De werkkostenregeling.

Vergelijkbare documenten
Flex-BV. 1. Inleiding en conclusie

De Flex-BV Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht. (Juridische & Fiscale aspecten van de Flex BV)

KPMG Meijburg & Co ABCD. Invoering van de Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht

2.2 Belangrijke civielrechtelijke wijzigingen ten opzichte van de voormalige wetgeving

Wat u als ondernemer hoort te weten omtrent de Flex B.V.

De flexibilisering van het B.V. recht

Uitnodiging. HLB OndernemersCafé 7 november Ondernemend, net als u.

Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe bv-recht

Hoofdstuk 1. De nieuwe flex-bv juridisch bekeken Flexibele BV Een overzicht Niet automatisch!... 3

Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder?

Fiscale aspecten van de flex-bv Bijvangst, maar toch

Inhoudsopgave. Voorwoord De BV goed gestart Alles goed geregeld tussen u en uw BV? Inhoudsopgave

Flex-bv: nieuwe kansen, en hoe verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe bv-recht

DGA uit de loonheffing

Flexibilisering BV-recht. Najaar 2012

Inhoudsopgave. 1. De BV goed gestart Alles goed geregeld tussen u en uw BV? Inhoudsopgave. Voorwoord... VII

Flex-bv: nieuwe kansen en bedreigingen Het belang van de vennootschap staat voorop! 23 juli 2014

Inleiding. Vennootschapsrecht

Alles wat u moet weten over de Wet Flex-BV

Inhoud. Lijst van afkortingen 13. Studiewijzer 15. Inleiding belastingrecht 17. Deel 1 Inkomstenbelasting 24

Inhoud. Inleiding belastingrecht 19. Deel 1 Inkomstenbelasting 26. Lijst van afkortingen 15. Studiewijzer 17

Inhoudsopgave. Voorwoord Hoofdinhoudsopgave Introductie Trefwoorden. Fiscale eindejaarstips Belastingcijfers 2014.

Flex BV. Stan Commissaris Jolande van Loon. Rotterdam 17 november 2011

28 oktober 2010 Modernisering van het Nederlandse ondernemingsrecht / presentatie 28 oktober 2010 Ellen Timmer

C E I F E R N I E U W S B R I E F S P E C I A L B V - N V S E P T E M B E R P

Flex-BV: nieuwe kansen, en hoe nu verder? De juridische en fiscale gevolgen van het nieuwe BV-recht

Highlights van de Flex BV

info &boon tips & boon

Inhoud. Afkortingen 17 I INLEIDEND DEEL 19

Memorandum werkkostenregeling

DE FLEX-BV KORT & BONDIG

Wat betekent de Flex B.V. voor u? 28 oktober 2014

Wet Flex-BV in vogelvlucht

Let op bij Kopieren ID Kaart:

NOTARISKANTOOR ZWANIKKEN Blad: 1-16 Vijverlaan HL Velp tel.: fax : FLEX BV

Administratiekantoor Van den Dungen B.V. Nieuwsbrief 2012, 1 e jaargang, 2 e editie

Concept Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van (Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2014)

Nieuwsbrief van d.d Woon-werkverkeer is altijd zakelijk

Accountantskantoor de Bot B.V.

I Weten wat u verdient

De 10 belangrijkste aandachtpunten:

De flexibele bv SRA-praktijkhandreiking

Een bv was nog nooit zo interessant Hoe overstappen naar een flex-bv u nieuwe kansen biedt. WHITEPAPER

De nieuwe Flex-BV. September 2012

Kluwer Online Research Weekblad voor Fiscaal Recht. De fiscale flexibiliteit van de bv-nieuwe stijl

Flex BV. Inhoudsopgave

Terugwerkende kracht aanvraag kinderopvangtoeslag toch niet ingeperkt

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Dividendbelasting; Inkomstenbelasting; Vennootschapsbelasting; EU-recht

Checklist Werken met de werkkostenregeling

De tbs-vrijstelling is te vergelijken met de mkb-winstvrijstelling voor ondernemers die winst uit onderneming genieten.

De regeling is al goedgekeurd voor Voor 2014 maakt deze deel uit van het Belastingplan, wat nog moet worden goedgekeurd.

Totale vergoedingen en verstrekkingen inhoudingsplichtige. Belastbaar loon. -/- door inhoudingsplichtige aangewezen belastbaar loon werknemer

Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, willekeurige afschrijving

Transparante Vennootschap

A D V O C A T E N. Aan de Wet bestuur en toezicht zal op een later tijdstip nog uitgebreid aandacht worden besteed.

Flex B.V. Programma. Waarom de flex B.V.? mei mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Checklist Dga en zijn bv Haal het beste uit de fiscale positie van de dga

Onderwerpen: Wet op de inkomstenbelasting 2001

De fiscale impact van de flex BV

Memorandum RECENTE BELASTINGONTWIKKELINGEN MET BETREKKING TOT DE FISCALE EENHEID

Gevolgen invoering van de Flex-BV wetgeving per 1 oktober De statuten moeten het maatschappelijk kapitaal vermelden.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Flex B.V. 3 oktober mr. S.A. (Sjirk) Bijma mr. A.J.V. (Alexander) Tierolff

Checklist Deelnemingsvrijstelling

Gaan we nog belasting betalen in 2009 en 2010??

