PROJECTHANDLEIDING E.H.B.O. Eerste Hulp Bij Opvoeden

Vergelijkbare documenten
PROJECTHANDLEIDING E.H.B.O. Eerste Hulp Bij Opvoeden

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

WORKSHOP: Plan van Aanpak

PROJECTHANDLEIDING. Het ontwikkelboek

SW-B-K1-W2 (C) Maakt een plan van aanpak. Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

WORKSHOP 1: Persoonlijke verzorging PROJECTHANDLEIDING

PROJECTHANDLEIDING BBL PW

BPV werkboek. Technicus elektrotechnische industriële installaties en systemen niveau 4 BBL Crebonummer: BPV-werkboek 25262/versie sept.

Leerjaar Doelstelling opdracht. Activiteit Betrokkenen Loopbaancompetenties. Motievenreflectie Kwaliteitenreflectie

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Beoordelingseenheid B Proeve van Bekwaamheid. Planmatig werken. Crebonummer: 92620

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

Workshophandleiding Thematisch werken BBL PW, niveau 4

SECTORWERKSTUK

2017 exameneenheid 4 kwaliteitszorg

SW-B-K1-W3 (C) Oefenopdracht C Niveau 4 Crebo: Cohort: Geldig vanaf

Handleiding examinering student eind stage

Consortium Beroepsonderwijs

Cursus. Kindvolgsysteem, begeleidingsplannen

PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2011

Praktijk oriëntatie. Maatschappelijke zorg. Niveau 3 + 4

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

DEEL B EXPRESSIEF TALENT KWARTIEL 11: DE CENTRALE UITDAGING. Expressief talent ZORG & WELZIJN ONTWIKKELAAR: MARLOT GIJSBERS 1

Breidt netwerk min of meer bij toeval uit. Verneemt bij bedrijven wensen voor nieuwe

2 jarig Verzorgende IG BOL

OPDRACHTEN BIJ THEMA 7 PROFESSIONELE GESPREKKEN

Studentbegeleiding: Analyse van en reflectie op het begeleidingsgesprek

SCW BOL 2 / 3. Project MY PLACE

PROEVE VAN BEKWAAMHEID

(Docentenhandleiding) Rollenspel

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Praktijkkaart basisfase SAW Jeugdzorg

Instructie Praktijkopleider of BPV Beoordelaar

Sociale en recreatieve activiteiten

Organisatie van werkzaamheden

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

OPDRACHTEN. Verzorgende IG. Module 8 Kraamzorg

Instructie student. Ontwikkelingsgericht Praktijkbeoordelen.nl

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

OPLEIDING tot MBO- VERPLEEGKUNDIGE. Ondersteuningsmagazijn gevorderd 1 BEROEPSTAAK E

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

Beroepsgerichte Examens Consortium Beroepsonderwijs serie 2014 Zorg & Welzijn Instructie voor de examenkandidaat

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Marijke Willems. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Docentenexemplaar. Verzamelformulier beroepsgerichte examens. Beoordeling O V G. Consortium Beroepsonderwijs

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Module 9 Kennis delen en coachen

Inhoud. Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

Het maken van een casus is een onderdeel van beroepsprestatie 1.5 Zorgen voor veiligheid in onverwachte situaties

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL MZ, niv.3

Informatiebrochure. Profielwerkstuk HAVO Colegio Arubano

Eindverslag stage jaar 1

Inhoudsopgave. Stages. Het zoeken van een stageplaats Stappenplan

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

PROJECTHANDLEIDING Oudercontacten. On your site BOL PW, niveau 4

Leerwerktaak: Verhaaltjessom oplossen aanleren

Sectorwerkstuk

Professioneel communiceren: belangrijk onderdeel van dit boek en deze lessen DENK NA: WAAR KAN JE ALS JURIDICH MEDEWERKER TERECHTKOMEN?

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

Training. Interactieve vaardigheden

PROJECTFORMULIER het beste idee BOL Niv.3/4 verdiepingsfase

Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Letteren Afdeling Nederlands Tweede Taal De Boelelaan HV Amsterdam

DE ZES-STAPPENMETHODE ZELF WERKEN AAN JE WERKPROCESSEN. Illustraties: Corien Bögels

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Voorwoord Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

BOL OPLEIDINGEN MAATSCHAPPELIJKE ZORG AVENTUS APELDOORN / DEVENTER STUDIEWIJZER

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

HANDLEIDING Algemeen Dagelijkse Levensverrichtingen BOL-MZ, niveau 4

Training. Presenteren en instrueren

Cursushandleiding. Tja, wat zal ik zeggen, met cliënten in gesprek over spiritualiteit

SECTORPROJECT 4 VMBO - T

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Naam: Stageplek: Klas:

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

Cursus. Ontwikkeling van het beroep en de beroepshouding

Collectief aanbod Jeugd Houten

kinderrechten Aardrijkskunde kinderrechten gehoord? Met welke kinderrechten hebben zij te

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

Porfolio. Politie Vormingscentrum

READER STUDENTENCOACH EERSTEJAARS

Een verslag van coachende begeleidingsgesprekken met een klasgenoot over de leerdoelen en leerpunten tijdens de stage.

Het functioneringsgesprek

2 Stappen en fasen bw.indd :35

Ontwerponderzoek paper 2 Geografische informatievaardigheden in 5 VWO

Beoordelingsformulier KET 13 (stage 3.2)

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Deelopdracht 1: Beginsituatie

Training. Professioneel samenwerken

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Marijke Willems

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Het Sectorwerkstuk

Mijn doelen voor dit jaar

Rondleiding collega. Bij deze opdracht toon jij vaardigheden en werkhouding aan door een rondleiding op je stagebedrijf te

ALGEMENE INSTRUCTIE EXAMINERING BEROEPSOPDRACHT A (BOL)

OPLEIDING HELPENDE ZORG EN WELZIJN TOETS BEROEPSOPDRACHT. Beroepstaak C Helpen bij (sociale) activiteiten. Niveau Gevorderd

Transcriptie:

PROJECTHANDLEIDING E.H.B.O. Eerste Hulp Bij Opvoeden PM/JZ Kerntaak: Werkproces niv. 4: Kerntaak: Werkproces niv. 4: SCW kerntaak : Kerntaak: 1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak. 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van de het kind/de jongere. 1.2 Stelt een activiteitenprogramma op. 1.3 Maakt een plan van aanpak. 2. Opvangen en begeleiden van het kind/de jongere. 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang. 2.2 Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging. 2.4 Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan. 1.Opstellen van een plan van aanpak. 1.1 Inventariseert de vraag. 1.2 Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten. 2. Uitvoeren van projecten of activiteiten. 2.1 Biedt ondersteuning. 2.2 Bereidt projecten en activiteiten voor. 2.3 Begeleidt cliënt/ groep tijdens activiteiten. N.B. De schuin gedrukte werkprocessen komen het meest overeen met de inhoud van het project. Deze werkprocessen zou je tijdens dit project goed kunnen uitwerken m.b.v. je praktijkkaart. LEERDOEL De student kan aan het einde van het project onder begeleiding van docent en stagebegeleid(st)er een passend plan van aanpak schrijven voor de begeleiding van opvallend gedrag bij een kind/jongere(n) volgens het 3-fasen model. MBO college Hilversum Welzijn 1

Inhoudsopgave ` 1. Algemene informatie over het project 3 1.1 Workshops 4 1.2 Opdrachten workshops 4 1.3 Eindopdracht projecthandleiding 4 1.4 Afronding project 4 2. Inhoud van het project 5 2.1 Inleiding op het project 5 2.2 Beschrijving workshops 6 2.2.1 Workshop 1: Methodiek, Plan van Aanpak 7 2.2.2 Workshop 2: Psychologie, Opvallend Gedrag 8 2.2.3 Workshop 3: Zelfstandig gedrag 9 Bijlagen 10 1. Beschrijving eindopdracht 11 Regulier 12 Aangepast 16 2. Beoordelingslijst eindopdracht 20 Regulier 20 Aangepast 22 3. Invulformulier plan + voorbeeld invulformulier plan 24 4. Invulformulier ontwikkelingsgerichte activiteiten 26 5. Aftekenlijst 28 Regulier 29 Aangepast 30 6. Aftekenformulier stagebegeleid(st)er 31 7. Evaluatieformulier E.H.B.O (Eerste Hulp bij Opvoeden) 32 8. Afronding project 33 9. Nuttige websites 34 MBO college Hilversum Welzijn 2

