Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

Vergelijkbare documenten
Begroting Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1

Begroting Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1

1 NOTA VAN AANBIEDING

2e wijziging programmabegroting

Bijlage 13 Verbonden partijen

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2010

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2009

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

Paragraaf 4: Financiering

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Bijlage 13 Verbonden partijen

PROGRAMMABEGROTING

Openbaar Lichaam Park Lingezegen CONCEPT BEGROTING 2016

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Tariefbepaling waterschapsbelasting

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011

Paragraaf Financiering

Artikel 1. Definities

Voorstel aan algemeen bestuur

1 e wijziging Begroting 2013

Beheerbegroting. Versie: D&H 29 Oktober Inclusief verplichte bijlagen en overige uitvoeringsinformatie

1. Inleiding en richtlijnen

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Hoofdstuk 4: Begroting naar kosten- en opbrengstensoorten

TARIEVENNOTA november 2018

BEGROTING Paragraaf Financiering

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

25 april 2012 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

Tweede begrotingswijziging 2017

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Begroting 2018 Financiering Provincie Gelderland

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

Financiële begroting 2016

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

BIEO Begroting in één oogopslag

PROGRAMMABEGROTING

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

1 NOTA VAN AANBIEDING

Notitie financiële positie gemeente Pekela

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS

Nota Reserves en Voorzieningen

Notitie Rentebeleid 2007

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014

Advies. Begroting Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid. mesen. Gemeente Nijmegen. Gt.ir8ßH. Peggy van Gemert RA/AA

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

Financiële begroting 2015 samengevat

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

: Nieuw belastingstelsel

23 maart 2016 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2017

Bijlage 4. Stresstest. Kadernota mei Kadernota 2018 Bijlage 4: Stresstest 1

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Het dagelijks bestuur van de Regionale Belasting Groep (RBG) heeft op 10 januari 2013 het ontwerp van de l e

./. Hierbij doe ik u toekomen een concept-notitie aan de commissie Financiën inzake de eerste triaalrapportage per 30 april 2007.

Ontwikkelingen, Prestaties (wat gaan we doen) en financiële consequenties per product

ALGEMENE VERGADERING. Voorstel Instemmen met de nota Risicobeleid. Samenvatting

Voorstel aan dagelijks bestuur

Toelichting begroting 2015

1. Mutaties Themabegroting 2017

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Openbaar Lichaam Park Lingezegen

Graag vernemen wij uw advies ter zake. Het dagelijks bestuur, /LUT 4/4

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

11. Paragrafen. Paragrafen

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 22 november 2011

AB 4 JULI 2018 HIT/ 2018-AB Aan het Algemeen Bestuur. Datum : 14 juni 2018 Onderwerp : begroting 2019 en meerjarenraming

Provincie Zuid Holland. Beleidsnota reserves en voorzieningen 2015

PARAGRAAF 3. Financiering. Begroting 2011 Paragraaf 3 Financiering

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 2

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit RAD Hoeksche Waard

BEGROTING BIEO (begroting in één oogopslag)

Hoogheemraadschap van Delfland

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING Gevraagd besluit Verenigde Vergadering

Transcriptie:

Begroting 2011 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

Begroting 2011 waterschap Rivierenland 2

INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar 6 1.4 Uitgangspunten 8 1.5 Incidentele baten en lasten 10 1.6 Kostentoerekening 11 1.7 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen 11 1.8 Weerstandsvermogen 12 1.9 Risicoparagraaf 13 1.10 Financiering 15 1.11 Subsidieparagraaf 17 1.12 Verbonden partijen 17 1.13 Bedrijfsvoering 20 1.14 Autorisatie investeringen 30 2 KERNCIJFERS 2011 31 3 Programma s 33 3.1 Programma Waterkeringen 34 3.2 Programma Watersystemen en waterketen 41 3.3 Programma Wegen 57 3.4 Programma Middelen, communicatie en regelgeving 62 3.5 Dekkings- en financieringsmiddelen 69 3.6 Recapitulatie exploitatie en investeringen per programma 71 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS 72 5 KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 77 5.1 Algemeen 77 5.2 Toelichting op de kostensoorten 78 6 TARIEVEN WATERSCHAPSBELASTINGEN 89 6.1 Inleiding 89 6.2 De watersysteemheffing 90 6.3 De wegenheffing 93 6.4 De zuiveringsheffing 95 6.5 De verontreinigingsheffing 95 6.6 Totaaloverzicht heffingsopbrengst 96 6.7 Lastenontwikkeling 97 7 BESLUIT TER VASTSTELLING 99 Bijlagen 101 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 3

Begroting 2011 waterschap Rivierenland 4

1 NOTA VAN AANBIEDING 1.1 Inleiding Hierbij bieden wij u de begroting 2011 van Waterschap Rivierenland aan. Deze begroting geeft inzicht in de voornemens die het waterschap heeft voor het jaar 2011. Uit deze voornemens volgen de kosten en opbrengsten per taak en de daaraan gekoppelde heffingsbedragen. De begroting is opgesteld op basis van een aantal interne uitgangspunten. Tevens zijn de ontwikkelingen met betrekking tot de gevoerde kerntakendiscussie en Actie Storm verwerkt. Besluitvorming over mogelijk nieuwe ontwikkelingen zullen worden meegenomen in de voorjaarsnota 2011. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor een duurzaam waterbeheer en voor een veilige en een leefbare woonomgeving in het rivierengebied. Als all-in waterschap houdt waterschap Rivierenland zich bezig met het uitvoeren van taken, die verband houden met waterkering, waterkwantiteit, het zuiveren van afvalwater, waterkwaliteit en wegen. De waterkeringstaak heeft betrekking op de kering van rivierwater door het beheer van dijken en kades, zodat nu, maar ook in de toekomst, veilig in het beheersgebied kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd. Een andere veiligheidstaak is het keren van boezemwater door het beheer van boezemkaden. Een bijzondere veiligheidstaak is de muskusrattenbestrijding. Deze taak hoort bij het waterschap thuis, omdat muskusratten de stabiliteit van dijken in gevaar kunnen brengen. Het waterschap voert deze taak uit in de provincie Gelderland, in het gebied Schipbeek van de provincie Overijssel en in het gebied Alm en Biesbosch van de provincie Noord Brabant. Waterschap Rivierenland zorgt ook voor schoon en voldoende oppervlaktewater in het beheersgebied. In de praktijk betekent dit het voorkomen van wateroverlast in natte perioden en het voorkomen van een tekort aan oppervlaktewater in droge perioden. Als neventaak wordt in dit kader ook het vaarwegbeheer voor een aantal wateren verzorgd. Tevens omvat het maatregelen die de kwaliteit van het water verbeteren en de ontwikkeling van een evenwichtige plantengroei en dierleven in het water en op de oevers stimuleert. Schoon water is daarnaast noodzakelijk voor onder andere de hengelsport, recreatie, drinkwater voor het vee, enz.. De zuiveringstaak van het waterschap heeft betrekking op het transport en het zuiveren van het aangeboden afvalwater en de verwerking van de vrijgekomen rest- en afvalstoffen. Tot slot is het waterschap verantwoordelijk voor een deel van de wegen (buiten de bebouwde kom) in het gebied van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden. Hiertoe behoort de zorg voor het wegdek, het maaien van de wegbermen, het baggeren van wegsloten, het onderhouden van bruggen en duikers, de gladheidbestrijding en het aanleggen van fietspaden. Het werkgebied van Waterschap Rivierenland is 201.000 hectare groot en omvat het gehele stroomgebied tussen Rijn/Lek en Maas/Merwede vanaf Alblasserdam en de Biesbosch in het westen tot aan de Duitse grens in het oosten. Het beheer van de grote rivieren (Maas, Waal, Rijn) behoort niet tot de taken van het waterschap. 1.2 Verslaggeving Presentatie De begroting 2011 is opgesteld conform de regels die gelden volgens het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). Leeswijzer Deze begroting bestaat uit de volgende onderdelen: Nota van aanbieding De nota van aanbieding geeft inzicht in de uitgangspunten en randvoorwaarden waarbinnen deze begroting tot stand is gekomen. Daarnaast komen onder andere de financiering, de risico s en de bedrijfs- Begroting 2011 waterschap Rivierenland 5