Ministerie van Financiën

Flex BV. Flex-BV. Versie 3 oktober 2012 NBA 1

SRA-Praktijkhandreiking

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nieuwsbrief van d.d

Procedure Statutenwijziging en Kapitaalvermindering

De Wet flex-bv De gevolgen voor de aandeelhouder

Vennootschapsbelastingtarief Tarief voor belastbaar bedrag t/m % 20% Tarief over het meerdere 25% 25%

Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.

FISCAAL NIEUWS EINDEJAARSTIPS EN FISCAAL NIEUWS 2014/2015. Afschaffen bijdrage in kosten kinderen

JJJ. de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs Commissie Wetsvoorstellen

Ondernemerschap in de bouw. mr. M.G. (Martine) ten Hove mr. H.J. (Hanny) ten Brink FB

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, u kunt dan een een kopie van deze bijlage maken. Pagina 1 van 13

17 november 2011 Geertje Strietman Huub Pilgram

25.De flexibele BV; oprichting, aandelen zonder stemrecht en zonder winstrecht

CHECKLIST JURIDISCHE FUSIE

Tip! Het onderbrengen van het bedrijfspand in een aparte bv maakt een toekomstige bedrijfsoverdracht gemakkelijker te structureren en te financieren.

Inkomstenbelasting - AB -- Deel 1

BELASTINGPLAN 2010 SCHENK- EN ERFBELASTING LOONHEFFING/ SOCIALE VERZEKERINGSWETTEN

DE FLEX- BV VOOR DE FUSIE- EN OVERNAMEPRAKTIJK MR. DR. ROGIER WOLF MR. SOPHIE PRINS

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

New rules New choices New opportunities. Flex BV en financieringen

Bijlage 1: Algemeen. Indien deze bijlage niet voldoende is, maak dan een kopie van deze bijlage.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING MAANDAG 19 DECEMBER UUR

Dit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr. BLKB 2014/15M, Staatscourant 2014, nr De wijzigingen zijn de volgende.

Arbeidsrechtelijke implicaties van het regeerakkoord

Prinsjesdag fiscale actualiteiten

Personeelsparticipaties

Kort Nieuws. Met name uit Nederland. Grensoverschrijdende inbreng in een BV: Eeuwigdurend geconserveerd bedrag mag Hoge Raad, 13 december 2013

Zakendoen met uw eigen bv in De kansen en mogelijkheden. whitepaper

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM

1. Inleiding. 2 (hierna: Invoeringswet FlexBV ).

HRo - Inkomstenbelasting - Aanmerkelijk belang -- Deel 1

Transcriptie:

Nieuwsbrief van d.d. 31-05-2012 Nummer: 04 2012 De werkkostenregeling. Vanaf 2014 is de werkkostenregeling verplicht. De vrije ruimte van de werkkostenregeling gaat in 2013 omhoog van 1,4% naar 1,6%. In 2014 stijgt het percentage verder naar 2,1% Deze forfaitaire ruimte is het percentage van het totale fiscale loon (vrije ruimte) dat een werkgever mag gebruiken voor onbelaste onkostenvergoedingen en verstrekkingen voor zijn personeel. De verhoging van de vrije ruimte van de werkkostenregeling is een van de maatregelen uit het Begrotingsakkoord 2013 die op 25 mei werd gepresenteerd Staatssecretaris Weekers van Financiën wil nog niet toezeggen dat mensen die moeten reizen voor hun werk worden gecompenseerd voor het verlies aan huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderopvangtoeslag. Het vanaf 2013 belasten van de reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer heeft tot gevolg dat het voor de toeslagen in aanmerking te nemen inkomen hoger wordt en daarmee de toeslagen zullen dalen. Of de toeslagen daadwerkelijk zullen dalen is afhankelijk van de wijze waarop werkgevers deze maatregel gaan verwerken. Onder de werkkostenregeling kunnen zij de reiskostenvergoeding via de zogenoemde vrije ruimte onbelast blijven verstrekken of de belasting voor hun