Algemene informatie over het project Voor je ligt de projecthandleiding van het project E.H.B.O, Eerste hulp bij Opvoeden. Dit project is een verdieping op eerdere projecten die je al hebt gedaan, zoals bijvoorbeeld Het ontwikkelboek, waarin je bezig geweest met begeleiden van kinderen en jongeren. Tijdens dit project gaan we kijken naar de begeleiding van kinderen en jongeren met opvallend gedrag. Hoe begeleid je bijvoorbeeld Terence, een jongen die snel in de verdediging schiet en agressief reageert op de groepsleiding? Of Marieke, die niet met andere kinderen speelt? Wat te doen aan de concentratieproblemen van Ahmed? En is pesten echt uit te roeien en wat moet je doen om dat gedrag aan te pakken? Het is voor jou belangrijk om inzicht te krijgen in de verantwoordelijkheden die je hebt ten aanzien van de begeleiding van opvallend gedrag. Daarnaast zal je kennis moeten opdoen over verschillende vormen van opvallend gedrag en van verschillende methodieken om dit gedrag te begeleiden. We gaan ons tijdens dit project dan ook bezig gaan houden met bovenstaande vragen. Uiteindelijk zal je bewust een rol kunnen kiezen en keuzes kunnen maken in de begeleiding van opvallend gedrag. Het project bestaat uit drie workshops ( Methodiek, Psychologie en Zelfstandig gedrag ). Om dit project af te ronden, schrijf je een plan van aanpak voor een kind/jongere met opvallend gedrag waarin alle kennis en vaardigheden die je tijdens verschillende workshops hebt ontwikkelt, samen zullen komen. Het is binnen dit project erg belangrijk om continu een koppeling te maken tussen de theorie die op school aan bod komt en de werkwijze van stage. Zorg er daarom voor dat je deze koppeling ook kunt maken door stageopdrachten uit te voeren en documenten op stage te lezen als hierom gevraagd wordt. Daarnaast zijn ook de volgende zaken van belang: Omdat je in dit project te maken kunt krijgen met gevoelige informatie, is het erg belangrijk om goed te overleggen met je stagebegeleid(st)er over alle stappen die je tijdens dit project uit gaat voeren. Vooraf toestemming voor uitvoering van de opdrachten is absoluut vereist. Zorg dat je toestemming krijgt voor het lezen (en gebruiken) van materiaal vanuit je stage als hier in het project om gevraagd wordt. Persoonlijke gegevens, zoals namen en adressen van kinderen of ouders noem je niet. Gebruik uitsluitend de initialen van het kind/ de jongere(n). Zorg ervoor dat je niet zomaar materiaal gebruikt van anderen waar auteursrecht op zit; vermeld je bronnen (auteur, titel, bronvermelding). We wensen je heel veel plezier met het werken aan dit project en hopen dat je veel zult leren! MBO college Hilversum Welzijn 3

1.1 Workshops Inmiddels weet je globaal waar je je in dit project mee bezig zult gaan houden en waar je naartoe zult werken. Zoals al eerder genoemd is, zal je binnen dit project te maken krijgen met drie verschillende workshops. De workshops binnen dit project zijn: - Methodiek, Plan van Aanpak Binnen deze workshop zal je kennis opdoen ten aanzien van methodisch werken en ga je oefenen met het toepassen van het 3-fasen model. - Psychologie, Opvallend gedrag Binnen deze workshop zal je kennis opdoen ten aanzien van verschillende vormen van opvallend gedrag en worden er verschillende methoden van begeleiden besproken. - Drama, Het begrijpen en optimaliseren van gedrag Binnen deze workshop zal je gaan experimenteren met jouw reacties op opvallend gedrag en kun je verschillende begeleidingsvormen oefenen.. 1.2 Workshopopdrachten Voor dit project geldt dat alle workshops getoetst worden aan de hand van de eindopdracht. Je krijgt dus niet per workshop een opdracht, maar je werkt toe naar één grote eindopdracht waarin je alle kennis en vaardigheden uit de verschillende workshops zult moeten combineren. Je zult dus kwantitatief (qua hoeveelheid) minder werk hoeven te verzetten, maar we verwachten wel dat de kwaliteit van de uitwerking van je eindopdracht daarmee verhoogd wordt. Aanwezigheid bij de workshops is verplicht en is daarnaast zeer gewenst omdat de inhoud van de lessen belangrijke input is voor de uitwerking van je eindopdracht. 1.3 Eindopdracht Om dit project af te ronden zal je een uitgebreid Plan van Aanpak moeten schrijven volgens het 3 fasen model (Boek Methodisch werken in de kinderopvang en jeugdzorg, blz. 63). In dit Plan van Aanpak laat je zien dat je alle kennis en vaardigheden die je tijdens je project hebt ontwikkelt, kunt toepassen. Voor de uitwerking van de eindopdracht(en) zie bijlage 1. 1.4 Afronding project Zoals bij elk project, zal ook dit project in de zogenaamde toetsweek afgerond worden. Om dit project af te kunnen ronden, zal je met je LBB-er een keuze moeten maken tussen twee afrondingsopdrachten, welke beide omschreven staan in bijlage 6. Zorg ervoor dat je ruim van te voren met je LBB er hebt afgesproken welke afrondingsopdracht jullie gaan uitvoeren, zodat jullie je hierop goed kunnen voorbereiden. MBO college Hilversum Welzijn 4

2. Inhoud van het project 2.1 Inleiding op het project Begeleiden en opvoeden is het hart van het vak van pedagogisch werker. Het is je hoofdtaak. Soms vertonen kinderen of jongeren gedrag waardoor de pedagogisch werker serieuzer moet nadenken over de begeleiding van dit kind. Soms noemen mensen dit gedrag, onaangepast, of moeilijk gedrag. Wij noemen het graag opvallend gedrag. Opvallend gedrag is gedrag wat afwijkt van het gedrag wat de meeste kinderen/jongeren vertonen in een bepaalde situatie of wanneer gedrag afwijkt van het gedrag wat een kind/jongere normaal gesproken laat zien. Dit hoeft niet per se problemen op te leveren op dit moment, toch kan in latere instantie voor een kind of jongere belemmerend werken, denk maar eens aan verlegenheid, faalangst of over-assertief gedrag Opvallend gedrag kan een signaal zijn, een teken dat het kind zich niet gelukkig voelt. Maar wat kun je doen en wat moet je laten? Hoe kun je het gedrag van een kind veranderen? Bestaat er een soort recept waarin staat hoe je met opvallend gedrag moet omgaan? Hoe moet je het kind benaderen? Wat is een goede aanpak? Wat is de juiste houding? Welke ervaringen heb je inmiddels opgedaan met gedragsverandering? Dit project, Eerste Hulp Bij Opvoeden, wordt op de volgende manier opgestart: 1. De projectleider geeft een algemene inleiding op het project. 2. Daarna neem je de projecthandleiding zelfstandig nog eens goed door en noteer je eventuele vragen/opmerkingen (Let op! Dit doe je vóórdat de eerste lessen beginnen). 3. Je vraagt je loopbaanbegeleider en/of workshopdocenten eventueel om toelichting op zaken die je nog niet goed begrijpt. (Let op! Doe dit uitsluitend tijdens de eerste les, zodat je geen kostbare tijd verspilt). Resultaat: Je bent op de hoogte van de inhoud en eisen van het project. Je kunt een planning maken voor de uitvoering van het project. Je kunt je stagebegeleid(st)er op de hoogte stellen van de inhoud van het project. Duur: 1 x 2 lesuren op school 1 x 1 uur zelfstandig doorlezen projecthandleiding 1 x ½ uur op stage MBO college Hilversum Welzijn 5

