A 155 B 310 C 3838 D

Vergelijkbare documenten
straat Van uur tot en met 3.30 uur is A 7 uren en 40 minuten. B 8 uren en 20 minuten. C 8 uren en 40 minuten. D 16 uren en 20 minuten.

A 30 liter B 36 liter C 42 liter D 60 liter. Het 2 e getal is A 270 B 540 C 720 D 810

SRD , + SRD , = ton A 1,005 B 10,05 C 100,5 D 1005

A 5,8 B 6,2 C 6,6 D 7,0 A 540 B 845 C 960 D 1290

: 7 VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : VRIJDAG 4 APRIL 2014 TIJD : UUR

Stenvertblok Rekenen 4 Antwoorden

Blok 1 Herhalingstoets

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

Rekenboek 3 havo/vwo. Antwoorden NOORDHOFF UITGEVERS 2014 REKENBOEK 3 HAVO/VWO ANTWOORDEN 1

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2010

Surinaamse Wiskunde Olympiade

Verhoudingen - Voorbeeldtoets bij 'Handig met getallen, 2', hoofdstuk 1

Toelatingsexamens en Ondersteunend Onderwijs

a a Leg 3 getallen van 2 cijfers en tel ze op. b d Bedenk sommen waar 180 uitkomt. Meer antwoorden. b Uit welke som komt 103?

De wereld in getallen Lessuggestie groep 6 handleiding

rekenboek 6a taken

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

1.Tijdsduur. maanden:

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

Overstapprogramma 6-7

Vastgesteld: naam... datum... Paraaf... cijfer = score x 0, ,8588 (met een minimum van 1).

Boot - DEM/DT/BE_MFAO-BOO, Financieel Advies en Ondersteuning - DEM/DL/BE_TS-MFAO, Fiscaal - DEM/DT/BE_MFAO-FIS, Gespreksvaardigheden Gr.1...

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Schrijf de getallen in cijfers. achtduizend negentien. Welk getal wijst de pijl aan? Schrijf dat getal achter de letters op.

Cito-trainer groep 8. opgave 1. Hoeveel weegt de koffer? Breng leren tot leven. 5 kilogram 15 kilogram 30 kilogram

Antwoordblad Rekentoets 3F

Blok 1 Herhalingstoets

Blok 1 Herhalingstoets

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

Proeftoets Cito Rekenen en Wiskunde M7, Deel 1. Bij deze taak mag je uitrekenpapier en een liniaal gebruiken. 1. Hoe laat is het?

Rekenen Basisoefenboek voor de Citotoets, Entreetoets, LVS-toetsen - groep 7&8. Rekenen. Inzage Exemplaar. Basisoefenboek met 200 vragen versie 1.

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

T O E L I C H T I N G R E K E N E N M E T V E R H O U D I N G E N

Opgaven Kangoeroe vrijdag 17 maart 2000

handleiding pagina s 964 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 915: km Huistaken huistaak 27: bladzijde Werkboek 3 Posters

2013 dinsdag. januari. gelukkig nieuwjaar Dit blokkenbouwsel bestaat uit 3 lagen van 61 bij 11 blokjes. Hoeveel blokjes telt dit bouwsel?

Bij het meten van breedte, dikte, diepte, hoogte en afstand bepaal je de lengte. De eenheid van lengte is de meter.

HET GROTE REKENBOEK OEFENBOEK. Antwoorden en Uitwerkingen VOORBEELDPAGINA S

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO 2007

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Bereken hoeveel liter benzine de auto verbruikt voor de heen- en terugreis samen. Schrijf hieronder de berekening op

handleiding pagina s 956 tot Handleiding

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Examenopgaven VMBO-BB 2003

Je ziet hier 3 snelheidsmeters. Welke meter geeft de hoogste snelheid aan?

Werkblad 33A. lengte. 1 Welke auto past in de garage? Auto b. Auto d. 185 cm. 199 cm Auto c. Auto a. 2,2 m 225 cm. 160 cm. 209 cm.

wiskunde CSE GL en TL

Uurroosters administratie

Ratio Werkschrift De getallenlijn

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 1 dinsdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Werken met getallen. a Neem het schema over en vul in: b Schrijf het getal in woorden: D H T E driehonderdzes. 687 vierduizend acht

De laatste loodjes...

