1 NOTA VAN AANBIEDING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 NOTA VAN AANBIEDING"

Transcriptie

1 Begroting 2012

2 2

3 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING Inleiding Missie en kernwaarden Verslaggeving Ontwikkelingen sinds het vorig begrotingsjaar Uitgangspunten Incidentele baten en lasten Kostentoerekening Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Weerstandsvermogen Risicoparagraaf Financiering Subsidieparagraaf Verbonden partijen Bedrijfsvoering Autorisatie investeringen 28 2 KERNCIJFERS Programma s Programma Waterkeringen Programma Watersystemen en waterketen Programma Wegen Programma Middelen, communicatie en regelgeving Dekkings- en financieringsmiddelen Recapitulatie exploitatie en investeringen per programma 92 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS 93 5 KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN Algemeen 99 6 TARIEVEN WATERSCHAPSBELASTINGEN Inleiding De watersysteemheffing De wegenheffing De zuiveringsheffing De verontreinigingsheffing Totaaloverzicht heffingsopbrengst Lastenontwikkeling BESLUIT TER VASTSTELLING 113 Bijlagen 115 3

4 4

5 1 NOTA VAN AANBIEDING 1.1 Inleiding Hierbij bieden wij u de begroting 2012 van Waterschap Rivierenland aan. Deze begroting geeft inzicht in de voornemens die het waterschap heeft voor het jaar Uit deze voornemens volgen de kosten en opbrengsten per taak en de daaraan gekoppelde heffingsbedragen en belastingtarieven. Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor een duurzaam waterbeheer en voor een veilige en een leefbare woonomgeving in het rivierengebied. Waterschap Rivierenland houdt zich bezig met het uitvoeren van taken, die verband houden met waterkering, waterkwantiteit, het zuiveren van afvalwater, waterkwaliteit en wegen. Het werkgebied van Waterschap Rivierenland is circa hectare groot en omvat het gehele stroomgebied tussen Rijn/Lek en Maas/Merwede vanaf Alblasserdam en de Biesbosch in het westen tot aan de Duitse grens in het oosten. Het beheer van de grote rivieren (Maas, Waal, Rijn) behoort niet tot de taken van het waterschap. 1.2 Missie en kernwaarden Missie Het vertrekpunt voor alle activiteiten en projecten van Waterschap Rivierenland wordt gevormd door de kernopdracht, de missie. In 2002 heeft het toenmalige Algemeen Bestuur van Waterschap Rivierenland de missie als volgt geformuleerd: Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor en werkt voortvarend aan een duurzaam waterbeheer voor een veilig en leefbaar rivierenland. Maar de wereld verandert, er zijn accentverschuivingen en het waterschap verandert mee. In de periode die we nu ingaan, ligt het accent bij Waterschap Rivierenland vooral op de bescherming tegen rivierwater. Het onderscheidt ons van veel andere waterschappen in Nederland. Het College van Dijkgraaf en Heemraden stelt daarom het Algemeen Bestuur voor de missie kort en bondig als volgt te herformuleren: Waterschap Rivierenland zorgt voor veilige dijken en een evenwichtig watersysteem. Deze formulering maakt het werk van het waterschap concreet en aansprekend (veilige dijken) en doet tegelijkertijd recht aan de belangenafwegingen die met het waterbeheer gepaard gaan. Een evenwichtig watersysteem vraagt niet alleen om een goede balans tussen water aan- en afvoer en een goede waterkwaliteit, maar refereert ook aan de afwegingen die steeds gemaakt moeten worden, rekening houdend met andere partijen, de omgeving en de toekomst. Kernwaarden De missie geeft aan wat het waterschap doet, kernwaarden geven aan hoe de organisatie haar werk doet. Het gaat om het gedrag van de organisatie. Daarmee is het vooral ook een onderwerp voor de ambtelijke organisatie. Om de focus voor de komende jaren te bepalen wordt in het najaar van 2011 breed in de organisatie een voorstel van het College van Dijkgraaf en Heemraden voor nieuwe kernwaarden besproken. Uiteindelijk neemt de directieraad hierover een beslissing. Toekomstbeeld Een duidelijke toekomstbeeld maakt, naast missie en kernwaarden, de visie van het waterschap compleet. Welk beeld heeft het bestuur over de taken, rollen en positie van het waterschap en wat bete- 5

6 kent dat voor de ontwikkeling in de komende jaren? In de nota Waterwegen van de Unie van Waterschappen hebben de gezamenlijke waterschappen een aantal veranderingen geconstateerd, op het gebied van klimaat, samenleving en wijze van besturen. Vanuit die context is er een visie geformuleerd waarin het waterschap als regionale waterautoriteit en optimale uitvoeringsorganisatie wordt gezien. Het College van Dijkgraaf en Heemraden wil bij het sturen en verantwoorden goed in beeld brengen wat er van Waterschap Rivierenland wordt gevraagd, waar het op dit moment aan de vraag voldoet, waar het nog tekort schiet en welke maatregelen genomen worden om dit tekort weg te werken. 1.3 Verslaggeving Presentatie De begroting 2012 is opgesteld conform de regels die gelden volgens het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). Leeswijzer Deze begroting bestaat uit de volgende onderdelen: Nota van aanbieding De nota van aanbieding geeft inzicht in de uitgangspunten en randvoorwaarden waarbinnen deze begroting tot stand is gekomen. Daarnaast komen onder andere de financiering, de risico s en de bedrijfsvoering aan de orde. Aansluitend aan dit deel zijn de kerngegevens van waterschap Rivierenland opgenomen. Programma s In dit deel worden aan de hand van een 4-tal programma s de beleidsontwikkelingen voor 2012 uiteen gezet. Begroting naar kostendragers met toelichting Dit onderdeel bevat een overzicht van de netto kosten per wettelijke taak en een toelichting op de kostenontwikkeling ten opzichte van het vorige begrotingsjaar. Kosten- en opbrengstsoorten Dit onderdeel bevat informatie over de kosten- en opbrengstensoorten van het waterschap. Tarieven waterschapsbelasting In dit deel wordt ingegaan op de wijze waarop de tarieven tot stand komen en wat de tarieven voor 2012 zijn. Besluit ter vaststelling In dit onderdeel zijn alle noodzakelijke besluiten opgenomen zodat het waterschap in 2012 haar voornemens op een slagvaardige manier kan uitvoeren. Het hoofdstuk bevat de besluiten ten behoeve van de begroting, financiering en investeringen. Bijlagen In dit deel is een aantal bijlagen opgenomen waarmee de cijfers uit deze begroting nader zijn onderbouwd. 6

7 1.4 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar Bestuursakkoord water Met het ondertekenen van het bestuursakkoord Water zijn de waterschappen de nodige verplichtingen aangegaan. In de voorjaarsnota is rekening gehouden met de verhoogde bijdrage aan het HWBP. Zoals bekend zijn de waterschappen al met ingang van 2011 gaan bijdragen aan het HWBP. In de periode 2011 t/m 2013 gaat het om een bedrag van in totaal 81 miljoen per jaar (aandeel WSRL 4,4 miljoen). Als gevolg van het bestuursakkoord Water worden deze bijdragen verhoogd tot 131 miljoen in 2014 (aandeel WSRL 7,2 miljoen) en vanaf miljoen per jaar (aandeel WSRL 9,9 miljoen). Conform de besluitvorming bij de voorjaarsnota wordt de bijdrage van waterschap Rivierenland aan het HWBP geactiveerd. In het Bestuursakkoord zijn tevens verplichtingen opgenomen die betrekking hebben op extra taken of extra werk. Op grond van uit het bestuursakkoord voortvloeiende extra taken en werkzaamheden, is mogelijk uitbreiding van capaciteit of herprioritering van huidige beleidsdoelstellingen noodzakelijk. Hiermee is in de voorjaarsnota 2011 geen rekening gehouden. Nationaal vindt de komende periode op tal van terreinen uitwerking plaats van de in het bestuursakkoord aangekondigde zaken. Deze uitwerking is nog niet uitgekristalliseerd, zodat hiermee in de begroting 2012 geen rekening kan worden gehouden. In de volgende voorjaarsnota zullen wij met de gevolgen van deze uitwerkingen wel rekening houden, voor zover bekend. Naast het ondertekenen van het bestuursakkoord, zijn er in de inhoudelijke programma s een tweetal belangrijke beleidsontwikkelingen. In de eerste plaats betreft dit het faseren van 2015 naar 2018 van de doelstellingen met betrekking tot NBW en KRW. Hierover zijn of worden de medeoverheden geinformeerd en de gevolgen van de fasering waren al verwerkt in de voorjaarsnota 2011 en zitten nu dus ook verwerkt in de begroting. In de tweede plaats betreft het de doelstelling om alle primaire keringen die in 2006 niet voldeden, in 2015 wel aan de norm te laten voldoen. Voor wat betreft de projecten in het kader van Ruimte voor Rivier en HWBP 2 wordt de doelstelling vertaald in '2015 veilig' (voldoen aan veiligheidsnorm). Dit betekent dat de uitvoering van bepaalde onderdelen (afbouw, schadeafwikkeling en eindafrekening) doorschuiven naar In 2015 voldoen we voor 80% aan de veiligheidsnorm en in 2017 is alles afgerond. Deze fasering heeft geen gevolgen voor de begroting Voor meer details wordt verwezen naar de programmateksten met de bijbehorende tabellen. Overdracht Muskusrattenbestrijding provincies Noord en Zuid Holland Op 1 juli 2011 is de muskusrattenbestrijding in Nederland bij wet een taak geworden voor de waterschappen. Hierop vooruitlopend hebben de waterschappen in Noord-en Zuid Holland onderhandelingen gestart om te komen tot samenwerking in de muskusrattenbestrijding. Price Waterhouse en Coopers (PWC) heeft op basis van een businesscase een aantal aanbevelingen gedaan. PWC ziet voordelen op het terrein van kennisontwikkeling en innovatie en geeft aan dat een groter samenwerkingsverband een meerwaarde heeft ten opzichte van de situatie dat ieder waterschap het zelf gaat doen. Deze meerwaarde zou met name moeten leiden tot een efficiëntere bestrijding. Naar aanleiding hiervan zijn in 2011 afspraken tussen de deelnemende waterschappen gemaakt om te komen tot samenwerking. Dit heeft ertoe geleid dat, na definitieve besluitvorming hierover, per 1 januari 2012 een nieuw samenwerkingsverband aangegaan wordt tussen de waterschappen Rivierenland, Rijn & IJssel, Veluwe, Vallei & Eem en Hollandse Delta, waarbij waterschap Rivierenland de bestrijding uitvoert. Hiermee is rekening gehouden in de begroting Deelname laboratorium aan gemeenschappelijke regeling AQUON Op 01 juli 2011 is de laboratoriumorganisatie van waterschap Rivierenland toegetreden tot AQUON, een samenwerkingsverband waarvan nog acht andere waterschappen deel uitmaken. Deze samenwerking is geformaliseerd in een gemeenschappelijke regeling op grond waarvan waterschap Rivierenland binnen het bestuur van AQUON zeggenschap heeft over de koers en de prestaties van AQUON. 7

8 De aanleiding hiervoor was gelegen in de problemen die ons laboratorium kende die in belangrijke mate werden ingegeven door de beperkte schaalgrootte van deze organisatie-eenheid. De besluitvorming over de toetreding heeft plaatsgevonden op basis van een Businesscase waarin ondermeer de voor- en nadelen en de kosten en baten in het geval van toetreding inzichtelijk is gemaakt. Deze keuze is afgezet tegen mogelijke alternatieve scenario s waaronder het wegzetten van het laboratoriumwerk in de markt of het toch zelfstandig door blijven gaan. In de afweging van alle scenario s bleek de toetreding tot AQUON de beste oplossing. Netto kosten 2012 In de Begroting 2012 is de besluitvorming inzake de voorjaarsnota verwerkt. De nu voorliggende Begroting 2012 is een verdere gedetailleerde uitwerking van het eerste jaar van de Voorjaarsnota In onderstaande tabel zijn de kosten, zoals opgenomen in de Begroting 2012, afgezet tegen het eerste jaar van de Voorjaarsnota Netto kosten 2012 Voorjaarsnota Kostenniveau begroting Te verklaren verschil 240 (bedragen x 1.000) Hieruit blijkt dat het kostenniveau van de begroting hoger is ten opzichte van het jaar 2012 uit de Voorjaarsnota Het verschil wordt met name veroorzaakt door de volgende zaken: Doorschuiven reconstructie en onderhoudswerkzaamheden wegentaak (incidenteel) 325 N Vanwege het verleggen van kabels en leidingen en een tegenvallende zettingprognose zijn de reconstructies Bazeldijk en de P&R voorziening Groot Ammers gedeeltelijk verschoven van 2011 naar Bijgestelde investeringsraming 680 V De meerjareninvesteringsraming is geactualiseerd. Hierbij is de bruto investeringsraming verlaagd tot 47,6 miljoen in 2011 en tot 54,7 miljoen in Ten opzichte van de voorjaarsnota leidt dit tot een lagere afschrijvingslast in 2012 (230 V). Daarnaast is in de voorjaarsnota de restant boekwaarde van rwzi Geldermalsen ten onrechte vervroegd afgeschreven in 2012 (450 V) (Incidenteel). Personeelskosten 400 N In de begroting 2012 zijn de effecten van Zelfdoen versus uitbesteden opgenomen. Hier staan gedeeltelijk opbrengsten tegenover. Tevens is de verwachte efficiency bij de afdeling technische installaties als gevolg van invoering IPA twee jaar uitgesteld. Loonontwikkeling 206 N In de begroting 2012 is de loonontwikkeling verwerkt conform de verwachting van de macro economische verkenningen van het CPB. Ten opzichte van de voorjaarsnota betekent dit een toename met 0,5% tot 2,75% loonontwikkeling voor Onderhoud groen 100 N Hogere onderhoudskosten voornamelijk vanwege toename van natuurvriendelijke oevers (Nijmegen) en uitbreiding stedelijk gebied. Bijdrage aan AQUON 180 V In april 2011 is bij AQUON de Producten en Diensten Catalogus (PDC) gereed gekomen. Op basis hiervan is de begroting 2012 van AQUON opgesteld. Als gevolg hiervan daalt de bijdrage van waterschap Rivierenland (bij een gelijkblijvend programma) ten opzichte van de voorjaarsnota Diverse mutaties in de exploitatie 69 N Totaal verschil ten opzichte van de voorjaarsnota 240 N 8

9 1.5 Uitgangspunten De Begroting 2012 is gebaseerd op de Begroting 2011, de Voorjaarsnota 2011 en de Jaarrekening 2010 van de organisatie. Daarnaast is de meerjareninvesteringsraming geactualiseerd en zijn de structureel doorwerkende effecten uit de 2e Bestuursrapportage 2011 verwerkt. De Begroting 2012 is opgesteld conform de vastgestelde financiële beleidskaders van waterschap Rivierenland (waarderingsgrondslagen, treasurystatuut en het beleid inzake reserves en voorzieningen). Externe uitgangspunten De externe uitgangspunten zijn gebaseerd op verwachtingen van De Nederlandse Bank, het Centraal Planbureau en vijf grote Nederlandse banken. Rente lang (kapitaalmarkt) 4,00% (begroting ,00%) Rente kort (geldmarkt) 1,50% (begroting ,40%) Loonkostenstijging personeel 2,75% (begroting ,00%) Inflatie De werkelijke inflatie over geheel 2011 zal naar verwachting 2,25% bedragen en in 2012 uitkomen op 2,00%. (Bron Macro Economische Verkenningen CPB 2012 sept. 2011). Het financiële effect van de inflatie op de exploitatiebegroting van het waterschap is beperkt. Een afwijking ten opzichte van de raming met 0,5% leidt tot een bijstelling van het kostenniveau van circa Loonkostenontwikkeling 2012 In juli 2010 is een akkoord gesloten over de arbeidsvoorwaarden in de sector waterschappen. Het akkoord loopt van 1 oktober 2009 tot 1 januari Het akkoord behelsde onder meer de invoering van de 36-urige werkweek. De onderhandelingen over een nieuwe CAO zijn in september 2011 gestart met de uitwisseling van de voorstellen van de partners. De werknemersvakbonden hebben een looneis neergelegd van 3,0% in de vorm van 1,5% loonsverhoging en 1,5% verhoging van de eindejaarsuitkering. De werkgevers zien de loonontwikkeling niet los van de economische context en het beloningsniveau van de sector. Zij willen gedurende de onderhandelingen verkennen wat de mogelijkheden zijn. Dit hangt ook samen met de bereidheid om zich gezamenlijk met de werknemersbonden te richten op een kwaliteitsagenda met verdere versterking van de ingezette modernisering. Op basis van de macro-economische verkenningen van het CPB wordt voor 2012 rekening gehouden met een bruto loonontwikkeling van 2,75%. In de begroting 2012 is deze loonontwikkeling verwerkt. Interne uitgangspunten Personeelsformatie Uitgangspunten formatie Formatie Vaste formatie per volgens begroting ,9 Overgang laboratorium naar AQUON 31,5 Uitbreiding Muskrattenbestrijding + 50,3 Zelfdoen versus uitbesteden + 9,0 Uitstel formatietaakstelling afdeling Handhaving (2013) in verband met uitstel + 1,5 inwerkingtreding Waterwet (overdracht indirecte lozingen). Uitstel formatietaakstelling afdeling Technische installaties (2014) in verband + 2,0 met latere afronding project IPA. Invulling herbezetting agv invoering 36-urige werkweek + 4,5 Uitbreiding afdeling Weg en Waterbouw in verband met Ruimte voor de Rivier (0,5 fte) en Toezichthouder baggeren (1,0 fte) + 1,5 9

10 Uitbreiding afdeling Technische installaties in verband met taakuitbreiding Individueel systemen behandeling afvalwater (IBA s). + 0,5 Vaste formatie per ,7 Naast de vaste formatie is op grond van specifieke besluitvorming tevens 10,3 fte aan tijdelijke formatie in de begroting opgenomen. De tijdelijke formatie is als volgt opgebouwd: Beleidsafdeling Water en Dijken 0,1 fte Beleidsadviseur B tot Afdeling Technische Projecten 4,0 fte Medewerkers i.v.m. IPA-project tot Afdeling Projectbureau Dijkverb. 1,0 fte Secretariële ondersteuning tot Afdeling Financiën Team Vastgoed 3,2 fte 2,2 fte Vakspecialist A t/m ,0 fte Medewerker ondersteuning A t/m Afdeling POI 2,0 fte Trainees tot ,3 fte Totale formatie per De vaste formatie bedraagt De tijdelijke formatie bedraagt Totaal 676,7 fte 10,3 fte 687,0 fte De post Onvoorzien De post onvoorzien is een vast onderdeel van de begroting en bedraagt , circa 0,6% van de totale netto kosten. Meerjareninvesteringsniveau. De meerjareninvesteringsplanning is geactualiseerd en bedraagt over de jaren 2011 tot en met miljoen bruto. Hiervan wordt 230 miljoen gedekt door subsidies en bijdragen van derden. Ten laste van het waterschap resteert 234 miljoen. Voor 2012 bedragen de bruto investeringsramingen 55 miljoen. Hiervan wordt circa 16 miljoen gedekt door subsidies en bijdragen van derden. Ten laste van het waterschap blijft circa 39 miljoen. Verwacht resultaat 2011 Op basis van de tweede bestuursrapportage 2012 van waterschap Rivierenland wordt voor 2011 een voordelig resultaat verwacht ad Het resultaat is verwerkt in de stand van de egalisatiereserves per 1 januari Incidentele baten en lasten Deze paragraaf bevat een overzicht van de meest in het oogspringende baten en lasten van 2012 die als eenmalig ten opzichte van voorgaande en komende begrotingsjaren moeten worden beschouwd. Lasten: (bedragen x 1.000) Aanleg fietspaden. Zie ook bijdrage Provincie Zuid Holland onder de baten Storting opbrengsten uit de verkoop van diverse panden in de bestemmingsreserve decentrale huisvesting Aanleg rotonde Bazeldijk bij Meerkerk Eenmalige frictiekosten in verband met onderbrengen laboratoriumactiviteiten bij AQUON per 1 juli Dekking vindt plaats uit de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve. 300 Samenwerken in de waterketen. Voor zowel 2012 als 2013 is in de exploitatie een budget opgenomen van voor businesscases en feitenonderzoek, welke gedekt wordt uit de bestemmingsreserve. Daarnaast is voor elk van die jaren

11 opgenomen voor ondersteuning/advies voor opzet van de samenwerkingsorganisatie. 85 Eenmalige upgrade software van de centrale bediening watersystemen voor toekomstige aanpassingen veldlocaties. 75 Aanleg parkeer- en recreatievoorzieningen Groot Ammers 75 Vervanging zoutstrooier t.b.v. wegbeheer. 52 Afwikkeling verwijderen buitengebruik gestelde asbestcement persleiding Woudrichem. 50 Kosten schadeafwikkeling Maaswerken. Kosten worden gedekt uit een onttrekking aan de bestemmingsreserve schaderegeling Maaswerken. 49 Aanschaf PDA s voor mobiele handhaving. 33 Eenmalig elektro/mechanisch onderhoud aan kwantiteitsgemalen Middelland en Postsloot. 30 Aanschaf surveillanceboot t.b.v. toezicht vaarwegen 20 Totaal incidentele lasten Baten: (bedragen x 1.000) Bijdrage Provincie Zuid Holland in aanleg fietspaden Opbrengst verkoop diverse panden, welke opbrengst wordt gestort in de reservedecentrale huisvesting Aanwending van de bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium ter dekking van eenmalige kosten hiervoor. 300 Aanwending van de bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen ter dekking van kosten in dat kader voor businesscases en feitenonderzoek. 50 Onttrekking aan de bestemmingsreserve schaderegeling Maaswerken ter dekking kosten van schadeafwikkeling Maaswerken. 49 Totaal incidentele baten Kostentoerekening Voor de toerekening van de kosten en opbrengsten wordt gebruik gemaakt van het beleid- en beheersproces bij waterschappen (BBP). Hieronder wordt de toegepaste systematiek toegelicht. Registratie van kosten, opbrengsten en uren De kosten en opbrengsten worden zoveel als mogelijk direct toegeschreven aan een beheerproduct. Kosten en opbrengsten waarvoor dat niet mogelijk is, worden op basis van de verantwoorde uren aan een beheerproduct toegerekend. Op deze manier worden de netto kosten per beheerproduct bepaald. Doorbelasting ondersteunende beheerproducten en hulpproducten naar primaire beheerproducten De beheerproducten zijn onderverdeeld in primaire beheerproducten (die betrekking hebben op de primaire processen van het waterschap) en ondersteunende beheerproducten en hulpproducten (die de primaire processen ondersteunen). De netto kosten van de ondersteunende beheerproducten en de hulpproducten zijn toegerekend aan de primaire beheerproducten. Hiervoor zijn drie soorten verdeelsleutels gebruikt die landelijk zijn afgesproken: 1. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van het aantal direct bestede uren van de primaire beheerproducten; 2. toerekening aan elk primair beheerproduct op basis van de totale directe kosten van de primaire beheerproducten; 11

12 3. specifieke verdeelsleutels die het gebruik, dat van dit ondersteunende beheerproduct wordt gemaakt, weergeven. Doorbelasten primaire beheerproducten naar wettelijke taken De netto kosten per primair beheerproduct zijn verdeeld over de wettelijk taken op grond van de verdeling zoals opgenomen in bijlage 8. Bij deze verdeling zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: een aantal beheerproducten wordt volledig toegerekend aan één van de taken. de overige beheerproducten zijn verdeeld op basis van ervaringscijfers. Na deze doorbelasting zijn de netto kosten per wettelijk taak bekend. Vervolgens worden de kosten per taak op basis van de kostentoedelingsverordening toegerekend aan de belanghebbende categorieën en worden de tarieven bepaald. 1.8 Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Voorzieningen Op basis van de verslaggevingvoorschriften worden uitgaven ten laste van een voorziening, voor zover deze wordt aangewend voor het doel waarvoor deze is gevormd, rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en derhalve niet in de exploitatie verantwoord. De volgende mutaties (* 1.000) worden rechtstreeks ten laste van de voorzieningen gebracht: Voorziening regeling personeel Uitgaven ter dekking van wachtgeld van voormalig personeel. Voorziening pensioen voormalige bestuurders 395 Uitgaven ter dekking van pensioenaanspraken van voormalige bestuursleden. Voorziening kleilagenproblematiek Betuweroute 115 Uitgaven ter dekking van onderhoud aan de watergangen langs de Betuweroute. Voorziening baggeren Uitgaven ter dekking van de baggerkosten. Voorziening beheer Muskusrattenbestrijding Noord Brabant 29 Uitgaven ter dekking van verschillen in salaris en arbeidsvoorwaarden van overgenomen muskusrattenvangers van de provincie Noord-Brabant. Voorziening onderhoud primaire waterkeringen 461 Uitgaven ter dekking van de kosten voor groot onderhoud waterkering De Kromme Nol Voorziening onderhoud wegreconstructies Uitgaven ter dekking van de kosten voor wegreconstructies. Voorziening onderhoud kunstwerken wegen 243 Uitgaven ter dekking van de kosten voor groot onderhoud aan kunstwerken wegen Voorziening baggeren wegsloten 330 Uitgaven ter dekking van de kosten voor het baggeren van de wegsloten Totaal mutaties Voorzieningen Bestemmingsreserves Ten laste van bestemmingsreserves worden de volgende mutaties (* 1.000) verwacht: Deze mutaties worden niet via de exploitatie verwerkt, maar dekking vindt plaats bij resultaatbestemming. Bestemmingsreserve decentrale huisvesting -/ Deze reserve wordt in 2012 aangevuld met de opbrengst uit de verkoop van panden die i.h.k.v. het project decentrale huisvesting worden afgestoten. -/ De reserve wordt ingezet ter dekking van de afschrijving op investeringen van aan te passen en nieuwe decentrale locaties. 220 Bestemmingsreserve vervroegde afschrijving investeringen waterkeringszorg 296 Bijdrage in de vervroegde afschrijving van investeringen waterkeringszorg. Bestemmingsreserve samenwerken in de waterketen 50 12

13 Bijdrage in de kosten voor feitenonderzoeken en businesscases. Bestemmingsreserve aanpak oeverherstel A-watergangen 120 Bijdrage ten behoeve van de projectmatige aanpak van oevers langs A-watergangen en voor het herstel van grondkeringen (damwanden) langs het gestuwde niet bevaarbare deel van de Linge. Bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium 300 Bijdrage in de transitiekosten die gemoeid zijn met de overgang van het Laboratorium naar AQUON. Bestemmingsreserve schaderegeling Maaswerken 49 Bijdrage in de kosten voor de uitvoering van de schaderegeling. Totaal mutaties Bestemmingsreserves -/ Weerstandsvermogen Algemeen De definitie van weerstandsvermogen is de mate waarin de organisatie in staat is middelen vrij te maken (weerstandscapaciteit) om onverwachte financiële tegenvallers (risico s) op te vangen. Het weerstandsvermogen is onderdeel van het bredere risicomanagement. Het vormt als beheersmaatregel het sluitstuk van risicomanagement en een laatste vangnet om de risicokosten op te vangen. Daarnaast geeft het een maat voor de financiële gezondheid van de organisatie. Inzicht in het weerstandsvermogen van waterschap Rivierenland is dus belangrijk om de continuïteit van de organisatie te kunnen garanderen. Weerstandvermogen kan in formulevorm als volgt worden weergegeven: (Ratio) Weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (Rest) Risico's Teneinde een goede inschatting te kunnen maken van het gewenste niveau van de algemene reserve wordt jaarlijks een risico inventarisatie uitgevoerd. In maart 2011 is de laatste risico inventarisatie opgesteld teneinde: - inzicht te verkrijgen in de belangrijkste risico's nu en in de komende jaren; - inzicht te verkrijgen in de omvang van deze risico's nu en in de komende jaren; - inzicht te verkrijgen in de financiële middelen om deze risico's op te vangen nu en in de komende jaren. Met behulp van deze risico-inventarisatie is de totale omvang van het risico m.b.v. een (statistisch) simulatiemodel in beeld gebracht. De conclusies van het rapport zijn als volgt: - met een betrouwbaarheidsniveau van 90% is de te verwachten schadelast a.g.v. de geïdentificeerde risico s in ,4 miljoen oplopend naar 10,5 miljoen in Dit betekent dat de schadelast gemiddeld 9 van de 10 jaar gelijk of minder is dan dit bedrag; - de beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserves van de taken. De omvang hiervan bedraagt per in totaal 13,0 miljoen. - het weerstandsvermogen (weerstandscapaciteit/geïdentificeerde risico's) bedraagt per ,38. Dit betekent dat het totaal van de risico s 1,38 keer is op te vangen door de hoogte van de algemene reserves. Het totale weerstandsvermogen neemt in de komende jaren af van 1,38 naar 1,24 in Deze resultaten zijn vervolgens getoetst aan een beoordelingsmodel dat is ontwikkeld door de Technische Universiteit Twente. Hiermee kan aan de hoogte van het weerstandsvermogen een oordeel worden gegeven. Het weerstandsvermogen van het waterschap van 1,38 is als 'voldoende' te beoordelen. Op basis van het vastgestelde beleid dient de omvang van het weerstandsvermogen (algemene reserves) minimaal voldoende (1 tot 1,4x de risico omvang) en maximaal ruim voldoende (1,4 x tot 2 x de risico omvang) te zijn. Afroming of aanvulling van de algemene reserve is op basis hiervan niet aan de orde. 13

14 1.10 Risicoparagraaf Enkele belangrijke concrete risico s worden onderstaand nader toegelicht: Project Ketelweg In het kader van het dijkversterkingproject Ketelweg is de dijk verlegd in het gedeelte Papendrecht- Oost en is de weg afgebouwd in het gedeelte Papendrecht-centrum. Hier heeft eerder de dijkversterking plaatsgevonden. Voor het project is destijds een krediet beschikbaar gesteld van bruto Hiervan is bruto een bedrag van aan kosten betaald, zodat aan bruto restantkrediet beschikbaar is. Genoemde bedragen zijn ontleend aan de voorlopige eindafrekening. Voorlopig omdat er nog 2 zaken spelen. 1. De aannemer heeft een claim ingediend voor een bedrag van ca. 1,2 miljoen (= incl. btw) i.v.m. kosten als gevolg van stagnatie en daarmee samenhangend inefficiëntie van de uitvoering. Bovenop deze claim komt een circa aan kosten voor juridische ondersteuning van en nader uitzoekwerk bij adviesbureaus voor het waterschap. Binnen dit complexe project hebben we te maken met een groot aantal betalende partijen (waterschap, Rijkswaterstaat, gemeente Papendrecht, Eneco, KPN, Oasen en UPC). Zomer 2011 is tussen de 3 grootste partijen (waterschap, Eneco en gemeente Papendrecht) de afspraak gemaakt dat elke partij voor 1/3 deel van de door de arbitragecommissie toegekende claim (maximaal 1,2 miljoen) aan de lat staat. Worst case betalen we als waterschap 1,2 miljoen aan de aannemer plus aan advies en ondersteuning. Daar tegen over ontvangen we worst case totaal maximaal terug van de gemeente Papendrecht en Eneco. Rijkswaterstaat stelt zich momenteel op het standpunt dat zij als subsidiënt in deze geen partij is en niets zal bijdragen. De arbitragezaak staat voor begin 2012 op de rol. 2. Momenteel vindt overleg plaats met KPMG over de voorlopige eindafrekening van het project. Het blijkt dat destijds op een groot aantal facturen de BTW verkeerd vermeld stond. Dit is inmiddels gecorrigeerd door KPMG en verwerkt in de eindafrekening. Het waterschap loopt vanwege naheffing door de belastingdienst een financieel risico. De inschatting heeft een range van als de belastingdienst van mening is dat er geen opzet in het spel is tot als sprake is van bewuste nalatigheid. In ieder geval komen hier bovenop aan juridische kosten e.d. Resumerend ligt het risico tussen de en en eind 2011 kan hier duidelijkheid over zijn. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) Waterschap Rivierenland is voor 2,1 % aandeelhouder in N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB). SNB verwerkt zuiveringslib in een slibverbrandingsinstallatie (SVI). Garantstellingen. SNB heeft in 1997 een zogenaamde VAMIL lease en in 1999 een Cross Border Lease (CBL) afgesloten waarvoor de oorspronkelijke aandeelhouders garant staan. Voor Waterschap Rivierenland geldt dit alleen voor de VAMIL lease en niet voor de CBL, omdat onze rechtsvoorganger zich van deelname in de CBL heeft uitgesloten. De garantstelling van de VAMIL Lease is in juli 2011 komen te vervallen (zie hieronder). Daarnaast hebben de oorspronkelijke aandeelhouders, de aandeelhouders die na 1 januari 2009 aandeelhouder zijn geworden, gevrijwaard van enige aansprakelijkheid inzake alle fiscale en financiële transacties die SNB in het verleden is aangegaan. Switch Transaction. In 2007 is SNB een Switch Transaction aangegaan met als doel het kredietrisico op drie leasedepots van SNB te verlagen. Deze transactie bestaat uit de volledige afdekking van het kredietrisico op deze 14

