Werkblad beschrijving interventie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkblad beschrijving interventie"

Transcriptie

1 Werkblad beschrijving interventie Droog Bed Training (BDT) Gebruik de handleiding bij dit werkblad of Contact NJi Contact RIVM Gert van den Berg Sandra van Dijk

2 Achtergrondgegevens Ontwikkelaar van de interventie Naam: R. HiraSing en FJM van Leerdam; Vrije Iniversiteit EMGO instituut Adres: Van der Boechorststraat 7 Plaats: 1081 BT Amsterdam Telefoon.: Fax: Website: (van de interventie) Contactpersoon/licentiehouder Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam: Adres: Plaats: Telefoon: Stichting Kenniscentrum Bedplassen p/a Droogbed- en Bekkencentrum Meppel Postbus AM Meppel info@kenniscentrumbedplassen.com Website: Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd. Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: x 1. Interventiebeschrijving x 2. 5 artikelen Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie x Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezond- 2

3 moeten beoordelen. Documentnummer heidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden. Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie. Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is. Doel Kinderen die s nachts nog in hun bed plassen hebben geleerd dit op de wc te doen en zo hun bed droog te houden. Doelgroep Kinderen vanaf zeven jaar, die ondanks het uitvoeren van verschillende behandelingen, toch in bed blijven plassen. Met andere woorden: kinderen die hardnekkig bedplassen. Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie. Aanpak De droog-bedtraining bestaat uit 3 stappen: - intensieve training gedurende 1 nacht: het kind om het uur wakker maken, zelfstandig naar de W.C. laten gaan en blaastraining toepassen (stimuleren de plas op de houden om de blaascapaciteit te vergroten); - vervolgtraining, onder andere bestaande uit wekkertherapie, positieve en verschoningsoefeningen; deze training begint de 2 e nacht en duurt tot het kind 14 dagen achter elkaar droog is; - wanneer het kind droog is: instructie met betrekking tot wat gedaan moet worden bij ongelukjes. Bij de methode wordt gebruik gemaakt van: - een wekapparaat: dit waarschuwt door middel van een bel als het kind begint te plassen; - positieve oefeningen om de gewoonte van uit bed gaan en naar de W.C. gaan te leren; - motivators : beloningen die gegeven worden als het kind gewenst gedrag vertoont; - verschoningsoefeningen: het kind merkt hierdoor zelf dat bedden verschonen vervelend is. 3

4 Setting Hulpverleners van instellingen voor JGZ, GGZ of (kinder)ziekenhuis leren ouders en kinderen de DBT thuis uit te voeren. Voor een beperkte groep, waarbij deze training thuis niet werkt of onuitvoerbaar is, bestaat de mogelijkheid van klinische behandeling. Deze klinische behandeling vindt plaats in diverse instellingen. Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is. Materiaal Mulder, Z. & Vijverberg, M. (2003). Bedplassen. Daar wil je van af! Plaswekkers en andere hulpmiddelen. Havelte: Binkey Kok Publications BV. Vertaalde brochures in Turks, Arabisch en Spaans. HTML links: Alle voor de uitvoering van de interventie benodigde materialen (protocol/richtlijnen voor professionals, instructies voor ouders) zijn te downloaden. Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden. Onderzoek Resultaten Nederlands effectonderzoek Studie 1 Auteurs: Hirasing, R.A. & Reus, H. Jaar: 1991 Belangrijkste resultaten: Met de DBT werden 31 kinderen (86%) droog. Ongeveer de helft van deze 31 kinderen was droog binnen 1 maand, 81 % binnen 2 maanden. Van deze 31 kinderen hadden er 21 (68%) na de droge periode van minstens 2 weken nog wel eens een ongelukje en vertoonden er 10 (32%) een (vaak tijdelijke) terugval. Van terugval werd gesproken als een kind na een droge periode van minstens 2 weken meer dan 1 keer per week nat was gedruende ten minste 2 weken. Na 6 maanden bleek 75% van de kinderen droog te blijven bij het slapen. Studie 2 Auteurs: Hirasing, R.A. & Reus, H. Jaar: 1994 Belangrijkste resultaten: In 1993 (4-6 jaar na de training) sliep 83% procent droog. Bij 17% was er een sterke vermindering van het bedplassen (van 6 naar 2 maal per week). Studie 3 4