voering aan de orde. Aansluitend aan dit deel zijn de kerngegevens van waterschap Rivierenland opgenomen. Programma s In dit deel worden aan de hand van een 4-tal programma s de beleidsontwikkelingen voor 2011 uiteen gezet. De in de begroting 2011 opgenomen programmateksten zijn grotendeels gelijk aan die van de Voorjaarsnota 2010. Begroting naar kostendragers met toelichting Dit onderdeel bevat een overzicht van de netto kosten per wettelijke taak en een toelichting op de kostenontwikkeling ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. Kosten- en opbrengstsoorten Dit onderdeel bevat informatie over de kosten- en opbrengstensoorten van het waterschap. Per hoofdkosten- en hoofdopbrengstensoort is een analyse opgenomen van de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2010. Tarieven waterschapsbelasting In dit deel wordt ingegaan op de wijze waarop de tarieven tot stand komen en wat de tarieven voor 2011 zijn. Besluit ter vaststelling In dit onderdeel zijn alle noodzakelijke besluiten opgenomen zodat het waterschap in 2011 haar voornemens op een slagvaardige manier kan uitvoeren. Het hoofdstuk bevat de besluiten ten behoeve van de begroting, financiering en investeringen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze begroting nader zijn onderbouwd. 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar De Voorjaarsnota 2010 is op 18 juni 2010 behandeld in het algemeen bestuur. In de voorjaarsnota zijn aanvullend de effecten van twee belangrijke ontwikkelingen opgenomen. Enerzijds zijn dat de ontwikkelingen in het kader van de landelijke afspraken met betrekking tot de Actie Storm en anderzijds betreft het de weergave van de resultaten van de kerntakendiscussie. Kerntakendiscussie Op 17 september 2010 is in het algemeen bestuur de kerntakendiscussie afgerond. De financiële consequenties van de besluitvorming inzake de verschillende scenario s zijn verwerkt in de begroting 2011. Met betrekking tot de verhoging van de kostendekkendheid van de leges heeft het algemeen bestuur besloten de kostendekkendheid stapsgewijs te verhogen. In 2011 is rekening gehouden met een verhoging van de kostendekkendheid met 5% tot totaal 55%. Op 26 november 2010 zal een voorstel tot aanpassing van de legesverordening aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. Actie Storm Met betrekking tot de ingangsdatum van Actie Storm heeft op dit moment formeel nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Het concept wetsvoorstel is wel al beschikbaar. In de begroting 2011 is rekening gehouden met ingangsdatum 1 januari 2011. Per die datum ontlasten de waterschappen de Rijksbegroting met 100 miljoen per jaar. De in te boeken besparing bestaat uit twee elementen: - Belangrijk onderdeel van het aanbod van de waterschappen is dat zij de Rijksbegroting vanaf 2011 kunnen ontlasten door 81 miljoen per jaar te gaan bijdragen aan het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). - Een ander onderdeel van het aanbod van de waterschappen is dat zij met ingang van 2011 alle kosten van de muskusrattenbestrijding zelf gaan dragen, derhalve ook dat deel van de kosten dat nu door de provincies wordt betaald zijnde 19 miljoen. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 6

Op basis van de landelijk afgesproken kostenverdeling is het aandeel van waterschap Rivierenland als volgt: HWBP Het aandeel van waterschap Rivierenland in de bijdrage aan het HWBP is bepaald op afgerond 5,46%. Dit betekent dat waterschap Rivierenland gedurende een periode van 7 jaar een jaarlijkse bijdrage verstrekt aan het HWBP van 4.427.700. Deze jaarlijkse bijdrage wordt beschouwd als investering en geactiveerd. De over de investeringsuitgaven berekende afschrijving- en rentekosten komen ten laste van de exploitatie. De afschrijving over de bijdrage in 2011 vindt conform het waarderingsbeleid met ingang van 2012 plaats. De rentelast over de investering in 2011 bedraagt circa 92.000 en is opgenomen in de begroting 2011. Muskusrattenbestrijding Het aandeel van waterschap Rivierenland als gevolg van de overname van de financiering van de Muskusrattenbestrijding van de provincies is bepaald op 2.100.000. Deze lasten komen structureel met ingang van 2011 ten laste van de exploitatie. Verkiezingen Naar aanleiding van de bij de voorjaarsnota 2010 in het algemeen bestuur gevoerde discussie inzake de bestuursverkiezingen zijn in de begroting 2011 de financiële effecten van het invoeren van indirecte verkiezingen gecorrigeerd. In de meerjareninvesteringsraming is derhalve rekening gehouden met directe verkiezingen. In het inmiddels verschenen regeerakkoord is opgenomen dat de Waterschapsverkiezingen toch in indirecte vorm zullen plaatsvinden. Voor de begroting 2011 heeft dit verder geen consequenties. Bij de opstelling van de voorjaarsnota 2011 zal met dit uitgangspunt rekening worden gehouden. Netto kosten 2011 In de Begroting 2011 is de besluitvorming inzake de voorjaarsnota verwerkt. De nu voorliggende Begroting 2011 is een verdere gedetailleerde uitwerking van het eerste jaar van de Voorjaarsnota 2010. In onderstaande tabel zijn de kosten, zoals opgenomen in de Begroting 2011, afgezet tegen het eerste jaar van de Voorjaarsnota 2010. Netto kosten 2011 Voorjaarsnota 2010 sec 147.272 Af: effect kerntakendiscussie alle scenario s - 1.132 Bij: effect Actie Storm (excl indirecte verkiezingen) + 2.187 Kostenniveau voorjaarsnota 2010 incl kerntakendiscussie en actie storm 148.327 Kostenniveau begroting 2011 149.630 Te verklaren verschil 1.303 (bedragen x 1.000) Hieruit blijkt dat het kostenniveau van de begroting 1.303.000 hoger is ten opzichte van het jaar 2011 uit de Voorjaarsnota 2010. Het verschil wordt met name veroorzaakt door de volgende zaken: Effect besluitvorming kerntakendiscussie De besluitvorming over de kerntakendiscussie heeft geleid tot de volgende aanpassingen ten opzichte van de voorjaarsnota: - Voortzetting ecologisch bermbeheer (18 N) - Budget rekenkamercommissie blijft ongewijzigd (60 N) - Stapsgewijze verhoging van de kostendekkendheid leges (500 N). Voor 2011 is rekening gehouden met een kostendekkendheid van 55%. Dit leidt tot een hogere opbrengst van 125.000. In de voorjaarsnota was met ingang van 2011 rekening gehouden met een hogere opbrengst van 625.000. Per saldo een nadeel ten opzichte van de voorjaarsnota van 500.000 in 2011. Jaarlijks wordt bij de begrotingsopstelling bepaald in hoeverre de kostendekkendheid van de leges verder naar boven moet worden bijgesteld. 578 N Begroting 2011 waterschap Rivierenland 7