15 depots waarbij gelijktijdig een kredietrisico op een portfolio van circa 115 bedrijven is overgenomen met een totale omvang van 270 miljoen. Het risico heeft te maken met het feit dat als gevolg van de kredietcrisis binnen de portfolio van 115 bedrijven zes faillissementen zijn opgetreden waardoor de ingebouwde faillissementsbuffer is afgenomen met circa 63%. Hierdoor neemt het risico op de Switch Transaction toe. Het risico op de Switch Transaction wordt vanaf 2009 periodiek beoordeeld door een onafhankelijke bank (o.b.v. een algemeen aanvaardbare beoordelingsmethode). Op basis van deze beoordeling heeft SNB per 31 december 2009 een voorziening gevormd van 19,0 miljoen om het toegenomen risico af te dekken. In de loop van 2010 is de portfoliomanager in staat geweest het risico in de portfolio terug te brengen, wat heeft geresulteerd in een zodanige bijstelling van de risicobeoordeling dat de voorziening teruggebracht is naar een niveau van 5,6 miljoen per 31 december Het risicoprofiel van de Switch Transaction is te kwalificeren als stabiel. Ondanks deze kwalificatie is het niet ondenkbaar dat problemen met de staatsschuld van sommige eurozone landen en Amerika en een dreigende recessie kunnen leiden tot een wijziging in dit profiel en daarmee ook de omvang van de voorziening. Het risico wordt continue geanalyseerd door SNB in samenwerking met de onafhankelijke bank en de portfoliomanager waarbij scherp wordt gelet op genoemde ontwikkelingen. Herziening verslaggeving. Een tweede risico is een herziening van de waardering van de Switch Transaction i.v.m. wijziging van de regelgeving verslaglegging. SNB heeft met de accountant in de eerste helft van 2010 intensief overleg gevoerd om te komen tot een aanvaardbare verwerkingswijze van de Switch Transaction in de jaarrekening die voldoet aan het wettelijk vereiste inzicht. Dit heeft geresulteerd in een vertaling van het risico van de Switch Transaction in een voorziening die gebaseerd is op bovenstaande risicobeoordeling. In mei 2011 heeft SNB van de accountant vernomen dat de Richtlijn voor het verwerken van financiële instrumenten in de jaarrekening gaat wijzigen met ingang van Op basis van een eerste analyse betekent deze wijziging dat de omvang van voorziening Switch Transaction in 2012 waarschijnlijk gebaseerd moet worden op de marktwaarde (i.p.v. de historische waarde op dit moment). Deze marktwaarde bedraagt op 30 juni 2011 per saldo 115,8 miljoen. Volgens SNB zijn de wijzigingen in genoemde Richtlijn die vanaf 1 januari 2012 worden ingevoerd niet in overeenstemming met de Vierde EG-richtlijn en Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. SNB is in gesprek met de accountant over deze zienswijze. Verwacht wordt dat de accountant in het najaar van 2011 kan aangeven of zij deze zienswijze kunnen onderschrijven. Daarnaast heeft SNB commentaar ingediend bij de Stichting Raad van de Jaarverslaggeving die de richtlijnen uitgeven. Mocht geen oplossing gevonden worden in de verslaglegging dan zal de waardering tegen marktwaarde gevolgen hebben voor de jaarrekeningen van SNB en de oorspronkelijke aandeelhouders (aandeel WSRL bedraagt 2,7%, hetgeen overeenkomt met ca. 3 miljoen). Tevens zal in overleg getreden moeten worden met Deutsche Bank over de solvabiliteitseisen. VAMIL Lease In 2011 is de VAMIL regeling beëindigd en is de lease overgedragen aan een aantal aandeelhouders, waaronder WSRL. Bij de overdracht is voor de lease een fiscale eenheid voor de BTW aangegaan tussen SNB en de aandeelhouders, waaronder WSRL. De belastingdienst heeft met deze eenheid ingestemd. Mogelijk is ontbinding van de eenheid noodzakelijk zodra de aandeelhouders en/of SNB acties ondernemen, waardoor de financiële, economische en organisatorische verwevenheid tussen aandeelhouders en SNB wijzigt. Dit zou betekenen dat in dat geval SNB over de leasetermijnen BTW verschuldigd is. Het risico voor WSRL met betrekking tot deze BTW-kwestie, neemt elk jaar af met en is op dit moment Daarnaast moet bij de beëindiging van de lease in 2021 nader bekeken worden of teruglevering van de slibverwerkingsinstallatie aan SNB noodzakelijk is. Als dit gebeurt, zal namelijk overdrachtsbelasting verschuldigd zijn. De omvang hiervan hangt af van de dan geldende economische waarde van de slibverwerkingsinstallatie. Bovendien kan het moment waarop de teruglevering moet plaatsvinden in onderling overleg met de andere aandeelhouders worden bepaald. 15

16 Bezwaren aanslagen watersysteemheffing (natuur en wegen) Aanslagen natuur (watersysteemheffing) Tegen de opgelegde aanslagen inzake de watersysteemheffing voor natuur (ongebouwd onroerende zaken) zijn bij Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) veel bezwaren ingediend. De bezwaren inzake natuur hebben betrekking op de vraag wanneer een (deel van een) perceel wordt bestempeld als natuur en wanneer als ongebouwd. Om de discussie over natuur te beëindigen zijn de Unie van Waterschappen en de waterschappen met de natuurterreinbeheerders in overleg gegaan over de verdere aanpak van de problematiek. De Unie en het Bosschap (als vertegenwoordiger van de grote natuurterreinbeheerders) zullen de rechtbanken in een beperkt aantal gevallen een oordeel vragen over de uitleg van het begrip natuurterrein uit de Waterschapswet. De uitspraken in die procedures zullen richtinggevend zijn bij de afhandeling van de vele bezwaarschriften, zoals die ook bij BSR liggen. De Unie zal in overleg met de waterschappen en het Bosschap een vijftal zaken selecteren die als landelijk voorbeeld zullen dienen en de rechtsvraag formuleren die voorligt. Tot die tijd is de rechtbanken gevraagd lopende procedures aan te houden. Inmiddels vindt de selectie van de zaken en de formulering van de rechtsvraag plaats. Gezien deze ontwikkeling heeft de Unie de waterschappen en belastingkantoren gevraagd eveneens de liggende bezwaarschriften aan te houden. Het gevolg is dat BSR de bezwaren natuur over de jaren 2009, 2010 en 2011 zal moeten beoordelen met inachtneming van de komende uitspraken van de rechtbanken. BSR schat het bedrag dat gemoeid is met een uiteindelijke honorering van de bezwaren tegen de aanslagen natuur globaal op tot per jaar. Aanslagen wegen (watersysteemheffing) Tegen de aanslagoplegging met betrekking tot ongebouwde onroerende zaken (wegen) zijn bij BSR eveneens bezwaren ingediend. Het aantal bezwaren is echter beperkt. De bezwaren spitsen zich hier toe op de vraag in hoeverre de wegbermen tot de weg gerekend mogen worden. De financiële belangen bij wegen zijn beperkt in vergelijking met de belangen betrokken bij natuurterreinen. BSR schat het bedrag dat voor wegen in bezwaar betwist wordt op per jaar. Over de jaren 2009, 2010 en 2011 leidt dat tot een totaal risico van In het meest ongunstige scenario zou daardoor in totaal een bedrag van maximaal per jaar aan belastingen misgelopen kunnen worden. Daarbij komt dat een noodzakelijke honorering van bezwaren éénmalig zal leiden tot herconversiekosten voor het herstellen van de foute vaststelling van de opgelegde aanslagen. Dit zal leiden tot een ambtshalve wijziging van de aanslagen natuur en wegen. BSR schat de kosten van de herconversie op Instabiele oevers Instabiele oevers die in een slechte staat van onderhoud verkeren hebben grote kans om na de baggerwerkzaamheden van waterschap Rivierenland in de watergang te vallen. Tijdens de baggerwerkzaamheden (winter2010/2011) in het baggergebied De Horn 2 is geconstateerd dat de komende 2 jaar circa 56 km oever van de 70 km gebaggerde watergang (140 km oever) hersteld dient te worden in verband met de instabiliteit. Naar aanleiding hiervan is een quickscan uitgevoerd naar de staat van de oevers van de te baggeren gebieden in de periode Uit de inventarisatie door onze onderhoudsmedewerkers worden in de gebieden Culemborgerwaard, Tielerwaard, Bommelerwaard en delen van het Rijk van Nijmegen en Neder- Betuwe veel meer instabiele taluds geconstateerd dan in de overige gebieden. De genoemde gebieden zijn juist de gebieden waar de komende jaren intensief wordt gebaggerd. De hier aanwezige steilheid van de taluds, grondslag, dimensionering van de watergangen (relatief smal) met grote peilfluctuaties en het optreden van hoge stroomsnelheden zijn voornamelijk de oorzaak van de slechtere staat van de taluds. De exacte effecten en oplossingsrichting voor de te baggeren watergangen periode zijn nog niet bekend. Gezien de urgentie kan de uitkomst en oplossingsrichting van de bovengenoemde problematiek niet wachten op de gebruikelijke evaluatie van het meerjarige baggerprogramma die eind 2013 gepland staat (de laatste evaluatie is eind 2010 behandeld). 16

17 Op dit moment zijn de effecten van bovenstaande nog niet financieel vertaald in de begroting De inhoudelijke en financiële consequenties worden in een separaat voorstel ter besluitvorming voorgelegd aan het algemeen bestuur. Gerechtelijke procedures en schadeclaims Ten tijde van het opstellen van de begroting lopen gerechtelijke procedures en schadeclaims die ertoe kunnen leiden dat het waterschap aansprakelijk wordt geacht en tot betaling van deze financiële claims over zal moeten gaan. Gerechtelijke procedures 19 (bij Rechtbank, Raad van State, Raad van Arbitrage, Centrale Raad van Beroep) Schadeclaims 45 (onrechtmatige daad, niet nakomen overeenkomst, nadeelcompensatie, gebouwschade) De totale omvang van het risico op basis van de ingediende claims en de verwachte resultaten van de procedures is becijferd op circa Vrijwaringen Het bestuur van het waterschap zal een vrijwaring afgeven voor drie stichtingen en één NV en voor de bestuursleden van deze stichtingen en de NV voor aanspraken door derden. Aan deze vrijwaringen zijn voorwaarden verbonden. De partijen waarvoor wij vrijwaringen hebben afgegeven zijn: - Slibverwerking Noord Brabant NV; - Stichting Slibservice Rivierenland Financiering Inleiding Het treasurybeleid van waterschap Rivierenland is vastgelegd in de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. De verordening beoogt hiermee het financieringsbeleid transparant te maken waarbij de risico s zo goed mogelijk worden beheerst binnen de vastgestelde kaders. Risicobeleid De houding van Waterschap Rivierenland ten aanzien van financieel risico is defensief en risicomijdend. Het risicobeleid is er op gericht om toekomstige risico s inzichtelijk te maken, te beheersen, te verminderen of te verschuiven. De uitvoering van de treasurytaak mag in ieder geval niet leiden tot een vergroting van de risico s voor de organisatie. Hierbij geldt dat het niveau van renterisico s in de komende jaren de wettelijke normen, te weten de kasgeldlimiet en de renterisiconorm, zoals vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (FIDO), niet overschrijdt. Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet bepaalt hoeveel er, gemiddeld over een periode van 3 maanden, maximaal met kort geld (looptijd korter dan 1 jaar) gefinancierd mag worden. De norm is vastgesteld op 23% van het bruto kostentotaal van de begroting en bedraagt voor ,5 miljoen. Renterisiconorm De renterisiconorm beoogt een zodanige opbouw van de leningenportefeuille dat het risico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt blijft. De renterisiconorm bedraagt 30% van het begrotingstotaal van het waterschap bij aanvang van het betreffende jaar en bedraagt voor ,5 miljoen. De totale aflossingsverplichting van waterschap Rivierenland bedraagt in ,7 miljoen. Op grond van het bovenstaande kan geconcludeerd worden, dat Waterschap Rivierenland in 2012 ruim voldoet aan de renterisiconorm. 17

18 Rentevisie Korte rente De 3-maands Euribor ligt op 1,54%. Zoals verwacht heeft de ECB in juli de Refi-rente verhoogd met 0,25% naar 1,50%. Dit is nog steeds laag afgezet tegen de (Europese) inflatie die op 2,7% ligt. De economische situatie is echter dermate onzeker, dat verdere renteverhogingen steeds onwaarschijnlijker lijken. Op dit moment bedraagt de debetrente voor de rekening-courant bij de NWB 1,50%. Op grond daarvan is in de begroting 2012 als uitgangspunt 1,50% voor de korte rente genomen. Lange rente De 10-jaars rente is ten opzichte van het voorjaar fors gedaald en ligt momenteel op circa 2,40%. Dit komt vooral door de vlucht naar kwaliteit waardoor beleggers risicovol papier van landen als Spanje en Italië verkopen en hiervoor Duitse (en Nederlandse) staatsleningen terugkopen. Gevolg is dat de rente in de veilig geachte Eurolanden Duitsland en Nederland, daalt. De 12 maandsverwachting van de banken geeft een stijging aan naar 3,50%. Liquiditeitsopslagen Per saldo gelden de laatste maanden geen grote wijzigingen in de liquiditeitsopslagen. Voor 10-jaars geld is de opslag circa 0,55%. In de begroting 2012 is op grond van bovenstaande als uitgangspunt voor de lange rente in 2012 (inclusief liquiditeitsopslag) een tarief van 4,00% gehanteerd. Financieringsbehoefte De financieringsbehoefte is bepaald door de aanwezige geldmiddelen af te zetten tegen de aanwezige boekwaarde van de activa, inclusief de investeringen die in 2012 zijn geraamd. De financieringsbehoefte voor 2012 is in onderstaande tabel opgenomen. Omschrijving Benodigde financiële middelen (boekwaarde activa) Beschikbare financiële middelen (leningen/reserves/voorzieningen) Financieringsbehoefte (bedragen x 1 miljoen) Gedurende 2012 loopt de financieringsbehoefte op tot 47 miljoen ultimo De stijging van de financieringsbehoefte wordt voornamelijk veroorzaakt door de voorgenomen investeringen in Van de totale financieringsbehoefte zal 7 miljoen worden afgedekt met het saldo tussen vlottende activa en vlottende passiva. De resterende financieringsbehoefte 40 miljoen moet worden afgedekt door middel van korte of lange financiering. Gezien de rente ontwikkeling is het aantrekkelijk om zoveel mogelijk kort te financieren. Daarom wordt voorgesteld maximaal gebruik te maken van de kasgeldlimiet. Dit betekent dat circa 39 miljoen kort wordt gefinancierd en circa 1 miljoen lang. In hoofdstuk 7 (Besluit ter Vaststelling) wordt voorgesteld om het CDH, binnen de kaders van de Wet FIDO (Wet Financiering Decentrale Overheden), te machtigen tot het afdekken van de financieringsbehoefte van 40 miljoen door middel van lange of korte financiering. Voor een overzicht van de rentekosten- en opbrengsten die gemoeid zijn met de financiering wordt verwezen naar hoofdstuk 5. In bijlage 6 is de berekening van het rente-omslagpercentage opgenomen. Renterisico/beleid Voor de berekening van de financieringsbehoefte in de loop van het jaar is verondersteld dat de uitgaven en inkomsten gelijkelijk verdeeld over het jaar plaatsvinden. Op grond daarvan is bij de bere- 18

19 kening van de financieringsbehoefte het uitgangspunt gehanteerd dat de nieuw aan te trekken leningen per 1 juli 2012 gestort zullen worden. De ervaring leert dat het plannen van een subsidieontvangst zeer lastig is. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte is het uitgangspunt gehanteerd dat de subsidiebijdragen voor een project in hetzelfde jaar ontvangen worden als het jaar waarin de investeringsuitgaven plaatsvinden. Wanneer blijkt dat de subsidieontvangsten veel later binnenkomen dan nu verondersteld, stijgt de financieringsbehoefte en zal de financieringsbehoefte eerder afgedekt moeten worden. Dit brengt een (beperkt) renterisico met zich mee. Bij de afdekking van de financieringsbehoefte kan, zoals hierboven vermeld, gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid van korte financiering, binnen de kaders van de Wet FIDO en de verordening op de beleids- en verantwoordingsfunctie. Dit betekent dat er gedurende 2012 maximaal 39 miljoen (gemiddeld over een periode van 3 maanden) met kort geld gefinancierd wordt. Aangezien het saldo op de rekening-courant dagelijks fluctueert in verband met pieken van betalingen/ontvangsten van bijvoorbeeld investeringen, aflossingen, subsidieontvangsten en belastingopbrengsten kan het saldo rekening-courant zich tijdelijk boven de hierboven aangegeven kasgeldlimiet begeven. Deze tijdelijke pieken in de rekening-courant zijn ook toegestaan, omdat de kasgeldlimiet een maximale limiet is gemeten over het gemiddelde saldo over een periode van 3 maanden. Op grond daarvan wordt voorgesteld om de kredietlimiet in de rekeningcourant bij de Nederlandse Waterschap Bank voor 2012 vast te stellen op 49 miljoen. Gedurende het jaar zal, bij het voorkomen van deze pieken, telkens een inschatting worden gemaakt van de structurele aard van de piek en indien nodig zal een voorstel voor het aangaan van langlopende financiering gemaakt worden. Jaarlijks wordt bij de begroting, op basis van de actuele investeringsplanning, tevens een prognose gemaakt van het verloop van de financieringsbehoefte voor de komende 5 jaar. Deze prognose laat zien, dat er bij continuering van het huidige beleid, in de periode voor een totaalbedrag van 66 mln. afgedekt moet worden met langlopende financieringsmiddelen. Gedurende het jaar 2012 zal bekeken worden of het, gezien de renteontwikkelingen, aantrekkelijk is om het renterisico dat gelopen wordt over de financieringsbehoefte voor de komende jaren verder in te perken. Voorgenomen transacties en mandaat Zoals blijkt uit de toelichting bij de financieringsbehoefte, wordt verwacht dat er in 2012 maximaal 47 miljoen gefinancierd wordt. Hiervan zal maximaal 39 miljoen kort gefinancierd worden. De uitgangspunten met betrekking tot de gehanteerde rentepercentages zijn in deze begroting strak geraamd. In 2012 zal getracht worden om de financieringsbehoefte binnen de in de begroting geraamde rentekosten af te dekken. De hoogte van de rente kan gedurende een jaar als gevolg van ontwikkelingen op de financiële markten fluctueren. Het kan dan voorkomen dat financiering op enig moment aangegaan wordt tegen een rentepercentage dat hoger ligt dan het hierboven gehanteerde uitgangspunt voor langlopende financiering. Op grond daarvan is het mandaat voor het aangaan van langlopende financiering verruimd. Het aangaan van langlopende financiering gebeurt tegen een percentage van maximaal 4,5% en een looptijd van maximaal 30 jaar Subsidieparagraaf Het waterschap probeert, daar waar mogelijk en daar waar de lasten opwegen tegen de baten, gebruik te maken van de mogelijkheden tot het verkrijgen van externe subsidies. In de voorstellen aan het bestuur wordt daartoe een subsidieparagraaf opgenomen, waarin de gemaakte afweging duidelijk zichtbaar is. Ter ondersteuning van de inrichting van het rechtmatigheidproces Subsidieontvangsten is een werkgroep geformeerd. Daarbij komen ondermeer aan de orde het opstellen van een procesbeschrijving voor de subsidieontvangsten, het implementeren van een subsidieregister en het aanleggen van een centraal subsidiedossier per (gesubsidieerd) project. Onderzocht wordt of een subsidieadmi- 19

20 nistrateur aangesteld kan worden ten behoeve van de voorbereiding van de gesubsidieerde projecten, de bewaking van de naleving van de subsidievoorwaarden en de completering van het subsidiedossier. In de geactualiseerde meerjareninvesteringsraming ( ) is voor een bedrag van 230 miljoen aan subsidies opgenomen. Het belangrijkste aandeel van deze subsidies heeft betrekking op waterkeringen in het kader van de planvoorbereiding en uitvoering van dijkverbeteringen ( 210 miljoen). De overige subsidiestromen hebben voornamelijk betrekking op watersystemen en vloeien onder meer voort uit de Waterovereenkomst Gelderland en de bestuursovereenkomsten met de provincie Noord- Brabant. Voor de taak wegen wordt subsidie ontvangen voor de aanleg van fietspaden en verkeersveiligheid Verbonden partijen Waterschap Rivierenland heeft bestuurlijke en financiële belangen in partijen, waaronder gemeenschappelijke regelingen en (andere) rechtspersonen. Deze verbonden partijen voeren beleid uit voor het waterschap. Onder bestuurlijk belang wordt verstaan een zetel in het bestuur van een participatie of het hebben van stemrecht. Van financieel belang is sprake wanneer het waterschap middelen ter beschikking heeft gesteld en die kwijt is in geval van faillissement van de verbonden partij en/of als financiële problemen bij de verbonden partij verhaald kunnen worden op het waterschap. Het betreft de volgende verbonden partijen: Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) Slibverwerking Noord Brabant (SNB) Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009 Stichting Slibservice Rivierengebied (SSR) Midden-Betuwe slibverwerking Nazorg Bodem Holding BV Waterschapsbank (NWB) Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Cross Border Lease (CBL) ZHEW Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 Gemeenschappelijke regeling Belasting Samenwerking Rivierenland (BSR) BSR is een gemeenschappelijke regeling op het gebied van belastingen van AVRI (Afvalverwijdering Rivierengebied), Waterschap Rivierenland en de gemeentes Tiel, Culemborg, Lingewaal, Maasdriel, Geldermalsen, Neerijnen en West Maas en Waal. Voor burgers, bedrijven en instanties heeft de samenwerking als voordeel dat ze één aanslagbiljet ontvangen en met één organisatie te maken hebben. BSR zorgt voor de onroerende-zaakbelasting, roerende-zaakbelasting, forensenbelasting, rioolrecht, hondenbelasting, afvalstoffenheffing, verontreinigingsheffing, zuiveringsheffing, wegenheffingen ingezetenen, gebouwd en ongebouwd, watersysteemheffingen gebouwd, ingezetenen, natuurterreinen en ongebouwd. Ook bepaalt BSR de WOZ-waarde van panden voor hierboven genoemde gemeenten. Slibverwerking Noord Brabant N.V. Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) verwerkt zuiveringsslib voor haar aandeelhouders en voor externe klanten. De aandeelhouders van SNB zijn Waterschap AA en Maas, Waterschap Brabantse Delta, Waterschap De Dommel, Waterschap Regge en Dinkel, Waterschap Scheldestromen en Waterschap Rivierenland. De slibverbrandingsinstallatie van SNB op industrieterrein Moerdijk verwerkt jaarlijks circa ton slibkoek in vier parallelle verbrandingslijnen. Waterschap Rivierenland heeft een aandeel van 2,1% in het aandelenkapitaal, met een vertegenwoordigde waarde van

21 Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009 De deelnemers aan de Gemeenschappelijke regeling Slibverwerking 2009, zijnde de hoogheemraadschappen van Delfland, van Rijnland, van Schieland en de Krimpenerwaard, Waterschap Hollandse Delta en Waterschap Rivierenland hebben een gezamenlijk aandeel van 13% in het aandelenkapitaal van de N.V. Huisvuilcentrale Noord-Holland (HVC) met een vertegenwoordigde waarde van totaal HVC verwerkt zuiveringsslib voor de deelnemers aan de slibverwerking, die het zuiveringsslib rechtstreeks aan HVC ter verwerking aanbieden. Waterschap Rivierenland heeft op basis van de overnameovereenkomst tussen HVC en de deelnemers van de slibverwerking een risico van maximaal 7% in de verplichtingen van de gr slibverwerking Stichting Slibservice Rivierengebied De stichting Slibservice Rivierengebied is een rechtspersoon en daarmee een zelfstandige organisatie. Vanaf het voorjaar 2009 heeft het waterschap zeggenschap in het bestuur van deze stichting gekregen. Stichting Slibservice Rivierengebied houdt zich bezig met de afzet van gecomposteerd zuiveringsslib. Waterschap Rivierenland levert compost aan deze stichting. Midden-Betuwe slibverwerking (GMB) GMB is een besloten vennootschap van een middelgroot familiebedrijf op het (raak)vlak van land en water en in de waterketen. Met betrekking tot de composteringsinstallatie in Tiel is een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen waterschap Rivierenland en de GMB ter verwerking van het door waterschap Rivierenland aan te bieden zuiveringsslib. Nazorg Bodem Holding BV De Nazorg Bodem Holding BV verricht werkzaamheden ten behoeve van een verantwoord (na)zorgbeheer van verontreinigde bedrijfsterreinen waarin verontreinigde grond is verwerkt, van gesloten stortlocaties en van diepe plassen met bijhorende oevers. De Nazorg Bodem Holding BV is een zelfstandige rechtspersoon en maakt geen deel uit van een grotere organisatie. De aandeelhouders zijn een aantal gemeenten uit de regio Arnhem/Nijmegen en Waterschap Rivierenland. Waterschap Rivierenland beschikt over aandelen met een vertegenwoordigde waarde van Waterschapsbank De Nederlandse Waterschapsbank N.V. (NWB) is meer dan 50 jaar geleden opgericht met de opdracht zorg te dragen voor een goede financiële dienstverlening aan de overheidssector. Sindsdien financiert de bank de waterschappen, gemeenten en provincies. Zij verstrekt voorts langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Eveneens financiert de NWB overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor waterschappen is de NWB huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. Sleutelwoorden bij de activiteiten van de NWB zijn maatschappelijke relevantie en duurzaamheid. Alle aandelen van de NWB zijn in handen van overheden. De NWB financiert haar activiteiten op de internationale geld- en kapitaalmarkten. Zij maakt daarbij gebruik van financiële instrumenten als obligaties, medium term notes en commercial paper. De bank heeft een zeer sterke vermogenspositie en AAA ratings van Moody's en Standard & Poor s. De NWB moet uiterlijk 2018 voldoen aan de regels van Basel III. Dit heeft effect op het jaarlijks uit te keren dividend. Waterschap Rivierenland bezit 6,8% van het totale aandelenkapitaal. Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis Het Waterschapshuis is een openbaar lichaam in de zin van de Wet gemeenschappelijke regelingen en is gevestigd in Amersfoort. Het Waterschapshuis gaat de informatie- en bedrijfsprocessen van de deelnemende waterschappen ondersteunen en verbeteren met als doel de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering te bevorderen. Het Waterschapshuis functioneert daarbij als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen. Aan de Gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis nemen alle waterschappen in Nederland deel. 21

22 Gemeenschappelijke regeling Park Lingezegen Park Lingezegen is een nieuw landschapspark tussen Arnhem-Zuid, Elst, Bemmel en Nijmegen- Noord. Het park wordt gezamenlijk ontwikkeld en aangelegd door gemeenten Overbetuwe, Lingewaard en Arnhem, provincie Gelderland, Staatsbosbeheer en Waterschap Rivierenland. Volgens de huidige planning zal het park in 2014 gerealiseerd zijn. Voor de realisatie van het park en de coördinatie van het beheer hebben partijen een gemeenschappelijke regeling getroffen. Cross Border Lease ZHEW Ten behoeve van de Cross Border Lease (CBL) van het voormalig zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden heeft WSRL met de andere betrokken waterschappen (waterschap Hollandse Delta en hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard) een zogenaamde CBL overeenkomst gesloten. Omdat ervoor gekozen is de oorspronkelijke CBL in stand te houden, hebben partijen onderling afspraken gemaakt over de samenwerking en deze afspraken vastgelegd in de genoemde overeenkomst. De verdeling van de aansprakelijkheid is gebaseerd op de omvang van de sublease-verplichtingen (in totaal ) en bedraagt voor WSRL 13,2% ( ). Gemeenschappelijke regeling Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard Per 4 januari 2011 is het openbaar lichaam Projectbureau Herstructurering Tuinbouw Bommelerwaard (PHTB) opgericht. Deelnemers aan deze gemeenschappelijke regeling zijn de gemeenten Zaltbommel en Maasdriel, de provincie Gelderland en Waterschap Rivierenland. Het openbaar lichaam krijgt als taak om binnen de voorwaarden van de ondertekende samenwerkingsovereenkomst, uitvoering te geven aan de plannen voor herstructurering van met name de glastuinbouw en paddenstoelenteelt in de Bommelerwaard. Waterschap Rivierenland neemt aan de gemeenschappelijke regeling deel als niet risicodragende partner en participeert hierin met een bijdrage van bestemd voor de realisatie van natuurvriendelijke oevers in de Bommelerwaard. De uitvoeringsorganisatie initieert en coördineert de herstructureringswerkzaamheden. De uitvoeringsorganisatie zal hierbij een zeker risico lopen, aangezien zij gronden verwerft en investeringen doet in de openbare ruimte, en vervolgens de gronden weer moet uitgeven. De partijen zullen, met uitzondering van het waterschap, risicodragend participeren in de uitvoeringsorganisatie. Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 Vanaf 1 juli 2011 bestaat er een gemeenschappelijke regeling tussen negen waterschappen (waaronder Waterschap Rivierenland) op het gebied van laboratoriumactiviteiten. Deelnemers beogen hiermee te komen tot schaalvergroting welke leidt tot vergroting van efficiency, vermindering van de kwetsbaarheid, benutting van de mogelijkheden tot continue kwaliteitsborging en kwaliteitsverbetering en versterking van de innovatiekracht. De Gemeenschappelijke regeling Laboratorium tussen Waterschap Rivierenland en het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is met ingang van 1 juli 2011 beëindigd Bedrijfsvoering Inleiding Onder bedrijfsvoering wordt verstaan het geheel van interne organisatieonderdelen en processen die ondersteunend zijn ten behoeve van de primaire processen van de waterschappen (artikel 4.21 Waterschapsbesluit). Hieronder vallen zaken als de algemene aansturing van de organisatie, personeel & organisatie, kwaliteit-, arbo- & milieuzorg, ondersteuning van de cyclus van beleidsvoorbereiding tot en met beleidsverantwoording, controlling, financieel beleid & beheer (waaronder de administratieve organisatie en de interne controle), informatisering, communicatietechnologie & automatisering, geografische informatievoorziening en facilitaire dienstverlening (waaronder inkoop en huisvesting). 22

23 Deze ondersteunende processen worden als essentieel gezien voor een goed verloop van de primaire processen. Daarnaast zijn de ondersteunende processen, en derhalve de bedrijfsvoering, essentieel ten behoeve van de waarborging van de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van de beleidsuitvoering. Het college van dijkgraaf en heemraden en de directieraad zijn primair verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van het waterschap. Doel De bedrijfsvoeringparagraaf heeft in dit kader tot doel om inzicht te geven in: tijdelijke en actuele onderwerpen van ondersteunende processen/afdelingen die een ontwikkeling doormaken op bedrijfsvoeringgebied. Hierbij wordt ook ingespeeld op de informatiebehoefte van het algemeen bestuur. de plannen van de onderzoeken naar doelmatigheid en doeltreffendheid als bedoeld in artikel 109a van de Waterschapswet. Algemene aansturing van de organisatie (centraal management) De algemene aansturing van de organisatie heeft betrekking op het op centraal niveau leiding geven aan het ambtelijke apparaat evenals de ondersteuning daarvan. Leidende begrippen zijn strategie, programmasturing en bedrijfsvoering. Strategieversterking In 2010 en 2011 zijn initiatieven genomen om de strategie van Operational Excellence intern goed op de kaart te zetten. Het gaat daarbij om de betekenis die deze strategie heeft voor de interne bedrijfsvoering en het ontwikkelen van een gemeenschappelijk referentiekader. Vervolgens zijn per afdeling verbetervoorstellen opgesteld om verschillende bedrijfsprocessen meer te vormen op de leest van Operational Excellence door de kwaliteit en/of efficiency te verhogen. Deze verbetervoorstellen worden in 2011 en ook nog deels in 2012 ten uitvoer gebracht. De resultaten worden in 2012 geëvalueerd. Waar nodig worden verdere verbeteringen geïnitieerd. Bestuursakkoord Water In reactie op het kabinetsvoornemen tot bezuinigingen op de Rijksbegroting voor waterbeheer hebben de gezamenlijke waterschappen in het najaar van 2010, met de zogenaamde Actie Storm, concrete voorstellen gedaan tot bezuinigingen. Dit heeft in het voorjaar van 2011 geleid tot de afsluiting van het Bestuursakkoord Water tussen de betrokken partijen (ministerie van Infrastructuur en Milieu, IPO, UvW, VNG en Vewin). In het bestuursakkoord zijn afspraken gemaakt over het verminderen van de Rijksbijdrage voor muskusrattenbestrijding en de aanleg en verbetering van primaire waterkeringen (in totaal 100 miljoen in de jaren , oplopend tot 150 miljoen in 2014 en tot structureel 200 miljoen vanaf 2015). Door verdere doelmatigheidsmaatregelen, onder meer samenwerking in de waterketen, zullen de waterschappen trachten deze lastenverzwaring op te vangen. Daarbij zijn onder andere de volgende afspraken gemaakt: Minder bestuurlijke drukte door toepassing van het tweelagenmodel op de waterbeheertaak (één kadersteller en één uitvoerende overheid); Beheer en onderhoud integraal bij de waterschappen, samenwerking op het gebied van belastingheffing met gemeenten, wegbeheer agenderen voor de toekomst; Verdergaande samenwerking in de afvalwaterketen; Het slim combineren van werkzaamheden, onder andere door de instelling van een Informatiehuis Water, samenwerking bij inkoop en aanbesteding en de gezamenlijke inrichting van een meetnet; Samenwerking met gemeenten op het gebied van belastingheffing; Een eventuele overdracht van het wegbeheer wordt meegenomen bij de evaluatie van de Wet Herverdeling wegenbeheer in 2013; Indirecte verkiezingen en kleinere overheidsbesturen voor waterschappen in de bestuursperiode vanaf 2014; Doelmatigheidswinst door opschaling van waterschappen of door meer samenwerking tussen waterschappen. 23

