Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Vergelijkbare documenten
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking maatwerkvoorschriften

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord- Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

(ONTWERP) AMBTSHALVE WIJZIGING VERGUNNING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

(ONTWERP)BESCHIKKING AMBTSHALVE INTREKKING VOORSCHRIFTEN VAN DE OMGEVINGSVERGUNNING. Schipper Recycling B.V.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet milieubeheer. Beschikking maatwerkvoorschriften

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Kadastrale ligging: Mestbassins: Gem. Coevorden, Dalen Sectie H nr. 485

Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo.

DEFINITIEVE VERGUNNING. EEW Energy from Waste Delfzijl BV

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

Beschikking maatwerkvoorschriften

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking maatwerkvoorschriften

OMGEVINGSVERGUNNING. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Industrieweg 16 te Noordhorn. datum besluit: 13 oktober 2017

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor het milieuneutraal veranderen. Sappi Maastricht B.V.

Pagina 1 van 10 Registratienummer: Z / D

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING WABO. Bos Recycling B.V. ten behoeve van het overslaan van bouw- en sloopafval en onverwerkte slakken voor metaal verwijdering.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Omgevingsdienst Brabant Noord

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

Pagina 1 van 14 Registratienummer: Z / D

BESLUIT INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Transportbedrijf P. Pikkert V.O.F.

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking maatwerkvoorschriften

Datum: 18 december 2015

tömgevingsdí enst ļfi Midden- co West-Br»b«nt

Pagina 1 van 8 Registratienummer Z.62657/D

Ontwerpbesluit OMGEVINGSVERGUNNING. veranderen koelinstallatie. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum

OMGEVINGSVERGUNNING. verleend aan. Nedmag industries. tb.v. het plaatsen van een koeltoren. locatie: Billitonweg 1 te Veendam

OMGEVINGSVERGUNNING. aanleg waterstofleiding. milieuneutraal veranderen van een inrichting. Oosterhorn 4 te Farmsum. vth-nummer: Z

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Beschikking Wet milieubeheer

Ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING. Daamen Milieu en Grondwerken BV

Ontwerpbesluit veranderingsvergunning

OIVIGEVINGSVERGUNNING. Gasunie Transport Services (GTS)

Ontwerp omgevingsvergunning UV

*D * D Omgevingsvergunning

BESCHIKKING INTREKKING OMGEVINGSVERGUNNING. Smurfit Kappa Solid Board BV

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning ingevolge artikel 2.30 en 2.31 Wabo:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING VERLENEN

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

OMGEVINGSVERGUNNING. intrekking terreindeel Salt. gedeeltelijke intrekking omgevingsvergunning. Oosterhorn 4 te Farmsum

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

OMGEVINGSVERGUNNING. Lubrizol Advanced Materials Resin BV

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

OMGEVINGSVERGUNNING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

Risico s beperken, leefbaarheid vergroten.

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

OMGEVINGSVERGUNNING. voor het flexibel kunnen opslaan van de hoeveelheid bodemasgranulaat. milieuneutraal veranderen van een inrichting

Beschikking maatwerkvoorschriften

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

OMGEVINGSVERGUNNING. : het wijzigen van de grens van een inrichting bedoeld voor de zuivering van rioolwater

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Transcriptie:

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Hardix Vuurwerk BV Aangevraagde activiteiten : Opslag van goederen en productie van wandpanelen intrekken onderdeel Harry s Vuurwerkhal Locatie : Kraanvogelweg 8 te Kampen Datum ontvangst aanvraag : 19 januari 2012 Datum ontwerpbeschikking : 15 juli 2013 Kenmerk : 2013/0243429 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2012-003441 1

Colofon Adresgegevens Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 75 00 www.overijssel.nl postbus@overijssel.nl 2