Doorschuiven reconstructie en onderhoudswerkzaamheden wegentaak (incidenteel) De wegreconstructies Abbekesdoel en Groot Ammers zijn vertraagd vanwege het meeliften met dijkverbeteringswerkzaamheden en onderzoek naar leidingen en kabels. Ook de onderhoudswerken aan de Kortlandsebrug worden niet in 2010 maar in 2011 uitgevoerd. 1.460 N Bijgestelde investeringsraming De meerjareninvesteringsraming is geactualiseerd. Hierbij is de bruto investeringsraming verlaagd tot 45,2 miljoen in 2010 en tot 60,8 miljoen in 2011. Tevens is het gehanteerde rentepercentage op korte financiering in 2011 verlaagd van 2,0% bij de voorjaarsnota 2010 tot 1,4% in de begroting 2011. 830 V Personeelskosten In de begroting 2011 zijn de afspraken uit de in juli 2010 vastgestelde CAO verwerkt. Tevens is rekening gehouden met de per 1 augustus 2010 aangepaste pensioenpremies van het ABP. Per saldo bedraagt het voordeel ten opzichte van de voorjaarsnota 260.000. 260 V Diverse mutaties in de exploitatie Automatisering, verdergaande digitalisering objecten (140 N) Deelname aan Mijn overheid (40 N) Hogere bijdrage Waterschapshuis (90 N) Diversen (85 N) 355 N Totaal verschil ten opzichte van voorjaarsnota 1.303 N Conclusie Gecorrigeerd voor het incidentele effect van het doorschuiven van reconstructie en onderhoudswerken wegentaak, past de kostenontwikkeling op basis van de geactualiseerde begrotingsramingen binnen de kaders van de voorjaarsnota. 1.4 Uitgangspunten De Begroting 2011 is gebaseerd op de Begroting 2010, de Voorjaarsnota 2010 en de Jaarrekening 2009 van de organisatie. Daarnaast is de meerjareninvesteringsraming geactualiseerd en zijn de structureel doorwerkende effecten uit de 2e Bestuursrapportage 2010 verwerkt. De Begroting 2011 is opgesteld conform de vastgestelde financiële beleidskaders van waterschap Rivierenland (waarderingsgrondslagen, treasurystatuut en het beleid inzake reserves en voorzieningen). Externe uitgangspunten De externe uitgangspunten zijn gebaseerd op verwachtingen van De Nederlandse Bank, het Centraal Planbureau en vijf grote Nederlandse banken. Rente lang (kapitaalmarkt) 4,00% (begroting 2010 4,10%) Rente kort (geldmarkt) 1,40% (begroting 2010 1,60%) Loonkostenstijging personeel 0,00% (begroting 2010 1,00%)* * In juli 2010 is een akkoord gesloten over de arbeidsvoorwaarden in de sector waterschappen. Het akkoord loopt van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012. Het akkoord behelst onder meer de invoering van de 36 urige werkweek en een eenmalige uitkering in december 2011 vanwege het vervallen van de seniorenregeling en de regeling collectieve resultatendeling. Daarnaast zijn afspraken gemaakt op het gebied van opleiding, loopbaanontwikkeling, levensfasebeleid, flexibel werken en beloningsbeleid. De financiële effecten van de CAO zijn verwerkt in de begroting 2011. Inflatie De werkelijke inflatie over geheel 2010 zal naar verwachting 1,25% bedragen en in 2011 uitkomen op 1,50%. (Bron Macro Economische Verkenningen CPB 2011 sept. 2010). Bij de Voorjaarsnota 2010 is rekening gehouden met een inflatiepercentage van 1,00% voor alle jaren. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 8

Het financiële effect van de inflatie op de exploitatiebegroting van het waterschap is beperkt. Een afwijking ten opzichte van de raming met 0,5% leidt tot een bijstelling van het kostenniveau van circa 300.000. Renteontwikkeling De korte rente is in het afgelopen jaar sterk gezakt. Op dit moment (september 2010) bedraagt de debetrente voor de rekening-courant bij de NWB 0,55%. Op basis van de verwachtingen van de Nederlandse banken zal de korte rente gemiddeld over 2011 1,40% bedragen. De voorspellingen voor de lange rente zijn momenteel redelijk stabiel. Op grond van de gemiddelde verwachting van de Nederlandse banken bedraagt de rente in 2011 4,00%. Voor de begroting 2011 is aansluiting gezocht bij de verwachtingen van de banken en is als uitgangspunt voor de korte rente in 2011 een tarief van 1,40% gehanteerd en voor de lange rente 4,0%. Het financiële effect van een daling of stijging van het renteniveau met 1,0% bedraagt circa 300.000. Interne uitgangspunten Personeelsformatie De startformatie van de begroting 2011 bedraagt 665,7. De streefformatie in 2012 bedraagt 638,9 fte. Uitgangspunten formatie Formatie Streefformatie 1-1-2012 638,9 Startformatie per 1 januari 2011 665,7 Te realiseren efficiency 26,8 Invulling efficiency Gerealiseerde efficiency / concreet in afdelingsplan opgenomen doelstelling 23,3 Nog te realiseren / in te vullen 3,5 Totaal per 1-1-2012 gerealiseerd 26,8 Naast de vaste formatie is op grond van specifieke besluitvorming tevens 12 fte aan tijdelijke formatie in de begroting opgenomen. De tijdelijke formatie is als volgt opgebouwd: Beleidsafdeling Dijken en Wegen 1,0 fte Beleidsmedewerker planvorming tot 30-6-2011 Afdeling Plannen 1,0 fte Senior medewerker IWB Oost tot 30-11-2011 Afdeling Technische Projecten 5,5 fte Medewerkers i.v.m. IPA-project tot 31-12-2014 Afdeling Onderhoud en Peilbeheer 0,5 fte Vakspecialist bedrijfsvoering tot 31-12-2011 Afdeling Projectbureau Dijkverb. 1,0 fte Secretariële ondersteuning tot 31-12-2012 Afdeling Bestuursondersteuning 1,0 fte Adviseur calamiteitenzorg tot 31-1-2011 Afdeling POI 2,0 fte Trainees tot 01-05-2012 12,0 fte Totale formatie per 1-1-2011 De vaste formatie bedraagt De tijdelijke formatie bedraagt Totaal 665,7 fte 12,0 fte 677,7 fte Financiële vertaling vacatureruimte Bij een organisatie met de omvang van Waterschap Rivierenland is er structureel sprake van enige vacatureruimte. Bovendien wordt met het oog op het behalen van de streefformatie omzichtig omgesprongen met het invullen van de aanwezige vacatures. Evenals in de Begroting 2010 wordt in de Begroting 2011 slechts 75% van de vacatures (circa 33 fte) financieel vertaald. De totale netto kosten dalen hiermee met 500.000 (begroting 2010 eveneens 500.000). Om administratieve en beheertechnische redenen is deze correctie in mindering gebracht op de post onvoorzien. De post onvoorzien is daartoe verlaagd van 1.425.000 naar 925.000. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 9

