KANSEN NA EEN PARDON Jaarverslag

Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF KANSEN NA EEN PARDON Jaarverslag 2006-2007 Deze publicatie omvat een verkort financieel verslag dat is ontleend aan de jaarrekening van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF. Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF Wilhelminapark 38, 3581 NJ Utrecht Postbus 14300, 3508 SK Utrecht T (030) 252 08 35 www.uaf.nl

Foto omslag Christina Stepanian uit Georgië heeft sociaal juridische dienstverlening gestudeerd met steun van het UAF. In het verslagjaar deed zij werkervaring op als beleidsmedewerkster bij de Directie Uitvoeringsbeleid bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Colofon Tekst: Martin Gerritsen Eindredactie: Nadja van Haren Fotografie: Carolien Sikken (blz. 14) en Soraya Ebrahimi (omslag en blz. 2, 3, 10, 16, 17, 18) Concept & Ontwerp : Tangerine Design, Rotterdam Druk: Lekstroom Griffioen

Voorwoord Ik zeg pardon. Zo heette het initiatief dat kerken, maatschappelijke organisaties en lokale bestuurders in 2004 namen om de Tweede Kamer en het kabinet op te roepen tot een pardonregeling. Het UAF sloot zich aan bij deze brede burgerbeweging door ondermeer te wijzen op de bijna 500 talentvolle UAF-studenten die tot deze categorie behoorden en bij toelating een belangrijke bijdrage aan onze samenleving zouden kunnen leveren. De pardonregeling kwam er: ruim 25.000 mensen werden alsnog tot Nederland toegelaten. Onder hen honderden UAFstudenten die vóór april 2001 een asielverzoek hadden ingediend en nu eindelijk een verblijfsvergunning kregen. Pas na het pardon is de weg vrij om aan het werk te gaan. Eindelijk kunnen we onze talenten benutten was de veel gehoorde opluchting van talloze asielzoekers die door het pardon een nieuw perspectief kregen. Zij kunnen nu via een studie een volwaardige plaats op de arbeidsmarkt verwerven die goed bij hun talenten aansluit. Dat is de missie van het UAF: heel gemotiveerde en talentvolle vluchtelingen bijstaan bij hun doorstart in het land waar zij bescherming kregen. Volwaardige participatie op basis van daadwerkelijke erkenning en waardering van de aanwezige competenties. Dit jaarverslag bericht over de activiteiten en de programma s die het UAF uitvoerde om die doelstelling te verwezenlijken. Die activiteiten leidden tot succes: 279 door het UAF gesteunde studenten studeerden dit studiejaar af en 292 hoger opgeleide vluchtelingen vonden een baan, die bij hun competentieniveau aansluit. Op dit moment aan de vooravond van ons zestigjarig jubileum steunt het UAF ruim 2.600 vluchtelingen. Wij kunnen dit werk doen dankzij de financiële bijdragen van ruim 25.000 individuele donateurs, fondsen en instellingen zoals de Nationale Postcode Loterij. Wij zijn deze donateurs zeer erkentelijk voor de steun die zij hebben gegeven. Deze steun zal ook in de komende jaren nodig zijn, gelet op het aanzienlijke beroep dat op ons wordt gedaan. Weet dat uw financiële steun daarbij zeer wordt gewaardeerd. Prof. R.F.M. Lubbers, voorzitter Utrecht, maart 2008 3 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

De afgestudeerde UAF-studenten in het studiejaar 2006-2007 UAF-cijferlijst 2006-2007 2.640 cliënten 69 herkomstlanden 25.221 donateurs 36 fte medewerkers 5.160.688 euro beschikbaar voor doelstelling 279 afgestudeerden 292 succesvolle bemiddelingen naar werk

inhoud 1 WIE HELPT HET UAF? 7 1.1 Algemeen 1.2 Aantal studerende cliënten 1.3 Toelating 1.4 Samenstelling UAF-studentenbestand 1.5 Diploma s, bullen en banen 2 HOE HELPT HET UAF? 16 2.1 Individuele begeleiding 2.2 Groepsgewijze begeleiding 2.3 Financiële steun 2.4 Belangenbehartiging en expertise 3 HOE WERKT HET UAF? 23 3.1 Aanmelding 3.2 Begeleiding 4 WIE HELPEN HET UAF? 25 4.1 Fondsenwerving 4.2 Privacy 4.3 Communicatie 5 ORGANISATIE EN BELEID 29 5.1 Besluitvorming 5.2 Bestuur 5.3 Afdelingen 5.4 Evaluatie 2006-2007 5.5 Toekomst 6 FINANCIËN 35 6.1 Financieel jaarverslag 6.2 Rekening van baten en lasten 6.3 Toelichting op de uitvoeringskosten 6.4 Grondslagen van de financiële verslaggeving 6.5 Stichting UAF Steunpunt (SUS) 6.6 Kort financieel jaarverslag Stichting UAF Steunpunt (SUS) ACCOUNTANTSVERKLARING 44 5 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Herkomstlanden van UAF-studenten

1 WIE HELPT HET UAF? De Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF helpt hoger opgeleide asielzoekers en vluchtelingen in Nederland bij hun studie en het vinden van een passende baan. Daarnaast behartigt het UAF de belangen van deze groep. 1.1 Algemeen De vluchtelingen die in het verslagjaar bij het UAF aanklopten, waren niet de eersten. De Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF is de oudste vluchtelingenorganisatie in Nederland. Ze werd opgericht in 1948 vanuit de universitaire gemeenschap. In bijna zestig jaar groeide het UAF uit tot een professionele hulporganisatie die vele duizenden vluchtelingen hielp een nieuw bestaan op te bouwen. In 1993-1994 richtte het UAF een afdeling op die afgestudeerde cliënten helpt bij het STATUTAIRE DOELSTELLING De Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, zich beroepend op de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, stelt zich tot doel hoger opgeleide vluchtelingen uit alle delen van de wereld, die vanwege gegronde vrees voor vervolging het land hebben verlaten, bij voldoende gebleken capaciteiten de nodige materiële en geestelijke steun te verlenen om hun studie in Nederland te kunnen voortzetten en beëindigen, en aan hen steun te verlenen bij het verwerven van een plaats op de arbeidsmarkt die aansluit bij hun opleiding alsmede voorlichting te geven over bovenomschreven doelgroep en activiteiten. zoeken naar werk op een niveau dat aansluit bij de studie, de afdeling Job Support. Gelieerd aan het UAF is de Stichting UAF Steunpunt (SUS), dat in opdracht van het ministerie van Onderwijs enkele bijzondere studiefinancieringsregelingen voor vluchtelingen uitvoert. De herkomst van de cliënten van het UAF is zeer divers, 69 nationaliteiten zijn in het verslagjaar vertegenwoordigd. De belangrijkste herkomstlanden zijn al enige jaren Irak, Iran en Afghanistan. 1.2 Aantal studerende cliënten Per saldo nam het aantal vluchteling-studenten in de verslagperiode af met 6 procent van 2.174 in 2005-2006 naar 2.054 in 2006-2007. Het aantal Job Support-cliënten steeg van 496 naar 586. Dit komt vooral omdat het Generaal Pardon pas laat in het studiejaar van kracht werd. Het aantal aanmeldingen ging na mei 2007, bijna op het einde van de verslag- periode, dan ook met een forse sprong omhoog. Het aantal acceptaties es bleef vooralsnog 7 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Cliënten van het UAF 1- Ontwikkeling van het aantal cliënten 2500 2000 1500 1000 500 0 1 π UAF-studenten π Job Support-cliënten 2- Aantal nieuw geaccepteerde cliënten van het UAF 2 3- Aantal cliënten met pardonaanvraag per 31 augustus 2007 4- Status van de UAFstudenten 3 π Cliënten die onder de oude vreemdelingenwet vallen π Reeds in bezit van pardonvergunning 4 π vergunninghouder π in asielprocedure π uitgeprocedeerd 8 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