1 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1 Onderwerp Wij hebben op 19 januari 2012 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Hardix Vuurwerk BV (Hardix). Het betreft het veranderen van een inrichting voor de opslag van consumentenvuurwerk. De verandering heeft betrekking op het tijdelijk opslaan van bouw materialen en de productie van wandpanelen in de loodsen van de nog niet gerealiseerde uitbreiding van de vuurwerkopslag. Daarnaast bevat de aanvraag het verzoek om het verkooppunt Harry s Vuurwerkhal af te splitsen van de inrichting. Hardix Vuurwerk B.V. is gelegen aan de Kraanvogelweg 8 te Kampen. De aanvraag is geregistreerd onder OLO nummer 304833. Concreet wordt verzocht om: een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu) en een verzoek tot het intrekken van een deel van de vergunning ex artikel 2.33 lid 2 onder b van de Wabo. 1.2 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: I. de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: - Verandering van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo). II. dat de volgende stukken onderdeel uitmaken van deze vergunning: - de OLO aanvraag nummer 304833; de volgende bijlagen toegevoegd op 2 mei 2012: - Toelichting aanvraag; - Inrichtingsgrens met 21 bewaarplaatsen; - Lay out inrichting actuele situatie; - N003-4756336RSA-pws-V01-NL akoestisch onderzoek; en; - De reactie op verzoek om aanvullende informatie. Deze bijlage toegevoegd op 29 mei 2012; - De aanvullende info akoestiek. Deze bijlage toegevoegd op 20 juni 2012; - Gegevens Kamer van Koophandel d.d. 17 juni 2013. III. aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen achter het tabblad Voorschriften; IV. Voorschrift 1.1.1 van de milieuneutrale wijziging van 21 december 2011 met kenmerk 2011/0334969 in te trekken. 1.3 Ondertekening en verzending GS, Deze beschikking is verzonden aan de aanvrager. Een afschrift van deze vergunning is verzonden aan: Gemeente Kampen; Veiligheidsregio IJsselvecht Ministerie SZW; Ministerie van Infrastructuur en Milieu. 3

1.4 Rechtsmiddelen De aanvraag en de ontwerpbeschikking met bijbehorende stukken worden op grond van de Algemene wet bestuursrecht met ingang van 24 juli 2013 ter inzage gelegd. U kunt binnen zes weken na start van de ter inzage termijn eventuele zienswijzen tegen of adviezen over de ontwerpbeschikking indienen bij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. 4

INHOUDSOPGAVE 1 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING... 3 1.1 Onderwerp 3 1.2 Besluit 3 1.3 Ondertekening en verzending 3 1.4 Rechtsmiddelen 4 Voorschriften... 7 1. AFVALSTOFFEN... 8 1.1 Registratie 8 1.2 Afvalpreventie 8 1.3 Afvalscheiding 8 1.4 Opslag van afvalstoffen 8 Overwegingen... 9 1 PROCEDURELE ASPECTEN... 10 1.1 Gegevens aanvrager 10 1.2 Projectbeschrijving 10 1.3 Huidige vergunningsituatie 10 1.4 Bevoegd gezag 10 1.5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure 10 1.6 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen 11 2 SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING... 11 2.1 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer 11 2.2 Vuurwerkbesluit 12 3 TOETSINGSKADER MILIEU... 12 3.1 Inleiding 12 4 BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT)... 13 4.1 Algemeen 13 5 AFVALSTOFFEN... 13 5.1 Overwegingen voor primaire ontdoeners van afvalstoffen 13 6 BODEM... 13 6.1 Het kader voor de bescherming van de bodem 13 6.2 De potentieel bodembedreigende activiteiten 14 6.3 De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de bodem 14 7 ENERGIE... 14 7.1 Algemeen 14 5

... 14 14 8 8.1 GELUID EN TRILLINGEN Toetsingskader 8.2 Akoestisch rapport 8.3 Situatie 14 15 8.4 Akoestisch relevante activiteiten 15 8.5 Best beschikbare technieken 8.6 Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau veranderingsvergunning 15 15 8.7 Maximaal geluidsniveau (LAmax) 16 8.8 Indirecte Hinder 8.9 Incidentele bedrijfssituatie 16 16 8.10 Controle 16 8.11 Conclusies 16 9 LUCHT... 16 9.1 Toetsen aan luchtkwaliteitseisen 16 10 OVERIGE ASPECTEN... 16 10.1 Toekomstige ontwikkelingen 16 11 VERZOEK TOT INTREKKING... 17 11.1 Algemeen 17 11.2 Organisatorische binding 17 11.3 Technische binding 17 11.4 Conclusie 17 11.5 Intrekken voorschrift 17 12 CONCLUSIE... 17 12.1 Conclusie 17 BIJLAGE 1 : BEGRIPPEN... 19 BIJLAGE 2 : ACTIES... 21 6

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Voorschriften Aanvrager : Hardix Vuurwerk BV Aangevraagde activiteiten : Opslag van goederen en productie van wandpanelen intrekken onderdeel Harry s Vuurwerkhal Locatie : Kraanvogelweg 8 te Kampen Datum ontvangst aanvraag : 19 januari 2012 Datum ontwerpbeschikking : 15 juli 2013 Kenmerk : 2013/0243429 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2012-003441 7