Meerjareninvesteringsniveau. De meerjareninvesteringsplanning is geactualiseerd en bedraagt over de jaren 2010 tot en met 2015 527 miljoen bruto. Hiervan wordt 318 miljoen gedekt door subsidies en bijdragen van derden. Ten laste van het waterschap resteert 209 miljoen. Voor 2011 bedragen de bruto investeringsramingen 55 miljoen. Hiervan wordt circa 16 miljoen gedekt door subsidies en bijdragen van derden. Ten laste van het waterschap blijft circa 39 miljoen. Hiermee is de investeringsraming voor het jaar 2011 vergelijkbaar met de investeringsraming voor het jaar 2010 uit de begroting 2010. Verwacht voordelig resultaat 2010 Op basis van de tweede bestuursrapportage 2010 van waterschap Rivierenland wordt voor 2010 een voordelig resultaat verwacht ad 2.446.000. Het resultaat wordt sterk beïnvloed door het doorschuiven van reconstructie en onderhoudswerken van de wegentaak van 2010 naar 2011. Het resultaat is verwerkt in de stand van de egalisatiereserves per 1 januari 2011. 1.5 Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de meest in het oogspringende baten en lasten van 2011 die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Lasten: (bedragen x 1.000) Aanleg rotonde Bazeldijk bij Meerkerk 1.350 Verwijderen buitengebruik gestelde asbest-cement persleiding Woudrichem 460 Eenmalig groot onderhoud e.d. aan rioolwaterzuiveringsinstallaties in Groesbeek, Zaltbommel en Nijmegen 345 Aanleg parkeer- en recreatievoorziening Groot Ammers 235 Reconstructie Kortlandse brug te Alblasserdam 225 Implementatie- en migratiekosten nieuw onderhoud beheersysteem ten behoeve van watersystemen en waterketen 87 Bijdrage aan provincie Zuid-Holland in aanleg rotonde Schelluinen 62 Aanschaf PDA s voor mobiele handhaving 50 Ondersteuning/inhuur t.b.v. technische automatisering watersysteembeheer 45 Advieskosten monitoring voormalig HAV-gebied (1 maal per drie jaar) 41 Verkoopkosten van percelen grond in Ammerzoden 40 Achterstalling onderhoud van 4 aan de gemeente Beuningen over te dragen dijkmagazijnen 38 Invoering relatiemanagementsysteem en aanpassing module Bestuurlijke besluitvorming 28 Inhuur derden i.v.m. ondersteuning op financieel gebied t.a.v. de eindafrekeningen van dijkversterkingsprojecten 25 Incidenteel onderhoud aan diverse kwantiteitsgemalen 22 Totaal incidentele lasten 3.053 Baten: (bedragen x 1.000) Bijdrage provincie Zuid Holland in kosten aanleg rotonde Bazeldijk bij Meerkerk 250 Totaal incidentele baten 250 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 10

1.6 Kostentoerekening Voor de toerekening van de kosten en opbrengsten wordt gebruik gemaakt van het beleids- en beheersproces bij waterschappen (BBP). Hieronder wordt de toegepaste systematiek toegelicht. Registratie van kosten, opbrengsten en uren De kosten en opbrengsten worden zoveel als mogelijk direct toegeschreven aan een beheerproduct. Kosten en opbrengsten waarvoor dat niet mogelijk is, worden op basis van de verantwoorde uren aan een beheerproduct toegerekend. Op deze manier worden de netto kosten per beheerproduct bepaald. Doorbelasting ondersteunende beheerproducten en hulpproducten naar primaire beheerproducten De beheerproducten zijn onderverdeeld in primaire beheerproducten (die betrekking hebben op de primaire processen van het waterschap) en ondersteunende beheerproducten en hulpproducten (die de primaire processen ondersteunen). De netto kosten van de ondersteunende beheerproducten en de hulpproducten zijn toegerekend aan de primaire beheerproducten. Hiervoor zijn drie soorten verdeelsleutels gebruikt die landelijk zijn afgesproken: 1. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van het aantal direct bestede uren van de primaire beheerproducten; 2. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van de totale directe kosten van de primaire beheerproducten; 3. specifieke verdeelsleutels die het gebruik, dat van dit ondersteunende beheerproduct wordt gemaakt, weergeven. Doorbelasten primaire beheerproducten naar wettelijke taken De netto kosten per primair beheerproduct zijn verdeeld over de wettelijk taken op grond van de verdeling zoals opgenomen in bijlage 8. Deze verdeling is voor de Begroting 2011 conform de nieuwe waterschapswet. Bij deze verdeling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: een aantal beheerproducten wordt volledig toegerekend aan één van de taken. de overige beheerproducten zijn verdeeld op basis van ervaringscijfers. Na deze doorbelasting zijn de netto kosten per wettelijk taak bekend. Vervolgens worden de kosten per taak op basis van de kostentoedelingsverordening toegerekend aan de belanghebbende categorieën en worden de tarieven bepaald. 1.7 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Voorzieningen Op basis van de verslaggevingsvoorschriften worden uitgaven ten laste van een voorziening, voor zover deze wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en derhalve niet in de exploitatie verantwoord. De volgende mutaties (* 1.000) worden rechtstreeks ten laste van de voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel 1.227 Uitgaven ter dekking van wachtgeld van voormalig personeel. Voorziening pensioen voormalige bestuurders 483 Uitgaven ter dekking van pensioenaanspraken van voormalige bestuursleden. Voorziening kleilagenproblematiek Betuweroute 115 Uitgaven ter dekking van onderhoud aan de watergangen langs de Betuweroute. Voorziening baggeren 6.615 Uitgaven ter dekking van de baggerkosten. Voorziening Beheer Muskusrattenbestrijidng Noord Brabant 30 Uitgaven ter dekking van verschillen in salaris en arbeidsvoorwaarden van overgenomen muskusrattenvangers van de provincie Noord Brabant. Totaal mutaties Voorzieningen 8.470 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 11

