Bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a

Vergelijkbare documenten
Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

Zienswijzennota ontwerpbestemmingsplan Eibergen, Hondevoort januari Zienswijzenota

Nota van beantwoording inspraak- en vooroverlegreacties ( Bro). Voorontwerp bestemmingsplan Woningbouw Brokking-Locatie.

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Gemeente Boxmeer. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan "Op den Bosch 3, Maashees". Nummer: de Raad van de gemeente Boxmeer

Gemeente Boekel AB/ Z/

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN DRONTEN, REVEWEG 8 (D4007)

Ontwerp-bestemmingsplan Gastendonkstraat 39, Horst NL.IMRO.1507.HOGASTENDONKSTR39.BP. Zienswijzenrapport

UDDELERWEG 69A: NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG. 1. Vooroverleg op grond van artikel Bro. 2. Inspraakreacties

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Parapluherziening wijzigingsbevoegdheid Uitbreiding Kampeerterreinen V A S T G E S T E L D

Inventarisatie WOB verzoek. Documenten

Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Buitengebied: Loswal Schellevis Beton

in 2007 het project Spek-Ende is opgestart en de eerste fase heeft geleid tot 'winkelen aan de straat' en 'wonen rond het pleintje';

Nota van zienswijzen en van ambtshalve wijzigingen

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

E. van den Boom raad00684

Rapport zienswijzen en ambtshalve. ontwerpbestemmingsplan

E.G.M. van den Boom / juli 2017

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2017/16

Nota van Zienswijzen

Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "het realiseren van 15 camperplaatsen Blauhûsterwei 49 te Boelenslaan"

Raadsvergadering. 8 maart

Reactienota zienswijze Dorpsstraat 13 en 15, de Smederij

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Huisvesting arbeidsmigranten

Ruimtelijke onderbouwing

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 31 mei 2011 Nummer voorstel: 2011/55

Aanvulling op de Nota van Wijzigingen bestemmingsplan Westrand Zuid. 3 februari 2014

BESTEMMINGSPLAN BUITENGEBIED PLANTLOON BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN

Ruimtelijke onderbouwing bij Wabo Projectbesluit

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

Nota beantwoording zienswijzen en Nota van wijzigingen. Ontwerpbestemmingsplan Van den Woudestraat 1a, Warmond

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

BEANTWOORDING INGEKOMEN ZIENSWIJZEN SAMENVATTING ZIENSWIJZE. Wijzigingsplan Zijderveldselaan te Zijderveld

NOTA ZIENSWIJZE(N) BESTEMMINGSPLAN HAREN DORP WEST

BESTEMMINGSPLAN JAN SMULDERSSTRAAT 5 A, B, C EN D, VESSEM GEMEENTE EERSEL

VASTGESTELD Wijzigingsplan bestemmingsplan Halfweg Hee Hoofdweg, ten westen van de Richel

Gemeente Bunnik NOTA VAN ZIENSWIJZEN. behorend bij het. Bestemmingsplan Rhijnauwenselaan 5 Bunnik en Koningslaan 11 Bunnik

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

Bestemmingsplan. Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel. Nota van zienswijzen. februari Bestemmingsplan Benschop Uitbreiding, zuidelijk deel 1

C.C.A. Evers 3678

NOTITIE VERKEER & PARKEREN Uitbreiding recreatiecentrum t Witven

Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan "Buitengebied, Woutersdijk 2, Valburg"

B&W-voorstel. Onderwerp: Ruimtelijke onderbouwing Brugstraat 73C Vinkel (uitbreiding visvijver Slothoeve) 1) Status

Betreft: Waterland Bp. Buitengebied Waterland 2013, uw nummer /1/R1

Zienswijzennota bestemmingsplan Feerwerd

Nota zienswijzen ontwerp-wijzigingsplan Vinkenpolderweg 24 Alblasserdam.

Reactienota zienswijzen Eemstraat 10A

gemeente eijsdervmargraten

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren)

Nota van zienswijzen en wijzigingen

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

ONDERWERP: Vaststellen bestemmingsplan 'Kemperbergerweg 723A'

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan Zuilichem, Kerkwegje tussen 8 en 10

V A L K E N S WA A R. D

Nota van beantwoording inspraak- en overlegreacties Coördinatieregeling Noordwijk Binnen - Hof van Holland

Nota behandeling zienswijzen en ambtelijke aanpassingen (procesnota) bestemmingsplan

7**\ Nota van beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Uitbreiding bedrijventerrein Nijverheidsbuurt - Zegveld. 11i

Nota beantwoording zienswijzen omgevingsvergunning speelparadijs Groenhovenpark 1.