2.2 Beschrijving workshops In dit onderdeel vind je een beschrijving van alle workshops uit dit project: - 2.2.1 Methodiek, Plan van Aanpak. - 2.2.2 Psychologie, Opvallend gedrag. - 2.2.3 Drama, het begrijpen en optimaliseren van gedrag MBO college Hilversum Welzijn 6

2.2.1: WORKSHOP 1: Methodiek Plan van aanpak In de media is het erg hip om te laten zien hoe mensen kunnen veranderen. In verschillende tv-programma s met nannies laten je bijna dagelijks zien hoe je probleemgedrag van kinderen/jongeren moet begeleiden en ook zelfhulpboeken voor ouders zijn bijna niet aan te slepen. Veel mensen snappen niet hoe het gedrag van kinderen in korte tijd kan veranderen. In deze workshop proberen we achter dit geheim te komen. Jij kunt veel bereiken met de kinderen of jongeren in je groep. Door jezelf volledig te verdiepen in het kind of de jongere, te onderzoeken wat de hulpvragen zijn en tenslotte een plan te maken, kun je gedrag vaak meer beïnvloeden dan je denkt In deze workshop leer je de betekenis van methodisch werken kennen en leer te werken met deze fasen van het methodisch werken. Je leert hoe je een plan van aanpak op kunt stellen aan de hand van het 3 fasen model en hoe je systematisch kunt werken aan het beïnvloeden van gedrag door middel van oefeningen en activiteiten. Inhoud: Fasen in methodisch werken 3-6-en 8-fasen model Het maken van een plan van aanpak Workshopopdrachten: o Zie eindopdracht voor dit project (bijlage 1) Literatuur: Boek: Methodisch werken in de kinderopvang en jeugdzorg Thema 2: Visie op methodisch werken in het PW - Hoofdstuk: Fasen in methodisch werken Boek: Opvoeden en begeleiden van kinderen. Thema 3 : Elk kind is anders - Hoofdstuk: Werken met een handelingsplan Thema 5: Opvoeden doe je samen - Hoofdstuk: Opvoedingsondersteuning Boek: Aanbieden van activiteiten in het pedagogisch werk Thema 2: Ontwikkelingsgerichte activiteiten - Alle hoofdstukken Duur: 8 x 2 lesuren MBO college Hilversum Welzijn 7

2.2.2 WORKSHOP 2: Psychologie, opvallend gedrag In je beroep ben je bezig om kinderen of jongeren te begeleiden. Soms gaat dat heel gemakkelijk. Het kind ontwikkelt zich volgens het boekje, dus zowel de cognitieve, lichamelijke, emotionele en sociale ontwikkeling verloopt normaal en het kind/de jongere zit lekker in zijn vel. Soms is de omgeving ingewikkeld voor het kind of de jongere: problemen in de gezinssituatie, kinderen of jongeren die gepest worden of die ergens wonen waarin ze niet gestimuleerd worden. Ook kunnen de oorzaken voor het gedrag van binnenuit komen. Het kind of de jongere heeft opvallend gedrag (mede) door een handicap of een stoornis. In deze workshop krijg je informatie over verschillende vormen van opvallend gedrag en mogelijke oorzaken van dit gedrag. We gaan dus kijken we naar de achtergrond van opvallend gedrag. Wat kan er aan de hand zijn en welke specifieke aanpak heeft dit gedrag nodig? Van daaruit kun je het kind/ de jongere zo goed mogelijk begeleiden. Daarbij kijken we ook naar het beleid/ de protocollen van jouw stage-instelling om zo te kunnen onderzoeken aan welke aanpak jouw instelling de voorkeur geeft. Inhoud: Veilige en onveilige hechting Opvallend gedrag Probleemgedrag/ gedragsstoornissen Workshopopdrachten: - Zie eindopdracht voor dit project (bijlage 1) Literatuur: Boek: Opvoeden en begeleiden van kinderen Thema 3: Elk kind is anders - Hoofstukken: Opvallend gedrag, omgaan met jongensgedrag, kindermishandeling Thema 4: Begeleiden in de groep: - Hoofstukken: Pesten, Agressie Duur: 8 x 2 lesuren MBO college Hilversum Welzijn 8

2.2.3 WORKSHOP 3: Drama, het begrijpen en optimaliseren van gedrag Als werker in de kinderopvang, de jeugdzorg of het sociaal cultureel werk worden we geconfronteerd met een grote diversiteit aan gedrag. Sommige gedragingen merk je niet op, het zijn gewone en voorspelbare gedragingen. Ander gedrag valt ons wel op vreemd, onvoorspelbaar, niet peilbaar en soms angstaanjagend. Om beter op dit soort gedragingen van kinderen/jongeren te kunnen reageren is het belangrijk om dit gedrag te onderzoeken, zodat je op professionele wijze kunt reageren. In deze workshop ga je experimenteren met verschillende reacties op opvallend gedrag. Je stapt tijdens deze workshop in de schoenen van een persoon die opvallend gedrag laat zien om de oorzaken van gedrag te begrijpen en om van daaruit op een professionele manier te reageren. Dit doe je door gebruik te maken van rollenspellen. Tijdens de laatste twee weken van deze workshop zal aan de hand van eigen ingebrachte casussen (het kind/ de jongere waarvoor je een plan van aanpak zult opstellen) getoetst worden of je de stof voldoende hebt eigen gemaakt. Inhoud: o Agressief gedrag o Angstig gedrag o Druk gedrag o Naar binnen gekeerd gedrag o Dwangmatig gedrag o Antisociaal gedrag o Claimend gedrag o Manipulatief gedrag o Teruggetrokken gedrag o Sterk wisselvallig gedrag etc. Eindprestatie: o Zie eindopdracht voor dit project (bijlage 1). Het onderdeel procesevaluatie hoort specifiek bij deze cursus. o Omdat dit een training is, is een minimale aanwezigheid van 6 lessen verplicht. Ben je vaker afwezig, dan kun je dit vak niet afronden. o Inbreng van eigen casus gebaseerd op Plan van Aanpak en binnen deze casus - de wijze van toepassing van de vaardigheden die je tijdens de workshop hebt aangeleerd. Duur: 8 x 2 lesuren Literatuur: Voor deze cursus heb je geen specifieke literatuur nodig, maar werk je met casussen/rollenspellen. Eventueel kun je literatuur die bij de andere workshops aan bod komt als achtergrondinformatie gebruiken. MBO college Hilversum Welzijn 9

BIJLAGEN: 1. Beschrijving eindopdracht blz. 11 Regulier blz. 12 Aangepast blz. 16 2. Beoordelingslijst eindopdracht blz. 20 Regulier blz. 20 Aangepast blz. 22 3. Invulformulier plan + voorbeeld invulformulier plan blz. 24 4. Invulformulier ontwikkelingsgerichte activiteiten blz. 26 5. Aftekenlijst blz. 28 Regulier blz. 29 Aangepast blz. 30 6. Aftekenformulier stagebegeleid(st)er blz. 31 7. Evaluatieformulier E.H.B.O (Eerste Hulp bij Opvoeden) blz. 32 8. Afronding project blz. 33 9. Nuttige websites blz. 34 MBO college Hilversum Welzijn 10