Bestemmingsreserves Ten laste van bestemmingsreserves worden de volgende onttrekkingen (* 1.000) verwacht: Deze mutaties worden niet via de exploitatie verwerkt, maar dekking vindt plaats rechtstreeks uit de bestemmingsreserve. Bestemmingsreserve decentrale huisvesting 123 Deze reserve is gevormd uit de verkoop van panden die i.h.k.v. het project decentrale huisvesting worden afgestoten. Deze middelen worden gebruikt ter gedeeltelijke dekking van investeringen van aan te passen en nieuwe decentrale locaties. Bestemmingsreserve vervroegde afschrijving investeringen waterkeringszorg 303 Bijdrage in de vervroegde afschrijving van investeringen waterkeringszorg. Totaal mutaties Bestemmingsreserves 426 1.8 Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement en een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve is in 2009 een risicoanalyse uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn opgenomen in een rapport dat separaat aan het Algemeen Bestuur is voorgelegd. Het voornemen bestaat om jaarlijks deze risico-analyse uit te voeren en op grond daarvan de omvang van het weerstandsvermogen te bepalen. De volgende risicoanalyse staat gepland voor eind 2010. De resultaten daarvan zullen verwerkt worden in de voorjaarsnota 2011. Op dit moment wordt bij waterschap Rivierenland als norm voor de gewenste omvang van de algemene taakreserves (dit is de weerstandscapaciteit) 10% van het begrotingstotaal per taak gehanteerd. Deze gewenste omvang is vastgelegd in de nota reserves en voorzieningen en is een algemeen bedrijfseconomische aanvaarde norm voor de omvang van de algemene reserves. De resultaten van vorengenoemde risicoanalyse wijzen uit dat het gehanteerde uitgangspunt van 10% van het begrotingstotaal een uitgangspunt is dat voldoende waarborg biedt om de risico s die Waterschap Rivierenland loopt, op te vangen. Toetsing hoogte algemene reserves Voor de per taak ingestelde algemene reserves is in de nota reserves en voorzieningen vooralsnog een omvang bepaald van maximaal 10% van het begrotingstotaal op het niveau van de netto kosten per taak. Daarbij is bepaald dat discussie over aanvulling van de algemene reserve pas wordt gevoerd op het moment dat de omvang van de algemene reserve onder de 8% dreigt te geraken. Het toetsingsmoment van de omvang van de algemene reserves is de opmaak van de begroting en de meerjarenraming. Dan wordt bezien in hoeverre aanvulling of afroming van de algemene reserve noodzakelijk is. Bij de voorjaarnota 2010 is de stand van de algemene reserve afgezet tegen de verwachte netto kosten in 2015. Op basis hiervan is geconcludeerd dat er geen aanvulling noodzakelijk is. Ter toetsing is in onderstaande tabel de algemene reserve afgezet tegen de netto kosten 2011 uit de begroting 2011. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 12

Omschrijving Zuiveringsheffing Watersysteemheffing Wegen Totaal Netto kosten 2011 62.985 78.004 8.640 149.629 Gewenste omvang 10% 6.299 7.800 864 14.963 Drempel algemene reserve 8% 5.039 6.240 691 11.970 Stand algemene reserve 5.167 7.158 689 13.014 (bedragen x 1.000) Alleen de algemene reserve Wegen dreigt (tijdelijk) onder de 8% norm te zakken. Dit wordt volledig veroorzaakt doordat in de begroting 2011 enkele grote projecten zijn opgenomen die het netto kosten niveau incidenteel voor het jaar 2011 sterk verhogen. Aanvulling is derhalve niet noodzakelijk. 1.9 Risicoparagraaf De risicoparagraaf gaat in op onderwerpen die, op korte of lange termijn, van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie van het waterschap, maar die vanwege het onzekere karakter nog niet in deze begroting zijn opgenomen. Slibverwerking Noord Brabant (SNB) Waterschap Rivierenland is aandeelhouder van N.V. Slibverwerking Noord Brabant (SNB). Bij SNB wordt een gedeelte van het slib van het waterschap verwerkt. Switch Transactie In 1997 en 1999 is SNB een VAMIL lease en een Cross Border Lease aangegaan voor de slibverwerkingsinstallatie. Hieruit zijn een drietal deposito s ontstaan. In 2007 heeft SNB een z.g. Switch Transactie uitgevoerd. Dit houdt in dat het kredietrisico op de hiervoor genoemde depots is omgewisseld tegen een verwacht lager kredietrisico op een portfolio van 115 bedrijven. Ten gevolge van vooral de kredietcrisis zijn binnen de portfolio zes faillissementen opgetreden waardoor de buffer is afgenomen. SNB heeft hiervoor eind 2009 aanvullende financiële maatregelen genomen. Op basis van de huidige omstandigheden is het risicoprofiel in juli 2010 te kwalificeren als stabiel met een licht positieve toekomstverwachting. Ondanks deze kwalificatie is het niet ondenkbaar dat zolang de economie zich niet volledig heeft hersteld er in de toekomst meer bedrijven in de portfolio failliet kunnen gaan. Het waterschap bezit circa 2,1% van de aandelen van SNB en loopt over de omgewisselde depots een risico van 253.000. VAMIL Lease In 1997 is SNB een zogenaamde VAMIL lease aangegaan voor een periode van 20 jaar. Eind 2009 is vastgesteld dat de VAMIL lease bij beëindiging zal leiden tot een betaling van overdrachtsbelasting van 5.700.000. De contractuele bepalingen in de leaseovereenkomsten die dit had moet voorkomen, zijn niet langer houdbaar op basis van een nieuw standpunt van de staatssecretaris van Financiën. Een oplossing hiervoor kan gevonden worden door de SVI bij beëindiging van de lease niet terug te leveren aan SNB maar aan de gezamenlijke aandeelhouders. De waterschappen zijn namelijk vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Aan een dergelijke opzet wordt momenteel gewerkt. Waterschap Rivierenland zal naar rato bijdragen in het geval er overdrachtsbelasting moet worden betaald ( 154.000). Bezwaren aanslagen 2009 en 2010 watersysteemheffing (natuur en wegen) Aanslagen natuur (watersysteemheffing) Tegen de in 2009 en 2010 opgelegde aanslagen inzake de watersysteemheffing voor natuur zijn bij Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) veel bezwaren ingediend. De bezwaren inzake natuur hebben betrekking op de vraag wanneer een oppervlakte wordt bestempeld als natuur en wanneer als ongebouwd. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 13