Bestemmingsplan Woningbouw de Steeg Leunen, wijziging Eindrapport zienswijzen

MAA? HORST A/D. gemeente Bestemmingsplan Tienrayseweg Horst raadsvoorstel. onderwerp vaststellen bestemmingsplan Tienrayseweg Horst

Reactienota zienswijze bestemmingsplan Meppel - Zuid

Nota van beantwoording zienswijzen

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016

Bestemmingsplan. Buitengebied, herziening 1. Gemeente Sliedrecht. Onderdeel Regels

NOTA VAN INSPRAAK en WETTELIJK VOOROVERLEG Bestemmingsplan Grotestraat 403 en Waalwijk DEEL 1: INLEIDING

Raadsinformatiebrief. Onderwerp: Ontwerp bestemmingsplan Splitsing Zandbergen 10 Rosmalen


Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

Nota Vooroverleg Bestemmingsplan Hotel Van der Valk Best

Nota van inspraak en vooroverleg voorontwerp-bestemmingsplan Julianastraat 36 Waspik

bedrijfsontwikkeling (bedrijfsverzamelgebouw) op een gebied gelegen aan de Nassau dwarsstraat tussen de Nassaulaan en de A59.

Nr JORI Houten, 23 mei 2000

Conclusie De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Behandeld door: Onderwerp: Dossiercode: Bijlagen: V. o den: 1 7 NOV 2011

Aanvraag om afgifte van een ontheffing op grond van artikel 2.5 (Ruimtelijke Verordening Gelderland)

: M.P.C. Gadella - Van Gils

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Kennispark 2013

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

NOTITIE: Zienswijzen en ambtshalve aanpassingen. Inzake. Bestemmingsplan Bebouwde kom St. Willebrord, Irenestraat ongenummerd, tussen 63 en 69

Nota zienswijzen en ambtshalve wijzigingen BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUWPLANNING FASE 1 EN 2. Geanonimiseerde versie

Projectbesluit Watermolendijk 3 Eelde

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

Transcriptie:

Bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a Nota beantwoording van zienswijzen Staat van wijzigingen Behoort bij besluit 12.17102, 27 november 2012.

Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 22 augustus 2012 tot en met 2 oktober 2012 voor eenieder ter inzage gelegen. Binnen deze termijn hebben wij vier (schriftelijke) zienswijzen ontvangen. In de voorliggende Nota van beantwoording zienswijzen zijn de zienswijzen samengevat en beantwoord. In de opgenomen Staat van Wijzigingen worden de voorgestelde (ambtshalve) wijzigingen beschreven. Gedurende dezelfde periode hebben de overlegpartners tevens de gelegenheid gekregen om een zienswijzen in te dienen. De provincie Utrecht heeft schriftelijk (80BFFF2F, dd 14 september 2012) kenbaar gemaakt dat het plan niet in strijd is met het provinciaal ruimtelijk belang. Daarnaast hebben het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (mail 22 augustus 2012) en de Gasunie (mail 21 augustus 2012) aangegeven dat het plan niet in strijd is met hun belangen. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 2

Deel 1 Nota beantwoording van zienswijzen Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 3

