Theodora Niemeijer Prijs 2016 Het Oog Van Abbemuseum projectvoorstel Anna Bondt
Private Investigation Ieder mens wil gezien en gehoord worden. Vroeger maakte men deel uit van een kleine, hechte gemeenschap (familie, kerk). Nu zijn mensen veel meer op zichzelf aangewezen. Gelukkig is daar internet, met Facebook, Twitter en zo meer, waar ieder die dat wil zich kan laten zien. De behoefte daaraan is enorm, getuige het succes van dit medium. Het beeld dat mensen aan de buitenwereld laten zien is een ideaalbeeld van henzelf. Nooit krijgt iedereen alles te zien, de mindere eigenschappen worden niet getoond. Deze onzichtbare, meer duistere kant, de geheimen die mensen met zich meedragen, kunnen/willen/ durven ze vaak niet prijs(te)geven. Dat ze hier soms wel behoefte aan hebben is bijvoorbeeld te zien op muren, waar teksten worden geschreven, of in bladen, waar mensen onder gefingeerde naam hun probleem vertellen aan een journalist (bijvoorbeeld Lust en Liefde, Volkskrant). Vroeger voorzag de kerk in deze behoefte. In de katholieke kerk waren er biechthokjes waar mensen hun zonden konden vertellen (belijden) om daarna wellicht opgelucht naar huis te gaan.
Het werk: Mijn idee voor Het Oog is daarom het creëren van een plek waar mensen hun geheime verhalen kwijt kunnen. In het midden van Het Oog staat een huisje op poten. Niemand kan naar binnen kijken. Om er te komen moet je een trap op. Er mag steeds maar één persoon tegelijk naar binnen (dit is zichtbaar omdat er een rood lampje brandt als er iemand binnen is). De trap is lang, maar niet steil. De reden hiervoor is dat de bezoeker zich kan voorbereiden op de ontmoeting en eventueel nog rechtsomkeert kan maken. Ook voor het andere publiek is dit een interessant beeld: het ziet iemand op het punt staan een geheim prijs te geven. Is aan het gezicht te zien om wat voor geheim het gaat? Kijkt hij of zij na het bezoek anders dan ervoor?
De bezoeker gaat de ruimte binnen door een deuropening met een gordijn ervoor. Er staat alleen een krukje. Licht komt naar binnen door de koepels op het dak, waardoor de hemel zichtbaar wordt. De ruimte is in tweeën gedeeld: er is een wandje in het midden dat van onderen dicht is, maar van boven een metalen raster bevat waardoor de bezoeker de kunstenaar aan de andere kant ziet zitten. Deze is echter onherkenbaar (waarover later meer). De bezoeker mag vertellen wat hij of zij wil. Dit hoeft niet persé een geheim te zijn. Het kan net zo goed iets vrolijks zijn of slechts één zin. Zwijgen kan natuurlijk ook. De kunstenaar zegt niets terug en reageert niet. Wel is er in het rooster een gat, waar de bezoeker of de kunstenaar zijn/haar handen in zou kunnen steken. Dit houdt een (zeker niet verplichte of verwachte) mogelijkheid tot contact in.
