Docentenhandleiding Cursus Emoties: Soms heerlijk! Soms lastig! Over het leerpakket In deze cursus wordt vooral aandacht besteed aan omgaan met emoties. Het herkennen van de eigen emoties en die van een ander. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan het leren lezen van lichaamstaal. Ook worden de begrippen empathie en respect behandeld. Ten slotte komen begrippen als waarden en normen, regels en gewoonten aan de orde. Specificaties Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Beroepstaak: Emoties: Soms heerlijk! Soms lastig! Cursus verpleeg- en verzorgingshuiszorg, thuiszorg, ziekenhuiszorg, maatschappelijke dienstverlening, welzijnswerk, kinderopvang, jeugdzorg, gehandicaptenzorg, geestelijke gezondheidszorg, basisonderwijs, alle werksituaties Boekje over lichaamstaal en emoties 2 Bieden van ondersteuning bij emotionele problemen. Niveau: 2 KD: Zorg en Welzijn Helpende 2012-2013 Kerntaak: Werkproces: Competenties: Kernwoorden: Tijd 2 Ondersteunen bij zelfstandig functioneren 2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied D Aandacht en begrip tonen Basisemoties, angst, afschuw, verdriet, blij, boos, emotie, verbazing, inleven, gevoelens, lichaamstaal, normen, waarden, regels, gewoonten, respect, beroepscode, 20 SBU Prestatie-indicatoren D. De helpende zorg en welzijn luistert aandachtig naar en toont betrokkenheid bij problemen van de cliënt/zorgvrager en de mantelzorgers /naasten/wettelijke vertegenwoordigers, doet moeite om hun gevoelens de begrijpen, herkent wanneer zij het moeilijk hebben en stemt haar ondersteuning bij emotionele problemen hierop af. Benodigdheden Pen, papier, gekleurd papier, stevig gekleurd papier, schaar, lijm, fotocamera, tijdschriften/kranten. Handleiding cursus: beroepstaak 2 v2 1 Copyright Edu Actief b.v. 2010
Inleiding Het welslagen van de cursus is voor een deel afhankelijk van de sfeer in de klas. Wanneer de sfeer goed is, is het gemakkelijker om dieper op de verschillende onderdelen in te gaan. Door dat te kunnen doen, zal de sfeer waarschijnlijk zelfs nog verbeteren. Echter, wanneer de sfeer niet goed is, is het in sommige gevallen zelfs raadzaam wat aan de oppervlakte te blijven en niet te persoonlijk te worden. Daarnaast is het de taak van de docent om steeds alert te blijven op wat er onder de studenten speelt, zodat, wanneer er onrust ontstaat, daar aandacht aan kan worden besteed voordat de cursus wordt vervolgd. Bij de begeleiding van een onderwerp als dit is het van groot belang dat de docent, wat betreft omgaan met eigen emoties, zelf niet geheel onzichtbaar blijft. Het begrip emoties kan heel gevoelig liggen, daarom ook is het belangrijk als begeleider goed op de onderlinge verhoudingen in de klas te letten. Zorg voor een veilige sfeer in de klas. Laat studenten hun grenzen onderzoeken. Cursusplanning Bij het inplannen van de cursus kunt u uitgaan van de volgende verdeling Totaal: 20 SBU Beroepsproduct: 25% (5 uur) Docententijd (instructie, inleiding, afronding): 10% (2 uur) Opdrachten: 30% (6 uur) Toets: 5% (1 uur) Leren voor de toets: 20-30% (4-6 uur) Antwoorden Opdracht 1: Ken je jezelf een beetje? Tip: studenten kunnen in tweetallen de oefeningen bespreken, waarna eventueel een klassengesprek kan volgen. Opdracht 2: Smile! De antwoorden op deze opdracht zijn een interpretatie van de schrijver. Zowel docent als student zal de verschillende smileys misschien