24 Samenwerking met Waterschap Hollandse Delta Door waterschap Rivierenland is het laatste genoemde punt van het Bestuursakkoord Water uitgewerkt in de vorm van samenwerking met Waterschap Hollandse Delta. Er zijn in 2010 en 2011 verschillende samenwerkingsinitiatieven opgestart. Overkoepelend daaraan is een visiedocument opgesteld, waarmee bestuurlijk richting wordt gegeven aan de samenwerking. Daadwerkelijke operationalisering van de samenwerking leidt onder andere bij Handhaving en Muskusrattenbestrijding (naar verwachting) tot een integratie van afdelingen. Voor andere onderdelen zoals vergunningverlening, inkoop, calamiteitenzorg en organisatieontwikkeling leidt het tot vruchtbare samenwerking. Besturing, beheersing en verantwoording In lijn met de gekozen strategie van Operational Excellence zijn in 2011 activiteiten ondernomen om de besturing en verantwoording van de organisatie te verbeteren. De samenhang tussen verschillende lopende activiteiten op het gebied van programmasturing, procesoptimalisatie en de realisatie van projecten is versterkt en wordt in 2012 verder uitgebouwd door de volgende activiteiten: een optimalisatie van de informatievoorziening over onze werkzaamheden; het gaat om informatie die nodig is voor projectrealisatie en om informatie met betrekking tot reguliere werkzaamheden; het implementeren van onderhoudbeheerssystemen (voor groene en technische objecten); de bedrijfsprocessen worden in de komende jaren aan een optimaliseringslag onderworpen, mede gebaseerd op leanmanagement. Personeel & organisatie Doelstellingen zijn: 1. Het uitvoeren van activiteiten die er enerzijds op zijn gericht dat de personeelsformatie qua omvang en kwaliteit uitvoering kan geven aan de organisatiedoelstellingen en er anderzijds voor zorgen dat het waterschap de rechten en plichten van zowel de werkgever als de werknemer bewaakt. 2. Het inrichten en instandhouden van een doelmatige en functionele organisatie die op zijn taak berekend is. Deze generieke doelstellingen worden bereikt door: Een voortdurende evaluatie van het werving- en selectieproces en het reguliere functioneringsmanagement met als doel te beoordelen of de juiste man/vrouw op de juiste plek in de organisatie zijn/haar werkzaamheden verricht; Het realiseren van voldoende afstemming tussen enerzijds de organisatiebehoeften en doelen en anderzijds de behoeften en doelen van onze (individuele) medewerkers; Het bevorderen en borgen van de arbeidsmotivatie; Het bevorderen van de gezondheid en vitaliteit van organisatie en medewerkers; Het bevorderen van een resultaatgerichte cultuur. Deze activiteiten vinden plaats vanuit twee belangrijke ankerpunten waarvoor de organisatie heeft gekozen: De besturingsfilosofie: Integraal management. De strategie: Operational Excellence. Strategische personeelsplanning en Individueel Keuze Budget Om goed zicht te krijgen op ons personeelsbestand is in 2011 het traject Strategische Personeelsplanning gestart. Doel is het voorbereiden, vormgeven en implementeren van beleid rondom de in-, dooren uitstroom van personeel waardoor de juiste personen op de juiste momenten aanwezig zijn op de juiste plaats in de organisatie, teneinde de activiteiten uit te kunnen voeren, benodigd voor het halen van de strategische doelen, middels een strategisch organisatiepersoneelsplan. Dit plan, gereed eind 2011 dient dan verder als basis voor een HR-Actieplan in

25 Als resterend actiepunt van de CAO wordt per het Individueel Keuzebudget (IKB) ingevoerd. Met de invoering van het IKB is een grote stap gezet naar verdere mogelijkheden voor meer individuele keuzes ten aanzien van de wijze van beloning en ook flexibiliteit hierin. Naast een brede voorlichting van alle betrokkenen zal het proces IKB ook digitaal worden ondersteund. Bijkomend voordeel van de introductie van dit hulpmiddel is dat er ook mogelijkheden ontstaan voor digitale ondersteuning van enkele al ingevoerde HRM processen. E-HRM Het voornemen is om in 2012 over te gaan tot verdere digitalisering van de HRM-processen. In 2011 is hiervoor een eerste stap gezet in het kader van de invoering van het Individueel Keuze Budget (IKB) dat voortvloeit uit de CAO Het vervolg hierop is het digitaal beschikbaar stellen van de salarisstrook, het digitaal indienen van reiskostendeclaraties en digitalisering van de verslaglegging in het kader van het functioneringmanagement. In 2012 wordt ook ingezet op de invoering van de werkkostenregeling. De werkkostenregeling komt in de plaats van de huidige regels voor vrije vergoedingen en verstrekkingen. Vanaf 2014 is deze regeling voor alle werkgevers verplicht. Meerjarenplanning Voor de periode staat de uitwerking en/of verdieping van de volgende thema s op het programma: Ontwikkeling en introductie van loopbaanbeleid- met een daarop afgestemd kader voor opleiden, training en vorming van medewerkers en management; Ontwikkeling en introductie van talentmanagement; Verdere implementatie van het thema strategische personeelsplanning middels het HR-actieplan; Blijvende aandacht voor het bevorderen van de fysieke- en geestelijke gezondheid van alle medewerkers; Het verder bevorderen van de flexibilisering van arbeid door een evaluatie op en mogelijke aanpassing van het aanstellingsbeleid, het stimuleren van met name interne mobiliteit, en het creëren van ook meer mogelijkheden daartoe zo mogelijk en haalbaar in samenwerking met andere (waterschap) organisaties; Blijvende aandacht en doorontwikkeling waar nodig op de thema s diversiteit, duurzaamheid en integriteit; Bijdragen aan de bevordering van een resultaatgerichte cultuur en verstevigen van onze strategie door visieontwikkeling en bij te dragen aan de borging van deze onderwerpen; Het ontwikkelen en implementeren van beleid (en gedrag) samenhangend met de nieuwe mogelijkheden en inzichten rondom arbeidspatroon, werkrooster, werkvenster, verlof, flexibele uren, overwerk e.d., teneinde voor medewerkers, managers en werkgever een optimaal en bruikbaar rendement te halen uit dit scala van (nieuwe) mogelijkheden. Zelf doen of uitbesteden Het uitbesteden van werkzaamheden heeft betrekking op het inhuren van personele capaciteit t.b.v. het invullen van tijdelijke vacatures, het opvangen van pieken in de werkzaamheden, het vervangen van zieken, het aanvullen van expertise alsmede adviezen en directievoering bij de uitvoering van projecten. In 2011 is nader onderzocht hoe deze kosten optimaal kunnen worden beheerst. Dit heeft geleid tot een (budgettair voordelige) uitbreiding van de streefformatie en een beperking van de kosten voor het uitbesteden van werkzaamheden. Kwaliteit-, arbo- & milieuzorg Het gaat hierbij om het voldoen aan de wettelijke eisen c.q. vergunningvoorschriften op het gebied van ARBO- en interne milieuzorg en het zorgdragen voor een adequaat kwaliteitszorgsysteem. 25

26 Arbo en milieu Het waterschap voldoet (nagenoeg) aan de wettelijke eisen op het gebied van arbo en milieu. Door middel van continu beheer (opleidingen, instructies, registraties van bijna-ongevallen, etc.) wordt zorggedragen voor veilige werkprocessen. Op het gebied van milieu heeft het waterschap onder andere aandacht voor duurzaam terreinbeheer en voor het beperken en goed verwerken van afvalstromen. Naast de aandacht in de normale bedrijfsvoering is er een taskforce DIK (Duurzaam, Innovatie en Klimaatbewust), die de nodige activiteiten initieert om de duurzaamheid van het waterschap te verbeteren. Kwaliteitsbeleid Kwaliteitsbeleid kent een aantal aandachtsvelden, waaronder klantgerichtheid. Om onze klantgerichtheid te vergroten is in 2011 een servicegarantie ingevoerd. De wijze waarop het waterschap met burgers (en andere relaties) omgaat, is één van de zeven beginselen van de Code voor Goed Openbaar Bestuur. Deze code is richtinggevend voor het kwaliteitsbeleid. Specifieke aspecten van het kwaliteitsbeleid, waaraan in 2012 verder nog aandacht wordt besteed zijn externe oriëntatie, informatievoorziening, kennismanagement, innovatie, continue verbetering en bijzondere kwaliteitstrajecten (bijvoorbeeld ISO). Verbetering en monitoren van de kwaliteit van Waterschap Rivierenland vindt plaats aan de hand van het INK-managementmodel. ISO-certificering De ISO (International Organisation for Standardization) heeft een aantal normen voor kwaliteitsmanagementsystemen ontwikkeld. Binnen het waterschap wordt door verschillende afdelingen gebruik gemaakt van de ISO-systematiek. Het gaat om een bijzonder kwaliteitstraject dat past binnen de organisatiebrede systematiek op grond van het INK-managementmodel. Financieel beleid & beheer Doelstelling is het zo doelmatig mogelijk sturen en beheersen van de organisatieprocessen ten behoeve van de te bereiken organisatiedoelstellingen en het beheersen van financiële risico s evenals het beschikken over betrouwbare informatie t.b.v. in- en externe verantwoording. Digitaliseren facturenstroom Vanaf 2012 kan WSRL facturen verdergaand digitaal verwerken. Facturen die op papier, als PDF of op andere wijze digitaal worden aangeleverd, kunnen nagenoeg automatisch worden verwerkt in het financiële systeem. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat voor elke bestelling een inkooporder wordt aangemaakt. Hierop zal in 2012 worden ingezet. Daarnaast zullen leveranciers worden gestimuleerd om facturen digitaal i.p.v. op papier aan te leveren waardoor de efficiency kan worden verbeterd en kosten kunnen worden bespaard. Horizontaal toezicht Horizontaal toezicht is een nieuwe wijze van samenwerken tussen de Belastingdienst en de belastingplichtige. Partijen communiceren met elkaar over fiscale zaken o.b.v. wederzijds vertrouwen en begrip. Het waterschap brengt en houdt zijn fiscale aangelegenheden in control. De Belastingdienst verbindt zich daarbij zo spoedig mogelijk een standpunt in te nemen over voorgelegde relevante fiscale aangelegenheden. In 2011 zijn de eerste mogelijkheden voor horizontaal toezicht door de Belastingdienst onderzocht. In 2012 krijgt dit een nader vervolg. Informatiebeleid en automatisering Van belang hierbij is de ontwikkeling, het onderhoud en de implementatie van het informatiebeleidsplan evenals automatisering(beleid)plannen van het waterschap c.q. systemen en programma s. Doel is het ondersteunen bij het realiseren van de organisatiedoelstellingen van het waterschap middels informatietechnologie (hard- en software). 26

27 Informatievoorziening Om processen goed en efficiënt te laten verlopen is een goede informatievoorziening essentieel. Zowel administratieve- als ook ruimtelijke gegevens dienen hiervoor accuraat en actueel te zijn. De informatievoorziening intern en ook extern zal zich kwalitatief blijven ontwikkelen. De scheiding tussen administratieve en geografische georiënteerde gegevens zal steeds meer vervagen. Applicaties kunnen steeds vaker beide gegevens presenteren. Het koppelen van gegevens vanuit verschillende systemen zal in 2012 verder gaan. Een toename van mobiele GIS-toepassingen zal in 2012 ook zichtbaar zijn. In 2012 zullen, waar dit zinvol en mogelijk is, de relevante authentieke basisregistraties gekoppeld worden aan de in gebruik zijnde applicaties. Rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid Op grond van de artikelen 108, 109 en 109a van de Waterschapswet geeft het algemeen bestuur richting aan de beleids- en verantwoordingsfunctie. Een belangrijk aspect daarbij is het waarborgen van de rechtmatigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de beleidsuitvoering. Onderzoeken rechtmatigheid Zowel het waterschap als de accountant besteedt extra aandacht aan de financiële rechtmatigheid. Het waterschap heeft intern waarborgen getroffen dat rechtmatig (conform de vastgestelde wet- en regelgeving) wordt gehandeld. De accountant geeft als onderdeel van zijn verklaring bij de jaarrekening een gekwantificeerd oordeel over de rechtmatigheid van de totstandkoming van de baten, lasten en balansmutaties. Hiertoe doet de accountant onderzoek naar de naleving van (financiële) wet- en regelgeving (voorwaardencriterium), naleving van begrotingsregels volgens de Regeling Financieel Beheer en de Regeling Budgetbeheer (begrotingscriterium) en de toepassing ervan inzake misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O-criterium). Ook het waterschap voert interne audits uit naar de juiste toepassing van financiële regelgeving en meldt (bestuurlijk relevante) uitkomsten aan het algemeen bestuur via de Bestuurlijke samenvatting rechtmatigheidonderzoek financiële processen. De introductie van het begrip rechtmatigheid heeft geleid tot aanpassingen van de regelgeving en de werkprocessen. Ook in 2012 blijft het begrip rechtmatigheid regelmatig punt van bespreking. Blijvend de focus houden op rechtmatig handelen leidt er inmiddels toe dat dit steeds meer een vanzelfsprekende manier van werken wordt. Daarbij wordt ook onderzocht of de regelgeving nog steeds op voldoende wijze past bij een efficiënte en slagvaardige manier van werken. Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid Op basis van de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid waterschap Rivierenland 2010 heeft het dagelijks bestuur vanaf 2011 de verplichting om periodiek onderzoek te doen naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het door hem gevoerde bestuur. Over de uitgevoerde onderzoeken wordt aan het algemeen bestuur gerapporteerd, zodat dit bestuursorgaan zich een oordeel kan vormen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van de onderzochte aspecten. In Control In 2010 is een start gemaakt met het traject In Control, in 2011 zijn stappen gezet met als doel in 2012 een eerste oordeel te kunnen geven over de mate waarin waterschap Rivierenland in control is en resulterend in het af kunnen geven van een zgn. In Control-statement. Onder in control wordt verstaan dat wij onze organisatiedoelen op een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige wijze bereiken. Om hierover een oordeel te kunnen geven is door het team Concerncontrol, samen met de organisatie, een aantal stappen doorlopen waarmee aan de hand van een visie op control wordt bekeken welk controlinstrumentarium al aanwezig is en wat nadere aanvulling behoeft. Hierbij wordt een brede benadering van control gehanteerd, met aandacht voor alle bedrijfsvoeringaspecten, inclusief de gewenste cultuur. 27

28 1.15 Autorisatie investeringen In deze begroting is in bijlage 11 het (meerjaren)investeringsprogramma opgenomen. Dit investeringsprogramma bestaat uit: investeringsprojecten waarvoor reeds een krediet beschikbaar is gesteld: de geautoriseerde projecten; investeringsprojecten waarvoor nog krediet gevoteerd dient te worden: de nog te autoriseren projecten. In de Verordening beleids- en verantwoordingsfunctie Waterschap Rivierenland is geregeld dat het AB de kredietverlening voor de investeringen waarvoor krediet zal worden aangevraagd in het begrotingsjaar kan mandateren aan het CDH. Mandateringscriteria De Rekenkamercommissie heeft onderzoek gedaan naar de sturing en kwaliteit van projecten (rapport 'Een slagvaardig waterschap', behandeld in het Algemeen Bestuur van 23 april 2010). Op grond van de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie (RKC), (overgenomen van de afspraken die in de Tweede Kamer met de regering zijn gemaakt over verantwoording van zogenaamde grote projecten), om de sturing op de projecten te verbeteren worden de volgende criteria voor mandatering van kredietverlening gehanteerd: a) er is sprake van een niet routinematige, grootschalige en in de tijd begrensde activiteit; b) het waterschap draagt alleen of grotendeels de verantwoordelijkheid voor het project; c) er zijn substantiële financiële gevolgen en/of aanmerkelijke uitvoeringsrisico's aan het project verbonden; d) er zijn belangrijke gevolgen voor de samenleving of voor het waterschap aan verbonden; e) er is sprake van toepassing van nieuwe technologieën of financieringsconstructies; f) er is sprake van een in organisatorisch opzicht complex besturing- en uitvoeringsproces. Hoewel wordt gesproken van mandateringscriteria, is er feitelijk steeds sprake van overwegingen om niet tot mandatering over te gaan. Op de wijze zoals deze criteria zijn verwoord, is mandatering van projecten de regel en wordt alleen in bepaalde specifieke gevallen niet tot mandatering overgegaan. In die laatste gevallen is sprake van 'grote projecten'. Daarbij zien wij criteria a) en b) als randvoorwaarden: aan deze criteria moet in elk geval worden voldaan om een project tot 'groot project' te bestempelen. Wil er sprake zijn van een groot project moet daarnaast steeds worden voldaan aan ten minste één van de criteria c) t/m f). Kortom: Wanneer wordt voldaan aan criteria a) én b) én aan één van de criteria c) t/m f), kan het Algemeen Bestuur overwegen een project niet te mandateren. Wanneer wordt voldaan aan criteria a) én b), maar niet aan één van de criteria c) t/m f), kan het Algemeen Bestuur overwegen een project te mandateren. Wanneer niet wordt voldaan aan criteria a) én b) - maar bijvoorbeeld slechts aan één van de criteria a) of b) -, kan het Algemeen Bestuur overwegen een project te mandateren. Het gaat hier om criteria die door het Algemeen Bestuur worden gebruikt in zijn overweging: het is niet zo dat op grond van deze criteria 'automatisch' volgt dat een project 'groot' of 'regulier' is. Daarom spreekt ook de Tweede Kamer in de hiervoor genoemde regeling van kan besluiten. Per project neemt het Algemeen Bestuur hierover een besluit door - gelijk aan de huidige werkwijze - bij de begroting een bijlage met een overzicht van projecten vast te stellen, die al dan niet aan het college worden gemandateerd. 28

29 Bijlage In bijlage 9 is een lijst opgenomen van alle investeringen waarvoor in 2012 krediet zal worden aangevraagd. Per investering is een inhoudelijke toelichting opgenomen. Tevens is per investering in de bijlage aangegeven of de kredietverlening door het AB plaatsvindt of dat de kredietverlening wordt gemandateerd aan het CDH. Bij de vaststelling van de begroting krijgt het CDH de bevoegdheid om voor deze investeringen krediet te verlenen binnen het totale investeringsvolume per programma. De in bijlage 9 opgenomen bruto investeringen bevatten ook ramingen voor de jaren tot en met 2016 in die gevallen waarvoor in 2012 een totaalkrediet wordt aangevraagd. 29

30 30

31 2 KERNCIJFERS 2012 Omschrijving Eenheid Grootte beheersgebied in ha Aantal inwoners Aantal gemeenten 38 Aantal provincies 5 Aantal woonruimten Lengte A-watergangen in km Lengte B-watergangen in km Lengte C-watergangen in km Lengte vaarwegbeheer in km 140 Aantal poldergemalen 155 Aantal geautomatiseerde stuwen 226 Aantal niet-geautomatiseerde stuwen Lengte primaire waterkeringen in beheer in km 559 Lengte secundaire waterkeringen in beheer in km 342 Lengte zomerkades, voorlandkeringen e.d. in beheer in km 147 Lengte verharde wegen in beheer in km 571 Lengte onverharde wegen in beheer in km 100 Aantal rioolgemalen 168 Aantal rioolwaterzuiveringsinstallaties 39 Lengte persleiding in km 579 Te zuiveren afvalwater in mln m3 111 Te verwijderen stikstof in % (minimaal) 79 Te verwijderen fosfaat: in % (minimaal) 77 Te produceren zuiveringsslib in tonnen droge stof Te verwerken hoeveelheid baggerspecie (in m 3 ) - Verspreidbaar - Niet verspreidbaar vanwege ruimtelijke component - Niet verspreidbaar vanwege milieuwetgeving Onderstaand wordt per taakgebied, de netto kosten van de Begroting 2011 en 2012 weergegeven. Watersysteemheffing Zuiveringsheffing Wegenheffing Totaal Netto kosten Mutatie in egalisatiereserve Te dekken door belastingheffing * * * * (bedragen x 1.000,-) * Inclusief opbrengst Verontreinigingsheffing. 31

32 Natuurvriendelijke oever Gantel 32

33 3 PROGRAMMA S Inleiding Algemeen Met de invoering van de gewijzigde Waterschapswet zijn enkele veranderingen doorgevoerd op financieel organisatorisch terrein met als doel het versterken van de positie van het Algemeen Bestuur en de daarmee samenhangende herijking van bevoegdheden van Algemeen en Dagelijks Bestuur. Op grond van de gewijzigde Waterschapswet en comptabiliteitsvoorschriften dient een programma de volgende informatie te bevatten: inhoud van het programma; de doelstellingen, in het bijzonder de beoogde effecten; de wijze waarop er naar gestreefd zal worden die effecten te bereiken; de netto kosten. De inhoud van de programma s heeft met name een beleidsmatig karakter. Het betreft hier de beleidsdoelstellingen en beoogde effecten op het hoogste niveau. In de begroting zijn de volgende programma s opgenomen: Waterkeringen Watersystemen en waterketen Wegen Middelen communicatie en regelgeving De inhoud van de programma s Waterkeringen en Watersystemen en waterketen sluiten aan bij het Waterbeheerplan De inhoud van het programma Wegen sluit aan bij het Beheerplan Wegen In het programma Middelen communicatie en regelgeving wordt vooral aandacht geschonken aan aspecten van bedrijfsvoering met een externe werking (zoals klantgerichtheid). Daarnaast is met betrekking tot de interne bedrijfsvoeringaspecten separaat een bedrijfsvoeringparagraaf opgenomen (Hoofdstuk 1.13). In verband met het gestelde in de Waterschapswet dat alle kosten van het waterschap zijn ondergebracht in de programma s zijn de kosten van de bedrijfsvoering opgenomen in het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Post dekkings- en financieringsmiddelen In de begroting van waterschap Rivierenland zijn een aantal posten opgenomen die vooral bedoeld zijn voor de financiering van het waterschap. Deze posten zijn opgenomen onder de post dekkings- en financieringsmiddelen. Het betreft de volgende posten: Onvoorzien: dit is een raming ter dekking van onvoorziene lasten; Rente over het eigen vermogen van de egalisatie- en algemene reserves; Belastingopbrengsten; Opbrengst kwijtschelding en oninbaar; Dividend en overige algemene opbrengsten; Saldo ten gunste/laste van de egalisatiereserves. 33

34 3.1 Programma Waterkeringen Beoogd effect Veiligheid tegen overstromingen Inhoud programma Water en waterveiligheid staan landelijk en regionaal hoog op de bestuurlijke agenda's. Waterschap Rivierenland geeft hieraan invulling zoals vermeld in het waterbeheerplan, volgens de volgende 2 pijlers: 1 Voorkomen van overstromingen Drogere en hetere zomers met zachtere en nattere winters maken dat de rivierafvoeren grilliger worden. Rivierafvoeren nemen in de winter toe, en in de zomer af en de zeespiegel stijgt. Om overstromingen te voorkomen is als taak gesteld dat de primaire waterkeringen in 2015 op orde zijn. Voor de projecten van Ruimte voor de Rivier en van HWBP2 is deze doelstelling vertaald in '2015 veilig'. Op dit moment zijn alle projecten in bewerking/uitvoering. In 2015 voldoen we voor 80% aan de normen en in 2017 is alles afgerond. Met betrekking tot het toetsen van de primaire keringen is in het bestuursakkoord Water aangegeven dat het streven is om de frequentie van de toetsing terug te brengen naar eenmaal per 12 jaar en om het toetsproces een continu karakter te geven. Dit streven wordt nader uitgewerkt. Als een dijkvak wordt afgekeurd moet een maatregel worden uitgevoerd. Deze maatregelen worden opgenomen in dit programma. De 3 e toetsing van de primaire keringen is in 2010 door het AB vastgesteld. De resultaten liggen inmiddels bij het rijk. De start van de 4 e toetsronde is voorlopig uitgesteld. In verband hiermee is de 3 toetsronde verlengd. Met het uitvoeren van goed beheer en onderhoud blijven de waterkeringen op orde. Belangrijk daarbij is dat we beheerinstrumenten inzetten. De gegevens van de waterkeringen worden eenduidig vastgelegd in de legger en het beheerregister en dienen up to date te zijn en te blijven. Met het toetsen van de waterkeringen worden vele additionele gegevens verzameld en vastgelegd in de daarvoor beschikbare systemen. 2 Beperken van gevolgen Het waterschap brengt de waterveiligheid door middel van het wateradvies in de streek- en structuurplannen nadrukkelijk in beeld en zit bij voorkeur al vanaf het prille begin van planontwikkeling aan tafel om zo de waterveiligheid te borgen. Het aanleggen en onderhouden van compartimenteringdijken kan in geval van een dijkdoorbraak de schade beperken. Het waterschap heeft in de studies hierover een nadrukkelijke rol. Het nieuwe denken in veiligheid van overschrijdingskans naar overstromingskans en van overstromingskans naar overstromingsrisico (= overstromingskans x gevolgen) is eveneens een onderdeel van deze pijler. In het project VNK (Veiligheid Nederland in Kaart) wordt hieraan verder invulling gegeven. De lijn voor ander beleid is weergegeven in de rapporten van de commissie Veerman en het Nationaal Waterplan. In 2011 zullen op basis van overstromingskansen door het Rijk nieuwe veiligheidsnormen worden vastgesteld. Dit zal opgepakt worden in de verschillende deelprogramma s van het Deltaprogramma waar Waterschap Rivierenland aan deelneemt. Ook de nadere uitwerking van het principe van meerlaagse veiligheid (1. preventie, 2. ruimtelijke ordening, 3. rampenbestrijding) dient hierin een plek te krijgen. 34

35 Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten 1 Primaire waterkeringen op orde brengen op basis van de huidige normen en V2 binnen het budget (uiterlijk 2017, waarvan 80% uiterlijk veilig in 2015). 2 Regionale waterkeringen worden in samenspraak met de provincies genormeerd, V1, V2 getoetst en waar nodig op orde gebracht. De termijn waarop de reeds genormeerde regionale waterkeringen in orde zijn is: Groene keringen: 2020 gereed; Keringen met niet waterkerende objecten: 2030 gereed; Urgente keringen: zo snel mogelijk na toetsing gereed. 3 Bij het ontwerpen van waterkeringen rekening houden met toekomstige ontwikkelingen en onzekerheden (robuust ontwerpen) conform de notitie "Ontwerpuitgangspunten V3, V4, V5, V6 Primaire Waterkeringen". Daarnaast wordt rekening ge- houden met toekomstige dijkverbetering door vaststellen en beschermen van een profiel van vrije ruimte. 4 Het doen van onderzoek naar de bijdrage van compartimenteringdijken aan de V11 veiligheid van het beheersgebied. 5 Het voorkomen van nieuwe (permanente) belemmeringen in de buitendijkse V7 gebieden ("nee-tenzij-benadering"). 6 Afronden van de derde ronde toetsing voor de primaire waterkeringen (2011). V1 7 Het op orde brengen van de gegevens met betrekking tot de waterkeringen. V1, V8 8 Voortzetten van de lijn om op een zo humaan mogelijke wijze muskusratten te vangen met behulp van innovatieve methoden; het geheel uitroeien van beverrattenpopulatie. V10 Programmadoelstellingen Doelstellingen Toelichting Thema: Voorkomen van overstromingen V1 Toetsen van waterkeringen Primaire waterkeringen zijn periodiek getoetst volgens een landelijke systematiek. De staat van de regionale waterkeringen is vastgelegd en getoetst conform de Leidraad Toetsing Regionale Waterkeringen. V2 Verbeteren van waterkeringen Primaire waterkeringen Alle primaire keringen die in 2006 niet voldeden aan de norm moeten in 2015 wel voldoen. Ruime voor de Rivier Voor de PKB-dijkversterkingslocaties is deze doelstelling voor de einddatum vertaald in '2015 veilig' (voldoen aan veiligheidsnorm). Dit betekent dat de uitvoering van bepaalde onderdelen (afbouw, schadeafwikkeling en eindafrekening) doorschuiven naar 2016/2017. Alleen voor het dijkvak Schoonhoven-Langerak schuift de einddatum van 2015 veilig naar 2017 indien alsnog tot dijkverbetering kan en moet worden overgegaan. 35

36 Doelstellingen HWBP2 Algemeen Toelichting Voor de projecten van HWBP2 gaat men landelijk sinds kort uit van een gemiddelde bijgestelde einddatum 2017 gereed, waarbij gereed gedefinieerd lijkt te worden als veilig. Vooralsnog is dat geen reden voor WSRL te temporiseren. Voor de HW- BP2 projecten wordt daarom de einddatum 2015 veilig aangehouden. Naar inschatting zal voor circa 20% van de totale te verbeteren dijklengte de einddatum '2015 veilig' niet worden gehaald. Als algemene doelstelling wordt daarom aangehouden dat 80% van de totale te verbeteren dijklengte in 2015 voldoet aan de norm. Regionale waterkeringen Alle in 2012 getoetste regionale waterkeringen welke niet voldoen aan de norm, zijn in 2013 in een verbeterprogramma opgenomen. V3 Robuust ontwerpen van waterkeringen Bij aanleg en verbetering van waterkeringen wordt rekening gehouden met toekomstige ontwikkelingen. V4 Ervaring opdoen in het toepassen van innovatieve uitvoeringstechnieken die voldoen aan de eisen De beschikbare ruimte, aanwezigheid van andere functies (bijvoorbeeld wonen) en geotechnische omstandigheden (opdrijven vanwege aanwezigheid veen in de ondergrond) pleiten voor het toepassen van nieuwe innovatieve technieken in de dijkverbetering. Indien mogelijk worden deze technieken toegepast. V5 Veilig stellen profiel van vrije ruimte Waterkerende functie van de waterkering in stand houden en toekomstige dijkverbeteringen mogelijk maken. Profiel van vrije ruimte vastleggen in de legger. V6 Bevorderen dat kern- en beschermingszones planologisch worden vastgesteld De primaire functie van waterkeringen is planologisch vastgelegd. V7 Handhaven ruimte voor de rivier Huidige ruimte voor de rivier handhaven en ruimte reserveren voor toekomstige rivierverruimende maatregelen. V8 Beheren en onderhouden waterkeringen Alle waterkeringen die binnen ons beheergebied van belang zijn voor de veiligheid, zijn in beheer bij Waterschap Rivierenland, conform het Bestuursakkoord Water met Vuur. Het beheer en onderhoud van de waterkeringen is erop gericht te voldoen aan de gestelde normen, in een maatschappelijke context en waarbij wordt gewerkt volgens de beschreven processen. V9 Bestrijden van hoogwatercalamiteiten Het waterschap is voorbereid op de risico's die hoogwater met zich meebrengt. V10 Bestrijden van muskus- en beverratten Het voorkomen van schade aan primaire en regionale waterkeringen en oevers van watergangen door muskusratten en beverratten. Gestreefd wordt naar een verdere daling van muskusratten tot een be- 36

37 Doelstellingen Thema: Beperken van gevolgen van overstromingen V11 Uitvoeren van studies naar compartimentering Toelichting drijfsmatig beheersbaar niveau; de beverrat mag in de planperiode niet terugkeren in het beheergebied. De gevolgen van overstromingen worden zoveel mogelijk beperkt. WSRL neemt deel aan het internationale project met de Arbeitsgruppe over de compartimentering in het grensgebied. Het vervolg van de compartimentering van dijkring 43 (ARK) is afhankelijk van de reactie van het Rijk op de gebiedspilot. WSRL is geen trekker van dit project. Van de overige waterkeringen (regionale keringen die niet zijn aangewezen door de provincie) wordt onderzocht of er nut en noodzaak is deze keringen in beheer te houden. V12 Opstellen risico- en locatiekeuzekaarten In beeld brengen van risico's met betrekking tot de waterveiligheid. 37

38 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning Opgave Gerealiseerd voor Realiseren na 2016 V1. Toetsen van waterkeringen a. Toetsen van primaire waterkeringen (zesjaarlijks) 3 e toetsronde, verlengd 100% 90% 10% uitvoeren uitvoeren uitvoeren uitvoeren e toetsronde oplevering nog niet bekend nvt onbekend b. Toetsen van genormeerde regionale waterkeringen conform de leidraad Toetsen regionale Gelderland en Noord-Brabant (handhaven bestaande situatie). Provincie Gelderland dient nog een norm toe te kennen aan de Lingedijken. V2. Verbeteren van waterkeringen a. De getoetste primaire waterkeringen (3 e toetsronde) welke niet voldoen aan de norm, opnemen in het verbeterprogramma primaire keringen. b. De getoetste regionale waterkeringen welke niet voldoen aan de norm, opnemen in het verbeterprogramma regionale keringen. c. De maatregelen uitvoeren die ervoor zorgen dat de waterkeringen in 2015 op orde zijn. Deltawet Grote Rivieren Baanhoek 2 e fase (dijkring 16) waterkeringen Zuid-Holland en Utrecht (normen) 100% 0% 20% 100 % afgerond + pva verbetermaatregelen Handhavingsdossier bijhouden Handhavingsdossier bijhouden programma opstellen voorbereiding Deltaplan Grote Rivieren Wegafbouw Hardinxveld - Giessendam Oost voorb + uitvoering Kadeverbetering in de Alblasserwaard voorb + Verbetering Hoge Boezemkade Overwaard uitvoering d. De volgende planstudies / voorbereiding en Handhavingsdossier bijhouden programma opstellen pva verbeter- maatregelen uitvoering. + afronden uitvoering Handhavingsdossier bijhouden programma opstellen Handhavingsdossier bijhouden programma opstellen Handhavingsdossier bijhouden programma vaststellen i.o.m. Rijk Handhavingsdossier bijhouden Gereed 2012 Continu 2015 verbeterprogramma 2013 afronden afronden