De kunstenaar schrijft het vertelde verhaal in een dik boek, dat aan het einde van de dag in een vitrine wordt gelegd, die op slot gaat. Deze vitrine staat in Het Oog en is zichtbaar voor de bezoekers. Het boek vult zich in de loop van de tijd, maar de verhalen zullen vijftig jaar lang geheim blijven voor iedereen. De kunstenaar: Het thema dat mij (ook bij dit werk) fascineert is de grens tussen privé en openbaar: wat laat je wel van jezelf zien en wat niet. Het wel of niet gezien en gehoord willen worden in de breedste zin van het woord. Mijn naam is dit half jaar bij het publiek niet bekend. Ook is er op internet niets over mij te vinden. Om echt onherkenbaar te zijn draag ik in Het Oog een wit werkpak met capuchon
Het is belangrijk dat ik anoniem blijf gedurende het project. In de eerste plaats omdat het mij een interessant experiment lijkt : hoe is het om een half jaar lang de rol van onbekende te spelen? Wat kan het publiek toch te weten komen als het mijn gezicht niet ziet en niks weet over mijn achtergrond? Daarnaast gaat het niet om de persoon van de kunstenaar, maar vooral om en over de persoon van de bezoeker. Ook is het voor de mensen waarschijnlijk gemakkelijker om hun verhaal aan een volstrekt onbekende te vertellen die ze niet direct in de ogen kunnen kijken. Het proces: Op momenten dat er weinig bezoek is, ga ik aan de slag met de verhalen die verteld zijn. Wat daar precies uitkomt is van tevoren niet bekend. Het is de bedoeling dat de ruimte van Het Oog verandert van een wit, leeg canvas in een plek waaraan te zien is dat er dingen gebeurd zijn. Het is mogelijk dat ik tekeningen ga maken, foto s, collages of iets drie-dimensionaals. Deze werken vullen de buitenkant van het huisje, de trappen, Het Oog, naarmate het half jaar vordert. Zo ziet het publiek een glimp van de vertelde geheimen, zonder dat daarmee de bezoeker, die zo n geheim verteld heeft, verraden wordt. Het is goed mogelijk dat de mensen die hun verhaal gedaan hebben alleen daarom al nog een keer terugkomen en in het gemaakte werk proberen te ontdekken of er iets te zien is dat in hun beleving met hun verhaal te maken heeft. Het werk gaat zo op een nieuwe manier leven en krijgt een extra dimensie. Het publiek heeft dus de keuze om toeschouwer te blijven en vanuit de gang in Het Oog te kijken of om naar binnen te gaan en zich de vraag te stellen of hij/zij een deel van zichzelf bloot zal geven aan een onbekende. Degene die zich in Het Oog waagt, kan bij de ingang een foto laten maken van zijn/haar handen. Deze foto s worden naderhand op de achterliggende witte muur gehangen. Daarnaast is er voor de bezoeker in het huisje de mogelijkheid om iets op de muren te tekenen of te schrijven. Zo wordt de toeschouwer deel van het werk.
English version Title: Private Investigation Every person wants to be seen and heard. In the past, one was part of a small, closed community (family, church). Nowadays, people are much more individually oriented. Fortunately we have the internet, with Facebook, Twitter and so on, on which anyone who wants to, can promote themselves. The image that people show to the outside world, is an ideal picture of themselves, without showing the less attractive characteristics. Often, people do not want to, dare to, or are unable to reveal this invisible side of them, the secret thoughts that they sometimes have. However, sometimes they do feel a need to do so, but rather in an anonymous way. This can be seen by texts on walls, in toilets and by personal stories in magazines. In the past the church was the place that fulfilled this need. In the catholic church there were confession booths where people could confess their sins to return home relieved, after they had done so. My idea for The Eye therefore, is creating a place where people can drop their secret stories. A little house placed on posts is in the middle of The Eye. Nobody can look inside. In order to get there you have to mount a staircase. Only one person at a time can look inside. In the room there is only a little stool and in the middle a small wall splitting the room in two parts. This wall is shut on the bottom side, but holds a metal grid on the upper side, allowing the visitor to see the artist sitting on the other side. The artist however is unrecognisable (more later). The visitor can tell whatever he or she wants to tell. This does not necessarily have to be a secret. Keeping silent is an option too of course. The artist says nothing and does not react. She writes the story that is being told in a thick book, which at the end of the day is placed into a showcase that will be locked. This showcase stands in The Eye and is visible for the visitors. The book will be filled, the stories however are kept secret for everyone, for fifty years. The artist: The theme that fascinates me (also in this work) is the borderline between private and public: what about yourself do you share and what don t you share? Wanting to be seen and heard or not, in the widest meaning of the word. My name is not publicly known this half year. On the internet nothing can be found about me either. To be really unrecognisable in The Eye, I will be wearing a white overall with a hood and netting in front of my face. It is important I stay anonymous during this project. In the first place because to me this seems a very interesting experiment: how does it feel to play the role of an unknown for half a year? What will the public get to know about me if they cannot see my face and know nothing about my background? Even more so, this is not about the personage of the artist, but above all about the person of the visitor. On top of that it will most likely be much easier for the visitors to tell their stories to a total stranger, whom they do not have to look into the eyes directly. During moments when there are not so many visitors, I will work on the stories that have been told. What exactly the outcome of this will be is not known up front. The aim is that the room will change from an empty white canvas, into a place that shows something has happened in it. The artworks that have been produced will fill The Eye as the year moves on. This way the public will see a glimpse of the secrets that have been told, without giving away the ones that have told the secrets. The visitor is essential for the success of the concept and is therefore part of this work.