Meten is weten ANTWOORDENBOEK Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

handleiding pagina s 412 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen nihil 1.2 Huistaken nihil 2 Werkboek

Leerlijnen groep 5 Wereld in Getallen

Optellen IT1 Antwoord M3 IT6 Antwoord M

Examen VMBO-BB 2005 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 20 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 3

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Onthoudboekje rekenen

1 Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36. INTREST VREEMD GELD

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

Museum Sloten. Weegspel

Examen VMBO-BB 2006 WISKUNDE CSE BB. tijdvak 2 maandag 19 juni uur. Naam kandidaat Kandidaatnummer

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

1. Bereken. 2. Bereken. Oefenopgaven. F. 2 km = cm G. 3 dm = mm H. 4,5 cm = m I. 250 dm = dam J. 3,12 hm = dm

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 e ZITTING STAATSEXAMEN 2008

Intrest DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III kandidaten maken de items 1 t/m 30. MULO-IV kandidaten maken de items 1 t/m 36.

temperatuur in C 3,75 3,25 3,5

Taak na blok 1 startles 8

TOETS SPRONG Cirkeldiagrammen aflezen... / 3. Bo Dumont leerkring Wout Datum: Nr. 13. Uitgeverij VAN IN 1 van / 5

Examen VMBO-KB. wiskunde CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

---9. r-: I Getallenkenni:li. Tips voor de toets. Meetkunde. Bewerldngen. Meten en metend rekenen

1) Welk getal moet voor het driehoekje worden ingevuld zodat de vergelijking klopt? 2) Schrijf 5/8 als een decimaal getal.

Toets bij 2F Opgavenboekje rekenen 1

4 Schat. ja / nee 1 punt / 0 punten. 3 gram links en gram rechts. nee. Alle gewichten van 1 t/m 13 gram.

antwoorden werkboek blok jaargroep 6 In welke maanden worden de minste auto s vervoerd? Reken ongeveer.

wiskunde CSE GL en TL

Naam:... Datum: =. 2 x 15 = =. 4 x 12 = =. 6 x 7 = =. 100 : 4 = =. 36 : 6 =.

In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 3

M.R. 56 : Overzicht scenario s.

Werkblad 20A. tijd. kwart over 12. half 6 10 over 9 10 voor 7 5 over

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Hoeveel kinderen zitten er in elke groep van de Kameleonschool? Kleur het goede aantal hokjes. b 28 =

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

handleiding pagina s 444 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 10: bladzijde Werkboek 3 Posters poster 1: Heuristiek 4 Scheurblokken

2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = =

Vragen Rekenvaardigheid Pabo

Toelatingsexamen. Vakcode: Wiskunde basis onderbouw. Tijdsduur: 2 uur en 30 minuten

Transcriptie:

VAK : REDACTIEREKENEN EN CIJFEREN DATUM : DINSDAG 0 JULI 00 TIJD : 08.5 09.45 UUR 3 De grafiek laat zien het aantal bezoekers dat Hotel NICK heeft bezocht gedurende een half jaar. Wat is waar? I In juni was het aantal bezoekers meer dan het aantal van januari tot en met april. II In februari en maart heeft het Hotel samen minder bezoekers gehad dan in april. A Alleen I is waar. B Alleen II is waar. C I en II zijn beide waar. D I en II zijn beide niet waar. Meliah heeft SRD 60.000, op de bank gespaard en ontvangt na 9 maanden SRD 3600, aan rente. Hoeveel % rente berekende de bank? A 4 B 8 C 9 D Debra rijdt van P naar U met een gemiddelde snelheid van 80 km/u. Op welk weggedeelte bevindt zij zich als ze uur en 5 min. heeft gereden? A tussen Q en R B tussen R en S C tussen S en T D tussen T en U 6500 p = 3.30 p = 0,5 A 55 B 30 C 3838 D 0.0 0,5 ca + 0,0 are + m = dm A 6 B 0,5 C 350 D 50 4 5

6 dag aantal petflessen maandag 77 dinsdag 9 woensdag 09 donderdag Lisa heeft gemiddeld 98 petflessen per dag verzameld. Hoeveel petflessen heeft ze op donderdag verzameld? A 6 B 94 C 4 D 80 Van een bedrag krijgt Dewi 3 maal zoveel als Jade. Dewi krijgt SRD 450, meer dan Jade. Jade krijgt A SRD 00, B SRD 80, C SRD 350, D SRD 630, 7 8 Le Hong koopt: 8 zakken rijst à 5 kg 40 zakjes meel à 00 g 4 pakken worst à ons 9 Het totale gewicht van deze goederen is kg. A 45, B 459,4 C 460, D 479 Koersen: 0, = SRD 3,50 US $, = SRD,80 Valentino heeft SRD 595, en US $ 00,. Hij wisselt al het geld in euro s. Hoeveel euro s ontvangt hij in totaal? A 330, B 37,50 C 40, D 46,50 K 5 mm L De tekening is gemaakt op schaal : 65.000. De werkelijke afstand van K naar L is km. Dit blok wordt van buiten helemaal beplakt met papier. Er is hiervoor cm papier nodig. A,5 B 5,65 C 5 D 56,5 A 900 B 350 C 800 D 4500