achter omdat de acceptatie altijd na de aanmelding komt. De stijging van de acceptaties doet zich dan ook vooral buiten de verslagperiode voor. Het aantal cliënten is in de bijna zestig jaar van het bestaan van het UAF fors gegroeid. Ging het in 1948 nog om enkele tientallen Tsjechische studenten, in het verslagjaar 2006-2007 had het UAF gemiddeld circa 2.640 cliënten onder haar hoede. De studentenbegeleiders hielpen 2.050 cliënten bij hun studie of voorbereiding daarop. De consulenten van UAF Job Support stonden 590 cliënten terzijde bij het vinden van een baan of stage. De ontwikkeling van het cliëntenaantal van het UAF hangt normaal gesproken nauw samen met de vluchtelingensituatie wereldwijd en het asielbeleid in Nederland. Het verslagjaar vormt daarop een uitzondering. Er komen minder vluchtelingen naar Nederland. Dat vertaalt zich in het begin van de verslagperiode dan ook in een dalend aantal cliënten. Maar nadat de regering op 25 mei 2007 het Generaal Pardon afkondigt, komt er een kentering. AMIR DAVODIAN UIT IRAN Amir was te zien in een Netwerk reportage over een groep van ongeveer honderd hoogopgeleide, getalenteerde asielzoekers zonder verblijfsvergunning. Oud-premier Ruud Lubbers pleitte voor een werkvergunning voor deze talentvolle mensen. Het bedrijf waar Amir stage liep, had hem dolgraag in dienst genomen. Maar omdat Amir nog geen verblijfsvergunning had, moest hij noodgedwongen thuis blijven zitten. Toch liet hij zich niet ontmoedigen. Hij viel immers onder het Generaal Pardon en kon ieder moment positief bericht krijgen van de IND. Zodra ik mag werken, ga ik snel op zoek naar een goede baan. Het Generaal Pardon behelst namelijk dat asielzoekers die nog onder de oude vreemdelingenwet vallen een verblijfsvergunning krijgen als zij al langer dan zes jaar in Nederland verblijven. Veel van de tienduizenden mensen die onder dit pardon vallen, krijgen de kans om weer te studeren. De verwachting is dat door het Generaal Pardon de daling van het aantal cliënten van de afgelopen jaren voorlopig zal stoppen en dat het cliëntenaantal weer licht zal gaan stijgen. Het UAF was niet geheel onvoorbereid op het Generaal Pardon. In het beleid van het UAF zijn de externe omstandigheden een belangrijke factor om rekening mee te houden. Het UAF kent een flexibel personeelsbeleid. Het past zo nodig de omvang van de organisatie aan. Daarnaast houdt het UAF de doelgroep in de gaten. De stichting bekijkt voortdurend of er ruimte is om de doelgroep uit te breiden, dan wel een noodzaak dreigt haar in te krimpen. Zo had het UAF in 2005/2006 al een voorschot genomen op het Generaal Pardon. Het UAF breidde in dat jaar haar doelgroep uit met kinderen van asielzoekers die 9 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

onder de oude vreemdelingenwet vielen, maar geen uitsluitsel hadden gekregen. Het probleem was namelijk dat deze kinderen leerplichtig waren tot hun achttiende, maar vanaf hun achttiende levensjaar niet meer mochten leren. Hoe talentvol ze ook zijn. Vandaar dat het UAF, onder andere met steun van Stichting Kinderpostzegels Nederland haar doelgroep uitbreidde met deze kinderen. Met succes. De nieuwe groep cliënten kon vrijwel onmiddellijk probleemloos starten met de studie. Het UAF beseft dat de toename van het aantal cliënten als gevolg van het Generaal Pardon een tijdelijke trendbreuk is. Op langere termijn zal het aantal cliënten weer gewoon het aantal asielverzoeken volgen. 1.3 Toelating Khansa Kheir uit Soedan, MBO verpleegkunde Tijdens mijn stage wist ik direct dat ik de goede richting had gekozen. De mensen in het verpleeghuis waren zo dankbaar dat ik kwam om ze te helpen. Je zag gewoon hoe gelukkig ze waren. Dat was precies de reden dat ik voor de studie verpleegkunde heb gekozen. Ik wilde iets betekenen voor andere mensen, iets geven. Dat kon niet in mijn eigen land, maar hier gelukkig wel. Voor het UAF bestaan geen woorden. Het is niet uit te leggen hoe belangrijk het is dat iemand je hier steunt, dat er een organisatie is die vertrouwen in je heeft. Hoe komt het nu dat het UAF al pardonners als cliënt had, terwijl het Generaal Pardon nog niet van kracht was? Dat komt omdat het UAF eigen voorwaarden stelt waaraan vluchtelingen en asielzoekers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor steun van het UAF. Ten eerste beoordeelt het UAF via een eigen, onafhankelijke toetsing of een asielzoeker terecht een beroep op het vluchtelingschap doet of heeft gedaan. Op het moment van aanvraag moet de aspirant-cliënt een asielaanvraag hebben lopen of (maximaal vijf jaar) een status hebben. Bij de toetsing door het UAF is het Vluchtelingenverdrag van Genève het uitgangspunt en dus niet de beslissing van de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Verder moeten aspirant-cliënten beschikken over voldoende vooropleiding, een opleiding gaan volgen op universitair-, hbo- of mbo 4-niveau en de Nederlandse taal voldoende beheersen. Aanmelding voor begeleiding door de afdeling Job Support staat open voor UAF-studenten. Daarnaast begeleidt Job Support in beperkte mate cliënten die niet eerst met steun van het UAF hebben gestudeerd. Het betreft dan projecten die worden uitgevoerd in opdracht van en met subsidie van derden. 10 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

