Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Vergelijkbare documenten
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Betreft zaak: 1603/ Coperatie Cehave - Coperatie Landbouwbelang

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, lid 1, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld inartikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 lid 1 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT I. MELDING II. PARTIJEN

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm. NMa, Mededingingswet

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. pagina 1 van 5. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\44304opb.htm

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

BESLUIT. file://e:\archief1998\besluiten\bcm\bcm htm

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Transcriptie:

BESLUIT Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid van de Mededingingswet. Zaaknummer: 2526 / ACM - Cavo Latuco I. MELDING 1. Op 25 juni 2001 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Aan- en Verkoopcoperatie Meppel B.A. en Coperatieve Aanen Verkooporganisatie voor de Land- en Tuinbouw U.A. voornemens zijn te fuseren, in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 123 van 29 juni 2001. Naar aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht. II. PARTIJEN 2. Aan- en Verkoopcoperatie Meppel B.A. (hierna: ACM) is een coperatie met beperkte aansprakelijkheid naar Nederlands recht. ACM heeft 11 volle dochterondernemingen en heeft daarnaast deelnemingen in circa 20 ondernemingen, waaronder de Cebeco Groep. ACM is actief op het gebied van de productie en verkoop van mengvoeders voor de rundveesector, varkenssector en de pluimveesector, de verkoop van ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders voor de rundvee- en varkenssector, de verkoop van kunstmeststoffen en dierlijke meststoffen, de verkoop van zaaigranen en zaaizaden, de in- en verkoop van granen, de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen, de exploitatie van een aantal winkels op het gebied van tuin, dier en hobby, onder de naam Welkoop[1] en de exploitatie van een aantal tankstations. Ten slotte adviseert en ondersteunt ACM haar ongeveer 13.000 leden ten aanzien van een groot aantal activiteiten op het gebied van akkerbouw en veehouderij. ACM verricht haar activiteiten binnen Nederland vrijwel uitsluitend in de provincies Groningen, Friesland, Drenthe en Flevoland en in Noord-West Overijssel en Noord-West Gelderland. ACM is tevens actief in Noord-West Duitsland. 3. Coperatieve Aan- en Verkooporganisatie voor de Land- en Tuinbouw U.A. (hierna: Cavo Latuco) is een coperatie met uitsluiting van aansprakelijkheid naar Nederlands recht. Zij heeft 11 volle dochterondernemingen en daarnaast deelnemingen in een aantal ondernemingen, waaronder de Cebeco Groep. Cavo Latuco is actief op het gebied van de productie en verkoop van mengvoeders voor de rundveesector, varkenssector en de pluimveesector, de verkoop van ruwvoeders respectievelijk andere enkelvoudige vochtige voeders voor de rundvee- en varkenssector, de verkoop van kunstmeststoffen en dierlijke meststoffen, de in- en verkoop van zaaigranen en zaaizaden, de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen, de verkoop en onderhoud van installatietechniek, de verkoop van substraten, de groothandel in plant- en

snijbloemgerelateerde producten, leveranties ten behoeve van de glastuinbouw de exploitatie van een aantal winkels op het gebied van tuin, dier en hobby, onder de naam Welkoop. Ten slotte adviseert en ondersteunt Cavo Latuco haar ongeveer 8.700 leden ten aanzien van een groot aantal activiteiten op het gebied van akkerbouw, veehouderij en glastuinbouw. Cavo Latuco verricht haar activiteiten voornamelijk in de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht en in het noorden van Noord-Brabant. III. DE GEMELDE OPERATIE 4. De coperaties van ACM en Cavo Latuco zullen door een juridische fusie worden verenigd in n coperatie. De leden van de huidige coperaties worden lid van de nieuwe coperatie. De activiteiten van de coperatie zullen worden ondergebracht in een nog op te richten besloten vennootschap (Agrifirm B.V.). De coperatie houdt alle aandelen in deze vennootschap. Partijen hebben een Intentieverklaring, d.d. 28 mei 2001 overgelegd, waaruit een en ander blijkt. IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT 5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder a, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven transactie leidt er toe dat ACM en Cavo Latuco fuseren. 6. Betrokken ondernemingen zijn ACM en Cavo Latuco. 7. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. V. BEOORDELING A. Relevante markten Relevante productmarkten 8. De activiteiten van partijen overlappen op de volgende gebieden: de productie en verkoop van mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee, de verkoop van ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders voor de rundvee- en varkenssector en de verkoop van kunstmeststoffen en dierlijke meststoffen, de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen, de verkoop van zaaizaden en zaaigranen en detailhandelsactiviteiten op het gebied van tuin, dier en hobby (exploitatie van Welkoopwinkels). Mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee 9. Partijen geven aan dat de markt voor de productie en verkoop van mengvoeders onderverdeeld dient te worden in aparte markten voor

