Green Deal Natuurinclusief Grondgebruik

Vergelijkbare documenten
UITGANGSPUNTEN. Uitgangspunten voor het ontwerp

UNITING THE ORGANIC WORLD

Een. ondernemende EHS. voor Brabant

Voedsel. 13 juni 2019, Pieter Rijzebol.

IK DOE MEE! WORD EEN BEETJE BOER

Veilig werken. Duurzaam bodemgebruik in de landbouw

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

C-213 Green Deal Natuurinclusief Grondgebruik Herenboeren

IK DOE MEE! WORD EEN BEETJE BOER

2. Landbouwlandschap

Natuurinclusieve landbouw

Cera GoodWalk 18/11/2017. Duurzame landbouw in de praktijk oa CSA Koen Tierens

Jong & Duurzaam. Klimaat Dieet

Natuurinclusieve landbouw: wat kan het u opleveren? Jan Willem Erisman

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Velt presenteert: de ecotuin

AQUATISCHE LANDBOUW. haal meer uit land én water

Missie en visie Landschap Overijssel

BIO: ETEN & WETEN INTROLES VOOR DE

Kookworkshops op de gemengde boerderij

eel multifunctionele bedrijven verkopen hun

Landbouw in bos. Landbouw met bos. Landbouw buiten bos. Agroforestry in het verleden, heden en toekomst

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

ALV GROENLINKS BRONCKHORST Visie op moderne grootschalige

Verduurzaming van de veehouderij: urgentie vanuit mondiaal perspectief

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

SAMEN VOOR BIODIVERSITEIT. Wat betekent het Deltaplan Biodiversiteitsherstel voor boeren en tuinders? December 2018

Verspilling: De houdbaarheidsdatum nabij

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

oeren produceren voor anonieme markten,

Jouw idealen in Utrecht Verkiezingsprogramma. Provinciale Staten 2015 in eenvoudige taal

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

Iedereen kan Vergroenen

Duurzaamheid als drager voor gebiedsontwikkeling. Drs. ing. Bert Krikke Projectdirecteur

LTO visie gemaakt door 24 melkveehouders Samen naar een nieuwe Wij

Duurzame wereldvoedselvoorziening. hoe ziet dit vraagstuk eruit en in welke richting liggen de oplossingen?

Bijlage 2 Landschapsleeskaart en memo

Proeftuinen Flevoland natuurinclusieve landbouw

Landgoed Jachtslot de Mookerheide

Inleiding Het spel Algemeen doel van het spel

De bodem is van ons allemaal

15 april 2019, Ommeren. Arne Bac, Sectorspecialist Tuinbouw

Veel Nederlanders weten maar weinig van de land bouw. De multifunctionele

In een notendop. 1 De Visie van het Netwerk Stadslandbouw Antwerpen. Het Netwerk stadslandbouw Antwerpen is

Wat is natuurinclusieve landbouw?

Dutch Spirit: Passie voor duurzame maatpakken

Transformatie landbouw en omgevingskwaliteit

Smakelijke biologische kazen. Van drie bijzonder eigenwijze boeren

Kleinschalige voedselinitiatieven in Nederland. Almanak

DORPSTÚN MAKKUM. OCHTENDRUMOER wolkom

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

Wat stelt De Nationale DenkTank 2012 voor om de voedselketen te verduurzamen*?

Subsidievrije natuur in Nederland:

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 24 januari 2018, Zwartewaal

Omschakelen naar een biologisch rundveebedrijf

Jaarverslag 2013 Stichting Stadsakkers

Voorproefje Cosun MVO-verslag 2011

Aardoliealarm in het bos

Groenkracht Beleidsplan

Innovatieagenda Melkveehouderij

( BIOLOGISCHE ) Akker- en tuinbouw. Vol met boerenwijsheid én leuke Wist je datjes... CAMPAGNE GEFINANCIERD MET STEUN VAN DE EUROPESE UNIE

Nedap Varkens Prestatie Test

1. AGRARISCHE ONDERNEMER

Stikstofproblematiek: kader voor duurzame voedselproductie

Weerbaarheid door diversiteit. Studiedag NVTL 2015, Wijnand Sukkel

Een visie op de toekomstige landbouw in Nederland

Dilemma s biodiversiteit en gewasbescherming landbouwbedrijf.

SBIR Verduurzamen voedselproductie

Wageningen University & Research. Zijn robotisering en automatisering oplossingen voor een duurzame akkerbouw?

Kringlooplandbouw - Ondernemend Ambachtelijk Boeren

Gezondheid & Voeding

Samenwerking rondom Bodem De praktijk in Noord-Brabant

Bodemkunde. Datum: vrijdag 24 juni 2016 V 2.1. V3.1 V4.1

Belanghebbenden bijeenkomst Lievelde. Zonnepark Lievelde

de beste producten mede mogelijk gemaakt door agrifirm

TOMATEN, DAAR ZIJN WE GEK OP

Maak van je tuin, een levende tuin!

Regionale voedselketens. Koen Nouws Keij 3 juni 2014

GEBIED IN 360o. Geschreven en vormgegeven door: Nicole de Waal - De Waalster communicatie en advies

VOEDSELVISIE VOOR HAARLEM

We Feed Each Other. Het World Food Center Een uniek educatief voedselavontuur in Ede

Ondernemers zoeken nieuwe wegen in de hoogproductieve landbouwbouw

Schaap met de 6 poten (Veelzijdig op weg naar 2025)

Bloemenranden en Functionele Agro Biodiversiteit (FAB) Dave Dirks, 6 september 2017, Kronenberg

Het. Spreekbeurt pakket. Initiatief van:

De Boerderij als superorganisme Boerderij Oost-Gein Presentatie: Henk den Hartog

Ko-Kalf. Blonde d Aquitaine,

Biobedrijfsnetwerken Onderzoeksstrategie voor biologische landbouw en voeding Vlaanderen

Samenvatting. - verlies van biodiversiteit, door ontbossing, vervuiling en monocultures;

Boeren hebben. oplossing! een. Meerjarenplan 2020 van ZLTO

Projectplan Fruitrijk Fase 2

Wat zijn duurzame landbouwsystemen, en hoe kunnen we die bereiken?

Wat is Boeren voor Natuur?

Regionale voedselproductie en duurzaamheid. Jasper Scholten 24 september 2013

BEHEER EN RENTMEESTERSCHAP IN DE 21E EEUW. Algemene informatie Restauratie moestuin Restauratie Agterste tuin

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Grondwet. Uitwerking concepten van grondwet open source boerderij Piet van Meintjes Hoeve

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

AGRARISCHE STICHTING BLARICUM

Transcriptie:

Basisdocument Green Deal Natuurinclusief Grondgebruik Dit uitgangsdocument beschrijft op hoofdlijnen de inhoudelijke opzet van de Green Deal Natuurinclusief Grondgebruik. 1