1.4 Samenstelling UAF-studentenbestand Van de UAF-studenten (zij die zich voorbereiden op een studie dan wel studeren) is 55,8 procent man en 44,2 procent vrouw. Het aandeel vrouwen ligt daarmee onder het gemiddelde van de totale studentenpopulatie in Nederland, maar boven het gemiddelde van vluchtelingen in Nederland. Het percentage vrouwen in de clientèle van het UAF nam bovendien in het verslagjaar verder toe. De gemiddelde leeftijd van de UAF-studenten is 32 jaar. Verblijfsstatus Het merendeel van de UAF-studenten (77,0 procent) is erkend als vluchteling en heeft een verblijfsvergunning. Bijna een vijfde (20,5 procent) is nog in procedure en 2,5 procent is uitgeprocedeerd. Het aantal statushouders nam in het verslagjaar fors toe ten opzichte van het jaar ervoor. Toen was nog slechts 69,7 procent erkend als vluchteling. Belangrijkste oorzaak hiervan is uiteraard het Generaal Pardon. Het UAF blijft onder voorwaarden uitgeprocedeerden steunen, zolang zij nog in redelijkheid hun studie kunnen vervolgen. Studiefase Van de UAF-studenten waren er in het verslagjaar 1.432 bezig met hun studie. De anderen bereidden zich daarop voor. De gemiddelde voorbereidingsduur van UAFstudenten lag tot 2001 op ruim een jaar. Sinds 2001 is de voorbereidingsduur toegenomen tot anderhalf jaar, met name door de afschaffing van taalonderwijs voor vluchtelingen in de asielzoekerscentra. Daardoor werd het voor aanstaande studenten bijzonder moeilijk om binnen een jaar klaar te zijn voor de studiestart. De langere voorbereiding vergt langer en meer steun van het UAF. Studieniveau en -keuze De grootste groep UAF-studenten volgt een hbo-opleiding. In het verslagjaar was dat 48 procent van het aantal cliënten, terwijl 31 procent een woopleiding volgde en 21 procent een mbo-opleiding. De populairste studierichtingen zijn die in de sector economie en recht, op de voet gevolgd door de sector natuur en techniek en de sector gezondheidszorg. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde kiezen UAF-studenten op wo-niveau opvallend vaak een studie in de sector gezondheidszorg. Het gaat om bijna de helft van het aantal cliënten dat een wetenschappelijke opleiding volgt. Het gaat hier onder andere om artsen en tandartsen, die veelal in eigen land al een afgeronde opleiding achter de rug hebben. Op hbo-niveau zijn studenten in de sector economie en recht oververtegenwoordigd. Ook op mbo-niveau is economie en recht bij de UAF-cliënten erg populair, gevolgd door natuur en techniek. Studieduur Ondanks de voor hen vreemde taal waarin ze studeren en vaak verre van ideale studieomstandigheden, doen de UAF-studenten het opvallend goed in vergelijking met de landelijk gemiddelde studieduur. Onzekerheid over de verblijfsstatus, het verblijf in een asielzoekerscentrum en het verwerken van de vluchtachtergrond spelen vaak een grote 11 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Verdeling van de UAF-studenten over de studiesectoren wo 5 hbo hbo 6 mbo 7 12 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

rol, maar vluchtelingen en asielzoekers compenseren dat met een buitengewoon sterke motivatie om een nieuw leven op te bouwen. Van de afgestudeerden bij het UAF deden wo-studenten gemiddeld 4,4 jaar over hun studie, terwijl het landelijk gemiddelde op 5,3 jaar ligt. De hbo-studenten bij het UAF haalden in 4,0 jaar hun diploma, bij een landelijk gemiddelde van 4,3 jaar. De mbo ers bij het UAF deden er 2,7 jaar over. 350 8- Het aantal afgestudeerde UAFstudenten per jaar 300 250 200 150 100 50 8 0 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 6 06-07 300 250 9- Het aantal met hulp van Job Support gevonden banen en stages (dat laatste cijfer wordt sinds 2004-2005 centraal bijgehouden) 200 150 100 50 9 0 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 6 06-07 π baan π stage De korte studieduur is deels ook te verklaren door de vooropleiding waarover veel UAFstudenten beschikken. Een groot aantal van hen is in het land van herkomst al afgestudeerd. Vaak hadden ze daar al een werkcarrière opgebouwd. Dankzij vrijstellingen kunnen zij hoger ingeplaatst worden in plaats van in het eerste jaar te beginnen. Soms heeft een cliënt met zijn voorkennis voldoende aan een kort traject, van maximaal twee jaar, voor het behalen van een diploma of andere startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. Deze groep tekent de bijzondere waarde van vluchtelingen voor de Nederlandse samenleving. 13 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Dankzij hun vooropleiding en voorkennis studeren zij in Nederland snel opnieuw af, waarmee ze na een relatief kleine investering klaarstaan om hun bijdrage te leveren aan de maatschappij. Zelfs als deze versnelde studietrajecten niet worden meegerekend, komt de studieduur van UAF-studenten altijd nog overeen met het Nederlandse gemiddelde. Dat is een uitzonderlijke prestatie gezien de moeilijke omstandigheden van de groep. 1.5 Diploma s, bullen en banen In het verslagjaar studeerden 279 cliënten af. Opvallend is het hoge aantal mensen dat in de gezondheidszorg afstudeerde, namelijk 30 procent van de afgestudeerden. Ook de economische studierichtingen (20 procent) en de technische studies (12 procent) waren goed vertegenwoordigd. Onder de afstudeerders bevonden zich 44 mensen die onder het Generaal Pardon vallen. Dankzij de steun van het UAF konden zij tijdens de vaak lange periode waarin zij moesten wachten op een verblijfsvergunning reeds starten met een studie. Shahram Dehghan Kohan uit Iran, student Tandheelkunde Over twee weken mag ik mijn eerste patiënt behandelen. Daar heb ik echt zin in, want ik ben niet iemand die graag met zijn neus in de boeken zit. De studie loopt nu goed, zeker nu ik een pardonvergunning heb. Daardoor gaat alles veel makkelijker. Als je geen identiteitsbewijs hebt, kun je vrijwel niets in Nederland. Gelukkig steunde het UAF mij, waardoor ik na mijn VWO de studie tandheelkunde kon beginnen. Het UAF gaf me een beurs en betaalde de helft van mijn maandabonnement zodat ik van Vlaardingen naar Amsterdam kon reizen. Met hulp van Job Support vonden in het verslagjaar 292 vluchtelingen een baan op niveau. Dat is niet alleen meer dan de 239 in het voorgaande verslagjaar, maar ook belangrijk meer dan de 250 plaatsingen die Job Support zich ten doel had gesteld. Dit resultaat is behalve aan de aantrekkende economie ook te danken aan de inzet van extra menskracht in het kader van het Banenoffensief Vluchtelingen. Verder wist Job Support ook nog eens 104 stageplaatsen te regelen voor vluchteling-studenten. In het volgende hoofdstuk leest u meer over het Banenoffensief en de werkwijze van Job Support. Het begeleiden van vluchtelingen naar passend werk is een onderdeel van het werk van het UAF dat steeds belangrijker wordt. Studeren is in de ogen van het UAF geen doel op zich, maar een middel om te komen tot een passende baan. Tekenend is de omgang van het UAF met studie-uitval. Was dat in het verleden reden om het cliëntschap te beëindigen, nu kijkt Job Support of voor zo n recuperant wellicht een andere route denkbaar is naar passend werk. 14 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Instellingkeuze van UAF-studenten. De grote onderwijsinstellingen zijn ook bij UAF-studenten favoriet.