mengvoeders voor rundvee, voor varkens en voor pluimvee, aangezien zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde de substitutie gering is. De samenstelling, de vorm en de afmeting van het mengvoeder verschilt per diersoort. 10. In een eerder besluit is reeds gesteld dat vraagsubstitutie niet aan de orde is en dat ook substitutie aan de aanbodzijde een afnemende betekenis heeft, derhalve moet eerder worden uitgegaan van afzonderlijke markten voor mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee.[2] In het onderhavige geval kan in het midden blijven of mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee aparte markten vormen, of dat moet worden uitgegaan van n markt voor de productie en verkoop van mengvoeders, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet benvloedt (zie de punten 23 tot en met 26). Ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders voor rundvee en varkens 11. Voorbeelden van ruwvoeders zijn gekuilde mas, bietenpulp en aardappelvezels. De verkoop van ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders dient volgens partijen als een afzonderlijke markt te worden beschouwd. Ruwvoeders worden als aanvulling gebruikt op het mengvoer, niet als substituut. Ruwvoeders zijn eenvoudiger te produceren en de prijs voor ruwvoeders is aanzienlijk lager dan de prijs voor mengvoeders. De verschillende ruwvoeders worden zowel aan de rundveesector als aan de varkenssector geleverd; de pluimveesector gebruikt geen ruwvoeders. In tegenstelling tot mengvoeders dienen daarom bij ruwvoeders niet verschillende deelmarkten te worden onderscheiden, aldus partijen. Er bestaat geen verschil per diersoort wat betreft het gebruik van ruwvoeders. 12. Met partijen wordt er bij de beoordeling van de onderhavige concentratie van uitgegaan dat ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders een aparte markt vormen en wordt er geen nader onderscheid gemaakt naar voeders bestemd voor rundvee of voor varkens. Meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en -granen 13. Partijen zijn van mening dat respectievelijk de verkoop van meststoffen, de verkoop van gewasbeschermingsmiddelen en de handel in zaaizaden en zaaigranen, afzonderlijke productmarkten zijn, gelet op de specifieke bestemming van deze producten. Hierbij geven partijen aan dat op het gebied van meststoffen, dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen substituten zijn. Dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen worden gebruikt voor hetzelfde doel. 14. Meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en -granen worden doorgaans door dezelfde afnemers gekocht en door dezelfde aanbieders, als onderdeel van een assortiment, aan deze afnemers aangeboden. Dit is een reden om ze tot n markt te rekenen. Evenals in eerdere besluiten kan in het onderhavige geval echter in het midden blijven of de verkoop van meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en zaaigranen afzonderlijke markten zijn dan wel tot n productmarkt behoren, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet benvloedt (zie de punten 29 en 30).[3] Tevens kan in het midden blijven of de (deel)markt voor meststoffen opgedeeld dient te worden in aparte markten voor dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen, aangezien dit de uiteindelijke beoordeling niet benvloedt (zie de punten 29 en 30).