Zienswijze 1 Samenvatting zienswijze: De indieners van deze zienswijze zijn de eigenaren van het perceel direct gelegen naast en voor het recreatieterrein Midden op t Landt. Het recreatieterrein is via dit perceel bereikbaar. De zienswijze is ingediend omdat volgens belanghebbende het voorliggende bestemmingsplan onvoldoende rekening houdt met de belangen van belanghebbenden en daarmee niet voldoet aan de eisen van goede ruimtelijke ordening. Daarnaast vindt de belanghebbende dat er onvoldoende rekening is gehouden met de erfdienstbaarheid zoals gevestigd op het perceel van belanghebbenden en is de parkeernorm onjuist toegepast. Tot slot is het voorliggende bestemmingsplan in strijd met provinciaal ruimtelijk beleid voor wat betreft het stiltegebied en woningbouw in het buitengebied. Beantwoording: Belangen belanghebbenden Het perceel Benedeneind NZ 430a is gelegen in het geldende bestemmingsplan Landelijk gebied en heeft een recreatieve bestemming met de mogelijkheid tot 22 vaste standplaatsen. Ten tijde van de vaststelling van het bestemmingsplan Landelijk gebied, 12 juni 2007, was de Wet op de openluchtrecreatie (WOR) van toepassing. In de WOR waren nadere regels opgenomen voor het exploiteren van campings, zowel reguliere campings als kleinschalige kampeerterreinen. Met de intrekking van de WOR, begonnen per 1 november 2005 en afgerond in januari 2008, kwam er een omslagpunt in het denken over de toekomstige ontwikkeling van recreatieve activiteiten. Deregulering, het opstellen van gemeentelijk recreatiebeleid en het bieden van ruimere ontwikkelingsmogelijkheden voor toeristischrecreatieve activiteiten door het wegnemen van belemmerende wet- en regelgeving werden nieuwe uitgangspunten. Het aantal toegestane vaste plaatsen is sindsdien afhankelijk van de grootte van het recreatieterrein, de mogelijkheid om op eigen terrein in de parkeerbehoefte te voorzien en de gevolgen voor de verkeersafwikkeling. Gemeenten werd, na de afschaffing van de WOR, geadviseerd in haar regelgeving terughoudendheid te betrachten en meer de nadruk te leggen op zelfregulering via de markt. Met de vaststelling van het Beleidsplan recreatie en toerisme en later de Toekomstvisie gemeente Lopik 2030 heeft de gemeente Lopik haar recreatieve aanbod geinventariseerd en haar ambities kenbaar gemaakt aan de hand van beleidsuitgangspunten. Daarbij heeft de gemeente Lopik zich tot doel gesteld de ontwikkeling van recreatie en toerisme in de gemeente Lopik te stimuleren. Het is echter aan particuliere initiatiefnemers om invulling te geven aan deze uitgangspunten. Het plan voor de herinrichting en verbreding van recreatieterrein Midden op t Landt past binnen deze ambities en uitgangspunten. Het plan draagt daarmee bij aan wat gezien wordt als een maatschappelijk belang, namelijk de toeristische en recreatieve ontwikkeling van onze gemeente. Naast een maatschappelijk belang en de gewenste algemene ontwikkling zoals hiervoor beschreven worden initiatieven ook getoetst aan de individuele belangen van mogelijke belanghebbenden. Daarbij heeft het ruimtelijk gezien onze voorkeur om deze ontwikkelingen te stimuleren op plaatsen waar deze reeds aanwezig zijn. Het voorliggende plan voor recreatieterrein Midden op t Landt voorziet in de realisatie van een B&B, de toename van het aantal vaste standplaatsen, de toevoeging van dagrecreatieve voorzieningen en de bouw van een bedrijfswoning. Het voorliggende plan is weldegelijk getoetst aan de belangen van omwonenden door bijvoorbeeld de gevolgen met betrekking tot de verkeerafwikkeling en de parkeerbehoefte te onderzoeken. De verwachting is echter dat er sprake is van een geringe extra verkeeraantrekkende werking en op het terrein zullen, naast de parkeerplaatsen op de vaste standplaatsen, 31 openbare parkeerplaatsen gerealiseerd worden. De herinrichting van het perceel betekent echter ook een ruimtelijke kwaliteitsverbetering ter plaatse door onder andere de sloop van voormalige agrarische bebouwing en een betere landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting. Op deze wijze is bij de afweging om medewerking te verlenen aan een plan welke bijdraagt aan de verwezenlijking van gemeentelijke ambities voor wat betreft recreatie en toerisme, rekening gehouden met de belangen van omwonenden. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 4

