ONDERZOEK NAAR KWALITEITSVERBETERING Reitdiep College Kamerlingh Onnes HAVO VWO Plaats : Groningen BRIN nummer : 13ZU C1 BRIN nummer : 13ZU 00 HAVO BRIN nummer : 13ZU 00 VWO Onderzoeksnummer : 290077 Datum onderzoek : 14 juli 2016 Datum vaststelling : 27 oktober 2016
Pagina 2 van 9
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 14 juli 2016 een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uitgevoerd op het Reitdiep College, vestiging Kamerlingh Onnes afdelingen havo en vwo om een oordeel te kunnen uitspreken over de kwaliteit van het onderwijs op deze afdelingen. Kamerlingh Onnes vormt samen met twee andere scholen (Simon van Hasselt en Leon van Gelder) onderdeel van het Reitdiep College. Er gaan rond de 870 leerlingen naar deze locatie, verdeeld over de afdelingen vmbo-tl, havo en vwo. Schooljaar 2015-2016 is het laatste jaar dat de vmbo-tl afdeling op de locatie gevestigd is. Na een komend tussenjaar zal de locatie vanaf schooljaar 2017-2018 weer starten met de opbouw van de vmbo-tl-afdeling. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. Tijdens eerder uitgevoerde kwaliteitsonderzoeken in voorgaande jaren op beide afdelingen stelde de inspectie tekortkomingen vast in de opbrengsten en het onderwijsleerproces en zijn kritische opmerkingen gemaakte met betrekking toto de kwaliteitszorg op het Reitdiep College, vestiging Kamerlingh Onnes. In het meest recente inspectierapport, dat is vastgesteld op 18 maart 2016, hebben wij op de afdelingen havo en vwo een sterke kwaliteitsverbetering waargenomen. Het onderwijsleerproces toont een bestendige kwaliteit, voortvloeiend uit de constateringen in het rapport van bevindingen van november 2014. Op basis van het vigerende opbrengstenmodel in schooljaar 2015-2016 hebben wij het arrangement zwak aangehouden in verband met onvoldoende uitkomsten. Om na te gaan of de eerder vastgestelde tekortkomingen zijn opgeheven voeren we nu een afsluitend onderzoek naar de kwaliteitsverbetering uit op basis van het vigerende resultatenmodel. Dit onderzoek heeft de vorm gekregen van een gesprek met de schoolleiding. Onderwerp van gesprek zijn de resultaten van het schooljaar 2015-2016 en de voorgaande twee jaren. Onderzoeksopzet Het onderzoek naar de kwaliteitsverbetering bestaat uit de volgende activiteiten: Wij hebben relevante documenten van en over de school geanalyseerd. Wij hebben gesprekken gevoerd met docenten, teamleiders en directie. Pagina 3 van 9
Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de teamleiders, directie en bestuur. Tijdens het onderzoek hebben wij de indicatoren van de onderwijsresultaten beoordeeld: R1 positie leerling, R2 onderbouwsnelheid, R3 bovenbouwsucces en E examencijfers. Daarnaast nemen wij de beoordeelde indicatoren uit het vastgestelde rapport van 18 maart 2016 over. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staat de conclusie van het onderzoek waaronder het vervolgtoezicht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de bevindingen uit het onderzoek in de vorm van een kwaliteitsprofiel. Pagina 4 van 9
2. CONCLUSIE EN TOEZICHTARRANGEMENT Een onderzoek naar de kwaliteitsverbetering zoals wij hebben uitgevoerd, heeft tot doel om te beoordelen of de kwaliteit van het onderwijs weer van voldoende niveau is en of aan alle afspraken is voldaan die in het toezichtplan zijn vastgelegd. Onze conclusie voor het Reitdiep College, vestiging Kamerlingh Onnes afdelingen havo en vwo is als volgt: Kwaliteit Op basis van het onderzoek kennen wij aan de afdelingen het basisarrangement toe, omdat de resultaten (volgens het resultatenoverzicht 2016) van voldoende niveau zijn. Dit betekent dat wij op dit moment geen reden hebben om de school nog langer onder intensief toezicht te houden. De inspectie wijkt hiermee af van de beslisregel. De resultaten, door de school gepresenteerd, over het schooljaar 2015-2016 nemen wij mee en over in de oordeelsvorming. Pagina 5 van 9