Om de discussie over natuur te beëindigen zijn de Unie van Waterschappen en de waterschappen met de natuurterreinbeheerders in overleg gegaan over de toepassing van een nieuwe systematiek voor de bepaling van natuur. De nieuwe systematiek leidt ertoe dat de categorie natuur in oppervlakte toeneemt en dat de categorie ongebouwd in oppervlakte afneemt. De waterschappen hebben berekend wat de nieuwe systematiek concreet betekent voor de lastenverschuiving van de categorie natuur naar de categorie ongebouwd en de te derven belastingopbrengst. Op basis van de berekeningen heeft het bestuur van de Unie van Waterschappen besloten de systematiek niet toe te passen en de waterschappen geadviseerd overeenkomstig dat besluit te handelen. Het gevolg hiervan is dat BSR de bezwaren natuur over de jaren 2009 en 2010 meer inhoudelijk zal moeten beoordelen, hetgeen meer tijd en inspanning zal vergen dan een toepassing van de systematiek. De meer inhoudelijke beoordeling van de bezwaren zal leiden tot een lagere belastingderving dan bij een toepassing van de systematiek. In de systematiek zou namelijk eerder sprake zijn van vaststelling van natuur. BSR schat het bedrag dat gemoeid is met een honorering van de bezwaren tegen de aanslagen natuur 2009 en 2010, en dus een lagere belastingopbrensgt, globaal op 200.000 tot 300.000 per jaar. Aanslagen wegen (watersysteemheffing) Ook tegen de aanlagoplegging met betrekking tot ongebouwde onroerende zaken (wegen) zijn bij Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) veel bezwaren ingediend. De bezwaren spitsen zich hier toe op de afbakening van de weg. De financiële belangen bij wegen zijn beperkt in vergelijking met de belangen betrokken bij natuurterreinen. BSR schat het bedrag dat voor wegen over 2009 in bezwaar betwist wordt op 50.000. Voor 2010 verwacht BSR een vergelijkbaar bedrag, dat gemoeid is met bezwaren tegen de aanslag wegen. In het meest ongunstige scenario zou daardoor in totaal een bedrag van maximaal 350.000 per jaar aan belastingen misgelopen kunnen worden. Daarbij komt dat een noodzakelijke honorering van bezwaren eenmalig zal leiden tot herconversiekosten voor het herstellen van de foute vaststelling van de opgelegde aanslagen. Dit zal leiden tot een ambtshalve wijziging van de aanslagen natuur en wegen. BSR schat de kosten van de herconversie op 40.000. Dividend Nederlandsche Waterschapsbank (NWB) Waterschap Rivierenland is aandeelhouder van de NWB. Op grond van het huidige dividendbeleid van de NWB ontvangen de aandeelhouders jaarlijks een dividenduitkering van 40 miljoen. Het aandeel van waterschap Rivierenland bedraagt circa 3 miljoen. Naar aanleiding van de economische crisis is het toezicht op de banken verscherpt. Het zogenaamde Basels Comité van Bankentoezichthouders heeft onlangs nieuwe, lees strengere, vermogens- en liquiditeitseisen gesteld. De invoering van deze nieuwe eisen is voorzien in 2018. Een nieuwe eis betreft de minimumeis van een zogenaamde leverageratio van 3% (de verhouding tussen het eigen vermogen en het balanstotaal). Op basis van de balansgegevens per 30 juni 2010 bedraagt deze ratio bij de NWB 1,7%. (Eigen vermogen / balanstotaal = 1/60 miljard). Dit betekent (bij gelijkblijvend balanstotaal) dat de NWB in de periode 2010-2018 nog 800 miljoen aan het eigen vermogen zou moeten toevoegen tot een eigen vermogen van 1,8 miljard. De introductie van deze leverage ratio kan voor de NWB aanleiding zijn tot het voeren van een stringenter dividendbeleid. De dividenduitkering dekt structureel circa 2% van de exploitatiebegroting van waterschap Rivierenland. Gerechtelijke procedures Ten tijde van het opstellen van de begroting lopen een aantal gerechtelijke procedures die tot financiële claims voor het waterschap kunnen leiden: bestuursrechtelijke procedures (incl. personele) 24 claims m.b.t. nadeelcompensatie 2 claims m.b.t. gebouwschade 6 civiele procedures 11 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 14

Vrijwaringen Het bestuur van het waterschap zal een vrijwaring afgeven voor drie stichtingen en één NV en voor de bestuursleden van deze stichtingen en de NV voor aanspraken door derden. Aan deze vrijwaringen zijn voorwaarden verbonden. De partijen waarvoor wij in 2011 vrijwaringen hebben afgegeven zijn: - Slibverwerking Noord Brabant NV - Stichting Slibservice Rivierenland - Polderlandstichting IV en VI (resp. CBL Rijn en IJssel en CBL Regge en Dinkel) Vanwege de beëindiging van de CBL zullen deze stichtingen in 2011 worden opgeheven. - Stichting de Nieuwe Scheering 1.10 Financiering Inleiding Het treasurybeleid van waterschap Rivierenland is vastgelegd in de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. De verordening beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken waarbij de risico s zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Risicobeleid De houding van Waterschap Rivierenland ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. Het risicobeleid is er op gericht om toekomstige risico s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven. De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico s voor de organisatie. Hierbij geldt dat het niveau van renterisico s in de komende jaren de wettelijke normen, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zoals vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), niet overschrijdt. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel er, gemiddeld over een periode van 3 maanden, maximaal met kort geld (looptijd korter dan 1 jaar) gefinancierd mag worden. De norm is vastgesteld op 23% van het bruto kostentotaal van de begroting en bedraagt voor 2011 afgerond 39.200.000. Renterisiconorm De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm bedraagt 30% van het begrotingstotaal van het waterschap bij aanvang van het betreffende jaar en bedraagt voor 2011 51.200.000. De totale aflossingsverplichting van waterschap Rivierenland bedraagt in 2011 16.642.000. Op grond van het bovenstaande kan geconcludeerd worden, dat Waterschap Rivierenland in 2011 ruim voldoet aan de renterisiconorm. Rentevisie De korte rente is in het afgelopen jaar sterk gezakt. Op dit moment bedraagt de debetrente voor de rekening-courant bij de NWB 0,55%. Op basis van de verwachtingen van de Nederlandse banken zal de korte rente gemiddeld over 2011 1,40% bedragen. De voorspellingen voor de lange rente zijn momenteel redelijk stabiel. Op grond van de gemiddelde verwachting van de Nederlandse banken bedraagt de rente in 2011 4,00%. In de begroting 2011 is op grond van bovenstaande als uitgangspunt voor de korte rente in 2011 een tarief van 1,40 % gehanteerd en voor de lange rente 4,00 %. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa, inclusief de investeringen die in 2011 zijn geraamd. Begroting 2011 waterschap Rivierenland 15