39 Doelstellingen Maatregelen Planning Opgave Gerealiseerd voor 2011 uitvoering van dijkverbeteringen zijn gepland: PKB-Ruimtelijke maatregel Munnikenland PKB - dijkversterkinglocaties Nederrijn Betuwe (dijkring 43) Realiseren na 2016 Gereed uitvoeren uitvoeren uitvoeren uitvoeren uitvoeren Afwerken Veilig: 2016 voorb. uitv. uitvoeren uitvoeren uitvoeren Afwerken Afwerking: 2017 Veilig: 2015 Afwerking: 2016 Lek Betuwe (dijkring 43) voorb. uitv. voorb. uitv. uitvoeren uitvoeren Afwerken Veilig: 2015 Afwerking: 2016 Lek Alblasserwaard / Vijfheerenlanden (dr 16) m.u.v. traject Schoonhoven-Langerak (SLA) Lek Alblasserwaard / Vijfheerenlanden (dr voorb. uitv. voorb. uitv. uitvoeren uitvoeren Afwerken Veilig: 2015 Afwerking: 2016 Planning en doelstelling afhankelijk van besluit Staatssecretaris over scopewijziging 16): traject Schoonhoven-Langerak (SLA) Steurgat / Bergse Maas (dijkring 24) voorb. uitv. voorb. uitv. uitvoeren uitvoeren Afwerken Veilig: 2015 Afwerking: 2016 Dijkverbetering rond Fort Steurgat (dijkring 23) alleen de voorbereiding door waterschap HWBP versterkingslocaties Kinderdijk - Schoonhovenseveer (dijkring 16) voorb. uitv. uitvoeren uitvoeren uitvoeren Afwerken Afwerken Veilig: 2015 Afwerking: 2017 Merwededijk Werkendam (dijkring 24) voorb. uitv. voorb. uitv. uitvoeren Uitvoeren Afwerken Veilig: 2015 Afwerking: 2016 Diefdijk (Deltaplan Grote Rivieren) (dijkring 16) uitvoeren uitvoeren uitvoeren uitvoeren afwerken 2010 Veilig: 2015 Afwerking: 2015 V3. Robuust ontwerpen van waterkeringen Beleid is inmiddels vastgesteld en wordt toegepast. V4. Ervaring opdoen in het toepassen van innovatieve uitvoeringstechnieken die voldoen aan de eisen a. Middels een praktijkproef aantonen of de nieuwe in

40 Doelstellingen Maatregelen Planning Opgave Gerealiseerd voor 2011 technieken Mixed in place en Expanded columns toepasbaar zijn bij dijkverbetering. b. Doorlopend zoeken naar mogelijkheden voor toepassing van innovatieve technieken. V5. Veilig stellen profiel van vrije ruimte a. Gedetailleerd(er) profiel van vrije ruimte opnemen in de legger. Primaire keringen % km primaire kering waarbij profiel van vrije ruimte in legger is vastgelegd. Regionale keringen % km regionale kering waarbij profiel van vrije Realiseren na 2016 Gereed 100% 25% 75 % 96% 96% 96% 100% % 69% 69% 100 % 2013 ruimte in legger is vastgelegd. V6. Bevorderen dat kern- en beschermingszones planologisch worden vastgesteld Beleid is vastgesteld en wordt toegepast. Continu V7. Handhaven ruimte voor de rivier Beleid is vastgesteld en wordt toegepast. Continu V8. Beheren en onderhouden waterkeringen a1. overdracht primaire keringen (voorhavendijken Kromme Nol en Wilhelminasluis, Maasdijk Mook/Molenhoek) a2. overdracht regionale keringen (A dam- Rijnkanaal, Maas-Waal kanaal) b. Voor alle onderdelen van de waterkeringen wordt het onderhoud gestructureerd vastgelegd in onderhoudsbeleid, onderhoudsplannen en onderhoudsconcepten. c. Inventariseren van alle relevante LNC-waarden in de kern- en beschermingszone van de waterkering en deze opnemen in een beheerregister. d. Actualiseren en professioneel beheren (= actueel houden) van alle kerngegevens van primaire en regionale waterkeringen 25% 100% x 100% 0% 50% 100% % 0% 75% 100 % 2012 actueel maken en houden beheerteam is ingericht data verder op orde brengen data op orde, vervolg actueel houden e. Voor alle waterkeringen zijn leggers vastge- 100% 81% 81% 95% 98% 98% 98% 100% 2016 actueel houden x actueel houden actueel houden actueel houden afgerond Continu Continu 40

41 Doelstellingen Maatregelen Planning Opgave Gerealiseerd voor 2011 steld, % km van de waterkering legger vastgesteld. Zomerkades worden in 2012 uitgevoerd nadat AHN2 beschikbaar is. De Z-H Lingedijken die in 2011 voor het eerst worden genormeerd, komen vanaf 2013 op de legger. f. Vastleggen van profiel van regionale keringen die niet door de provincie zijn aangewezen, maar die wel op de Keurkaart staan in % afgerond. V9. Bestrijden van hoogwatercalamiteiten a. Calamiteitenorganisatie opleiden en oefenen voor het bestrijden van hoogwater bij primaire en regionale waterkeringen. Eind 2011 is de calamiteitenorganisatie opgeleid en heeft geoefend. Vervolgens opleiden en oefenen conform beleid en programma voor veldoefeningen. b. Voor alle dijkringen (met uitzondering van dijkringen 37, 39 en 40; deze zijn te klein) en stelsels van regionale waterkeringen worden overstromingsscenario's opgesteld op basis van de actuele maatgevende omstandigheden c. Actualiseren van de calamiteitenbestrijdingsplannen (CBP) met betrekking tot de primaire en regionale keringen. Vervolgens jaarlijks bijhouden. d. Actualiseren en implementeren van de kunstwerkprotocollen voor alle waterkerende kunstwerken. In 2015 volledig gevuld. e. Inzicht krijgen in de zwakste schakels per dijkring, riviertak en boezemstelsel en hier zo nodig noodmaatregelen voor opstellen. V10. Bestrijden van muskus- en beverratten a. Verdere vergroting van de efficiëntie en de effectiviteit van de muskusrattenbestrijding Opmerking: Verlaging van de vangsten bij gelijkblijvende inzet. Bij bereiken van 0.15 v/km (na 2014) kan de inzet structureel met 10% worden verlaagd. Door de samenvoeging met het Zuid Hollandse deel van WSRL en het gebied van Realiseren na 2016 Gereed 100% 0% 50% 100% 2014 opleiden en oefenen opleiden en oefenen opleiden en oefenen opleiden en oefenen beleid en programma 75% 100 % 2012 Revisie 100% % 100% 100 % 100 % % 100% Actueel houden Actueel houden Actueel houden %, continu 0,25 v/km 0,2 v/km 0,15 v/km 0,15 v/km 0,15v/km

42 Doelstellingen Maatregelen Planning Opgave Gerealiseerd voor 2011 Hollandse Delta en Vallei en Eem zal de formatie verdubbelen. Binnen de gekozen strategie zal het eerder gekozen perspectief voor het meerjarenplan niet wijzigen. De bezuiniging op de gehele formatie zal in 2017 gerealiseerd kunnen worden b. Realisering van overdracht van muskus- en beverrattenbestrijding van provincies naar het waterschap Opmerking: per 1 juli is de muskus-en beverratbestrijding een wettelijke taak van de waterschappen geworden. Het voorgenomen samenwerkingsverband met Vallei en Eem, Hollandse Delta en de uitbreiding Zuid Holland loopt op schema V11. Uitvoeren van studies naar compartimentering a. Uitvoeren studies naar compartimenteringdijken Grensgebied met Arbeitsgruppe. Dit betreft een internationaal project waarbij ons waterschap geen trekker is. Amsterdam Rijnkanaal dijkring 43 (provincie Gelderland is trekker) Overige waterkeringen (Rijndijk Kesteren - Lienden, Meidijk in de Bommelerwaard) V12. Opstellen risico- en locatiekeuzekaarten a. Vertaling en uitwerking van de risicokaarten (aansluiten bij de richtlijn overstromingsrisico's) naar locatiekeuzekaarten als handvat in de ruimtelijke ordening. Deze locatiekeuzekaarten geven de risico's van overstromingen van de primaire waterkeringen weer. Volledige overdracht en integratie Voorbereiding van overdracht Overname van Zuid- Hollands deel beheersgebied Realiseren na 2016 Verdere integratie van de overgekomen bestrijders Gereed Onderzoek Onderzoek Uitvoeren afronding 2013 Studie gebiedspilot Rapportage gebiedspilot Heroverweging afgerond Participeren Onbekend 100 %

43 Wat gaat het kosten? EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Kosten N Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V ( x 1.000) Analyse op hoofdlijnen: Hogere kapitaallasten in 2012 doordat afschrijvingen van nieuwe investeringen hoger zijn dan de vrijvallende afschrijvingen van afgeschreven investeringen. Per saldo hogere personeelskosten als gevolg van loonontwikkeling, aanpassing sociale lasten en urenverdeling. Hierin opgenomen is de opbrengst in verband met de activering van extra formatie i.v.m. grondverwerving. Lagere onderhoudskosten (maaionderhoud, stortkosten etc.) bij primaire en regionale waterkeringen als gevolg van aanbestedingsresultaten en doorgevoerde bezuinigingen. In 2012 vervalt het incidenteel opgenomen budget voor het vervangen van zeer slechte rasters. Budget vergoeding ingebruikgeving aangepast op basis van werkelijke contracten. Aankoop percelen grond van een camping in Ammerzoden waren voorzien in Subsidiëring werkzaamheden diverse medewerkers in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. 281 N 108 N 297 V 170 V 143 N 40 V 116 V INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto ( x 1.000) Meerjaren-investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto ( x 1.000) 43

44 Dijkverzwaring Everdingen 44

45 3.2 Programma Watersystemen en waterketen Beoogd effect Schoon en voldoende grond- en oppervlaktewater Inhoud programma Het gaat bij het programma watersysteem en waterketen om de volgende thema s: - voldoende en schoon water in het landelijk gebied - voldoende en schoon water in het stedelijk gebied - voldoende en schoon water in waardevolle en beschermde gebieden - inrichten en beheren afvalwaterketen - vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie - duurzaamheid, innovatie en klimaat Watersysteem Dit programmadeel omvat het beleid, de planvorming en de uitvoering op het gebied van waterkwantiteit en waterkwaliteit. Voor beide zijn er Europese, landelijke en provinciale programma s waaraan het waterschap uitvoering geeft. De bekendste zijn het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). De uitvoering door het waterschap valt te verdelen in aanpak van wateroverlast, watertekort en de zorg voor schoner/ecologisch gezonder water. Daarnaast is er de zorg voor gebieden en wateren met een bijzondere status, zoals (verdroogde) natuur, oppervlaktewater voor drinkwater, zwemwater en vaarwater. Ook omvat het programma de zorg voor het stedelijk water en de regulering van het gebruik van grondwater. a. NBW en KRW Het waterschap pakt het uitvoeren van de NBW- en KRW-doelstellingen integraal op. Het waterschap heeft er voor gekozen de NBW maatregelen (wateroverlast) vooral in lijnvormige elementen te nemen, te weten de verbreding van watergangen en het eenzijdig voorzien van deze verbrede watergangen van natuurvriendelijke oevers. Hiermee wordt bereikt dat de NBW-maatregelen ook bijdragen aan de KRW-doelen. Ongeveer 60% van de natuurvriendelijke oevers in het kader van NBW maatregelen worden aangelegd in KRW-oppervlaktewaterlichamen. In het waterbeheerplan zijn maatregelen opgenomen om de doelstellingen behorende bij NBW in 2015 te halen. Daarnaast zijn in het waterbeheerplan ook voor de KRW een aantal maatregelen gepland voor De belangrijkste zijn de aanleg van natuurvriendelijke oevers (=overlap tussen NBW en KRW), vismigratie en het baggerprogramma. De meeste NBW en KRW maatregelen lopen volgens planning. Denk bijvoorbeeld aan hydraulische maatregelen tegen wateroverlast en het baggerprogramma. De aanleg van natuurvriendelijke oevers in het kader van zowel NBW als KRW, blijft echter achter bij de planning. Belangrijkste reden daarvoor is de achterblijvende grondverwerving. In 2010 is daarom extra capaciteit vrijgemaakt voor de grondverwerving, onder meer door in te steken op ruilplannen. Naar verwachting zal dit de grondverwerving en daarmee de realisatie versnellen. De doelstellingen voor KRW en NBW uit het waterbeheerplan staan hierdoor onder druk. In het kader van het onderzoek naar een verbetering van de projectrealisatie is geconstateerd dat het waterschap, ondanks al haar inspanningen, de opgelopen achterstanden in planning niet zal inlopen. Daarom is de uitvoering van de aanleg van natuurvriendelijke oevers getemporiseerd naar 2018 en daarmee de realisatie van de doelstellingen voor KRW en NBW verschoven van 2015 naar Het waterschap zal hierover verantwoording afleggen aan het rijk en Europa (KRW) en aan de provincies (NBW). Voor de NBW wordt daarnaast gewerkt aan nieuwe wateroverlaststudies (normeringstudies) waardoor eind 2012 voor het grootste deel van het gebied bekend is wat de resterende opgave voor de NBW is. 45

46 b. Wateren en gebieden met bijzondere status De aanpak van gebieden en wateren met een bijzondere status heeft een gebiedsgericht karakter. In de periode ligt het accent op de aanpak van (verdroogde) natuurgebieden en zwemwater. Bij zwemwater is het streven om een aanvaardbare zwemwaterkwaliteit te bereiken in Bij de (verdroogde) natuurgebieden en wateren met een bijzondere status, ligt de prioriteit bij Natura-2000 gebieden (de zogenaamde sense-of-urgency gebieden) en de Top-lijstgebieden. Daarnaast worden maatregelen getroffen in gebieden en wateren met een bijzondere status, indien deze tevens bijdragen aan de NBW- en/of KRW-doelen. In Gelderland valt de aanpak van gebieden met een bijzondere status onder de waterovereenkomst tussen Waterschap Rivierenland en de provincie Gelderland. In Noord-Brabant vindt de aanpak van Natura-2000, Top-lijst en wateren met een bijzondere status plaats in het kader van de 2e bestuursovereenkomst Revitalisering Wijde Biesbosch. In verband met bezuinigingen bij het Rijk op de EHS en ILG zullen echter naar verwachting niet alle maatregelen van de 2 genoemde overeenkomsten worden uitgevoerd. Ook problemen met grondverwerving zijn hier debet aan. Hierover vindt overleg plaats met de betrokken provincies Gelderland en Noord- Brabant. De voortgang is immers mede afhankelijk in hoeverre de provincies de afspraken in de waterovereenkomst zullen nakomen. Wanneer de onderhandelingen tussen Staatssecretaris Bleker en IPO zijn afgerond, zal duidelijker worden wat de precieze gevolgen zijn voor ILG en voor de begrenzing van de EHS. Daarmee zal ook meer duidelijkheid ontstaan over de gevolgen voor de waterovereenkomsten. c. Vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Binnen het programma Watersystemen en waterketen vinden gecoördineerd de activiteiten plaats in het kader van de taak vaarwegenbeheer en ten behoeve van recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Vanzelfsprekend is er bij de activiteiten van andere programma s ook aandacht voor recreatief medegebruik en cultuurhistorie. Over het vaarwegbeheer is in het bestuursakkoord Water opgenomen dat in 2012 een besluit wordt genomen over het toebedelen van het vaarwegbeheer. In afwachting daarvan is het vaarwegbeheerplan van ons waterschap in 2010 verlengd tot en met d. Grondwaterbeleid Met de inwerkingtreding van de waterwet in 2010 is het grondwaterbeheer voor een groot deel bij het waterschap komen te liggen. De hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot grondwater staan in het waterbeheerplan. In het voorjaar van 2011 is daarnaast de beleidsnota Grondwater door het AB vastgesteld. Deze nota bevat een nadere uitwerking van de grondwatertaken bij het waterschap. Evaluatie van het beleid zal plaatsvinden in De regelgeving voor grondwater is opgenomen in Keur en beleidsregels. Hierbij is rekening gehouden met het beleid van de 4 inliggende provincies, met behoud van het uitgangspunt van eenheid van beleid binnen het waterschapsgebied. Waterketen De waterketen kent drie onderdelen, te weten de bereiding en distributie van drinkwater, de inzameling en transport van afvalwater en de zuivering van het afvalwater. De drinkwaterbedrijven zorgen voor de bereiding en distributie van drinkwater. De gemeenten dragen de zorg voor de inzameling en transport van afvalwater. De zorgplicht voor het zuiveren van het stedelijk afvalwater is opgedragen aan de waterschappen. In dit programma komen aan bod: uitvoering van het rioleringsbeleid, samenwerking in de waterketen, emissies rwzi's en innovaties. a. Uitvoering rioleringsbeleid. Ter verbetering van de waterkwaliteit van het oppervlaktewater hebben de gemeenten een - landelijk geldende - inspanningverplichting om de vuiluitstoot van riooloverstorten met 50% te reduceren. Voor de uitvoering van de maatregelen (ook wel de "basisinspanning" genoemd) gelden termijnen die provinciaal vastgesteld zijn. In Zuid Holland, Utrecht en Noord-Brabant moest de basisinspanning voor 2005 zijn gehaald en in Gelderland vóór Wanneer duurzame maatregelen (afkoppelen) 46

47 worden uitgevoerd, is uitstel verleend tot Bij gemeenten die nu nog steeds niet voldoen, vindt handhaving plaats. Gemeenten betrekken ons waterschap bij de opstelling van het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP) en de overige (technische) rioleringsplannen, zoals basisrioleringsplannen, afkoppelplannen en de te verlenen Watervergunningen. Gemeenten kunnen bij ons waterschap subsidie aanvragen voor de uitvoering van (afkoppel)projecten. b. Samenwerking in de waterketen. Waterschappen, gemeenten en drinkwaterbedrijven zien de waterketen (drinkwater, riolering en zuivering) als een samenhangend geheel met veel verbanden. Meer samenwerking tussen de partners in de afvalwaterketen kan leiden tot verbetering van de doelmatigheid, duurzaamheid, transparantie en dienstverlening voor onze gezamenlijke klanten. Samenwerking is noodzakelijk om via synergie op de juiste wijze om te kunnen gaan met nieuwe externe ontwikkelingen, zoals klimaatsverandering, nieuwe wet- en regelgeving en mogelijke innovaties in het afvalwaterbeheer. Waterschap Rivierenland ziet het nut en het belang van samenwerking in de afvalwaterketen en gaat nog meer initiatieven op dit gebied ontplooien. Ook het Rijk ziet de voordelen van samenwerking in de waterketen. Dit is kracht bijgezet door het afsluiten van een "Bestuursakkoord waterketen" in juli De Unie van Waterschappen (UvW) en de Vereniging van Gemeenten (VNG) hebben in maart 2010 een gezamenlijke verklaring ondertekend waarin zij verdergaande samenwerking nastreven. In het bestuursakkoord Water (2011) zijn afspraken over doelmatigheidsverbetering en samenwerking opnieuw vastgelegd. Waterschap Rivierenland gaat in samenspraak met gemeenten deze samenwerking daadwerkelijk inhoud geven. In 2010 is door het Algemeen Bestuur een strategienota over samenwerking in de waterketen vastgesteld. VNG en de Unie van Waterschappen hebben in het Bestuursakkoord waterketen de volgende fasering afgesproken: Fase 1: opstartfase 1 mei tot 1 juli UvW en VNG werken samen aan informeren van hun leden en het verzamelen van de best practices. Fase 2: vaststellen van de bestuurlijke of hoog ambtelijke trekkers t/m 31 december 2010 om het regionale uitwerkingsproces op te starten en te stimuleren. Fase 3: maken van bindende afspraken t/m 31 december 2011 over de juridische verankering van de samenwerking en het duidelijk maken van ambities in de regio. Fase 4: Organisatorische invulling: Sluiten van gemeenschappelijke regeling, coöperatie of alternatief t/m 31 dec in meer dan 75% van de zuiveringskringen. Fase 1 is afgerond en ten aanzien van fase 2 kan gesteld worden dat in het beheersgebied van het waterschap de bestuurlijke trekkers benoemd zijn en dat het waterschap samen met de gemeenten bezig is met de uitvoering van feitenonderzoeken. Onderzoeken naar inhoudelijke mogelijkheden tot samenwerking. De feitenonderzoeken zullen vertaald worden in businesscases. c. Emissies rwzi's. Bij de realisatie van de prestaties op de zuiveringsinstallaties is het uitgangspunt te voldoen aan de wettelijke eisen. Er wordt ten aanzien van de zuiveringstaak geen hoger ambitieniveau gesteld. Dit houdt o.a. in dat voldaan moet worden aan de gestelde lozingseisen, het bereiken van het vereiste gebiedsrendement voor fosfaat- en stikstofverwijdering voor lozingen op rijkswateren. Dit met in achtneming van de benodigde maatregelen om aan de KRW doelstellingen te voldoen. Naast de investeringen die benodigd zijn om deze prestaties te realiseren zullen ook investeringsprojecten en onderhoud- c.q. vervangingsinvesteringen worden uitgevoerd om de huidige prestaties op peil te kunnen houden. d. Innovaties. Waterschap Rivierenland wil op een innovatieve wijze haar taak uitvoeren. Invulling wordt hieraan gegeven met de uitvoering van de projecten ipa (procesautomatisering en bediening op afstand van de zuiveringstechnische werken met centrale gegevensontsluiting), energiebewust zuiveren, onder- 47

48 zoek verdergaande zuiveringstechnieken en pilots op het gebied van innovaties in de afvalwaterketen. De branche zuiveringsbeheer heeft met de ondertekening van de Meerjarenafspraak Energie (MJA 3) op zich genomen om de energie efficiency in de periode 2005 t/m 2020 met 30 % te verbeteren. Hiertoe zullen energiebesparingsmaatregelen genomen worden die zich binnen 10 jaar kunnen terugverdienen. Conform het afgesloten klimaatakkoord tussen de UvW en het Rijk zal de hoeveelheid zelf opgewekte energie in de periode t/m 2020 opgevoerd moeten gaan worden naar 40 % van het verbruik. Duurzaamheid, innovatie, klimaat (DIK). Waterschap Rivierenland streeft er naar om bij te dragen aan het beperken van de klimaatverandering. Binnen het programma Watersystemen en waterketen worden alle plannen en initiatieven die in dat kader bestaan gebundeld en versterkt. Voortvloeiend uit de missie werkt het waterschap voortvarend aan een duurzaam waterbeheer. Het waterschap werkt volledig met natuurstroom en in de bedrijfvoering geldt structureel het principe van duurzaam inkopen. Dit betekent dat we bij het aanschaffen van bijvoorbeeld bedrijfskleding en papier, kiezen voor de producten met de meest gunstige effecten als het gaat om maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook houdt het waterschap zich aan regels ten behoeve van onkruidbestrijding (het zogeheten zilvercertificaat). In de komende jaren wordt gewerkt aan een verdere verduurzaming van de taakuitvoering en de bedrijfsvoering. Meer nog dan in de afgelopen jaren wordt bij innovaties gekeken naar de te verwachte kosten- en bedrijfsvoordelen. We hebben aandacht voor innovatieve technieken (zoals t.a.v. procesautomatisering bij ipa en de innovatieve dijkverbetering) die belangrijk zijn voor de uitvoering van grote kostbare projecten en programma s. Maar we kijken ook naar andere manieren van werken. Er moet immers met minder mensen meer werk worden gedaan. Ook gaan we meer dan voorheen aandacht besteden aan de samenwerking met anderen, zoals de waterschappen. Belangrijk is dat er niet te veel hetzelfde wordt gedaan maar iedereen kansrijke accenten kiest. Het geheel maakt de som der delen. Dit past o.a. bij de aanpak van de Energiefabriek en samenwerking in de waterketen. Concreet betekent die samenwerking ook dat we tijd stoppen in duidelijkere programmering en afstemming van initiatieven in de waterwereld Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten 1 Het Waterbeheerplan, waarin de doelen en maatregelen worden beschreven voor de beleidsvelden waterkering, waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterketen, definitief vaststellen en daaraan uitvoering geven. 2 Peilbeheer: een optimale grond- en oppervlaktewaterstand en voldoende aanen afvoer van water, zodat de in de bestemmingsplannen vastgelegde functies (landbouw, natuur, bebouwing) zo goed mogelijk worden gefaciliteerd. 3 Het ontwikkelen van een visserijbeleid, dat is gericht op een duurzaam visbeheer. 4 Uitvoering geven aan het maatregelenprogramma van het Waterbeheerplan ter beperking van wateroverlast bij extreme omstandigheden. Daarnaast wordt een beleid ontwikkeld voor extreem watertekort en wordt in het dagelijkse peilbeheer meer ingespeeld op weersverwachtingen. 5 Uitvoeren van nieuwe normenstudies voor wateroverlast (vanaf 2011) in verband met nieuwe klimaatscenario s en veranderd grondgebruik. 6 Ontwikkelen regelgeving en beleid voor (vergunningverlening en handhaving van) kleine grondwateronttrekkingen. 7 Inzetten op een vroegtijdige inbreng van het waterschap bij alle vormen van ruimtelijke planning, onder andere door uitbouw van de samenwerking met gemeenten. W1 t/m 20 W1, 8 W5, 6, 11 W2, 3, 9 W2, 9 W7 W2, 8, 9, 12 48

49 8 Inlopen van de achterstand in baggeractiviteiten, het wegwerken van nietverspreidbare W1 t/m 12 baggerspecie en het op orde houden van die gebieden die dat nu al zijn. 9 Actieve inzet om waardevolle watergerelateerde cultuurhistorische elementen te behouden en waar mogelijk te versterken. Daar waar mogelijk het beheer aan derden overdragen. W21 10 Stimuleren van recreatief medegebruik, daar waar mogelijk en passend. W22 11 Aanpassen van de werkprotocollen voor flora en fauna naar aanleiding van W5, 6, 11 een evaluatie. Tevens ontwikkelen van nieuw beleid voor de bestrijding van invasieve exoten. 12 Het actief zoveel mogelijk beperken van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen bij het beheer van waterschapseigendommen en tevens andere partijen aansporen het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen verder te beperken. 13 Inzet op grondverwerving op vrijwillige basis. Onteigening vindt slechts bij hoge uitzondering plaats. 14 Toepassen van het kostenveroorzakingsbeginsel bij de aanleg van nieuw stedelijk gebied en bedrijventerreinen; daarbij geldt tevens het beginsel van nietafwentelen (dus waterberging realiseren binnen de grenzen van de stedelijke uitbreiding of het bedrijventerrein). 15 Het ontplooien van initiatieven voor samenwerking in de waterketen, onder meer door middel van feitenonderzoeken en daarop aansluitende businesscases. 16 Het overnemen van het beheer en onderhoud van eindrioolgemalen waar transparantie en doelmatigheid kunnen worden verbeterd. Het afstoten van gemalen wanneer deze bij de riolering behoren. 17 Wijzigen of aanvullen van afvalwaterakkoorden met de gemeenten en het lokaal aanpassen van de capaciteit van gemalen en persleidingen, waar dat nodig is om aan de afnameverplichting te kunnen voldoen. 18 Het nemen van initiatieven voor het toepassen van innovatieve methodes, bijvoorbeeld door het zoeken van samenwerking met marktpartijen, netwerkpartners en andere waterschappen. W4, 5, 6, 10, 11, 13 W2, 8, 9, 12 W8, 9 W16, 20 W16, 20 W16, 20 W16, 20, Het bereiken van 2 % energie-efficiency per jaar voor het zuiveringsbeheer. W18, 19, Onderzoeken of het gebruik van natuurstroom, hetgeen thans reeds plaatsvindt W25 voor alle installaties en gebouwen van het waterschap, een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Uiteraard vindt een kosten-batenanalyse plaats. 21 Het doen van onderzoek naar de optimale schaalgrootte van zuiveringsinstallaties en het transportstelsel wanneer zich kansen voordoen tot opschaling. Programma-doelstellingen W18, 19, 20 Doelstellingen Toelichting Thema: Voldoende en schoon water in landelijk gebied W1 Zorgen voor voldoende water in landelijk gebied In het watersysteem in het landelijk gebied is voldoende water beschikbaar om de verschillende landgebruikvormen W2 Beperken van schade door wateroverlast in landelijk gebied zo goed mogelijk te faciliteren. Het watersysteem in het landelijk gebied moet in 2015 voldoen aan de basisnormen voor wateroverlast. Deze doelstelling is gefaseerd tot Bij extreme weersomstandigheden wordt de schade door wateroverlast zoveel mogelijk beperkt. 49

50 Doelstellingen Toelichting W3 Beperken van schade door watertekort in landelijk gebied De kans op schade door watertekort bij extreme weersomstandigheden wordt zoveel mogelijk beperkt. W4 Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied Het oppervlaktewater heeft in 2015 een goede chemische toestand: het gehalte aan prioritaire stoffen voldoet aan de Europese norm. De chemische waterkwaliteit mag niet verslechteren t.o.v. de toestand in 2000 ( stand still ). Deze doelstellingen kunnen niet worden gefaseerd. W5 Zorgen voor een goede ecologische kwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied Voor alle overige wateren streven we naar het bereiken van een biologisch gezond watersysteem in De hierbij horende normen zijn (voorlopig) Stowa klasse 3 en de normen voor de overige relevante verontreinigende stoffen (Besluit kwaliteitseisen en monitoring water). Een deel van de maatregelen worden gefaseerd van 2015 tot W6 Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in waterlichamen (KRW) In 2027 hebben alle waterlichamen een goede ecologische waterkwaliteit. Dit betekent dat de kwaliteit voldoet aan de normen van de kwaliteitsklasse GEP (Goed Ecologisch Potentieel) en aan de normen voor de overige relevante verontreinigende stoffen. W7 Zorgen voor een duurzaam gebruik van grondwater Het onttrekken van grondwater zodanig reguleren dat er sprake is van een duurzaam gebruik van grondwater en negatieve effecten van onttrekkingen zoveel mogelijk worden beperkt. Thema: Voldoende en schoon water in stedelijk gebied W8 Zorgen voor voldoende water in stedelijk gebied In het watersysteem in het stedelijk gebied is voldoende water beschikbaar om de stad zo goed mogelijk te facilite- W9 W10 W11 Beperken schade door wateroverlast en watertekort in stedelijk gebied Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van het stedelijk gebied Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in stedelijk water ren. Het watersysteem in het stedelijk gebied voldoet in 2015 aan de norm voor wateroverlast. Bij extreme weersomstandigheden wordt de schade door wateroverlast zoveel mogelijk beperkt. Deze doelstelling is gefaseerd tot Het oppervlaktewater in het stedelijk gebied heeft in 2015 een goede chemische waterkwaliteit. Het gehalte aan prioritaire stoffen voldoet aan de Europese norm. De chemische waterkwaliteit mag niet verslechteren t.o.v. de toestand in 2000 ( stand still ). Deze doelstellingen kunnen niet worden gefaseerd. Voor alle stedelijke wateren, voor zover geen oppervlaktewaterlichaam, streeft het waterschap naar het bereiken van een biologisch gezond watersysteem in De hierbij behorende normen zijn (voorlopig) Stowa klasse 3 en MTR (maximaal toelaatbaar risico). Een deel van de maatregelen worden gefaseerd van 2015 tot Thema: Voldoende schoon water in waardevolle en beschermde gebieden W12 Zorgen voor voldoende schoon water voor natte natuur W13 W14 Zorgen voor veilig en gezond zwemwater Zorgen voor schoon oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding Het realiseren van de voor natuur benodigde watercondities zodat de bijzondere natte natuurwaarden in natuurgebieden (waternatuur of natte landnatuur) wordt hersteld, ontwikkeld of behouden. In 2015 voldoen alle zwemwateren tenminste aan de kwaliteitsklasse aanvaardbaar. De kwaliteit van het uitgemalen water van de Bommelerwaard is zodanig dat het geen nadelige invloed heeft op het halen van de drinkwaternormen in de Afgedamde Maas. 50

51 Doelstellingen Toelichting Thema: Inrichten en beheren van de afvalwaterketen W15 Opstellen en uitvoeren rioleringsbeleid. Door het opstellen en uitvoeren van het rioleringsbeleid kunnen we invloed uitoefenen op het rioleringsbeheer van W16 W17 W18 W19 W20 Samenwerken in de afvalwaterketen Zorgen voor inzameling en transport van afvalwater Zorgen voor zuivering van afvalwater Zorgen voor ontwatering, verwerking en afzet van zuiveringsslib Werken aan doelmatigheid bij inrichten en beheren van de afvalwaterketen de gemeente. Door samenwerking verbeteren van de doelmatigheid, duurzaamheid, transparantie en dienstverlening voor onze gezamenlijke klanten. Het nemen van initiatieven voor het toepassen van innovatieve methodes, bijvoorbeeld door het zoeken van samenwerking met marktpartijen, netwerkpartners en andere waterschappen. Beheersen van de hoeveelheid en samenstelling van het aangevoerde afvalwater en het nakomen van afspraken met de gemeente over de hoeveelheid te transporteren afvalwater. Rwzi s zodanig ontwerpen, bouwen en beheren dat onder normale omstandigheden emissies uit rwzi s voldoen aan de lozingseisen. Zuiveringsslib tegen de laagst maatschappelijke kosten ontwateren, verwerken en afzetten naar een eindbestemming van het product. Tegen de laagst maatschappelijke kosten de afvalwaterketen inrichten en beheren. Thema: Vaarwegen, recreatief medegebruik en cultuurhistorie W21 Behouden van landschap, natuur en cultuurhistorie Landschappelijke, natuur- en cultuurhistorische waarden behouden en versterken. W22 Meewerken aan recreatief medegebruik Mogelijk maken van extensieve recreatie, zoals wandelen, fietsen en kanoën op, in en langs de zich daartoe lenende waterkeringen, watergangen en andere waterschapseigendommen. W23 Beheren van vaarwegen Het zodanig beheren van vaarwegen dat de scheepvaart onder de gestelde voorwaarden (van bijvoorbeeld afmetingen van schepen, diepgang en vaarsnelheid) kan plaatsvinden zonder dat er overlast of schade optreedt. Thema: Duurzaamheid, innovatie en klimaat W24 W25 Innovatie van de taakuitvoering en bedrijfsvoering Het verminderen van alle vormen van niet-duurzaam energieverbruik Nieuwe initiatieven nemen die tot vernieuwing (innovatie) leiden onder andere door netwerken en door samenwerking met marktpartijen en andere waterschappen. Innovatie past in de gedachte van people, planet, profit en past bij de vernieuwing en taakuitoefening en de bedrijfsvoering in zijn geheel. Verminderen van het energieverbruik en daarnaast onderzoeken of het gebruik van natuurstroom, hetgeen thans reeds plaatsvindt voor alle installaties en gebouwen van het waterschap, een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Uiteraard vindt een kostenbatenanalyse plaats. 51