3. BEVINDINGEN In dit hoofdstuk leest u de bevindingen uit ons onderzoek op basis waarvan we tot onze conclusie over de kwaliteit van de onderzochte aspecten zijn gekomen. Eerst ziet u het kwaliteitsprofiel waarin de oordelen op de indicatoren staan. Vervolgens lichten we die oordelen in onderlinge samenhang toe. 3.1. Algemeen Beeld Het Kamerlingh Onnes heeft de onvoldoende resultaten op de afdeling havo en vwo weten om te buigen naar voldoende resultaten. De indicatoren R2, R3 en E laten een voldoende direjaarsgemiddelde zien. Indicator R1 is nog onvoldoende, echter deze indicator laat een bestendige stijging zien, waardoor de verwachting is dat ook deze indicator de komende jaren voldoende zal worden. 3.2 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel staan de indicatoren die in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda voor indicatoren van de opbrengsten: 1. onder de norm 2. boven de norm 3. niet te beoordelen Legenda voor andere indicatoren: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed De indicatoren vanaf 4.3 gelden voor beide afdelingen, deze hebben wij overgenomen uit het rapport van bevindingen vastgesteld op 18 maart 2016. De onderwijsresultaten van de havo en het vwo zoals in de scoringstabel hieronder zijn opgenomen, hebben betrekking op het driejaarsgemiddelde tot en met schooljaar 2014-2015. In de oordeelsvorming van dit rapport, hoofdstuk 2, Pagina 6 van 9
wijken wij af van de beslisregel door uit te gaan van het driejaarsgemiddelde tot en met schooljaar 2015-2016. 13ZU 00 HAVO - HAVO De onderwijsresultaten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 R.1 Onderwijspositie t.o.v. advies PO R.2 Onderbouwsnelheid R.3_H Bovenbouwsucces voor de afdeling havo EX_H Examencijfers voor de afdeling havo 13ZU 00 VWO - VWO De onderwijsresultaten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden 1 2 3 R.1 Onderwijspositie t.o.v. advies PO R.2 Onderbouwsnelheid R.3_V Bovenbouwsucces voor de afdeling vwo EX_V Examencijfers voor de afdeling vwo De leerlingen krijgen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken 1 2 3 4 4.3 De leerlingen maken efficiënt gebruik van de onderwijstijd. Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling 1 2 3 4 7.1 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 7.2 De leraar geeft een begrijpelijke uitleg. 7.3 De leerlingen zijn actief betrokken. 7.4 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen 1 2 3 4 8.2 De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen. 8.3 De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen. De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.1 De school evalueert systematisch de opbrengsten. Pagina 7 van 9
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten 1 2 3 4 12.2 De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten. De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces 1 2 3 4 13.1 De school evalueert systematisch het onderwijsproces. 13.2 De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces. 13.3 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces. 3.3 Toelichting bij kwaliteitsprofiel Het kwaliteitsprofiel lichten we hieronder toe. Daarbij komt het kwaliteitsaspect "resultaten" aan bod. De overige aspecten staan reeds beschreven in het rapport van bevindingen dat is vastgesteld op 18 maart 2016. Voldoende resultaten als gevolg van een doelgerichte verbeterstrategie De resultaten op de afdelingen havo en vwo zijn voldoende op basis van het rekenkundige driejaarsgemiddelde waarbij de inspectie de resultaten gepresenteerd door de school over het afgelopen schooljaar, 2015-2016, betrekt. De school kan dit aantonen door een gedegen analyse en berekening over de indicatoren R2, R3 en E. De inspectie neemt deze analyse en berekeningen over in haar oordeelsvorming en wijkt hiermee af van de beslisregel. Indicator R1 is onvoldoende maar laat een bestendige verbetering zien. Door goede afspraken met de aanleverende basisscholen omtrent advisering, onderbouwing en administratie heeft de inspectie vertrouwen in de bestendigheid van deze indicator. Het Kamerlingh Onnes maakt gebruik van een verbeterstrategie waarin zij alle geledingen van de organisatie in positie zet. Deze strategie is vastgelegd in het "verbeterplan havo/vwo 2014-2016" en heeft ertoe geleid dat in een eerder stadium van inspectiebezoeken reeds een verbetering te zien was in het onderwijsleerproces en kwaliteitszorg. Uit gevoerde gesprekken blijkt dat het Kamerlingh Onnes in de afgelopen jaren een sterke transformatie heeft doorgemaakt. Deze transformatie heeft bij het docententeam geleid tot een groeiende verbondenheid onderling en draagvlak van het management team. Er is een cultuur waarneembaar van meer open deuren en meer ruimte voor feedback. Differentiatie en activerende leerstijlen zijn instrumenten die in deze cultuur een voedingsbodem hebben gekregen. Pagina 8 van 9
Zicht op leerlingen is versterkt en leerlingen krijgen meer individuele aandacht. Er is sprake van een procesmatige cultuur waarbij opbrengstgericht werken doelmatiger tot uiting komt. Door betere analyse van toetsen krijgt differentiatie in de klas meer doelgerichtheid. Pagina 9 van 9