Campus Burchtstraat Burchtstraat 14 2200 Herentals 014/21.23.83. burchtstraat@kosh.be SEMINARIE : VERDIEPING VAN JE STUDIEKEUZE Naam: Inhoud van vandaag: kernkwadranten 2 de duogesprek essentie halen uit het interview zien waar je sterke punten meer kan inzetten Kernkwadranten De kernkwadranten van Daniel Ofman zijn een veelgebruikt model om de eigenschappen te beschrijven die bij een persoon horen. Het dient om een goed beeld van een persoon te krijgen en helpt om te zoeken naar iemands talent (hier kernkwaliteit genoemd) vanuit vier invalshoeken: Een kernkwaliteit is een specifiek kenmerk dat iemand onderscheidt van iemand anders. Een kernkwaliteit kleurt de mens. Het is een kwaliteit die je van jezelf normaal vindt en die je in anderen vanzelfsprekend vindt en ook geneigd bent ze bij anderen te verwachten. Waarom is die nu niet zus of zo dat is toch de normaalste zaak van de wereld? Anderen vermelden dit meteen als ze gevraagd worden om positieve eigenschappen van jou op te noemen, bv. eerlijkheid. Hoe duidelijker het beeld is dat je hebt van je kernkwaliteiten, des te bewuster kun je die manifesteren: in je hobby's, op school,... Iedere kernkwaliteit kent overigens ook een schaduwkant, de vervorming ervan. Je kracht kan een zwakte worden. De vervorming wordt dan een valkuil. Een valkuil is NIET het tegenovergestelde van een kernkwaliteit, het is juist een teveel van het goede. Men spreekt over in je kernkwaliteit doorschieten, een overdreven vorm ervan of vervorming. Als eerlijkheid te ver doorgedreven wordt, kan je wel eens bot of tactloos worden. De valkuil is wat mensen dikwijls als etiket opgekleefd krijgen. Iets waarvan mensen je geregeld zeggen: oh wees toch eens niet zo Een uitdaging daarentegen is net dat wat we tekort komen. Tevens is het een aanvullende kwaliteit bij de kernkwaliteit. Een kwaliteit die je ervoor moet behoeden dat je niet in je valkuil zou trappen. Het is ook het positief tegenovergestelde van je valkuil. In dit voorbeeld zou de uitdaging tactvol zijn. Het is dan de kunst om tactvol eerlijk te kunnen of te leren zijn.
Tenslotte heb je nog de allergie. Dit is wederom een te ver doorgeschoten vorm, een teveel van het goede. In dit geval dan van de uitdaging. Het is ook het negatief tegenovergestelde van de kernkwaliteit. In het voorbeeld: als je te erg probeert om tactvol te zijn (de uitdaging), kan het wel eens ten koste van je eerlijkheid gaan en word je oneerlijk. De allergie zal je vooral herkennen in anderen. Voor deze mensen voel je minachting of erger. Het is echter zo dat je van je allergie het meeste kan leren. Jouw allergie, die je ziet in de ander, is namelijk een te ver doorgeschoten vorm van jouw uitdaging, dat wat jij juist mist! Anderzijds geeft je allergie je ook voelsprieten. Je zal eerder zaken opmerken dan anderen in verband met iets waar jij allergisch aan bent. Als je t snel opmerkt, kan je er positief mee proberen om te gaan. Je kan een kernkwadrant opmaken vanuit welke richting je ook maar wenst. Het gemakkelijkste is om te vertrekken vanuit de allergie. Vertrekken vanuit de kernkwaliteit wordt als moeilijker ervaren omdat het niet zo gemakkelijk is je eigen kernkwaliteiten te benoemen. Je vindt ze namelijk zo normaal, zo gewoon en vanzelfsprekend dat je er bijna over zou kijken. Een kernkwadrant kan je dan inzicht geven in je eigen functioneren alsook in dat van anderen. Een kernkwadrant ziet er als volgt uit (zie ook bijlage): Om hier goed mee aan de slag te gaan, kunnen volgende vraagjes helpen: kernkwaliteit te veel van het goede + valkuil negatief tegenovergestelde positief tegenovergestelde + allergie te veel van het goede uitdaging stel dat je een vriend(in) hebt, en men vraagt daaraan: noem nu eens één ding waarin... moet bijleren, wat zou dat dan zijn, denk je? Stel dat men aan je moeder vraagt: waar werd jij gek van toen je dochter/zoon 10 jaar was, wat zou ze dan antwoorden? Waar kan jij je enorm aan ergeren bij andere mensen? Welke (nieuwe?) kwaliteiten/talenten van jezelf kom je zo op het spoor?