MBO college Hilversum Welzijn 11

Bijlage 1: Beschrijving eindopdracht In deze bijlage vind je eindopdrachten voor dit project. Aangezien je voor afronding van de workshops geen opdrachten hoeft in te leveren, verwachten we dat je dat de kwaliteit van de uitwerking van deze eindopdracht verhoogd wordt. Zorg ervoor dat je alle stappen in de uitwerking van de eindopdracht nauwkeurig volgt! Het zou je kunnen helpen om het stappenplan in bijlage 2 in te vullen (zelfstandig, of met behulp van je klasgenoten en/of LBB er). Alleen een volledige uitwerking van de eindopdracht kan een voldoende (of goed) opleveren! In bijlage 3 zie je zogenaamde beoordelingslijsten terug. Aan de hand van deze beoordelingslijsten kun je toetsen of je de opdracht goed uitvoert; het geeft je inzicht in je voortgang/ de kwaliteit van de uitvoering van je eindopdracht. Uiteindelijk wordt je eindproduct ook op basis van deze beoordelingslijsten genormeerd. Zorg ervoor dat je direct in de eerste lesweek op de hoogte bent van de inhoud van de eindopdracht en dat je de eisen, die aan de eindopdracht gesteld worden, begrijpt! Voorkom onduidelijkheden door vakdocenten eventueel om uitleg te vragen. Informeer ook stage over de inhoud van de opdracht en zorg voor een duidelijke planning in overleg met stage. Mocht je in deze lesweek op onduidelijkheden/uitdagingen stuiten rondom dit project die je niet op kunt lossen met je stage/vakdocent/lbb er, stel de projectbegeleider (Marloes van der Meer, m.vandermeer@rocva.nl) dan op de hoogte. Dit kan dus alléén in lesweek 1 (/2) en alléén na overleg met stage/vakdocent/lbb er. Zij kan dan met jullie meedenken over oplossingen. MBO college Hilversum Welzijn 12

Fases eindopdracht Eindopdracht niveau 4 In je boek Methodisch werken in kinderopvang en jeugdzorg vind je op blz. 63 het 3 fasen model terug. Aan de hand van dit 3 fasen model en de informatie die je tijdens de workshops hebt gekregen/krijgt, ontwikkel je een plan van aanpak voor een kind dat opvallend gedrag laat zien. Hieronder volgt de beschrijving van de eindopdracht. Eerst volgt een beschrijving van de fase en de opdracht (Wat ga je doen?), daarna wordt benoemd wat je hiervoor in moet leveren (Wat lever je in?). Fase 0: Wat ga je doen? Voordat je überhaupt een plan van aanpak kunt schrijven, ga je in overleg met je stagebegeleid(st)er om te bepalen voor welk kind je een plan van aanpak gaat schrijven. Als stage het goed vind, overleg je (eventueel) ook met ouders of zij het goed vinden dat je dit voor hun kind gaat doen. Benoem wel dat je in opleiding bent en dat dit het eerste plan van aanpak is dat je gaat schrijven; zo krijg je geen rare verwachtingen. Zodra je vastgesteld hebt voor welk kind je een plan van aanpak gaat schrijven, begin je met de eigenlijke stappen. Wat lever je in? Je levert een bewijs in dat je hebt overlegd met stagebegeleid(st)er en ouders. Fase 1: Voorbereiding: Stap 1: Informatie verzamelen Wat ga je doen? Je verzamelt informatie over het kind. Dit doe je door: o In gesprek te gaan met collega s over het kind; o Het dossier door te lezen; o Minimaal 2 beschrijvende observaties uit te voeren. Wat lever je in? 1. Een samenvatting van de informatie die je hebt gekregen uit het gesprek met collega s; 2. Een samenvatting van de informatie die je hebt gekregen door het lezen van het dossier; 3. De uitwerking van de 2 beschrijvende observaties. Zoals je weet, moeten je observaties objectief zijn. Maak daarom een objectief observatieverslag, bijvoorbeeld: A. huilt tijdens de spelactiviteit. De leidster loopt naar haar toe. Ze tilt A. op. De leidster aait A. over haar rug. A. stopt niet met huilen. Ze verzet zich tegen de troostende gebaren van de leidster. Dit gaat 8 minuten door. A. stopt niet met huilen. De leidster zet A. op de grond. A. stopt nu met huilen. Anna loopt naar buiten en gaat alleen op de rand van de zandbak zitten. A. zoekt geen contact met andere kinderen. Etc. MBO college Hilversum Welzijn 13

Stap 2: Probleemstelling formuleren Wat ga je doen? o Aan de hand van de informatie die je hebt gekregen bij stap 1 Informatie verzamelen schrijf je een conclusie. Zorg dat je je conclusie met argumenten onderbouwt. o Aan de hand van je conclusie schrijf je een hulpvraag; waarbij kan het kind volgens jou bij begeleid worden? o Op basis van de hulpvraag ga je op zoek naar extra informatie over het gedrag dat het kind laat zien (bijv. literatuur over druk gedrag, agressie, AST, taalachterstand etc.). Je gebruikt hiervoor betrouwbare literatuur, 1 boek óf 5 websites náást de schoolboeken, die informatie geven over het opvallende gedrag dat jouw kind/jongere laat zien. Je maakt een samenvatting van de literatuur die je gevonden hebt. Wat lever je in? 1. Een conclusie, onderbouwt met geldige argumenten, die gebaseerd is op de gegevens uit stap 1. Bijvoorbeeld: op basis van de informatie die ik bij stap 2 verzameld heb, denk ik dat A. moeite heeft om contact te maken met leidsters. Ik heb van collega s gehoord dat ze nooit uit zichzelf naar hen toe gaat en zich niet door hen laat troosten. Dit zie ik ook terug in de observaties die ik gedaan heb. Ook toen speelde ze continu alleen en zocht ze geen contact met de leidsters. Toen Erica (leidster) naar A. toe kwam, liep ze zelfs direct weg. 2. Een duidelijke beschrijving van de hulpvraag. Bijvoorbeeld: A. maakt geen contact met de leidsters. A. helpen om dit contact wel te maken van waaruit ze hulp/genegenheid kan zoeken als ze dit nodig heeft. 3. Een samenvatting van de informatie die je gevonden hebt over het opvallende gedrag van jouw kind/jongere. Neem niet klakkeloos over; noteer in eigen woorden en zorg dat je een goede bronvermelding gebruikt! Stap 3: Doelstelling formuleren Wat ga je doen? o Aan de hand van de hulpvraag en de informatie die je gevonden hebt, stel je in overleg met stagebegeleid(st)er en (eventueel) ouders, tenminste 1 SMART-doel op dat je bereikt wilt hebben door de begeleiding van het kind. Wat lever je in? 1. Tenminste 1 uitgewerkt SMART-doel dat je behaald wilt hebben na de begeleiding van het kind. Bijvoorbeeld: Binnen 3 weken speelt A. tenminste 10 minuten samen met een leidster, waarbij ze echt contact maakt met de leidster (oogcontact, praten, laten helpen). MBO college Hilversum Welzijn 14