1. AFVALSTOFFEN 1.1 Registratie 1.1.1 In de inrichting moet een registratiesysteem aanwezig zijn, waarin van alle afgevoerde afvalstoffen het volgende wordt vermeld: de datum van afvoer; de afgevoerde hoeveelheid (kg). 1.2 Afvalpreventie 1.2.1 Vergunninghouder moet, indien uit de afvalstoffenregistratie blijkt dat in de inrichting jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval vrijkomt, een beperkt onderzoek uitvoeren. Dit beperkt onderzoek moet inzicht geven in de volgende aspecten: een beschrijving van de inrichting met de activiteiten; procesbeschrijvingen; een inschatting van het preventiepotentieel; en overzicht van mogelijke maatregelen. 1.2.2 Vergunninghouder moet binnen 6 maanden na vaststelling van de overschreiding van de onderwaarde genoemd in voorschrift 1.2.1 de rapportage behorende bij het beperkte onderzoek ter goedkeuring aan het bevoegd gezag overleggen. 1.3 Afvalscheiding 1.3.1 Vergunninghouder is verplicht de volgende afvalstromen te scheiden, gescheiden te houden en gescheiden aan te bieden dan wel zelf af te voeren: elektrische en elektronische apparatuur; kunststoffolie. 1.4 Opslag van afvalstoffen 1.4.1 De op- en overslag en het transport van afvalstoffen moeten zodanig plaatsvinden dat zich geen afval in of buiten de inrichting kan verspreiden. Mocht onverhoopt toch verontreiniging van het openbaar terrein rond de inrichting plaatsvinden, dan moeten direct maatregelen worden getroffen om deze verontreiniging te verwijderen. 8

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Overwegingen Aanvrager : Hardix Vuurwerk BV Aangevraagde activiteiten : Opslag van goederen en productie van wandpanelen intrekken onderdeel Harry s Vuurwerkhal Locatie : Kraanvogelweg 8 te Kampen Datum ontvangst aanvraag : 19 januari 2012 Datum ontwerpbeschikking : 15 juli 2013 Kenmerk : 2013/0243429 Projectnummer : Z-HZ_WABO-2012-003441 9

1 PROCEDURELE ASPECTEN 1.1 Gegevens aanvrager Op 19 januari 2012 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Hardix Vuurwerk BV (Hardix), Kraanvogelweg 8 te Kampen. 1.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: aanvraag voor het veranderen van de inrichting. De verandering heeft betrekking op het tijdelijk opslaan van bouw materialen en de productie van wandpanelen in de loodsen van de nog niet gerealiseerde uitbreiding van de vuurwerkopslag. Daarnaast bevat de aanvraag het verzoek om het verkooppunt Harry s Vuurwerkhal af te splitsen van de inrichting. Een uitgebreide projectomschrijving is opgenomen in de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteiten: - Het verandering van de inrichting (artikel 2.1 lid 1 onder e Wabo); - Het intrekken van een deel van de vergunning (artikel 2.33 lid 2 onder b Wabo). 1.3 Huidige vergunningsituatie Op 24 augustus 2009 1, hebben wij aan Hardix Vuurwerk BV een revisievergunning ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) verleend voor een inrichting voor opslag en verkoop van consumentenvuurwerk, gelegen aan de Kraanvogelweg 8 te Kampen. Op 21 december 2011 2, hebben wij een milieuneutrale wijziging geaccepteerd. De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de veranderingen zich daartegen verzetten. 1.4 Bevoegd gezag Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrale omgevingsvergunning te verlenen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. 1.5 Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure In verband met het ontbreken van een aantal gegevens hebben wij de aanvrager op 5 april 2012, 11 mei 2012 en 30 mei 2012 in de gelegenheid gesteld om de aanvraag aan te vullen. Wij hebben de aanvullende gegevens ontvangen op respectievelijk 2 mei 2012, 29 mei 2012 en 20 juni 2012. Na ontvangst van de aanvullende gegevens hebben wij de aanvraag getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. De termijn voor het nemen van het besluit is opgeschort tot de dag waarop de aanvraag is aangevuld. 1 kenmerk 2009/0124084 2 kenmerk 2011/0334969 10