5 Auteurs: Hirasing, R.A. & Bolk-Bennink, L.F. Jaar: 1996 Belangrijkste resultaten: All 91 parents completed the initial and 86 (95%) completed the second questionnaire. Before starting the dry bed training program the children were wetting the bed an average of 5.4 times weekly. A total of 69 children (80%) successfully achieved the continence criterion of 14 consecutive dry nights. Mean time plus or minus standard deviation needed to achieve dryness was 6.9 ±3.7 weeks, including the continence criterion. Girls responded significantly faster than boys to dry bed training (5.1 versus 7.4 weeks, t[67] = 2.16, p <0.05). A total of 16 children (23%) had relapse of whom 7 regained dryness 6 months after training. Studie 4 Auteurs: Hirasing, R.A., Leerdam F.J.M. van, Bolk-Bennink L.F. & Koot, H.M. Jaar: 2002 Belangrijkste resultaten: The parents included in the DBT instruction program were asked to complete two questionnaires: Questionnaire I, completed prior to the start of the DBT (T1), aimed at obtaining general data as well as background information relevant to the enuresis. Questionnaire II had to be completed 6 mo after completion of the first questionnaire (T2). To assess behavioural/emotionals problems the Child Behaviour Checklist (CBCL) was completed by the parents on two occasions, i.e. before (T1) and 6 mo after the DBT (T2). The Child Behaviour Checklist (CBCL) questionnaire was completed by 88 parents (96%) prior to DBT (T1) and by 83 parents (91%) 6 mo after DBT (T2). The mean CBCL total problem score at T1: 24.0 was significantly higher than that of a Dutch norm group: (p= 0.025). Compared to T1, the mean CBCL total problem scores at T2 was Of the children with CBCL total problem scores at T1 in the borderline or clinical range, 92% became dry and 58% improved to the normal range. At T2, the children seemed to have less internal distress, fewer problems with other people, and were less anxious and/or depressed. Resultaten buitenlands effectonderzoek Studie 1 Auteurs: Glazener, C.M.A., Evans, J.H.C. & Peto, R.E. Jaar: 2004 Belangrijkste resultaten: A complex intervention (such as dry bed training (DBT) or full spectrum home training (FSHT)) including an alarm was better than no-treatment control groups (for example the relative risk (RR) for 5

6 failure or relapse after stopping DBT was 0.25; 95% CI 0.16 to 0.39) but there was not enough evidence about the effects of complex interventions alone if an alarm was not used. A complex intervention on its own was not as good as an alarm on its own or the intervention supplemented by an alarm (e.g. RR for failure or relapse after DBT alone versus DBT plus alarm was 2.81; 95% CI 1.80 to 4.38). On the other hand, a complex intervention supplemented by a bed alarm might reduce the relapse rate compared with the alarm on its own (e.g. RR for failure or relapse after DBT plus alarm versus alarm alone was 0.5; 95% CI 0.31 to 0.80). 6

7 Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden. Definitie Veel kinderen plassen s nachts in bed. Bedplassen is een onwillekeurige blaaslediging volgens het patroon van een normale blaaslediging op een ongewenst moment op een onjuiste plaats. Bij kinderen van 5 of 6 jaar is sprake van bedplassen als zij tenminste twee keer per maand 's nachts in bed plassen. Bij oudere kinderen en volwassenen spreken we van bedplassen als zij ten minste eenmaal per maand in bed plassen (DSM-III definitie). Van ernstig bedplassen is sprake bij kinderen van 5 jaar en ouder als zij minstens twee keer per week in hun bed hebben geplast gedurende de afgelopen vier weken gedurende minimaal drie aaneensluitende maanden (DSM-IV definitie) (Leerdam, 2005). Prevalentie De prevalentie van bedplassen varieert in verschillende subgroepen. Zo plassen jongens vaker in bed dan meisjes. Uit verschillende onderzoeken naar de prevalentie van enuresis nocturna (bedplassen) uitgevoerd in Engeland, Nederland, Nieuw Zeeland en Ierland blijkt dat onder 15-22% van 5-jarige jongens bedplassen voorkomt. Deze percentages nemen af naarmate jongens ouders worden tot respectievelijk 13-19% van de 7-jarige jongens, 9-13% van de 9-jarige en 1-2% van de 16-jarige jongens. Voor meisjes zien deze cijfers er als volgt uit: 9-16% van de 5-jarige meisjes, 7-15% van de 7-jarige meisjes, 5-10% van de 9-jarige meisjes en 1-2% van de 16-jarige meisjes heeft last van bedplassen (Leerdam, 2005). Uit onderzoek van Spee - van der Wekke e.a. (1998) naar de prevalentie van bedplassen bij Nederlandse kinderen blijkt dat de prevalentie van bedplassen bij kinderen van Turkse en Marokkaanse ouders hoger is (14%) dan bij Nederlandse kinderen (6%). Het percentage bedplassers in het speciaal onderwijs is groter dan bij kinderen in het reguliere onderwijs (14% versus 6%). De prevalentie op volwassen leeftijd is nog steeds 0,5% (Hirasing, Leerdam, Bolk Bennink en Janknegt, 1997). Gevolgen Bedplassen is het meest voorkomende psychosociale probleem tijdens 7

