Uitwerking Richtsnoer Enuresis nocturna voor kinderen met hardnekkige klachten

Vergelijkbare documenten
Enuresis. Terminologie ICCS international child continence society. Terminologie ICCS. Terminologie ICCS international child continence society

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Bijlage 6 Begeleiding incontinentie en enuresis Regionale transmurale afspraak Zuidoost Brabant

Workshop/QUIZ richtlijnen

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Per jaar gaat bij één op de zeven kinderen het bedplassen vanzelf over

JGZ. Incontinentie bij kinderen. T. van den Brand, arts JGZ Volksgezondheid gemeente Utrecht

Om onzindelijkheid te voorkomen is het belangrijk de zindelijkheidstraining op het juiste moment en op de juiste manier te starten.

Vragenlijst nachtelijke incontinentie

MOET U S NACHTS OOK OPSTAAN?

Informatie voor Ouders

Bedplassen. Tot slot. Bedplassen komt vaak voor. Bedplassen is lastig. Wat is de oorzaak van het bedplassen?

Droogbedtraining thuis

Bedplassen Informatie voor (ouders van) kinderen en jongeren

Symbolen. De plas- en drankkalender: overdag ongelukje ongelukje opgestaan s nachts plassen overdag s nachts om te plassen. droog.

Informatie voor kinderen. Bedplassen

Vragenlijst nachtelijke incontinentie

Geachte ouders/verzorgers,

Poep/plasproblemen bij kinderen

PLASPROBLEMEN BIJ KINDEREN

Boxmeer Kinder Incontinentie Team: Bo-KIT

Het mictiedagboek. Meten van het drink- en plaspatroon van uw kind

Bedplassen. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Vrouw Moeder Kind-centrum

Enuresis update Is Tens zinvol? Ann Raes Kindernefrologie, UZ Gent

Plas- en poeppoli. polikliniek kindergeneeskunde locatie Leiderdorp

Bedplassen bij kinderen: Praktische aanpak. AZ Sint-Jan Brugge-Oostende Greet Pauwels

Urodynamisch onderzoek

Enuresis Een protocol opgesteld door een werkgroep van leden van de NIP-sectie "Psychologen Algemene Ziekenhuizen".

TIKA, Team Incontinentie Kinderen Arnhem en omgeving. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

Patiënteninformatiedossier (PID) Poep- en plaspoli. onderdeel PLASPOLI. Informatie voor ouders. POEP- EN PLASPOLI Plaspoli, info ouders

DROOGBEDTRAINING FRANCISCUS VLIETLAND

Boxmeer Kinder Incontinentie Team: Bo-KIT

blaastraining voor kinderen droogblijven s nachts

Nieuwsbrief maart Agenda Maandag 29 maart bezoek Opzij. In deze nieuwsbrief: Vrije dagen / vakantie Sociocratie op school Yogales

2 Farmaceutische patiëntenzorg en therapietrouw

UROLOGIE ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

Informatie over zindelijkheid

Bedwateren PATIËNTENBROCHURE

Voeding en gezondheid veiligheid van nieuwe voedingsmiddelen

E-trainingstools. Trainings-App & Bladder Monitor. Jorien de Jonge Lottie Peerdeman

Kinderneurologie.eu. Hoofdbonken.

Desmopressine als behandeling voor nycturie bij mannen?

Wakker worden! Het droge-bed werkboek. zgt.nl

SLAAPPROBLEMEN APOTHEEK.NL

Successen & failures in de urotherapie. E.C van der Kuur, kinderarts P. Schutte, bekkenfysiotherapeut

In deze folder wordt beschreven hoe het zindelijk worden voor plassen en poepen bij kinderen werkt.

Bekkenbodemproblematiek ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

C. U heeft de tijd voor deze fase en bent gemotiveerd.

Mictiedagboek. Handleiding bij het invullen

NHG-Standaard Enuresis nocturna

Inhoudsopgave. Inleiding...4. De wektraining van Van Londen...5. De droog-bed-training bestaat uit 3 stappen...6. Stap 1: Intensieve training...

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis.