2 HOE HELPT HET UAF? Het UAF helpt vluchtelingen en asielzoekers met advies en financiële steun, naast individuele en collectieve belangenbehartiging. Het idee daarachter is dat studie geen doel is, maar een middel tot volwaardige participatie in de Nederlandse samenleving. Steeds meer fungeert het UAF ook als nationaal expertisecentrum op het gebied van hoger opgeleide vluchtelingen. Het werk van het UAF gaat uit van de kracht, de motivatie en het talent van de hoger opgeleide vluchteling of asielzoeker. Uitgaand van de zelfredzaamheid helpt het UAF een cliënt om specifieke hobbels die samenhangen met studeren in een vreemd land te effenen. Sinds 1993 is de kernactiviteit van het UAF niet meer alleen begeleiding bij studie, maar ook bij het vinden van een baan. 2.1 Individuele begeleiding De individuele begeleiding van cliënten van het UAF betreft advies en begeleiding tijdens de studie over leermethoden en hoe studeren in Nederland in zijn werk gaat. Verder gaat het om hulp bij het wegwerken van eventuele deficiënties en het bijspijkeren van het niveau Nederlands, de keuze van studierichting, -niveau en -traject (deeltijd, voltijd, kort traject) en de papierwinkel rondom de studie (aanmelden, inschrijven, uitschrijven, aanvragen studiefinanciering als de cliënt daarvoor in aanmerking komt e.d.). Ook kan de afdeling Studentenbegeleiding helpen bij het regelen van vrijstellingen of een kort traject bij een onderwijsinstelling en bij het afstemmen met de gemeente in geval van een eventuele uitkering naast de studie. Na de studie biedt Job Support individuele begeleiding in de vorm van hulp bij het opstellen van een curriculum vitae, inzicht in de mogelijkheden en sterke kanten van de cliënt en het zoeken naar vacatures. Job Support richt zich daarbij op de empowerment van de betreffende vluchteling en het vergroten van zijn of haar sollicitatievaardigheden. Zo bereidt ze sollicitatiegesprekken voor in rollenspellen. Job Support brengt werkzoekenden in contact met medevluchtelingen of andere werkenden in hun branche. In het verslagjaar wist Job Support 21 van deze mentorschappen tot stand te brengen. Job Support benadert actief bedrijven om te kijken of ze daar cliënten kan plaatsen. Zo plaatste Job Support in de afgelopen twee jaar twaalf hoger opgeleide vluchtelingen op een werkervaringsplaats bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De zes vluchtelingen die Job Support het eerste jaar plaatste, vonden allemaal binnen een jaar een baan op niveau. Vanwege dit succes stelde ook het ministerie van Justitie zes werkervaringsplaatsen ter beschikking. 16 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

2.2 Groepsgewijze begeleiding Daarnaast kent het UAF in toenemende mate groepsgewijze begeleiding. Zo zijn er trainingen voor voorbereiders (regionale ontmoetingsdagen), studiestarters (startersbijeenkomsten) en eerstejaars (WEB-trainingen). Hieraan namen respectievelijk 30, 50 en 26 UAFstudenten deel. Voor UAF-studenten die zich in de afstudeerfase oriënteren op de arbeidsmarkt waren er arbeidsmarktoriëntatietrainingen. Na de studie biedt Job Support onder meer sollicitatietraining, specifieke training voor artsen en bedrijvendagen waar cliënten en bedrijven met elkaar kennismaken. In het verslagjaar werkte Job Support onder andere samen met het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Nederlandse universiteiten en De Nederlandsche Bank. Zo plaatste Job Support elf stagiaires bij de Nederlandsche Bank en wist ze daar drie banen te realiseren. Aan de sollicitatietrainingen namen in het verslagjaar 30 cliënten deel. Dat waren er 40 minder dan de doelstelling. Belangrijkste reden hiervoor was dat men op de opleiding al een sollicitatietraining had gevolgd. Jutta König, psychologe bij Van Ede & Partners Inmiddels hebben we 45 cliënten van het UAF geholpen. Zij leerden in een traject onder andere wat hun aspiraties en mogelijkheden zijn. Je merkt dat bij veel vluchtelingen het vertrouwen in anderen is geschaad door alles wat ze mee hebben gemaakt. Hier merken ze dat iemand vertrouwen in ze stelt, dat iemand aan hun kant staat en met ze meedenkt. Vluchtelingen hebben Nederlandse bedrijven veel te bieden omdat ze zaken als vanzelf vanuit verschillende perspectieven bekijken. We maken veel te weinig gebruik van de expertise van vluchtelingen. Achmea Achmea heeft begin 2007 afspraken gemaakt met de vakbonden over de toeleiding van vluchtelingen naar de arbeidsmarkt. Achmea heeft vijftien werkervaringsplaatsen beschikbaar gesteld voor hoger opgeleide vluchtelingen. Het betreft betaalde additionele werkplekken voor de periode van één jaar binnen de verschillende Achmea-divisies. Het gaat met name om administratief-financiële functies op diverse functieniveaus. UAF Job Support en Stichting Emplooi dragen bij aan de invulling van de werkervaringsplaatsen door werving en selectie van potentiële kandidaten en ondersteuning bij de uitvoering van het project. Op dit moment zijn er negen werkervaringplaatsen vervuld binnen de verschillende Achmea-divisies. 17 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Bedrijvendagen In het verslagjaar hield Job Support opnieuw bedrijvendagen. Nieuw element in de groepsgewijze begeleiding was een werkgeverslunch bij het UAF-afstudeeren startersfeest. De doelstelling voor 2006-2007 was dat Job Support 50 studenten zou betrekken bij de bedrijvendagen. Het werden er uiteindelijk 68, wat betekent dat de behoefte aan deze vorm van begeleiding groot is. Banenoffensief Vluchtelingen Een belangrijke impuls voor de begeleiding bij het vinden van passend werk kwam in het verslagjaar van het Banenoffensief Vluchtelingen. Dit driejarige offensief startte in het najaar van 2005 en heeft als doel in drie jaar tijd 2500 vluchtelingen extra aan het werk te helpen. Het is een gezamenlijk project van de Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF, Stichting Emplooi, VluchtelingenWerk Nederland en CWI, waarbij het UAF de verplichting op zich nam om 940 vluchtelingen te helpen. Hierbij ging het om 440 banen en 500 stages. In het verslagjaar werd met de plaatsing van 499 vluchtelingen een belangrijke stap gezet op weg naar verwezenlijking van deze doelstelling. Het UAF hoopt na afloop van het driejarig RAFI SEyED UIT AFGHANISTAN Rafi Sayed is sinds 1997 in Nederland. Hij volgde de studie management, economie en recht. Geholpen door het Banenoffensief kreeg hij een contract bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ik houd me bezig met het diversiteitbeleid: hoe kunnen we als ministerie goede stagiaires vinden die een afspiegeling vormen van de maatschappij. Mijn meerwaarde als vluchteling zit m in mijn extra bagage: mijn levenservaring en doorzettingsvermogen. Ik denk dat ik de problemen van vluchtelingen beter naar voren kan brengen dan veel van mijn Nederlandse collega s. offensief 940 vluchtelingen aan werk te hebben geholpen. De inbreng van het UAF bestaat met name uit hoger opgeleide deelnemers aan het project, contacten met werkgevers en kennis en uitvoering van de begeleiding van deelnemers naar passend werk. De begeleiding door Job Support staat daarbij niet alleen open voor UAF-cliënten, maar ook voor andere hoger opgeleide vluchtelingen die worden gesteund in het kader van het Banenoffensief. Het Banenoffensief Vluchtelingen wordt gefinancierd door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ruwe Diamanten De gemeente Den Haag gaf Job Support opdracht tot het project Ruwe Diamanten, waarin het UAF samen met de Stichting Emplooi tien vluchtelingen in twee jaar tijd aan een baan op hun niveau helpt. Job Support verzorgt onder meer een intensieve portfoliotraining van vier workshops, het uitzetten van 18 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