Stap 4: Plan ontwerpen Wat ga je doen? o Op basis van de informatie uit stappen 1, 2 en 3, maak je een plan om het SMART-doel uit stap 3 te behalen. o Dit plan moet geschreven worden over het tijdsbestek waarin je het doel behaald wil hebben (in bovenstaand voorbeeld is dat dus een plan voor 2 weken). o In het plan neem je de 5 w s op (wanneer, doet wie, wat, waar en waarmee?). Ook beschrijf je heel duidelijk hoe je het kind begeleid (Wat zeg je? Wat doe je? Waar let je op?, etc.) o In je plan neem je tenminste 3 ontwikkelingsgerichte activiteiten op die je moeten helpen om je doel te bereiken. Deze werk je aan de hand van een activiteitenschema uit. o Je bespreekt het plan met je stagebegeleid(st)er en (eventueel) met ouders en past je plan eventueel aan. Wat lever je in? 3. Een overzichtelijk plan over het tijdsbestek waarin je je doel behaalt wilt hebben. In dit plan komen de 5 w s terug en heb je een duidelijke beschrijving gegeven van hoe je het kind wilt begeleiden. (Zie voor het invulformulier en een voorbeeld bijlage 4A) 4. 3 Activiteitenschema s van ontwikkelingsgerichte activiteiten die gericht zijn op het behalen van het SMART-doel uit stap 3. (Zie voor het invulformulier bijlage 4B) Fase 2: Uitvoeren Deze fase kent maar één stap, en dit is de stap van het uitvoeren. Aangezien je maar kort de tijd hebt, is er waarschijnlijk geen mogelijkheid om het hele plan uit te voeren. Daarom is het voldoende als je 1 week uit je plan gaat uitvoeren (het liefst de eerste week die je in je plan hebt uitgewerkt). Zorg er wel voor dat je wel minimaal 1 ontwikkelingsgerichte activiteit uitvoert. Terwijl je gaat uitvoeren, is het belangrijk dat je a) bewust keuzes maakt in de uitvoering en b) dat je feedback krijgt over de manier waarop je je plan uitvoert, zodat je niet alleen maar aan het uitvoeren bent, maar dat je hier ook echt wat van leert. Zorg er daarom voor dat je vóórdat je je plan gaat uitvoeren een feedbackformulier hebt gemaakt voor je stagebegeleid(st)er en (eventueel) voor de ouders waarmee ze jou van goede feedback kunnen voorzien. Tijdens, of direct na het uitvoeren, maak je zelf een verslag van de uitvoering. Wat lever je in? 3. Een zelfgeschreven verslag over de uitvoering (minimaal 1 week) van je plan, waarin je beschrijft wat je precies hebt gedaan. 4. Een ingevuld en ondertekend feedbackformulier van je stagebegeleid(st)er en (eventueel) van de ouders. MBO college Hilversum Welzijn 15

Mogelijke vragen die je zou kunnen gebruiken voor je feedbackformulier zijn bijvoorbeeld: o Overleg ik op een professionele manier? Waar blijkt dit uit? o Sluiten mijn doelen voldoende aan bij de ontwikkeling van het kind? Waarom wel/niet? o Is mijn plan inzichtelijk? Waarom wel/niet? o Begeleid ik het kind op een professionele wijze? Waarom wel/niet? Etcetera. Bedenk van tevoren goed wat jij precies wilt weten van je stagebegeleid(st)er en (eventueel) de ouders. Fase 3: Evalueren Nadat je je plan hebt geschreven en deze (gedeeltelijk) is uitgevoerd, is het belangrijk dat je terug kijkt op wat er goed ging en wat er beter kon. Dit doe je samen met je stagebegeleid(st)er en (eventueel) met ouders. Wat lever je in? 2. Twee evaluatieverslagen, van: o Een productevaluatie: hierin beschrijf je of jullie tevreden zijn met het resultaat van deze opdracht (fase 0, 1 en 2). Je geeft aan waar jullie tevreden over zijn en waar jullie minder tevreden over zijn. Onderbouw jullie mening met argumenten. Gebruik hierbij ook de feedback die je verzameld hebt in de opdracht bij fase 2. Bijvoorbeeld: Ik vind dat ik veel informatie verzameld heb over het kind. Ik heb niet alleen geobserveerd en het dossier gelezen, maar ik heb ook een uitgebreid gesprek gehad met de ouders van A. Mijn begeleidster geeft aan dat ze dit een sterk punt vind van de uitwerking. Het plan zelf vond ik lastig om te schrijven; mijn begeleidster zegt dat deze uitgebreider had gekund. Ze geeft aan dat als ik het hoe beter had uitgeschreven, dat ik A. dan ook beter had kunnen begeleiden tijdens de uitvoering. Ik ben het hier niet zo mee eens. Ik vind dat Etc o Een procesevaluatie: hierin beschrijf je wat je goed of minder goed vond gaan in de weg naar het eindproduct toe, tijdens het proces van het werken aan het plan en de uitvoering. In deze procesevaluatie blik je terug op het oefenen met jouw casus tijdens het vak Drama. Je beschrijft wat je hiervan geleerd hebt en hoe je dit vervolgens hebt toegepast in de praktijk. Daarnaast besteedt je in je evaluatie aandacht aan andere leermomenten tijdens het proces van het werken aan de eindopdracht. Gebruik ook hiervoor weer de feedback die je verzameld hebt in de opdracht bij fase 2. Bijvoorbeeld: Ik vond het erg lastig om een hulpvraag te formuleren omdat ik volgens mij te weinig gegevens had verzameld. Ik heb daarvan geleerd dat ik voor de begeleiding van een kind heel goed de beginsituatie in kaart moet brengen. Maar toen ik dit goed doorgesproken had met de stagebegeleid(st)er, kon ik al vrij snel een goede doelstelling formuleren. En: Bij de uitvoering merkte ik dat A. erg positief reageerde op het grapje dat ik maakte. Kennelijk heeft A. iets met mijn humor. Daarom is het belangrijk om dit bij verdere begeleiding in te zetten. Dit heb ik dan ook aangepast in mijn plan van aanpak. Ik heb nu toegevoegd dat ik tijdens het eten elke keer een grapje maak over haar kleren, omdat ze dan afgeleid wordt van het broodje. MBO college Hilversum Welzijn 16

Aangepaste eindopdracht niveau 4 Omdat je niet met individuele kinderen/jongeren werkt, zal je geen plan van aanpak kunnen schrijven voor een individueel kind/jongere, maar ga je aan de slag met een plan van aanpak voor een groep kinderen/jongeren. Aan de hand van de informatie die je tijdens de workshops hebt gekregen/krijgt, ontwikkel je een plan van aanpak voor een groep kinderen/jongeren dat opvallend gedrag laat zien. Hieronder volgt de beschrijving van de eindopdracht. Eerst volgt een beschrijving van de fase en de opdracht (Wat ga je doen?), daarna wordt benoemd wat je hiervoor in moet leveren (Wat lever je in?). Fase 0: Wat ga je doen? Voordat je überhaupt een plan van aanpak kunt schrijven, ga je in overleg met je stagebegeleid(st)er om te bepalen voor welk groep kinderen/jongeren je een plan van aanpak gaat schrijven. Denk hierbij bijvoorbeeld voor een plan van aanpak voor kinderen/jongeren met autisme, agressief gedrag, pesters etc. Zodra je vastgesteld hebt voor welke groep kinderen/jongeren je een plan van aanpak gaat schrijven, begin je met de eigenlijke stappen. Wat lever je in? Je levert een bewijs in dat je hebt overlegd met je stagebegeleid(st)er en geeft hierbij een duidelijke omschrijving van de doelgroep. Fase 1: Voorbereiding: Stap 1: Probleemstelling formuleren Wat ga je doen? o In overleg met je stagebegeleid(st)er heb je een doelgroep gekozen. Dit heb je met een reden gedaan. o Je schrijft aan de hand van deze reden een duidelijke hulpvraag voor deze groep; waarbij kan deze groep volgens jou bij begeleid worden? Wat lever je in? 1. Een, met geldige argumenten onderbouwde, reden voor het kiezen van de doelgroep die omschreven is onder fase 0. 2. Een duidelijke omschrijving van de hulpvraag van de gekozen doelgroep. Bijvoorbeeld: Deze doelgroep heeft moeite om hun emoties onder controle te houden wanneer ik hen vraag om volgens de regels op te ruimen. Stap 2: Doelstelling formuleren Wat ga je doen? o Aan de hand van de hulpvraag stel je, in overleg met stagebegeleid(st)er, tenminste 1 SMARTdoel op dat je bereikt wilt hebben door de begeleiding van de groep kinderen/jongeren. MBO college Hilversum Welzijn 17