Gevoel in de lagere urinewegen

Multiple sclerose en blaasklachten

Vragenlijst continentiepoli

Michel Wyndaele Uroloog UMC Utrecht. Bijscholingsdag Urotherapie 22 maart 2019

Deze module is gebaseerd op de NHG-Standaard van december 2006 (eerste herziening)

1. Bekkenbodemspiertraining

Zindelijkheid Vlot op de pot? Christel Daenen pedagoge Opvoedingsconsulente K&G

Benigne prostaathyperplasie (BPH) LFA Wymenga, uroloog

Doel Het voorkómen en vroegtijdig opsporen van mictie- en blaasproblemen rond de partus, en deze te behandelen.

Urodynamicadag Workshop tracés ontleden en beknopte verslaggeving. Dr Anne-Françoise Spinoit & Mevr Inge Ragolle

Blaastraining Handleiding voor vrouwen

Urodynamisch onderzoek urologie

Bedplassen. Ewart de Visser en Marijn Zijp 22 februari 2002

slaap voorlichting Slaap Voorlichting 1. Toelichting 2. Doel, doelgroep en tijdsduur 3. Uitvoering 4. Organisatie

Prevalentie van broek- en/of bedplassen bij kinderen met aandachtsproblemen

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Op het programma: Vraag 1. Wat betekent voor jou zindelijk zijn? Opwarmertje Iinfo: In groepjes van 3 à 4

Zindelijkheidstraining

Langdurige slapeloosheid. Diagnose en behandeling van insomnie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Chapter Protocollen voor de behandeling van supraventriculaire tachycardieën bij de foetus

Behandeling met botulinetoxine bij overactieve blaas

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Samenvatting. Preventieve maatregelen

Urge-incontinentie Marina Hovius, uroloog

Nonrespons en ernstige klachten bij OCD: richtlijnen herzien? Else de Haan PhD Lidewij Wolters PhD Amsterdam, the Netherlands

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Plasstraat. Vragenlijst voor ouders. Kind & Jeugd. Locatie Hoorn/Enkhuizen

Behandeling overactieve blaas

VRAGENLIJST BEKKENBODEMKLACHTEN (urineverlies en verzakking)

Urodynamisch onderzoek urologie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

Urodynamisch onderzoek

Yunio: Zindelijk worden

Richtlijn Verpleegkundige zorg bij de ziekte van Parkinson. Hella Tulp, verpleegkundig specialist

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Medicijngebruik en ADHD

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

De Plaswekker. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Afdeling kindergeneeskunde

Werkblad beschrijving interventie

UROLOGIE achtergronden casusschetsen

Kindergeneeskunde. Dagboek.

Atropine oogdruppels ter voorkoming/afremming van hoge myopie

Urologie. Urodynamisch onderzoek

Transcriptie:

6 Richtlijn 88/388/EEG van de Europese Raad van 22 juni 1988 Lidstaten inzake aroma s voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma s. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1988;31(L184):61-6. 7 Richtlijn 88/388/EEG van de Europese Raad van 22 juni 1988 Lidstaten inzake aroma s voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma s [rectificatie]. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1988;31(L345): 29. 8 Richtlijn 88/388/EEG van de Europese Raad van 22 juni 1988 Lidstaten inzake aroma s voor gebruik in levensmiddelen en de uitgangsmaterialen voor de bereiding van die aroma s [rectificatie]. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1996;39(L089): 46. 9 Richtlijn 88/344/EEG van de Europese Raad van 13 juni 1988 Lidstaten inzake het gebruik van extractiemiddelen bij de produktie van levensmiddelen en bestanddelen daarvan. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 1988;31(L157):28-33. 10 Nederlandse Warenwet. Warenwetbesluit Levensmiddelenadditieven [25 maart 1992]. Lelystad: Koninklijke Vermande; 2003. 11 Nederlandse Warenwet. Warenwetbesluit Aroma s [4 februari 1992]. Lelystad: Koninklijke Vermande; 2000. 12 Nederlandse Warenwet. Warenwetregeling Extractiemiddelen [5 april 1993]. Lelystad: Koninklijke Vermande; 2000. 13 Kuiper HA, Kleter GA, Kok EJ. Voeding en gezondheid genetisch gemodificeerd voedsel. Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147:56-60. 14 Gezondheidsraad. Veiligheidsbeoordeling van nieuwe voedingsmiddelen [publicatienr 2002/05VNV]. Den Haag: Gezondheidsraad; 2002. 15 Gezondheidsraad. Nonisap [publicatienr 2001/03VNV]. Den Haag: Gezondheidsraad; 2001. 16 Gezondheidsraad. Fytosterolen (3) [publicatienr 2003/01VNV]. Den Haag: Gezondheidsraad; 2003. 17 Roos NM de, Katan MB. Voeding en gezondheid zin en onzin van voedingssupplementen en functionele voedingsmiddelen. Ned Tijdschr Geneeskd 2003;147: 60-5. 18 Verordening (EG) nr 1852/2001 van de Commissie van 20 september 2001 houdende nadere regels voor de openbaarmaking van bepaalde gegevens en de bescherming van ingevolge Verordening (EG) nr 258/97 van het Europees Parlement en de Raad verstrekte gegevens. Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen 2001; 44(L253):17-8. Aanvaard op 4 augustus 2003 Voor de praktijk Uitwerking Richtsnoer Enuresis nocturna voor kinderen met hardnekkige klachten r.a.hira sing, f.j.m.van leerdam, r.n.sukhai, j.w.van capelle, f.m.j.a.froeling en m.a.w.vijverberg In 1994 werd in dit tijdschrift het Richtsnoer Enuresis nocturna gepubliceerd. 1 Hierin werd een richtlijn beschreven voor diagnostiek en stapsgewijze behandeling van enuresis nocturna. Een dergelijke stapsgewijze aanpak is ook opgenomen in de NHG-standaard van 1996. 2 De afgelopen jaren is veel onderzoek verricht naar achtergronden en behandeling van enuresis nocturna. In een onlangs gepubliceerd overzichtsartikel zijn de recentste onderzoeken samengevat. 3 Hieruit blijkt dat bij GG&GD, Jeugdgezondheidszorg, Amsterdam. Hr.prof.dr.R.A.Hira Sing, kinder- en jeugdarts (thans: VU Medisch Centrum, afd. Sociale Geneeskunde en Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam en TNO Preventie en Gezondheid, divisie Jeugd, Leiden). VU Medisch Centrum, afd. Sociale Geneeskunde en Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek, Amsterdam. Hr.F.J.M.van Leerdam, jeugdarts (tevens: TNO Preventie en Gezondheid, Leiden). Leids Universitair Medisch Centrum, afd. Kindergeneeskunde, Leiden. Hr.dr.R.N.Sukhai, kinderarts. Isala Klinieken, locatie Sophia Ziekenhuis, afd. Urologie, Zwolle. Hr.J.W.van Capelle, uroloog. Juliana Kinderziekenhuis en Rode Kruis Ziekenhuis, afd. Urologie, s-gravenhage Hr.F.M.J.A.Froeling, uroloog. Universitair Medisch Centrum, afd. Medische Psychologie en Maatschappelijk Werk, Utrecht. Mw.M.A.W.Vijverberg, incontinentietherapeut. Correspondentieadres: hr.prof.dr.r.a.hira Sing. samenvatting Om een kind met hardnekkige klachten van enuresis nocturna droog te krijgen, is het van belang om na te gaan welke factoren een rol spelen bij het bedplassen en waarom eerdere behandeling is mislukt. Het gebruik van een mictielijst is hierbij onmisbaar. De behandeling moet op maat worden gegeven. De plaswekker met juiste begeleiding heeft de voorkeur. Desmopressine is met name geschikt bij nachtelijke polyurie of als door omstandigheden de plaswekker weinig kans van slagen heeft. Zowel de dosis als het tijdstip van inname is bepalend voor het resultaat. Als de plaswekker niet binnen twee weken tot resultaat leidt of als een snel effect van belang is, is de combinatie desmopressine met plaswekker zinvol. Bedplassen gecombineerd met mictieproblemen overdag wijst vaak op een geringe blaascapaciteit en/of op -instabiliteit. Bij deze kinderen kan blaastraining en/of behandeling met een anticholinergicum (eventueel gecombineerd met desmopressine) zinvol zijn. een minderheid (20-30%) het stappenplan niet tot het gewenste resultaat leidt. De hier beschreven aanvulling op het bestaande Richtsnoer heeft als doel om op basis van de nieuwste inzichten ook deze non-responders droog te krijgen. Tevens worden enkele nieuwe ontwikkelingen besproken. Ned Tijdschr Geneeskd 2004 3 januari;148(1) 17