8 2. Doel van de interventie de kindertijd (Leerdam, 2005) en kan verregaande gevolgen hebben voor zowel het kind als zijn/haar ouder(s). Na ruzie tussen ouders en scheiden/overlijden van een ouder wordt het door de getroffen kinderen als ergste beschouwd dat hen kan overkomen (Tijen, 1998). Kinderen schamen zich voor bedplassen, voelen zich anders dan hun leeftijdsgenootjes en worden vaak gepest door andere kinderen of zijn daar bang voor (Leerdam, 2005). Kinderen durven vaak niet meer te logeren en doen niet mee aan het schoolkamp. Het schaadt hun zelfvertrouwen en veroorzaakt vaak een negatief zelfbeeld. Ouders op hun beurt maken zich zorgen over het welzijn van hun kind en kunnen het vertrouwen in hun eigen opvoedingsvaardigheden verliezen (Foxman, 1986). Zorgen en frustraties kunnen ertoe leiden dat ouders het bedplassen gaan bestraffen. Het kind zal daardoor echter nog meer zelfvertrouwen verliezen (Leerdam, 2005). Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Einddoel Kinderen die s nachts nog in hun bed plassen hebben geleerd dit op de wc te doen en zo hun bed droog te houden. Subdoelen - Ouders en kinderen hebben geleerd de droog-bedtraining thuis uit te voeren. - Ouders zijn in staat tot het toepassen van de algemene pedagogische technieken (belonen, i.p.v. straffen) die ter ondersteuning worden gebruikt. - Deelnemers hebben minimaal 14 achtereenvolgende droge nachten. 3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt. Beschrijf indicatie- en contra-indicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Einddoelgroep Kinderen vanaf zeven jaar, die ondanks het uitvoeren van verschillende behandelingen, toch in bed blijven plassen. Met andere woorden: kinderen die hardnekkig bedplassen. Intermediaire doelgroep Ouders van kinderen vanaf zeven jaar, die ondanks het uitvoeren van verschillende behandelingen, toch in bed blijven plassen. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Indicatiecriteria: De kinderen zijn tenminste 7 jaar oud; zindelijkheid ontwikkelt zich onder invloed van het autonome en het willekeurige zenuwstelsel. De rijping van het zenuwstelsel verloopt niet bij ieder kind 8

9 kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores. Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen. in hetzelfde tempo. Bij vele kinderen verdwijnt het probleem van bedwateren spontaan, en men neemt aan dat een behandeling pas dient te worden overwogen vanaf de leeftijd van 7 jaar. Andere methoden (inclusief plaswekker) hadden geen resultaat Zowel ouder als kind zijn gemotiveerd Contra-indicatiecriteria: Het kind heeft ernstige psychische of gedragsproblemen Op korte termijn vinden er grote veranderingen plaats in het gezin (bv. verhuizing, geboorte) Geringe motivatie van zowel de ouders als het bedplassende kind Het aanwezig zijn van een organische oorzaak voor het bedplassen 3.3 Toepassing bij migranten De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen maar kan wel bij hen toegepast worden. De brochure met de instructies voor de DBT zijn vertaald in Turks, Arabisch en Spaans en beschikbaar via de website. Voor het bereik van allochtone kinderen worden Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC-ers) ingezet. De Jeugdgezondheidszorg en de RIAGG c.q. Jeugd-GGZ hebben soms speciaal voor deze kinderen opgeleide trainers. Allochtone kinderen met enuresis zijn vaak moeilijker te behandelen. Door schaamte rondom het bedplassen wacht men vaak lang voordat men hulp inroept. Bij deze gezinnen zijn de omstandigheden voor een training met de plaswekker vaak ongunstig: een kleine behuizing (vaak meer kinderen op één kamer, soms meerdere kinderen in een bed), de taalbarrière en de opvoedingswijze (het gebruik van straffen in plaats van belonen) maken de kans op slagen kleiner. Mede door de minder ideale omstandigheden zijn allochtone ouders eerder geneigd een medicamenteuze behandeling te vragen voor hun bedplassende kind(eren). 4. Aanpak van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de 4.1 Opzet van de interventie De droog-bedtraining bestaat uit 3 stappen: - intensieve training gedurende 1 nacht: het kind om het uur 9