rekening nemen als de vrije ruimte wordt overschreden. (werkgever moet dan 80% belasting betalen over deze vergoeding) Past de werkgever de werkkostenregeling niet toe dan kan hij de reiskosten voor woonwerkverkeer voor maximaal 200 euro per maand, voor zover hij dit niet voor andere zaken heeft benut, als eindheffing aanwijzen. In beide gevallen zijn er voor de toeslagen van de werknemers geen gevolgen. Volgens Weekers is er bij de betreffende wetsbehandeling straks nog voldoende gelegenheid om dit onderwerp te behandelen. Ook wijst hij erop dat slechts een deel van de toeslaggerechtigden op dit moment een reiskostenvergoeding voor woonwerkverkeer ontvangt. Voorbeeld Bij de berekening met een loonsom van 650.000. Daarvan valt 50.000,00 onder het forfait. Er is een vrije ruimte van 1,6% van 650.000 = 10.400,00. Dat betekent een overschrijving van 39.600,- x 80% eindheffing = 31.680,00 te betalen loonheffing voor rekening van de werkgever. A-G verwerpt afroommethode bij fictief loon DGA praktijk-bv's Advocaat X bracht per 1 januari 1999 zijn aandeel in advocatenmaatschap Y geruisloos in in een persoonlijke houdster-bv, die binnen de f.e. uitzakte naar de werk-bv Z. X was in dienstbetrekking van BV Z en verrichtte in deeltijd (90%) arbeid voor BV Z. Hof Leeuwarden volgde het standpunt van de inspecteur dat het gebruikelijk loon van X op grond van een arrest van de Hoge Raad van 17 september 2004 moest worden bepaald volgens de afroommethode. Naar aanleiding van het beroep in cassatie van X heeft Advocaat Generaal Wattel een conclusie genomen waarin hij uiteenzet dat de afroommethode die de Hoge Raad in zijn arrest van 17 september 2004 toestond bij een interim-management-bv ongeschikt is voor advocatenkantoren en dergelijke omdat zij uitgaat van ondernemerschap en niet van werknemerschap. Dat arrest kan volgens de A-G dan ook niet worden toegepast als alternatief voor de door de wetgever gewenste vaststelling van het "zakelijke" loon, en zelfs niet als alternatieve methode als de inhoudingsplichtige geen andere werknemers heeft.

De dienstverlening door zelfstandige beroepsbeoefenaars zoals advocaten is van geheel andere aard dan leidinggevende-werknemer vervanging bij opdrachtgevers, en hun verdienmodel is ook anders. De A-G adviseerde de Hoge Raad dan ook het beroep in cassatie van X gegrond te verklaren. IBAN IBAN staat voor International Bank Account Number. Vanaf 2014 is het in de Europese Unie in het kader van het SEPA-project (Single Euro Payments Area) alleen nog mogelijk om met deze langere, internationale versie van een bankrekeningnummer te betalen. Op korte termijn hoeven bedrijven hieraan nog niet veel te doen en ook op langere termijn zijn de wijzigingen voor de meeste bedrijven beperkt. Maar toch zijn er al een aantal situaties waarbij het nu al handig is als een bedrijf zich bewust is van de naderende wijziging. Bedrijven die internationaal zaken doen gebruiken IBAN al langer, maar vanaf 1 februari 2014 moet iedereen gebruikmaken van dit rekeningnummer dat voor een deel bestaat uit het huidige nummer aangevuld met de relevante bankcode, landcode en een controlegetal. De term IBAN wordt hierbij vervangen door SEPA: Single Euro Payments Area. Het doel van SEPA is om een grote Europese betaalmarkt te creëren, waardoor er geen verschil bestaat tussen binnenlandse en buitenlandse betalingen. Voorlopig hoeven particulieren en bedrijven die geen zaken doen in het buitenland nog niet zoveel te doen, maar zijn er situaties waarbij vooral bedrijven nu al rekening moeten houden met hun langere bankrekeningnummer. Denk aan het bouwen van velden in nieuwe webformulieren of het opnemen van het langere nummer op bedrijfsdrukwerk. Social Media Zeker 1 op de 3 werkgevers controleert zijn personeel online. Dit blijkt uit recent onderzoek van ARAG juridisch adviesbureau. Een nieuwe wake-up call voor alle naïeve werknemers die nog denken dat de eigen werkgever hun online gedrag niet monitort. De reden waarom werkgevers dit doen is begrijpelijk. Werkgevers willen niet dat hun medewerkers zich slecht uitlaten over de organisatie. Geen enkel bedrijf zit immers te wachten op een slechte naam. Het aantal arbeidsconflicten waarbij social media een rol speelt, neemt ondertussen (niet verrassend) toe.

Een werknemer die op Facebook negatief communiceerde over zijn werkgever, werd daarvoor ontslagen. En ook zijn er enkele zaken bekend van werknemers die zich ziek hadden gemeld, maar die vervolgens op Facebook en Twitter lieten weten dat zij bezig waren geweest met allerlei activiteiten. Dat liep inderdaad niet goed af voor de betrokken werknemers. Eén ding is zeker: het verbieden van social media is een hopeloze zaak. Als werkgever kun je dit willen tegenhouden, maar het is vechten tegen de bierkaai. Het is daarom zinvoller om op zoek te gaan naar manieren waarop zowel werkgever als werknemers profiteren van social media. Houd altijd rekening met de privacy van werknemers. Maar wees ook ondubbelzinnig over de dreiging van een mogelijk geschaad bedrijfsbelang door negatieve uitlatingen op social media. Het is daarom verstandig om een bedrijfsprotocol op te stellen, waarin staat wat medewerkers op social media bij benadering wel en niet mogen zeggen over het bedrijf waar ze werken. Door hierin ook met expliciete voorbeelden te werken, zou het mogelijk moeten zijn om dit besef bij iedereen tussen de oren te krijgen. Last but not least: wees duidelijk over de arbeidsrechtelijke consequenties bij overtreding van het protocol. In 2013 extra harde aanpak bedrijven die arbeidswetten overtreden Arbeidswetten moeten werknemers beschermen tegen slechte arbeidsomstandigheden, onderbetaling, illegaliteit en verdringing op de arbeidsmarkt. Deze arbeidswetten zijn er niet voor niets. Om dit nog eens extra kracht bij te zetten, wordt overtreding van deze wetten met ingang van 2013 beduidend harder aangepakt. Een bedrijf dat nu de arbeidswetten aan zijn laars lapt en hiermee fraudeert, betaalt bij de eerste overtreding een boete, de tweede keer een dubbele boete en de derde keer een drievoudige boete. In 2013 gaan deze boetes waarschijnlijk nog eens omhoog. En dat is niet het enige. De boetebedragen stijgen met ingang van 1 januari 2013 aanzienlijk, aldus een op 20 maart 2012 ingediend wetsvoorstel. Zo gaan de boetes voor het laten werken van illegale werknemers bij een eerste overtreding omhoog van 8.000 naar 12.000 per illegale werknemer. En wie als werkgever zijn werknemer nu laat werken op een onveilige steiger, krijgt bij de eerste overtreding 9.000 boete, maar mag in 2013 rekenen op een boete van 18.000 per werknemer. Na een eerste overtreding krijgt het bedrijf ook een waarschuwing. Begaat het bedrijf de overtreding opnieuw, dan kan het bedrijf voor een bepaalde termijn worden stilgelegd