Erfdienstbaarheid Voorop gesteld moeten worden dat privaatrechtelijke verhoudingen uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening niet van doorslaggevende betekenis kunnen zijn. Slechts indien deze een zodanig evident karakter hebben dat daarmee de realisering van het bestemmingsplan binnen de planperiode niet aannemelijk is, kan hieraan betekenis toekomen. Ten aanzien van de gestelde verkeersoverlast moet meegewogen worden dat het recreatieterrein zal worden ontsloten via een bestaande verharde weg op de perceel van belanghebbende. In het voorliggende bestemmingsplan wordt ingegaan op de (mogelijke) toekomstige extra verkeersbewegingen op deze ontsluitingsweg. Uit de toelichting blijkt dat het aantal te verwachten extra verkeersbewegingen, gelet op de bestaande verkeersafwikkeling op de Benedeneind NZ, een beperkt aandeel is van de totale verkeersafwikkeling en niet zal leiden tot problemen in de verkeersafwikkeling. Uit het document dat betrekking heeft op de erfdienstbaarheid is niet af te leiden dat er sprake is van een zodanige privaatrechtelijke belemmering dat de raad daarom in redelijkheid niet de bestreden bestemmingen heeft kunnen vaststellen. Parkeernorm De belanghebbende claimt dat de parkeernorm onjuist is toegepast omdat uitgegaan dient te worden van de CROW norm 182 voor restaurants. Daardoor dient voldaan te worden aan de minimale parkeernorm van 14 parkeerplaatsen per 100m2 bvo voor de horeca. De aanname dat het hier gaat om een restaurant is echter onjuist. Het gaat hier om een aan de verblijfsrecreatieve bestemming ondergeschikte horecafunctie die, gelet op de activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en s avonds is geopend. Het gaat om een aan de detailhandelsfunctie verwante horecavoorziening. Hierdoor veroorzaakt deze slechts beperkte hinder voor omwonenden. Om te waarborgen dat er in de toekomst geen restaurant gerealiseerd kan worden zal artikel 3 Recreatie- Verblijfsrecreatie van het bestemmingsplan Benendeneind NZ 430a ambtshalve aangevuld worden. In artikel 3 van het bestemmingsplan zal verwezen worden naar een in de bijlage opgenomen Staat van horeca-activiteiten. Uitsluitend activitieten passend binnen categorie 1a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Artikel 3 zal ambtshalve aangevuld worden door het opnemen van een Staat van horeca-activiteiten. De belanghebbende brengt tevens onder de aandacht dat de parkeernorm is berekend uitgaande van een bvo van 195m2 terwijl de regels van het bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a een maximaal oppervlak van 275m2 ten behoeve van dagrecreatieve voorzieningen mogelijk maakt. Uit de regels blijkt onvoldoende dat uitsluitend 195m2 gebruikt kan gaan worden ten behoeve van de beoogde horecafunctie. Het resterende oppervlak heeft een andere functie en zal deze functie in de toekomst behouden, zoals bergruimte. De belanghebbende merkt dus terecht op dat de planregels onvolledig zijn. Conclusie: dit deel van de zienswijze is gegrond. In artikel 3.2.4. zal opgenomen worden dat maximaal 195m2 van het totale oppervlak van 275m2 gebruikt mag ten behoeve van de beoogde horecafunctie. Stiltegebied In het kader van het wettelijk vooroverleg artikel 3.1.1. Bro heeft de provincie Utrecht ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan een vooroverlegreactie ingediend met betrekking tot het ontbreken van een paragraaf gericht op het stiltegebied. Naar aanleiding van deze vooroverlegreactie is paragraaf 4.8. Stiltegebied toegevoegd aan de plantoelichting. Vervolgens is het ontwerpbestemming, inclusief paragraaf 4.8. voorgelegd aan de provincie Utrecht. Per brief van 14 september 2012 (kenmerk 80BFFF2F) heeft de provincie Utrecht aangegeven dat het bestemmingsplan niet strijdig is met de provinciale ruimtelijke belangen, waaronder de belangen van het stiltegebied, zoals opgenomen in de Beleidslijn nieuwe Wro en de Provinciale Ruimtelijke Verordening. In de provincie Utrecht zijn 13 stiltegebieden aangewezen. In deze gebieden dient de rust die aanwezig is te worden gehandhaafd. Negatieve beïnvloeding van de geluidsbelasting kan zich voor doen bij toevoeging van nevenfuncties bij agrarische bedrijven, functiewijziging van beëindigende agrarische bedrijven en bij ontwikkelingen ter plaatse van bestaande niet-agrarische bedrijven. Voorkomen moet worden dat hierdoor een toename plaatsvindt van de geluidsbelasting in het Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 5

stiltegebied, anders dan ten gevolge van de gebiedseigen geluiden. Bestaande functies (ook de stilteverstorende functies) binnen het stiltegebied kunnen blijven bestaan. Binnen het stiltegebied blijven ontwikkelingen die bij het gebied horen, zoals agrarische activiteiten en stille vormen van recreatie mogelijk. Het recreatieterrein is voor een gedeelte gelegen in het stiltegebied Willeskop/Benschop. Het betreft het noordelijke deel van het plangebied waar de seizoensplaatsen zijn gelegen. Deze gronden zijn in het vigerende bestemmingsplan reeds bestemd voor verblijfsrecreatie. In het voorliggende bestemmingsplan wijzigt deze bestemming niet. Wel mag het aantal seizoensplaatsen uitgebreid worden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Hier staat tegenover dat het aantal toeristische standplaatsen afneemt. In totaal neemt het aantal standplaatsen op de totale camping niet toe. De dagrecreatieve activiteiten (kleinschalige horeca en midgetgolf) welke met het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, worden op gronden buiten het stiltegebied en de bufferzone van het stiltegebied gerealiseerd. Dit geldt ook voor de B&B. Deze activiteiten zullen de rust in het stiltegebied niet aantasten. Extra woningbouw De belanghebbende stelt dat het voorliggende bestemmingsplan in strijd is met het provinciaal ruimtelijk beleid omdat de nieuwbouw van (bedrijfs)woningen zich uitsluitend beperkt tot bebouwingsenclaves. Het provinciaal ruimtelijke beleid staat verstedelijking van bebouwingsenclaves en bebouwingslinten toe. Een bebouwingslint wordt gevormd door aaneengesloten bebouwing in langerekte vorm, waarvoor in het provinciaal ruimtelijke beleid geen rode contour is opgenomen. De belanghebbende claimt dat de nieuw te bouwen bedrijfswoning niet in het bebouwingslint van de Benedeneind is gesitueerd omdat de bestaande bebouwing direct aan de weg is gelegen. Een bebouwingslint beperkt zich echter niet tot de bebouwing direct aan weg maar wordt gevormd door alle bebouwing gelegen aan de weg. De ruimtelijke structuur van het bebouwingslint aan Benedeneind kenmerkt zich door de afwisseling van functies, het verspringen van rooilijnen en bouwkavels met verschillende diepten. Het feit dat de bedrijfswoning niet direct gelegen is aan de weg betekent niet dat de bedrijfswoning geen deel uit maakt van de lintbebouwing. Het voorontwerpbestemmingsplan is in het kader van artikel 3.1.1. Bro in voorontwerp voorgelegd aan de provincie Utrecht. In haar voorlegreacties heeft de provincie uitsluitend een opmerking gemaakt ten aanzien van het aanwezige stiltegebied Willeskop/Benschop. Met betrekking tot het ontwerpbestemmingsplan heeft de provincie Utrecht in een schriftelijke reactie van 14 september 2012 (kenmerk 80BFFF2F) kenbaar gemaakt dat het bestemmingsplan niet strijdig is met de provinciale ruimtelijke belangen zoals opgenomen in de Beleidslijn nieuwe Wro en de Provinciale Ruimtelijke Verordening. Daarmee mag aangenomen worden dat de in het voorliggende bestemmingsplan opgenomen bedrijfswoning niet in strijd is met het provinciaal ruimtelijk beleid. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 6