10 interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd. wakker maken, zelfstandig naar de W.C. laten gaan en blaastraining toepassen (stimuleren de plas op de houden om de blaascapaciteit te vergroten); - vervolgtraining, onder andere bestaande uit wekkertherapie, positieve en verschoningsoefeningen; deze training begint de 2 e nacht en duurt tot het kind 14 dagen achter elkaar droog is; - wanneer het kind droog is: instructie met betrekking tot wat gedaan moet worden bij ongelukjes. Bij de methode wordt gebruik gemaakt van: - een wekapparaat: dit waarschuwt door middel van een bel als het kind begint te plassen; - positieve oefeningen om de gewoonte van uit bed gaan en naar de W.C. gaan te leren; - motivators : beloningen die gegeven worden als het kind gewenst gedrag vertoont; - verschoningsoefeningen: het kind merkt hierdoor zelf dat bedden verschonen vervelend is. Setting Hulpverleners van instellingen voor JGZ, GGZ of (kinder)ziekenhuis leren ouders en kinderen de DBT thuis uit te voeren. Voor een beperkte groep, waarbij deze training thuis niet werkt of onuitvoerbaar is, bestaat de mogelijkheid van klinische behandeling. Deze klinische behandeling vindt plaats in diverse instellingen. Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden. 4.2 Inhoud van de interventie De Droog Bed Training is verdeeld in drie fasen: Fase 1 Deze fase kan het beste worden uitgevoerd in de nacht van vrijdag op zaterdag zodat ouder en kind de volgende dag kunnen uitslapen. In deze nacht wordt het kind elk uur gewekt met de plaswekker. Deze fase is verdeeld in vijf onderdelen: a. Een uur voor bedtijd De ouder neemt de te volgen stappen door. De plaswekker en broekje worden klaargelegd. Begonnen wordt met een positieve oefening. Een wachtwoord wordt afgesproken dat het kind moet noemen bij het wekken (Het kind mag pas plassen als het goede wachtwoord is genoemd. Dan kan worden aangenomen dat het voldoende wakker is om te weten wat het doet.) b. Bedtijd Kind mag nog wat drinken, gaat naar bed en de ouder vertelt nog een keer wat die nacht gaat gebeuren. De plaswekker wordt aangezet en het kind kan gaan slapen. Eén van de ouders blijft de hele nacht op om te helpen. c. Ieder uur na bedtijd Het kind wordt ieder uur zo goed mogelijk gewekt, zegt het afgesproken wachtwoord en gaat naar de w.c. Als het broekje van de plaswekker en de lakens nat zijn, is dat een ongelukje (zie d.) d. Ongelukje, de wekker gaat af 10

11 Geef het kind de gelegenheid om zelf de wekker uit te zetten. Als het kind wakker is, vertel dan op neutrale toon dat het geplast heeft. Laat het kind naar de w.c. gaan om verder te plassen. Doe een verschoningsoefening met het kind. e. 's Ochtends De training eindigt om 6 uur of op de tijd dat het kind gewend is op te staan. Laat het kind uitslapen. Leg de nadruk op de dingen die goed zijn gegaan. Geef in de loop van de dag nog minstens 5 keer een compliment. Fase 2 De nachten na de eerste intensieve nacht wordt voor het slapen gaan begonnen met 5 positieve oefeningen. Het kind wordt verteld dat het fijn is dat het droog blijft en dat na een ongelukje de positieve oefeningen en de verschoningsoefeningen nodig zijn. 's Nachts wordt het kind op een vaste wektijd wakker gemaakt beginnend bij 0.30 uur. Na iedere nacht wekt de ouder het kind een half uur vroeger. Bij een ongelukje herhaalt de procedure zich als in fase 1, onder d. Na een droge nacht complimenteren de ouders het kind. Fase 3 Als het kind 14 nachten achter elkaar droog is geweest, is de training klaar. Dit betekent dat: De plaswekker niet meer gebruikt wordt; De ouders complimentjes moeten blijven geven; Wektijd stoppen na 4 weken droog zijn. Bij een ongelukje worden weer verschoningsoefeningen en positieve oefeningen (zonder wekker) gedaan. Als binnen een week 2x een ongelukje voorkomt, dan moet fase 2 opnieuw uitgevoerd worden totdat weer 14 droge nachten achter elkaar zijn bereikt. Positieve oefening: Op bed wordt een leuk spelletje gedaan. De ouder zet onopvallend de wekker aan, waarop het kind als de wekker afgaat deze zelf afzet om vervolgens de oefening af te maken (opstaan, wekker afzetten, broekje uitdoen, naar de w.c. gaan enz.) Verschoningsoefening: Kind doet een schone pyjama aan; Kind haalt natte lakens van bed, pakt natte pyjama en brengt ze naar de wasmand; Kind pakt schone lakens en maakt (evt. met hulp) het bed op; Ouder maakt plaswekker weer gereed; Kind mag iets drinken; 11