Inleiding/Aanleiding De aanleiding voor deze Green Deal ligt in de Intentieovereenkomst die de Marggraff Stichting d.d. 4 februari 2010 sloot met de provincie Noord-Brabant en de gemeenten waarin zij eigendommen heeft liggen. De hoofdlijn van deze overeenkomst is behoud door ontwikkeling. Een van de gebieden die de Marggraff Stichting bezit, is het Wilhelminapark in Boxtel. De Marggraff Stichting beoogt op dat park een duurzame exploitatie op te zetten, in de breedste zin van het woord. Toen in 2012 de Stichting Herenboeren (nu Herenboeren Nederland) voorstelde om de eerste Herenboerderij van Nederland op het Wilhelminapark te vestigen, sloot dit nauw aan bij de visie van de grondeigenaar op de toekomst van het gebied. Al in 2006 publiceerde het bestuur van de Marggraff Stichting een visie op het Wilhelminapark. Daarin was opgenomen dat de oorspronkelijke voorbeeldfunctie in de landbouw die het Wilhelminapark bij de oprichting eind 18 e eeuw had, zou moeten worden hersteld. Onderdelen van de uitwerkingsrichting van die visie waren: Innovatief; Met betrokkenheid van onderwijs, studenten en jeugd; Met betrokkenheid van burgers; Het Herenboerenconcept geeft invulling aan deze richting. En sindsdien trekken grondeigenaar en de Herenboeren dan ook hecht met elkaar op. Behalve dat het Herenboerenconcept leuk is en aansluit bij behoeften in de markt, kan het een inspiratiebron zijn in de zoektocht naar oplossingen in de bestaande benadering van het landelijk gebied, natuur en landbouw in het bijzonder. Hierin gaat dan ook het innovatieve karakter van de Herenboerderij schuil. In dat kader worden de volgende bestaande uitdagingen genoemd: Mensen grip geven op eigen voedsel(productie); voedselsoevereiniteit. Anders geformuleerd: de burger die ideële maatschappelijke wensen en meningen heeft en zich contrair als consument gedraagt, zelf verantwoordelijk maken voor de keuzes die dagdagelijks komen kijken bij de productie van (zijn eigen) voedsel; Uitbannen van (financiële) prikkels die sturing op inhoud in de weg staan; geen vreemd vermogen in de bedrijfsfinanciering. Het grootste deel van de kostprijs van ons eten bestaat uit aflossing en rente aan de bank. De bank is daarmee sturend geworden op de gespecialiseerde bedrijfsvoering van de boeren; Een sluitende exploitatie zonder GLB-subsidies; Ondernemerschap verleggen van de boer naar de deelnemende gezinnen. Hiermee wordt een basis gelegd om niet-financiële winst (via specialisatie et cetera), maar kwalitatief hoogwaardig eten als doel te stellen; Geen verspilling, dus maximaal vraag gestuurd produceren; Samenwerken met en werken vanuit de natuur; een gezonde bodem resulteert in gezond eten; een gezonde bodem kent een gezond bodemvoedselweb; Gesloten kringlopen, zowel nutriënten als eiwitten, ook eigen vermeerderingsprogramma s voor dieren en zaden; Regionaal, voedsel uit eigen omgeving Invulling geven aan de participerende maatschappij 2

Inhoud Inleiding/Aanleiding... 2 1. Introductie... 4 2. Natuurinclusief grondgebruik, korte kennismaking... 5 2.1 Natuurinclusief vee houden... 6 2.2 Natuurinclusief telen... 7 2.3 De rol van de boer én de consument... 8 3. Het Verhaal van de Herenboerderij... 10 3.1 Lekker dichtbij en duurzaam... 11 3.2 Zo draait een Herenboerderij... 12 3.3 Van akker naar keukenkast... 13 3.4 De coöperatie door het jaar heen... 14 3.5 Wat brengt de Herenboerderij, behalve eten?... 14 3.6 De baten en de kosten... 15 4. De Herenboerderij in lagen beschouwd... 16 4.1 De organisatorische laag... 16 4.2 De verticale laag... 18 4.3 De horizontale laag... 20 4.4 De tijdslaag... 22 3

1. Introductie Natuurinclusief grondgebruik op het Wilhelminapark in Boxtel. In de aanloop naar dit document is er met veel betrokken partijen al uitgebreid over gesproken. Deze partijen hebben enthousiast gereageerd op het realiseren van een Green Deal. Om er zeker van te zijn dat alle partijen hetzelfde doel nastreven, is een A4 opgesteld waarin de kern van het initiatief staat omschreven. Deze tekst is hieronder letterlijk terug te vinden. Omschrijving van het initiatief Aanleiding Conflicterende wet- en regelgeving zijn vooralsnog de grootste remmende factor geweest op alle innovatieve initiatieven om van natuurexclusief grondgebruik te komen tot natuurinclusief grondgebruik. Problemen worden op een breed terrein ervaren; ruimtelijke ordening, milieu, dierhouderij, registratie, organisatie etc. Daarnaast is vastgesteld dat het in Nederland ontbreekt aan wetenschappelijk onderbouwde kengetallen en uitgangspunten om natuurinclusief grondgebruik vorm te kunnen geven en die de discussie over de daarbij behorende manier van produceren kunnen ondersteunen. De vaststellingen en ervaringen bij de realisatie van de eerste Herenboerderij op het Wilhelminapark is de directe aanleiding. Andere concepten gebaseerd op het natuurinclusieve gedachtengoed, zoals de Heideboerderijen en de Natuurboerderijen, hebben hier eveneens mee te maken. Doel De initiatiefnemer wil met de Green Deal de noodzakelijke vrijheid van handelen zeker stellen om op het Wilhelminapark te Boxtel op inhoud, pragmatisch en ondernemersgericht, die innovaties en initiatieven te realiseren die nodig zijn om natuurinclusief grondbeheer bedrijfseconomisch rendabel te kunnen vormgeven. De bodem staat daarbij centraal en het daarop voorkomende en te herstellen cultuurhistorische landschap worden als uitgangspunt genomen. Binnen de context van bodem, cultuurhistorie en landschap wordt gestreefd naar maximale synergie op het gebied van water, energie, natuur, biodiversiteit met de productie van voedsel. Hierbij worden zowel binnen de dierlijke als plantaardige sectoren teelt- respectievelijk houderijsystemen ontwikkeld, die uitgaan van de natuurlijke habitat van dieren en planten. Betrokken partijen willen een aanpak realiseren die niet alleen voor de Marggraff Stichting en de Herenboerderij op het Wilhelminapark een oplossing biedt, maar ook voor alle andere initiatieven tot natuurinclusieve grondbeheer(landbouw). 4