52 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr 2011 W1. Zorgen voor voldoende water in landelijk gebied a. Herzien en vaststellen van peilbesluiten en streefpeilbesluiten Eerste ronde actualisering (17 peilbesluiten) vaststelling: o o o o o o o Bloemers Citters Groesbeek-Ooijpolder Nederbetuwe Overbetuwe De Vijfheerenlanden Buitenpolders 17 stuks 10 stuks Realiseren na stuks x x x 2stuks x x 2 stuks x x Continu Gereed Tweede ronde actualisering (13 peilbesluiten) vaststelling: De uitvoering van de peilbesluiten volgt in de regel op de vaststelling ervan. b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma (Continue activiteit met 15-jarige cyclus (Gelderland, Zuid-Holland, Utrecht) of met 12- jarige cyclus (Noord-Brabant) 13 stuks 0 stuks 0 stuks 1 stuk 2 stuks 1 stuk 9 stuks Na 2015 Continu Gebieden: Nederbetuwe-Noord 2, Nederbetuwe- West 2, Voorvliet, Land v.d. Zes Molens, Groot Arkel-Lutjeswaard, Gorinchem oostelijk van de Linge, Werkensepolder en Zandsteeg, Oostwaard Over-Betuwe-Oost 1, Over-Betuwe-Oost 2, De Hom 2, Stuwvak Hollanderbroeksestraat-Muskushouw, Papendrecht, Schelluinse Vliet x

53 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gemaal Quarles van Ufford 1, Aalsdijk & Buren, De Laar 1, Gemaal De Baanbreker 1, Achthoven Lakerveld en Lexmond, x Nieuwland, Leerbroek en Rietveld, Kedichem Achterdijk en Oosterwijk, Goudriaan, Molenaarsgraaf en Giessen Oudenbenedenkerk, Alblas, Boezemvliet Brandwijk, Boezemvliet Sliedrecht, Boezemvliet Peilmolen, Achterwaterschap Het Rijswijksche Veld, Broekse Sluis 2, Gemaal De Baanbreker 4, Gemaal van Dam van Brakel, Liesveld en Gelkenes, x Sliedrecht en Wijngaarden Neder Betuwe Noord 1, Vennengebied, Nederbetuwe-West 1, De Neust, Broekse Sluis 1, Gemaal Bern, Stuwvak Muskushouw x stuw Aftakking, Noordeloos, Groote Waard, Over- en Nederslingeland, Achterwaterschap Hollandsch Duitsch gemaal 1, Gemaal Bloemers 3, Heerewaarden, Gemaal Alem, Gemaal De Baanbreker 3, Gemaal HC de Jongh 1, Langerak, Streefkerk, x Alblas, De Vaart, Achterwaterschap Gemaal Van Citters I, Gemaal van Citters II, Gemaal Quarles van Ufford 3, De Laar 3, Stuwvak Pijpekast- Julianastuw, Botersloot en Blommendaal, Brandwijk, Nauwe Giessen, Giessen, x Zuidhollandse polder, Noordwaard Gereed c. Renovatie en/of automatisering van 345 stuwen en 49 gemalen (vanaf start meerjarenplan 2006) st 8 st 20 st 4 st 40 st 3 st 20 st 4 st 40 st 3 st 45 st 7 st Na d. Uitvoeren schouw en diepteschouw in het gehele gebied (gekoppeld aan baggeractiviteit) Continu 53

54 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Continue activiteit met 15-jarige cyclus (Gelderland, Zuid-Holland, Utrecht) of met 12- jarige cyclus (Noord-Brabant) Gereed Gebieden: Over Betuwe Zuidwest 2, Pijpekast & Wadenoijen, Stuwvak Rijksweg - Hollanderbroeksestraat, Stuwvak Stuw Aftakking - Krooshek Kuijkgemaal, Zuidzijde Hofwegen en Ruybroek, Nieuw- Lekkerland, Bleskensgraaf Noordzijde, Bleskensgraaf Zuidzijde, Oud-Alblas Noordzijde, Alblasserdam Grote Nes- Kortland-Souburg, Boezemvliet Vuilendam, Graafstroom, Boezemvliet Molenaarsgraaf, Graafstroom, Achterwaterschap, Oudendijk Nederbetuwe-Noord 2, Nederbetuwe- West 2, Voorvliet, Land v.d. Zes Molens, Groot Arkel-Lutjeswaard, Gorinchem oostelijk van de Linge, Werkensepolder en Zandsteeg, Oostwaard Over-Betuwe-Oost 1, Over-Betuwe-Oost 2, De Hom 2, Stuwvak Hollanderbroeksestraat-Muskushouw, Papendrecht, Schelluinse Vliet Gemaal Quarles van Ufford 1, Aalsdijk & Buren, De Laar 1, Gemaal De Baanbreker 1, Achthoven Lakerveld en Lexmond, Nieuwland, Leerbroek en Rietveld, Kedichem Achterdijk en Oosterwijk, Goudriaan, Molenaarsgraaf en Giessen Oudenbenedenkerk, Alblas, Boezemvliet Brandwijk, Boezemvliet Sliedrecht, Boezemvliet Peilmolen, Achterwaterschap Het Rijswijksche Veld, Broekse Sluis 2, Gemaal De Baanbreker 4, Gemaal van Dam van Brakel, Liesveld en Gelkenes, Sliedrecht en Wijngaarden x x x x

55 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Neder Betuwe Noord 1, Vennengebied, Nederbetuwe-West 1, De Neust, Broekse Sluis 1, Gemaal Bern, Stuwvak Muskushouw stuw Aftakking, Noordeloos, x Groote Waard, Over- en Nederslingeland, Achterwaterschap Hollandsch Duitsch gemaal 1, Gemaal Bloemers 3, Heerewaarden, Gemaal Alem, Gemaal De Baanbreker 3, Gemaal HC de Jongh 1, Langerak, Streefkerk, x Alblas, De Vaart, Achterwaterschap Gemaal Van Citters I, Gemaal van Citters II, Gemaal Quarles van Ufford 3, De Laar 3, Stuwvak Pijpekast- Julianastuw, Botersloot en Blommendaal, Brandwijk, Nauwe Giessen, Giessen, Zuidhollandse polder, Noordwaard Gereed e. Inmeten waterlichamen & kunstwerken % 30% 23% 24% 23% 2013 f. Opnemen baggerprofielen in legger/beheerregister 100% 0% 10% 30% 10% 10% 10% 10% 20% Continu 2019 W2. Beperken van schade door wateroverlast in landelijk gebied a. Verbreden watergangen / aanleg natuurvriendelijke oevers (168 km tot en met 2018) 2018 Planvorming/Grondverwerving 10 km 10 km 10 km 10 km 10 km 10 km 15 km 178 km 62 km Uitvoering 12,7 km 10 km 10 km 10 km 10 km 10 km 15 km b. Vlakvormige waterbergingsprojecten 32 ha Planvorming/grondverwerving 1,7 ha 3 ha 3 ha 5 ha 5 ha 5 ha 2018 Uitvoering 32 ha 6,5 ha 6,5 ha 3 ha 3 ha 3 ha 5 ha 5 ha c. vervallen d. Nemen van hydraulische maatregelen (vanaf 2007) 71 duikers vervangen/vergroten st 2 st 3 st 1 st 1 st Toegevoegd bij de Voorjaarsnota

56 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na stuwen (ver)plaatsen st 4 st 4 st 3 st 0 st gemalen aanpassen 8 0 0,5 1,5 st 1 st 1 st 1 st 1 st e. Afspraken met natuurbeheerders over x - x x x 2013 vasthouden van water f. Extra baggeren bij knelpunten. continu 10 knel- x x x x x Continu g. Uitvoeren nieuwe normenstudie, gebaseerd op de dan geldende klimaatscenario s (in deelgebieden). W3. Beperken van schade door watertekort in landelijk gebied a. Studies naar watertekort (gereed 2009). Zie voor vervolg W2g. W4. Zorgen voor een goede chemische waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied a. Rijk aanspreken op het nemen van bronmaatregelen; chemische kwaliteit blijven monitoren W5. Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit van alle oppervlaktewateren in landelijk gebied W2a. Verbreden watergangen / aanleg natuurvriendelijke oevers (42 km in overige wateren tot en met 2018) W6a. Natuurvriendelijk onderhoud conform Nota gedifferentieerd maaien van watergan- 3 deelonderzoeken ihkv deltaprogr. zoetwater punten Tot en met 2014 zullen onderzoeken plaatsvinden conform het deltaprogr. zoetwater. x x x x x x x Continu Verwijzing 2015 Verwijzing Continu Gereed 56

57 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 gen W6b. Aanleg vispassages (ca. 60 stuks, Verwijzing 2027 waarvan enkele in overige wateren) 2 W6c. Opstellen beleidsnota visstandbeheer Verwijzing 2009 W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma Verwijzing Continu W6e. Baggeren t.b.v. het oplossen van waterkwaliteitsknelpunten Verwijzing Continu W6. Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in waterlichamen (KRW) W2a. Verbreden watergangen / aanleg natuurvriendelijke Verwijzing 2015 oevers (126 km in waterlicha- men tot en met 2018) a. Natuurvriendelijk onderhoud conform Nota gedifferentieerd maaien van watergangen. x x x x x x x Continu b. Aanleg vispassages (ca. 60 stuks) c. Opstellen beleidsnota visstandbeheer Veldwerk gestart x 2013 Verwijzing 2015 d. Verrichten van onderzoek naar ontwikkeling visstand W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma e. Baggeren t.b.v. het oplossen van waterkwaliteitsknelpunten Onderzoeksrapport Veldonderzoek en analyses Onderzoeksrapport f. Verbeteren effluentkwaliteit (stand der techniek) Valburg X 0 x 2014 Dodewaard X 0 x 2014 g. Pilots diffuse bronnen 3 (afgeronde projecten) x x Continu h. KRW onderzoeken 1 stuk Gereed 2 In de Voorjaarsnota 2010 zijn het aantal vispassages voor 2015 aangepast t.o.v. het WBP. 3 Deze maatregel is in de voorjaarsnota 2010 ontstaan door een samenvoeging van vier kleinere projecten 57

58 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Onderzoek naar ontwikkeling visstand Onderzoek naar ecologisch peilbeheer Onderzoek Waterkwaliteitsbaggeren Overig onderzoek W7. Zorgen voor een duurzaam gebruik van grondwater a. Evaluatie en eventuele bijstelling regelgeving. x x 2013 W8. Zorgen voor voldoende water in stedelijk gebied W1d. Uitvoeren schouw en diepteschouw in Verwijzing Continu het gehele gebied W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma Verwijzing Continu (deels gekoppeld aan afspraken overname stedelijk water) a. Overname stedelijk water x x x x 2021 b. Uitvoeren stedelijke waterplannen aanleg waterberging (130 ha) hydraulische maatregelen (305 stuks) waterkwaliteitsmaatregelen (194 stuks) 130 ha 305 st 194 st 11,5 ha 100 st 66 st 3,5 ha 30 st 10 st W1e. Inmeten waterlichamen & kunstwerken 1. Verwijzing 2013 W1f. Opnemen baggerprofielen in legger/beheerregister W9. Beperken schade door wateroverlast en watertekort in stedelijk gebied W8b. Stimuleren uitvoeren stedelijke waterplannen a. Samen met gemeenten (36) waterplannen actualiseren (2 e generatie plannen). W10. Zorgen voor een goede chemische water kwaliteit van het stedelijk gebied W4a Rijk aanspreken op het nemen van bronmaatregelen; chemische waterkwaliteit blijven monitoren 36 gemeenten ,5 ha 25 st 10 st ha 30 st 15 st ha 30 st 15 st ha 30 st 20 st ha 30 st 30 st 27,5 ha 30 st 28 st Gereed (rivierkreeften) 4 stuks stuks Verwijzing Continu 2019, x x x x x x x x X Verwijzing Continu 58

59 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gereed W11. Zorgen voor een goede ecologische waterkwaliteit in stedelijk water W8b. Stimuleren uitvoeren stedelijke waterplannen W9a Samen met gemeenten nieuwe waterplannen ontwikkelen W6a. Gedifferentieerd maaien van stedelijk water(oevers) W1b. Uitvoeren van meerjarenbaggerprogramma W12. Zorgen voor voldoende schoon water voor natte natuur a. Bijdragen aan het opstellen van in totaal 12 N2000 beheerplannen 2012: Sauerboezem en Kinderdijk b. Anti-verdrogingsmaatregelen in TOPgebieden rondom de kreekrestanten in Brabant 193 ha Herstel van kreekrestanten in Brabant binnen of t.b.v. TOPgebieden 10 km c. Uitvoeren van onderzoek en enkele maatregelen in het gebied Boezems Kinderdijk Onderzoek Maatregelen x x d. Uitvoeren van integraal gebiedsgericht project Munnikenland e. Uitvoeren van optimalisatie- en onderzoeksmaatregelen in Pompveld en Kornsche Boezem f. Planvorming en uitvoeren maatregelen in Zouweboezem (vervolg op beheerplan N2000) g. Opstarten integraal gebiedsgericht proces voor Nieuwe Zuider-Lingedijk en Diefdijk-zuid Planvorming Uitvoering Verwijzing 2015 Verwijzing 2018 Verwijzing Continu Verwijzing Continu ha 0 km ha 0 km ha 3 km 80 ha 7 km 38 ha 0 km 31 ha 0 km 34 ha 0 km x - x x x x x x 2013 x x 2013 x x x x 2017 x x x x

60 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 h. Maatregelen uitvoeren in Overasseltse en 2013 Hatertse vennen x x i. Natuurbelangen afwegen in GGORpeilbesluiten Continu (zie W1a) j. Maatregelen uitvoeren in 17 Gelderse wa terparels, mits provincie blijft meefinancieren k. Beheer aanpassen in waterparels (ca 16) en SED-wateren (ca 25) die in eigendom zijn van het waterschap l. Opstellen plan voor de inrichting van evz s Linge (traject Geldermalsen-A.R.-kanaal) en Diefdijk. m. Ecologische inrichting van evz in het zoekgebied behorend bij de evz s Heumen- Horssen, Nieuwe Graaf en Diefdijk n. Ecologische inrichting van evz s Bergharen- Maas, Capreton, Linge en Overbetuwe; de inrichting is afhankelijk van provinciale medefinanciering o. Uitvoering afspraken uit bestuursovereenkomst Brabant - inrichten van EVZ 5 (km) p. Herinrichting van historische kaden en historische hoofdwatergangen in het Nationaal Landschap Nieuwe Hollandse Waterlinie en Rivierengebied op cultuurhistorisch verantwoorde wijze (21 ha) W13. Zorgen voor veilig en gezond zwemwater a. Periodiek actualiseren van zwemwaterprofielen Gereed 41 continu continu continu continu continu continu Continu 2021 Past binnen het gedifferentieerde maaibeleid zie W6a ha 13 ha 5 ha 9 ha 12 ha 2 ha 2 ha ha 6,5 ha 3 ha 5 ha 3,5 ha 1 ha 1 ha ,9 km 0,9 km 1 km 2 km 3 km 3 km 3 km ha 0 7 ha 7 ha 4 ha 3 ha x 2008 opgesteld x x x x x X Continu 4 Bestuursovereenkomst met provincie Gelderland loopt vooralsnog tot Conform bestuursovereenkomst Noord-Brabant 60

61 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 b. Maatregelen nemen om de waterkwaliteit te verbeteren in de zwemwateren 6 x x x x x x x x x 2015 De Wiel, Rijkerwoerdse Plassen Walburgen c. Onderzoek doen naar oorzaken blauwalg problematiek in de zwemwateren waar zich een structureel probleem voordoet met blauwalg. d. Maatregelen nemen ter bestrijding van blauwalg in Wylerbergmeer 6 x x 2013 e. Monitoren waterkwaliteit van zwemplassen en deze indelen in klassen x x x x x x x x Continu x Gereed W14. Zorgen voor schoon oppervlaktewater voor drinkwaterbereiding W6g. Ondersteuning pilots terugdringen emissie landbouw (zie W6g) W 15. Uitvoeren rioleringsbeleid a. Beperking emissies riooloverstorten Gerealiseerde basisinspanning (cum,) b. Toetsing rioleringsplannen (stuks) Gemeentelijke Rioleringsplannen (GRP) Overige technische rioleringsplannen (o.a. BRP) c. Subsidies afkoppelen Aantal subsidieprojecten Afgekoppelde hoeveelheid verhard oppervlak (ha) W16. Samenwerken in de afvalwaterketen a. Gezamenlijk opstellen van plannen en bestuurlijke overeenkomsten ter bevorde- Verwijzing 100% 92% 93% 95% 97% 99% 100% per jaar Continu continu De uitwerking en uitvoering van maatregelen zijn afhankelijk van locatiebeheerders 61

62 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 ring van samenwerking Optimalisatiestudies (OAS) Afvalwaterakkoorden b. Gezamenlijk beheer en onderhoud Pilot Nieuw-Lekkerland (rioolgemalen) Pilot Geldermalsen (IBA s) c. Gezamenlijk meten en modelleren van de keten en gegevensuitwisseling aantal gemeenten dat deelneemt (cumulatief) Aantal deelprojecten grondwatermeetnet (cumulatief) d. Continueren en stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen (projecten) e. In meer dan 75 % van de kringen of werkeenheden wordt effectief en doelmatig samengewerkt tussen waterschap en gemeenten W17. Zorgen voor inzameling en transport van afvalwater W16a. Afspraken met gemeenten over vermindering instroom van schoon hemelwater en rioolvreemd water (afvalwaterakkoord). a. Aanpassing capaciteit van gemalen en persleidingen waar nodig W18.Zorgen voor zuivering van afvalwater a. Capaciteitsuitbreiding zuiveringsinstallaties i.v.m. toenemend afvalwateraanbod en/of scherpere lozingseisen Geldermalsen Dodewaard (zie W6f) Valburg (deels W6f) Zetten Eck en Wiel Lienden (afkoppelen Lingemeer) Dussen/Wijk en Aalburg/Eethen of centrale rwzi HAB (deels W6f) Continu Continu Continu 2015 x x x x x Continu >75% 0% 0% 75% >75% >75% >75% >75% >75% cumulatief Verwijzing Continu Cyclus Continu X X X X X X X 50 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 100 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % 0 % x x x x x x Gereed 62

63 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gereed Sleeuwijk X 0 % 0 % x 2016 Overasselt/Bergharen X 0 % 100 % 2011 Aalst (of centrale rwzi HAB) X 0 % 0 % x x 2015 Amoveren rwzi Nieuw-Lekkerland X 0 % 0 % x x 2014 Amovatie rwzi s Meerkerk en Leerbroek X 0 % 0 % x 2012 b. Vervangingsinvesteringen om huidige prestaties op peil te houden Zaltbommel 2010 ipa 100% 2% 33% 50% 10% 5% 2013 c. Installatiebeheerplannen jaarlijks bijstellen (locatiespecifieke operationele plannen met x continue x x x x x Continu technologische stuurwaardes tbv doelmatige bedrijfsvoering en het voldoen aan de lozingseisen) d. Verminderen van het aantal overschrijdingen van de waterwet (doel is nul overschrijdingen) Modernisering van de procesinformatisering (ipa) (W18b) x x x 2014 Gebruik eventualiteitenplannen bij processtoringen x Continue x x x x x continu Evaluatie van processtoringen x continue x x x x x continu W6f. Verbeteren effluentkwaliteit (5 rwzi s; verwijzing 2014/2016 onderzoek naar mogelijke centralisatie van 3 rwzi s) W19. Zorgen voor ontwatering, verwerking en afzet van zuiveringsslib a. Centralisatie van ontwateringinstallaties door uitbreiding van capaciteit en benutting van restcapaciteit Schelluinen X 0 x 2012 b. Vervangingsinvesteringen om huidige prestatie op peil te houden Nijmegen 100% 0 33% 100 % 2011 W20. Werken aan doelmatigheid bij inrichten en beheren van de afvalwaterketen a. Nieuwe criteria formuleren voor het vaststellen 2010 van optimale schaalgrootte en mate 63

64 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 van centralisatie b. Uitvoeren van diverse energiebesparende x Continue x x x x x x Continu maatregelen die volgen uit het energieefficiencyplan Maatregelen volgen uit energie-efficiencyplan dat is opgesteld in kader van MJA3 (2009). Ambitie is 30% efficiencyverbetering in 2020 (tov 2005) c. In het kader van de MJA 3 opstellen van x 0 % x 2012 een nieuw Energie Efficiencyplan W21. Behouden van landschap, natuur en cultuurhistorie Maatregelen in dit kader worden integraal x x x x x Continu meegenomen bij de voorbereiding van maatregelen binnen het programma watersystemen. W22. Meewerken aan recreatief medegebruik Stimuleren van recreatief medegebruik, daar x x x x x Continu waar mogelijk en passend W23. Beheren van vaarwegen Verdieping Linge en Korne waar nodig en voor zover de betreffende provincies dit financieel dekken. Korne ca m3 - Linge 7 ntb W24. Innovatie van de taakuitvoering en bedrijfsvoering a. Oppakken van een aantal grote, aansprekende projecten (ca. 10 ) die leiden tot een verbetering van de huidige of toekomstige taakuitvoering; gericht op duurzaamheid en uitvoering van het klimaatakkoord van de UvW, waarbij periodiek nieuwe accenten - ntb - ntb - ntb x x x x x Continu Gereed 7 Realisatie is afhankelijk van financiële dekking door provincies 64

65 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 kunnen worden gelegd. Gereed Verbeteren van de energie-efficiency bij zuiveringsbeheer met 2% per jaar ( W20b) Duurzame energie zelf duurzaam opgewekt in % van totaal (ambitie is 40% in 2020) 40% 15% 17% verwijzing ntb ntb ntb ntb ntb 40% 2020 (cumulatief) b. Initiatieven nemen waarbij anders / effectiever wordt gewerkt of innovatie in de bedrijfsvoering wordt bevorderd (ca. 5) W16d. Continueren en stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen (projecten) W25. Het verminderen van alle vormen van niet-duurzaam energieverbruik Onderzoeken of het gebruik van natuurstroom een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partijen. Inkoop groene stroom % van totaal 1 samenwerkingsproject blauwe stroom aanbesteden 1 samenwerkingsproject blauwe stroom realiseren b. Initiatieven nemen waarbij anders / effectiever wordt gewerkt of innovatie in de bedrijfsvoering wordt bevorderd (ca. 5) W16d. Continueren en stimuleren van innovaties binnen de afvalwaterketen (projecten) W25. Het verminderen van alle vormen van niet-duurzaam energieverbruik Onderzoeken of het gebruik van natuurstroom een structureel karakter kan krijgen, waarbij de opwekking meer in eigen beheer kan worden gedaan, al dan niet met andere partij- x x x 2014 verwijzing Continu 100% x 100% 100% 100% 100% Continu x x x 2014 verwijzing Continu 65

66 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 en. Inkoop groene stroom % van totaal 1 samenwerkingsproject blauwe stroom realiseren 100% x 100% 100% 100% 100% Continu 2012 Gereed 66

67 Wat gaat het kosten? Deelprogramma watersysteem EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Kosten N Opbrengsten V Te dekken kosten N Inzet best. reserves V Per saldo N ( x 1.000) Analyse op hoofdlijnen: Hogere kapitaallasten in 2012 doordat afschrijvingen van nieuwe investeringen hoger zijn dan de vrijvallende afschrijvingen van afgeschreven investeringen. Hogere kosten oeverafkalving. Gedeeltelijk gedekt door onttrekking aan bestemmingsreserve (120). Per saldo hogere personeelskosten door formatieontwikkeling, loonontwikkeling en aanpassing sociale lasten. Daarnaast hogere kosten door meer toerekening uren a.g.v. in uitvoering komen van watersysteemprojecten (verschuiving van programma waterketen naar watersysteem). Lagere onderhoud- en stortkosten waterlopen door aanbestedingsvoordelen en doorvoering bezuinigingstaakstelling. Minder advieskosten door verschuiving uitbesteden versus zelf doen en doorvoering bezuinigingstaakstelling. Minder inhuur derden onderhoud waterlopen en verschuiving van inhuur naar zelf doen. Lagere storting in voorziening baggeren a.g.v. 5% efficiencytaakstelling. Dit leidt tot minder budget voor uitvoering baggerprogramma. Getracht wordt door meevallende aanbestedingen het uitvoeringsprogramma toch volledig uit te voeren. Lagere analysekosten als gevolg van fusie van het laboratorium met AQUON conform de uitkomsten van de Businesscase. Daarnaast is door AQUON een nieuwe PDC (Producten en Diensten Catalogus) samengesteld die, bij een gelijkblijvend programma, tot een lagere bijdrage leidt. Hogere rente eigen financieringsmiddelen vanwege hogere stand reserves en voorzieningen. Hogere onttrekking bestemmingsreserve decentrale huisvesting ter gedeeltelijke dekking van kapitaallasten van project decentrale huisvesting. Onttrekking uit bestemmingsreserve oeverafkalving ter gedeeltelijke dekking van oeverherstelkosten. 735 N 320 N 945 N 346 V 138 V 173 V 268 V 457 V 191 V 57 V 120 V INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto (x 1.000) Meerjaren-investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto (x 1.000) 67

68 Baggeren Deelprogramma waterketen EXPLOITATIE Kosten Opbrengsten Te dekken kosten Inzet best. reserves Per saldo Rekening Begroting Begroting Verschil V/N V -329 V V 435 N V ( x 1.000) Analyse op hoofdlijnen: Lagere kapitaallasten in 2012 doordat in de begroting 2011 de incidentele vervroegde afschrijving van het beluchtingcircuit rwzi Geldermalsen was opgenomen (511 V). Daarnaast zijn de afschrijvingen van nieuwe investeringen hoger dan de vrijvallende afschrijvingen van afgeschreven investeringen (123 N). Per saldo lichte stijging personeelskosten. Enerzijds stijging door loonontwikkeling, aanpassing sociale lasten en uitbreiding aantal fte s als gevolg van verschuiving uitbesteden naar zelf doen. Hier tegenover staan lagere kosten door verschuiving van uren van waterketen naar watersysteem door het in uitvoering komen van meer watersysteemprojecten. Minder inhuur personeel derden voor bediening slibontwateringinstallatie in verband met de aankoop/ingebruikname in 2012 van een nieuwe slibontwateringscentrifuge inclusief lossysteem op de rwzi Nijmegen. Hogere kosten voor chemicaliën. Stijging houdt o.a. verband met 6% prijsontwikkeling in Daarnaast zijn er op grond van ervaringscijfers meer chemicaliën nodig om de ontwateringgraad op peil te houden en moet er meer polymeer gedoseerd worden als gevolg van de ingebruikname in 2012 van de centrifuges op de rwzi Nijmegen. Afname van energiekosten in verband met verder doorvoeren van energiebesparingsmaatregelen Hogere heffing verontreiniging rijkswateren. Verhoging houdt enerzijds verband 388 V 55 N 112 V 268 N 122 V 93 N 68

69 met een actualisering van het driejaargemiddelde, anderzijds is dit toe te schrijven aan een onjuiste omrekening bij de herziening van de heffingsgrondslag. Per saldo lagere onderhoudskosten zuiveringstechnische werken. Dit betreft enerzijds een toename van onderhoudskosten door overname beheer en onderhoud IBA s van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal (184 N). Deze kosten worden volledig verhaald op de betreffende gemeenten (zie ook hogere vergoeding). Anderzijds is er een daling door het in 2012 vervallen van de in de begroting 2011 geraamde incidentele kosten voor groot onderhoud aan zuiveringen (370 V) en kosten voor het verwijderen van de buitengebruik gestelde asbestcement persleiding Woudrichem (410 V). Daarnaast een structureel voordeel door efficiënter werken en inkoopvoordelen (174 V). Meer advieskosten voor samenwerking in de waterketen met gemeenten ten behoeve van de opzet van de samenwerkingsorganisatie (85 N). Een gedeelte van dit bedrag (50) wordt gedekt uit de bestemmingsreserve. Verlaging budget advieskosten door vervallen incidentele ramingen voor CEmarkering zuiveringstechnische werken. Lagere analysekosten als gevolg van fusie van het laboratorium met AQUON conform de uitkomsten van de Businesscase. Daarnaast is door AQUON een nieuwe PDC (Producten en Diensten Catalogus) samengesteld die, bij een gelijkblijvend programma, tot een lagere bijdrage leidt. Waterschap Rivierenland zuivert het afvalwater van de gemeente Schoonhoven en de Hoogheemraadschappen Schieland en Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden. Hiervoor wordt het zuiveringstarief in rekening gebracht. De kosten voor het transporteren van het afvalwater en voor de heffing worden gemaakt door de Hoogheemraadschappen. Deze kosten komen ten laste van waterschap Rivierenland. Door een nieuwe berekeningsopzet daalt het vergoedingstarief. Verlaging composteringskosten in verband met lagere drogestofproductie, door ingebruikname van de slibcentrifuge op de rwzi Nijmegen. Vergoeding van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal voor onderhoud IBA s (zie ook hogere onderhoudskosten). Vervallen van eenmalige onttrekking uit de algemene reserve zuiveringsheffing in 2011 in verband met vervroegde afschrijving beluchtingcircuit RWZI Geldermalsen. Onttrekking bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen. Tegen over deze onttrekking staan hogere advieskosten. 750 V 85 N 98 V 47 V 89 V 258 V 184 V 511 N 50 V INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto ( x 1.000) Meerjaren-investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto ( x 1.000) 69

70 Totaal programma watersystemen en waterketen EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves N Per saldo V ( x 1.000) INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto ( x 1.000) Meerjaren-investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto ( x 1.000) RWZI Arnhem 70

71 3.3 Programma Wegen Beoogd effect Veilige wegen voor een goede bereikbaarheid. Inhoud programma De onderstaande thema s zijn in dit programma vertaald naar doelstellingen. De thema s zijn tevens opgenomen in het beheerplan wegen. De thema s zijn: het streven naar een goede berijdbaarheid/weginrichting/comfort verbeteren verkeersveiligheid stimuleren langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) het bereiken van samenhang tussen ruimte, economie en verkeer en vervoer verbeteren toegankelijkheid openbaar vervoer en overstap op openbaar vervoer meewerken aan innovatie zorg voor natuur en landschap Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten 1 Inspelen op toekomstige ontwikkelingen en te nemen maatregelen ten behoeve van verkeersveiligheid 2 Reduceren van het aantal ernstige slachtoffers met name door: a. Verbeteren kwaliteit en veiligheid schoolgaande fietsroutes b. Uitvoeren van een provinciaal fietspadenplan c. Regionale samenwerking op het gebied van educatie en netwerkanalyse D3, D4, D9 D3, D4, D5 Programmadoelstellingen Doelstellingen Toelichting Thema streven naar een goede berijdbaarheid/weginrichting/comfort D1 Het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau van de wegen. De toestand over de kwaliteit van de wegen vast leggen voor het bepalen van onderhoudsmaatrege- D2 Het handhaven van het huidige kwaliteitsniveau van de kunstwerken. Thema Verbeteren verkeersveiligheid D3 Het waterschap streeft naar een optimale verkeersveiligheid en een verkeersveilig gedrag. len. De toestand van de kwaliteit van de kunstwerken vast leggen voor het bepalen van onderhoudsmaatregelen. Aan de landelijke doelstellingen als vastgelegd in de Nota Mobiliteit tot reductie van het aantal doden en ziekenhuisgewonden zal het waterschap naar evenredigheid zijn bijdrage leveren. D4 Verbeteren veiligheid schoolroutes In 2007 en 2008 is er een onderzoek gedaan naar de fietsroutes van scholieren in het middelbaar voortgezet onderwijs. Uit het onderzoek zijn 12 verbetervoorstellen gedaan. Deze zullen de komende jaren 71

72 Doelstellingen Toelichting worden aangepakt. Thema Stimuleren langzaam verkeer (fietsers en voetgangers) D5 Stimuleren van langzaam verkeer Langzaam verkeer heeft positieve effecten op de kwaliteit van de leefomgeving, de bereikbaarheid van voorzieningen en de gezondheid van mensen. Thema het bereiken van samenhang tussen ruimte, economie en verkeer en vervoer D6 Gebruik van de wegen in overeenstemming met de categorisering Gebruik van de wegen in overeenstemming met de categorisering, passend binnen de regionale en subregionale routenetwerken. D7 Goede bereikbaarheid Een afdoende bereikbaarheid van alle bestemmingen binnen het beheergebied op basis van de aanwezige infrastructuur. Thema Verbeteren toegankelijkheid openbaar vervoer en overstap op openbaar vervoer D8 Streeft naar verbeteren toegankelijkheid en minimaal kwaliteitsniveau In het kader van de wet Gelijke Behandeling Gehandicapten en Chronische Zieken de knooppunthaltes en haltes gelegen bij voorzieningen inrichten conform de toegankelijkheidseisen. Alle overige haltes voorzien van een verharding en waar nodig aanbrengen van abri s en/of fietsstallingen. Thema Meewerken aan innovatie D9 Aandacht hebben voor innovatie Technische innovatie op het gebied van mobiliteit en verkeersveiligheid. Thema Zorg voor natuur en landschap D10 Behoud en bevordering van Duurzaamheid, Milieu, Aanzien en Leefbaarheid (Landschap, Natuur en Cultuurhistorie) Thema Bestuurlijke organisatie wegbeheer D11 De eventuele overdracht van het wegbeheer waterschapswegen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Uitgangspunten daarbij zijn: 1. Overdracht op basis van doelmatigheid; 2. Overdracht van de wegentaak in het hele gebied in 1 keer; Toepassen van zogenoemd functioneel groen voor de vergroting van de verkeersveiligheid. Het vergroten van het areaal ecologisch bermbeheer. In de bestuurlijke overleggen in de provincies Utrecht en Zuid-Holland wordt de overdracht van de wegentaak op de bestuurlijke agenda s gezet. Daarnaast is er vanuit wegbeherende waterschappen een gezamenlijk visiedocument vastgesteld (Unie van Waterschappen). Hierin is besloten om in 2013 bij de evaluatie van de Wet Herverdeling Wegen de positionering van de wegentaak mee te nemen. Ingestoken wordt op een overdracht op basis van doelmatigheid (kosteneffectief). 72