anders benoemen: des te interessanter om de vraag te stellen: Waarom ziet de een iets anders in een gezicht dan de ander? Van links naar rechts: blij, verdrietig, bang, onzeker, boos, verbaasd Opdracht 3: Basis emoties In de psychologie worden verschillende interpretaties gegeven van basisemoties. Sommige psychologen hanteren drie basisemoties, andere vier. Er wordt in veel gevallen uitgegaan van zes basisemoties. Van deze door ons gehanteerde basisemoties bestaan allerlei afgeleiden, zoals rouw, geluk, wanhoop, verbijstering, doodsangst en walging. De zes basisemotie die in deze beroepstaak worden onderscheiden zijn: Vreugde, verdriet, woede, angst, verbazing, afschuw. Basis emoties worden basisemoties genoemd omdat je heel duidelijk aan iemands gezichtsuitdrukking kunt zien welke emotie hij heeft. Voorbeeld van zes andere emoties zijn: Ontroering, jalousie, chagrijn, rouw, lol, walging. Handleiding cursus: beroepstaak 2 v2 2 Copyright Edu Actief b.v. 2010
Opdracht 4: Je eigen zes basisemoties bekijken Tip: opdracht 4 kan als huiswerkopdracht worden meegegeven. Opdracht 7: Emoties van anderen Maak hier een klassengesprek van. Zo kunnen de studenten bemerken dat ze in sommige gevallen niet de enige zijn die ergens moeite mee hebben. Opdracht 8: Lichaamstaal spreken we allemaal! Foto 1 = angst/wanhoop Foto 2= vrede Foto 3 = afkeer Foto 4 = woede Opdracht 9: Knippen en Opdracht 10: Lichaamstaal herkennen Voor beide opdrachten hebben de studenten tijdschriften, kranten, scharen en lijm nodig. Tip: Laat eventueel iedere student enkele tijdschriften en kranten meenemen. Opdracht 11: Empathie Voorbeeldantwoorden: 1- Belangrijk 2- Moet je empatisch zijn 3- Is empatisch zijn wel handig 4- Moeten ook empatisch zijn 5- Hoeven niet bot over te komen 6- Empatisch vermogen kun je ontwikkelen Tip:Maak hier een klassengesprek van. Opdracht 12:Lichaamstaal observeren Tip: Onderstreep het belang van het kunnen lezen van lichaamstaal. Opdracht 13: Klopt het wat ik zie? 1...is verdrietig 2... verveeld, chagrijnig, ongeïnteresseerd 3... blij 4... zenuwachtig, ongeduldig 5... zenuwachtig 6... ongeïnteresseerd 7... teleurgesteld, verslagen, verdrietig Handleiding cursus: beroepstaak 2 v2 3 Copyright Edu Actief b.v. 2010
Opdracht 14: Een hersenkraker De student zet achter elke emotie één van de zes basisemoties. Het is mogelijk om meerdere basisemoties achter één van de basisemoties te zetten. Ziedend woede Gelukkig vreugde Furieus woede verdriet verbazing Verrast vreugde angst Bang angst afschuw Paniek angst verdriet woede afschuw Afkeer afschuw verbazing Opgewekt vreugde verbazing Treurigheid verdriet verbazing afschuw Onbegrip woede verbazing Zenuwachtig angst vreugde verdriet Rouw verdriet woede afschuw Opdracht 15 : Heftige emoties voel je in je lijf! Hieronder treft u voorbeeldantwoorden (cursief gedrukt) aan: De tranen lopen over mijn wangen als ik moet lachen, verdriet heb Ik begin altijd behoorlijk te zweten als ik zenuwachtig ben, bang ben Ik krijg altijd een rood hoofd of vlekken in mijn nek als ik verlegen wordt, als ik me schaam Ik krijg kippenvel als ik bang ben, Ik krijg knikkende knieën als ik bang ben, zenuwachtig ben Mijn hart bonst in mijn keel als ik bang ben, iets engs zie Ik krijg pijn in mijn buik als ik verliefd ben, zenuwachtig ben Ik word misselijk als zenuwachtig ben, bang ben, iets engs zie Ik val bijna flauw als ik iets engs