Chanyene koopt 5 sopropo s voor SRD 0,60 per stuk. Hiervan is 4 % bedorven. De rest verkoopt ze in zakjes van 5 stuks voor SRD,50. Haar verlies bedraagt %. A 4 B 5 C 0 D 5 3 Welke getallen horen bij de pijltjes? 6 Reken de delingen I en II na. I. 354/.665.94 \ 476 II. 65 / 58.305 \ 897.46.000 5.000 49.94 6305 47.800 5850 4 455 4 _455_ rest: 0 rest: 0 Van de delingen kun je zeggen dat A alleen I juist is. B alleen II juist is. C I en II beide juist zijn. D I en II beide onjuist zijn. 7 A 0 en 78 B 4 en 74 C 0 en 74 D 0 en 68 4 7 96 4 + 6 : = A 70 B 6 C 56 D 80 4500 5 kg + 750 0 kg = ton A,4 B 4 C 40 D 400 P 5 vertrek aankomst.50 u. 6.30 u. Vader rijdt met zijn auto van P naar N met een gemiddelde snelheid van 75 km/u. Onderweg rust hij keer 0 min uit. Hoe groot is de afgelegde afstand van P naar N. N 8 4 cm 6 cm 5 cm De totale oppervlakte van de figuur is 60 cm. Bereken is de omtrek van de totale figuur. A 35 cm B 40 cm C 44 cm D 45 cm A 35 km B 35 km C 37,5 km D 375 km

9 Safar koopt 00 kg uien voor SRD 50,. Hij maakt zakjes van kg en verkoopt zakje met een winst van SRD 0,60 per zakje. Bereken de verkoopprijs van zakje. A SRD,05 B SRD,35 C SRD,80 D SRD,0 0 Koersen:, = SRD 4, US $, = SRD,80 Sandra en Derrick verdelen 75, en US $ 50,. Ze wisselen al het geld voor SRD in. Derrick mag SRD 00, meer hebben dan Sharda. Derrick krijgt P 0 m 75 m Een atleet loopt 8 keren vanuit P om dit veld. De negende keer stopt hij bij het kruisje. Hoeveel m heeft hij totaal gelopen? A 30 B 335 C 350 D 3705 3 A SRD 800, B SRD 845, C SRD 900, D SRD 945, Van een bedrag krijgt Arno 5 deel, Dew 5 % en Ria de rest. Ria krijgt SRD 70,. Dew krijgt A SRD 75,50 B SRD 34, C SRD 390, D SRD 040, Het tarragewicht van fles is 7 gram en de lege doos weegt 60 gram. 4 flessen gaan kapot. Bereken het nettogewicht van de overgebleven 8 flessen. A 584 gram B 664 gram C 3736 gram D 3876 gram

4 Het product van,3 en 3,5 ligt op de getallenlijn in A vakje U B vakje V C vakje W D vakje X 5 Bustarieven verhoogd: lijnbus: voorheen nu PT SRD,5 SRD,40 NO SRD,60 SRD,75 KL SRD,75 SRD,90 Van maandag tot en met vrijdag rijden kinderen met lijn PT en lijn NO en kind met lijn PT en lijn KL heen en terug. Hoeveel moet moeder voor de drie kinderen van maandag tot en met vrijdag meer betalen? A SRD 4,50 B SRD 9, C SRD, D SRD 3, 6 3 3,48 3,08 3,8 30,8 34,8 Q R S Het antwoord van 0,4 80, ligt in A vakje Q B vakje R C vakje S3 D vakje Q3 7 Van een bedrag krijgt Sastro 3 deel, Benito 5 deel van de rest en Carlo krijgt wat overblijft. Carlo krijgt SRD 680,. Hoe groot was dat bedrag? A SRD 40, B SRD 576, C SRD 350, D SRD 3600, 8 Rani heeft een bedrag op de bank. Ze krijgt 4 % rente per jaar. 3 jaar heeft ze SRD 0.500, aan rente. Na I Arwin zegt: de rente in één jaar is SRD 3000,. II Cheung zegt: het kapitaal op de bank is SRD 75.000,. Wie heeft gelijk? A Arwin heeft gelijk. B Cheung heeft gelijk. C Beiden hebben gelijk. D Beiden hebben ongelijk. 9 40 : 4 3 5 69 + 54 = A 57 B 3 C 677 D 785 30 Van 7.50 uur p.m. tot 3.35 uur a.m. is A 4 uur en 5 min B 7 uur en 45 min C 8 uur en 5 min D 8 uur en 45 min