totdat de tekortkomingen zijn hersteld. Ook kan een bedrijf preventief worden stilgelegd totdat er geen gevaar meer bestaat. Inlenersaansprakelijkheid voor zelfstandigen (zzp ers) varieert per geval Een zelfstandige wordt ingehuurd voor revisiewerkzaamheden aan een machine. Daarbij ontstaat een ernstig ongeval. Is hier nu sprake van aansprakelijkheid op grond van het arbeidsrecht? Ja, een werkgever is niet alleen verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn eigen werknemers (zorgplicht), maar ook voor ingeleend personeel. Volgens de Hoge Raad zijn dit niet alleen uitzendkrachten, maar ook zelfstandigen die buiten dienstbetrekking werkzaamheden verrichten. Zij zijn voor de zorg van hun veiligheid (mede)afhankelijk van degene voor wie het werk wordt verricht. Maar zo zwart-wit is het niet. De feitelijke verhouding tussen betrokkenen en de aard van de verrichte werkzaamheden is hierbij belangrijk. Indien de zelfstandige is ingehuurd vanwege specifieke kennis waarover de opdrachtgever (werkgever) zelf niet beschikt, dan is er minder snel aanleiding voor aansprakelijkheid. Ook is van belang de mate waarin de opdrachtgever (werkgever) al dan niet door middel van hulppersonen invloed heeft op de werkomstandigheden van degene die de werkzaamheden verricht. En op de veiligheidsrisico s die daarmee verband houden. Het moet gaan om arbeid die is verricht in de uitoefening van het beroep of bedrijf van de opdrachtgever. Daarbij kan dus van belang zijn in hoeverre deze arbeid ook door de eigen werknemers had kunnen worden verricht. Kortom: de glazenwasser die bij uw kantoorpand de ramen reinigt en lapt, valt niet onder de aansprakelijkheid. Opdrachtgevers doen er verstandig aan om te controleren of de in te schakelen zelfstandige zich voldoende heeft verzekerd tegen arbeidsongeschiktheidsrisico s. Daarnaast is het voor opdrachtgevers zinnig om ook de eigen verzekeringen (tegen wettelijke aansprakelijkheid) nog eens goed te checken. Zakelijke kilometers kunnen vergoed blijven worden

Het plan om de belastingvrije vergoeding van 19 cent te schrappen, geldt alleen voor woon-werk verkeer, niet voor ritten tijdens werktijd. Het schrappen van de belastingvrije vergoeding van 19 cent gaat alleen voor woon werk verkeer gelden. Rijd je met je eigen auto tijdens werktijd, dan mag je werkgever daar ook in te toekomst gewoon 19 belastingvrije centen per kilometer voor uitkeren. Hiermee wordt dus dezelfde lijn gevolgd als bij leaseauto's: men verandert de status van woon werk verkeer in een privé rit. Daar hoeft je baas je dus geen vergoeding voor uit te keren. Dat mag natuurlijk wel, maar dan telt dat het als loon in natura en moet je er belasting over betalen. Inleiding en conclusie Flex-BV Alweer vijf jaar geleden, namelijk op 31 mei 2007, werd het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (31 058) ingediend bij de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel biedt aandeelhouders van een BV meer mogelijkheden om hun verhoudingen ten opzichte van elkaar en de vennootschap te regelen. Nadat in oktober 2011,ook de Invoeringswet vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht (32 426) is aangenomen door de Tweede Kamer lijkt het er nu,medio 2012, op dat beide wetsvoorstellen binnenkort worden aangenomen door de Eerste Kamer. De beoogde datum van inwerkingtreding is 1 juli 2012. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de wijzigingen alleen de BV betreffen, en niet de NV. Een belangrijke noviteit van het wetsvoorstel is dat aandeelhouders naast de vennootschap aansprakelijk kunnen zijn jegens derden. Ook het bestuur van de vennootschap kan aansprakelijk worden gesteld indien zij haar goedkeuring heeft verleend aan winstuitkeringen die de vermogenspositie van de vennootschap in gevaar brengen. Deze ruimere mogelijkheden van aansprakelijkstelling houden onder meer verband met het verdwijnen van de minimumkapitaaleis van 18.000. Een andere belangrijke wijziging is dat stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen kunnen worden geïntroduceerd, net als aandelen met een afwijkend stemrecht of winstrecht. In dit memo worden de belangrijkste elementen van de Flex-BV besproken. Dat betreffen in de eerste plaats enkele privaatrechtelijke aspecten. Als gevolg van de mogelijkheid om stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen te introduceren, moet de Flex-BV kritisch worden bekeken wanneer het gaat om fiscale regelingen en bepalingen waarbij een bepaalde mate van gelieerdheid van belang is. In dit verband moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de aanmerkelijkbelangregeling voor de inkomstenbelasting en de regelingen van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en de btw. In dit memo komen deze fiscale aspecten uiteraard ook aan bod. Privaatrechtelijke aspecten Het wetsvoorstel Vereenvoudiging en flexibilisering BV-recht is in de eerste plaats een privaatrechtelijk wetsvoorstel. Het heeft onmiskenbaar fiscale gevolgen, maar deze worden in feite opgeroepen door enkele privaatrechtelijke aspecten. Vereenvoudiging oprichting BV