zien Mijn handen beginnen te jeuken als ik kwaad ben Als ik de slappe lacht krijgplas ik gewoon in mijn broek. Opdracht 14, 15, 16 lenen zich bij uitstek voor een klassengesprek (of groepsgesprek). Opdracht 17: Empathie Empathie is een ander woord voor inlevingsvermogen, de kunde om je in te leven in de gevoelens van anderen. Het woord empathie is afgeleid van het Griekse woord empatheia, of invoelen. Opdracht 18: Te empathisch? Kan dat ook? De student geeft aan of dat zij de uitspraken te empatisch of helemaal begrijpelijk is. De antwoorden kunnen het uitgangspunt vormen voor een onderwijsleergesprek. Opdracht 19: Hoe empatisch ben jij? Eigen antwoorden van de student. Opdracht 20: Respect wat is dat? Respect betekent aanzien, eerbied of waardering, die men heeft voor (of ontvangt van) iemand vanwege zijn kwaliteiten, prestaties of vaardigheden. Het woord betekent oorspronkelijk omzien naar, en vandaar rekening houden met. Ook hier is een klassengesprek erg nuttig. Handleiding cursus: beroepstaak 2 v2 4 Copyright Edu Actief b.v. 2010
Opdracht 21 t/m 26 Eigen antwoorden van de student. De opdrachten lenen zich goed voor het plenair nabespreken/discussiëren. Opdracht 27: Aanraken of niet? De aanwezigheid van de docenten kan bij deze oefening gewenst zijn. Opdracht 28: Normen en waarden en Opdracht 29: Normen en waarden De meeste studenten zijn zich niet bewust van het feit dat, de manier waarop zij in het leven staan, alles te maken heeft met het gezin van herkomst, stad, land, cultuur, godsdienst, waar men vandaan komt of mee te maken heeft (had). Door hier meer inzicht in te krijgen komen ook aspecten als (voor)oordelen, respect, discriminatie en visie aan de orde. Als professioneel werker hoort de Helpende inzicht te hebben in deze materie om zodoende een goede beroepshouding te ontwikkelen. Opdracht 30: Mindmap Voor deze opdracht heeft de student kranten en tijdschriften nodig. Op de website van factor-e (www.factor-e.nl) treft u in de toolbox Hoe maak je een mindmap aan. Hierin wordt kort uitgelegd hoe de student een mindmap kan maken. Opdracht 31: Wat valt jou op? Opdracht 32: Respect voor de ander Eigen antwoord van de student. Opdracht 33: Beroepscode Een beroepscode is een samenhangend geheel van principes en regels met betrekking tot de uitoefening van het beroep. Soms gaan beroepsgroepen zo ver dat ze hun normen- en waardestelsel schriftelijk vastleggen. We spreken dan van een beroepscode. Extra informatie De volgende website kunt u raadplegen ter ondersteuning van beroepstaak 2: www.lichaamstaal.nl www.zesbasisemoties.nl www.innerned.org/lichaamstaal.html Boeken de Vries-Geervliet, L. Voorbereiden op intervisie Baarn: Nelissen Marmet, O., Meyer, A. Kleine sociale psychologie Intro Mulder, L., Voors, W., Hagen, H. Oefeningenboek voor groepen Bon Stafleu van Loghum Molen, T.H. van der, Klutmans, F., Kramer, M. Gespreksvoering Wolters Noordhof Robbins, A. Je ongekende vermogens. NLP Servire Tiggelaar, B. Dromen, durven, doen Spectrum Leren van de mensen in je leven Utrecht: Bruna Uitgevers Impro. Improvisatie en theater/ Keith Johnstone/ International Theatre &Film Books, Amsterdam / ISBN 90-64032068 Kwaliteiten. Een verfrissende kijk op eigen-aardigheden: Peter Gerrickens/ Gerrickens training & advies. Kijk ook naar het kwaliteitenspel van Peter Gerrickens Handleiding cursus: beroepstaak 2 v2 5 Copyright Edu Actief b.v. 2010