Wij hebben de aanvrager in kennis gesteld van ons voornemen om de aanvraag gedeeltelijk te weigeren. Hierop hebben wij van de aanvrager het verzoek ontvangen de aanvraag aan te houden, om de afsplitsing van Harry s Vuurwerkhal formeel te kunnen regelen. Dit verzoek is onderbouwd met een brief ingekomen op 8 oktober 2012 3, waarin wordt aangegeven dat de herstructurering van het aandeelhouderschap van Hardix Vuurwerk BV eind februari 2013 een feit zal zijn. Omdat de aanvrager steeds in gebreke bleef de aanvraag zo aan te vullen dat de afsplitsing van Harry s Vuurwerkhal formeel een feit was, hebben wij op 12 april 2013 4, het ontwerpbesluit genomen waarin het onderdeel afsplitsing wordt geweigerd. Tussen 24 april 2013 tot 5 juni 2013 heeft dit ontwerp ter inzage gelegen en is eenieder in de gelegenheid gesteld om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze gelegenheid is door Hardix Vuurwerk BV op 16 mei 2013 5, gebruik gemaakt. In deze zienswijze maakt Hardix bezwaar tegen de deelweigering. Deze zienswijze is op 18 juni 2013 aangevuld met een uitreksel Handelsregister Kamer van Koophandel. Uit deze aanvulling blijkt dat de formele splitsing van Hardix en Harry s Vuurwerkhal een feit is. Hiermee komt de noodzaak om de vergunning gedeeltelijk te weigeren te vervallen. Omdat dit besluit inhoudelijk anders is dan het voorgaande ontwerpbesluit, nemen wij een nieuw ontwerpbesluit. 1.6 Adviezen, aanwijzing minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: - Gemeente Kampen; - Veiligheidsregio IJsselvecht. Naar aanleiding hiervan hebben wij geen adviezen ontvangen. 2 SAMENHANG MET OVERIGE WET- EN REGELGEVING 2.1 Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer In Algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) kunnen voor bepaalde activiteiten direct werkende eisen worden gesteld. Deze eisen mogen niet in de omgevingsvergunning worden opgenomen. In de omgevingsvergunning kan alleen van de AMvB worden afgeweken voor zover dat in de AMvB is aangegeven. In bijlage 1 onder B of C van het Bor wordt aangegeven of voor een inrichting een vergunningplicht geldt. Op type C inrichtingen kunnen bepaalde artikelen uit het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. Dit betekent dat bepaalde voorschriften uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling een rechtstreekse werking hebben en niet in de vergunning mogen worden opgenomen. De voorschriften die in deze vergunning zijn opgenomen zijn die voorschriften voor aspecten en activiteiten die niet zijn geregeld in het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling. Binnen Hardix vinden de volgende activiteiten plaats die vallen onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit. - Lozing van huishoudelijk afvalwater; - Lozen van hemelwater niet afkomstig van bodembeschermende voorziening; - Opslaan en overslaan van goederen. 3 kenmerk 2012/0235195 4 kenmerk 2013/0128728 5 kenmerk 2013/0160868 11

Voor de aangevraagde activiteiten houdt dit in dat - voor zover deze betrekking hebben op de genoemde (deel)activiteiten - moet worden voldaan aan de volgende artikelen uit het Activiteitenbesluit en de bijbehorende ministeriële regeling: 1. Paragraaf 3.1.3 Lozen van hemelwater niet afkomstig van bodembeschermende voorziening; 2. Paragraaf 3.1.4 Lozen van huishoudelijk afvalwater op locatie; 3. Paragraaf 3.4.3. Opslaan en overslaan van goederen; 4. hoofdstuk 1, afdelingen 2.1 tot en met 2.4 en 2.10 van hoofdstuk 2 en hoofdstuk 6 (overgangsbepalingen), voor zover dit betrekking heeft op de activiteiten of deelactiviteiten van de inrichting, zoals voornoemd opgenomen. Gezien de rechtstreekse werking van het Activiteitenbesluit kunnen uitsluitend aanvullende maatwerkvoorschriften worden vastgesteld ten aanzien van deze activiteiten. Er worden in dit geval geen aanvullende maatwerkvoorschriften vastgesteld voor genoemde activiteiten. De voorschriften uit het Activiteitenbesluit voldoen voor deze situatie. 2.2 Vuurwerkbesluit Per 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden. Op grond van artikel 2.2.1 valt Hardix onder dit besluit. Dit besluit bevat regels voor de opslag en bewerking van consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk en is rechtstreeks van toepassing op de opslag van vuurwerk binnen inrichtingen. Dit betekent dat, naast de voorschriften van deze vergunning, moet worden voldaan aan de voorschriften en bepalingen van het Vuurwerkbesluit. Hierin zijn onder andere voorschriften gesteld aan de opslag van consumentenvuurwerk, constructie van een bewaarplaats/bufferbewaarplaats, gebruik van een bewaarplaats/bufferbewaarplaats, verkoopruimte, automatische sprinklerinstallatie, maximaal opgeslagen hoeveelheden, minimale afstanden tot objecten binnen en buiten de inrichting en registratieverplichtingen. Ten aanzien van brandveiligheid zijn tevens eisen opgenomen in het zogenaamde Memorandum 60. 3 TOETSINGSKADER MILIEU 3.1 Inleiding De aanvraag heeft o.a. betrekking op het veranderen of veranderen van de werking van een inrichting als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygiënische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. Bij onze beslissing op de aanvraag hebben wij: - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder a van de Wabo betrokken; - met de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder b van de Wabo rekening gehouden; - de aspecten genoemd in artikel 2.14 lid 1 onder c van de Wabo in acht genomen. In de onderstaande hoofdstukken lichten wij dit nader toe, waarbij wij ons beperken tot die onderdelen van het toetsingskader die ook daadwerkelijk op onze beslissing van invloed (kunnen) zijn. 12