Zienswijze 2 Samenvatting zienswijze: De bezwaren in de zienswijze richten zich op de uitbreiding van het aantal overnachtingen als gevolg van de Bed&Breakfast (B&B), de vestiging van het horecabedrijf en de voorgenomen aanleg van een midgetgolfbaan. De indieners van deze zienswijze verwachten hierdoor een toename van (verkeers)overlast en hebben daarnaast geen vertrouwen in de blijvende ondergeschiktheid van deze functies ten opzichte van de verblijfsrecreatieve hoofdfunctie. Tot slot verwacht men dat de waarde van de eigen woning fors zal verminderen indien de voorliggende plannen doorgang vinden. Beantwoording: Verkeersoverlast In paragraaf 4.2 van het bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a wordt ingegaan op de toekomstige verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling. Voor de berekening van de verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van CROW publicatie 272 en uitgegaan van een ligging in het buitengebied. De uitbreiding van het aantal vaste standplaatsen, de B&B, de bedrijfswoning en de horeca/midgetgolf zullen tot een toekomstige toename van 44 mvt/etmaal naar het recreatieterrein leiden. Gelet op het totaal aantal verkeersbewegingen op de Benedeneind NZ en Benedeneind ZZ is dit slechts een beperkte toename. Het geringe aantal extra verkeer ten gevolge van de ontwikkelingen zullen niet leiden tot problemen met de verkeersafwikkeling. Het aspect verkeer staat de realisatie van de plannen dan ook niet in de weg. Ondergeschiktheid van voornamelijk horeca De belanghebbenden geven aan geen vertrouwen te hebben in de blijvende ondergeschiktheid van de beoogde horeca-activiteit. Zij vrezen dat de initiatiefnemer in de toekomst activiteiten zal ondernemen die niet langer ondergeschikt aan de verblijfsrecreatieve functie en daardoor overlast zullen veroorzaken voor omwonenden, bijvoorbeeld door een relatief grote verkeersaantrekkende werking. Om te waarborgen dat de beoogde horecavoorziening in de toekomst ook daadwerkelijk ondergeschikt is en blijft en daarmee de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt zal artikel 3 Recreatie-Verblijfsrecreatie van het bestemmingsplan Benendeneind NZ 430a ambtshalve aangevuld worden. In artikel 3 van het bestemmingsplan zal verwezen worden naar een in de bijlage opgenomen Staat van horeca-activiteiten. Uitsluitend activitieten passend binnen categorie 1a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Artikel 3 zal ambtshalve aangevuld worden door het opnemen van een Staat van horeca-activiteiten. Planschadevergoeding Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan kan een verzoek om planschadevergoeding ingediend worden. De gemeente zal het verzoek in behandeling nemen volgens de daarvoor opgestelde procedureverordening en voorgelegd worden aan een onafhankelijk adviseur. Bij de behandeling van een verzoek op planschadevergoeding zal zeker in overweging genomen worden dat het bestemmingsplan Landelijk gebied al voorziet in de verblijfsrecreatieve bestemming en de betreffende woning gelegen is op een afstand van ruim 160 meter tot het recreatieve bouwperceel. De gemeente Lopik heeft een planschadeovereenkomst afgesloten met de initiatiefnemer. Eventuele kosten als gevolg van planschade kunnen op de initiatiefnemer verhaald worden. Conclusie: dit deel van de zienswijze in ongegrond. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 7