2. Natuurinclusief grondgebruik, korte kennismaking In deze Green Deal staat natuurinclusief grondgebruik centraal. Maar wat is dat, natuurinclusief grondgebruik? In onderstaande paragraaf geven we een uiteenzetting van het begrip, in de hoop en verwachting dat er een gedeelde waarheid ontstaat over dit begrip. Nederland kent op een gering oppervlak, een enorme variatie aan bodems; zand, klei, leem, veen en löss. Omdat de bodem in ons land overal net een beetje anders is, is die onder natuurlijke omstandigheden dus dé bepalende factor voor het aanzien en het gebruik van het bovenliggende land. Het landschap wordt van nature gevormd door de op de bodem voorkomende bomen, planten en gewassen. Het karakter van het landschap bepaalt ook welke dieren er voorkomen, dieren die op hun beurt weer invloed hebben op het landschap. Hoe zou ons land eruit zien als je de natuurlijke (bodem)omstandigheden en de natuurlijke processen in die bodem als uitgangspunt neemt voor de productie van voedsel? De gewaskeuze bijvoorbeeld, zou je laten aansluiten op de draagkracht van de bodem. Je zou een teeltsysteem hanteren dat het bodemleven stimuleert, het bodemvoedselweb als uitgangspunt neemt en versterkt en toewerkt naar een natuurlijk optimum. En de dieren? Hun natuurlijk gedrag is leidend, altijd. Runderen grazen jaarrond in een kudde. Varkens krijgen alle ruimte om hun natuurlijke gedrag te vertonen en hun (dierlijke en plantaardige) kostje bijeen te scharrelen; zowel in bos en weide als op geoogste akkers en tussen de fruitbomen. People En denk eens verder. Hoe zou ons land eruit zien als niet geld, het (agrarisch) bedrijfsleven of de overheid, maar de consument bepaalt wat hij wil eten, en hoe. Hoe ziet een op de bodem gebaseerde boerderij eruit die niet in eigendom is van een boer, maar van een groep consumenten. Wat hen samenbrengt is hun coöperatie; een coöperatie die bepaalt wat er aan vee wordt gehouden en welke gewassen er worden verbouwd. Samen nemen ze een boer in dienst, een vakman- of vrouw, die binnen de kaders die de coöperatie stelt, een belangrijk deel van hun eten produceert. Profit De gangbare landbouw en voedselketen is gefocust op het maken van winst; geld speelt elke dag een rol bij het maken van keuzes binnen het bedrijf. Hoe zou het zijn, als geld een ondergeschikte rol krijgt en een bedrijf als belangrijkste doel het creëren van andere waarden heeft: goed voedsel. Niet zomaar maar duurzaam geproduceerd, vraag gestuurd en altijd vers, gezond en bovenal lekker. Dit gebeurt onder meer door het ondernemerschap binnen een Herenboerderij niet bij de boer te leggen, maar bij de deelnemende huishoudens. En wordt er winst gemaakt, dan beslist de ledenvergadering hoe hiermee wordt omgegaan. Het doen van duurzame investeringen binnen de boerderij of het verlagen van de voedselprijs ligt voor de hand. Planet Natuurlijke omstandigheden vormen de basis voor natuurinclusief grondgebruik. Dat betekent ook dat de productie van voedsel als vanzelf wordt bepaald door balans. Teeltoptimalisatie is leidend, niet teeltmaximalisatie en het streven naar het hoogst haalbare per hectare. De bodem staat bij dit alles centraal. Verder worden het daarop voorkomende en te herstellen cultuurhistorische landschap als uitgangspunt genomen. Binnen de context van bodem, cultuurhistorie en landschap wordt met de productie van voedsel gestreefd naar maximale synergie 5

op het gebied van water, energie, natuur en biodiversiteit. Hierbij worden zowel binnen de dierlijke als plantaardige sectoren teelt- respectievelijk houderijsystemen ontwikkeld, die uitgaan van de natuurlijke habitat en gedrag van dieren en planten. Bij dit alles benutten we veel kennis die ergens tussen het landbouwtijdperk en het tijdperk dat gekarakteriseerd wordt door de industrialisatie is verloren gegaan; vanzelfsprekend aangepast aan de tijdgeest van vandaag, en morgen. Wet- en regelgeving Als je deze natuurinclusieve productie van voedsel doortrekt, kun je niet anders dan concluderen dan dat er al snel buiten de in Nederland gangbare systemen wordt geopereerd. Wet- en regelgeving, ruimtelijke plannen en milieueisen zijn gestoeld op wat gangbaar is (stallen, hokken, bouwblokken, emissies e.d.). 2.1 Natuurinclusief vee houden In de gangbare land- en tuinbouw tref je koeien aan in de wei, of in de stal. Wie een varken wil zien komt al gauw uit in een stal, net als iemand die een gangbare kip zoekt. In een systeem dat gericht is op een efficiënte productie van vlees, eieren en melk, is de keuze relatief beperkt. Helemaal aan de andere kant van het spectrum tref je de (voormalige) landbouwhuisdieren aan die onderdeel zijn geworden van een vrij tot zeer natuurlijk ecosysteem. In Nederland kun je daarbij denken aan de Oostvaardersplassen. Deze dieren hebben als doel de instandhouding of ontwikkeling van bepaalde natuurwaarden. Hun functie als producent van vlees zijn ze kwijt; veelal sterven ze op een natuurlijke wijze, hun vlees gaat op in de natuur. De wereld is niet zwart-wit en op deze lat van vee houden, tref je allerlei tinten grijs aan. Gangbare boeren die maximaal weidegang toepassen, biologische boeren die grondgebonden werken en de hoeveelheid externe input beperken. Aan de natuurlijke kant van het spectrum zie je boeren die hun vleesvee of schapen langdurig inscharen in natuurgebieden; vaak heide. Pas na enkele jaren wordt de waarde die de dieren hebben als natuurbeheerder omgezet in vlees. 6

Wie zijn vee natuurinclusief wil houden, bevindt zich op het snijvlak van agrarisch vee en natuur vee. Ja, de dieren hebben een functie als producent van eiwitten voor menselijke consumptie en ja, de manier waarop ze dat doen is volledig in balans met het grondgebruik zoals zich dat ergens van nature voordoet. 2.2 Natuurinclusief telen Een boer die een stuk land van een gemiddelde kwaliteit heeft, kan er met een beetje kunst- en vliegwerk eigenlijk alles op telen. Drainage doet vaak wonderen en bodem verbeterende maatregelen hebben vrijwel altijd effect. Met goed uitgangsmateriaal en de juiste technieken, aangevuld met toegestane meststoffen en (al dan niet biologische) gewasbeschermingsmiddelen is onder normale omstandigheden een goede oogst te behalen. Wie aan de andere kant van het spectrum van de plantaardige teelt kijkt, ziet bossen waarin door het jaar heen vruchten kunnen worden geplukt of geraapt. Plant je er bewust vruchtdragende bomen voor aan, dan spreek je van voedselbossen; een vorm van voedselproductie die nog steeds ver verwijderd is van de gangbare teelt in de vollegrond. Op het grensvlak van voedselvergaring uit de natuur en de onder meer geconditioneerde omstandigheden telen uit de vollegrond, zit de natuurinclusieve teeltvorm permacultuur. Hierbij vindt voedselproductie plaats in volledige balans met de biotische en abiotische factoren in en boven de grond. 7

2.3 De rol van de boer én de consument No farmers, no food. Zo klinkt een door boeren over de hele wereld met trots gebezigde slogan. En natuurlijk is het zo dat boeren overal ter wereld voedsel produceren; en dat is maar goed ook. In Nederland werkt het gros van de boeren voor anonieme klanten in binnen- en buitenland. Ze produceren (gangbaar of biologisch) hun gewassen of verzorgen hun vee tot het moment waarop hun product naar de volgende schakel in de keten verschuift. Hierbij is het voor velen hopen op een faire prijs. Een groeiend aantal boeren kiest ervoor een product met een verhaal te willen maken, met meerwaarde valt meer te verdienen, is hun overtuiging. Zo rukt de afgelopen decennia het streekproduct op, waarbij de geografische oorsprong (Betuws fruit, Brabantse Wal asperge, Zeeuwse bessenwijn) het verschil moet maken. Ook het aantal boeren dat via een systeem van abonnementen hun inkomsten wil vergroten, neemt toe. Dit zijn de boeren die veelal weten wie hun klanten zijn en hen soms ook ontmoeten. Ook is het niet vreemd als deze klanten de boer vragen om een bepaald product op te nemen in zijn of haar assortiment, een bepaald soort appels bijvoorbeeld. Consumenten zijn nog iets meer betrokken als we spreken van Community Supported Agriculture (CSA). Hierbij betaalt de consument de boer een (vaste) bijdrage in de productiekosten, in ruil voor een deel van de opbrengst. Ook individuen die intekenen op een koe die bij voldoende aanmeldingen wordt geslacht, valt onder de CSA. Aan het uiteinde van dit spectrum bevinden zich de mensen die zelf hobbymatig tuinen, individueel dan wel georganiseerd. Deze mensen hebben of huren zelf een lapje grond waarop ze met meer of minder succes een deel van hun jaarlijkse voedsel produceren. Hoewel sommigen kippen houden, worden moestuinen toch vooral gebruikt voor de teelt van groenten en fruit. 8