4 BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT) 4.1 Algemeen In het belang van het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu moeten aan de vergunning voorschriften worden verbonden, die nodig zijn om de nadelige gevolgen die de inrichting voor het milieu kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk - bij voorkeur bij de bron - te beperken en ongedaan te maken. Daarbij wordt ervan uitgegaan dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken (BBT) worden toegepast. Bij de bepaling van BBT moeten wij in zijn algemeenheid de in de artikel 5.4 lid 1 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) vermelde aspecten betrekken, rekening houdend met de voorzienbare kosten en baten van maatregelen en met het voorzorg- en het preventiebeginsel. In het bijzonder moeten wij bij de bepaling van BBT rekening houden met artikel 9.2 van de Regeling omgevingsrecht (Mor) en bijbehorende bijlage 1 uit deze regeling. 5 AFVALSTOFFEN 5.1 Overwegingen voor primaire ontdoeners van afvalstoffen Preventie In hoofdstuk 13 van het LAP is het beleid uitgewerkt voor afvalpreventie. Preventie van afval is een van de hoofddoelstellingen van het afvalstoffenbeleid. Op welke wijze wij invulling geven aan preventie is beschreven in de handreiking 'Wegen naar preventie bij bedrijven' (Infomil 2005). Uitgangspunt voor alle bedrijven is dat het ontstaan van afval zoveel mogelijk moet worden voorkomen of beperkt. De totale hoeveelheid afval die binnen de uitbreiding van inrichting vrijkomt is nog onduidelijk, gelet op de omvang van de uitbreiding zal de hoeveelheid onder de ondergrens uit de handreiking liggen. De handreiking 'Wegen naar preventie bij bedrijven' (Infomil, 2005) hanteert ondergrenzen die de relevantie van afvalpreventie bepalen. Hierin wordt gesteld dat afvalpreventie relevant is wanneer er jaarlijks meer dan 25 ton (niet gevaarlijk) bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt. In de voorschriften is opgenomen dat het bedrijf een afvalstoffenregistratie bij moet houden. Indien uit deze registratie blijkt dat de totale hoeveelheid gevaarlijk en/of niet gevaarlijk afval toch boven de gehanteerde ondergrenzen ligt, is aan deze vergunning een voorschrift verbonden tot het alsnog opstellen van een beperkt onderzoek en het opstellen van een afvalpreventieplan. 6 BODEM 6.1 Het kader voor de bescherming van de bodem Het (nationale) preventieve bodembeschermingbeleid is vastgelegd in de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) bedrijfsmatige activiteiten. Het ministerie van VROM heeft de NRB in overleg met vergunningverleners, onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven opgesteld. Deze richtlijn is ontwikkeld om vergunningvoorschriften te uniformeren en harmoniseren. Met de NRB kunnen (voorgenomen) bodembeschermende maatregelen en voorzieningen binnen inrichtingen worden beoordeeld en kan de besluitvorming met betrekking tot een optimale bodembeschermingstrategie worden gestuurd. 13