Zienswijze 3 Samenvatting zienswijze: De belanghebbende is tegen de komst van een midgetgolfbaan en horecagelegenheid. Beantwoording: Hoewel de zienswijze nauwelijks is onderbouwd blijkt dat de belanghebbende tegen de komst van een zelfstandige horeca en de midgetgolfbaan is. Wij gaan er vanuit dat de belanghebbenden tegen komst van deze activiteiten is omdat gevreesd wordt voor (geluids)overlast. Zoals bij de beantwoording van eerdere zienswijzen is aangegeven zal artikel 3 Recreatie-Verblijfsrecreatie van het bestemmingsplan Benendeneind NZ 430a ambtshalve aangevuld worden om te waarborgen dat de beoogde horeca-voorziening in de toekomst ook daadwerkelijk ondergeschikt is en blijft en daarmee de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt. In artikel 3 van het bestemmingsplan zal verwezen worden naar een in de bijlage opgenomen Staat van horeca-activiteiten. Uitsluitend activitieten passend binnen categorie 1a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. De geplande horecavoorziening en midgetgolfbaan maken onderdeel uit van de eigen inrichting van het recreatieve perceel. De beoogde ontwikkelingen zullen getoetst moeten worden aan het geldende Activiteitenbesluit. De initiatiefnemer dient hiervoor een melding te doen waaruit blijkt dat aan het Activiteitenbesluit voldaan kan worden. Met betrekking tot de privacy van belanghebbenden heeft de initiatiefnemer reeds op het erfgrens opgaande beplanting gepland die in de toekomst zullen zorgen voor een duurzame, afschermende werking. Conclusie: de zienswijze is ongegrond. Artikel 3 zal ambtshalve aangevuld worden door het opnemen van een Staat van horeca-activiteiten. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 8

Zienswijze 4 Samenvatting zienswijze: De zienswijze richt zich op de volgende punten: het plan is in strijd met de uitgangspunten voor het aanwezige stiltegebied en de kernkwaliteiten van het Groene hart; de gewijzigde bedrijfsvoering, de B&B en de horecavoorziening zullen leiden tot een extra verkeersaantrekkende werking en onveilige verkeerssituatie; de aanwezigheid van voldoende recreatieve voorzieningen in de omgeving; geluidsoverlast als gevolg van de horecavoorziening; parkeernorm; ruimtelijke kwaliteit; planschade. Beantwoording: Stiltegebied en Groene Hart In het kader van het wettelijk vooroverleg artikel 3.1.1. Bro heeft de provincie Utrecht ten aanzien van het voorontwerpbestemmingsplan een vooroverlegreactie ingediend met betrekking tot het ontbreken van een paragraaf gericht op het stiltegebied. Naar aanleiding van deze vooroverlegreactie is paragraaf 4.8. Stiltegebied toegevoegd aan de plantoelichting. Vervolgens is het ontwerpbestemming, inclusief paragraaf 4.8. voorgelegd aan de provincie Utrecht. Per brief van 14 september 2012 (kenmerk 80BFFF2F) heeft de provincie Utrecht aangegeven dat het bestemmingsplan niet strijdig is met de provinciale ruimtelijke belangen, waaronder de belangen van het stiltegebied, zoals opgenomen in de Beleidslijn nieuwe Wro en de Provinciale Ruimtelijke Verordening. In de provincie Utrecht zijn 13 stiltegebieden aangewezen. In deze gebieden dient de rust die aanwezig is te worden gehandhaafd. Negatieve beïnvloeding van de geluidsbelasting kan zich voor doen bij toevoeging van nevenfuncties bij agrarische bedrijven, functiewijziging van beëindigende agrarische bedrijven en bij ontwikkelingen ter plaatse van bestaande niet-agrarische bedrijven. Voorkomen moet worden dat hierdoor een toename plaatsvindt van de geluidsbelasting in het stiltegebied, anders dan ten gevolge van de gebiedseigen geluiden. Bestaande functies (ook de stilteverstorende functies) binnen het stiltegebied kunnen blijven bestaan. Binnen het stiltegebied blijven ontwikkelingen die bij het gebied horen, zoals agrarische activiteiten en stille vormen van recreatie mogelijk. Het recreatieterrein is voor een gedeelte gelegen in het stiltegebied Willeskop/Benschop. Het betreft het noordelijke deel van het plangebied waar de seizoensplaatsen zijn gelegen. Deze gronden zijn in het vigerende bestemmingsplan reeds bestemd voor verblijfsrecreatie. In het onderliggende bestemmingsplan wijzigt deze bestemming niet. Wel mag het aantal seizoensplaatsen uitgebreid worden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan. Hier staat tegenover dat het aantal toeristische standplaatsen afneemt. In totaal neemt het aantal standplaatsen op de totale camping niet toe. De dagrecreatieve activiteiten (kleinschalige horeca en midgetgolf) welke met het bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, worden op gronden buiten het stiltegebied en de bufferzone van het stiltegebied gerealiseerd. Dit geldt ook voor de B&B. Deze activiteiten zullen de rust in het stiltegebied niet aantasten. Verkeersoverlast Het bestemmingsplan en inrichtingsplan voorzien in de toename van het aantal vaste (jaar)plaatsen. Tegelijkertijd neemt het aantal toeristische standplaatsen (toercaravans en tenten) voor trekkers en passanten af. Door de afname van het aantal passantenplaatsen onstaat er een rustiger patroon van verkeersbewegingen die weer vergelijkbaar is met de oorspronkelijk situatie die de belanghebbende schetst. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 9