En tussen het reguliere boeren bedrijfsmodel en de hobbyteler, bevindt zich het spannende domein van de Consumer-Based-Agriculture (CBA-1) en Community-Based-Agriculture (CBA-II), de plek waar niet de boer maar de (coöperatie van) consumenten de grote lijnen uitzetten. De consumenten zijn de ondernemer, de boer is de vakman- of vrouw die werkt in dienst van. Het zijn hier idealiter ook de consumenten die economisch eigenaar zijn, en dat ook zo voelen. ---------------- 9

3. Het Verhaal van de Herenboerderij Het doel van Herenboeren is het bedrijfseconomisch rendabel vormgeven van natuurinclusief grondgebruik op het Wilhelminapark in Boxtel. Hoe een en ader er concreet uit gaat zien, is onderdeel van de uitkomst van de Green Deal. Met de Herenboerderij op het Wilhelminapark is op een oppervlakte van 20 hectare een eerste start gemaakt met het concreet en operationeel hands-on invulling geven aan het natuurinclusieve grondgebruik. Het is dan ook van belang te begrijpen hoe het concept van de Herenboerderij in elkaar zit en hoe het werkt. Hieronder staat het verhaal van een Herenboerderij, zoals die met de huidige ervaringen, inzichten en kennis van zaken, functioneert Wilhelminapark toen en nu De naam Herenboeren Wilhelminapark is ontleend aan het 100 hectare omvattende landgoed met die naam, centraal gelegen tussen Boxtel, Vught en Sint-Michielsgestel. 60 hectare is landbouwgrond, 40 hectare EHS. Voedselproductie op deze locatie lijkt iets revolutionairs, maar feit is: niets is minder waar. Want al aan het eind van de 18e eeuw werd hier voedsel geproduceerd. In die tijd werd 130 hectare woeste grond, overwegend heide, met de hand ontgonnen en geschikt gemaakt voor de productie van voedsel voor de inwoners van Den Bosch. De intensief ontwaterde rechthoekige percelen werden omzoomd door houthakwallen die destijds dienden als veekering. Ook telde het landgoed jachthuizen en vier boerderijen die elk voorzien waren van bakovens. Het landgoed is in eigendom van de Marggraff Stichting, die vanuit de testamentaire wilsbeschikking van M. Ewald Marggraff de statutaire opdracht heeft het eigendom 200 jaar in stand te houden. Met het oog op dit doel tekende de Marggraff Stichting samen met provincie, betrokken gemeentes, provincie en belangenpartijen in 2010 een intentieovereenkomst die het behoud door ontwikkeling mogelijk moet maken. De Green Deal kan tevens worden bezien vanuit dat licht. Herenboeren zijn mensen die de regie over de productie van hun eten hebben herpakt. En ze bewijzen dat zelf verantwoordelijk zijn voor je eigen eten, helemaal niet moeilijk en duur hoeft te zijn. Want ze doen het niet door op een lapje grond met wat groenten, een appelboom en een dozijn kippen zelf voor boer te spelen. Nee, ze vliegen het professioneel, eigentijds en duurzaam aan. Ze produceren hun voedsel op een kleinschalig coöperatief gemengd boerenbedrijf. Op een Herenboerderij. Waarom? Gewoon, omdat het kan. Het fundament van zo n Herenboerderij bestaat uit een groep mensen. Zij hebben de overtuiging dat grip hebben op wat je eet, je leven rijker maakt. Zo n groep telt gemiddeld zo n 200 huishoudens, 500 monden, en is verenigd in een coöperatie. Elk huishouden is gedeeld eigenaar van een Herenboerderij, en ervaart dat ook zo. De meeste Herenboeren wonen niet ver van hun boerderij. 10

Het zijn de leden die samen bepalen wat ze van hun boerderij willen eten. Maar omdat Herenboeren nou eenmaal Herenboeren zijn, hoeven ze er niet zelf met een trekker op uit. Ze hebben een boer in dienst die duurzaam produceert, dát wat de leden willen. 3.1 Lekker dichtbij en duurzaam Voor leden van de coöperatie is een Herenboerderij nooit ver weg. Vaak ligt hun bedrijf ingebed in een landschappelijk aantrekkelijke omgeving. Het kan dan gaan om een landgoed of een kleinschalig cultuurlandschap. Maar ook een (voormalig) boerenbedrijf aan de rand van de stad kan de basis zijn voor de productie van eten. Het is extra belangrijk dat de Herenboerderij in de buurt ligt, omdat mensen er gewoon graag en vaak komen. Bovendien; om zelf te ervaren hoe je bedrijf reilt en zeilt, maakt het nogal uit of je er even langs fietst, of dat je er een uur voor moet autorijden. Behalve dichtbij produceert de Herenboerderij in alle opzichten duurzaam. Overproductie en verspilling wordt voorkomen doordat wat de locatie voortbrengt, zoveel mogelijk aansluit bij wat de leden willen eten. Echter, niet ten koste van alles. Want de bodem is de basis. Met andere woorden: de fysieke gesteldheid van de Herenboerderij zoals die is, bepaalt in de basis wat er kan groeien, en hoe. In plaats van teeltmaximalisatie, streven Herenboeren naar teeltoptimalisatie. De drie letters, maken het verschil. Blije bodem Verder is de teelt van groenten en fruit en de manier waarop de dieren worden gehouden grondgebonden. Herenboeren moeten het dus doen met de lusten en de lasten van het Nederlandse klimaat en de bodem. Uitgangspunt is verder dat de bodem via natuurlijke weg elk jaar eens stukje vruchtbaarder wordt. Dat kan ook omdat het teeltsysteem zodanig is, dat de Herenboeren de natuur optimaal benutten voor hun bedrijfsvoering; boven en onder de grond. Een Herenboerderij is een gemengd bedrijf. Gemengd is hier ook echt gemengd, met allerlei takken van sport en handen vol duurzame dwarsverbanden. Zo kunnen er varkens, koeien, kippen en schapen rondlopen en wordt een breed palet aan groenten, fruit en aardappelen verbouwd. Ook aan het diervoer is gedacht; dat komt zoveel mogelijk van eigen akkers. Een gemengd bedrijf betekent ook dat op elke Herenboerderij in kringlopen wordt gewerkt. De plantaardige reststroom wordt voor een deel gebruikt als voedsel voor de dieren. Dieren produceren mest. Maar omdat de dieren scharrelen kan dit niet verzameld worden. Erg is dit niet, alles behalve. Want de bodem als uitgangspunt nemen betekent voor de Herenboerderij dan ook dat er geen nutriënten, maar micro-organismen in de bodem worden gebracht, om de planten in hun nutriëntenbehoefte te laten voorzien. Voor meerjarige planten geldt dat er gewerkt wordt aan een schimmel-dominant bodemvoedselweb (denk aan de fruitboomgaard). Voor eenjarige planten (denk aan groenten) geldt dat gewerkt wordt aan een bacterie-dominant bodemvoedselweb. De luiken open Een Herenboerderij is een lerend bedrijf waarbij opvalt dat de nieuwste inzichten vaak teruggrijpen op het (soms) verre verleden. Verder wordt niet alleen in, maar ook maximaal mét het landschap en de natuur gewerkt. In het landschap worden zeven eetbare lagen onderscheiden. Het landschap is dus eetbaar, voor de mens maar ook voor de koeien, varkens en kippen die er rondlopen. Een Herenboerderij draagt bij aan 11

