbaar. Deze is gericht op het gebruik van Inspectieviews zonder bulkvoorziening. Telkens wanneer nieuwe functionaliteiten van Inspectieviews beschikbaar komen wordt de handleiding aangepast. Parallel wordt gewerkt aan betrouwbare informatiehuishouding binnen aangesloten rijksinspecties. Programmamanager: 0,1 fte Deze acties worden betaald vanuit het restant VRD-gelden. Bulkvoorziening Begin 2013 wordt Inspectieview Bedrijven uitgebreid met de bulkvoorziening. Deze functionaliteit maakt het mogelijk groepsgewijze informatie op te vragen in plaats van één specifieke vraag op bedrijfsniveau. Hierdoor wordt het interessant om Inspectieview Bedrijven in het analyseproces in te zetten voorafgaand aan het inspectieproces. Resultaat Inspectieview voorzien van bulkvoorziening. De bulkvoorziening wordt in eerste instantie ontwikkeld binnen het project PIM. De daar ontwikkelde voorziening is vervolgens toepasbaar op de Inspectieview Bedrijven. Via het stelseloverleg inspectieviews is de relatie gelegd tussen PIM en het programma e-inspecties van de Inspectieraad. Programmamanager: 0,1 fte Deze acties worden betaald vanuit het restant VRD-gelden conform het financieel overzicht dat naar de Inspectieraad gestuurd. Beheer Inspectieview Logius heeft aangegeven het beheer van Inspectieview niet meer te kunnen uitvoeren. Het beheer wordt tijdelijk overgenomen door de ICTU. Er wordt onderzocht welke partij het beheer van Inspectieview Bedrijven definitief op zich gaat nemen. Resultaat Keuze voor nieuwe beheerpartij voor Inspectieview Bedrijven eind 2012. Potentiële partijen (DICTU; SSO-ICT) worden benaderd en geïnformeerd over wat het beheer inhoudt, hoe dat nu is vorm gegeven en welke ontwikkelingen rond Inspectieview Bedrijven zijn voorzien. Op basis van deze informatie geven partijen aan hoe zij het beheer vorm willen geven en wat dat ongeveer gaat kosten. Op basis van deze plannen worden de definitieve eisen aan de beheerpartij geformuleerd en zal een offerte- en selectietraject starten. Op basis van de uitgebrachte offertes komen de samenwerkende rijksinspecties tot een keuze van een beheerpartij. 14 Werkprogramma Samenwerkende Rijksinspecties 2012-2013