De financieringsbehoefte voor 2011 is in onderstaande tabel opgenomen. Omschrijving 01-01-2011 31-12-2011 Benodigde financiële middelen (boekwaarde activa) 430 444 Beschikbare financiële middelen (leningen/reserves/voorzieningen) 385 363 Financieringsbehoefte 45 81 (bedragen x 1 miljoen) Gedurende 2011 loopt de financieringsbehoefte op tot 81 miljoen ultimo 2011. De stijging van de financieringsbehoefte wordt voornamelijk veroorzaakt door de voorgenomen investeringen in 2011 (netto 39 miljoen en de financiering van het HWBP 4,4 miljoen). Van de totale financieringsbehoefte zal 7 miljoen worden afgedekt met het saldo tussen vlottende activa en vlottende passiva. De resterende financieringsbehoefte 74 miljoen moet worden afgedekt door middel van korte of lange financiering. Gezien de rente ontwikkeling is het aantrekkelijk om zoveel mogelijk kort te financieren. Daarom wordt voorgesteld maximaal gebruik te maken van de kasgeldlimiet. Dit betekent dat 39 miljoen kort wordt gefinancierd en 35 miljoen lang. In hoofdstuk 7 (Besluit ter Vaststelling) wordt voorgesteld om het CDH, binnen de kaders van de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden), te machtigen tot het afdekken van de financieringsbehoefte van 74 miljoen door middel van lange of korte financiering. Voor een overzicht van de rentekosten- en opbrengsten die gemoeid zijn met de financiering wordt verwezen naar hoofdstuk 5. In bijlage 6 is de berekening van het rente-omslagpercentage opgenomen. Renterisico/beleid Voor de berekening van de financieringsbehoefte in de loop van het jaar is verondersteld dat de uitgaven en inkomsten gelijkelijk verdeeld over het jaar plaatsvinden. Op grond daarvan is bij de berekening van de financieringsbehoefte het uitgangspunt gehanteerd dat de nieuw aan te trekken leningen per 1 juli 2011 gestort zullen worden. De ervaring leert dat het plannen van een subsidieontvangst zeer lastig is. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte is het uitgangspunt gehanteerd dat de subsidiebijdragen voor een project in hetzelfde jaar ontvangen worden als het jaar waarin de investeringsuitgaven plaatsvinden. Wanneer blijkt dat de subsidieontvangsten veel later binnenkomen dan nu verondersteld, stijgt de financieringsbehoefte en zal de financieringebehoefte eerder afgedekt moeten worden. Dit brengt een (beperkt) renterisico met zich mee. Bij de afdekking van de financieringsbehoefte kan, zoals hierboven vermeld, gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van korte financiering, binnen de kaders van de Wet FIDO en de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. Dit betekent dat er gedurende 2011 maximaal 39 miljoen (gemiddeld over een periode van 3 maanden) met kort geld gefinancierd wordt. Aangezien het saldo op de rekening-courant dagelijks fluctueert in verband met pieken van betalingen/ontvangsten van bijvoorbeeld investeringen, aflossingen, subsidieontvangsten en belastingopbrengsten kan het saldo rekening-courant zich tijdelijk boven de hierboven aangegeven kasgeldlimiet begeven. Deze tijdelijke pieken in de rekening-courant zijn ook toegestaan, omdat de kasgeldlimiet een maximale limiet is gemeten over het gemiddelde saldo over een periode van 3 maanden. Op grond daarvan wordt voorgesteld om de kredietlimiet in de rekening-courant bij de Nederlandse Waterschap Bank voor 2011 vast te stellen op 49 miljoen. Gedurende het jaar zal, bij het voorkomen van deze pieken, telkens een inschatting worden gemaakt van de structurele aard van de piek en indien nodig zal een voorstel voor het aangaan van langlopende financiering gemaakt worden. Voor de begroting 2011 is, mede op basis van de actuele investeringsplanning, een prognose gemaakt van het verloop van de financieringsbehoefte voor de komende 5 jaar. Deze prognose laat zien, dat er bij continuering van het huidige beleid, in de periode 2011-2015 voor een totaalbedrag van 175 mln afgedekt moet worden met langlopende financieringsmiddelen. Gedurende het jaar 2011 zal bekeken Begroting 2011 waterschap Rivierenland 16

worden of het, gezien de renteontwikkelingen, aantrekkelijk is om het renterisico dat gelopen wordt over de financieringsbehoefte voor de komende jaren in te perken. Op de kapitaalmarkt worden de gebruikelijk producten (rentevaste leningen met een periode langer dan 10 jaar) als gevolg van de economische crisis bijna niet meer aangeboden. Het waterschap onderzoekt de mogelijkheden om alternatieve financierings- en rentemanagementvormen in te zetten waarmee de weg naar de kapitaalmarkt wordt open gehouden en de rentelasten worden beperkt. Deze alternatieven passen binnen het financieringsstatuut en daarmee de Wet FIDO. Voorgenomen transacties en mandaat Zoals blijkt uit de toelichting bij de financieringsbehoefte, wordt verwacht dat er in 2011 maximaal 74 miljoen gefinancierd wordt. Hiervan zal maximaal 39 miljoen kort gefinancierd worden De uitgangspunten met betrekking tot de gehanteerde rentepercentages zijn in deze begroting strak geraamd. In 2011 zal getracht worden om de financieringsbehoefte binnen de in de begroting geraamde rentekosten af te dekken. De hoogte van de rente kan gedurende een jaar als gevolg van ontwikkelingen op de financiële markten fluctueren. Het kan dan voorkomen dat financiering op enig moment aangegaan wordt tegen een rentepercentage dat hoger ligt dan het hierboven gehanteerde uitgangspunt voor langlopende financiering. Op grond daarvan is het mandaat voor het aangaan van langlopende financiering verruimd. Het aangaan van langlopende financiering gebeurt tegen een percentage van maximaal 5% en een looptijd van maximaal 25 jaar. 1.11 Subsidieparagraaf Het waterschap probeert, daar waar mogelijk en daar waar de lasten opwegen tegen de baten, gebruik te maken van de mogelijkheden tot het verkrijgen van externe subsidies. In de voorstellen aan het bestuur wordt daartoe een subsidieparagraaf opgenomen, waarin de gemaakte afweging duidelijk zichtbaar is. Ter ondersteuning van de inrichting van het rechtmatigheidsproces Subsidie-ontvangsten is een werkgroep geformeerd. Daarbij komen ondermeer aan de orde het opstellen van een procesbeschrijving voor de subsidieontvangsten, het implementeren van een subsidieregister en het aanleggen van een centraal subsidiedossier per (gesubsidieerd) project. Onderzocht wordt of een subsidie-administrateur aangesteld kan worden ten behoeve van de voorbereiding van de gesubsidieerde projecten, de bewaking van de naleving van de subsidievoorwaarden en de completering van het subsidiedossier. In de geactualiseerde meerjareninvesteringsraming (2010-2015) is voor een bedrag van 318 miljoen aan subsidies opgenomen. Het belangrijkste aandeel van deze subsidies heeft betrekking op waterkeringen in het kader van de planvoorbereiding en uitvoering van dijkverbeteringen ( 295 miljoen). De overige subsidiestromen hebben voornamelijk betrekking op watersystemen en vloeien onder meer voort uit de Waterovereenkomst Gelderland en de bestuursovereenkomsten met de provincie Noord Brabant. Voor de taak wegen wordt subsidie ontvangen voor de aanleg van fietspaden en verkeersveiligheid. 1.12 Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en (andere) rechtspersonen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor het Waterschap. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer het waterschap middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het Waterschap. Het betreft de volgende verbonden partijen: Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) Slibverwerking Noord Brabant (SNB) Gemeenschapelijke regeling slibverwerking 2009 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 17