De NRB beperkt zich tot de normale bedrijfsvoering en voorzienbare incidenten. Bodembescherming in situaties van calamiteiten wordt in NRB-kader niet behandeld. Een eventuele calamiteitenopvang echter wel. Het uitgangspunt van de als BBT-document aangewezen NRB is dat door een doelmatige combinatie van maatregelen en vloeistofdichte voorzieningen een verwaarloosbaar risico wordt gerealiseerd. Alleen in een aantal bestaande situaties kan conform de NRB onder voorwaarden volstaan worden met een aanvaardbaar bodemrisico. 6.2 De potentieel bodembedreigende activiteiten Binnen de inrichting vinden de volgende potentieel bodembedreigende activiteiten plaats: - Opslag van handels- /koopmansgoederen, machines, reclamemateriaal en hulpstoffen. 6.3 De in de aanvraag opgenomen maatregelen en voorzieningen ter bescherming van de bodem In de aanvraag van de door ons afgegeven revisievergunning van 24 augustus 2009 is vastgelegd hoe binnen omgegaan wordt met bodembedreigende stoffen. In de inrichting geldt een beleid om bij de opslag een verwaarloosbaar bodemrisico te hebben. Om dit beleid te borgen hebben wij aan revisievergunning het voorschrift verbonden dat bodembedreigende activiteiten moeten voldoen aan bodemrisico categorie A. De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering. 7 ENERGIE 7.1 Algemeen De inrichting gebruikt een beperkte hoeveelheid energie. De hoeveelheden zijn zodanig klein dat de inrichting als niet energierelevant wordt aangemerkt. Dit is in overeenstemming met het landelijke beleid zoals vastgelegd in de circulaire "energie in de milieuvergunning". Inrichtingen met een jaarlijks energieverbruik kleiner dan 25.000 m3 aardgas(equivalent) en tegelijk kleiner dan 50.000 kwh elektriciteit worden daarin als niet energierelevant bestempeld. In de vergunning zijn daarom geen voorschriften ter bevordering van het zuinig gebruik van energie opgenomen. 8 GELUID EN TRILLINGEN 8.1 Toetsingskader De geluidsniveaus worden beoordeeld met behulp van: - de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening 1998; - de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999; - de Wet geluidhinder. 8.2 Akoestisch rapport Bij de aanvraag om veranderingsvergunning is een akoestisch rapport gevoegd "Hardix Vuurwerk BV, actualisatie geluidssituatie april 2012, kenmerk N003-47563356RSA-rvb-V02-NL, d.d. 20 juni 2012 van Tauw. Het akoestisch rapport is opgesteld conform de Handleiding meten en rekenen Industrielawaai 1999. In de rapportage zijn de resultaten van berekeningen opgenomen van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau voor de bestaande bedrijfssituatie met de voorgenomen verandering. 14

8.3 Situatie De geluidsniveaus zijn bepaald voor de representatieve bedrijfssituatie. Wij hebben het akoestisch rapport beoordeeld en akkoord bevonden. Hardix Vuurwerk is gelegen op het industrieterrein Haatlandhaven te Kampen. Dit industrieterrein is gezoneerd in het kader van de Wet geluidhinder. De dichtstbijzijnde woning ligt op een afstand van circa 60 meter tot de grens van de inrichting. Deze woning ligt binnen het industrieterrein Haatlandhaven ten oosten van de inrichting binnen de zone van het industrieterrein. 8.4 Akoestisch relevante activiteiten Op basis van de aanvraag en het daarvoor uitgevoerde onderzoek zijn uit oogpunt van geluid de volgende activiteiten relevant: de aan- en afvoer van goederen met vrachtauto's en bestelbussen en het verwisselen van containers. Voor een volledige beschrijving van de activiteiten wordt verwezen naar het bij de aanvraag gevoegde geluidsrapport. Dit geluidsrapport beschrijft de representatieve bedrijfssituatie. 8.5 Best beschikbare technieken Om een hoog niveau van bescherming van het milieu mogelijk te maken, dient de inrichting de meest doeltreffende technieken toe te passen om de emissie van geluid en andere nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken. Indien door verlening van de vergunning niet kan worden bereikt dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende BBT worden toegepast, moeten wij de vergunning weigeren. In paragraaf 4.2 van het akoestisch onderzoek behorende bij de aanvraag is aangegeven welke voorzieningen getroffen zijn ter beperking van de geluidemissie. Verdergaande maatregelen in het kader van BBT-conclusies achten wij niet noodzakelijk. Aan te schaffen materieel dient te allen tijde te voldoen aan de (akoestische) stand der techniek. 8.6 Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau veranderingsvergunning De geluidszone rond het industrieterrein Haatlandhaven is vastgelegd in het bestemmingsplan. De geluidsbelasting van alle bedrijven gelegen op het industrieterrein tezamen mag op de zonegrens ten hoogste 50 db(a) zijn. De geluidsbelasting per bedrijf wordt geregeld met de geluidsvoorschriften in de milieuvergunning of voorschriften op grond van een Algemene Maatregel van Bestuur. Bij vergunningverlening op een voor geluid gezoneerd industrieterrein is voor de beoordeling van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau de zonegrens (50 db(a) etmaalwaarde en de vastgestelde hogere waarden dan wel Maximaal Toelaatbaar Geluidsbelastingswaarden (MTGwaarden) op woningen en andere geluidsgevoelige bestemmingen van belang. De geluidbelasting van de aangevraagde activiteiten is getoetst aan de grenswaarden op de zone, aan de grenswaarden voor woningen binnen de zone en aan de grenswaarden op de beoordelingspunten gelegen op 50 m van de grens van de inrichting. De voorgenomen verandering heeft betrekking op de inpandige activiteiten en leidt niet tot de wijziging van de representatieve bedrijfssituatie. Uit het akoestisch onderzoek blijkt de berekende geluidsniveaus aan de vigerende voorschriften voldoen. De grenswaarde op de zone, de grenswaarden voor woningen binnen de zone en de grenswaarden op de beoordelingspunten gelegen op 50 meter van de grens van de inrichting niet worden overschreden. Verdere geluidreducerende maatregelen ter beperking van nadelige milieugevolgen kunnen niet worden gevraagd. Het belang van het milieu wordt immers al beschermd doordat krachtens de Wet geluidhinder vastgestelde zonegrens - met daaraan gekoppeld zonegrenswaarden alsmede MTG -waarden - wordt gerespecteerd. 15