12 Instructies en wachtwoord voor het komende uur herhalen. 5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke. Mulder, Z. & Vijverberg, M. (2003). Bedplassen. Daar wil je van af! Plaswekkers en andere hulpmiddelen. Havelte: Binkey Kok Publications BV. Vertaalde brochures in Turks, Arabisch en Spaans. HTML links: Alle voor de uitvoering van de interventie benodigde materialen (protocol/richtlijnen voor professionals, instructies voor ouders) zijn te downloaden. 12

13 B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de inter- Determinanten Uit onderzoek blijken verschillende factoren, op zichzelf of in combinatie, een belangrijke rol te spelen in het niet continent (zindelijk) worden van een kind. De vijf belangrijke factoren zijn (Leerdam, 2005): 1. Hoge wekdrempel. Kinderen die bedplassen hebben een hoge wekdrempel, met andere woorden ze worden heel moeilijk wakker. Ze worden dus ook niet wakker van het signaal van een volle blaas, waardoor ze niet in staat zijn de plas s nachts op te houden. 2. Tekort aan vasopressine. Dit is een antidiurtisch hormoon dat ervoor zorgt dat er s nachts minder urine wordt geproduceerd. Bij kinderen (en ook bij volwassenen) met enuresis kan sprake zijn van een verminderde vasopressine-productie, niet de juiste hoeveelheid vasopressine-productie op het juiste tijdstip of een verminderde gevoeligheid voor vasopressine. Gevolg is dat er s nachts meer urine wordt geproduceerd dan de blaas kan opslaan. Hiermee kan echter niet worden verklaard waarom sommige kinderen hier niet wakker van worden/niet wakker worden van een volle blaas. 3. Overactieve blaasspier. Kinderen met dit probleem zijn niet in staat hun hele blaas leeg te plassen. Als gevolg hiervan blijft er soms urine achter in de blaas. De hoeveelheid urine die de blaas van deze kinderen kan opslaan voordat de blaasspier actief wordt is echter vaak klein, wat tot incontinentie kan leiden. 4. Verminderde blaascapaciteit. Dit doet zich vaak voor in combinatie met de 2e en 3e factor. 5. Erfelijkheid. 70% van de kinderen die last hebben van bedplassen hebben één of meer familieleden die ook in bed plassen of hebben geplast. Factoren waar de interventie zich op richt De Droog Bed Training richt zich op de eerstgenoemde (beïnvloedbare) factor waarvan wordt verondersteld dat deze van invloed is op het niet continent (zindelijk) worden van kinderen: hoge wekdrempel, d.m.v. het verlagen hiervan. De wekdrempel wordt vooral verlaagd door het gebruik van de plaswekker. De DBT is gebaseerd op de sociale leertheorie. Op basis van deze theorie wordt bedplassen opgevat als gedrag dat aan- en afgeleerd kan worden. Kinderen hebben nog niet geleerd om 's nachts zindelijk te zijn, ze hebben nog niet kunnen breken met de infantiele gewoonte 13

14 ventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. van het reflexmatig plassen. Tussen kinderen zijn individuele verschillen in de leeftijd waarop geleerd wordt om controle over hun eigen blaas te krijgen, net zoals verschillen aanwezig zijn in de leeftijd waarop een kind leert zwemmen of fietsen. Behalve van de plaswekker wordt in de gedragstherapeutische methode van DBT (een methode van Azrin, Sneed en Foxx, 1974) daarom gebruik gemaakt van andere gedragstherapeutische maatregelen. Werkzame factoren/mechanismen - Plaswekker De plaswekker geeft het moment aan, wanneer het kind moet plassen. Doordat deze afgaat schrikt het kind en trekt de sluitspier aan, waardoor het stopt met plassen. Na een aantal pogingen zal het kind steeds sneller wakker worden van de wekker en na een tijdje wordt het kind wakker, voordat de bel afgaat. Het heeft geleerd de volle blaas te associëren met wakker worden en de sluitspier aangetrokken te houden. - Positieve stimulatie/het belonen van gewenst gedrag Het kind prijzen/belonen (d.m.v. het geven van complimentjes) als het het gewenste gedrag vertoont. Uitgangspunt is dat het systematisch en consequent belonen van gewenst gedrag leidt tot herhaling van dit gedrag. - Het vergroten van zelfstandigheid en zelfredzaamheid: zelf plaswekker installeren en zelf het bed verschonen na iedere keer bedplassen. - - Wekschema en wachtwoord: Bollard en Nettelbeek (1982) stelden in hun onderzoek dat het wekschema de meest werkzame component is, doordat het de ouders in staat stelt veel complimentjes te geven. Het kunnen zeggen van een wachtwoord is een middel om na te gaan of het kind voldoende wakker is om te beseffen wat het doet. 7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode. Vanaf de leeftijd van ongeveer 5 jaar is s nachts nog in bed plassen een groot psychosociaal probleem, zowel voor het kind als voor de ouders. De Droog-Bedtraining grijpt aan op de hoge wekdrempel bij deze kinderen door ze tijdens een intensieve nacht regelmatig te wekken om te plassen en dit daarna een aantal nachten te continueren. De Droogbed-trainning combineert deze nachten met het belonen van positief gedrag (droge nacht) van het kind. 14