anamnese bij hardnekkige klachten Indien behandeling van bedplassen volgens het stappenplan onvoldoende resultaat oplevert, is het zaak om (opnieuw) met gebruikmaking van de 2 daarvoor ontworpen anamneselijsten na te gaan in hoeverre het gaat om monosymptomatische enuresis nocturna. 1 Daarnaast moet men nagaan welke behandelingen zijn geprobeerd, welke ervaringen hiermee zijn opgedaan en waarom deze mislukt zijn. Tabel 1 bevat een lijst van aandachtspunten en de figuur bevat een drink- en mictielijst die tijdens deze extra anamnese aan de orde dienen te komen. Deze mictielijst dient gedurende twee of drie hele dagen ingevuld te worden. Met deze lijsten kan men een beeld krijgen van de factoren die een rol spelen bij het bedplassen. Volgens de laatste inzichten zijn dit vooral één of meer van de volgende drie factoren: (a) het niet wakker worden op het signaal van een volle blaas; (b) relatief tekort aan vasopressine met als gevolg nachtelijke polyurie; (c) verminderde blaascapaciteit of detrusorinstabiliteit s nachts. Het spreekt voor zich dat deze laatste twee factoren alleen leiden tot bedplassen indien men niet wakker wordt bij een volle blaas. behandeling op maat Alvorens een behandeling in te stellen, is het raadzaam om zowel het kind als de ouders uitleg te geven over de achtergronden van het bedplassen en de behandelingen. Voor advies over algemene door ouders te gebruiken technieken kan men verwijzen naar het boekje Bedplassen, daar wil je vanaf. 4 Op grond van de gegevens uit de genoemde anamnese- en mictielijsten kiest men in overleg met de ouders en het kind voor een behandeling op maat. Wij beschrijven hier welke behandeling past bij welk probleem of type bedplassen. Tabel 2 bevat een algemene richtlijn voor deze behandelingen. TABEL 1. Aandachtspunten tijdens het afnemen van de extra-anamnese bij kinderen met hardnekkige klachten van bedplassen en de ouder(s) onderwerpen eerdere behandelingen (behandelduur en -volgorde) oorzaken mislukken van eerdere behandeling* thuissituatie beleving van het bedplassen door het kind houding ouders tegenover het bedplasprobleem patroon van ontlasting, mictie en vochtinname denk aan plaswekker desmopressine, imipramine, oxybutynine anders namelijk:... geen of nauwelijks effect behandeling te belastend voor kind of gezin en daarom gestopt onvoldoende motivatie of therapietrouw onzorgvuldige dosisinstelling kind wordt niet wakker van de plaswekker behandeling gaf bijwerking(en), namelijk:... duidelijke verbetering, maar terugval direct/weken/maanden na stoppen van de behandeling (vrijwel) droog, maar terugval direct/weken/maanden na stoppen van de behandeling anders namelijk:... éénoudergezin, gescheiden ouders, co-ouderschap, meerdere slaapplekken conflicten binnen het gezin taalbarrière positie van het kind (oudste, jongste of (één van) de middelste) eigen slaapkamer laag bed, hoogslaper of stapelbed wc bereikbaar, zelfde verdieping, licht, privacy motivatie om droog te worden belemmeringen in sociale contacten geplaagd worden op school of thuis teruggetrokken houding algeheel welbevinden begrip en/of positieve stimulatie straf motivatie om het kind te begeleiden patroon van defecatie en consistentie van feces natte broeken (of plekken in ondergoed) overdag frequentie en volume van mictie en urineverlies overdag en s nachts frequentie en volume van drinken/vochtinname kwaliteit van de urinestraal *Nagaan voor alle geprobeerde behandelingen. Door middel van een gemodificeerde mictielijst (zie de figuur), waarop gedurende 2-3 dagen het patroon van vochtinname, plassen, urineverlies en ontlasting wordt bijgehouden. 18 Ned Tijdschr Geneeskd 2004 3 januari;148(1)