73 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning opgave D1 Het handhaven van het vastgestelde kwaliteitsniveau van de wegen A Om de 5 jaar evalueren en actualiseren van de doelstellingen uit het specifieke onderhoudsbeleid verhardingen. Resultaat is een vastgesteld document (1) in 2010, 2015 etc. B Opstellen en vaststellen gladheidbestrijdingsplan en dit om de 5 jaar evalueren en actualiseren. Resultaat is een vastgesteld document (1), eerste rapport is in 2010 beschikbaar. C Reconstructie planning wegen Systematiek uitgewerkt in een meerjaren planning D2 Het handhaven van het vastgestelde kwaliteitsniveau van de kunstwerken. A Om de 5 jaar evalueren en actualiseren van de doelstellingen specifiek onderhoudsbeleid kunstwerken. Resultaat is een vastgesteld document (1) in 2012, 2017 etc. Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gereed 1 0 % 1 Elke 5 jaar 1 0 % 1 Elke 5 jaar 1 0% % 1 Elke 5 jaar 1 0 % D3 Verkeersveiligheid A Opstellen en vaststellen Verkeersveiligheidsplan. Resultaat is een vastgesteld document (1). Jaarlijks vindt monitoring plaats en hierover wordt jaarlijks gerapporteerd. B Rotondes op provinciale wegen en waterschapswegen. Bazeldijk (wsrl) 1 0% uitvoeren afronden 2013 Aanpassen rotonde Schelluinen in provinciale Voorbereiding weg (provincie ZH voert uit waterschap draagt 1 50 uitvoeren afronden 2012 financieel bij). % D4 Verbeteren veiligheid schoolroutes Verbeteren veiligheid schoolgaande routes

74 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr 2011 Totaal 12 knelpunten aanpakken afgerond in ) Bazeldijk 3 plateaus aanleggen 100 % 4) Parallelweg Zandkade markering oversteek aanpassen (in 2009), herinrichting 2010 en 2011 is gekoppeld aan dijkversterking. 5) Abbekesdoel (inrichting in reconstructie in 2011) % 100 % Verleggen Kabels en leidingen 3 km 1,2 km 1,8 km Reconstructie ladeophoging en inrichting 3 km 0 km 3 km 6) Damseweg (in provinciale fietspadenplan F ) 2,5 km 7) Haarweg/Hoogbloklandseweg (afhankelijk van uitbreiding Gorinchem Noord vermoedelijk in of na 2012) 8) Haarweg (afhankelijk van uitbreiding Gorinchem Noord vermoedelijk in of na 2012) 9) Vlietskade (in provinciaal fietspadenplan F ) 1,7 km 10) Parallelweg Vlietskade (in provinciaal fietspadenplan F ) 11) Achterdijk (in provinciaal fietspaden plan dat door provincie ZH in 2010 wordt opgepakt) 12) Bazelbrug / Bazeldijk (zie D3-H rotonde op provinciale wegen en waterschapswegen 2011) D5 Stimuleren van langzaam verkeer A Heeft fietsstromen in kaart gebracht 1,3 km 1 2) Haarweg Vlietkade kleur kruisingsvlak aanpassen 3) Haarweg Mollenburgseweg plateau aanpassen Voorbereiding 100% Voorbereiding 95% Voorbereiding 50 % Voorbereiding 50 % Voorbereiding 50 % Voorbereiding 100% Voorbereiding 50 % Realiseren na 2016 Gereed In 2010 afgerond In 2010 afgerond In 2010 afgerond uitvoeren afronden 2012 Uitvoeren Uitvoeren Afronden 2013 Uitvoeren 0,8 km Uitvoeren 1,0 km Uitvoeren 2,5 km Uitvoeren 0,9 km Uitvoeren 0,3 uitvoeren afronden afronden 2012 planvoorbereiding planvoorbereiding planvoorbereiding planvoorbereiding uitvoeren afronden uitvoeren afronden afronden 2013 afronden 2013 uitvoeren afronden

75 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr 2011 Utilitaire fietsroutes % van het totaal aantal km in kaart te brengen utilitaire fietsroutes. recreatieve fiets- en wandelroutes % van het totaal aantal km in kaart te brengen recreatieve wandel- en fietsroutes. B Plan voor eigen routenetwerk voor langzaam verkeer 0% opstellen C Legt planmatig ontbrekende schakels aan D Realiseren na 2016 Gereed 100% % 100 % % afronden plan van aanpak maatregelen opstellen uitwerken en uitvoeren uitwerken en uitvoeren uitwerken en uitvoeren Legt fietspaden aan uit het provinciaal fietspaden plan ) F277 Vlietkade - Gorkum - Arkel (uitvoering 2011) 3 km Voorbereiding 50 afronden ) F346 Damseweg (uitvoering 2011) 2,5 km 3) F433 Zijlkade Nieuwland (uitvoering 2011 en 2012) 1,2 km 4) F432-2 Ottoland - Groot Ammers (opstart voor ontwerp 2009 uitvoering 2011) 5) F258 Oud Alblas - Nieuw Lekkerland (opstart voor ontwerp 2009 uitvoering 2011) 6) F430 Hollandse waterlinie (Diefdijk) (wordt meegenomen in dvb Diefdijk uitvoering ). D6 Gebruik van de wegen in overeenstemming met de categorisering A Heeft omvang en routekeuze van goederenvervoer en personenauto s in kaart gebracht. Het resultaat is een rapport opleveren (1) 1,6 km 2,5 km 7,3 km % Voorbereiding 50 % Voorbereiding 50 % Voorbereiding 10 % Voorbereiding 10 % Voorbereiding 80 % 0% Uitvoeren 1,8 km Uitvoeren 0,6 km Uitvoeren 1,2 km Uitvoeren 2,5 km uitvoeren 0,6 km + afronden planvoorbereiding planvoorbereiding afronden uitvoeren afronden 2014 uitvoeren afronden 2014 uitvoeren uitvoeren afronden 2014 rapport opleveren

76 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave B Heeft plan voor routekeuze van goederenvervoer, personenauto s en evaluatie 15 tons beleid. Informeren regio over huidig 15-tons beleid (2009) Inventariseren knelpunten (2010). Gerealiseerd vòòr % Realiseren na 2016 Uitwerken plan van aanpak Plan van aanpak beschikbaar in 2011 (1). 100% 2011 Verder uitwerken plan van aanpak 100% 2011 D7 Afdoende bereikbaarheid A Deze doelstelling wordt going concern opgepakt, is geen specifieke maatregel aan gekoppeld. B In bestuurlijke overleggen de eventuele overdracht van de wegentaak van waterschap Rivierenland bespreken en de kansen op een dergelijke vergaande samenwerking inventariseren en benoemen. D8 Streeft naar verbeteren toegankelijkheid en minimaal kwaliteitsniveau A Heeft OV-haltes in kaart gebracht. Resultaat is dat nu (2010) een kaart beschikbaar is. B Heeft plan voor parkeervoorzieningen bij OVhaltes. Resultaat is dat eind 2010 een rapport beschikbaar is. C Heeft plan om OV-toegankelijkheid aan te pakken. Resultaat is dat nu (2010) een rapport beschikbaar is. D Haltes voorzien van verharding (in totaal 211 haltes in beheer afgerond in 2015). 211 D9 Aandacht hebben voor innovatie A Digitaliseren van de verkeersveiligheidinspectie. Resultaat is dat o.a. middels ict ondersteuning deze werkwijze vanaf eind 2010 wordt toegepast. 100% 100% 100% 40% van 211 = 85 haltes afgerond 55 % 70 % 85 % 100 % 0% Gereed Continu Volgens planning in 2010 afgerond Volgens planning in 2010 afgerond Volgens planning in 2010 afgerond 2015 Volgens planning in 2010 afgerond 76

77 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave D10 Behoud en bevordering van Duurzaamheid, Milieu, Aanzien en Leefbaarheid A Uitvoering van ecologisch bermbeheer op de daartoe geschikte bermen. In 2009 wordt op 35 hectare ecologisch bermbeheer toegepast en het streven is in 2011 totaal 60 hectare ecologisch bermbeheer toe te passen. In 2015 evalueren of en hoe areaal verder uit te breiden (maximaal haalbare 175 hectare). D11 De eventuele overdracht van het wegbeheer waterschapswegen in de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. A In bestuurlijke overleggen de eventuele overdracht van de wegentaak van waterschap Rivierenland bespreken en de kansen op een dergelijke vergaande samenwerking inventariseren en benoemen. Uitgangspunten daarbij zijn: 1. Overdracht op basis van doelmatigheid; 2. Overdracht van de wegentaak in het hele Gerealiseerd vòòr Realiseren na ha 35 ha 60 ha 60 ha 60 ha Is opgepakt, vast agendapunt bestuurlijk overleg Vast agendapunt bestuurlijk overleg Evaluatie Wet Herverdeling Wegen Evaluatie en n.a.v. hiervan mogelijk een mutatie 0% Gereed Continu PM PM Continu gebied in 1 keer; Volgorde van de stappen: 1. Planvoorbereiding = Plan opstellen inclusief ruimtelijke ordeningsaspecten, grondverwerving en kabels en leidingen doorlopen 2. Uitvoeren = besteksvoorbereiding en werk buiten realiseren en opleveren (= gereed) 3. Afronden = eindproducten onderhoudsperiode, financiële afronding, overdracht naar beheerorganisatie 77

78 Wat gaat het kosten? EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Kosten N Opbrengsten V Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V ( x 1.000) Analyse op hoofdlijnen Aanleg provinciale fietspaden (subsidiebijdrage vanuit provincie Zuid-Holland). Aanschaf sneeuwploeg en aanpassingen zoutstrooier. Per saldo lagere personeelskosten als gevolg van loon- en formatieontwikkeling, aanpassing sociale lasten en urenverdeling. Incidentele subsidiebijdragen aanleg rotondes 2011 vervallen in Verwachte hogere aanbesteding onderhoud wegverharding. Dotatie voorziening baggeren wegsloten verhoogd i.v.m. afname analysekosten AQUON Bezuinigingstaakstelling groenonderhoud wegen. Werkzaamheden P&R voorziening Groot Ammers zijn deels uitgevoerd in 2011 en er is een voordelig aanbestedingsresultaat gerealiseerd. Incidentele reconstructiewerkzaamheden 2011 (Abbekesdoel en Kortlandsebrug) vervallen in Subsidiebijdrage in verband met aanleg provinciale fietspaden. Vergoeding uren eigen personeel in verband met aanleg fietspaden N 52 N 36 V 238 N 170 N 96 N 60 V 160 V 934 V V 182 V INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto ( x 1.000) Meerjaren-investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto ( x 1.000) 78

79 3.4 Programma Middelen, communicatie en regelgeving Beoogd effect Optimale dienstverlening aan klanten en partners met het oog op informeren, samenwerken en naleven van regelgeving. Inhoud programma Het programma Middelen, communicatie en regelgeving is gericht op een optimale dienstverlening aan onze klanten door een professionele bedrijfsvoering. Het begrip 'klant' omvat meerdere groepen van belanghebbenden zoals: dienstenafnemers, partners, overheden/opdrachtgevers, de maatschappij of derden. Waar de overige drie programma s zijn gericht op het uitvoeren van de primaire taken van het waterschap, is het programma Middelen, communicatie en regelgeving in de eerste plaats gericht op de organisatie van Waterschap Rivierenland en op de relatie met burgers, bedrijven, belangenorganisaties en overheden in het maatschappelijke veld. Het programma kent een aantal pijlers of thema s: Externe oriëntatie en communicatie Regelgeving, vergunningverlening en handhaving Calamiteitenzorg Organisatie en bedrijfsvoering Externe oriëntatie en communicatie Het waterschap is een functionele overheid met een aantal specifieke maatschappelijke taken. Verschillende ontwikkelingen vragen om een intensieve samenwerking met andere (overheid)organisaties. Zo heeft de invoering van de Waterwet geleid tot deregulering en meer samenwerking tussen bijvoorbeeld gemeenten en waterschap. De gedeeltelijke overdracht van grondwaterbeheer vraagt om goede samenwerking met de provincies. De actie Storm vraagt om intensieve samenwerking in de waterketen en om een andere positionering van het waterschap op het gebied van waterkeringen en veiligheid. Het streven naar meer efficiëntie en toenemende automatisering vraagt om meer samenwerking tussen de waterschappen. Deze ontwikkelingen vragen om een investering van het waterschap in externe oriëntatie en samenwerking met overheden en andere organisaties. Ook de samenleving vraagt erom de blik meer naar buiten te richten. Het waterschap zal zich in de komende periode nadrukkelijker profileren. Hiervoor wordt een nieuw beleid ontwikkeld op het gebied van corporate communicatie en is reeds een pers- en media beleid vastgesteld. Dit is geënt op de koers van de organisatie; DOEN! Belangrijker nog is de rechtstreekse communicatie met burgers, bedrijven en andere betrokkenen. Voor een goede dienstverlening aan onze belanghebbenden is een servicegarantie ontwikkeld. Hierin zijn kwaliteitsnormen opgenomen met betrekking tot de tijdigheid en begrijpelijkheid van onze communicatie. Zo mogen belanghebbenden die het waterschap schrijven voortaan binnen drie dagen een inhoudelijke reactie of een ontvangstbevestiging verwachten. En er wordt op ingezet om brieven meer begrijpelijk te laten zijn. De servicegarantie is in 2011 nadrukkelijk onder de aandacht van belanghebbenden gebracht met de uitnodiging te reageren als het waterschap niet aan de servicegarantie voldoet. De kwaliteit van dienstverlening zal hiermee naar verwachting duidelijk verder worden verbeterd. Dat geldt ook voor de behandeling van bezwaren, klachten en meldingen. Bij bezwaren wordt ingezet op meer geschillenbemiddeling (mediation). Klachten en meldingen worden zoveel mogelijk op een vlotte wijze en naar tevredenheid afgewikkeld zonder ellenlange procedures 79

80 Elektronische dienstverlening en participatie zijn een bijzonder aandachtspunt. Er is een Nationaal Uitvoeringsprogramma Dienstverlening en e-overheid (NUP), waarin het waterschap participeert om de digitale dienstverlening verder te ontwikkelen. Waterschap Rivierenland is één van de koplopers in de waterschapswereld. De prestaties op dit gebied worden landelijk gemonitord. Onder doelstelling C3 zijn van deze monitor onze doelstellingen afgeleid. De ontwikkelingen op het gebied van elektronische dienstverlening gaan in fors tempo door. Het waterschap heeft het voornemen om in deze ontwikkelingen een voortrekkersrol te blijven spelen. Digitalisering biedt overigens niet alleen een grotere dienstverlening aan burgers en bedrijven, maar kan ook leiden tot een efficiëntere bedrijfsvoering (bijvoorbeeld doordat elektronische formulieren op internet eenvoudiger kunnen worden verwerkt). Op het gebied van elektronische dienstverlening en in het bijzonder elektronische participatie zijn in 2011 verschillende besluiten genomen. Sociale media De groei van sociale media biedt kansen voor het waterschap: sociale media kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om het bereik van boodschappen van het waterschap te vergroten. Verder kan het een handig middel zijn om kennis te delen binnen netwerken van professionals. In geval van een crisis kunnen sociale media worden ingezet voor het snel ( live ) presenteren van feitelijke gebeurtenissen om eventuele geruchten te ontzenuwen. Er zijn ook risico s: feitelijk onjuiste berichten via sociale media kunnen ongewenste geruchten, negatieve publiciteit en imagoschade opleveren. Waterschap Rivierenland kiest ervoor om actief te experimenteren met het gebruik van sociale media (Beleidsplan e-dienstverlening en webcommunicatie). Hierbij wordt ruimte geboden aan afzonderlijke projecten en medewerkers om via sociale media op een open manier direct in contact te treden met hun klanten/ doelgroepen. Social media zal voor waterschap Rivierenland een communicatiemiddel worden in onze externe, interne, corporate, crisis en pers- en media communicatie. Regelgeving, vergunningverlening en handhaving Regelgeving Waterschap Rivierenland streeft naar een optimale dienstverlening door regelgeving te beperken, procedures te vereenvoudigen en regels in een begrijpelijke taal te formuleren. Bij de herziening van regelgeving wordt steeds consequent getoetst of nieuwe regelgeving leidt tot minder administratieve lasten en of de regelgeving begrijpelijk is. In de afgelopen jaren is een slag gemaakt in het beperken van de administratieve lasten van burgers en bedrijven door het invoeren van meer algemene regels en raamvergunningen. De mogelijkheden voor verdere administratieve lastenvermindering worden voortdurend onderzocht, evenals vereenvoudiging van het taalgebruik. Vergunningverlening Regelgeving heeft een algemeen karakter met als doel de taakuitvoering van het waterschap en daarmee het algemene belang te beschermen. In veel gevallen kan tegemoet worden gekomen aan individuele wensen van klanten door vergunningverlening. Wanneer aan specifieke voorwaarden wordt voldaan, kan dan toch een bepaald werk worden gerealiseerd of een bepaalde activiteit worden uitgevoerd. Door invoering van algemene regels en raamvergunningen kunnen inmiddels veel zaken als melding worden afgedaan. Waterschap Rivierenland is hiermee een voorbeeld voor andere waterschappen. Daarnaast wordt gewerkt aan betere afstemming van het vergunningenbeleid met andere waterschappen met behoud van gebiedseigen beleid waar dat wenselijk is. Het gebruik van de landelijke modellen van de Unie van Waterschappen is uitgangspunt. De integrale vergunningverlening in het kader van de Waterwet vraagt goede samenwerking met andere waterbeheerders, gemeenten, provincies, milieudiensten, omgevingsdiensten en regionale uitvoeringsdiensten; de onderlinge contacten worden daarom geïntensiveerd. Door een andere organisatie van het werk op basis van lean management worden vergunningaanvragen steeds sneller en efficiënter afgehandeld. Het streven is om alle zaken binnen de wettelijke termijn af te doen en zo mogelijk nog sneller. 80

81 De mogelijkheden tot het digitaal aanvragen van vergunningen worden vergroot via de eigen website en door aansluiting op de landelijke internetvoorziening voor vergunningaanvragen, het Omgevingsloket Online (OLO). Kostendekking van vergunningverlening door legesheffing. Het AB heeft besloten om het kostendekkingspercentage van vergunningverlening door legesheffing te verhogen van 50% in 2010 naar 75% in 2015 door een trapsgewijze stijging van 5% per jaar. Daartoe wordt jaarlijks een voorstel gedaan voor aanpassing van de legestarieven, rekening houdend met de actuele ontwikkeling van kosten en opbrengsten. Handhaving Kenmerkend voor regelgeving is dat deze moet worden gehandhaafd. Handhaving is een noodzakelijk aspect van regulering. Een verbod- of gebodsregel die niet wordt gehandhaafd, kan beter direct worden afgeschaft. Handhaving is hiermee dienstverlenend aan de klant, omdat het bijdraagt aan een optimale taakuitvoering door het waterschap. Of meer concreet: handhaving draagt er bijvoorbeeld aan bij dat het beschermingsniveau van de dijk op peil blijft. Ook bij handhaving wordt gestreefd naar een optimaal klantgerichte benadering door in het algemeen eerst een waarschuwing te geven, voordat een sanctie wordt opgelegd. Een uitzondering hierop zijn overtredingen met een zwaarder karakter. Naast handhaving wordt de klant ook beschermd door toezicht op werken, waarvoor een vergunning is verleend of die vallen onder de meldingsplicht. Vanaf 2011 wordt de kwaliteit van de handhaving verder aangescherpt. Tot 2010 werd gewerkt met algemene kwaliteitscriteria, die zijn afgeleid van INK-model. Vanaf 2011 zijn specifieke kwaliteitscriteria gehanteerd, die op initiatief van het ministerie van VROM zijn ontwikkeld voor de Regionale Uitvoeringsdiensten met een handhavende taak. Calamiteitenzorg Calamiteitenzorg richt zich op de interne organisatie, maar ook op samenwerking met andere overheden in de veiligheidsregio s. De klanten van Waterschap Rivierenland hebben er immers belang bij dat ten tijde van calamiteiten op een adequate wijze wordt gehandeld. De calamiteitenzorg houdt zich om die reden bezig met preparatie, het voorbereid zijn op een eventuele calamiteit, het waarnemen van de bestrijding en nazorg. Samenwerking met de netwerkpartners en veelvuldig oefenen is hierbij onontbeerlijk. Organisatie en bedrijfsvoering De bestuurlijke organisatie blijft ook in de komende jaren een aandachtspunt. Vanaf 2009 kent het bestuur een gemengd stelsel van lijsten en geborgde zetels. De regering is voornemens de bestuursverkiezingen voor de nieuwe periode indirect via de gemeenteraden te laten verlopen. Dat vraagt van de waterschappen de nodige bestuurlijke aandacht. Het vraagt ook om een bezinning op de relatie met gemeenten. Waterschap Rivierenland is een strategische alliantie aangegaan met het Waterschap Hollandse Delta. Op vele fronten wordt thans op enigerlei wijze samenwerking gezocht met Waterschap Hollandse Delta. Dat kan zijn in de meeste eenvoudige vorm van kennisdeling tot verdergaande samenwerking in de vorm van integratie van afdelingen. De bedrijfsvoering van Waterschap Rivierenland is een onderwerp waarvoor primair de directie verantwoordelijkheid draagt. De bedrijfsvoering wordt toegelicht in de desbetreffende paragraaf van deze begroting. Om die reden komt dit thema niet terug bij de navolgende programmadoelstellingen. 81

82 Wat willen we bereiken? Bestuurlijke hoofdpunten In de navolgende tabel is een samenvatting van het bestuursakkoord opgenomen, voor zover dat zich richt op het programma Middelen, communicatie en regelgeving. 1 Het krachtig streven naar een klantgerichte en professionele organisatie, door middel van organisatieontwikkeling. Een interne communicatiestrategie kan bijdragen aan de bewustwording van (de effecten van) gedrag van medewerkers op het klantgerichte en professionele imago van het waterschap. Daarnaast kunnen medewerkers d.m.v. een interne communicatiestrategie te weten komen wat klantgericht en professioneel gedrag inhoudt. 2 Het ontwikkelen en inzetten van een corporate en externe communicatiestrategie, aansluitend bij de gewenste beeldvorming van het waterschap en gericht op de informatie- en participatiebehoefte van de verschillende doelgroepen. 3 Het beperken van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers door het terugdringen van regels, het werken met algemene regels zodat een melding kan volstaan, samenwerking met provincies en gemeenten in één loket, een verdere uitbreiding van digitale dienstverlening en door regelgeving zoveel mogelijk in begrijpelijke taal te communiceren. 4 Bij de handhaving wordt meer nadruk gelegd op communicatie en verinnerlijking van regels. Daarnaast zal meer dan voorheen worden geïnvesteerd in samenwerking met andere partners specifiek met Rijkswaterstaat. 5 Professioneel handelen in de voorbereiding op, tijdens en na afloop van calamiteiten door samen te werken met de vijf Veiligheidsregio s in ons beheergebied en door met regelmaat (multidisciplinair) te oefenen. 6 Het doelgericht inzetten op internationale samenwerking, gericht op verbetering van de veiligheid, een juiste waterkwantiteit en een goede waterkwaliteit, wanneer om deskundigheid wordt gevraagd, bij voorkeur daar waar duurzame contacten mogelijk zijn. C2, 5 C1, 2, 3 C3, 5, 7 C1, 8 C9 C4, 6 In het Bestuursakkoord zijn enkele doelstellingen geformuleerd met betrekking tot de bestuurlijke samenwerking met andere organisaties, lastenontwikkeling en subsidieverwerving. Voor deze bestuurlijke doelstellingen is in het bijzonder aandacht binnen het programma Middelen, communicatie en regelgeving. Om verschillende redenen zijn ze hierna niet apart genoemd als programmadoelstelling. Doelstellingen van het bestuursakkoord die betrekking hebben op de lastenontwikkeling worden gerealiseerd door een afweging ten aanzien van alle programmadoelstellingen. Het overleg hierover vindt jaarlijks plaats bij de voorbereiding van de voorjaarsnota en de begroting. Doelstellingen op het gebied van subsidieverwerving worden gerealiseerd in de bedrijfsvoering. Voor samenwerking met andere overheden zijn geen specifieke programmadoelstellingen geformuleerd, maar geïncorporeerd in de doelstellingen van de programma s. Programmadoelstellingen Doelstellingen Thema: Externe oriëntatie en communicatie C1 Verdere verbetering van de externe communicatie over het werk van waterschap door Waterschap Rivierenland Toelichting Communicatie-inzet zo goed mogelijk laten aansluiten op de communicatiebehoeften van externe klanten. Communicatiebehoefte van het waterschap aanbieden in de door externe klanten gewenste vorm, zodat doelgroepen open staan voor deze communicatie-inzet, waarbij aandacht is voor welke 82

83 Doelstellingen Toelichting belangen van de doelgroepen daarmee worden behartigd. Het onder de aandacht brengen van het werk van het waterschap, volgend op de strategie op landelijk (UvW) niveau. C2 Meer klantgerichtheid Een verbetering van de klantgerichtheid wordt nagestreefd door een dienstverlening die aansluit bij de behoeften van klanten. C3 Meer elektronische dienstverlening De elektronische dienstverlening wordt uitgebreid op een wijze die aansluit bij de behoefte van klanten en in de lijn met landelijk beleid. C4 Internationale samenwerking Waterschap Rivierenland is gericht op internationale samenwerking, gericht op verbetering van de veiligheid, een juiste waterkwantiteit en een goede waterkwaliteit, wanneer om deskundigheid wordt gevraagd, bij voorkeur daar waar duurzame contacten mogelijk zijn. Thema: Regelgeving, vergunningverlening en handhaving C5 Minder en toegankelijkere regels De administratieve lasten voor burgers en bedrijven worden verminderd door het verminderen van regels en door het vereenvoudigen van procedures. C6 Europabewust De bewustwording van Europa is dermate groot dat in de activiteiten van Waterschap Rivierenland als vanzelfsprekend rekening wordt gehouden met het kader van Europese regelgeving, beleid, mogelijkheden tot samenwerking en subsidies. C7 Klantgerichte vergunningverlening De klantgerichtheid van vergunningverlening wordt vergroot door meer efficiency, persoonlijke (veld)begeleiding en integrale vergunningverlening en door het aanbieden van een één-loket-service met gemeenten, provincies en rijkswaterstaat. C8 Klantgerichte handhaving Bij handhaving wordt meer nadruk gelegd op communicatie en verinnerlijking van regels en op resultaatgerichte handhaving en op samenwerking met andere overheden. vanaf september 2011 zal de integratie met de afdeling Handhaving van WSHD moeten leiden tot efficiëntere en klantgerichte handhaving. Thema: Calamiteitenzorg C9 Slagvaardig optreden bij calamiteiten De calamiteitenorganisatie moet in haar geheel slagvaardig kunnen optreden om calamiteiten goed te bestrijden. Dit geldt voor de teams op kantoor, de liaisons bij netwerkpartners en de mensen in het veld. Dit vraagt een goede geoefendheid van de leden van de calamiteitenorganisatie. Door zeer regelmatig te oefenen kunnen zij enige mate van routine verkrijgen in het adequaat handelen bij calamiteiten. 83

84 Wat gaan we daarvoor doen? Doelstellingen Maatregelen Planning opgave C1 Verbeteren van de externe communicatie over het werk van het waterschap a.implementeren van het beleid voor corporate communicatie (eind 2011 ontwikkeld). Ontwikkeling van materiaal t.b.v. corporate communicatie. Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gereed X X X X X 2012 (daarna regulier) b. Implementeren van het persbeleid. Het trainen van medewerkers en bestuur, issuemanagement opzetten, mediavolgsysteem implementeren. C2 Meer klantgerichtheid a. Extern communiceren over de servicegarantie en monitoren dat het waterschap hieraan daadwerkelijk voldoet b. Uitvoeren van een klanttevredenheidsonderzoek (te behalen score). Bestuur en organisatie actief de media benutten ter promotie van het waterschap, functionarissen actueel op de hoogte houden van nieuws In 2011 mediatraining en impementatie mediavolgsysteem 50% 20% 50% X 100% 50% 100% X X 100% X X X X X X X X X X X X X 2011 (daarna regulier) 2011 (daarna regulier) - - in kader van bezuiniging doelstelling geschrapt. c. Minimumscore KTO, doelgroep indieners klacht. - - idem 84

85 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr 2011 d. Meer geschillenbemiddeling: burgers en bedrijven zijn in de eerste plaats overlegpartners; bij bezwaren vindt in alle gevallen een afweging plaats of een minnelijke oplossing (als alternatief van formele procedures) mogelijk is. - Evaluatie plan van aanpak mediation - Meetinstrument ontwikkelen nu KTO niet meer wordt toegepast - Percentage opgelost via bemiddeling (dit wordt gemeten door het percentage van de bezwaarschriften dat ingetrokken wordt). C3 Meer elektronische dienstverlening a. Nationaal uitvoeringsprogramma (NUP): (score volgens dashboard NUP). b. Overheidsmonitor (score volgens dashboard Overheidsmonitor). c. Burger Service Code (score volgens dashboard BSC). d. Werkzaamheden/projecten ontsluiten via digitaal en interactief kaartmateriaal (geoweb). e. De producten- en dienstencatalogus digitaal toegankelijk: Watertoets f. Participeren in elektronische watertoets C4 Internationale samenwerking Evalueren van samenwerking Senegal-Mauritanië- Mali C5 Minder en toegankelijkere regels a. Actualisatie van vergunningenbeleid gericht op administratieve lastenvermindering, begrijpelijker taalgebruik en actuele reguleringsvragen 7 60 Totaal cijfers pas eind 2011 te berekenen Realiseren na x Gereed 100% 40% 80% 90% 95% 100% % 40% 80% 85% 90% 90% 90% Continu 90% 40% 80% 85% 90% 90% 90% Continu 100% 40% 75% 100% % 50% Evaluatie over voortzetting project in % 100% 75% 100% % 100% 2012 X X X X X Continu 85

86 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave Gerealiseerd vòòr 2011 b. Harmonisatie regelgeving met andere waterschappen met oog op klantgerichtheid en aansluiting Omgevingsloket Online (OLO) water o.b.v. modellen keur, algemene regels en beleidsregels van Unie van Waterschappen Realiseren na 2016 Gereed X X 2013 c. Percentage meldingen o.b.v. algemene regels en 60% 52% 50% 55% 60% 60% 60% 60% Continu raamvergunningen t.o.v. watervergunningen C6 Europabewust a. Project Europabewust : Implementeren Europese X X X X X Continu regelgeving en bijhouden kennis b. Uitvoeren van Europees beleid met gebruikmaking van stimuleringsmaatregelen - Implementatie subsidiebeleid (incl. handleiding 2011 C7 Klantgerichte vergunningverlening a. Snelle vergunningverlening: percentage vergunningaanvragen 100% 91% >90% >95% 100% 100% 100% 100% Continu en meldingen afgehandeld binnen de wettelijke termijn: - Meldingen (<2 wk) - Vergunningen standaard procedure (<8 wk) - Vergunningen uitgebreide procedure (<6 mnd) b. Efficiente vergunningverlening: gemiddeld aantal Continu afgehandelde vergunningaanvragen en meldingen per jaar/fte. c. Integrale vergunningverlening: samenwerking X X X X X Continu met gemeenten, provincies, rijkswaterstaat d. Klantgerichte vergunningverlening: periodieke audit Bewijs van Goede Dienst 100% nulmeting 100% 100% Continu e. Klantgerichte vergunningverlening: 7 7, Continu Score klanttevredenheid via antwoordkaarten (gemiddeld cijfer gelijk aan of hoger). f. Maximaal percentage bezwaren tegen verleende <3% 2,5% <3% <3% <3% <3% <3% <3% <3% Continu en geweigerde watervergunningen g. Samenwerkingsovereenkomsten indirecte lozingen met gemeenten ( ) Uitvoeren Evaluatie X X X

87 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave C8 Klantgerichte handhaving a. Aantal bestuursrechterlijke zaken (m.u.v. handhaven vaarwegen(percentage van het totale aantal controles). b. Aantal strafrechterlijke zaken uitgezonderd vaarwegen (percentage van het totale aantal controles) c. Kwaliteitstrajecten: *Kwaliteitscriteria Vrom score *Periodieke audit Bewijs van Goede dienst *Aanbevelingen uit rekenkameronderzoek WSHD implementeren in geïntegreerde afd. Handhaving d. Ter vermindering van het aantal overtredingen worden meer preventieve voorlichtende activiteiten voor belangenorganisaties verricht. Gerealiseerd vòòr Realiseren na 2016 Gereed 7% 8% 7% 7% 7% 7% 7% 7% Continu 1,5% 2% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% 1,5% Continu 100% 100% 100% nulmeting nulmeting nulmeting 90% 90% 100% 100% 100% 100% 100% 100% e. samenwerking met Rijkswaterstaat X X X X f. Integratie met afd. handhaving WSHD X X h. samenwerking RUD-en X X X X C9 Slagvaardig optreden bij calamiteiten a. Actueel houden van calamiteitenplannen en deze afstemmen met de netwerkpartners. [De wettelijke verplichting om de plannen in 2015 opnieuw te herzien is vervallen met de invoering van de Waterwet. Vanaf 2012 worden de plannen jaarlijks actueel gehouden.] Plannen actueel houden 1xper 4 jaar herzien en vaststellen en jaarlijks actualiseren Plannen herzien en vaststellen loopt. 100% Continu Continu 2013 X X X X X 2011 (Continu) X X X X Continu 87

