Werkbarometer Een groot deel van ons leven werken we. Om geld te verdienen. Maar is dit het enige? Veel mensen zouden zeggen dat ze ook werken om zichzelf te ontplooien. De vraag is dan, wat we zouden willen ontwikkelen en wat we belangrijk vinden. Door middel van de volgende opdracht onderzoek je,of er verschillende opvattingen in Nederland, Kirgizië en India zijn over werk en zo ja, of je deze verschillen kunt benoemen. 1. Geef op een schaal van 1 (niet belangrijk) tot 10 (zeer belangrijk) aan, hoe belangrijk jij de volgende dingen in een baan vindt: 1 Een interessante functie. 2 Een functie waar je dat, wat je weet en beheerst kunt benutten. 3 Waardering. 4 De mogelijkheid om initiatief te tonen. 5 Een werkkring, waar je merkt, dat je iets kunt bereiken. 6 Een verantwoordelijke functie. 7 Een goede vakantieregeling. 8 Goede werktijden. 9 Niet te veel spanning. 10 De zekerheid niet ontslagen te worden. 11 Een goed salaris. 2. Vul je resultaten uit tabel 1 in het diagram hieronder in. Verbind de punten tot een lijn: jouw persoonlijke werkbarometer. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 3. Wat valt je op: Is er een opstijgende of dalende lijn, zijn er bepaalde pieken of dalen? En kun je die verklaren?
4. Bekijk de werkbarometers van Nederland, Kirgizië en India. Nederland a) Wat valt je op als jij je eigen figuur 10 met die van Nederland vergelijkt? 9 8 7 6 5 4 3 2 1 b) Wat zijn verschillen en 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 overeenkomsten tussen de Kirgizië werkbarometers van Nederland, Kirgizië en India. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 India 10 9 8 c) Heb je een verklaring voor de verschillen? 7 6 5 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 5. Bekijk de films over werk op de website Erasmus Festival werk stap 2. Welke onderwerpen uit de tabel van opdracht 1 komen in de films terug? Probeer met behulp van de barometers van India en Kirgizië te verklaren waarom de mensen in de films deze onderwerpen noemen. 6. Wie van de mensen in de films sprak je het meest aan en waarom? 7. Denk je, dat het goed zou zijn als meer mensen in Nederland zo tegen werk zouden aankijken als de mensen in Kirgizië of India? Licht je antwoord toe.
Docenteninformatie Werkbarometer De opdracht Deze opdracht werd in het kader van het Erasmus Festival 2008 ontwikkeld. Hij heeft als doel om aan de hand van de films, die studenten in Kirgizië en India hebben gemaakt, en kaarten uit de European/World Values Study de leerlingen kennis te laten maken met enkele aspecten van de Kirgizische en Indiase cultuur en deze te vergelijken met hun eigen opvattingen en hoe men in Nederland over deze vraagstukken denkt. Door middel van een werkbarometer wordt voor de leerlingen inzichtelijk gemaakt, dat er verschillende werkkwaliteiten zijn. Individuele verschillen nagelaten is er een duidelijk onderscheid te zien in zogenaamde intrinsieke (of expressieve) en extrinsieke (of instrumentele) werkkwaliteiten. De eerste zes behoren tot de eerste groep. Hier wordt zichtbaar dat met name aspecten die te maken hebben met zelfontplooiing in Nederland belangrijk zijn. Dat intrinsieke factoren een grotere rol spelen zou te maken hebben met de ontwikkeling naar een postmaterialistische samenleving. 1 Inglehart gaat uit van de behoeftenhiërarchie van Maslow 2 waarin onderscheid wordt gemaakt tussen lagere en hogere menselijke behoeften. Die hiërarchie gaat van behoefte aan voedsel en beschutting, via veiligheid, affectie en waardering naar behoefte aan zelfontplooiing. Inglehart veronderstelt verder dat de sterke economische groei ervoor heeft gezorgd dat mensen de vervulling van de lagere behoeften als vanzelfsprekend ervaren, en daarom gaan uitzien naar hogere behoeften. Zodra aan de materialistische behoeften is voldaan, krijgen mensen post-materialistische behoeften, is zijn stelling. Salaris wordt dan relatief minder belangrijk gevonden dan in materialistische samenlevingen. Dit beeld wordt ook duidelijk in de grafieken van (vooral) India en Kirgizië. De mensen in de films noemen vooral materiële aspecten, wat te maken heeft met de relatief ongunstige situatie in deze landen. Plaats in het examenprogramma/de les De opdracht sluit aan bij kerndoel 43 van de onderbouw: Cultuurverschillen in Nederland; ML1/K/4 Cultuur en socialisatie van maatschappijleer 1 vmbo; ML2/K/6 De multiculturele samenleving en ML2/K/5 Mens en werk van maatschappijleer 2 vmbo; domein E Pluriforme samenleving van maatschappijleer havo en vwo; domein E Mens en werk bij maatschappijwetenschappen havo/vwo; module waardeoriëntatie bij levensbeschouwing. Tevens is de opdracht geschikt voor mentorlessen. In de aanhang vindt u de relevante kaarten ter nabespreking in de klas. In de nabespreking is het belangrijk om bij de tabellen en kaarten ook in te gaan op de overeenkomsten en niet alleen te focussen op de verschillen. Let bij de bespreking van de kaarten ook op de legenda. De kaarten zijn vervaardigd via het principe gelijke klassenbreedte om verschillen duidelijk te maken. De marges kunnen dus heel verschillend zijn; men moet men altijd naar de getallen zelf kijken. 1 L. Halman, R. Luijkx en M. van Zundert: Atlas of European Values. p. 48 en 49 2 Maslow, H.H. (1954). Motivation and personality. New York: Harper and Row.
Werkbarometer