15 15

16 C. Overdraagbaarheid 8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing. Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers. Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? 8.1 Eisen ten aanzien van opleiding De Hogeschool van Leiden ( biedt in de opleiding tot sociaal verpleegkundige JGZ modulen aan, waaronder enuresisbegeleiding. De module beslaat een dag en is ook beschikbaar voor andere disciplines. De inhoud bestaat uit de volgende onderdelen: " nieuwe inzichten in enuresis " het afnemen van de anamnese " op grond van de diagnose ouders en kind informeren en adviseren omtrent enuresis en de mogelijke begeleidingsmethoden " begeleiden van ouders in groepsverband omtrent de DBT De module wordt afgesloten met een getuigschrift (als SV-JGZ opleiding) of met een certificaat (als een losse module). In de scholing/opleiding tot arts JGZ wordt ook aandacht besteed aan zindelijkheidsontwikkeling en enuresisbegeleiding. Eens per twee jaar geeft het Incontinentiecentrum een training aan JGZ artsen, JGZ-verpleegkundigen en kinderartsen om hun deskundigheid op dit gebied verder te vergroten. Voor deze training worden accreditatiepunten gegeven. 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Alle voor de uitvoering van de interventie benodigde materialen (protocol/richtlijnen voor professionals, instructies voor ouders) zijn te downloaden. Het actueel houden van de website en het fungeren als vraagbaak voor ieder die vragen heeft over bedplassen zijn belangrijke taken voor het Droogbedcentrum. Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie. Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Het Droogbedcentrum doet regelmatig navraag bij GGD-en die de DBT begeleiden naar hun ervaringen ermee. Zonodig wordt de interventie aangepast. Ook is het Droogbedcentrum als kenniscentrum vraagbaak voor ieder die vragen heeft over bedplassen. Daarnaast geeft het Droogbedcentrum een geaccrediteerde cursus voor professionals die de DBT begeleiden. 16

17 Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt bepaald door de uitvoerder. Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). 8.4 Kosten van de interventie Het materiaal en de instructies zijn gratis te downloaden. De plaswekker kost ca 30 euro en een set van 3 plasbroekjes ca 45 euro. Deze kosten worden doorgaans geheel of gedeeltelijk vergoed via de aanvullende verzekering. De instructie aan, en begeleiding van het kind en ouders kost niet meer dan een uur aan inzet van professionals. Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals. 9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nulmeting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Er is, voor zover bekend, geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie buiten de vermelde effectstudies Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de 17

18 interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie. 18

19 Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.) Ja Nee Vraag 11 Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies Ja Nee LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad. 19

20 Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en metaanalyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Hirasing, R.A. & Reus H. (1991). Droog-bedtraining bij enuresis noctur-na. Ned Tijdschr Geneeskd,135 (38), Onderzoeksvragen Wat is het effect van de droog-bedtraining? Onderzoeksdesign Vanaf september 1987 tot juni 1989 werden alle leerlingen uit groep 2, 4 en 7 op 15 op 15 basisscholen opgeroepen voor het periodiek geneeskundig onderzoek. Het opkomstpercentage was ruim 99 (1882 basisschoolleerlingen). Tijdens onderzoek werd gericht gevraagd naar de zindelijkheid wat betreft het urineren. Wat de behandeling betrof konden de ouders van de eerste 111 bedplassende kinderen kiezen uit de kalendermethode (het laten bijhouden van een lijst met droge en natte nachten), motiveren (het kind belonen voor een droge nacht) en de droog-bedtraining. Er werd gekozen voor een instructie in groepsverband. Na uitleg voerden de ouders en kinderen de droog-bedtraining thuis uit. In totaal werden 6 cursussen gegeven die gevolgd werden door de ouders van 36 kinderen: 23 jongens en 13 meisjes in de leeftijd van 6-14 jaar. Deze kinderen kwamen niet alleen uit het prevalentie-onderzoek, maar ook uit andere groepen van de basisschool, uit scholen voor speciaal onderwijs en uit scholen voor voortgezet onderwijs. Bijna alle ouders hadden eerder reeds één of meerdere acties ondernomen: plaswekker (42%), medicijnen (22%), motiveren (25%), consult bij een specialist (11%), s nachts uit bed halen (64%). Resultaten Met de DBT werden 31 kinderen (86%) droog. Ongeveer de helft van deze 31 kinderen was droog binnen 1 maand, 81 % binnen 2 maanden. Van deze 31 kinderen hadden er 21 (68%) na de droge periode van minstens 2 weken nog wel eens een ongelukje en vertoonden er 10 (32%) een (vaak tijdelijke) terugval. Van terugval werd gesproken als een kind na een droge periode van minstens 2 weken meer dan 1 keer per week nat was gedruende ten minste 2 weken. Na 6 maanden bleek 75% van de kinderen droog te blijven bij het slapen. De resultaten van de droog-bedtraining op korte termijn zijn reeds 20