meer biodiversiteit en plukt er ook de vruchten van. De dieren en planten die van nature op de locatie vorkomen, zijn functioneel. Zo zijn bloemen en kruiden ingezaaid waar insecten op afkomen die ook bijdragen aan de onderdrukking van ziekten en plagen. Ook het landschap wordt versterkt door een Herenboerderij; bijvoorbeeld doordat streekeigen bomen, struiken en gewassen gekoesterd of geïntroduceerd worden. 3.2 Zo draait een Herenboerderij Een Herenboerderij is dus een duurzaam opererend, kleinschalig coöperatief gemengd bedrijf. Het is ongeveer 20 hectare groot en brengt in beginsel voedsel voort. De Herenboerderij wordt dagelijks gerund door een boer (m/v). Hij werkt voor de leden van de coöperatie en wordt ook door hen betaald. Hij is deskundig, een vakman, maar niet de ondernemer in de klassieke zin van het woord. Wel heeft hij kennis op een breed terrein. Hij verzorgt de hele teelt, van begin tot eind. Hij bewerkt het land, zorgt voor een vruchtbare bodem, zaait, wiedt, egt en probeert met zo min mogelijk externe input te komen tot een optimale, gezonde en bovenal smakelijke oogst. Ook snoeit hij de fruitbomen en zorgt er vanzelfsprekend voor dat de gewassen op tijd geoogst wordt. Als het hem aan tijd of kennis ontbreekt, zorgt hij er ook voor dat een loonwerker bijspringt zodat de oogst gegarandeerd blijft. En weet de boer het ook even niet meer, dan schakelt hij met anderen. Dat kan een vriend zijn maar ook collega-boeren en adviseurs die onder de vlag van de landelijk opererende organisatie Herenboeren Nederland werken, zijn beschikbaar. Verder verzorgt hij de dieren. Op de boerderij verbouwt hij een belangrijk deel van hun voer. Daar waar nodig of gewenst, schakelt hij op tijd een dierenarts in. Ook heeft hij een belangrijke rol in de ontwikkeling en het beheer van de natuur en het landschap. Varkensvlees uit de scharrelwei Om in hun jaarlijkse behoefte aan varkensvlees te voldoen, hebben de 200 Herenboeren elk jaar gemiddeld 150 varkens nodig. Hiervoor lopen er op elk moment, ongeveer 50 dieren rond. De zeugen worden via de natuurlijke weg bevrucht waarna de biggen op de boerderij opgroeien tot het moment dat ze slachtrijp zijn. De dieren lopen het hele jaar zoveel mogelijk buiten. Om ze de nodige beschutting tegen het weer of rust te bieden, is er natuurlijk wel onderdak. Dit kan van alles zijn, van een streekgebonden schuurtje tot half ingegraven hutten maar ook in de bossen (de natuurlijke habitat van een varken) vindt het dier zijn plek. Eten doen de varkens zoveel mogelijk van eigen grond. Een deel ervan verbouwt de boer, de rest scharrelen de dieren zelf bij elkaar. Op de akkerbouwpercelen naast hun wei bijvoorbeeld, staan maïs en zonnebloemen. Na de oogst worden deze gewassen opgeslagen en later aan de dieren gevoerd. Maar er is meer te halen voor de varkens. De hele boerderij is feitelijk eetbaar, en dus kunnen de dieren in de nazomer ook de kruidenrijke wei in waar even daarvoor nog de koeien liepen. Verder heeft de fruitboomgaard hen veel lekkers te bieden, valfruit, grassen, kruiden en wat niet meer. Ook kunnen ze prima terecht bij de vruchtdragende inheemse bomen zoals hazelaar, kastanje en eik. Elk najaar ligt er weer een verse lading noten, kastanjes en eikels op ze te wachten. Dat alles tussen een voedzame kruidenlaag. Rundvlees van buiten Om aan de rundvleesvraag van de Herenboeren te voldoen, zijn elk jaar gemiddeld twaalf koeien nodig. Deze runderen komen uit een kudde die gemiddeld twintig tot dertig dieren telt. Op elke 12

kudde loopt één volwassen stier zodat de kudde zich via natuurlijke weg kan vernieuwen. Om inteelt te voorkomen, komt er regelmatig een nieuwe stier. De dieren lopen in principe jaarrond buiten in de wei waar kwalitatief goed gras en smakelijke kruiden elkaar afwisselen. Ook aan schaduw is gedacht. En net als bij de varkens geldt dat sommige Herenboeren ervoor kiezen om de dieren een overdekte rustplek te geven. Houden van hennen en hanen Kippenvlees en eieren. Dat is waar het om draait als het om het houden van kippen gaat. Om aan de behoefte van de leden te voldoen, zijn elk jaar ongeveer 2100 vleeskippen nodig. Broedse kippen worden apart gezet en zorgen zo voor de natuurlijke aanwas. Op elk moment scharrelen er op de boerderij ongeveer 700 vleeskippen (m/v) rond. Deze haantjes en hennen groeien in ongeveer vier maanden naar het gewicht waarop ze slachtrijp zijn. De circa 250 leghennen zijn goed voor jaarlijks ongeveer 65.000 eieren. De kippen eten wat de eigen boerderij hen biedt. De boer zorgt voor een gevarieerd en gezond aanbod van kippenvoer. Zo teelt hij bijvoorbeeld zonnebloemen en granen en zaait de scharrelweides zo in, dat er voor de kippen van alles te halen valt; wormen bijvoorbeeld. Ook kunnen de kippen ingezet worden in de koeienwei. Daar bewerken ze de koeienvlaaien zodanig dat de bodemvruchtbaarheid overal een boost krijgt en niet alleen daar waar de koe toevallig gepoept heeft. Veel groenten van eigen grond De Herenboeren verbouwen hun eigen groenten. Wat precies, hangt vooral samen met de belangrijke vraag van de leden. Wat willen zij eten? Ook bepaalt de bodemopbouw en dus de ligging van de boerderij wat er aan teelten mogelijk is. Op kleigronden groeien nou eenmaal andere gewassen dan op zand of veen. Verder is een duurzame benadering van de bodem altijd het uitgangspunt. Dat betekent onder meer dat de opeenvolgende teelten de bodem beter moeten achterlaten, dan dat ze hem aantroffen. Om aan al deze voorwaarden te voldoen, ontwikkelt elke Herenboerderij een uitgekiend teeltplan. De gronden zijn dan weer in productie, dan weer liggen ze braak of zijn ze slechts extensief in gebruik. Alles in het belang van de bodem, en dus de continuïteit van de boerderij. Niet op alle Herenboerderijen kunnen dus evenveel soorten groenten worden geteeld. Maar een mooie mix van twintig tot veertig gewassen levert een gevarieerd aanbod, jaarrond. Om het oogstseizoen van elk gewas te verlengen, worden verschillende rassen geteeld. En sommige gewassen, zoals aardappelen, kunnen prima bewaard worden in een koeling. Fruit van het huis Appels, peren, pruimen, kersen. Herenboeren voorzien in hun eigen behoefte aan hardfruit. Concreet houdt dat in dat op ongeveer 1 hectare laagstamfruitbomen staan, appels, peren, pruimen en kersen. Wat er in welke mate staat, hangt ook nu weer af van de geschiktheid van de bodem en de wensen van de leden van de coöperatie. Ook de rassenkeuze is tot op zekere hoogte variabel, al staan de bomen er langjarig. 3.3 Van akker naar keukenkast Na de oogst van de aardappelen, groenten en fruit, is het maar een kleine stap naar de keuken van de leden. Hoe die stap wordt gezet, daarover is binnen de coöperatie goed nagedacht. Sommige producten zijn dagvers, en kunnen vanaf het veld zo naar de leden. Andere producten, bijvoorbeeld 13