studietrajecten, het oefenen van sollicitatiegesprekken, begeleiding bij en het vinden van stages of vrijwilligerswerk om werkervaring op te doen en begeleiding bij het schrijven van sollicitatiebrieven. Emplooi en Job Support zoeken ook via hun netwerk en actieve job hunting naar geschikte banen. De looptijd van het project is van januari 2005 tot september 2007. De doelstelling is dat Job Support in totaal achttien werkzoekenden in begeleiding heeft en dat aan het einde van het project tenminste negen deelnemers een baan hebben gevonden van langer dan zes maanden die aansluit op de kwaliteiten en achtergrond van de kandidaat. Medio 2007 kon Job Support concluderen dat de doelstelling was gehaald. Negen deelnemers waren aan een baan geholpen, terwijl acht deelnemers vrijwilligerswerk of een stage kregen. Ruwe Diamanten werd hiermee een voorbeeld voor andere gemeenten omdat het liet zien dat het investeren in studie en taalvaardigheid op termijn vruchten afwerpt. Ali Atra uit Irak Ali had in Irak een eigen technisch beveiligingsbedrijf. De wens om opnieuw zelfstandig ondernemer te worden heeft hem nooit losgelaten. Hij neemt nu deel aan de trainingen voor Startende Ondernemers. Ali: Het geeft de weg aan hoe je moet starten. Ik raad het iedereen aan die plannen heeft voor een eigen bedrijf. Zo leer ik nu te onderzoeken wat de klant wil en hoe ik nieuwe klanten kan werven. Zijn bedrijf heet Atra Elektra en is een eenmanszaak. Eerder heeft Ali al een supermarkt en een woning beveiligd en nu werkt hij aan het beveiligen van een scooterwinkel. Startende ondernemers Job Support startte in 2006 met steun van het Europees Vluchtelingen Fonds (EVF), Stichting Instituut Gak en Sint Laurensinstituut een project voor startende ondernemers. De doelstelling van het project is de start mogelijk te maken van 45 à 50 zelfstandige ondernemingen. Het project beloopt een periode van drie jaar: 2007 tot en met 2009. Vluchtelingen met de wens tot een eigen bedrijf kunnen terecht bij de afdeling Job Support om begeleiding te krijgen bij alle facetten van het ondernemerschap. Job Support biedt vervolgens met STEW advies & training kleinbedrijf een traject waarin startende ondernemers wegwijs worden gemaakt. De deelnemers leren onder andere zaken als marketing en financieel beheer. Het eindresultaat van de trainingen is dat ze met een goed ondernemingsplan en een goede kredietaanvraag komen. De uiteindelijke doelstelling is het bevorderen van succesvol ondernemerschap onder de groep hoger opgeleide vluchtelingen in Nederland. 19 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

Hierdoor kunnen zij een plaats verwerven in de maatschappij, hun binding en betrokkenheid binnen de samenleving vergroten en een eigen inkomen verwerven. Hijum De afdeling Studentenbegeleiding startte in samenwerking met de afdeling Job Support in het verslagjaar het project Hijum. Doel van het project is het perspectief van hoger opgeleide vluchtelingen op werk te verbeteren via een kort taal- en opleidingstraject. Eveneens is het doel om te komen tot samenwerking met partners in het veld en het ontwikkelen van een langdurige overdraagbare methodiek. Het UAF startte onder andere een project voor actuarieel rekenaars. Het UAF benaderde daarom studenten wiskunde en economie met het aanbod een verzorgd maatwerktraject te volgen in de richting van actuarieel rekenen. Dit in samenwerking met opleidingsinstituten en werkgevers in de pensioen en verzekeringsbranche waarbij het Actuarieel Instituut het traject verzorgd. Doel is dat aan het eind van het project zeker elf cliënten klaar zijn voor de arbeidsmarkt en aan de slag kunnen als actuarieel rekenaar bij de pensioenfondsen. 2.3 Financiële steun De financiële steun die het UAF haar cliënten biedt, is tweeledig. Enerzijds is het UAF doorgeefluik van financiering door de overheid, met name studiebeurzen op grond van de Wet Studiefinanciering (WSF) en enkele bijzondere studiefinancieringsregelingen voor vluchtelingen. Het UAF bemiddelt bij de aanvraag van deze regelingen en biedt zo nodig aanvullende steun. In principe dekken de overheidsregelingen de studiekosten, maar in praktijk komt een (vluchteling-)student daarmee niet altijd uit. Het UAF schiet bijvoorbeeld hogere uitgaven ineens voor, zoals voor het collegegeld, de aanschaf van boeken of de aanschaf van een pc. De cliënt betaalt deze voorschotten gedurende het jaar terug. Daarnaast vergoedt het UAF een aantal bijzondere kosten, zoals voor verplichte stages of extra kostbare studiematerialen. Als geen andere financiering van de studie mogelijk is, biedt het UAF vervangende financiële steun. Het gaat dan met name om niet-statushouders, die geen beroep kunnen doen op overheidsregelingen voor studiekosten. Reiskosten spelen hier een grote rol. Door het kabinetsbeleid, met het sluiten van asielzoekerscentra en veelvuldige overplaatsing van de bewoners, drukten deze kosten in het verslagjaar net als in het voorgaande jaar zwaar op het UAF. De laatste maanden van het verslagjaar trad echter een zekere verlichting op vanwege het Generaal Pardon. Dit betekende namelijk dat de mensen die hiervoor in aanmerking kwamen een verblijfsvergunning kregen en zich derhalve konden beroepen op overheidsregelingen voor studiekosten. Bijna alle financiële steun die het UAF een cliënt geeft bestaat in de regel voor 60 procent uit een gift en voor 40 procent uit een lening die de cliënt na afloop van de studie naar draagkracht terugbetaalt. 20 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