De vereenvoudigingen die met het wetsvoorstel gepaard gaan, hebben met name betrekking op het afschaffen van het verplichte minimumkapitaal van 18.000. Voortaan is het dus bijvoorbeeld mogelijk dat een BV een kapitaal heeft van slechts 1. Ook de bankverklaring bij de inbreng van geld bij oprichting van de BV wordt afgeschaft, net als de accountantsverklaring bij de inbreng in natura. Eind 2011 was het in het kader van het wetsvoorstel Flex-BV de gedachte dat niet langer verplicht zou zijn om een BV bij notariële akte op te richten. Deze gedachte is uiteindelijk verlaten en de notariële akte blijft dus een vereiste. In april 2012 heeft de KNB wel het zogenoemde model kleine BV gepresenteerd. De verklaring van geen bezwaar voor oprichting van een BV is al op 1 juli 2011 afgeschaft. Grotere aansprakelijkheid bestuurders en aandeelhouders Met de afschaffing van de minimumkapitaaleis van 18.000 en de daarmee verband houdende formaliteiten bij de inbreng dreigde de positie van crediteuren van de vennootschap in het gedrang te komen. Getracht is de kapitaal- en crediteurenbescherming te waarborgen door bestuurders aansprakelijk te stellen voor de door hen verleende goedkeuring van winstuitdelingen die de vermogenspositie van de BV in gevaar brengen, en door de introductie van aansprakelijkheid van aandeelhouders in deze. Bestuurdersaansprakelijkheid De aansprakelijkheid van bestuurders werkt als volgt. Winstuitkeringen moeten vooraf door het bestuur worden goedgekeurd. Het bestuur moet toetsen of de BV na de uitkering zal kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. Dit geldt overigens niet alleen voor dividenduitkeringen, maar ook voor uitkeringen in de vorm van inkoop van eigen aandelen en terugbetaling van kapitaal. Meent het bestuur dat de winstuitkering in dit verband te hoog is of in het geheel achterwege zou moeten blijven, dan kan het bestuur de uitkering tegenhouden door deze niet goed te keuren. In de parlementaire geschiedenis is in dit verband opgemerkt dat het bestuur een uitkering niet mag weigeren, omdat de BV ten laste van de winst een reserve zou willen vormen voor toekomstige investeringen. Het onthouden van de goedkeuring is wel toegestaan als het bestuur bijvoorbeeld denkt na de uitkering niet meer te kunnen voldoen aan de financiële ratio s opgelegd door een bank, waardoor de bank een kredietfaciliteit zou kunnen beëindigen. Denkt het bestuur dat de BV niet in de financiële problemen zal komen als gevolg van de winstuitkering, dan dient het bestuur deze goed te keuren. Zou nadien blijken dat de BV toch haar verplichtingen niet kan nakomen als gevolg van de winstuitkering, dan kunnen de bestuurders aansprakelijk worden gesteld voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. Hiervoor is wel vereist dat de bestuurders dit wisten of hadden kunnen weten. In de parlementaire geschiedenis is opgemerkt dat in dit verband een termijn van één jaar geldt. Voor tekorten die ontstaan na een periode van één jaar na de winstuitkering zou het bestuur dan in beginsel niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. Dit punt is echter nog niet geheel duidelijk. Vindt de daadwerkelijke betaling van de winstuitkering veel later plaatsvindt dan het moment waarop tot de uitkering is besloten, dan zal op het betaalmoment nogmaals een uitkeringstoets moeten worden uitgevoerd door het bestuur. Verwacht wordt dat de uitkeringstoets door bestuurders in de praktijk veel vragen zal opleveren. Waarschijnlijk zal het bestuur van de BV advies inwinnen bij de accountant of belastingadviseur over de vraag of een winstuitkering in een bepaald geval verantwoord is. Deze zal op basis van zijn of haar deskundigheid natuurlijk een oordeel kunnen vellen op basis van de balanspositie