appels, peren en aardappelen, worden gekoeld bewaard op een daarvoor geschikte locatie, veelal buiten de boerderij. Het vlees wordt na de slacht verwerkt en vacuüm verpakt en diepgevroren in een vrieshuis. Leden kopen hun eigen producten Elk lid van de coöperatie is verplicht om wekelijks voedsel van zijn of haar Herenboerderij af te nemen. Die wekelijkse omzet is feitelijk de smeerolie van het bedrijf en zorgt voor de continuïteit van de bedrijfsvoering. De manier waarop de producten worden aangeboden en betaald, is aan de coöperatie. Wel is het altijd de coöperatie die het geld beheerd. Het meest voor de hand liggend is als elk huishouden wekelijks een gestandaardiseerd pakket afneemt. Hierin zit een bepaalde hoeveelheid aan verse groenten, aardappelen, fruit en eieren. Vlees is diepgevroren en kan in een ander ritme worden afgenomen. 3.4 De coöperatie door het jaar heen Ten minste eens per jaar wordt binnen de coöperatie geïnventariseerd wat de leden-huishoudens willen eten. Hierbij worden de ervaringen met teelt en consumptie van het vorige seizoen betrokken. De wensen van de leden worden met de boer besproken en naast de fysieke gesteldheid van het land gelegd. Welke teelt slaat aan, welk gewas doet het (nu) minder goed en aan welke knoppen kan de boer draaien. Hieruit volgt een of twee keer per jaar een up to date teeltplan waar de boer mee uit de voeten kan. Dit teeltplan wordt afgetikt in de algemene ledenvergadering die een of twee keer per jaar gehouden wordt. Hier worden ook de begroting vastgesteld, de jaarrekening goedgekeurd en de lopende zaken op de boerderij besproken. Verder beslist de ledenvergadering over de prijzen van de producten, het doen van investeringen of het organiseren van evenementen. Dit alles wordt voorbereid en uitgevoerd door een gekozen bestuur. Dit bestuur organiseert, regelt, begroot en besluit over zaken waarvoor het bevoegd is. Ook is het bestuur verantwoordelijk voor de verzorging van de boekhouding, het interne en externe communicatie en het onderhouden van contact met de boer. 3.5 Wat brengt de Herenboerderij, behalve eten? Het klinkt misschien wat bout maar Herenboeren zijn in essentie luie mensen. Ze hoéven nou eenmaal niet zelf te boeren. Feitelijk volstaat roepen wat ze willen eten, en de boer van dienst regelt het. Maar de dagelijkse praktijk op een Herenboerderij kan zomaar heel anders uitpakken, gelukkig maar. Leden zijn namelijk niet alleen maar afnemers van producten, ze zijn economisch eigenaar en de meesten voelen dat ook zo. Ze zijn verbonden met de locatie en de grond onder de boerderij, begaan met het welzijn van de dieren, de gewassen, de natuur en het landschap. De boerderij stimuleert dus verbinding. En veel leden raken er op een of andere manier bij betrokken. Ze leveren mooie bijdragen aan het draaien van de coöperatie en de boerderij. Dat doen ze door het zelf ontplooien van waardevolle activiteiten als excursies, tentoonstellingen, workshops of het organiseren van activiteiten voor en met kinderen, zoals een kinderfeestje of natuuractiviteit. Verder kun je denken aan workshops, waar mensen samen koken met producten van eigen boerderij. Jaarrond leent de Herenboerderij zich prima voor het geven van excursies. Verwondering over het landschap, de zorg voor de dieren en het groeien van de gewassen staat daarbij centraal. 14

Maar een Herenboerderij biedt ook inspiratie aan anderen; boeren, ambtenaren, bestuurders of wetenschappers. Het verhaal van de Herenboerderij kan zomaar een voedingsbodem zijn voor nieuwe, duurzame landbouwsystemen binnen en buiten Nederland. 3.6 De baten en de kosten Een Herenboerderij stelt consumenten in staat om de stap te maken naar een ander voedselsysteem. Als er een geschikte locatie beschikbaar is, is de financiering van een Herenboerderij vrij eenvoudig samen te vatten. Allereerst is er geld nodig om de boerderij op poten te zetten. Hierbij kan gedacht worden aan het zetten van hekken, palen en rasters, het doen van essentieel grondwerk, verbetering van de bodem en de optimalisatie van de waterhuishouding. Het bedrag dat hiervoor nodig is, gemiddeld 500.000,-, wordt grotendeels bijeengebracht door de leden op het moment dat ze instappen. Elk huishouden betaalt eenmalig 2.000,-, geld waarmee de locatie wordt ontwikkeld. Het andere deel van het kostenplaatje zijn (jaarlijks) terugkerende posten. Een belangrijke kostenpost is de jaarlijkse pacht. Vanzelfsprekend moet het salaris van de boer en eventuele externe arbeid worden betaald. Verder moet zaai- of plantgoed worden aangekocht evenals diervoer dat niet op het eigen bedrijf verbouwd wordt. Deze kosten worden direct betaald uit de wekelijkse aankopen van de leden. Eten heeft dus zijn prijs, ook op een Herenboerderij. En hoe hoger de prijs, hoe hoger de omzet. Bij de prijsstelling kijkt de coöperatie in beginsel naar de prijzen in de supermarkten in de buurt. De gemiddelde omzet per week per mond, is nu 10,-. Eten, welzijn en geluk als rendement Wat een Herenboerderij levert, is na water waarschijnlijk het meest waardevolle dat je je als mens maar kunt wensen: gezond, smakelijk voedsel en een goed gevoel. De winst zit hem dan ook in het systeem dat leden met elkaar in stand houden en laten groeien. Geld speelt in een draaiende Herenboerderij een ondergeschikte rol. Dat wat je koopt, betaalt zich direct terug in eten en geluk. Maar als blijkt dat er onder aan de streep van de jaarrekening, behalve geluk en een goed gevoel ook wat euro s overblijven, dan kan de coöperatie drie dingen doen: investeren in het bedrijf; geld terugbetalen aan de leden of; het eten goedkoper maken, goedkoper dan de supermarkt. 15