datum vochtinname * plassen urineverlies ontlasting tijdstip hoeveelheid (in ml)+ soort tijdstip hoeveelheid (in ml) tijdstip hoeveelheid tijdstip hoeveelheid, (score 1, 2, consistentie of 3) * Normaalwaarde: 1-1,5 liter drinken per dag. +1 kopje = 125 ml; 1 beker/glas = 200 ml; 1 toetje = 150 ml; 1 stuk fruit = 75 ml. Blaascapaciteit tot 11 jaar: (leeftijd + 2) 30 ml; als normaalwaarde neemt men hier meestal 2 / 3-3 / 4 van. Bij dragen van luier het gewicht van een natte luier minus het gewicht van een droge luier; bij dragen van ondergoed: score 1 = enkele druppels; 2 = gering verlies (vochtig ondergoed); behoorlijk verlies (kleding wisselen is noodzakelijk). Voorbeeld van een drink- en mictielijst, waarmee bij een kind met bedplassen een beeld kan worden verkregen van de factoren die een rol spelen bij het bedplassen. De lijst wordt 2 of 3 hele dagen ingevuld. Er zijn meerdere rijen per dag. Nevenaandoeningen, zoals urineweginfecties en obstipatie. Urineweginfecties, plassen met een zwakke straal en incontinentie kunnen een symptoom zijn van een onderliggend probleem en dienen verder geanalyseerd te worden door kinderarts of uroloog. Obstipatie moet eerst worden bestreden bij de behandeling van bedplassen. Abnormaal drinkpatroon. Bij kinderen met een abnormaal drinkpatroon is het raadzaam te adviseren om beter verdeeld over de dag te drinken. Een overmatig gebruik s avonds van dranken die de diurese verhogen, zoals cola, koffie en thee, dient te worden ontraden. Normaal mictie- en drinkpatroon, niet wakker worden van een volle blaas. In eerste instantie moet men proberen het kind en de ouders voldoende te motiveren voor een behandeling met de plaswekker. 5-7 De kans op blijvend droog ligt bij deze behandeling rond de 40-70%. 589 Wanneer al eerder een behandeling met de plaswekker zonder succes is geprobeerd, is een herhaling van deze behandeling vaak succesvol. Voorwaarde is wel dat er voldoende uitleg en instructie aan het kind en de ouder worden gegeven. Als de plaswekker binnen twee weken niet leidt tot verbetering, is het zinvol om desmopressine voor te schrijven. Het snelle effect van desmopressine kan de motivatie verhogen om door te gaan met de plaswekker. 5-7 Bij kinderen bij wie een snel effect belangrijk is (bijvoorbeeld bij een verlaagd zelfbeeld) is het raadzaam direct desmopressine toe te voegen. Ook wanneer een kind aan het begin van de nacht niet wakker wordt van de plaswekker, kan een ondersteuningsbehandeling met desmopressine nuttig zijn. Doordat desmopressine de urineproductie vermindert, gaan de meeste kinderen later in de nacht plassen. Ze kunnen dan vaak wel wakker worden van de wekker. Nachtelijke polyurie, geen problemen overdag. In geval van nachtelijke polyurie, heeft een behandeling met desmopressine een grote kans van slagen. Wanneer een eerdere behandeling met desmopressine onvoldoende respons gaf, moet men de oorzaak hiervan proberen op te sporen (zie tabel 1). Desmopressine op maat. Voor een optimaal resultaat is het belangrijk dosering en moment van toediening individueel te bepalen (zie tabel 2). Normaal is het advies desmopressine in te nemen vóór het slapengaan. Als dit geen effect heeft, kunnen kinderen die meestal in de eerste periode van de slaap bedplassen, mogelijk wel effect merken als zij desmopressine eerder in de avond innemen en daarna niet meer drinken. Kinderen die in de laatste periode van de nacht bedplassen, kan men wellicht later in de avond opnemen om te plassen en pas dan desmopressine in te laten nemen. Langetermijnbehandeling met desmopressine. Een nieuwe ontwikkeling is de langetermijnbehandeling met desmopressine. De laatste jaren hebben verschillende studies (van maximaal twee jaar) laten zien dat de veiligheid en de effectiviteit van desmopressine ook tijdens Ned Tijdschr Geneeskd 2004 3 januari;148(1) 19