2 de duogesprek: Beschrijf eens een situatie waar je van iemand een compliment kreeg om iets wat je deed. Wat deed je toen? Waarom vond die andere persoon dat je iets heel goeds deed? Wat deed dat met jou toen je dat compliment kreeg? OF Vertel eens over een moment waarop je heel trots was op jezelf. Wat deed je toen juist? Waarom was je trots? Hoe voelde dat voor jou? OF Vertel eens een verhaal over een moment/situatie/ervaring/ waarbij jij zelf dingen deed waarbij je jezelf goed voelde. Een activiteit waar je energie van kreeg, die je graag deed en waarbij de tijd voorbij vloog. Een moment waarbij je het gevoel had echt op je talenten aangesproken te worden, dat je nog wel eens terug wil beleven, waar je ook erg van genoten hebt (kan zowel op school als thuis of ergens anders zijn). Hulpvragen: Wat gebeurde er precies? Wanneer was dat? Waar was dat? Wie was erbij aanwezig? Wat deed jij juist? Welk gevoel had je daarbij? Welke talenten heb je toen ingezet? Waarom was dat voor jou zo een goede ervaring? Wat in de context of omgeving maakte dat mee mogelijk? Wat zegt die situatie over waar jij echt goed in bent en over jouw talent? Wat zegt die situatie over wat voor iemand jij bent en wilt zijn? Wat zegt dat over jou dat je juist deze situatie kiest? Kijk naar wat er in het verhaal van de andere leerling opvalt. Wat trof je, maakte je enthousiast, gaf je energie? Wat neem je graag mee als bronnen van energie, kracht en passie? Probeer ze in een aantal kernwoorden te formuleren in de onderstaande vonken.
Welk(e) sterk(e) punt(en) of welke passie komt duidelijk naar voren uit jouw interview? Hulpvragen om tot concreet geformuleerde sterke punten te komen: Is het belangrijk waarom je deze activiteit doet? Is het belangrijk voor wie/met wie je deze activiteit doet? Is het belangrijk wanneer je deze activiteit doet? Is het belangrijk wat deze activiteit precies is? Om na te gaan of je met een echt sterk punt van jezelf te maken hebt, kan je volgende test gebruiken (niet te bescheiden zijn in je antwoorden!!)
Een score van 53 of hoger wijst op een echt sterk punt. Een score tussen 46 en 53 kan wijzen op een sterk punt dat je nog niet (voldoende) hebt ingezet. (bron: Buckingham M., Ga met je sterke punten aan de slag, 2007, 254p.) Welke acties ga ik deze week ondernemen om mijn sterke punten meer te benutten en in welke vakken/situaties? Volgende vraagjes kunnen je hierbij helpen: Kan je je sterk punt nu al ergens gebruiken? Wanneer? Vaak? In welke (nieuwe) situaties/vakken zou je dit (meer) kunnen gebruiken? Welke nieuwe technieken zou je kunnen toepassen om het sterk punt te verbeteren? Van wie kan je de kunst afkijken (wie doet dit nu al en hoe kan die persoon jou helpen)? Vakken/situaties: Acties:
SYNTHESE: wie ben ik, wat wil ik, wat doe ik graag, waar ben ik goed in,... Probeer eens een mindmap/collage te maken (zet jezelf in het midden) met wat je tot nu toe uit de sessies over jezelf geleerd hebt (waarden, persoonlijkheid en hoe anderen die ervaren, talenten,...). Van 4 oktober 2012 tot 11 oktober 2012: Opdracht thuis: Ga eens dag per dag na waar en wanneer je geprobeerd hebt om je sterke punten meer in te zetten. Is je dit ook gelukt? Waarom (niet)?