. Wat lever je in? 1. Tenminste 1 uitgewerkt SMART-doel dat je behaald wilt hebben na de begeleiding van de doelgroep. Bijvoorbeeld: Over twee maanden is de gehele doelgroep voldoende sociaal weerbaar is om zelfstandig een conflict op te lossen, of Over twee maanden ruimt de gehele doelgroep hun rommel op zonder daarbij emotioneel te reageren. Stap 3: Informatie verzamelen Wat ga je doen? Je verzamelt informatie over de hulpvraag van de groep kinderen/jongeren. Dit doe je door: o In gesprek te gaan met collega s; o Een literatuuronderzoek uit te voeren. Dit doe je door- op basis van de hulpvraag - op zoek te gaan naar extra informatie over het gedrag dat de doelgroep laat zien (bijv. literatuur over druk gedrag, agressie, AST, taalachterstand etc.). Je gebruikt hiervoor betrouwbare literatuur, tenminste 2 boeken, náást de schoolboeken die informatie geven over het opvallende gedrag dat jouw doelgroep laat zien. Daarnaast kun je aanvullende informatie zoeken op websites. Je maakt een uitgebreide samenvatting van de literatuur die je gevonden hebt. Wat lever je in? 1. Een samenvatting van de informatie die je hebt gekregen uit het gesprek met collega s; 2. Een samenvatting van de informatie die je gevonden hebt over het opvallende gedrag van de doelgroep. Neem niet klakkeloos over; noteer in eigen woorden en zorg dat je een goede bronvermelding gebruikt! Stap 4: Plan ontwerpen Wat ga je doen? o Op basis van de informatie uit stappen 1, 2 en 3, schrijf je een project/ een training om het SMART-doel uit stap 2 te behalen. o Dit project beslaat tenminste 4 dagdelen (4 x 4 uur). o Per dagdeel wordt ofwel 1 grote activiteit uitgevoerd, ofwel meerdere kleinere activiteiten. De keuze hiervoor wordt door jou en je stagebegeleid(st)er gemaakt. Denk bij activiteiten niet alleen aan sport- en spelactiviteiten, maar ook aan een voorlichtingsavond of een weerbaarheidstraining. o Je werkt het project uit in een draaiboek, waarin je tenminste de 5 w s opneemt (wanneer, doet wie, wat, waar en waarmee?). Het draaiboek moet duidelijk genoeg zijn om door een buitenstaander uitgevoerd te worden. o De activiteiten in het draaiboek worden uitgewerkt volgens het invulformulier ontwikkelingsgerichte activiteiten (bijlage 4B). MBO college Hilversum Welzijn 18

o Je bespreekt het plan met je stagebegeleid(st)er en (eventueel) met ouders en past je plan eventueel aan. Wat lever je in? 1. Een overzichtelijk draaiboek van tenminste 4 dagdelen, waarin je tenminste de 5 w s heb opgenomen (4x4 uur). 2. Uitwerking van alle in het draaiboek opgenomen activiteiten volgens het invulformilier ontwikkelingsgerichte activiteiten (bijlage 4B) Fase 2: Uitvoeren Deze fase kent maar één stap, en dit is de stap van het uitvoeren. Aangezien je maar kort de tijd hebt, is er waarschijnlijk geen mogelijkheid om het hele plan uit te voeren. Daarom is het voldoende als je 1 dagdeel uit je plan gaat uitvoeren. Terwijl je gaat uitvoeren, is het belangrijk dat je a) bewust keuzes maakt in de uitvoering en b) dat je feedback krijgt over de manier waarop je je plan uitvoert, zodat je niet alleen maar aan het uitvoeren bent, maar dat je hier ook echt wat van leert. Zorg er daarom voor dat je vóórdat je je plan gaat uitvoeren een feedbackformulier hebt gemaakt voor je stagebegeleid(st)er en (eventueel) voor de kinderen/jongeren waarmee ze jou van goede feedback kunnen voorzien. Tijdens, of direct na het uitvoeren, maak je zelf een verslag van de uitvoering. Wat lever je in? 1. Een zelfgeschreven verslag over de uitvoering (minimaal 1 week) van je plan, waarin je beschrijft wat je precies hebt gedaan. 2. Een ingevuld en ondertekend feedbackformulier van je stagebegeleid(st)er en (eventueel) van de kinderen/jongeren. Fase 3: Evalueren Nadat je je plan hebt geschreven en deze (gedeeltelijk) is uitgevoerd, is het belangrijk dat je terug kijkt op wat er goed ging en wat er beter kon. Dit doe je samen met je stagebegeleid(st)er en (eventueel) met kinderen/jongeren. Wat lever je in? 1. Twee evaluatieverslagen, van: o Een productevaluatie: hierin beschrijf je of jullie tevreden zijn met het resultaat van deze opdracht (fase 0, 1 en 2). Je geeft aan waar jullie tevreden over zijn en waar jullie minder tevreden over zijn. Onderbouw jullie mening met argumenten. Gebruik hierbij ook de feedback die je verzameld hebt in de opdracht bij fase 2. Bijvoorbeeld: Ik vind dat ik veel informatie verzameld heb over de doelgroep. Mijn begeleidster geeft aan dat ze dit een sterk punt vind van de uitwerking. Het plan zelf vond ik lastig om te schrijven; mijn begeleidster zegt dat deze uitgebreider had gekund. Ze geeft aan dat als ik het hoe beter had uitgeschreven, dat ik A. dan ook beter had kunnen begeleiden tijdens de uitvoering. Ik ben het hier niet zo mee eens. Ik vind dat Etc. MBO college Hilversum Welzijn 19

o Een procesevaluatie: hierin beschrijf je wat je goed of minder goed vond gaan in de weg naar het eindproduct toe, tijdens het proces van het werken aan het plan en de uitvoering. In deze procesevaluatie blik je terug op het oefenen met jouw casus tijdens het vak Drama. Je beschrijft wat je hiervan geleerd hebt en hoe je dit vervolgens hebt toegepast in de praktijk. Daarnaast besteedt je in je evaluatie aandacht aan andere leermomenten tijdens het proces van het werken aan de eindopdracht. Gebruik ook hiervoor weer de feedback die je verzameld hebt in de opdracht bij fase 2. Bijvoorbeeld: Ik vond het erg lastig om een hulpvraag te formuleren omdat ik volgens mij te weinig gegevens had verzameld. Ik heb daarvan geleerd dat ik voor de begeleiding van een doelgroep heel goed de beginsituatie in kaart moet brengen. Maar toen ik dit goed doorgesproken had met de stagebegeleid(st)er, kon ik al vrij snel een goede doelstelling formuleren. En: Bij de uitvoering merkte ik dat A. en G. erg positief reageerden op het grapje dat ik maakte. Kennelijk hebben A. en G. iets met mijn humor. Daarom is het belangrijk om dit bij verdere begeleiding in te zetten. Dit heb ik dan ook aangepast in mijn plan van aanpak. MBO college Hilversum Welzijn 20