In paragraaf 4.2 van het bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a wordt ingegaan op de toekomstige verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling. Voor de berekening van de verkeersgeneratie is gebruik gemaakt van CROW publicatie 272 en uitgegaan van een ligging in het buitengebied. De uitbreiding van het aantal vaste standplaatsen, de B&B, de bedrijfswoning en de horeca/midgetgolf zullen tot een toekomstige toename van 44 mvt/etmaal leiden. Gelet op het totaal aantal verkeersbewegingen op de Benedeneind NZ en Benedeneind ZZ is dit slechts een beperkte toename. Het geringe aantal extra verkeer ten gevolge van de ontwikkelingen zullen niet leiden tot problemen met de verkeersafwikkeling. Het aspect verkeer staat de realisatie van de plannen dan ook niet in de weg. De afname van het aantal passantenplaatsen is daarbij zelfs buiten beschouwing gelaten. Aanbod recreatieve voorzieningen De beoogde ontwikkeling zoals mogelijk gemaakt in het voorliggende bestemmingsplan past binnen de gemeentelijke ambities voor wat betreft recreatie en toerisme. In het gemeentelijk beleid zoals vastgelegd in de Toekomstvisie gemeente Lopik 2030 en het Beleidsplan recreatie en toerisme heeft de raad van de gemeente Lopik zich tot doel gesteld de ontwikkeling van recreatie en toerisme in de gemeente Lopik te stimuleren. Daarbij zijn vooral in het Beleidsplan recreatie en toerisme de zwakke en sterke punten van recreatie en toerisme in Lopik benoemd en is een inventarisatie opgenomen van het recreatieve aanbod in onze gemeente. In de toelichting van het geldende bestemmingsplan Landelijk gebied, paragraaf 8.2 bladzijde 42, wordt de kwaliteitsverbetering en landschappelijke inpassing van bestaande en nieuwe recreatieve voorzieningen als uitgangspunt van toekomst beleid geformuleerd. Het is echter aan particuliere initiatiefnemers om invulling te geven aan deze ambities en vervolgens aan de zelfregulerende werking van de markt om te bepalen of er (blijvend) behoefte bestaat aan de aangeboden (verblijfs)recreatieve activiteiten. Daarbij moet ook in overweging genomen dat het hier gaat om de verbreding van een bestaand recreatieterrein en niet om de oprichting van een volledig nieuwe recreatieve bestemming. Onderdeel van deze verbreding is een B&B voorziening gericht op fietsgroepen. In dit kader sluit de ontwikkeling aan bij de wens van de belanghebbende, welke in de zienswijze het voorstel doet recreatieve activiteiten te concentreren daar waar het al is. Het heeft om uiteenlopende ruimtelijke overwegingen onze voorkeur om dergelijke recreatieve ontwikkelingen te stimuleren op plaatsen waar deze reeds aanwezig zijn. Overlast horecavoorziening De belanghebbende geeft aan (geluids)overlast te verwachten als gevolg van de beoogde horecaactiviteit. Zij vrezen dat de initiatiefnemer in de toekomst activiteiten zal ondernemen die niet langer ondergeschikt aan de verblijfsrecreatieve functie en daardoor overlast zullen veroorzaken voor omwonenden, bijvoorbeeld door het houden van feesten en partijen. Om te waarborgen dat de beoogde horecavoorziening in de toekomst ook daadwerkelijk ondergeschikt is en blijft en daarmee de overlast voor de omgeving zoveel mogelijk wordt beperkt zal artikel 3 Recreatie-Verblijfsrecreatie van het bestemmingsplan Benendeneind NZ 430a ambtshalve aangevuld worden. In artikel 3 van het bestemmingsplan zal verwezen worden naar een in de bijlage opgenomen Staat van horecaactiviteiten. Uitsluitend activitieten passend binnen categorie 1a van de Staat van horeca-activiteiten zijn toegestaan. Het gaat hierbij om een aan de verblijfsrecreatieve bestemming ondergeschikte horecafunctie die, gelet op de activiteiten en de aard van de omgeving, overwegend overdag en s avonds is geopend. Het gaat om een aan de detailhandelsfunctie verwante horeca-voorziening. Hierdoor veroorzaakt deze slechts beperkte hinder voor omwonenden. Artikel 3 zal ambtshalve aangevuld worden door het opnemen van een Staat van horeca-activiteiten. Parkeernorm dagrecreatieve voorzieningen (horeca en midgetgolfbaan) In paragraaf 4.2 van het voorliggende bestemmingsplan is voor de horeca uitgegaan van het parkeercijfers uit de publicatie 182 (CROW). Dat betekent dat er ten behoeve van de beoogde horeca 6 parkeerplaatsen per 100m2 bvo noodzakelijk zijn. In dit geval komt dit uit op 12 parkeerplaatsen. In het bestemmingsplan wordt betoogt dat deze parkeerplaatsen eveneens voor de midgetgolf gebruikt kunnen worden gelet op het feit dat: Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 10

