TOETSTAAK 29: WAT VIND JIJ VAN BELGIE? DEEL Vaardigheid: schrijven. Doelstelling: de cursist kan op structurerend niveau voor zichzelf aantekeningen maken ter voorbereiding van een gesprek. Verwerkingsniveau: structurerend. Context: consumptie. Publiek: onbekende taalgebruiker. U kan deze toetstaak samen met toetstaak 43 geïntegreerd afnemen.. Materiaal nodig voor deze toetstaak Voor elke cursist een toetsblad Voor uzelf: een kopie van het toetsblad 2. Het afnemen van de toetstaak 2.. Het introductiegesprek U kan deze toets best beginnen met een kort gesprekje over het formuleren van je eigen mening. Volgende vragen kunnen hierbij aan bod komen. Hebben de cursisten hun mening al eens moeten verwoorden? In welke context was dit? Hoe hebben ze zich op dat gesprek voorbereid? 2.2. Mondelinge instructies voor de cursisten Na het introducerend gesprek geeft u de cursisten de volgende instructie: Je woont al een tijdje in België. Straks komt iemand van de krant vragen stellen. Je moet vertellen wat je van België vindt.. Maar eerst krijg je tien minuten om dat gesprek voor te bereiden. Op je toetsblad staan 0 thema s over België. (U leest die best even voor). Kies vier thema s. Schrijf kort op wat je tijdens het gesprek over deze vier thema s wil zeggen. Ik geef een voorbeeld. Ik hou van het eten in België omdat er veel soorten fruit zijn. Je moet dus voor elk thema dat je kiest zeggen wat je vindt en waarom. Je mag je antwoorden op het briefje op het volgende blad schrijven. Veel succes!!!
3. Ondersteunende didactische principes 3.. Aandachtspunten bij het afnemen van de toetstaak Het is aangewezen dat u de cursisten tijdens het uitvoeren van de toetstaak op geen enkele wijze helpt. Indien er cursisten zijn die de bal misslaan, kan u eventueel wel de instructies nog eens op dezelfde manier herhalen. Extra uitleg, zoals woordverklaringen, dient echter uitgesloten te worden. Omdat de cursisten op dit niveau in staat moeten zijn aantekeningen voor zichzelf te maken, raden we af hen een woordenboek te laten gebruiken bij het maken van deze toetstaak. 3.2. Het afstemmen van de toetstaak op de kenmerken van uw cursistengroep Indien u denkt dat het thema van deze toetstaak niet echt geschikt is voor uw cursisten, kan u natuurlijk voor een andere topic kiezen. Zo kan u hen bijvoorbeeld een brief naar een vriend laten schrijven met daarin hun mening over een film die ze gezien hebben.
4. Het beoordelen en interpreteren van de resultaten 4.. Het beoordelingsmodel De nadruk ligt eerder op het overbrengen van de inhoud van de boodschap, niet op de vorm. Wanneer de vorm van de tekst het begrijpen van de boodschap echter belemmert, krijgt de cursist een lagere score op de vormelijke elementen. Indien deze toetstaak geïntegreerd wordt afgenomen met toetstaak 43 valt deze beoordelingssleutel weg, en moet enkel het beoordelingsmodel bij toetstaak 43 gebruikt worden om te scoren.
Toetsitems Preconditie De cursist maakt aantekeningen die in relatie staan met de gegeven opdracht. Inhoud:! De cursist mag zelf kiezen hoeveel hij over één tekening schrijft. Het is echter niet zo dat een cursist die heel veel schrijft over één thema meer punten krijgt. Indien hij maar over één thema schrijft, krijgt hij op 3 voor de inhoud. Score! Enkel antwoorden die een evaluatieve component bevatten, worden als juist aangerekend. Item : de cursist geeft zijn mening en een reden m.b.t. een eerste thema - In België zijn er veel gebouwen omdat het een oud land is wordt als fout aangerekend, want er zit geen evaluatieve component in, het gaat hier eerder om een statement. - Ik hou van de Belgische mensen omdat ze zo vriendelijk zijn. wordt als juist aangerekend: er zit een evaluatieve component in (ik hou van) en er wordt een reden voor de mening gegeven. Item 2: Item 3: Item 4: de cursist geeft zijn mening en een reden m.b.t. een tweede thema de cursist geeft zijn mening en een reden m.b.t. een derde thema de cursist geeft zijn mening en een reden m.b.t. een vierde thema Vorm Het aantal fouten dat de cursist schrijft is aanvaardbaar. De fouten zijn niet hinderlijk in het begrijpen van wat de cursist bedoelt. De tekst is eenvoudig gestructureerd: de cursist springt niet van de hak op de tak. OF: De cursist schrijft (heel) veel fouten en/of de fouten die hij maakt belemmeren het begrijpen van wat hij bedoelt. De tekst is niet logisch opgebouwd: de cursist springt van de hak op de tak en het is moeilijk de logica te volgen. of 0 Totaal 5
4.2. De scoretabel Scoretabel Wat vind jij van België? Deel Klas:... Datum:.../.../... Naam van de cursist: Item Item 2 Item 3 Item 4 Vorm Totaal op 5. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 0.. 2. 3. 4. 5.
Naam:.. Datum:... TOETS Je woont al een tijdje in België. Straks komt iemand van de krant vragen stellen. Je moet vertellen wat je van België vindt. Maar eerst krijg je 0 minuten om dat gesprek voor te bereiden. Op je toetsblad staan 0 thema s over België. Kies 4 thema s. Schrijf kort op wat je tijdens het gesprek over deze vier thema s wil zeggen. Schrijf ook bij elke thema waarom je dat vindt. Je mag je antwoorden op het briefje op het volgende blad schrijven. Je mag kiezen uit de volgende thema s: - de mensen in België - het weer in België - vrije tijd in België - wonen in België - werken in België - Nederlands - het onderwijs in België - het verkeer in België - gebouwen, monumenten, musea,... in België - de kleren in België -... Toetsblad cursist www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken
. 2. 3. 4. Toetsblad cursist www.cteno.be/voorbeeldtoetstaken