van de BV, maar voor wat betreft de resultaatverwachtingen in de toekomst zullen de accountant of de belastingadviseur toch moeten afgaan op de informatie van het bestuur. Aansprakelijkheid aandeelhouders In het wetsvoorstel wordt ook de mogelijkheid van aansprakelijkheid van de aandeelhouders geïntroduceerd. Als onderdeel van de kapitaal- en crediteurenbescherming kunnen aandeelhouders verplicht worden gesteld ontvangen winstuitkeringen geheel of gedeeltelijk terug te betalen, indien de BV als gevolg van deze uitkeringen in de problemen komt en de aandeelhouders dit ten tijde van de winstuitkeringen wisten of hadden kunnen weten. Saillant detail is dat deze aansprakelijkheid van bestuurders en aandeelhouders niet aan de orde is bij de NV. In dit kader zou in voorkomende gevallen kunnen worden overwogen om de BV om te zetten in een NV. Een dergelijke omzetting kan in beginsel plaatsvinden zonder heffing van vennootschapsbelasting, maar dient uiteraard wel aandachtig te worden voorbereid. Flexibiliteit inrichting BV Uniek voor de Flex-BV is dat aandeelhouders grote vrijheid hebben ten aanzien van de inrichting van de onderlinge verhoudingen tussen de aandeelhouders zelf en in de verhoudingen tussen de aandeelhouders en de BV. Afspraken die tot nu toe in aandeelhoudersovereenkomsten worden gemaakt, kunnen voortaan ook in de statuten van de BV zelf worden opgenomen. De mogelijkheid van aparte aandeelhoudersovereenkomsten blijft echter ook bestaan. De flexibiliteit qua inrichting blijkt met name uit de mogelijkheid om stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen te introduceren. In dit verband is het ook mogelijk om aandelen met beperkt stemrecht of beperkt winstrecht uit te geven. Op deze wijze kunnen de onderlinge verhoudingen van aandeelhouders op maat worden gemaakt. Overgangsrecht Treedt het wetsvoorstel Flex-BV op 1 juli 2012 in werking, dan geldt overgangsrecht voor een aantal specifieke gevallen. Te denken valt aan overgangsmaatregelen voor certificaten waaraan vergaderrechten zijn toegekend en voor lopende verzetsprocedures van schuldeisers tegen een besluit tot kapitaalvermindering. Ten aanzien van de hiervoor beschreven privaatrechtelijke aspecten geldt echter geen overgangsrecht; de bepalingen van de Flex-BV zijn in beginsel onverkort van toepassing op bestaande BV s. Wel moet bedacht worden dat sommige bepalingen van de nieuwe wetgeving alleen werkingskracht hebben als de statuten daarop zijn ingericht. Dit geldt bijvoorbeeld voor de stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen. De bepalingen met betrekking tot de aansprakelijkstelling van bestuurders en aandeelhouders hebben wel direct effect op bestaande BV s.de hiervoor besproken uitkeringstoets zal dus ook gelden voor bestaande BV s. Voor bestaande BV s bestaat overigens geen verplichting tot aanpassing van de statuten. Inkomstenbelasting De introductie van stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen heeft ook fiscale gevolgen. Het gaat dan om fiscale regelingen en bepalingen waarvan de werking afhankelijk is van het bezit van een bepaald aandelenbelang in een vennootschap. Denk bijvoorbeeld aan het aanmerkelijk belangcriterium in de inkomstenbelasting. Aanmerkelijk belang