de bezoekers van de camping en de midgetgolf voor een deel gebruik zullen maken van deze functie; de externe bezoekers van de horeca eveneens komen midgetgolfen; een deel van de externe bezoekers van de midgetgolf op de fiets komt. Door het gecombineerde gebruik van de horeca en de midgetgolfbaan en het verwachte gebruik van andere vervoersmiddelen is het aannemelijk dat het aantal extra mvt/per etmaal als gevolg van deze voorzieningen zal toenemen met 24 zoals is opgenomen in paragraaf 4.2 van het voorliggende bestemmingsplan. Ruimtelijke kwaliteit De belanghebbende stelt dat in de toelichting van het bestemmingsplan wordt aangegeven dat de aanleg van de midgetgolfbaan bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit is echter onjuist. In paragraaf 3.4 van de toelichting is beschreven op welke wijze het totale plan bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Dit wordt bereikt via de sloop van bestaande bebouwing, de concentratie van bebouwing aan de voorzijde van het perceel en een betere landschappelijke inpassing met gebiedseigen beplanting van het totale perceel. Het totale plan betekent een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. De groene aankleding van de midgetgolfbaan levert als onderdeel van het totale plan een bijdrage aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In paragraaf 3.4 wordt niet gesteld dat de aanleg van de midgetgolfbaan een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit betekent. Planschadevergoeding Na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan kan een verzoek om planschadevergoeding ingediend worden. De gemeente zal het verzoek in behandeling nemen volgens de daarvoor opgestelde procedureverordening en voorgelegd worden aan een onafhankelijk adviseur. Bij de behandeling van een verzoek op planschadevergoeding zal zeker in overweging genomen worden dat het bestemmingsplan Landelijk gebied al voorziet in de verblijfsrecreatieve bestemming en de betreffende woning van belanghebbende gelegen is op een afstand van ruim 155 meter tot de inrit van het recreatieve bouwperceel. De gemeente Lopik heeft een planschadeovereenkomst afgesloten met de initiatiefnemer. Eventuele kosten als gevolg van planschade kunnen op de initiatiefnemer verhaald worden. Conclusie: dit deel van de zienswijze in ongegrond. Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 11

Bijlage I Kopie zienswijze Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 12

Bijlage II Kopie reactie overlegpartners Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 13

Deel 2 Staat van wijzigingen Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 14

Inleiding In de Staat van wijzigingen zijn de wijzigingen van het ontwerpbestemmingsplan naar aanleiding van de ingekomen zienswijzen opgenomen. De ingekomen zienswijzen leiden tot aanpassingen van de verbeelding van het bestemmingsplan. Toelichting Nr. Onderdeel Wijziging n.a.v. 1 Regels In artikel 3.2.4. zal opgenomen worden dat maximaal Zienswijze 195m2 van het totale oppervlak van 275m2 gebruikt mag ten behoeve van de beoogde horecafunctie 2 Regels / Bijlage In de bijlage bij de regels zal een Staat van horecaactiviteiten Ambtshalve opgenomen worden. In artikel 3 zal vervolgens opgenomen worden dat uitsluitend activiteiten behorende tot categorie 1a zijn toegestaan. 3 Regels In artikel 3 zal opgenomen worden dat er bij elke vaste Ambtshalve standplaats ruimte moet zijn voor parkeren 4 Regels In artikel 3 zal opgenomen worden dat er op het recreatieterrein Ambtshalve 31 openbare parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden. 5 Toelichting In paragraaf 4.2. zal toegevoegd worden dat het aantal passantenplaatsen afneemt. Ambtshalve Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 15

Bijlage I bij Staat van wijzigingen Staat van horeca-activiteiten Nota beantwoording zienswijzen bestemmingsplan Benedeneind NZ 430a 16