TABEL 2. Richtsnoer voor behandeling van kinderen met hardnekkige klachten van enuresis nocturna, met een plaswekker of desmopressine* plaswekker desmopressine instructie instructie volgens de gebruikelijke instructies aanvangsdosis: 0,2 mg per os (1 tablet) of 10 µg spray per neusgat, indien na 2 weken geen verbetering is opgetreden, voor de nacht dan desmopressine toevoegen (zie de rechter bij onvoldoende effect de dosis verdubbelen of het tijdstip van kolom) inname afstemmen op het patroon van het bedplassen evaluatie (na 6-8 weken) indien onvoldoende effect: desmopressine voorschrijven (zie de rechter kolom) indien gedeeltelijk droog: continueren gedurende nogmaals 6-8 weken indien droog: behandeling stoppen evaluatie (na 1 maand) indien onvoldoende effect: plaswekker of droogbedtraining met intensieve begeleiding, of verwijzen naar de 2e lijn indien gedeeltelijk droog: doorgaan met behandelen en eventueel de dosis verhogen of het tijdstip van inname aanpassen indien droog: de dosering geleidelijk verlagen tot de minimale effectieve dosis *Bij een combinatie van plaswekker en desmopressine: volg de instructies in de rechter kolom. Bij (gedeeltelijk) droog: eerst desmopressine afbouwen en eventueel doorgaan met plaswekker tot maximaal 3 maanden behandeling. Na elke 3-6 maanden behandeling 1-2 weken onderbreken om na te gaan of voortzetting noodzakelijk is. langdurig behandelen blijven bestaan (P.van Kerrebroeck, schriftelijke mededeling, 2003). 10 Een nieuwe methode om kinderen met enuresis nocturna met behulp van desmopressine blijvend of langdurig droog te krijgen, is om bij terugval tijdens een therapievrije periode (stopweek: éénmaal per 3-6 maanden) de behandeling met desmopressine opnieuw in te stellen (eventueel met een lagere dosis), net zolang totdat de patiënt droog blijft tijdens de stopweek. 3 Desmopressine versus imipramine. Het effect van desmopressine bij bedplassen is vergelijkbaar met dat van imipramine. 11 Een groot nadeel van imipramine is dat het vaak bijwerkingen geeft en dat het zelfs bij kleine overdosering extreem toxisch kan zijn. 12 Bij gebruik van 13 14 desmopressine is de kans op bijwerkingen gering. Vanwege de antidiuretische werking van desmopressine moet men hierbij alert blijven op het risico van hyponatriëmie met mogelijk ernstige bijwerkingen. Bij kinderen die zich houden aan de voorgeschreven dosering en aan het advies om niet overmatig te drinken, zijn nauwelijks ernstige bijwerkingen beschreven. 14 Vanwege de aard van de bijwerkingen van imipramine wordt tegenwoordig de voorkeur gegeven aan het relatief veilige desmopressine. 15 Onvoldoende motivatie en inzet. Vooral na (een) mislukte behandelpoging(en) zal de mate van inzet en motivatie voor een behandeling met de plaswekker verminderen. Het moet duidelijk zijn dat de behandeling gezien kan worden als een vorm van topsport, waarbij optimale motivatie en inzet nodig zijn om resultaat te boeken. De behandeling moet pas worden gestart wanneer de voorwaarden gunstig zijn om deze inzet te kunnen leveren. Door van tevoren de mogelijkheid van teleurstellingen te bespreken, leert men hier beter mee omgaan. Bijzondere thuissituatie. Indien de thuissituatie niet geschikt is voor een wekkertherapie, kan een medicamenteuze behandeling uitkomst bieden: bijvoorbeeld bij kleine behuizing, verschillende slaapplekken (gescheiden ouders) of als kind of ouders het gebruik van de plaswekker afwijzen. Geringe blaascapaciteit met of zonder mictieproblemen overdag. Bij kinderen met bedplassen en mictieklachten overdag spelen naast een geringe wekbaarheid en eventuele nachtelijke polyurie ook andere factoren een rol, zoals een geringe blaascapaciteit en/of -instabiliteit. Obstructie in de lagere urinewegen kan ook resulteren in een geringere blaascapaciteit. Uit onderzoek is gebleken dat ongeveer 30% van de kinderen met monosymptomatisch bedplassen ook een kleine blaascapaciteit heeft en/of blaasinstabiliteit gedurende de nacht. 16-18 Deze kinderen plassen vaak meerdere malen in bed en ook snel na het inslapen. Alleen indien er geen aanwijzingen zijn voor een lichamelijke oorzaak van het beden broekplassen, is hierbij een behandeling met de plaswekker het proberen waard. Uit recent onderzoek blijkt dat meer dan de helft (65%) van de kinderen met enuresis s nachts en overdag na een behandeling met de plaswekker s nachts droog wordt. 19 Een deel van hen wordt ook overdag droog. Bij het niet-slagen van de plaswekkertherapie zijn andere behandelingen raadzaam, zoals blaastraining, eventueel ondersteund met een anticholinergicum (bijvoorbeeld oxybutynine) of de combinatie anticholinergicum en desmopressine. 20-23 Moeilijk trainbare kinderen, non-respons op desmopressinebehandeling. Voor moeilijk trainbare kinderen bestaat nog de mogelijkheid van ambulante droogbedtraining. Dit is een intensief trainingsprogramma onder begeleiding, waarbij eveneens een plaswekker wordt gebruikt. 3 Indien deze therapie thuis niet werkt of onuitvoerbaar is, bestaat in uitzonderingssituaties nog de mogelijkheid van droogbedtraining tijdens een opname in een ziekenhuis of in een incontinentiecentrum. speciale groepen Allochtonen. Allochtone kinderen met enuresis nocturna zijn vaak moeilijker te behandelen. Door schaamte 20 Ned Tijdschr Geneeskd 2004 3 januari;148(1)