Bijlage 2: Beoordelingslijst eindopdracht Hieronder vind je het beoordelingsformulier voor je eindopdracht. Hierin kun je teruglezen hoe je eindopdracht beoordeeld wordt en kun je je voortgang bewaken terwijl je aan het werk bent. Je kunt kunt per onderdeel 0 (onvoldoende), 1 (voldoende) of 2 (goed) punten verdienen. Het eindelijk aantal punten bepaalt je eindcijfer. Let op! Je mag bij en eindbeoordeling op maximaal 2 onderdelen een onvoldoende halen, welke je wel zult moeten compenseren met een goed. Bij meer onvoldoendes zal je die onderdelen moeten aanpassen/herkansen. Overleg met je docent of je tussentijds een moment kunt afspreken om de beoordelingslijst (gedeeltelijk) in te vullen. Fase Onderdeel Onvoldoende (0 pnt) Voldoende (1 pnt) Goed (2 pnt) 0 Goedkeuring Ontbreekt of is onvolledig Is aanwezig en volledig 1 Samenvatting van informatie collega s en dossier. Ontbreekt (gedeeltelijk) of bevat onlogische informatie. Is aanwezig en bevat voldoende informatie om een beeld van het kind te kunnen vormen. Is aanwezig en bevat zinvolle en complete informatie zodat een compleet beeld van het kind ontstaat. Beschrijvende observaties Ontbreekt (gedeeltelijk), is niet beschrijvend en/of bevat voornamelijk subjectieve informatie en/of is te beperkt om een beeld van het kind te kunnen vormen. Is aanwezig, is beschrijvend, bevat voornamelijk objectieve informatie en is volledig genoeg om een beeld van het kind te kunnen vormen. Is aanwezig, is beschrijvend, is volledig objectief en is volledig genoeg om een goed beeld van het kind te kunnen vormen. Conclusie Ontbreekt (gedeeltelijk) en/of volgt niet logischerwijs op observaties en/of wordt niet ondersteund door geldige argumenten. Is aanwezig, volgt op observaties en wordt ondersteund enigszins door argumenten. Is aanwezig, volgt op observaties en wordt goed ondersteund door gegeven argumenten. Hulpvraag Ontbreekt en/of is onduidelijk en/of volgt niet logischerwijs op observatie en conclusie. Is aanwezig, volgt logischerwijs op observatie en conclusie en is duidelijk. Is aanwezig, volgt logischerwijs op observatie, is duidelijk en concreet. Informatie Ontbreekt en/of gaat niet of onvoldoende in op opvallend gedrag van het kind/jongere en/of er is geen of onjuiste opgave/gebruik van bronnen (tenminste 1 boek/ 5 websites). Is aanwezig, gaat in op gedrag van kind/jongere, geeft voldoende verdieping t.a.v. hulpvraag, juiste bronnen zijn gebruikt en opgegeven. Is aanwezig, gaat in op gedrag van kind/jongere, geeft extra informatie en is zeker verdiepend t.a.v. hulpvraag, juiste bronnen zijn gebruikt en opgegeven of student heeft aantoonbaar laten zien zich in materie te hebben verdiept door gebruikt extra bronnen. SMART-doel Ontbreekt en/of is in het geheel niet SMART en/of volgt niet logischerwijs op hulpvraag. Is aanwezig, is op grote lijnen (tenminste 4 van de vijf letters) SMART en volgt logischerwijs op hulpvraag. Is aanwezig, volgt logischerwijs op hulpvraag en is geheel SMART. Plan 5w s/h Ontbreekt en/of invulformulier is niet of op incorrecte wijze gebruikt. Is aanwezig, invulformulier is op correcte wijze gebruikt. Is aanwezig, invulformulier is gebruikt en is zeer volledig (en correct) ingevuld. MBO college Hilversum Welzijn 21

Plan aansluiting Ontbreekt en/of volgt niet logischerwijs op SMART-doel Is aanwezig en volgt enigszins op SMART-doel. Is aanwezig en volgt duidelijk op SMART-doel. Activiteiten Ontbreken en/of zijn niet genomen in het plan en/of zijn niet uitgewerkt volgens invulformulier. Zijn aanwezig, zijn opgenomen in het plan en zijn op correcte wijze uitgewerkt volgens het invulformulier. Passen bij het SMARTdoel. Zijn aanwezig, zijn opgenomen in het plan en zijn op correcte en uitgebreide wijze uitgewerkt volgens het invulformulier. Passen bij het SMARTdoel. 2 Verslag Ontbreekt en/of gaat niet over uitvoering plan en/of is te beperkt om een beeld te kunnen krijgen van de uitvoering. Feedbackformulier Ontbreekt en/of is niet ingevuld en/of is niet ondertekend en/of vragen gaan niet in op de uitvoering van de opdracht Is aanwezig, gaat over de Is aanwezig, gaat over de uitvoering van het plan en geeft een uitvoering van het plan en geeft beeld van de uitvoering. een gedetailleerd beeld van de uitvoering. Is aanwezig, is ingevuld, is Is aanwezig, is ingevuld, is ondertekend en de gebruikte vragen ondertekend en de gebruikte zorgen ervoor dat er enigszins vragen zorgen ervoor dat er informatie over de uitvoering van goede informatie en complete het opdracht beschikbaar is. informatie over de uitvoering van de opdracht beschikbaar is. 3 Productevaluatie Ontbreekt en/of is op de verkeerde wijze uitgevoerd (zegt niks over resultaat/geeft geen evaluatie) Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft enigszins inzicht in de evaluatie van het resultaat. Er worden globaal geëvalueerd. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en is duidelijk geëvalueerd aan de hand van geldige argumenten (wat ging goed/minder goed); geeft goed inzicht in de evaluatie van het resultaat. Procesevaluatie Mapje Ontbreekt en/of is op de verkeerde wijze uitgevoerd (zegt niks over proces/geeft geen evaluatie) en/of beschrijving van uitvoering casus binnen vak drama is afwezig en/of er is geen koppeling gemaakt tussen uitvoering casus drama en uitvoering stage en/of reflectie wordt niet ondersteund door argumenten. Ontbreekt en/of is onverzorgd en/of onderdelen ontbreken. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft enigszins inzicht in de evaluatie van het resultaat. De reflectie wordt enigszins ondersteund door argumenten Er is een beschrijving van de uitvoering van de casus binnen het vak drama en er is een koppeling gemaakt tussen de uitvoering tijdens drama en de uitvoering op stage. Er wordt echter globaal geëvalueerd. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft goed inzicht in de evaluatie van het proces. De reflectie wordt uitvoerig ondersteund door argumenten. Er is een beschrijving van de uitvoering van de casus binnen het vak drama en er is een koppeling gemaakt tussen de uitvoering tijdens drama en de uitvoering op stage. Deze koppeling is uitgebreid en logisch. Is aanwezig, alle onderdelen zijn Is aanwezig, alle onderdelen zijn aanwezig. aanwezig, student heeft duidelijk aandacht besteedt aan verzorgde vormgeving. Totaal: Eindbeoordeling: Onvoldoende: 0-14 Voldoende: 15-20 punten Goed: 21-29 punten MBO college Hilversum Welzijn 22

Niveau 4, aangepaste opdracht Hieronder vind je het beoordelingsformulier voor je eindopdracht. Hierin kun je teruglezen hoe je eindopdracht beoordeeld wordt en kun je je voortgang bewaken terwijl je aan het werk bent. Je kunt kunt per onderdeel 0 (onvoldoende), 1 (voldoende) of 2 (goed) punten verdienen. Het eindelijk aantal punten bepaalt je eindcijfer. Let op! Je mag bij en eindbeoordeling op maximaal 2 onderdelen een onvoldoende halen, welke je wel zult moeten compenseren met een goed. Bij meer onvoldoendes zal je die onderdelen moeten aanpassen/herkansen. Overleg met je docent of je tussentijds een moment kunt afspreken om de beoordelingslijst (gedeeltelijk) in te vullen. Fase Onderdeel Onvoldoende (0 pnt) Voldoende (1 pnt) Goed (2 pnt) 0 Goedkeuring Ontbreekt of is onvolledig Is aanwezig en volledig 1 Reden keuze doelgroep Ontbreekt is of niet met argumenten onderbouwt. Is aanwezig en volgt logischerwijs op argumenten. Is aanwezig en wordt goed onderbouwd door argumenten. Hulpvraag Ontbreekt en/of is onduidelijk en/of volgt niet logischerwijs op omschrijving doelgroep. Is aanwezig, volgt logischerwijs op omschrijving doelgroep. Is aanwezig, volgt logischerwijs op doelgroep, is duidelijk en concreet. SMART-doel Ontbreekt en/of is in het geheel niet SMART en/of volgt niet logischerwijs op hulpvraag. Is aanwezig, is op grote lijnen (tenminste 4 van de vijf letters) SMART en volgt logischerwijs op hulpvraag. Is aanwezig, volgt logischerwijs op hulpvraag en is geheel SMART. Samenvatting van informatie collega s. Ontbreekt (gedeeltelijk) of bevat onlogische informatie. Is aanwezig en bevat voldoende informatie om een beeld van de doelgroep te kunnen vormen. Is aanwezig en bevat zinvolle en complete informatie zodat een compleet beeld van de doelgroep ontstaat. Informatie Ontbreekt en/of gaat niet of onvoldoende in op opvallend gedrag van de doelgroep en/of er is geen of onjuiste opgave/gebruik van bronnen (tenminste 2 boeken). Is aanwezig, gaat in op gedrag van doelgroep, geeft voldoende verdieping t.a.v. hulpvraag, juiste bronnen zijn gebruikt en opgegeven. Is aanwezig, gaat in op gedrag van de doelgroep, geeft extra informatie en is zeker verdiepend t.a.v. hulpvraag, juiste bronnen zijn gebruikt en opgegeven of student heeft aantoonbaar laten zien zich in materie te hebben verdiept door gebruikt extra bronnen. Draaiboek Ontbreekt en/of 5 w s zijn niet opgenomen. Is aanwezig, 5 w s zijn op correcte wijze gebruikt. Is aanwezig, 5 w s zijn gebruikt en op zeer volledige (en correcte) wijze uitgewerkt. Draaiboek aansluiting Inhoud volgt niet logischerwijs op SMARTdoel(en). Volgt enigszins op SMARTdoel(en). Volgt duidelijk op SMARTdoel(en). MBO college Hilversum Welzijn 23