Voor de inkomstenbelasting heeft de introductie van stemrechtloze aandelen en winstrechtloze aandelen met name gevolgen voor de aanmerkelijk belang (ab) regeling. Een belastingplichtige heeft een ab indien hij, al dan niet samen met zijn partner, aandeelhouder is van ten minste 5% van het geplaatste aandelenkapitaal van een vennootschap. Bij een BV waarvan het kapitaal is onderverdeeld in verschillende soorten aandelen is sprake van een ab indien de belastingplichtige ten minste 5% van het geplaatste kapitaal van een aandelensoort bezit. Aandelen waaraan slechts bijzondere rechten zijn verbonden, vormen geen afzonderlijke soort. Na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Flex-BV worden aandelen zonder stemrecht of zonder winstrecht, of aandelen met een beperkt stemrecht of winstrecht, in beginsel als een afzonderlijke aandelensoort beschouwd. De ab positie van een aandeelhouder van gewone aandelen zal daarom door de uitgifte van aandelen zonder stemrecht of winstrecht niet wijzigen. De uitgegeven winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen kunnen zelf wel een (soort-) ab (gaan)vormen voor de betreffende aandeelhouder. Ten aanzien van winstrechtloze aandelen moet in dit verband nog wel worden getoetst of aan deze aandelen niet slechts bijzondere benoemingsrechten en dergelijke zijn verbonden, waardoor ze mogelijk niet als een afzonderlijke soort worden beschouwd. Het ontstaan van een (soort-)ab kan verschillende fiscale gevolgen hebben bijvoorbeeld voor de afschrijvingsbeperking van onroerende zaken. Worden de onroerende zaken verhuurd aan een verbonden persoon, dan geldt een lagere bodemwaarde van 50% van de WOZ-waarde en kan er dus fiscaal meer worden afgeschreven. Van een verbonden persoon is sprake bij de aanwezigheid van een ab. Door middel van de uitgifte van aandelen zonder stemrecht of winstrecht, of met beperkt stemrecht en winstrecht, zou een verhuurder een ab kunnen verkrijgen in de BV waaraan hij een pand verhuurt waardoor ruimere afschrijvingsmogelijkheden zouden kunnen ontstaan. Een soort-ab op basis van winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen kan er echter ook toe leiden dat de terbeschikkingstellingsregeling of de gebruikelijkloonregeling van toepassing zijn. In het geval van excentrieke winstrechten dient ook aandacht te worden besteed aan lucratiefbelangregeling. Relevante wetsartikelen en jurisprudentie onder meer: Art. 4.6 en 4.7 Wet IB 2001 HR 16 december 2011, nrs. 10/00610 en 10/00158, V-N 2011/67.6-7 Art. 3.30a Wet IB 2001 Art. 3.92 Wet IB 2001 Art. 12a Wet LB 1964 Terugbetaling van dividend door aandeelhouder Aandeelhouders kunnen aansprakelijk worden gesteld voor onverantwoorde winstuitdelingen, waarbij zij verplicht zijn de ontvangen winstuitkeringen geheel of gedeeltelijk terug te betalen. Aangenomen wordt dat dergelijke terugbetalingen in voorkomende gevallen worden beschouwd als negatief inkomen uit aanmerkelijk belang, wanneer het box 2-aandelen betreft. Betreft het aandelen die tot het box 3-vermogen behoren, dan zal de terugbetaling mogelijk fiscaal effect hebben voor de rendementsgrondslag. Overigens is tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel Flex-BV opgemerkt dat er geen teruggaafregeling zal komen voor ingehouden en afgedragen dividendbelasting ter zake van onverantwoorde dividenduitkeringen die nadien ongedaan moeten worden gemaakt. Overige Het gaat het te ver om in dit memo alle fiscale gevolgen van de introductie van de Flex-BV te beschrijven. Zonder hier nader op in te gaan, wordt nog gewezen op de volgende aspecten: Is sprake van een adequate tegenprestatie indien bij fusie of splitsing winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen worden uitgegeven?

Kan de geruisloze doorschuivingsfaciliteit worden toegepast bij inbreng van een onderneming in een Flex-BV tegen uitreiking van winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen? Vennootschapsbelasting Voor de vennootschapsbelasting heeft het wetsvoorstel Flex-BV in de eerste plaats gevolgen voor de aanwezigheid van verbondenheid tussen lichamen onderling, en tussen lichamen en natuurlijk personen. Wanneer er sprake is van een dergelijke verbondenheid, zijn tal van antimisbruikbepalingen van toepassing. Te denken valt aan maatregelen die winstdrainage en excessieve renteaftrek beogen tegen te gaan. Verbonden lichamen en verbonden personen Verbondenheid is aan de orde bij het bezit van een belang van ten minste een derde gedeelte. Hierbij is de inhoud van het begrip belang niet precies duidelijk. In de parlementaire geschiedenis is opgemerkt dat zowel een kapitaalbelang als zeggenschap kunnen leiden tot een belang van ten minste een derde gedeelte. Dit is bevestigd in de jurisprudentie. De uitgifte van winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen kan daarom ook leiden tot verbondenheid. Relevante wetsartikelen en jurisprudentie onder meer: Art. 10a lid 4 tot en met 6 Wet VPB 1969 HR 8 april 2011, nr. 10/00651, V-N 2011/19.15 Thincapregeling De thincap-maatregel is bedoeld om excessieve renteaftrek in concernverhoudingen tegen te gaan. Hierbij wordt voor het concernbegrip aangesloten bij de term groep in de zin van art. 2:24b BW. Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Voorts is het element centrale leiding van belang. Aangenomen wordt dat een kapitaaldeelname geen doorslaggevend criterium is voor de aanwezigheid van de groepsrelatie: vennootschappen kunnen ook tot een groep in de zin van art. 2:24b BW behoren zonder dat er een kapitaaldeelname is. De introductie van aandelen zonder stemrecht of winstrecht lijkt om die reden geen wijziging te brengen in de beoordeling of een BV behoort tot een groep in de zin van art. 2:24b BW. Relevante wetsartikelen Art. 10d Wet VPB 1969 Deelnemingsvrijstelling Er is sprake van een deelneming indien een lichaam aandeelhouder is van ten minste 5% van het nominaal gestorte aandelenkapitaal van een vennootschap. Hierbij geldt geen soortaandelenbenadering. Na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Flex-BV lijkt daarom door uitgifte van aandelen zonder stemrecht of winstrecht een deelneming voor een derde te kunnen worden gecreëerd zonder dat het feitelijke belang van de zittende aandeelhouders bij de betreffende BV wijzigt. Relevante wetsartikelen onder meer: Art. 13 Wet VPB 1969 Fiscale eenheid vpb