rondom het bedplassen wacht men vaak lang voordat men hulp zoekt. Andere factoren die een rol kunnen spelen, zijn de strenge aanpak (geestelijk en/of lichamelijk straffen), de taalbarrière en de thuissituatie (vaak slapen meerdere kinderen in één kamer). 24 Voor een behandeling met de plaswekker zijn goede voorlichting (bijvoorbeeld door voorlichters Eigen Taal en Cultuur ) en intensieve begeleiding noodzakelijk. Hierbij dient men de ouders vooral te overtuigen van het belang van positief belonen. Indien dit niet lukt, is de kans op een succesvolle wekkertherapie gering en is een behandeling met desmopressine vaak de enige methode. Adolescenten en volwassenen. Bij deze groep patiënten met enuresis nocturna ontbreekt vaak de vereiste motivatie voor het gebruik van de wekker. Adolescenten en volwassenen kiezen meestal voor de relatief 25 26 simpele behandeling met desmopressine. Bij voldoende motivatie voor de plaswekker blijkt dat deze behandeling bij 30-40% van de adolescente en volwassen 27 28 patiënten effectief is. conclusie Met gegevens uit een uitgebreide anamnese en de mictielijst vindt men vaak de factoren die een rol spelen bij bedplassen en de oorzaak van het falen van eerdere behandelingen. Een gerichte (herhaling van) behandeling met plaswekker, desmopressine en/of een anticholinergicum kan alsnog tot het gewenste resultaat leiden. Maar ondanks alle hedendaagse inzichten en behandelingen zal een aantal patiënten met enuresis nocturna niet van hun klachten afkomen. Mw.drs.E.P. van t Hof-van den Brink, medisch schrijver, en hr.s.verhoeven, huisarts te Heerde, hebben een bijdrage geleverd aan de totstandkoming van dit artikel. Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: de firma Ferring heeft een financiële bijdrage geleverd voor het schrijven van dit artikel. abstract Further development of Enuresis nocturna guidelines for children with persistent problems To achieve dryness in children who suffer from persistent bedwetting, it is important to find out which factors play a role in their bedwetting and why previous treatment has failed. The use of a micturition diary is essential. The child s problems and needs have to be identified and treated individually. The enuresis alarm, with the proper guidance, is the preferred form of initial treatment. Desmopressin is particularly suitable in cases of nocturnal polyuria or if the use of the alarm is unfeasible. If the alarm does not have any effect within two weeks or if a rapid result is important, a combination of desmopressin and the alarm is advisable. Bedwetting combined with daytime micturition problems is often indicative of a small bladder capacity and/or detrusor instability. In these children bladder training and/or treatment with an anticholinergic drug (possibly combined with desmopressin) may be effective. literatuur 1 Hira Sing RA. Richtsnoer enuresis nocturna. Ned Tijdschr Geneeskd 1994;138:1360-6. 2 Dijk PA van, Boomsma LJ, Ubbink JTh, Veraart-Schelfhout LM, Meulen P van der, Dijkstra RH, et al. NHG-standaard Enuresis nocturna. Huisarts Wet 1996;39:459-70. 3 Hira Sing RA, Leerdam FJM van, Sukhai RN, Capelle JW van, Vijverberg MAW, Hof-van den Brink EP van t. Enuresis nocturna: de nieuwste inzichten. Modern Med 2002;4:1-18. 4 Mulder Z, Vijverberg MAW. Bedplassen, daar wil je vanaf. Havelte: Binkey Kok; 2003. 