88 Doelstellingen Maatregelen Planning opgave b. Borgen van het belang van het waterschap in de vijf Veiligheidsregio s in ons beheergebied, door o.a.: - inbreng planvorming om de vier jaar - overleggen - opleidingen en oefeningen c. Oefenen, zodanig dat ieder lid van de calamiteitenzorg minimaal twee activiteiten per jaar heeft (oefening, workshop o.i.d.), zodat er enige mate van routine bij hen ontstaat. - Verplichte planfiguren VR in 2011 gereed - overleg structureel - opleiden / oefenen structureel Zie * Gerealiseerd vòòr Struct. overleg - opleiden / oefenen nog niet structureel; komt met implementatie beleid plannen in de veilighregio s vanaf 2012 Ieder lid calamiteitenzorg minimaal 1x per jaar een CZactiviteit Realiseren na 2016 Loopt. Ieder lid calamiteitenzorg minimaal 2x per jaar een CZactiviteit; loopt. X X X X X X X X X X Gereed Continu 2011 Continu Continu X X X X X Continu * Opgave maatregel C9c: Er komt geen evaluatie in AB van inzet extra formatie/geld om te kunnen oefenen. Dit wordt binnen de organisatie opgelost. Doel blijft nadrukkelijk om minimaal iedereen die betrokken is 2x per jaar te trainen/oefenen. 88

89 Wat gaat het kosten? EXPLOITATIE Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Kosten V Opbrengsten N Te dekken kosten V Inzet best. reserves V Per saldo V ( x 1.000) Analyse op hoofdlijnen: Lagere kapitaallasten in 2012 door lagere uitgaven in 2010 en 2011 en vrijval van kapitaallasten in verband met volledig afgeschreven investeringen. Met ingang van 1 januari 2012 vervalt de bijdrage aan Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk (SWEK) (150 V). Tot en met 2011 wordt bijgedragen in loonlasten van overgenomen personeel en achterstallig onderhoud. Hogere personeelskosten als gevolg van loon- en formatieontwikkeling, aanpassing sociale lasten en urenverdeling. Op grond van bestuurlijke keuze om gefaseerd toe te groeien tot een kostendekkingspercentage van 75%, zijn de legesopbrengsten in de begroting 2012 verhoogd. Hierin is meegenomen dat met ingang van 2012 weer leges worden geheven voor wat voorheen bekend stond als WVO-vergunningen (nu integraal onderdeel van de watervergunning). Lagere bijdrage aan BSR door hogere begrote opbrengst voor vervolgingskosten. De provinciale bijdragen in de kosten van het vaarwegbeheer stijgen op basis van actualisatie van verwachte bijdrage. Inkomsten uit opgelegde dwangsommen. Baten in verband met salarissen en sociale lasten stijgen omdat een aantal medewerkers opleidingen volgen waarvoor het ESF (Europees Subsidie Fonds) subsidie beschikbaar stelt. Hiermee samen hangt ook vermindering van belastingafdracht als gevolg van onderwijs. 488 V 150 V 715 N 129 V 229 V 100 V 100 V 140 V INVESTERINGEN Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Bruto Subsidies en bijdragen Netto ( x 1.000) Meerjaren investeringsplanning Bruto Subsidies/bijdragen Netto ( x 1.000) Begroting 2012 waterschap Rivierenland 89

90 3.5 Dekkings- en financieringsmiddelen In de begroting van waterschap Rivierenland zijn een aantal posten opgenomen die vooral bedoeld zijn voor de financiering van het waterschap. Hieronder volgt een overzicht van de posten: EXPLOITATIE Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil V/N Onvoorzien N Waterschapslasten eigen objecten Rente eigen financieringsmiddelen N Kwijtschelding N Oninbaar V Opbrengst boetes Bijdrage Wet herverdeling wegen N Dividend N Bijdrage aan derden N Onttrekking best reserve V Opbrengst verkopen V Dotatie aan bestemmingsreserve N Per saldo N ( x 1.000) Het verschil op de dekking- en financieringsmiddelen wordt met name veroorzaakt door: Aanpassing post kwijtschelding op basis van realisatie voorgaande jaren. Aanpassing post oninbaar op basis van realisatie voorgaande jaren. Wegvallen dividenduitkering Nederlandse Waterschapsbank als gevolg van het voldoen aan de voorschriften van Basel III. Minder toegerekende rente aan eigen financieringsmiddelen als gevolg van lagere saldi reserves en voorzieningen. De bijdrage aan derden betreft de frictiekosten van de overgang van de laboratoriumorganisatie naar AQUON (300 N). Deze kosten worden gedekt uit de hiervoor gevormde bestemmingsreserve. De opbrengst verkopen betreft de verkoop van werkplaatsen. Ten behoeve van de decentrale huisvesting worden deze opbrengsten toegevoegd aan de bestemmingsreserve decentrale huisvesting. 100 N 100 V N 18 N 0 0 Begroting 2012 waterschap Rivierenland 90

91 Droogte Haven Tiel Begroting 2012 waterschap Rivierenland 91

92 3.6 Recapitulatie exploitatie en investeringen per programma Programma's Netto kosten Exploitatie 2012 Netto investeringen 2012 Inzet best. reserves saldo Bruto kosten subsidies/ bijdragen Waterkering Waterkering Watersysteem Watersysteem Waterketen Waterketen Wegen Wegen 0 Middelen, Communicatie Middelen, Communica en regelgeving tie en regelgeving Dekkingsmiddelen Totaal Totaal saldo Netto exploitatiekosten 2012 per programma Waterkering Watersysteem Waterketen Wegen Middelen, Communicatie en regelgeving Dekkingsmiddelen Bruto investeringen 2012 per programma Waterkering Watersysteem Waterketen Wegen Middelen, Communicatie en regelgeving Begroting 2012 waterschap Rivierenland 92

93 4 TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS In dit hoofdstuk worden de verschillen tussen de begroting 2012 en de begroting 2011 per taak nader toegelicht. 4.1 Watersysteem Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil Netto kosten Onvoorzien Kwijtschelding en oninbaar Dividenden en overige algemene opbrengsten Te dekken uit belastingopbrengsten Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Saldo (bedragen * 1.000,-) Gerealiseerde netto kosten Het verschil op de netto kosten wordt met name veroorzaakt door: Hogere kapitaallasten door hogere rentekosten als ook doordat de afschrijvingen over de nieuwe investeringen hoger zijn dan de vrijvallende afschrijvingen van de volledig afgeschreven investeringen. Minder inhuur derden onderhoud waterlopen en verschuiving van inhuur naar zelf doen Hogere kosten oeverafkalving onderhoud waterlopen. Hiervan wordt een gedeelte gedekt (120) door onttrekking bestemmingsreserve. Lagere onderhoud- en stortkosten waterlopen door aanbestedingsvoordelen en doorvoering bezuinigingstaakstelling. Lagere onderhoudskosten (maaionderhoud, stortkosten e.d.) bij primaire en regionale waterkeringen als gevolg van aanbestedingsresultaten en doorgevoerde bezuinigingen. In 2012 vervalt het in de begroting 2011 incidenteel opgenomen budget voor het vervangen van rasters bij waterkeringen. Minder advieskosten o.a. door verschuiving uitbesteden naar zelf doen en doorvoering bezuinigingstaakstelling. Stijging kosten vergoeding ingebruikgeving primaire en regionale waterkeringen op basis van werkelijke contracten Vervallen bijdrage aan Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk (SWEK). Lagere analysekosten als gevolg van fusie van het laboratorium met AQUON conform de uitkomsten van de Businesscase. Daarnaast is door AQUON een nieuwe PDC (Producten en Diensten Catalogus) samengesteld die, bij een gelijkblijvend programma, tot een lagere bijdrage leidt. Lagere bijdrage aan BSR door hogere begrote opbrengst voor vervolgingskosten. Aandeel in frictiekosten fusie laboratorium met AQUON. Deze kosten worden gedekt door een onttrekking uit de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve. Subsidiëring werkzaamheden diverse medewerkers in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. De provinciale bijdragen in de kosten van het vaarwegbeheer stijgen op basis van actualisatie van verwachte bijdrage. Inkomsten uit opgelegde dwangsommen. 988 N 173 V 320 N 346 V 297 V 170 V 173 V 143 N 71 V 458 V 115 V 225 N 116 V 100 V 70 V Begroting 2012 waterschap Rivierenland 93

94 Hogere legesopbrengsten i.v.m. doelstelling verhoging kostendekkingspercentage. Lagere storting in voorziening baggeren a.g.v. 5% efficiency taakstelling. Meer bespaarde rente op reserves en voorzieningen in verband met hogere saldi. Lagere doorbelastingen ondersteuning en tractie voornamelijk door verkoopbrengsten panden van project decentrale huisvesting. Hiertegenover staat een storting in de bestemmingsreserve decentrale huisvesting. Overige effecten (saldo): onder meer hogere personeelskosten a.g.v. loonontwikkeling en aanpassing sociale lasten (785 N), urenverdeling als gevolg van in uitvoering komen van meer watersysteemprojecten en formatie-uitbreiding in het kader van verschuiving van uitbesteden naar zelf doen (392 N). Kwijtschelding en oninbaar Het verschil op kwijtschelding en oninbaar wordt veroorzaakt door: Onderlinge verschuiving van de taak zuivering naar watersysteem en wegen op grond van realisatiecijfers. 116 V 268 V 176 V V N 57 N Dividenden en overige algemene opbrengsten Het verschil op dividenden en overige algemene opbrengsten wordt voornamelijk veroorzaakt door: Geen dividenduitkering NWB a.g.v. strengere regelgeving door het Europese Bazelakkoord N Minder bespaarde rente van egalisatiereserve door lagere omvang van deze reserve. 57 N Belastingopbrengsten Het verschil op belastingopbrengsten wordt veroorzaakt door: De voorgenomen heffingsopbrengststijging bij de taak watersysteemheffing van 3,8% V Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Het verschil op toevoegingen en onttrekkingen aan reserves wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Storting in bestemmingsreserve decentrale huisvesting: betreft verkoopopbrengst van N diverse af te stoten panden i.h.k.v. decentrale huisvesting Onttrekking bestemmingsreserve decentrale huisvesting 80 V Onttrekking bestemmingsreserve oeverafkalving 120 V Onttrekking bestemmingsreserve frictie kosten laboratorium 225 V Onttrekking bestemmingsreserve maaswerken 35 V Lagere onttrekking egalisatiereserve watersysteemheffing N 4.2 Zuivering Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil Netto kosten Onvoorzien Kwijtschelding en oninbaar Dividenden en overige algemene opbrengsten Te dekken uit belastingopbrengsten Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Saldo (bedragen * 1.000,-) Begroting 2012 waterschap Rivierenland 94

95 Gerealiseerde netto kosten Het voordelige verschil op de netto kosten wordt met name veroorzaakt door: Per saldo lagere onderhoudskosten zuiveringstechnische werken. Dit betreft enerzijds een toename van onderhoudskosten door overname beheer en onderhoud IBA s van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal (184 N). Deze kosten worden volledig verhaald op de betreffende gemeenten (zie ook hogere vergoeding). Anderzijds is er een daling door het in 2012 vervallen van de in de begroting 2011 geraamde incidentele kosten voor groot onderhoud aan zuiveringen (370 V) en kosten voor het verwijderen van de buitengebruik gestelde asbestcement persleiding Woudrichem (410 V). Daarnaast een structureel voordeel door efficiënter werken en inkoopvoordelen (174 V). Lagere kapitaallasten in 2012 o.a. door de lagere rentekosten en doordat in de begroting 2011 de incidentele vervroegde afschrijving van het beluchtingcircuit rwzi Geldermalsen was opgenomen. Per saldo stijging personeelskosten. Enerzijds stijging door loonontwikkeling, aanpassing sociale lasten en uitbreiding aantal fte s als gevolg van verschuiving uitbesteden naar zelf doen. Hier tegenover staan lagere kosten door verschuiving van uren van waterketen naar watersysteem door het in uitvoering komen van meer watersysteemprojecten. Hogere kosten voor chemicaliën. Stijging houdt o.a. verband met 6% prijsontwikkeling in Daarnaast zijn er op grond van ervaringscijfers meer chemicaliën nodig om de ontwateringgraad op peil te houden en moet er meer polymeer gedoseerd worden als gevolg van de ingebruikname in 2012 van de centrifuges op de rwzi Nijmegen. Verlaging composteringskosten in verband met lagere drogestofproductie o.a. door ingebruikname van de slibcentrifuge op de rwzi Nijmegen. Vergoeding van de gemeenten Geldermalsen en Lingewaal voor onderhoud IBA s welke zijn overgenomen van deze gemeenten (zie ook hogere onderhoudskosten). Afname van energiekosten in verband met verder doorvoeren van energiebesparingsmaatregelen. Minder inhuur personeel van derden voor bediening slibontwateringinstallatie in verband met de aankoop/ingebruikname in 2012 van een nieuwe slibontwateringscentrifuge inclusief lossysteem op de rwzi Nijmegen. Verlaging budget advieskosten door vervallen incidentele ramingen voor CEmarkering zuiveringstechnische werken. Hogere heffing verontreiniging rijkswateren. Verhoging houdt enerzijds verband met een actualisering van het driejaargemiddelde, anderzijds is dit toe te schrijven aan een onjuiste omrekening bij de herziening van de heffingsgrondslag. Waterschap Rivierenland zuivert het afvalwater van de gemeente Schoonhoven en de Hoogheemraadschappen Schieland en Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden. Hiervoor wordt het zuiveringstarief in rekening gebracht. De kosten voor het transporteren van het afvalwater en voor de heffing worden gemaakt door de Hoogheemraadschappen. Deze kosten komen ten laste van waterschap Rivierenland. Door een nieuwe berekeningsopzet daalt het vergoedingstarief. Meer advieskosten voor samenwerking in de waterketen met gemeenten ten behoeve van de opzet van de samenwerkingsorganisatie (85 N). Een gedeelte van dit bedrag (50) wordt gedekt uit de bestemmingsreserve. Lagere bijdrage aan BSR door hogere opbrengst van vervolgingskosten. Vervallen bijdrage aan Stichting Wereld Erfgoed Kinderdijk (SWEK). Aandeel in frictiekosten fusie laboratorium met AQUON. Deze kosten worden gedekt door een onttrekking aan de daarvoor ingestelde bestemmingsreserve. Lagere analysekosten als gevolg van fusie van het laboratorium met AQUON conform de uitkomsten van de Businesscase. Daarnaast is door AQUON een nieuwe PDC (Producten en Diensten Catalogus) samengesteld die, bij een gelijkblijvend programma, tot een lagere bijdrage leidt. 750 V 657 V 68 N 268 N 258 V 184 V 122 V 112 V 98 V 93 N 89 V 85 N 81 V 71 V 66 N 47 V Begroting 2012 waterschap Rivierenland 95

96 Met ingang van 2012 vervalt het eenmalige onderhoudsbudget voor de in gemeente Beuningen gelegen dijkmagazijnen, dat na het onderhoud overgedragen zullen worden aan die gemeente. Inkomsten door opgelegde dwangsommen. Hogere legesopbrengsten in verband met doelstelling verhoging kostendekkingpercentage. Kwijtschelding en oninbaar Het nadelige verschil op kwijtschelding en oninbaar wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Onderlinge verschuiving van de taak zuivering naar watersysteem en wegen op grond van realisatiecijfers. 40 V 30 V 24 V 55 V Dividenden en overige algemene opbrengsten Het nadelige verschil op dividenden en overige algemene opbrengsten wordt veroorzaakt door: Minder bespaarde rente van reserves door lagere omvang van de reserves. 8 N Geen dividenduitkering van de Nederlandse Waterschapsbank als gevolg van N strengere regelgeving door het Europese Bazelakkoord. Belastingopbrengsten Het verschil op belastingopbrengsten wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: De voorgenomen heffingsopbrengststijging van 0,86% bij de taak zuiveringsbeheer. Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Het verschil op toevoegingen en onttrekkingen aan reserves wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Vervallen aanwending in 2012 van de algemene reserve zuivering i.v.m. vervroegde afschrijving in 2011 van de rwzi Geldermalsen. Storting in de bestemmingsreserve decentrale huisvesting. Onttrekking aan de bestemmingsreserve frictiekosten laboratorium. Onttrekking aan de bestemmingsreserve samenwerking in de waterketen. Onttrekking aan de bestemmingsreserve Maaswerken. Lagere onttrekking egalisatiereserve zuiveringsheffing. 535 V 511 N 240 N 66 V 50 V 11 V 658 N 4. 3 Wegen Rekening 2010 Begroting 2011 Begroting 2012 Verschil Netto kosten Onvoorzien Kwijtschelding en oninbaar Dividenden en overige algemene opbrengsten Te dekken uit belastingopbrengsten Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Saldo (bedragen * 1.000,-) Gerealiseerde netto kosten Het verschil op de netto kosten wordt met name veroorzaakt door: Aanleg provinciale fietspaden (subsidiebijdrage vanuit provincie Zuid-Holland). Aanschaf sneeuwploeg en aanpassingen zoutstrooier. Incidentele subsidiebijdragen aanleg rotondes 2011 vervallen in Verwachte hogere aanbesteding onderhoud wegverharding. Bezuinigingstaakstelling groenonderhoud wegen N 52 N 238 N 170 N 60 V Begroting 2012 waterschap Rivierenland 96

97 Werkzaamheden P&R voorziening Groot Ammers zijn deels uitgevoerd in 2011 en er is een voordelig aanbestedingsresultaat gerealiseerd.. Incidentele reconstructiewerkzaamheden 2011 (Abbekesdoel en Kortlandsebrug) vervallen in Dotatie voorziening baggeren wegsloten verhoogd i.v.m. afname analysekosten AQUON Subsidiebijdrage in verband met aanleg provinciale fietspaden. Vergoeding uren eigen personeel in verband met aanleg fietspaden. Meer toegerekende rente eigen financieringsmiddelen. Afname kapitaallasten. Overige effecten (saldo): onder meer hogere personeelskosten als gevolg van loonontwikkeling, aanpassing sociale lasten, urenverdeling en doorbelasting ondersteunende producten. Kwijtschelding en oninbaar Het verschil op kwijtschelding en oninbaar wordt veroorzaakt door: Onderlinge verschuiving van de taak zuivering naar watersysteem en wegen op grond van realisatiecijfers. Dividenden en overige algemene opbrengsten Het verschil op dividenden en overige algemene opbrengsten wordt veroorzaakt door: Minder bespaarde rente van de egalisatiereserve wegen door lagere omvang van deze reserve. Geen dividenduitkering NWB als gevolg van strengere regelgeving door het Europese Bazelakkoord. Belastingopbrengsten Het verschil op belastingopbrengsten wordt veroorzaakt door: De voorgenomen heffingsopbrengststijging bij de taak wegen van 0,70%. 160 V 934 V 96 N V 182 V 33 V 47 V 30 N 2 V 48 N 179 N 46 V Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves Het verschil op toevoegingen en onttrekkingen aan reserves wordt in hoofdzaak veroorzaakt door: Lagere onttrekking egalisatiereserve wegen 709 N Begroting 2012 waterschap Rivierenland 97

98 Hoogwater nabij Wamel Begroting 2012 waterschap Rivierenland 98

99 5 KOSTEN- EN OPBRENGSTENSOORTEN 5.1 Algemeen In dit hoofdstuk wordt een overzicht gegeven van de kosten- en opbrengstencategorieën, gerubriceerd in overeenstemming met de regeling beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen. Ter vergelijking zijn tevens de cijfers van de Begroting 2011 en de Jaarrekening 2010 opgenomen. In onderstaand overzicht zijn de gegevens per kosten- en opbrengstsoortgroep weergegeven. Omschrijving Jaarrekening Begroting Begroting Kostensoortgroepen Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Bijdragen aan derden Toevoegingen voorzieningen en onvoorzien Totaal kosten Opbrengstensoortgroepen Financiële baten Personeelsbaten Goederen en diensten aan derden Bijdragen van derden Waterschapsbelasting Onttrekkingen aan voorzieningen Geactiveerde kosten Totaal opbrengsten Te dekken kosten Inzet bestemmingsreserves Te dekken kosten na inzet bestemmingsreserves Gedekt door heffing waterschapsbelastingen (Nadelig) exploitatieresultaat Begrote toevoeging/onttrekking egalisatie reserves Mutaties reserves met bestuursbesluit Exploitatieresultaat te bestemmen (bedragen x 1.000) Begroting 2012 waterschap Rivierenland 99

100 Begroting 2012 waterschap Rivierenland 100

101 6 TARIEVEN WATERSCHAPSBELASTINGEN 6.1 Inleiding Algemeen De dekking van de exploitatie van Waterschap Rivierenland vindt voornamelijk plaats door middel van het heffen van waterschapslasten. Het belastingstelsel bestaat uit de volgende belastingsoorten: De watersysteemheffing Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan de zorg voor het watersysteem inclusief veiligheid. De taak watersysteem bestaat uit de voormalige taken waterkwantiteitsbeheer en waterkeringszorg en uit het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer. De wegenheffing Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het beheer van wegen in het gebied van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De zuiveringsheffing Ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het zuiveren van afvalwater. De taak zuivering bestaat uit de voormalige taak waterkwaliteitsbeheer exclusief het aandeel passief waterkwaliteitsbeheer. De verontreinigingsheffing Dit betreft uitsluitend de heffing op de directe lozingen op oppervlaktewater in beheer bij ons waterschap. Het tarief van de verontreinigingsheffing is een afgeleid tarief en bedraagt 100% van de zuiveringsheffing. De opbrengst van de verontreinigingsheffing komt ten goede aan de watersysteemheffing. Leges Naast bovengenoemde heffingen bepaalt artikel 115 van de Waterschapswet dat het waterschap onder andere rechten kan heffen ter zake van het behandelen van verzoeken tot het verlenen van ontheffingen en vergunningen. Het waterschap heeft hiertoe een legesverordening opgesteld waarin de tarieven zodanig zijn vastgesteld dat de geraamde baten van de rechten niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake. Het Algemeen Bestuur heeft bij de behandeling van de kerntakendiscussie in 2010 het standpunt ingenomen dat de kostendekkendheid van de leges trapsgewijs wordt verhoogd tot 75%. Jaarlijks wordt bij de begrotingsbehandeling het definitieve dekkingspercentage vastgesteld. Voor het jaar 2012 is het dekkingspercentage bepaald op 60% van de kosten van vergunning- en ontheffingverlening. De tarieven met betrekking tot de heffing van leges zijn vastgelegd in de legesverordening van waterschap Rivierenland. Kwijtscheldingsbeleid De uitvoering van de kwijtschelding is ondergebracht bij de BSR. Op grond van artikel 144 Waterschapswet zijn de waterschappen bij het verlenen van kwijtschelding gebonden aan de Uitvoeringsregeling Invorderingswet De daarin opgenomen kwijtscheldingsnorm bedraagt 90% van de bijstandsnorm. Dit betekent dat kwijtschelding wordt verleend als het netto-besteedbaar inkomen minus de kwijtscheldingsnorm, nul of negatief is. Artikel 144 Waterschapswet geeft waterschappen echter de mogelijkheid om in strakkere of in ruimere zin van de 90% kwijtscheldingsnorm af te wijken. Afwijkingen in ruimere zin zijn toegestaan tot maximaal 100% van de bijstandsnorm. Het kwijtscheldingsbeleid is vastgesteld op 100% van de bijstandnorm. Het kwijtscheldingsbeleid is van toepassing op de watersysteemheffing en wegenheffing voor wat betreft de ingezetenen en op de zuiveringsheffing. Het voornemen is om het kwijtscheldingsbeleid met ingang van 2012 te verruimen. Bij het verlenen van kwijtschelding wordt dan gebruik gemaakt van maximale vermogensvrijstelling (conform Wet Begroting 2012 waterschap Rivierenland 101

102 werk en bijstand). Tevens worden kleine ondernemers in de gelegenheid gesteld voor kwijtschelding in aanmerking te komen. Hiervoor wordt wetgeving voorbereid. De definitieve besluitvorming over aanpassing van het kwijtscheldingsbeleid vindt plaats in het algemeen bestuur. Een voorstel hiertoe wordt separaat ter besluitvorming voorgelegd. Vooruitlopend hierop zijn de begrotingsramingen 2012 aangepast. Methodiek tariefbepaling De methodiek van tariefbepaling is het principe dat de netto kosten per taak jaarlijks omgeslagen worden over de belangencategorieën. Als uitgangspunt voor het meerjarentarievenbeleid geldt dat: de opbrengst aan het eind van de planperiode gelijk is aan het netto kostenniveau; er sprake is van een gelijkmatige tariefsontwikkeling; het niveau van de egalisatiereserve aan het eind van de planperiode in principe nihil is. In dit hoofdstuk wordt per taak de ontwikkeling van de kosten vertaald in de ontwikkeling van de heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. 6.2 De watersysteemheffing Algemeen De omslag Watersysteemheffing is bedoeld ter dekking van de kosten voor waterkwantiteit, waterkwaliteit en waterkering. Binnen de omslagheffing wordt een onderscheid gemaakt in vier belastingcategorieën te weten: Ingezetenen; Gebouwd (zakelijk gerechtigden van gebouwde eigendommen); Ongebouwd (zakelijk gerechtigden van ongebouwde eigendommen); Natuur (zakelijk gerechtigden van natuurterreinen). De per categorie verschuldigde waterschapslasten worden berekend door de aan de categorieën toegerekende netto-kosten te delen door het aantal belastbare eenheden. Kostentoerekening watersysteemheffing De kostentoerekening naar de belastingcategorieën vindt plaats aan de hand van de toerekeningspercentages zoals die zijn vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. Het aandeel van de categorie ingezetenen is hierbij bepaald op basis van de inwonerdichtheid in het gebied. Het restant is verdeeld op basis van de waardeverhouding tussen gebouwd, ongebouwd en natuur. De betreffende percentages zijn: Categorie Toerekeningspercentage Ingezetenen 35,000% Gebouwd 52,130% Ongebouwd 12,832% Natuur 0,038% Tariefdifferentiatie De gewijzigde Waterschapwet biedt een beperkte mogelijkheid om tarieven te differentiëren. Waterschap Rivierenland heeft besloten om de volgende tariefdifferentiatie toe te passen: Buitendijks gelegen onroerende zaken Voor buitendijks gelegen ongebouwde onroerende zaken die geen natuurterreinen zijn, voor buitendijks gelegen natuurterreinen en voor buitendijks gelegen gebouwde onroerende zaken wordt een ge- Begroting 2012 waterschap Rivierenland 102

103 differentieerd tarief gehanteerd dat 50% lager is dan het tarief dat blijkens de Verordening op de watersysteemheffing voor elk van deze categorieën geldt. Verharde openbare wegen Voor verharde openbare wegen wordt een gedifferentieerd tarief gehanteerd dat 100% hoger is dan het tarief dat blijkens de Verordening op de watersysteemheffing voor ongebouwde onroerende zaken, niet zijnde natuurterreinen, geldt. Belastbare eenheden watersysteemheffing. Voor de vier belastingcategorieën zijn voor de Begroting 2012 de volgende belastbare eenheden gehanteerd. Belastbare eenheden 2012 watersysteemheffing Totaal Ingezetenen (aantal) Gebouwd Totaal (WOZ-waarde) Gebouwd binnendijks Gebouwd buitendijks Ongebouwd Totaal (hectare) Ongebouwd binnendijks ex wegen Ongebouwd binnendijks wegen Ongebouwd buitendijks ex wegen Ongebouwd buitendijks wegen 863 Natuur Totaal(hectare) Natuur binnendijks Natuur buitendijks Ingezetenen Basis is de aanslagoplegging 2011 inclusief de verwachting voor Voor 2012 wordt voor de ingezetenen rekening gehouden met een groei van 0,5% als gevolg van de verwachte groei van het aantal woningen. Gebouwd De eenheden gebouwd worden bepaald op basis van de waarde volgens de Wet WOZ. Basis is de aanslagoplegging 2011 die gebaseerd is op de WOZ-waarde per Voor het jaar 2012 (WOZwaarde peildatum ) is op grond van informatie van de Waarderingskamer rekening gehouden met een WOZ waardedaling ( tot ) van 2,2%. Ongebouwd en natuur De eenheden voor ongebouwd en natuur zijn gebaseerd op de door de BSR aangeleverde gegevens. In 2011 heeft de BSR ter controle van de volledigheid van de aanslagoplegging een zogenaamd standenregister opgezet waarin de totale oppervlakte van het beheersgebied van waterschap Rivierenland is onderverdeeld in hectare gebouwd, ongebouwd en natuur. Begroting 2012 waterschap Rivierenland 103

104 Tarieven en inzet reserve watersysteemheffing Hierna wordt de ontwikkeling van de netto kosten van de taak watersysteemheffing vertaald in de benodigde heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. Watersysteemheffing (incl. verontreinigingsheffing) Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Netto kosten Opbrengst verontreinigingsheffing Heffingsopbrengst watersysteem totaal ingezetenen gebouwd ongebouwd natuur Mutatie in egalisatiereserve Stand reserve eind jaar % stijging heffingsopbrengst 7,35% 3,80% % stijging netto kosten 5,1% 1,8% (bedragen x 1.000) In onderstaand schema is aangegeven op welke wijze de tariefbepaling van de watersysteemheffing plaatsvindt: opbrengst watersysteemheffing 77,0 miljoen stap 1 Solidariteitsdeel 35 % Profijtdeel ( ) %= 65 % stap 2 som WOZ-waarde woningen en bedrijven: som economische waarde agr. en overig ongebouwd: som economische waarde natuurterreinen 110,5 miljard (52,130 %) 27,2 miljard (12,832 %) 0,08 miljard (0,038 %) stap 3 Ingezetenenomslag, gelijk bedrag per huishouden eigenaar gebouwde onroerende zaak o.b.v. WOZ-waarde eigenaar perceel o.b.v. hectares eigenaar perceel o.b.v. hectares 70,51 0,03494 %* 62,65* 3,16* * Dit betreft de gemiddelde tarieven exclusief tariefdifferentiatie. Het solidariteitsdeel (35%) betreft het aandeel dat in rekening wordt gebracht bij de ingezetenen. Het profijtdeel (65%) wordt op basis van de economische waarde verdeeld over de categorieën gebouwd, ongebouwd en natuur. Vervolgens wordt het kostenaandeel gedeeld door het aantal belastbare eenheden waaruit het tarief volgt. Bij de watersysteemheffing is tevens besloten tot tariefdifferentiatie t.a.v. het profijtdeel. Dit betekent dat de buitendijkse gebieden een korting krijgen van 50%. Zij betalen dan nog 50% van het tarief van binnendijkse gebieden. Daarnaast is het tarief voor het eigendom van wegen verhoogd met een toeslag van 100%. Begroting 2012 waterschap Rivierenland 104

105 Vertaald naar tarieven Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Ingezetenen per woonruimte (in ) 68,96 70,51 Gebouwd in % woz-waarde Gebouwd binnendijks 0,03472% 0,03516% Gebouwd buitendijks 0,01736% 0,01758% Ongebouwd per hectare (in ) Ongebouwd binnendijks ex wegen 59,70 62,04 Ongebouwd binnendijks wegen 119,40 124,08 Ongebouwd buitendijks ex wegen 29,85 31,02 Ongebouwd buitendijks wegen 59,70 62,04 Natuur per hectare (in ) Natuur binnendijks 3,52 3,86 Natuur buitendijks 1,76 1,93 Begroting 2012 waterschap Rivierenland 105

106 6.3 De wegenheffing Algemeen De omslag Wegenheffing is bedoeld ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het beheer van wegen in het gebied van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. Binnen de omslagheffing wordt een onderscheid gemaakt in vier belastingcategorieën te weten: Ingezetenen; Gebouwd (zakelijk gerechtigden van gebouwde eigendommen); Ongebouwd (zakelijk gerechtigden van ongebouwde eigendommen); Natuur (zakelijk gerechtigden van natuurterreinen). De per categorie verschuldigde waterschapslasten worden berekend door de toegerekende netto-kosten te delen door het aantal belastbare eenheden. Kostentoerekening wegenheffing De kostentoerekening naar de belastingcategorieën vindt plaats aan de hand van de toerekeningspercentages zoals die zijn vastgelegd in de kostentoedelingsverordening. Het aandeel van de categorie ingezetenen is hierbij bepaald op basis van de inwonerdichtheid in het gebied. Het restant is verdeeld op basis van de waardeverhouding tussen gebouwd, ongebouwd en natuur. De betreffende percentages zijn: Categorie Toerekenings percentage Ingezetenen 50,000% Gebouwd 45,783% Ongebouwd 4,202% Natuur 0,015% Tariefdifferentiatie De gewijzigde Waterschapwet biedt een beperkte mogelijkheid om tarieven te differentiëren. Waterschap Rivierenland heeft besloten om voor de wegenheffing geen tariefdifferentiatie toe te passen. Belastbare eenheden wegenheffing. Voor de vier belastingcategorieën zijn voor de Begroting 2012 de volgende belastbare eenheden gehanteerd. Belastbare eenheden 2012 wegenheffing Ingezetenen (aantal) Gebouwd Totaal (WOZ-waarde) Ongebouwd Totaal (hectare) Natuur Totaal (hectare) Ingezetenen Basis is de aanslagoplegging 2011 inclusief de verwachting voor Voor 2012 wordt voor de ingezetenen rekening gehouden met een groei van 0,5% als gevolg van de verwachte groei van het aantal woningen. Gebouwd De eenheden gebouwd worden bepaald op basis van de waarde volgens de Wet WOZ. Basis is de aanslagoplegging 2011 die gebaseerd is op de WOZ-waarde per Voor het jaar 2012 (WOZwaarde peildatum ) is op grond van informatie van de Waarderingskamer rekening gehouden met een WOZ waardedaling ( tot ) van 1,7%. Ongebouwd en natuur De eenheden voor ongebouwd en natuur zijn gebaseerd op de door de BSR aangeleverde gegevens. In 2011 heeft de BSR ter controle van de volledigheid van de aanslagoplegging een zogenaamd standen- Begroting 2012 waterschap Rivierenland 106