Om een fiscale eenheid vpb te kunnen vormen, moet een moedermaatschappij ten minste 95% van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal van een dochtermaatschappij bezitten. Heeft een dochter verschillende soorten aandelen uitgegeven, dan moeten de aandelen die de moedermaatschappij bezit recht geven op ten minste 95% van de winst en het vermogen. In de parlementaire geschiedenis van het wetsvoorstel Flex-BV is opgemerkt dat deze voorwaarde in het Besluit fiscale eenheid 2003 zal worden aangepast in verband met de mogelijkheid om aandelen zonder winstrecht uit te geven. De aandelen die de moedermaatschappij bezit zullen voortaan recht moeten geven op ten minste 95% van de winst, het vermogen en het stemrecht. Hiermee wordt voorkomen dat door middel van uitgifte van aandelen zonder winstrecht, maar met stemrecht, in feite de gehele zeggenschap over een BV bij een derde zou kunnen komen te liggen terwijl de fiscale eenheid intact zou blijven. Relevante wetsartikelen onder meer: Art. 15 Wet VPB 1969 en art. 2 Besluit fiscale eenheid 2003 Overige Zonder hier nader op in te gaan, wordt nog gewezen op de volgende aspecten: Is sprake van uitgesloten verplichtingen voor de toepassing van de investeringsaftrek indien op basis van winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen een belang van minder dan een derde gedeelte van het nominaal gestorte kapitaal wordt gecreëerd? Is sprake van een adequate tegenprestatie indien bij een bedrijfsfusie, juridische fusie of splitsing winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen worden uitgegeven? Omzetbelasting Voor de btw is sprake van een fiscale eenheid indien concernvennootschappen in financieel, organisatorisch en economisch opzicht met elkaar zijn verweven. Uit de jurisprudentie volgt dat sprake is van financiële verwevenheid indien ten minste de meerderheid van de aandelen in het bezit is, dus meer dan 50%, met inbegrip van de zeggenschap. Op basis van deze jurisprudentie kan worden verdedigd dat ook sprake is van financiële verwevenheid in een situatie waarin geen meerderheidsbelang wordt gehouden, maar wel de meerderheid van de aan de aandelen verbonden zeggenschap in het bezit is. Op grond van deze benadering zou de uitgifte van stemrechtloze aandelen aan een derde, waarbij de moedermaatschappij van de fiscale eenheid blijft beschikken over de aan de gewone aandelen verbonden zeggenschap, niet tot een verbreking van de fiscale eenheid leiden. Die derde zou in principe alle winst op de aandelen kunnen ontvangen. In dezelfde zin zou een fiscale eenheid btw kunnen worden gevormd indien enkel aandelen zonder winstrecht in het bezit zijn, mits uiteraard ook aan de criteria van organisatorische en economische verwevenheid wordt voldaan. Relevante wetsartikelen en jurisprudentie onder meer: Art. 7, vierde lid, Wet OB 1968 HR 14 februari 2003, nr. 38 238, V-N 2003/12.17 Overdrachtsbelasting Zonder hier nader op in te gaan, wordt gewezen op de volgende aspecten Is sprake van een belang van ten minste een derde gedeelte indien door een vastgoedvennootschap winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen worden uitgegeven, waardoor overdrachtsbelasting is verschuldigd?

Is sprake van een concern indien winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen worden uitgegeven, waardoor ter zake van de overdracht van onroerende zaken binnen concern een beroep kan worden gedaan op de interne-reorganisatievrijstelling? Erf- en schenkbelasting In de Successiewet is een aantal faciliteiten opgenomen die de heffing van erf- en schenkbelasting bij bedrijfsopvolging verminderen. De faciliteiten gelden eveneens ten aanzien van de verkrijging van ab aandelen. De faciliteiten gelden slechts onder nadere voorwaarden voor preferente aandelen, bijvoorbeeld dat de houder van de prefs ten tijde van de verkrijging daarvan ook al een belang van ten minste 5% hield in de vorm van gewone aandelen. Nu preferente aandelen iets anders zijn dan winstrechtloze aandelen of stemrechtloze aandelen, lijkt in het geval dat op basis van deze aandelen een soort-ab ontstaat in beginsel ook aanspraak worden gemaakt op de bedrijfsopvolgingsregeling voor de erf- en schenkbelasting. Relevante wetsartikelen onder meer: Art. 35c SW 1956 Culemborg, 25 mei 2012 Dr. R.N.F. Zuidgeest. Hoogachtend, R.A.M. van der Velden b.v. Oostveenseweg 7-b 2636EC Schipluiden k.v.k. nummer 27231863 telf. nr. 015-3808141 fax. Nr. 015-3808095 Hoewel aan de inhoud van deze nieuwsbrief de uiterste zorg wordt besteed, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor onverhoopte onjuistheden. Aanmelden nieuwsbrief, c.q. afmelden en e-mailadres wijzigen: info@rvdvelden.nl