4. De Herenboerderij in lagen beschouwd Doel van de Green Deal is het verkrijgen van de nodige vrijheden van handelen om zo natuurinclusief grondgebruik en het gedachtengoed van de Herenboeren in praktijk te kunnen brengen. Deze vrijheid wordt verkregen door het buitenwerking stellen van wettelijke bepalingen die deze innovatieve ontwikkeling tegenwerken. Om te kunnen vaststellen waar wet- en regelgeving knelt, is het zaak om inzicht te hebben in wat er concreet op het Wilhelminapark gebeurt en nog gaat gebeuren. In dit hoofdstuk brengen we het technisch functioneren van de boerderij onder de aandacht. Uiteraard geeft dat een mooi inzicht in de wijze waarop natuurinclusief grondgebruik praktisch wordt ingevuld. Want er zijn verschillende manieren om naar een Herenboerderij te kijken. Eerder in dit document beschouwden we de Herenboerderij als een bedrijfsvorm die gebaseerd is op de uitgangspunten van natuurinclusief grondgebruik. Natuurinclusief vee houden en natuurinclusief telen vormen hierbij in technische zin de rode draad, Consumer-/Community-Based Agriculture de organisatorische en bedrijfsmatige. Je kunt ook technisch naar een Herenboerderij kijken. Hiervoor beschreven we wat je ziet gebeuren als je op een functionerend bedrijf kijkt. Aan de orde kwamen onder meer de vraag hoe het bedrijf dagdagelijks gerund wordt, waarom, hoe de coöperatie functioneert en hoe de financiering is geregeld. Herenboeren Nederland heeft een model ontwikkeld waarmee natuurinclusief grondgebruik technisch kan worden benaderd. Deze modelmatige benadering gaat uit van 4-dymensies of lagen: De organisatorische laag, hoe is de governance en het bedrijfsmodel ingeregeld; De verticale laag, hoe ziet de productieomgeving eruit (boven- en ondergronds); De horizontale laag, welke productieprocessen vinden er plaats; De tijd, hoe ontwikkelt de totale Herenboerderij zich over de jaren heen. Hieronder wordt ieder van die lagen nader toegelicht, zodat het frame waarbinnen Herenboeren denken en werken helder wordt. 4.1 De organisatorische laag Niet grond, niet de boer, niet geld, niet de markt maar leden. Leden zijn veruit de belangrijkste component waarop een Herenboerderij draait. Zij zijn het die de coöperatie draaiend houden, zij zijn het ook die de initiële investering van 2000,- per huishouden doen en wekelijks producten afnemen. Zij zijn het die, in grote lijnen, de boer aansturen, hem vragen bepaalde producten te telen en de prijzen van de producten vast stellen. Het is belangrijk om te constateren dat geld, van ondergeschikt belang is. Andere waarden, zoals goed en gezond eten van eigen boerderij, spelen een prominentere rol. Als de boerderij er staat, is de enige functie die geld nog heeft het borgen van de continuïteit. Leden kopen producten, financieren de dagelijkse werkzaamheden en als er aan het eind van het boekjaar geld overblijft, bepalen ze zelf wat daarmee gebeurt. Door dit gesloten bedrijfsmodel zijn GLB-gelden en andere subsidies overbodig; een Herenboerderij houdt zijn eigen broek op. 16

De leden vormen een community, hun boerderij en coöperatie is wat hen bindt. Er is een gedeelde verantwoordelijkheid als het gaat om de ontwikkeling van hun eigen korte keten (opslag, distributie), de ontwikkeling van hun organisatie, de administratie (inclusief mestboekhouding) en het zorgen voor een attractieve omgeving waar zich ook andere activiteiten dan voedselproductie kunnen ontwikkelen. Verder pakken ze zaken als pr, communicatie en ledenwerving zoveel mogelijk gezamenlijk op. De dagdagelijkse leiding van de coöperatie is in handen van een bestuur, de dagdagelijkse werkzaamheden op de boerderij zijn er voor de boer in loondienst. Ten minste eens per jaar vindt een algemene ledenvergadering plaats. Actielijnen Binnen deze laag wordt op het Wilhelminapark op de volgende actielijnen inhoud ontwikkeld, uitgetest, geëvalueerd en bijgesteld: Actielijnen binnen deze dimensie Werving en binding van huishoudens o Mate waarin de deelnemers trouw kunnen blijven aan het concept Zakelijke verbintenis voor minimaal 3 jaar Emotionele verbintenis Ketenontwikkeling o Maximaal binnen een straal van 25 km o Zoveel mogelijk in eigen beheer Distributie en logistiek o Verpakking en vormgeving o Bewaren (koeling en vriezen) o Uitlevering en transport (Door)ontwikkelen van de organisatie(structuur) o Besluitvorming o Inzet vrijwilligers o Gedragscode op de boerderij Bedrijfsresultaten Productprijs- en prijsvorming o Inzicht in kostprijs o Grondslagen voor verkoopprijs o Produceren waar behoefte aan is: vraagsturing Administratief kloppende organisatie o Mestboekhouding o Planning, verantwoording, evaluatie en bijstelling (PDCA) per perceel en per dier o Boekhouding op orde o Certificering: vastleggen bedrijfsprocessen Attractiviteit van de locatie: het is er prettig om er als lid (met je kinderen) te zijn o Bijvoorbeeld Hobby-dieren (geitenweitje) o Speelgelegenheid voor kinderen. 17

Educatie en informatie op de boerderij (zowel voor de leden, als voor een professionele doelgroep) o Bebording o Rondleidingen o Informatie centrum.. Communicatie en marketing o Het juiste eenduidige verhaal o Vormgeving o Public affairs Mogelijkheden voor doorontwikkeling o Leren over eten o Kook-workshops o Recept-ontwikkeling / productontwikkeling o Kleine horeca.. 4.2 De verticale laag Wie een aantal doorsneden door de Herenboerderij maakt, komt van alles tegen. Een bodem die varieert van plaats tot plaats, hier natter, daar droger. Het maaiveld kent verschillende hoogtes, er liggen (cultuurhistorisch waardevolle) waterlopen en lanen, er staan hoge bomen, lage bomen, struiken en bodemgroeiers die in harmonie met elkaar functioneren. Een Herenboerderij streeft in alle opzichten naar balans, en beschouwt de bodem en alles wat daarmee samenhangt als leidend principe. Op een Herenboerderij worden landbouwhuisdieren gehouden: varkens, kippen, runderen. Maar de dieren kunnen zich volledig natuurlijk gedragen. Zo lopen de runderen jaarrond in een kudde, de varkens scharrelen rond in weide en bossen. Mest kan dan ook niet verzameld worden. Dit betekent dus dat bemesting niet de manier is om nutriënten in de grond te krijgen en het bodemleven te activeren. Een Herenboerderij wil de bodem dan ook activeren door micro-organismen in de bodem te brengen via onder andere (schimmeldominante- en bacteriedominante) compost en micorrhiza s. De bodemactiviteit wordt verder gestimuleerd door de toepassing van niet-kerende grondbewerking, de levende bodem vaart hier wel bij. Wie de bodem als basis neemt, kan ook niet om het landschap heen dat zich van nature bovenop die bodem ontwikkelt. Hierbij spelen behalve natuurlijke omstandigheden, ook de cultuurhistorische een grote rol. Zo kan zich een gelaagd, eetbaar landschap ontwikkelen met grote en kleine inheemse vruchtdragende bomen (eiken, kastanje, hazelaar), een struiklaag met onder meer bramen, frambozen en een kruidlaag die waardevol is voor ons vee en alle andere dieren die op de Herenboerderij voorkomen. Een Herenboerderij is geen boerderij in de letterlijke zin van het gebouw. We zien wel een kleinschalige schuur voor ons bestemd voor opslag van materiaal en materieel en de verwerking van producten. 18