107 register opgezet waarin de totale oppervlakte van het beheersgebied van waterschap Rivierenland is onderverdeeld in hectare gebouwd, ongebouwd en natuur. Tarieven en inzet reserve wegenheffing Hierna wordt de ontwikkeling van de netto kosten van de taak watersysteemheffing vertaald in de benodigde heffingsopbrengst en de daaruit af te leiden tarieven per categorie belastingplichtigen. Wegenheffing Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Netto kosten Heffingsopbrengst totaal Ingezetenen Gebouwd Ongebouwd natuur 1 1 Mutatie in egalisatiereserve Stand reserve eind jaar % stijging heffingsopbrengst 1,25% 0,70% % stijging netto kosten 5,0% -7,7% (bedragen x 1.000) In onderstaand schema is aangegeven op welke wijze de tariefbepaling van de wegenheffing plaatsvindt: Op te brengen lasten wegenheffing 6,5 miljoen stap 1 Solidariteitsdeel 50 % Profijtdeel ( ) %= 50 % stap 2 som WOZ-waarde woningen en bedrijven: som economische waarde agr. en overig ongebouwd: som economische waarde natuurterreinen 23,6 miljard (45,783 %) 2,2 miljard (4,202 %) 0,008 miljard (0,015 %) stap 3 Ingezetenenomslag, gelijk bedrag per huishouden eigenaar gebouwde onroerende zaak o.b.v. WOZ-waarde eigenaar perceel o.b.v. hectares eigenaar perceel o.b.v. hectares 39,39 0,01241 % 8,20 0,98 Vertaald naar tarieven Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Ingezetenen per woonruimte (in ) 39,79 39,39 Gebouwd Totaal in % woz-waarde 0,01284% 0,01241% Ongebouwd gemiddeld per hectare (in ) 8,07 8,20 Natuur Totaal per hectare (in ) 0,94 0,98 Begroting 2012 waterschap Rivierenland 107

108 6.4 De zuiveringsheffing Algemeen De zuiveringsheffing is ter dekking van de kosten die zijn verbonden aan het zuiveren van afvalwater. De zuiveringsheffing bestaat uit een bedrag per vervuilingeenheid, die is bepaald door de totale nettokosten (inclusief onttrekking aan de egalisatiereserve) van de taak te delen door het verwachte aantal vervuilingeenheden. Het aldus bepaalde bedrag wordt bij de huishoudens in het gebied in rekening gebracht en bij de in het gebied gelegen bedrijven. De heffing bij de huishoudens is gebaseerd op de omvang van de betreffende huishouding, de heffing bij de bedrijven wordt per individueel bedrijf bepaald. Het aantal vervuilingeenheden. Het aantal belastbare eenheden voor de zuiveringsheffing is bepaald op basis van de aanslagoplegging Conform de uitgangspunten wordt met ingang van 2012 jaarlijks rekening gehouden met een groei van het aantal heffingseenheden met 0,5% als gevolg van groei van het aantal woningen. Vervuilingeenheden Begroting 2011 Begroting 2012 Totaal Tarieven en inzet egalisatiereserve zuiveringsheffing Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Netto kosten Heffingsopbrengst Mutatie in egalisatiereserve Stand reserve eind jaar % stijging heffingsopbrengst -1,65% 0,86% % stijging netto kosten -0,9% 0,0% (bedragen x 1.000) Vertaald naar het tarief Omschrijving Begroting 2011 Begroting 2012 Zuiveringsheffing per v.e. 52,09 52,28 (bedragen x 1) 6.5 De verontreinigingsheffing Algemeen Dit betreft uitsluitend de heffing op de directe lozingen op oppervlaktewater in beheer bij ons waterschap. Het tarief van de verontreinigingsheffing is een afgeleid tarief en bedraagt 100% van de zuiveringsheffing. De opbrengst van de verontreinigingsheffing komt ten goede aan de watersysteemheffing. Vervuilingeenheden Begroting 2011 Begroting 2012 Totaal Tariefontwikkeling Begroting 2011 Begroting 2012 Verontreinigingsheffing per v.e. 52,09 52,28 (bedragen x 1) Heffingsopbrengst Begroting 2011 Begroting 2012 Totaal (bedragen x 1.000) Begroting 2012 waterschap Rivierenland 108

109 6.6 Totaaloverzicht heffingsopbrengst In onderstaande tabellen is de ontwikkeling van de heffingsopbrengst per belastingcategorie en per taak ten opzichte van de begroting 2011 weergegeven. Belastingcategorie Totaal 2011 Totaal 2012 verschil in % Ingezetenen ,45% Gebouwd ,58% Ongebouwd ,71% Natuur ,00% Zuiveringsheffing ,86% Verontreinigingsheffing ,32% Totaal ,38% (bedragen x 1.000) Taak Totaal 2011 Totaal 2012 verschil in % Watersysteemheffing ,80% Wegenheffing ,70% Zuiveringsheffing ,86% Verontreinigingsheffing ,32% Totaal ,38% Recapitulatie tarieven 2012 Categorie Eenheid Watersysteemheffing Wegen Ingezetenen per woonruimte (in ) Woonruimte 70,51 39,39 Gebouwd Totaal % WOZ-waarde 0,01241% Gebouwd binnendijks % WOZ-waarde 0,03516% Gebouwd buitendijks % WOZ-waarde 0,01758% Ongebouwd gemiddeld per hectare (in ) hectare 8,20 Ongebouwd binnendijks ex wegen hectare 62,04 Ongebouwd binnendijks wegen hectare 124,08 Ongebouwd buitendijks ex wegen hectare 31,02 Ongebouwd buitendijks wegen hectare 62,04 Natuur totaal per hectare (in ) hectare 0,98 Natuur binnendijks hectare 3,86 Natuur buitendijks hectare 1,93 De verontreinigingsheffing voor 2012 bedraagt 52,28 per vervuilingeenheid. De zuiveringsheffing voor 2012 bedraagt 52,28 per vervuilingeenheid. Begroting 2012 waterschap Rivierenland 109

110 6.7 Lastenontwikkeling In onderstaande tabel zijn voorbeeldaanslagen opgenomen en is de lastenontwikkeling weergegeven ten opzichte van Voorbeeldaanslagen exclusief wegentaak Belasting Aanslag Aanslag Verschil Absoluut % 225,23 227,35 +0,9% + 2,12 Huishouden (huurwoning) Ingezetene, met 3 v.e. Huishouden (eigen woning) 312,03 313,32 +0,4% + 1,29 Ingezetene, met 3 v.e. en WOZ-waarde van Glastuinbouwbedrijf 796,47 796,72 +0,0% +0,25 WOZ-waarde , 2 hectare ongebouwd, 3 v.e. Melkveebedrijf 2.683, ,99 +3,5% +92,84 WOZ-waarde , 40 hectare ongebouwd, 3 v.e. Natuurterreinbeheerder 3.520, ,00 +9,7% +340, hectare ongebouwd Groothandel 1.215, ,53-0,4% -4,77 WOZ-waarde , 10 v.e. Metaalbedrijf , ,65 +0,2% +52,15 WOZ-waarde , 450 v.e. NB: In de aanslagberekening 2011 is de WOZ-waarde per weergegeven. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid is in de aanslagberekening 2012 deze WOZ-waarde verlaagd met 2,2%. Voorbeeldaanslagen inclusief wegentaak Belasting Aanslag Aanslag Verschil Absoluut % 265,02 265,02 +0,7% + 1,72 Huishouden (huurwoning) Ingezetene, met 3 v.e. Huishouden (eigen woning) 383,92 383,64 0,0% -0,28 Ingezetene, met 3 v.e. en WOZ-waarde van Glastuinbouwbedrijf 1.005,21 998,74-0,6% -6,47 WOZ-waarde , 2 hectare ongebouwd, 3 v.e. Melkveebedrijf 3.057, ,49 +3,2% +96,18 WOZ-waarde , 40 hectare ongebouwd, 3 v.e. Natuurterreinbeheerder 4.460, ,00 +8,5% +380, hectare ongebouwd Groothandel 1.472, ,03-1,0% -14,07 WOZ-waarde , 10 v.e. Metaalbedrijf , ,13 +0,0% +5,63 WOZ-waarde , 450 v.e. NB: In de aanslagberekening 2011 is de WOZ-waarde per weergegeven. Ten behoeve van de vergelijkbaarheid is in de aanslagberekening 2012 deze WOZ-waarde verlaagd met 1,7%. Begroting 2012 waterschap Rivierenland 110

111 Dijkverzwaring Tienhoven Begroting 2012 waterschap Rivierenland 111

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken 23 februari 2016 VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 1 maart 2016 Agendapunt : Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen

Nadere informatie

2e wijziging programmabegroting

2e wijziging programmabegroting 2e wijziging programmabegroting 2014 Datum : 4 augustus 2014 Versie : 1.0 Datum: 4 augustus 2014 Versie: 1.0 Registratienummer: 2014021298 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Vergadering : 15 maart 2016 Agendapunt : 4. Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen 2017 t/m 2023 Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Informatie bij : H.W.C.

Nadere informatie

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1

Begroting Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2011 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2011 waterschap Rivierenland 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig

Nadere informatie

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG

NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG NOTA WEERSTANDSVERMOGEN RECREATIESCHAP VOORNE-PUTTEN-ROZENBURG Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Voorne-Putten-Rozenburg Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder

Aan. V. Doorn. Portefeuillehouder Voorstel Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E] waterschap@veluwe.nl [I] www.veluwe.nl Aan Portefeuillehouder algemeen bestuur 22 april 2009 V. Doorn

Nadere informatie

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief

Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief 2012-2017 Datum 13 oktober 2011 Opgemaakt door Werkgroep Financiën Afdeling Staf en Financiële en Economische Zaken Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Uitgangspunten

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur Algemeen Bestuur Onderwerp: Jaarstukken 2014 Portefeuillehouder: B. de Jong Vertrouwelijk: nee Vergaderdatum: 8 juli 2015 Afdeling: MO Medewerker: A Peek Dossiernummer: 927419 versie 7 Behandeld in Datum

Nadere informatie

Voorstel aan algemeen bestuur

Voorstel aan algemeen bestuur Voorstel aan algemeen bestuur Van: Werkgroep Financiële zaken D.d.: 17 februari 2011 Betreft: Uitgangspunten, Meerjarenraming(en) en Begroting(en) 1. Voorstel De algemeen besturen wordt gevraagd in te

Nadere informatie

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord

1 e HERZIENING BEGROTING Omgevingsdienst Brabant Noord 1 e HERZIENING BEGROTING 2017 Omgevingsdienst Brabant Noord 1. ALGEMEEN 1.1 Algemene uitgangspunten Op basis van de meest actuele ontwikkelingen is de op een aantal onderdelen bijgesteld. Bij de herziening

Nadere informatie

1 NOTA VAN AANBIEDING

1 NOTA VAN AANBIEDING Begroting 2013 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 7 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 8 1.4 Uitgangspunten 12 1.5 Incidentele baten en lasten 13

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING PROGRAMMABEGROTING 2016-2019 Paragraaf 4 : Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiderdorp uiteengezet voor de jaren 2016-2019. De uiteenzetting

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief

Waterschap. Vallei en Veluwe. Meerjarenperspectief Waterschap Vallei en Veluwe Meerjarenperspectief 212-217 Datum 13 oktober 211 Opgemaakt door Werkgroep Financiën Afdeling Staf en Financiële en Economische Zaken Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Uitgangspunten

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING PARAGRAAF 3 FINANCIERING In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s voor de jaren 2019 tot en met

Nadere informatie

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen)

Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) 2 januari 2014 2 Beleidsnotitie reserves en voorzieningen (inclusief risicomanagement / weerstandsvermogen) Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Nota beleid reserves en voorzieningen voor het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Inhoudsopgave 1. INLEIDING 4 2. BEGRIPPENKADER 4 3. RESERVES 5 3.1 ALGEMENE RESERVES 5 3.2 BESTEMMINGSRESERVES

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011 JAARSTUKKEN 2011 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2011 1 JAARVERSLAG 5 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2011 9 1.5 Incidentele baten

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 25 juni 2013 NUMMER : WM/MFI/NKu/7725 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei 2013. het college van Dijkgraaf en Heemraden,

ALGEMENE VERGADERING. Relevante kaders Waterschapswet Waterschapsbesluit. Lelystad, 7 mei 2013. het college van Dijkgraaf en Heemraden, VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 28 mei 2013 SMO / Financiën STUKDATUM NAAM STELLER 16 april 2013 B.C. Donker ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 6b Jaarverslag en jaarrekening 2012 PROGRAMMA Bedrijfsvoering

Nadere informatie

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013

DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013 DATUM VERGADERING 27 juľ1i 2013 BDLAGE(N) 2 AGENDAPUNTNUMMER ļ DATUM BEHANDELING IN D&H 21 [Tiei 2013 commissie 0 Water (10 juni 2013) 0 WWV (11 juni 2013) 0 MBH (12 juni 2013) AAN DE VERENIGDE VERGADERING

Nadere informatie

Begroting Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1

Begroting Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2009 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2009 waterschap Rivierenland 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig

Nadere informatie

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110. Voorstel

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110. Voorstel VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 3.3 Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: 860110 ONTWERP In D&H: 30 september 2014 Steller: A Peek In Cie: BMZ 29 oktober 2014 Telefoonnummer: 6013 SKK

Nadere informatie

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS Begroting 2015 1 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 8 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 8 1.4 Uitgangspunten 11 1.5 Incidentele baten en lasten 14

Nadere informatie

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren

Exclusief kwijtschelding/ oninbaar. Watersysteem Zuiveren TARIEVENNOTA 2017 1. Inleiding Het Beleidsjaarplan 2017 naar programma s sluit met een totaal aan lasten van 74.797.100. Aan baten is een bedrag geraamd van 15.344.400. Het saldo bedraagt derhalve 59.452.700.

Nadere informatie

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control

Grip op Financiën. 13 januari 2015 Sector Control Grip op Financiën 13 januari 2015 Sector Control Opbouw presentatie Inzicht in ontwikkeling leningenportefeuille en rente Normenkader van de gemeente Eindhoven Beheersmaatregelen Huidige leningenportefeuille

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

(pagina 3) (pagina 6)

(pagina 3) (pagina 6) JAARREKENING 2014 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Vergadering : 14 maart 2017 Agendapunt : 10. Bijlagen : Bestuursrapportage 2016-3 Onderwerp : Bestuursrapportage 2016-3 Informatie bij

Nadere informatie

Begroting Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1

Begroting Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2010 Begroting 2010 waterschap Rivierenland 1 Begroting 2010 waterschap Rivierenland 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 5 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorig

Nadere informatie

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. 4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's

Nadere informatie

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen: agendapunt B.05 1046082 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP NOTA RISICOMANAGEMENT DELFLAND Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 05-06-2014 I. De Nota risico's en weerstandsvermogen Delfland, vastgesteld

Nadere informatie

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015

Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen. 9 december Commissie Water & Wegen. Datum vergadering CHI. 16 december 2015 Voorstel CHI (college van hoofdingelanden) 15.53542 Commissie Bestuur, Middelen & Waterketen 9 december 2015 Datum behandeling D&H 17 november 2015 Commissie Water & Wegen Portefeuillehouder J.D. Kramer

Nadere informatie

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn

Aan. Portefeuillehouder. V. Doorn Voorstel Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E] waterschap@veluwe.nl [I] www.veluwe.nl Aan Portefeuillehouder algemeen bestuur 28 april 2010 V. Doorn

Nadere informatie

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr.

Probleemstelling: Berekening benodigde bedrag voor de herfinanciering: Financieringsmemo juni 2015 nr. Financieringsmemo juni 2015 nr. Aan: Treasurycommissie Van: Arjan van de Wetering Datum: 15 juni 2015 Onderwerp: Herfinanciering leningen Afschrift aan: vul in Probleemstelling: Eind juni moeten een vaste

Nadere informatie

VOORSTEL AB AGENDAPUNT :

VOORSTEL AB AGENDAPUNT : VOORSTEL AB AGENDAPUNT : PORTEFEUILLEHOUDER : T.J. Boersma AB VERGADERING D.D. : 24 juni 2014 NUMMER : WM/MFI/NKu/8247 OPSTELLER : N. Kuper, 0522-276740 FUNCTIE : Afdelingshoofd Financiën VERGADERING MT

Nadere informatie

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010.

Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. Overzicht vragen en antwoorden rekeningcommissie gehouden op 10 mei 2010. A. Hiemstra (Algemene Waterschapspartij) Jaarrekening 1. Vraag: In 2009 is het aantal ingevulde fte s 314, in de begroting van

Nadere informatie

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer:

Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0. Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer: 2e wijziging programmabegroting 2017 Datum : 18 oktober 2017 Versie : 1.0 Datum: 18 oktober 2017 Versie: 1.0 Registratienummer: 2017027729 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013 JAARSTUKKEN 2013 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2013 1 JAARVERSLAG 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2013 9 1.5 Incidentele baten en

Nadere informatie

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS

TOELICHTING NAAR KOSTENDRAGERS Begroting 2014 1 2 INHOUDSOPGAVE 1 NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 8 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 8 1.4 Uitgangspunten 14 1.5 Incidentele baten en lasten 15

Nadere informatie

Advies. Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid. mesen. Gemeente Nijmegen. Gt.ir8ßH. Peggy van Gemert RA/AA

Advies. Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid. mesen. Gemeente Nijmegen. Gt.ir8ßH. Peggy van Gemert RA/AA Advies Begroting 201G Gemeenschappel üke Regel i ng GGD Gelderland- Zuid Gt.ir8ßH mesen Gemeente Nijmegen Peggy van Gemert RA/AA Marcel Meier AA Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen September 2015

Nadere informatie

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting

Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Avalex Verkorte jaarrekening 2011 Balans, Resultatenoverzicht en beknopte toelichting Den Haag 28 juni 2012 Inleiding Dit document bevat jaarcijfers van Avalex over het boekjaar 2011. Het bevat een balans

Nadere informatie

Informatienota KENNISNEMEN VAN: Neerijnen

Informatienota KENNISNEMEN VAN: Neerijnen Datum : 16 december 2013 Van : College Bijlagen : Onderwerp : Financiën Kulturhus Haaften Zaak- / Docnummer : 06/09892 KENNISNEMEN VAN: Financiële tussenstand Kulturhus Haaften Inleiding Op 11 februari

Nadere informatie

1. Inleiding en richtlijnen

1. Inleiding en richtlijnen NOTITIE RENTE 2017 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden

Nadere informatie

PROGRAMMABEGROTING

PROGRAMMABEGROTING PROGRAMMABEGROTING 2015-2018 Paragraaf 4 : Financiering Inleiding In de paragraaf Financiering wordt de financieringsfunctie van de gemeente Leiderdorp uiteengezet voor de jaren 2015-2018. De uiteenzetting

Nadere informatie

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011.

In hoofdstuk 1. Jaarverslag 2011 treft u een bestuurlijke samenvatting aan van de belangrijkste zaken uit de Jaarrapportage 2011. A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 25 april 2012 Agendapunt: 6.0 Onderwerp : Jaarrapportage 2011 KORTE SAMENVATTING: Bijgaand treft u de Jaarrapportage over het jaar 2011 aan. Het ontwerp

Nadere informatie

Notitie Rentebeleid 2007

Notitie Rentebeleid 2007 Notitie Rentebeleid 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 De positie van de nota rentebeleid 3 De werking van het marktconform percentage 3 Totaalfinanciering versus project- of objectfinanciering 4 Rentetoerekening

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen

FAZ: Ja Opdrachtgever: Klaas de Veen Onderwerp: Begroting 2019 Nummer: Bestuursstukken\2727 Agendapunt: 5 DB: Ja 15-10-2018 BPP: Ja 31-10-2018 FAZ: Ja 31-10-2018 VVSW: Ja 31-10-2018 AB: Ja 14-11-2018 Opsteller: Jan Schiphuis, 0598-693886

Nadere informatie

Voorstel aan dagelijks bestuur

Voorstel aan dagelijks bestuur Voorstel aan dagelijks bestuur Datum vergadering 28-01-2014 Agendapunt 7 Steller / afdeling P. Daelmans / Middelen Openbaar Ja Bestuurder R.L.M. Sleijpen Bijlage(n) - Programma Bedrijfsvoering Registratiecode

Nadere informatie

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting

bedrag * begrotingsoverschot bij begroting Actueel financieel beeld voor de jaren 2018-2022 Met dit overzicht schetsen wij het actuele financiële beeld voor de gemeente Gooise Meren voor de komende jaren. Dit overzicht dient meerdere doelen. Ten

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Nr. 155 21 februari 2018 Financiële verordening Veiligheidsregio Midden- en

Nadere informatie

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN)

Advies. Jaarverslag Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Advies Jaarverslag 2013 Gemeenschappelijke Regeling Milieusamenwerking Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) Gemeente Nijmegen Adviesfunctie Gemeenschappelijke Regelingen Peggy van Gemert April 2014 1

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel Nota Reserves en Voorzieningen 2004 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave Blz. 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen. Onderscheid reserves en voorzieningen 4.

Nadere informatie

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN

FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN FINANCIERINGSSTATUUT OMGEVINGSDIENST GRONINGEN Algemeen Bestuur Veendam 29 oktober 2013 Inhoud 1. INLEIDING... 3 2. VOORBEREIDING EN VASTSTELLING VAN HET TREASURYBELEID... 3 2.1. Beleids- en verantwoordingscyclus...3

Nadere informatie

Aantal bijlagen 2. Meerjarenperspectief en Nota van Uitgangspunten programma 2013 en Onderwerp

Aantal bijlagen 2. Meerjarenperspectief en Nota van Uitgangspunten programma 2013 en Onderwerp RECREATIESCHAP ALKMAARDER- EN UITGEESTERMEER Adviescommissie 9 oktober 2012 agendapunt 7 Dagelijks bestuur 18 oktober 2012 Algemeen bestuur 15 november 2012 Aantal bijlagen 2 Onderwerp Meerjarenperspectief

Nadere informatie

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk

Begroting Openbaar lichaam Ferm Werk Begroting 2015 2018 Openbaar lichaam Ferm Werk Opgesteld door het Dagelijks Bestuur te Woerden d.d. 22 mei 2014 Vast te stellen door het Algemeen Bestuur d.d. 3 juli 2014 Inhoudsopgave BERICHT VAN HET

Nadere informatie

Financiële positie. Beheersen

Financiële positie. Beheersen Beheersen Inleiding Doel avond Context 2 Donderdag, 23 december, 2009 Hier de titel van de presentatie Programma 1. Toelichting op de financiële positie 2. Financiële achtergronden 3. Hoe te beheersen?

Nadere informatie

15 maart Begrotingswijziging

15 maart Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 15 maart 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen

Doel van de notitie: vaststelling van de Begroting 2013 en de tarieven voor de heffing van de waterschapsbelastingen Vergadering algemeen bestuur van 31 oktober 2012 Agendapunt 3c Behandelend ambtenaar: M. Snoek Beleidsveldbeheerder: A. van Mieghem Portefeuillehouder: Th. Schots Zaaknr. : 12.ZK08677/12.B0327 Kenmerk

Nadere informatie

TARIEVENNOTA november 2018

TARIEVENNOTA november 2018 TARIEVENNOTA 2019 7 november 2018 INHOUD 1 Inleiding...4 2 Algemeen...4 2.1 Tarief Watersysteem...5 2.2 Tarief Zuiveren... 6 2.3 Tarief verontreinigingsheffing... 7 2.4 Toelichting op de Tarievennota

Nadere informatie

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE

22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE 22 april 2015 OPENBAAR LICHAAM CREMATORIA TWENTE ONTWERPBEGROTING 2016 Inhoudsopgave Bladz. 1. Aanbieding begroting 2016 1 2. Beleidsbegroting 2016 3 2.1 Programma 2.2 Paragrafen 3. Financiële begroting

Nadere informatie

IBML Financieel technische vragen begroting 2017

IBML Financieel technische vragen begroting 2017 IBML Financieel technische vragen begroting 2017 Pag. 3 Herprioritering van groot onderhoud levert op korte termijn niet voldoende investeringsruimte op. Vraag 1: Welk bedrag is wel op korte termijn beschikbaar?

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE 1. NOTA VAN AANBIEDING

INHOUDSOPGAVE 1. NOTA VAN AANBIEDING Begroting 2016 1 2 INHOUDSOPGAVE 1. NOTA VAN AANBIEDING 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Verslaggeving 7 1.3 Ontwikkelingen sinds het vorige begrotingsjaar 7 1.4 Uitgangspunten 13 1.5 Incidentele baten en lasten

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7 Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012 JAARSTUKKEN 2012 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2012 1 JAARVERSLAG 5 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het begrotingsjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2012 9 1.5 Incidentele baten

Nadere informatie

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen

EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen Bijlage 2 Bijlage EMU-saldo vanuit het perspectief van de waterschappen 1. Aanleiding Gegeven de huidige situatie van de overheidsfinanciën en het EMU-tekort van Nederland krijgt het EMU-saldo van de waterschappen

Nadere informatie

1e wijziging programmabegroting

1e wijziging programmabegroting 1e wijziging programmabegroting 2015 Datum : 2 april 2015 Versie : 1.0 Datum: 2 april 2015 Versie: 2.0 Registratienummer: 2014036914 Inhoudsopgave 1 Inhoud wijziging programmabegroting... 3 2 Begrotingswijziging

Nadere informatie

Memo van het College van B&W

Memo van het College van B&W Aanleiding In de commissie Ruimte van 22 mei 2014 zijn vragen gesteld over het risicoprofiel van de parkeerexploitatie gerelateerd aan het project Waterfront. In deze commissie is het voorstel van administratieve

Nadere informatie

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018

HAVENSCHAP MOERDIJK. Concept Begroting 2018 HAVENSCHAP MOERDIJK Concept Begroting 2018 Behoort bij het besluit van het Bestuur d.d. 5 april 2017. Mij bekend De secretaris, Inhoudsopgave INLEIDING 3 PROGRAMMA FINANCIERING 4 PARAGRAFEN 5 EXPLOITATIEOVERZICHT

Nadere informatie

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg Financiële verordening RUD Zuid-Limburg 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begrippenkader... 3 Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording... 4 Artikel 2 Opstellen begroting en verantwoording...

Nadere informatie

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord.

Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming 2016 Veiligheidsregio Brabant-Noord. GEMEENTE BOEKEL VOORSTEL AAN DE RAAD Datum : 6 juni 2017 Voorstel van : college van burgemeester en wethouders Onderwerp : Zienswijzemogelijkheid programmabegroting 2018 en jaarverantwoording met resultaatbestemming

Nadere informatie

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006

Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006 Aan de leden van de verenigde vergadering Rotterdam, 31 oktober 2006 V.V.: 29 november 2006 Onderwerp: Begroting 2007 Meerjarenraming 2007-2011 Agendapunt: 12 Hierbij bieden wij u aan de beleidsbegroting

Nadere informatie

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015

Naam Werkvoorziening Noord-Kennemerland Paginanummer opnemen! Ja, stukken zijn ontvangen. JAARREKENING 2015 JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS Het Algemeen Bestuur van het recreatieschap Dobbeplas; Gezien het voorstel van het Dagelijks Bestuur van 13 oktober 2014; Gelet op het bepaalde in de artikelen

Nadere informatie

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee

algemeen bestuur (financiële producten) Beraadslagen en besluiten Nee Voorstel voor algemeen bestuur Vergaderdatum 2 januari 2014 Onderwerp Programmabegroting 2014-2017 Agendapunt 20 Portefeuillehouder/Aandachtsveldhouder Opsteller/indiener Fusieopdracht 8 (financiële producten)

Nadere informatie

1 e wijziging Begroting 2013

1 e wijziging Begroting 2013 1 e wijziging Begroting 2013 na toetreding van de gemeente Delft Regionale Belasting Groep Begroting 2013, 1 e wijziging na toetreding gemeente Delft - Regionale Belasting Groep pagina 1 van 12 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010. Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011

Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010. Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011 agendapunt B.01 927470 Aan Verenigde Vergadering JAARREKENING 2010 Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 30-6-2011 1. De jaarrekening 2010 vast te stellen. 2. Het tekort van 18.240.832 van de taak watersysteembeheer

Nadere informatie

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C.

ALGEMENE VERGADERING. Lelystad 21 april 2011, het college van Dijkgraaf en Heemraden, 26 mei 2011 SMO / Financiën. 21 april 2011 B.C. VERGADERDATUM SECTOR/AFDELING 26 mei 2011 SMO / Financiën STUKDATUM NAAM STELLER 21 april 2011 B.C. Donker ALGEMENE VERGADERING AGENDAPUNT ONDERWERP 6 Jaarrekening 2010 en beleidsjaarverslag 2010 PROGRAMMA

Nadere informatie

Tariefbepaling waterschapsbelasting

Tariefbepaling waterschapsbelasting Tariefbepaling waterschapsbelasting Aanleiding In de bestuurlijke commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken op 18 april 2017 is het voorstel Duurzaam financieel beleid aan de orde geweest. Gevraagd is

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Beleidslijnen reserves en voorzieningen... 4 2.1 Definities en regelgeving... 4 2.2 Toerekening van rente... 5 3. Huidige standen

Nadere informatie

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen.

Paginanummer opnemen! Ja, de jaarstukken 2015 zijn op 14 april 2016 door de gemeenten ontvangen. JAARREKENING 2015 Tijdigheid Is de jaarrekening op tijd (voor 15 april) ontvangen? Accountantsverklaringen Is de verklaring aanwezig (ja /nee) en welke soort verklaring? Weerstandsvermogen Hoogte algemene

Nadere informatie

Mondelinge vragen gesteld op de begrotingsmarkt. Vraag Gevraagd is om een overzicht van alle risico s en de aannames/berekeningen hierachter.

Mondelinge vragen gesteld op de begrotingsmarkt. Vraag Gevraagd is om een overzicht van alle risico s en de aannames/berekeningen hierachter. Mondelinge vragen gesteld op de begrotingsmarkt. Gevraagd is om een overzicht van alle risico s en de aannames/berekeningen hierachter. Overzicht alle risico s Zoals ook in de paragraaf weerstandsvermogen

Nadere informatie

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal

Meerjarenbegroting Gemeentefinanciën Bloemendaal Meerjarenbegroting 2019-2022 1 Belangrijke data: 25 september 2018 vastgesteld in college 11 oktober 2018 informatiebijeenkomst (beeldvormend - technisch) 16, 17 en 18 oktober 2018 commissiebehandeling

Nadere informatie

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5

Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE 3 3. INTERNE ORGANISATIE TREASURY FUNCTIE 5 4. TREASURYPARAGRAAF 5 Treasury Statuut MT: Besproken: 21 februari 2017 CvB: Vastgesteld: 12 februari 2017 Raad van Toezicht Goedgekeurd: 6 maart 2017 MR: Besproken: 4 april 2017 Inhoud 1. INLEIDING 3 2. DOELSTELLING TREASURYFUNCTIE

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014

INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014 JAARSTUKKEN 2014 1 2 INHOUDSOPGAVE JAARSTUKKEN 2014 1 JAARVERSLAG 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Verslaggeving 6 1.3 Ontwikkelingen in het verslagjaar 7 1.4 Exploitatieresultaat 2014 9 1.5 Incidentele baten en

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Vergadering : 4 juli 2017 Agendapunt : 7. Bijlagen : Tariefbepaling waterschapsbelasting Onderwerp : Duurzaam financieel beleid Informatie

Nadere informatie

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit 2015. RAD Hoeksche Waard

Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit 2015. RAD Hoeksche Waard Nota reserves, weerstandsvermogen en solvabiliteit 2015 Inhoud Samenvatting... 3 Inleiding Risicomanagement... 4 Doel risicomanagement Stappen risicomanagement Risicobeheersing Taken en verantwoordelijkheden

Nadere informatie

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen

31 december Liquide middelen Saldo 31 december Totaal reserves en fondsen 8 JAARREKENING 8.1 Balans per 31 december na resultaatbestemming ACTIVA 31 december 2017 Vaste activa Materiële vaste activa Collectie 1 1 Inventaris 1.696 3.040 1.697 3.041 Vlottende activa Balievoorraad

Nadere informatie

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM l lllllll llll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111 815-023068 NOTA RENTEBELEID 2015 GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bergen op Zoom, oktober 2015 1. INLEIDING.""""""""""""""""""""""""""""""""""

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer

Jaarrekening Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Jaarrekening 2015 Stichting Openbare Bibliotheek Zoetermeer Zoetermeer, juni 2016 Inhoudsopgave Bladzijde JAARREKENING Balans 31 december 2015 Staat van baten en lasten 2015 Toelichting grondslagen 1 2

Nadere informatie

Nota reserve- en voorzieningenbeleid 2016-2019

Nota reserve- en voorzieningenbeleid 2016-2019 Nota reserve- en voorzieningenbeleid 2016-2019 Nota reserve- en voorzieningenbeleid 2016-2019 Inhoud Inleiding... 2 1. Vorming van reserves en voorzieningen... 3 1.1. Vorming van reserves... 3 1.2. Vorming

Nadere informatie

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden

2. Financieel kader gemeenschappelijke regelingen in de regio van Hollands-Midden 1. Inleiding Ten tijde van het schrijven van de kadernota 2016 wordt nog volop gewerkt aan de uitwerking van het proces Kracht#15. Voor het besluitvormingsproces dient de Kadernota 2016 in januari 2015

Nadere informatie

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing

11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 11.2. Weerstandsvermogen en risicobeheersing Risicomanagement Risicomanagement is het proces waarbij de organisatie continue en systematisch doorlopen wordt op risico s, met als doel de gevolgen ervan

Nadere informatie

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord)

Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord) Bijlage 2 bij Raadsvoorstel nr. HVE070017 (Verkeersproblematiek Maastrichterlaan/Randweg Noord) Financiële paragraaf aanleg Randweg Noord Inleiding De kosten gemoeid met de planvoorbereiding en aanleg

Nadere informatie

Bijlage nota reserves en voorzieningen Reserves

Bijlage nota reserves en voorzieningen Reserves Bijlage nota reserves en voorzieningen Reserves Algemene reserve Stand per eind 2014 1.894.000 Buffer De algemene reserve is gevormd uit rekeningresultaten uit het verleden en is de primaire buffer voor

Nadere informatie