Detailhandelsactiviteiten op het gebied van tuin, dier en hobby 15. Partijen geven aan dat zowel ACM als Cavo Latuco een aantal winkels onder de naam Welkoop exploiteren. Deze winkels verkopen producten op het gebied van akkerbouw, tuinbouw en veehouderij aan de leden van partijen, maar tevens aan tuindersbedrijven en particulieren. Partijen stellen dat de Welkoopwinkels in concurrentie treden met doe-het-zelf winkels en tuincentra. 16. In een eerder besluit[4] is geconcludeerd dat voor zover de verkoop aan particulieren plaatsvindt, Welkoopwinkels in concurrentie treden met doe-hetzelf winkels en tuincentra. Partijen exploiteren gezamenlijk circa 60 Welkoopwinkels; in Nederland zijn er in totaal circa 240 Welkoopwinkels. Het is aannemelijk dat Welkoopwinkels met name concurreren met andere landelijke formules zoals Intratuin, Gamma en Europatuin. De winkels van partijen zijn gelegen in hun eigen werkgebied. Op een mogelijke landelijke markt voor detailhandelsactiviteiten op het gebied van tuin, dier en hobby hebben partijen een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 5%.[5] Gelet op de geringe positie van partijen op dit gebied wordt hieraan in het navolgende verder geen aandacht besteed.[6] Relevante geografische markten Mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee 17. Partijen stellen dat de geografische markten voor de productie en verkoop van mengvoeders voor de verschillende diersoorten nationaal dienen te worden afgebakend. Hoewel partijen vrijwel uitsluitend producten afzetten in hun eigen werkgebied[7], kunnen zij zonder het maken van (veel) extra kosten in heel Nederland concurrerend verkopen. Evenals in eerdere besluiten, zal bij de beoordeling van de gevolgen van de onderhavige concentratie worden uitgegaan van nationale markten voor de productie en verkoop van mengvoeders voor de verschillende diersoorten.[8] Ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders voor rundvee en varkens 18. Partijen stellen dat de markt voor de verkoop van ruwvoeders respectievelijk andere enkelvoudige vochtige voeders nationaal afgebakend dient te worden. Ondanks dat wegens de aanzienlijk lagere prijs van ruwvoeders, transportkosten bij ruwvoeders een belangrijk deel van de verkoopprijs kunnen uitmaken, geldt voor deze voeders hetzelfde als gesteld onder punt 17 ten aanzien van mengvoeders. De hoogte van de transportkosten vormt geen belemmering voor verkoop door het gehele land, aldus partijen. Hierbij speelt een rol dat ruwvoeders restproducten zijn van de voedingsindustrie, die moeten worden afgevoerd. 19. In het onderhavige geval kan het in het midden blijven of de markt voor de verkoop van ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders een nationale of een regionale omvang heeft, omdat dit voor de uiteindelijke beoordeling niet uitmaakt (zie de punten 27 en 28). Meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en zaaigranen 20. Partijen zijn van mening dat de (deel)markt voor de verkoop van meststoffen nationaal is, aangezien het gelet op het mestoverschot voor

mestproducenten noodzakelijk is om hun dierlijke mest buiten het werkgebied af te zetten. Door het grote aanbod van dierlijke meststoffen is de vraag naar kunstmeststoffen gedaald. De producenten van kunstmeststoffen trachten eveneens tegen concurrerende prijzen de kunstmeststoffen buiten het werkgebied af te zetten. Partijen stellen derhalve dat de markt voor de verkoop van meststoffen nationaal is. 21. Partijen stellen dat de (deel)markten voor gewasbeschermingsmiddelen, zaaizaden en zaaigranen regionaal zijn, aangezien bij afnemers de geografische afstanden een grote rol spelen. Partijen ervaren dat een sterke regionale aanwezigheid is vereist om de markten goed te kunnen bedienen.[9] 22. In het onderhavige geval kan het in het midden blijven of de markt(en) voor meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en zaaigranen een nationale of een regionale omvang heeft(hebben), omdat dit voor de uiteindelijke beoordeling niet uitmaakt (zie de punten 29 en 31). B. Gevolgen van de concentratie Mengvoeders voor rundvee, varkens en pluimvee 23. De nationale markt voor de productie en verkoop van mengvoeder voor rundvee bedroeg in 2000 3.425.000 ton.[10] ACM heeft in het boekjaar 1999/2000 420.312 ton afgezet en Cavo Latuco in 2000 199.868 ton. ACM en Cavo Latuco hebben daarmee een gezamenlijk marktaandeel van circa 18%. 24. De nationale markt voor de productie en verkoop van mengvoeder voor varkens bedroeg in 2000 6.500.000 ton.[11] ACM heeft in het boekjaar 1999/2000 210.275 ton afgezet en Cavo Latuco in 2000 103.473 ton. ACM en Cavo Latuco hebben daarmee een gezamenlijk marktaandeel van circa 5%. 25. De nationale markt voor de productie en verkoop van mengvoeder voor pluimvee bedroeg in 2000 3.850.000 ton.[12] ACM heeft in het boekjaar 1999/2000 334.977 ton afgezet en Cavo Latuco 118.817 ton. ACM en Cavo Latuco hebben daarmee een gezamenlijk marktaandeel van circa 12%. 26. Wanneer wordt uitgegaan van n markt voor de productie en verkoop van mengvoeders, ongeacht de diersoort waarvoor het voeder bedoeld is, dan behalen ACM en Cavo Latuco in 2000 op een nationale markt een gezamenlijk marktaandeel van circa 10%. Er zijn belangrijke concurrenten van partijen met een vergelijkbaar, of zelfs iets groter, marktaandeel, zoals Cehave-Landbouwbelang en ABCTA. Ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders voor rundvee en varkens 27. In 2000 is op een nationale markt 4.888.000 ton aan ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders afgezet.[13] ACM heeft in het boekjaar 1999/2000 297.117 ton afgezet en Cavo Latuco in 2000 75.000 ton. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen op een nationale markt bedraagt daarmee in 2000 circa 8%. 28. Wanneer wordt uitgegaan van regionale markten overlappen de activiteiten van partijen nauwelijks, aangezien zij vrijwel uitsluitend in hun eigen werkgebied actief zijn.

Meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en zaaigranen 29. Indien wordt uitgegaan van aparte nationale markten voor meststoffen, voor gewasbeschermingsmiddelen en voor zaaizaden en -granen, behalen partijen gezamenlijke marktaandelen van respectievelijk ca. [0-10]*%, [20-30]% en [10-20]%[14]. Wanneer wordt uitgegaan van een nationale markt voor meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaaizaden en -granen tezamen, behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel van ruim onder de [20-30]%. 30. Indien wordt uitgegaan van aparte nationale markten voor dierlijke meststoffen en kunstmeststoffen, behalen partijen gezamenlijke marktaandelen van respectievelijk [0-10]% en [30-40]%. De prijs voor dierlijke meststoffen is de laatste tijd als gevolg van het mestoverschot gedaald, terwijl de kwaliteit is toegenomen. Als gevolg hiervan is het voor afnemers aantrekkelijker geworden om in plaats van kunstmest dierlijke mest te kopen. Er is een daling van de vraag naar kunstmest; ook de afzet van partijen op dit gebied is de afgelopen vijf jaren gedaald. 31. Wanneer wordt uitgegaan van regionale markten, dan overlappen de activiteiten van partijen nauwelijks, aangezien zij vrijwel uitsluitend in verschillende werkgebieden actief zijn. VI. CONCLUSIE 32. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd. 33. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist. Datum: 23 juli 2001 De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, voor deze: w.g. Mr. W.C.J. de Lange Wnd. hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM Rotterdam. -------------------------------------------------------------------------------- [1] Welkoop is een franchiseformule van Agri Retail B.V. [2] Besluit van 20 december 1999 in zaak 1603/Coperatie Cehave Coperatie Landbouwbelang, punt 9. [3] Zie het besluit in zaak 1603/ Coperatie Cehave Coperatie Landbouwbelang, reeds aangehaald, punt 11 en het besluit van 18 november 1998 in zaak 1141/Cavo Latuco Kringkoop CTAV, de punten 18 tot en met 21. [4] Besluit in zaak 1141/Cavo Latuco Kringkoop CTAV, reeds aangehaald, de punten 19 tot en met 21. [5] Dit marktaandeel is gebaseerd op de marktomvang zoals gegeven in het Bestedingsonderzoek Tuinbranche, dat is verricht door GFK Interact Consumentenpanel, mei 2000. [6] Gelet op dit geringe marktaandeel kunnen ook geen marktafsluitende effecten worden verwacht van een mogelijke verticale relatie met de activiteiten van partijen op het gebied van mengvoeders, ruwvoeders en andere enkelvoudige vochtige voeders, meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen, zaaizaden en zaaigranen en de activiteiten van Cavo Latuco op het gebied van de verkoop van substraten, de groothandel in plant- en snijbloemgerelateerde producten en leveranties ten behoeve van de glastuinbouw. [7] Zie de punten 2 en 3. [8] Zie ook bijvoorbeeld het besluit in zaak 1603/Coperatie Cehave Coperatie Landbouwbelang, reeds aangehaald, punt 14. [9] In het besluit in zaak 1603/Coperatie Cehave Coperatie Landbouwbelang, reeds aangehaald, punt 15, is eveneens uitgegaan van regionale markten. [10] Bron: Productschap Diervoeder/STIGEVO, 16 maart 2001. [11] Bron: Productschap Diervoeder/STIGEVO, 16 maart 2001. [12] Bron: Productschap Diervoeder/STIGEVO, 16 maart 2001. [13] Partijen geven aan dat zij hun schatting, voor zover mogelijk, hebben geverifieerd bij het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. * In deze openbare versie van het besluit zijn vertrouwelijke gegevens verwijderd of weergegeven door middel van een bandbreedte; dit is aangegeven met vierkante haken. [14] Partijen schatten dat in Nederland in 2000 in totaal 6.000.000 ton dierlijke

mest en 1.100.000 ton kunstmest, voor NLG 670 mln aan gewasbeschermingsmiddelen en voor NLG 250 mln aan zaaizaden en -granen is afgezet. De nationale cijfers m.b.t. meststoffen zijn door partijen geverifieerd bij de Nederlandse Kunstmest Federatie (NKF) en bij verschillende partijen die actief zijn in deze branche. Er is geen reden om aan de opgave van partijen te twijfelen. Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.