Andere onderwerpen waar we in deze verticale laag aandacht schenken is de besparing en productie van energie, duurzaam waterbeheer en veiligheid (dierziekten en vandalisme) en vergroting van de biodiversiteit. Actielijnen Binnen deze laag wordt op het Wilhelminapark op de volgende actielijnen inhoud ontwikkeld, uitgetest, geëvalueerd en bijgesteld: Bodemverbetering o Gezonde bodem o Profilering o Structuur: humus o Bodemleven: compost, mulch en ABCT o Koolstof binding bodemleven o Niet kerende grondbewerking. Landschapsinrichting en -opbouw o Hoge bomenlaag o Lage bomenlaag o Klimplanten o Struiklaag o Kruidlaag Geneeskrachtige kruiden: boerenwormkruid Aantrekken van insecten en nuttige beestjes etc. o Bodemkruipers o Knol- en wortelgewassen o Herstel cultuurhistorische waarden o Toegankelijkheid Gebouwde omgeving o Benodigde functionaliteit Opslag Agrarische bedrijfsstoffen Voorzieningen ten behoeve van de boer Koeling van product Voorlichting en educatie Schuilen van vee Veiligheid / beveiliging Productverwerking. o Oppervlakte, inhoud en beeldkwaliteit o Duurzaam (materialen, energie, etc.) o Herstel cultuurhistorische waarden o Bijdragen aan biodiversiteit Relatie met omliggende natuurgebieden 19

o Begrazing: runderen en varkens (en kippen): boerderijdieren hebben een actieve rol in het bereiken van biodiversiteitsopgaven in de natuurgebieden o Grondstoffen uit de natuur om te komen tot de juiste C:N verhouding in de compost en mulch o Boerderijdieren benutten producten rechtstreeks uit de natuur (eikels, kastanjes vruchten etc.) Relatie met omliggende landbouwbedrijven o Bijvoorbeeld noodplannen i.v.m. besmettelijke dierziektes Luchtkwaliteit o Fijnstof o Achtergronddepositie. Water o Waterkwantiteit Regenwater Grondwater Waterverbruik en -besparing o Waterkwaliteit Energie o Energiebesparing o Energieproductie. Beveiliging van de locatie o Bedreigingen van buiten naar binnen Dierziektes Vandalisme o Bedreigingen van binnen naar buiten Invloed op de omgeving. 4.3 De horizontale laag Hoe kun je met natuurinclusief grondgebruik als basis, in harmonie dierlijk en plantaardig voedsel produceren. Wie een Herenboerderij in het horizontale vlak beschouwt, ziet van alles gebeuren; niet zonder toeval. Neem de fruitboomgaard, goed voor ruim 3000 appel-, peren- en pruimenbomen. Een duurzame teelt krijgt bijvoorbeeld vorm en inhoud door goed te kijken naar de ondergroei. Welke onkruiden groeien er tussen de bomen en waarom. En als je dit goed beschouwd, zie je kruiden de boventoon voeren die versterkend werken op de bomen. Een voorbeeld hiervan zijn bepaalde soorten smeerwortel. 20

En in het najaar, kunnen de kippen die normaliter in hun weide of bosrand verblijven, ook in de fruitboomgaard aangetroffen worden. Ze eten het valfruit, wroeten de bodem en doen hun behoeften; de natuur doet haar werk. De kippen (hennen en hanen) eten zoveel mogelijk van eigen grond, het eetbare landschap (aangevuld met bijvoorbeeld de teelt van zonnebloemen en maïs) biedt daar alle gelegenheid toe. De varkens overigens, zijn prima geschikt om jaarrond buiten te lopen, al is er voor natte en koude perioden wel in schuilgelegenheden voorzien. Hun voedsel wordt zoveel mogelijk geproduceerd op de eigen akkers. Verder vullen ze hun dieet zelf aan met wat ze aantreffen in het bos en de wei. Ook zijn ze prima in staat om na de oogst op de akkers, al wroetend, een deel van hun kostje bij elkaar te scharrelen. Voor zowel de varkens als de kippen en koeien geldt dat een Herenboerderij gesloten is; de vermeerdering vindt op natuurlijke wijze plaats binnen de eigen veestapel. Actielijnen Binnen deze laag wordt op het Wilhelminapark op de volgende actielijnen inhoud ontwikkeld, uitgetest, geëvalueerd en bijgesteld: Plantaardige sectoren o Groenten o Fruit o Raskeuze o Ziektes en plagen: natuurlijke vijanden o Vermeerdering o Teelttechnieken Combinatieteelten Niet kerende grondbewerking Dierhouderij o Houderijsystemen o Ziektes o Raskeuze o Vermeerdering o Voeding kwalitatief en kwantitatief eigen eiwitproductie (insectenlarven) aansluiten bij oorspronkelijke oerdieet van de dieren. o.. Verbanden tussen dierlijke en plantaardige sectoren o Mest o Scharrelen en begrazen Kippen in de boomgaard Varkens na de groenten Varkens in het bos (eikels) Natuurbegrazing op de weides: jonge dieren, oudere dieren, varkens en kippen Nutriëntenkringloop o Welke nutriënten 21

o Herkomst van nutriënten o Eigen mest (indien nodig, zie volgend punt) o Eigen compost, mulch en compost thee Zowel bacteriedominant als schimmeldominant Samenwerken met de producten uit de natuur van het Wilhelminapark om bruine producten te maken (schimmeldominante compost, mulch en ABCT uit bladeren, boombast en klein houtig materiaal) o Mycorrhiza s toevoegen o Eigen maaimeststoffen van vlinderbloemigen (luzerne en klaver) o Lavameel (?) / gesteentemeel. Techniek o Combinatie van toen (high touch) en nu (high tech) o Verlengen van teelt- en leveringsseizoen Verwarmen (kassen en tunnels) Bewaren (koelen en vriezen) o Verwerking van product Predatie: o Inrichting van de boerderij Hekken en rasters Landschappelijke inrichting o Teeltondersteuning Verjagers: visueel (linten), audio, etc... o Jacht. Bedreigingen van buiten (o.a. besmettelijke dierziekten) o Noodplannen voor bijvoorbeeld ophokken o Fijnstof Mechanisatie: high touch en high tech Certificering o Voedselveiligheid: track and trace o Mogelijkheid tot het verantwoorden van verrichte werkzaamheden o.. 4.4 De tijdslaag De lijstjes in de vorige lagen zijn zeker niet volledig. Bovendien is ook zeker niet op alle onderdelen al bekend welke inhoud daar precies bij hoort. Juist hiervoor is de Green Deal nodig. Onderdeel van de Green Deal is het opzetten en uitwerken van uitvoerig wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek is nader uitgeschreven in bijlage PM.. Door de Green Deal kan snel worden geschakeld bij nieuwe, of veranderende inzichten over natuurinclusief grondgebruik. 22

Keulen en Aken zijn niet op een dag gebouwd. Om aan de veelheid van thema s en actielijnen enige structuur te bieden, kunnen deze worden geplaatst in de tijd. Dit zou een overzicht kunnen opleveren zoals hieronder is opgenomen. Ambities in de tijd 2015 start bodemverbetering 2016 creëren uitgangsmodel 2017 optimaliseren productieomgeving en -processen, organisatiemodel en -structuur Leren produceren, organiseren en distribueren. 2018 2026 werken aan inhoudelijke speerpunten; jaarthema s: o 2018: De Herenboerderij kent een afgeronde landschapsinrichting in 7 (eetbare) lagen o 2019: De Herenboerderij werkt enkel met eigen mest (dierlijk en plantaardig) en eigen productie van compost, mulch en ABCT (actief beluchte compost thee) o 2020: Alle dieren komen uit eigen fokprogramma s o 2021: De Herenboerderij voedt haar dieren met 100% eigen producten o 2022: De Herenboerderij is medicijnvrij o 2023: Alle plantaardige gewassen komen uit eigen vermeerderingsprogramma s o 2024: De Herenboerderij heeft 100% controle op watermanagement o 2025: De Herenboerderij is 100% Energieneutraal/ CO2 neutraal Het thema geeft aan wanneer de mijlpaal bereikt moet zijn. Tot aan het jaar van de mijlpaal wordt onderzoek gedaan (startend bij deskstudie) en worden experimenten opgezet. Bovenstaande is illustratief bedoeld. Het kiezen cq vaststellen van de thema s en de verspreiding over de tijd is onderdeel van het uitvoeringsproces van de Green Deal en zal zorgvuldig met alle betrokken partijen worden gedaan. 23