Activiteiten Ontbreken en/of zijn niet genomen in het plan en/of zijn niet uitgewerkt volgens invulformulier. 2 Verslag Ontbreekt en/of gaat niet over uitvoering plan en/of is te beperkt om een beeld te kunnen krijgen van de uitvoering. Feedbackformulier Ontbreekt en/of is niet ingevuld en/of is niet ondertekend en/of vragen gaan niet in op de uitvoering van de opdracht Zijn aanwezig, zijn opgenomen in het plan en zijn op correcte wijze uitgewerkt volgens het invulformulier. Passen bij het SMART-doel. Is aanwezig, gaat over de uitvoering van het plan en geeft een beeld van de uitvoering. Zijn aanwezig, zijn opgenomen in het plan en zijn op correcte en uitgebreide wijze uitgewerkt volgens het invulformulier. Passen bij het SMART-doel. Is aanwezig, gaat over de uitvoering van het plan en geeft een gedetailleerd beeld van de uitvoering. Is aanwezig, is ingevuld, is Is aanwezig, is ingevuld, is ondertekend en de gebruikte vragen ondertekend en de gebruikte zorgen ervoor dat er enigszins vragen zorgen ervoor dat er informatie over de uitvoering van goede informatie en complete het opdracht beschikbaar is. informatie over de uitvoering van de opdracht beschikbaar is. 3 Productevaluatie Ontbreekt en/of is op de verkeerde wijze uitgevoerd (zegt niks over resultaat/geeft geen evaluatie) Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft enigszins inzicht in de evaluatie van het resultaat. Er worden globaal geëvalueerd. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en is duidelijk geëvalueerd aan de hand van geldige argumenten (wat ging goed/minder goed); geeft goed inzicht in de evaluatie van het resultaat. Procesevaluatie Mapje Ontbreekt en/of is op de verkeerde wijze uitgevoerd (zegt niks over proces/geeft geen evaluatie) en/of beschrijving van uitvoering casus binnen vak drama is afwezig en/of er is geen koppeling gemaakt tussen uitvoering casus drama en uitvoering stage en/of reflectie wordt niet ondersteund door argumenten. Ontbreekt en/of is onverzorgd en/of onderdelen ontbreken. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft enigszins inzicht in de evaluatie van het resultaat. De reflectie wordt enigszins ondersteund door argumenten Er is een beschrijving van de uitvoering van de casus binnen het vak drama en er is een koppeling gemaakt tussen de uitvoering tijdens drama en de uitvoering op stage. Er wordt echter globaal geëvalueerd. Is aanwezig, is op juiste wijze uitgevoerd en geeft goed inzicht in de evaluatie van het proces. De reflectie wordt uitvoerig ondersteund door argumenten. Er is een beschrijving van de uitvoering van de casus binnen het vak drama en er is een koppeling gemaakt tussen de uitvoering tijdens drama en de uitvoering op stage. Deze koppeling is uitgebreid en logisch. Is aanwezig, alle onderdelen zijn Is aanwezig, alle onderdelen zijn aanwezig. aanwezig, student heeft duidelijk aandacht besteedt aan verzorgde vormgeving. Totaal: Eindbeoordeling, aangepaste eindopdracht: Onvoldoende: 0-13 Voldoende: 14-20 punten Goed: 21-27 punten MBO college Hilversum Welzijn 24

Bijlage 3: Invulformulier en voorbeeld uitwerking plan Om een goede planning te maken, zul je de 5 w s (wanneer, wie, wat, waar, waamee) en de hoevraag moeten uitwerken. Hieronder vind je een voorbeeld van hoe je dit kunt doen. Let op! Je zult in je plan aandacht moeten hebben voor de wijze van begeleiding en je zult een aantal (tenminste 3) ontwikkelingsgerichte activiteiten moeten opnemen. In dit plan noem je alleen de activiteiten; de uitwerking ervan doe je door per activiteit bijlage 4B in te vullen. Wanneer Wat Wie Waar Waarmee Hoe Onderstaand voorbeeld is voor slecht 1 dag geschreven. Het is puur bedoeld om je een indruk te geven van hoe een plan eruit moet komen te zien. Zoals al eerder aangegeven, zal jij een plan moeten schrijven voor de periode waarin je een doel hebt opgesteld. SMART-doel: A. smeert binnen twee weken tenminste één keer zelfstandig haar broodje. Wanneer Wat Wie Waar Waarmee Hoe Maandag 22-12 10.00-11.00 Activiteit 1: Zie uitwerking activiteitenschema 1 Ik, A., andere kinderen die mee willen doen met activiteit. KDV t Hondje Boek, Tijdschriften, Schaar, Lijm, Papier Staat beschreven in activiteitenschema 1 Maandag 22-12 Voor eetmoment Betrekken bij eten Ik, A. Keuken KDV t Hondje Brood, drinken, borden, bestek Ik zeg tegen A. dat ik het eten klaar ga zetten en vraag A. of ze mee wil helpen met het klaarzetten van het eten. Ik vraag A. wat ze wil dragen. Ik geef A. complimenten als ze iets heeft neergezet. Ik zeg tegen aan dat ze de kinderen mag roepen om te gaan eten. Maandag 22-12 Tijdens eetmoment Negeren Complimenten geven Sticker geven Ik, A. Aan tafel bij KDV t Hondje Brood, mes, boter, stickers Ik zeg tegen A. dat we een fantastisch spel gaan doen dat heet Verdien een sticker met boter smeren. Ik zeg dat als ze zelf boter op haar brood smeert, dat ze dan een sticker krijgt (die ze zelf mag kiezen). Ik vertel dit vol enthousiasme. MBO college Hilversum Welzijn 25

Als A. daarna boter gaat smeren, moedig ik haar aan en laat ik haar een sticker kiezen. Als A. niet smeert, negeer ik haar max. 5 minuten. Dan vraag ik een ander kindje om haar brood te smeren met het stickerspel. Ik complimenteer het kind en geef deze een sticker. Ik zeg dan tegen A.: Ik zou het top vinden als je de volgende keer meedoet met het grote verdien een sticker met brood smeren spel! MBO college Hilversum Welzijn 26

Bijlage 4: Invulformulier ontwikkelingsgerichte activiteiten In je plan zul je minimaal 3 ontwikkelingsgerichte activiteiten moeten opnemen die je in je begeleiding helpen om het SMART-doel te behalen. Je werkt deze activiteiten uit met behulp van onderstaand schema. Naam activiteit Soort activiteit Ontwikkelgebied: Tijdsduur Beginsituatie SMART-doel voor begeleiding: (hier kun je steeds hetzelfde SMART-doel neerzetten dat je in fase 1 hebt uitgewerkt) SMART-doel voor activiteit: Plaats Uitvoering Materiaal Opstelling Opbouw Planning Inleiding Uitleg Afronding Veiligheid /arbo / milieu Inschatting doelgoep Evaluatie Doelen MBO college Hilversum Welzijn 27