2.4 Belangenbehartiging en expertise Het UAF streeft naar het vergroten van het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen in Nederland. Vandaar dat zij zich in de verslagperiode inzette voor het Generaal Pardon en een vreemdelingenbeleid dat kennismigranten niet afschrikt. Het UAF geldt als expertisecentrum bij uitstek op het gebied van de waarde die hoger opgeleide vluchtelingen hebben voor de Nederlandse samenleving en van belemmeringen die zij ondervinden bij hun participatie in de maatschappij. Het UAF treedt dan ook geregeld op als adviseur van overheidsinstanties en diverse organisaties en neemt deel aan overlegorganen en projecten. Het UAF neemt deel aan of werkt nauw samen met VluchtelingenWerk Nederland, Stichting Vluchteling, Amnesty International, Oxfam Novib en de Kommissie Buitenlandse Studerenden van het Landelijk Beraad Studentendecanen. Platform Schakeljaren Schakelonderwijs verzorgt aansluiting tussen het onderwijs dat in het herkomstland is gevolgd en een studie in Nederland. Het volgen van een schakeljaar is voor veel vluchteling-studenten de beste manier om zich voor te PLATFORM SCHAKELJAREN bereiden op hun studie. Het UAF faciliteert het platform en streeft naar accreditatie van de schakeljaren. Barrière of carrière? Voor hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen blijken de barrières om op hun niveau in Nederland aan de slag te gaan veelal nog groter dan voor mannelijke vluchtelingen. Samen met het Verwey-Jonker Instituut onderzoekt het UAF gedurende drie jaar hoe de maatschappelijke participatie van hoger opgeleide vrouwelijke vluchtelingen vergroot kan worden. In het kader van het project richten de activiteiten zich op vrouwelijke vluchtelingen met een hogere (universitair of hoger beroepsonderwijs) of middelbare opleiding. Reden om voor deze groep te kiezen is enerzijds de aanwezige barrières die deze vrouwen ondervinden en anderzijds de behoefte in Nederland aan (hoog)gekwalificeerde professionals. Het doel is dat 3 à 6 gemeenten meedoen en 60 à 100 mensen deelnemen. Het project startte in september 2004 en loopt tot eind 2007. Het wordt gefinancierd door het ministerie van OC&W, directie Emancipatiezaken. Tot en met het verslagjaar verleenden Amersfoort en Rotterdam hun medewerking en werden circa 45 deelnemers begeleid. Gemeentelijk beleid Voor vluchtelingen zijn gemeenten belangrijk, vooral in verband met inburgering en uitkeringen. Het UAF stimuleert een ruimhartig en doelmatig gemeentelijk beleid voor hoger opgeleide vluchtelingen, vooral als het gaat om de combinatie van studie en uitkering. Sinds 2004 heeft het UAF hiermee een medewerker belast, wat het ministerie van OC&W financieel mogelijk maakt. De medewerker geeft voorlichting aan medewerkers van sociale diensten, gemeenteambtenaren, gemeenteraadsleden en andere betrokkenen bij hoger opgeleide vluchtelingen en hun mogelijkheden bij studie en toetreding tot de arbeidsmarkt. In een aantal gemeenten realiseert men zich dat veel artsen, 21 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

bètawetenschappers en andere hoger opgeleide vluchtelingen met een (relatief) geringe gemeentelijke inspanning blijvend uit de bijstand verdwijnen. Deze vluchtelingen voorzien daarmee in een maatschappelijke behoefte. BITS Het project Bevordering Instroom Techniek Studenten wil de in- en doorstroom van bèta- en techniekstudenten onder vluchtelingen vergroten. Het project startte in het voorjaar van 2006 en loopt tot 1 december 2007. Doelstelling is 100 voorbereiders, 300 studenten en 25 banen voor afgestudeerden in de techniek. Verder wil het UAF 35 à 45 uitvallers (recuperanten) via een andere route naar de arbeidsmarkt leiden. Het Europees Vluchtelingen Fonds financiert het project. De doelstelling is bij de voorbereiders en studenten vrijwel ingevuld. Onder vluchtelingstudenten bestaat traditiegetrouw ook grote belangstelling voor technische studierichtingen. Daarnaast zijn 18 banen gerealiseerd. De verwachting is dat het UAF ook hier de doelstelling haalt. De doelstelling voor recuperanten blijkt moeilijker te realiseren. Het UAF begeleidde tot en met het verslagjaar slechts 10 studenten zonder regulier diploma naar een baan. De groep blijkt moeilijker bemiddelbaar dan gedacht omdat de afstand tot de arbeidsmarkt nog vrij groot is. 22 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

3 HOE WERKT HET UAF? Zorgvuldige en transparante procedures en besluitvorming staan bij het UAF hoog in het vaandel. Van aanmelding tot einde cliëntschap zijn criteria vastgelegd waaraan cliënten moeten voldoen. In haar bijna zestigjarig bestaan ontwikkelde het UAF een zorgvuldige besluitvorming bij het accepteren van cliënten. Beoordelingscriteria zijn vastgelegd, besluiten worden door een tweede instantie beoordeeld voordat ze definitief zijn en er zijn beroepsprocedures voor (aspirant-)cliënten die het niet eens zijn met een beslissing van het UAF omtrent het cliëntschap. De normen zijn enerzijds een waarborg voor een zo rechtvaardig mogelijk acceptatiebeleid, anderzijds zijn ze erop gericht de middelen die donateurs het UAF ter beschikking stellen zo effectief mogelijk in te zetten. 3.1 Aanmelding Aanmelding bij het UAF staat open voor mensen die asiel hebben aangevraagd in Nederland of als ze al een verblijfsvergunning hebben, die niet langer dan vijf jaar geleden verkregen werd. Daarnaast moeten zij studieplannen hebben op mbo 4-, hbo- of wo-niveau, ten minste twaalf jaar vooropleiding hebben genoten en Nederlands beheersen op minimaal NT2-/Niveau 2 à 3. Na aanmelding volgt in eerste instantie een beoordeling op documenten. Hierna volgt een intakeprocedure, waarbij het UAF het vluchtverhaal van de aspirant-cliënt beoordeelt. Het UAF doet dat onafhankelijk van de beoordeling door de IND, aan de hand van het Vluchtelingenverdrag van Genève en andere internationale mensenrechtenverdragen. Een besluit tot toelating wordt bekrachtigd door het bestuur van het UAF. Het UAF was tot voor kort vrij passief als het ging om de werving van nieuwe cliënten. Cliënten leken als vanzelf de weg naar het UAF te vinden. Het beleid veranderde toen het ministerie van OC&W rond 2000 het UAF verzocht voorlichting te geven in asielzoekerscentra. Twee ontwikkelingen zorgden in het verslagjaar echter voor een verdere kentering: - gedurende het Banenoffensief Vluchtelingen bleek dat een deel van de vluchtelingen niet wist van het bestaan van het UAF, terwijl ze wel het potentieel had om verder te studeren; - het aantal cliënten nam af als gevolg van het dalend aantal asielzoekers. Het UAF besloot daarom meer outreachend te werken om een groter aantal vluchtelingen op het bestaan van het UAF te wijzen. Dit leidde onder andere tot de campagne Pardon! Mag ik even uw aandacht?, waarin asielzoekers die onder het Generaal Pardon vielen attent werden gemaakt op de mogelijkheden die het UAF hen te bieden heeft op het gebied van studie en het vinden van een baan op niveau. De campagne leidde tot substantieel meer aanmeldingen. 23 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