21 eerder in het tijdschrift beschreven (zie artikel hierboven). In dit artikel wordt verslag gedaan van het effect van de droogbedtraining in groepsverband in de setting van de jeugdgezondheidszorg, gemeten minimaal 48 maanden na de behandeling (langetermijnresultaten). Hirasing, R.A. & Reus H. (1994). Goede lange-termijnresultaten van droog-bedtraining bij kinderen met enuresis nocturna. Ned Tijdschr Geneeskd, 138(27), Onderzoeksvragen Wat is het lange-termijneffect van de droog-bedtraining? Onderzoeksdesign Van 1987 tot 1989 werden 36 in bed plassende kinderen behandeld met de droog-bedtraining (zie hierboven). In 1993 werden de ouders van alle kinderen bij wie de droogbedtraining was toegepast opnieuw benaderd, 4-6 jaar na de training. Resultaten In 1993 (4-6 jaar na de training) sliep 83% procent droog. Bij 17% was er een sterke vermindering van het bedplassen (van 6 naar 2 maal per week). Hirasing, R.A. & Bolk - Bennink L.F. (1996). Dry bed training by parents: results of a group instruction program. The Journal of Urology, 156, Onderzoeksvragen What are the results of intensive dry bed training? Onderzoeksdesign During 5 consecutive meetings 2 appointed coaches were responsible for providing 5 to 10 parents with detailed instructions outlining the dry bed training program. The 91 participating children (mean age 9.3 years) were selected from various primary schools by school physicians from the youth health care sections of 2 community health services in The Netherlands from April 1991 to May Meetinstrumenten Parents included in the dry bed training instruction program were asked to complete 2 questionnaires. Questionnaire 1, completed before starting training, was aimed at obtaining general data as well as background information relevant to enuresis. Questionnaire 2, completed 6 months thereafter, was aimed at recording the results achieved with the dry bed training program and the feasibility of the program based 21

22 on parental experience. Resultaten All 91 parents completed the initial and 86 (95%) completed the second questionnaire. Before starting the dry bed training program the children were wetting the bed an average of 5.4 times weekly. A total of 69 children (80%) successfully achieved the continence criterion of 14 consecutive dry nights. Mean time plus or minus standard deviation needed to achieve dryness was 6.9 ±3.7 weeks, including the continence criterion. Girls responded significantly faster than boys to dry bed training (5.1 versus 7.4 weeks, t[67] = 2.16, p <0.05). A total of 16 children (23%) had relapse of whom 7 regained dryness 6 months after training. Hirasing, R.A., Leerdam, F.J.M. van, Bolk - Bennink L.F. & Koot H.M. (2002). Effect of Dry Bed Training on behavioural problems in enu-retic children. Acta Paediatr, 91, Onderzoeksvragen The aim of the study was to assess the course of behavioral problems, especially when the children were successfully cured of their bedwetting. Onderzoeksdesign Children with nocturnal enuresis (n= 91) were selected from various primary schools by school doctors from 1991 to (Zie hierboven) Resultaten The parents included in the DBT instruction program were asked to complete two questionnaires: Questionnaire I, completed prior to the start of the DBT (T1), aimed at obtaining general data as well as background information relevant to the enuresis. Questionnaire II had to be completed 6 mo after completion of the first questionnaire (T2). (zie voor de uitkomsten hierboven) To assess behavioral/emotional problems the Child Behavior Checklist (CBCL) was completed by the parents on two occasions, i.e. before (T1) and 6 mo after the DBT (T2). The Child Behavior Checklist (CBCL) questionnaire was completed by 88 parents (96%) prior to DBT (T1) and by 83 parents (91%) 6 mo after DBT (T2). The mean CBCL total problem score at T1: 24.0 was significantly higher than that of a Dutch norm group: (p= 0.025). Compared to T1, the mean CBCL total problem scores at T2 was Of the children with CBCL total problem scores at T1 in the borderline or clinical range, 92% became dry and 58% improved to the normal range. At T2, the children seemed to have less internal distress, fewer problems with other people, and were less anxious and/or depressed. 22