8.7 Maximaal geluidsniveau (LAmax) Uit het geluidsrapport blijkt dat ten gevolge van de voorgenomen verandering geen verandering van de maximale geluidsniveaus optreedt. De grenswaarden van het maximale geluidsniveau uit de vigerende vergunning blijven van kracht. 8.8 Indirecte Hinder Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State is beoordeling van indirecte hinder voor situaties, waarbij de inrichting gelegen is op een gezoneerd industrieterrein, niet aan de orde. Daar sluiten wij bij aan. 8.9 Incidentele bedrijfssituatie Harry s Vuurwerkhal maakt geen onderdeel meer uit van de inrichting. Ten gevolge hiervan komt de incidentele situatie zoals omschreven in de revisievergunning van 24 augustus 2009, kenmerk 2009/0124084 te vervallen. 8.10 Controle Onderhavige inrichting is geen IPPC-inrichting. Gelet hierop is artikel 5.5 lid 6 Besluit omgevingsrecht (Bor) van toepassing. Bij de aanvraag om vergunning is geen sprake van een geprognosticeerde situatie. Gelet hierop vinden wij het aanvaardbaar om geen controle verplichting te verbinden aan de vergunning. 8.11 Conclusies Ten aanzien van langtijdgemiddelde beoordelingsniveau vinden wij op grond van de voormelde overwegingen de situatie milieuhygiënisch aanvaardbaar. Er wordt voldaan aan de geluidsvoorschriften uit de vigerende vergunning. 9 LUCHT 9.1 Toetsen aan luchtkwaliteitseisen Uit de aanvraag blijkt dat de activiteiten die van invloed zijn op de luchtkwaliteit niet veranderen dan wel toenemen. Ten aanzien van de revisievergunning is de aanvraag neutraal. 10 OVERIGE ASPECTEN 10.1 Toekomstige ontwikkelingen In de aanvraag is aangegeven dat de verandering slecht van tijdelijke aard is. De realisatie van de vergunde uitbreiding van de vuurwerkopslag zal op een later tijdstip plaatsvinden. 16

11 VERZOEK TOT INTREKKING 11.1 Algemeen In de aanvraag wordt verzocht om het gedeelte dat in de revisievergunning wordt aangeduid als Harry s Vuurwerkhal in te trekken. Het verzoek wordt gemotiveerd met de stelling dat Harry s Vuurwerkhal geen organisatorische, technische of functionele binding heeft met Hardix Vuurwerk BV. 11.2 Organisatorische binding Uit gegevens van de Kamer van Koophandel blijkt dat er geen organisatorische binding is tussen Harry s Vuurwerkhal en Hardix Vuurwerk BV. 11.3 Technische binding Tussen Harry s Vuurwerkhal en Hardix is sprake van twee technische bindingen. De eerste is de koppeling van de doormelding van het alarmsysteem van Harry s Vuurwerkhal aan het alarmsysteem van Hardix. In de aanvraag is aangegeven dat deze koppeling zal worden opgeheven. De tweede technische binding is de scheidingswand tussen Harry s Vuurwerkhal en Hardix. Deze scheidingwand heeft voor beide onderdelen van de inrichting een brandwerende functie. Deze binding zal worden opgeheven door het plaatsen van een extra scheidingswand met een brandwerende functie. 11.4 Conclusie Tussen Harry s Vuurwerkhal en Hardix zijn na de genoemde aanpassingen geen technische en functionele bindingen meer aanwezig. Er is daarom niet langer sprake van één inrichting. Het verzoek tot intrekken van het vergunningsdeel van Harry s Vuurwerkhal kan daarom worden verleend. 11.5 Intrekken voorschrift Voorschrift 1.1.1 van de door ons op 21 december 2011 afgegeven milieuneutrale wijziging met kenmerk 2011/0334969 heeft betrekking op het verkleinen van de veiligheidsafstand van de bufferbewaarplaats van Harry s Vuurwerkhal. Omdat Harry s Vuurwerkhal geen onderdeel meer uitmaakt van de vergunning trekken wij dit voorschrift in. 12 CONCLUSIE 12.1 Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het veranderen van de inrichting zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het intrekken van een deel van de vergunning, zijn er wel redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. In deze beschikking zijn de voor deze activiteit relevante voorschriften opgenomen. 17