3.2 Begeleiding Samen met de cliënt bepaalt het UAF de meest optimale route via studie naar passend werk. Intern zijn richtlijnen opgesteld voor wat als optimaal geldt, bijvoorbeeld de keuze voor een voltijd- of deeltijdstudie en een volledig studietraject of een kort traject. In de afweging tellen diverse factoren mee, zoals de vooropleiding, de studiewens, de maatschappelijke situatie van de student, het arbeidsmarktperspectief en de financieringsmogelijkheden. Elke route is dan ook maatwerk. Gedurende de studie stelt het UAF eisen aan de vorderingen van de cliënten. Mocht een student daaraan niet voldoen, dan zoekt het UAF in overleg met hem of haar een passend alternatief. Dat kan een andere studierichting of een ander studieniveau zijn, of uitstroom naar de arbeidsmarkt. Bij onvoldoende studievoortgang werd voorheen het cliëntschap beëindigd. In het verslagjaar is een proef gestart met het begeleiden van uitvallers naar een passende baan langs een andere weg. Een eventueel besluit om het cliëntschap te beëindigen wordt in breder verband besproken voordat het definitief is. Ook het toekennen van bijzondere vergoedingen wordt in breder verband besproken. 24 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

4 WIE HELPEN HET UAF? Giften van particulieren, organisaties, onderwijsinstellingen en bedrijven maken het werk van het UAF mogelijk. Het UAF stelde voor het verslagjaar als doel op korte termijn om meer donaties te genereren om de gestegen kosten te dekken. Op lange termijn was het doel om ervaring op te doen met nieuwe technieken en doelgroepen, alsmede het vergroten van de naamsbekendheid van het UAF. Deze doelstelling werd slechts deels gehaald. Weliswaar waren de inkomsten uit eigen fondsenwerving hoger dan begroot, maar vooral de nieuwe technieken leverden onvoldoende op. Oorzaak hiervan lag waarschijnlijk aan de beperkte zichtbaarheid van het UAF en onvoldoende (eenduidige) communicatie-inspanningen, waardoor de naamsbekendheid van het UAF gering bleef. Hierdoor is het werven van nieuwe donateurs moeilijk. 4.1 Fondsenwerving Het UAF wordt traditioneel gesteund door bijdragen van particulieren, fondsen en onderwijsinstellingen, terwijl ook de bijdrage van bedrijven toeneemt. De Nationale Postcode Loterij geeft het UAF jaarlijks een bijdrage van 500.000. Daarnaast doneerde de Nationale Postcode Loterij voor het tweede jaar een extra bijdrage en is daarmee een belangrijke donor van het UAF. De ministeries van OC&W en SZW subsidiëren enkele projecten. Het UAF stelt als norm dat deze subsidiegelden niet meer dan 40 procent van het totaal mogen bedragen. De inkomsten uit eigen fondsenwerving waren in het verslagjaar ongeveer gelijk aan het vorige jaar maar belangrijk hoger dan begroot. Het gaat om 2.645.000 in 2006-2007 tegen 2.620.000 in 2005-2006, terwijl 1.950.000 was begroot. Belangrijkste oorzaak hiervan is het feit dat de post nalatenschappen 600.000 hoger uitviel dan voorzien. Onderwijs is volgens de Nationale Postcode Loterij de sleutel tot succesvolle inburgering en past daarmee uitstekend in de doelstelling van de Nationale Postcode Loterij: Werken aan een Betere Wereld. De kosten Fondsenwerving stegen van 14 naar 16 procent van de bruto opbrengst, maar bleven ruim binnen de CBF-norm van 25 procent. Ontwikkeling In het verslagjaar ging het UAF verder met het professionaliseren van haar fondsenwervingsbeleid. Het behoud van donateurs en het optimaal benutten van haar donateurenbestand waren belangrijke aandachtspunten. De afdeling Fondsenwerving werkte aan het op maat bedienen van de verschillende groepen donateurs. Ook zet het UAF vanaf het verslagjaar telemarketing in voor het verhogen van giftbedragen en het werven van meer periodieke afschrijvingen (incassomachtigingen). De afdeling Fondsenwerving was op dit gebied redelijk succesvol. Zo kwam het aantal notariële schenkingsaktes uit op 922, terwijl er 830 waren gepland. Verder steeg het aantal donateurs met een incassomachtiging naar 29 procent, terwijl 25 procent de doelstelling was. 25 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

De doelstelling om 5500 nieuwe donateurs te halen, werd niet gehaald. Toch was er een belangrijke impuls op dit gebied, namelijk een insert in Wordt Vervolgd, het maandblad van de Nederlandse afdeling van Amnesty International. Deze actie leverde ruim 1500 nieuwe donateurs op die gemiddeld bijna 30 doneerden. Het UAF besloot hierop een insert-pilot met andere bladen te starten omdat de respons duidelijk hoger was dan ervaringen in de markt en omdat het UAF met inserts specifieke doelgroepen kan benaderen. De resultaten van deze pilot zijn volgend jaar bekend. Een andere manier om nieuwe donateurs te werven is straatwerving. Het UAF ontwikkelde deze methode in het verslagjaar voor de werving op de terreinen van instellingen voor hoger onderwijs. De eerste resultaten verwacht het UAF dan ook pas volgend verslagjaar. De afdeling Fondsenwerving hield in het verslagjaar een beperkt marktonderzoek om meer inzicht te krijgen in de naamsbekendheid van het UAF. Hieruit bleek dat het UAF kampt met een geringe naamsbekendheid van 10 procent. De afdeling Fondsenwerving zal hiermee rekening houden bij het ontwikkelen van nieuwe fondsenwervingsplannen. Het vergroten van de naamsbekendheid van het UAF wordt één van de prioriteiten van de afdeling. De afdeling Fondsenwerving wilde zich in het verslagjaar nadrukkelijker richten op het bedrijfsleven. Enerzijds omdat dit zou kunnen leiden tot een belangrijke financiële bijdrage in de vorm van sponsoring of een gift, anderzijds om het bedrijfsleven duidelijk te maken dat zij hoog opgeleid personeel te bieden heeft. Een argument dat aan waarde wint, gezien de krapte op de arbeidsmarkt. De uitwerking van dit beleid kwam tijdens het verslagjaar slechts voorzichtig op gang, vooral als gevolg van onderbezetting van de afdeling. 4.2 Privacy Het UAF stelt vast dat het kan bouwen op een trouwe achterban, maar ook dat het gezien de zware concurrentie op de goede-doelenmarkt een aanzienlijke extra inspanning moet leveren om nieuwe donateurs te werven. De privacynormen die het UAF daarbij hanteert zijn daartoe gemoderniseerd. Zo werd het UAF lid van de Stichting Infofilter en hanteert ze de normen van de VFI, de branchevereniging van landelijk wervende goede doelen. Het UAF ging in het verslagjaar verder op de weg om donateurs direct te benaderen. Dat gebeurt niet alleen schriftelijk in de vorm van direct mail, maar ook in de vorm van telefoongesprekken en straatgesprekken. Dit maakt het tegelijk noodzakelijk waarborgen in te bouwen om te voorkomen dat irritatie optreedt. Zo peilt het UAF telefonisch de wensen van nieuwe donateurs: heeft hij of zij interesse in een machtiging of een (fiscaal aftrekbare) schenkingsakte in plaats van losse donaties, wil hij of zij het blad voor donateurs ontvangen en zo ja hoe vaak. Verdere communicatie vindt plaats op basis van de voorkeuren van de donateur, als die zijn doorgegeven. Maar ook op basis van het schenkingsgedrag in het verleden. 26 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