5 Leebeek-Groenewegen A, Blom J, Sukhai R, Heijden B van der. Efficacy of desmopressin combined with alarm therapy for monosymptomatic nocturnal enuresis. J Urol 2001;166:2456-8. 6 Sukhai RN, Mol J, Harris AS. Combined therapy of enuresis alarm and desmopressin in the treatment of nocturnal enuresis. Eur J Pediatr 1989;148:465-7. 7 Bradbury M. Combination therapy for nocturnal enuresis with desmopressin and an alarm device. Scand J Urol Nephrol Suppl 1997;183:61-3. 8 Glazener CM, Evans JH. Alarm interventions for nocturnal enuresis in children [Cochrane review]. In: Cochrane Library. Issue 1. Oxford: Update Software; 2001. 9 Zwetsloot ACM. Lange termijn effecten van de plaswekker. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid; 2000. 10 Kerrebroeck PE van. Experience with the long-term use of desmopressin for nocturnal enuresis in children and adolescents. BJU Int 2002;89:420-5. 11 Vertucci P, Lanzi C, Capece G, et al. Desmopressin and imipramine in the management of nocturnal enuresis. Br J Clin Pract 1997;51:27-31. 12 Hunsballe JM, Djurhuus JC. Clinical options for imipramine in the management of urinary incontinence. Urol Res 2001;29:118-25. 13 Glazener CM, Evans JH. Desmopressin for nocturnal enuresis in children [Cochrane review]. In: Cochrane Library. Issue 3. Oxford: Update Software; 2002. 14 Neveus T, Lackgren G, Tuvemo T, Hetta J, Hjalmas K, Stenberg A. Enuresis-background and treatment. Scand J Urol Nephrol Suppl 2000;206:1-44. 15 Commissie Farmaceutische Hulp. Farmacotherapeutisch kompas. Amstelveen: College voor zorgverzekeringen; 2003. 16 Hjalmas K. Desmopressin treatment: current status. Scand J Urol Nephrol Suppl 1999;202:70-2. 17 Yeung CK, Sit FK, To LK, et al. Reduction in nocturnal functional bladder capacity is a common factor in the pathogenesis of refractory nocturnal enuresis. BJU Int 2002;90:302-7. 18 Watanabe H. Sleep patterns in children with nocturnal enuresis. Scand J Urol Nephrol Suppl 1995;173:55-6. 19 Blankespoor MN, Leerdam FJM van, Hirasing RA. Een verschil van dag en nacht. Resultaten van de plaswekkertherapie bij kinderen met zowel enuresis nocturna als diurna. Leiden: TNO Preventie en Gezondheid; 2001. 20 Kosar A, Arikan N, Dincel C. Effectiveness of oxybutynin hydrochloride in the treatment of enuresis nocturna a clinical and urodynamic study. Scand J Urol Nephrol 1999;33:115-8. 21 Neveus T. Oxybutynin, desmopressin and enuresis. J Urol 2001;166: 2459-62. 22 Caione P, Arena F, Biraghi M, Cigna RM, Chendi D, Chiozza ML, et al. Nocturnal enuresis and daytime wetting: a multicentric trial with oxybutynin and desmopressin. Eur Urol 1997;31:459-63. 23 De Grazia E, Cimador M. Oxybutinin-desmopressin association in the treatment of primary nocturnal enuresis with diurnal urination disorders. Minerva Pediatr 1999;51:149-52. 24 Spee-van der Wekke J, Hirasing RA, Meulmeester JF, Radder JJ. Childhood nocturnal enuresis in the Netherlands. Urology 1998; 51:1022-6. 25 Janknegt RA, Kloet AG. Behandeling van enuresis nocturna bij volwassenen. Patient Care 1996:14-20. 26 Wikstrom S, Tapper J. Are repeated desmopressin treatment attempts successful? Scand J Urol Nephrol Suppl 1997;183:33-4. 27 Turner RK, Taylor PD. Conditioning treatment of nocturnal enuresis in adults: preliminary findings. Behav Res Ther 1974;12:41-52. 28 Vandersteen DR, Husmann DA. Treatment of primary nocturnal enuresis persisting into adulthood. J Urol 1999;161:90-2. Aanvaard op 2 juli 2003 Ned Tijdschr Geneeskd 2004 3 januari;148(1) 21