Stichting Slibservice Rivierengebied (SSR) Midden-Betuwe slibverwerking Nazorg Bodem Holding BV Waterschapsbank (NWB) Gemeenschappelijke regeling Laboratorium met HDSR Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Cross Border Lease (CBL) ZHEW Gemeenschappelijke regeling Glastuinbouw en paddenstoelenteelt Bommelerwaard Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) BSR is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van belastingen van AVRI (Afvalverwijdering Rivierengebied), Waterschap Rivierenland en de gemeentes Tiel, Culemborg, Lingewaal, Maasdriel, Geldermalsen, Neerijnen en West Maas en Waal. Voor burgers, bedrijven en instanties heeft de samenwerking als voordeel dat ze één aanslagbiljet ontvangen en met één organisatie te maken hebben. BSR zorgt voor de onroerende-zaakbelasting, rioolrecht, hondenbelasting, afvalstoffenheffing, reclamebelasting, forensenbelasting, verontreinigingsheffing, zuiveringsheffing, wegenheffing en watersysteemheffing. Ook bepaalt BSR de WOZ-waarde van panden voor de gemeenten. Slibverwerking Noord Brabant N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) verwerkt zuiveringsslib voor haar aandeelhouders en voor externe klanten. De aandeelhouders van SNB zijn Waterschap AA en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, Waterschap Regge en Dinkel, Waterschap Scheldestromen en Waterschap Rivierenland. De slibverbrandingsinstallatie van SNB op industrieterrein Moerdijk verwerkt jaarlijks circa 420.000 ton slibkoek in vier parallelle verbrandingslijnen. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 2,1% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van 95.300. Gemeenschappelijke regeling slibverwerking 2009 De deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling slibverwerking 2009, zijnde de hoogheemraadschappen van Delfland, van Rijnland, van Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland hebben een gezamenlijk aandeel van 13% in het aandelenkapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) met een vertegenwoordigde waarde van totaal 18.044. HVC verwerkt zuiveringsslib voor de deelnemers aan de gr slibverwerking, die het zuiveringsslib rechtstreeks aan HVC ter verwerking aanbieden. Waterschap Rivierenland heeft op basis van de overnameovereenkomst tussen HVC en de deelnemers van de gr slibverwerking een risico van maximaal 7% in de verplichtingen van de gr slibverwerking 2009. Stichting Slibservice Rivierengebied De stichting Slibservice Rivierengebied is een rechtspersoon en daarmee een zelfstandige organisatie. Vanaf het voorjaar 2009 heeft het waterschap zeggenschap in het bestuur van deze stichting gekregen. Stichting Slibservice Rivierengebied houdt zich bezig met de afzet van gecomposteerd zuiveringsslib. Waterschap Rivierenland levert compost aan deze stichting. Midden-Betuwe slibverwerking (GMB) GMB is besloten vennootschap van een middelgroot familiebedrijf op het (raak)vlak van land en water en in de waterketen. Met betrekking tot de composteringsinstallatie in Tiel is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen waterschap Rivierenland en de GMB ter verwerking van het door waterschap Rivierenland aan te bieden zuiveringsslib. Nazorg Bodem Holding BV De Nazorg Bodem Holding BV verricht werkzaamheden ten behoeve van een verantwoord (na)zorgbeheer van verontreinigde bedrijfsterreinen waarin verontreinigde grond is verwerkt, van gesloten stortlocaties en van diepe plassen met bijhorende oevers. De Nazorg Bodem Holding BV is een zelfstandige rechtspersoon en maakt geen deel uit van een grotere organisatie. De aandeelhouders zijn Begroting 2011 waterschap Rivierenland 18

een aantal gemeenten uit de regio Arnhem/Nijmegen en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beschikt over 1.000 aandelen met een vertegenwoordigde waarde van 100.000. Waterschapsbank De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is meer dan 50 jaar geleden opgericht met de opdracht zorg te dragen voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector. Sedertdien financiert de bank de waterschappen, gemeenten en provincies. Zij verstrekt voorts langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Eveneens financiert de NWB overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor waterschappen is de NWB huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Sleutelwoorden bij de activiteiten van de NWB zijn maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. Alle aandelen van de NWB zijn in handen van overheden. De NWB financiert haar activiteiten op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Zij maakt daarbij gebruik van financiële instrumenten als obligaties, medium term notes en commercial paper. De bank heeft een zeer sterke vermogenspositie en AAA ratings van Moody's en Standard & Poor s, hetgeen betekent dat het financiële risico zeer beperkt is. Waterschap Rivierenland bezit 6,8% van het totale aandelenkapitaal. Gemeenschappelijke regeling Laboratorium met HDSR Sinds 1 januari 2003 bestaat er een gemeenschappelijke regeling tussen waterschap Rivierenland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden met als doel het verkrijgen van maatschappelijk voordeel en het bevorderen van de samenwerking op het gebied van laboratoriumactiviteiten ter uitvoering van analyses t.b.v. het waterkwaliteitsbeheer, waardoor de gewenste gespecialiseerde deskundigheid bij de uitvoering van de opgedragen taken zo optimaal mogelijk wordt benut. Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Het Waterschapshuis is een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen en is gevestigd in Amersfoort. Het Waterschapshuis gaat de informatie- en bedrijfsprocessen van de deelnemende waterschappen ondersteunen en verbeteren met als doel de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering te bevorderen. Het Waterschapshuis functioneert daarbij als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen. Aan de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis nemen alle waterschappen in Nederland deel. Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Park Lingezegen is een nieuw landschapspark tussen Arnhem-Zuid, Elst, Bemmel en Nijmegen-Noord. Het park wordt gezamenlijk ontwikkeld en aangelegd door gemeenten Overbetuwe, Lingewaard en Arnhem, provincie Gelderland, Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland. Volgens de huidige planning zal het park in 2014 gerealiseerd zijn. Voor de realisatie van het park en de coördinatie van het beheer hebben partijen een gemeenschappelijke regeling getroffen. Cross Border Lease ZHEW Ten behoeve van de Cross Border Lease (CBL) van het voormalig zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden heeft WSRL met de andere betrokken waterschappen (waterschap Hollandse Delta en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard) een zogenaamde CBL overeenkomst gesloten. Omdat ervoor gekozen is de oorspronkelijke CBL in stand te houden, hebben partijen onderling afspraken gemaakt over de samenwerking en deze afspraken vastgelegd in de genoemde overeenkomst. De verdeling van de aansprakelijkheid is gebaseerd op de omvang van de sublease-verplichtingen (in totaal 290.000.000) en bedraagt voor WSRL 13,2% ( 38.280.000). Gemeenschappelijke regeling Glastuinbouw en paddenstoelenteelt Bommelerwaard Op 9 december 2009 hebben de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, de provincie Gelderland en Waterschap Rivierenland de Samenwerkingsovereenkomst glastuinbouw en paddenstoelenteelt ondertekend. De overeenkomst moet leiden tot de oprichting van een Openbaar Lichaam per 1 januari 2011 waarin de vier genoemde overheden zijn vertegenwoordigd. Het openbaar lichaam krijgt als taak om binnen de voorwaarden van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst, uitvoering te geven aan de plannen voor herstructurering van met name de glastuinbouw in de Bommelerwaard. Waterschap Rivierenland neemt aan de gemeenschappelijke regeling deel als niet risicodragende partner en partici- Begroting 2011 waterschap Rivierenland 19