BIJLAGE 1 : BEGRIPPEN AFVALSTOFFEN: Alle stoffen, preparaten of voorwerpen, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. BESTE BESCHIKBARE TECHNIEKEN (BBT): Voor het bereiken van een hoog niveau van bescherming van het milieu meest doeltreffende technieken om de emissies en andere nadelige gevolgen voor het milieu, die een inrichting kan veroorzaken, te voorkomen of, indien dat niet mogelijk is, zoveel mogelijk te beperken, die - kosten en baten in aanmerking genomen - economisch en technisch haalbaar in de bedrijfstak waartoe de inrichting behoort, kunnen worden toegepast, en die voor degene die de inrichting drijft, redelijkerwijs in Nederland of daarbuiten te verkrijgen zijn; daarbij wordt onder technieken mede begrepen het ontwerp van de inrichting, de wijze waarop zij wordt gebouwd en onderhouden, alsmede de wijze van bedrijfsvoering en de wijze waarop de inrichting buiten gebruik wordt gesteld. BODEMBESCHERMENDE MAATREGEL: Handeling in de vorm van controle of onderhoud van een voorziening of proces, om de kans op emissies of immissies te reduceren (overeenkomstig Barim). BODEMRISICO(CATEGORIE): Typering van de kans op (en omvang van) een bodembelasting door een specifieke bedrijfsmatige activiteit. BODEMRISICOCATEGORIE A: Verwaarloosbaar bodemrisico. GELUIDSNIVEAU IN DB(A): Het niveau van het ter plaatse optredende geluid, uitgedrukt in db(a), overeenkomstig de door de Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) terzake opgestelde regels, zoals neergelegd in de IEC-publicatie no. 651, uitgave 1989. GEVAARLIJKE AFVALSTOF: Afvalstof die een of meer van de in bijlage III bij de kaderrichtlijn afvalstoffen genoemde gevaarlijke eigenschappen bezit. MAXIMALE GELUIDNIVEAU (LAmax): Het hoogste A-gewogen geluidsniveau, afgelezen in de meterstand 'fast', verminderd met de meteocorrectieterm Cm. De meterstand 'fast' komt overeen met een tijdconstante van 125 ms. LANGTIJDGEMIDDELD BEOORDELINGSNIVEAU (LAr,LT): Het A-gewogen gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode optredende geluid en zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, tonaal geluid of muziekgeluid, vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de 'Handleiding meten en rekenen industrielawaai', uitgave 1999. NRB: Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten, Informatiecentrum Milieuvergunningen (InfoMil). OVERSLAAN: - het kortdurend stallen van containers met afval, bijvoorbeeld containers diedoor schepen worden aangevoerd en daarna door voertuigen worden verdergetransporteerd, of andersom; - het overbrengen van afval in een groter transportmiddel, bijvoorbeeld vanuit de chemokar naar grotere vrachtwagens. Het kan daarbij gaan om afval dat door rechtspersoon A is ingezameld of wordt getransporteerd en tijdelijk binnen de inrichting van rechtspersoon B wordt overgeslagen; 19

- het stallen van met afval geladen voertuigen, bijvoorbeeld het overnachten van een volle vrachtwagen op een inrichting. POTENTIEEL BODEMBEDREIGENDE ACTIVITEIT: Elke activiteit die een risico van verontreiniging van de bodem met zich meebrengt, als gevolg van de aard van die activiteit en als gevolg van de fysische en chemische eigenschappen van de stoffen waarmee de activiteit wordt uitgevoerd. Bij het vaststellen of een activiteit potentieel bodembedreigend is worden eventuele maatregelen en voorzieningen die zijn getroffen om het risico van die activiteit uit te sluiten buiten beschouwing gelaten. PREVENTIE: Maatregelen die worden genomen voordat een stof, materiaal of product afvalstof is geworden, ter vermindering van: a. de hoeveelheden afvalstoffen, al dan niet via het hergebruik van producten of de verlenging van de levensduur van producten; b. de negatieve gevolgen van de geproduceerde afvalstoffen voor het milieu en de menselijke gezondheid, of c. het gehalte aan schadelijke stoffen in materialen en producten. WONING: Een gebouw of deel van een gebouw dat voor bewoning gebruik wordt of daartoe is bestemd. 20

BIJLAGE 2 : ACTIES Deze bijlage bevat een beknopte weergave van directe acties die uitgevoerd moeten worden op grond van de vergunning. Bij iedere actie is het nummer van het voorschrift in de vergunning en de frequentie vermeld. Het uitvoeren van deze acties houdt niet in dat hiermee is voldaan aan alle voorschriften van de vergunning. 1.2.1 Zie voorschrift Beperkt onderzoek 21