4.3 Communicatie De voorlichting van het UAF valt uiteen in communicatie gericht op de pers en communicatie gericht op de doelgroepen van het UAF (donateurs, cliënten, overheidsinstellingen, vluchtelingenorganisaties en bedrijven). De perscommunicatie is een belangrijk middel om het draagvlak voor de opvang van vluchtelingen in Nederland te vergroten. Ook draagt het bij aan de verhoging van de naamsbekendheid van het UAF. De website van het UAF is een van de meest geraadpleegde communicatiemiddelen door de doelgroepen, met name cliënten behoren tot frequente bezoekers. In het verslagjaar waren er gemiddeld 480 bezoekers per dag op de site. Campagne Pardon! Mag ik even uw aandacht? In dit verslagjaar stond het Generaal Pardon centraal in de communicatie. Er werd een speciale campagne gestart met als doel minimaal 500 nieuwe cliënten te werven binnen de groep hoger opgeleiden uit de pardongroep, in het jaar 2007/2008 (40% extra bovenop het begrote aantal, dit houdt in 200 nieuwe cliënten extra). Middelen die ontwikkeld werden voor de landelijke wervingscampagne waren ondermeer ansichtkaarten, advertenties en banners. Op de UAF website werd een speciaal gedeelte ingericht met specifieke informatie voor de pardongroep. Er werden extra voorlichtingsbijeenkomsten op AZC s gegeven en COA, VluchtelingenWerk, noodopvangen, IND loketten en bibliotheken ontvingen een speciale folder met informatie over hetgeen het UAF voor de pardongroep kan betekenen. Ook bij de benadering van de pers stond het pardon centraal. Daarnaast werd het UAF zelf regelmatig benaderd door journalisten die met cliënten wilden spreken die voor het pardon in aanmerking komen. Zo is ondermeer een speciale uitzending gemaakt van Netwerk over het UAF en het pardon. Momentopname en Beursbericht De voornaamste manier om donateurs op de hoogte te houden van het werk van het UAF en de besteding van de bijdragen, is het kwartaalblad Momentopname. In een oplage van ca. 23.000 stuks wordt het blad gratis verspreid onder donateurs. Voor cliënten brengt het UAF eveneens vier maal per jaar het gratis blad Beursbericht uit. Sinds 2005/2006 heeft het UAF een systeem voor e-mailverzending; donateurs en cliënten die zich daarvoor aanmelden, ontvangen het blad digitaal als bestand per e-mail, in plaats van als drukwerk per post. Het UAF bedient hiermee haar relaties op maat én bespaart op 27 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

druk- en verzendkosten. De digitale Momentopname werd in het verslagjaar verzonden naar 900 donateurs, de digitale Beursbericht ging naar 600 ontvangers. Overige publicaties Naast de kwartaalbladen brengt het UAF incidentele publicaties uit in de vorm van gericht voorlichtingsmateriaal (bijvoorbeeld voor potentiële cliënten, bedrijven of gemeenten) en rapporten. In dit jaar is ondermeer een nieuwe folder ontwikkeld om donateurs te werven. Daarnaast is het boekje Vluchteling en Werk verschenen. Dit omvat een bundeling van een serie portretten van werkende vluchtelingen (voormalige UAF cliënten) eerder in de NRC gepubliceerd. Dankzij de medewerking van de auteurs en een subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kon deze publicatie tot stand worden gebracht. 28 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007

5 ORGANISATIE EN BELEID Het UAF telde in het verslagjaar 36,4 fulltime-equivalent (fte), verdeeld over 50 medewerkers. Dat betekent dat de organisatie per saldo met 1,5 fte is gegroeid. Dit is exact volgens plan. De groei kwam voor rekening van Job Support in het kader van het Banenoffensief Vluchtelingen. De afdelingen Studentenbegeleiding en Job Support zijn met respectievelijk 12 en 8 fte het zwaartepunt van de organisatie, overeenkomstig de doelstelling. Elke afdeling werkt met een integraal jaarplan, waarin per afdeling doelstellingen zijn geformuleerd. 5.1 Besluitvorming Het UAF wordt geleid door een managementteam (MT) dat bestaat uit de hoofden van de vijf afdelingen en de directeur. Besluitvorming in het MT is op basis van consensus. De zeggenschap van de directeur is gebaseerd op een directiestatuut. De directeur vertegenwoordigt de organisatie bij het bestuur. Het bestuur is het hoogste beslisorgaan in het UAF. Het voltallige bestuur vergadert gemiddeld zes keer per jaar. Het bestuur stelt jaarlijks de jaarcijfers, de begroting en het jaarplan van het UAF vast. Per vier jaar wordt het beleid vastgelegd in een meerjarenplan. Het toezicht op de financiën en de bedrijfvoering is gedelegeerd aan de financiële commissie. De financiële commissie bestaat uit drie leden van het bestuur, waaronder de penningmeester. Zij spreken met de directeur, het hoofd financiën en beheer over alle onderwerpen die de financiën, planning & controlcyclus en de bedrijfsvoering betreffen. Er wordt per kwartaal gerapporteerd over de doelen zoals in het jaarplan geformuleerd en de financiële situatie. Eventuele bijstellingen worden naar aanleiding van de monitoring geïnitieerd. De commissie beoordeelt voorafgaand aan de bestuursvergadering de jaarrekening en begroting. Nadat de commissie hier haar goedkeuring aan heeft gegeven draagt de penningmeester de begroting en de jaarrekening voor ter finale vaststelling in het algemeen bestuur. Over de kwaliteit van de besluiten van het UAF omtrent aanmelding voor cliëntschap waakt een beroepscommissie. Deze bestaat uit bestuursleden die meestal een vluchtelingrechtelijke achtergrond hebben en uit buitenleden die ook mede op grond van hun kennis van de asielprocedure en het vreemdelingrecht in deze commissie zitting hebben. Zij worden vanuit de organisatie gesteund door een secretaris en spreken met de directeur. Doordat behalve bestuursleden ook onafhankelijke specialisten zich over zaken buigen is de kwaliteit van besluitvorming zoveel mogelijk gewaarborgd. Cliënten kunnen bij deze commissie bezwaar aantekenen tegen een besluit van het UAF. Het UAF heeft de richtlijnen van het CBF omarmd en heeft het CBF-keurmerk toegekend 29 I UAF JAARVERSLAG 2006-2007