23 Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. positieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend. (Zie de handleiding bij dit werkblad.) 10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Hirasing, R.A. & Reus, H. Jaar: 1991 Onderzoekstype: veranderingsonderzoek Belangrijkste resultaten: Met de DBT werden 31 kinderen (86%) droog. Ongeveer de helft van deze 31 kinderen was droog binnen 1 maand, 81 % binnen 2 maanden. Van deze 31 kinderen hadden er 21 (68%) na de droge periode van minstens 2 weken nog wel eens een ongelukje en vertoonden er 10 (32%) een (vaak tijdelijke) terugval. Van terugval werd gesproken als een kind na een droge periode van minstens 2 weken meer dan 1 keer per week nat was gedruende ten minste 2 weken. Na 6 maanden bleek 75% van de kinderen droog te blijven bij het slapen. Bewijskracht van het onderzoek: matig Mate van effectiviteit van de interventie: Studie 2 Auteurs: Hirasing, R.A. & Reus, H. Jaar: 1994 Onderzoekstype: veranderingsonderzoek Belangrijkste resultaten: In 1993 (4-6 jaar na de training) sliep 83% procent droog. Bij 17% was er een sterke vermindering van het bedplassen (van 6 naar 2 maal per week). Bewijskracht van het onderzoek: Mate van effectiviteit van de interventie: Studie 3 Auteurs: Hirasing, R.A. & Bolk-Bennink, L.F. Jaar: 1996 Onderzoekstype: veranderingsonderzoek Belangrijkste resultaten: All 91 parents completed the initial and 86 (95%) completed the second questionnaire. Before starting the dry bed training program the children were wetting the bed an average of 5.4 times weekly. A total of 69 children (80%) successfully achieved the continence criterion of 14 consecutive dry nights. Mean time plus or minus standard deviation needed to achieve dryness was 6.9 ±3.7 weeks, including the continence criterion. Girls responded significantly faster than boys to dry bed training (5.1 versus 7.4 weeks, t[67] = 2.16, p <0.05). A total of 16 children (23%) had relapse of whom 7 regained dryness 6 months after training. Bewijskracht van het onderzoek: Mate van effectiviteit van de interventie: Studie 4 Auteurs: Hirasing, R.A., Leerdam F.J.M. van, Bolk-Bennink L.F. & Koot, H.M. Jaar: 2002 Onderzoekstype: 23

24 Belangrijkste resultaten: The parents included in the DBT instruction program were asked to complete two questionnaires: Questionnaire I, completed prior to the start of the DBT (T1), aimed at obtaining general data as well as background information relevant to the enuresis. Questionnaire II had to be completed 6 mo after completion of the first questionnaire (T2). (zie voor de uitkomsten hierboven) To assess behavioural/emotionals problems the Child Behaviour Checklist (CBCL) was completed by the parents on two occasions, i.e. before (T1) and 6 mo after the DBT (T2). The Child Behaviour Checklist (CBCL) questionnaire was completed by 88 parents (96%) prior to DBT (T1) and by 83 parents (91%) 6 mo after DBT (T2). The mean CBCL total problem score at T1: 24.0 was significantly higher than that of a Dutch norm group: (p= 0.025). Compared to T1, the mean CBCL total problem scores at T2 was Of the children with CBCL total problem scores at T1 in the borderline or clinical range, 92% became dry and 58% improved to the normal range. At T2, the children seemed to have less internal distress, fewer problems with other people, and were less anxious and/or depressed. Bewijskracht van het onderzoek: Mate van effectiviteit van de interventie: 11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of meta-analyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Gebruik per onderzoek Glazener, C.M.A., Evans J.H.C., & Peto R.E. (2009). Complex behavioural and educational interventions for nocturnal enuresis in children. Cochrane Database of Systematic Reviews 2008, 1; Art. No.: CD Uit een systematische review van zestien onderzoeken met 1081 kinderen bleek dat een complexe behandeling van droogbedtraining met een plaswekker effectief was. Onderzoeksvragen To assess the effects of complex behavioural and educational interventions on nocturnal enuresis in children, and to compare them with other interventions. Onderzoeksdesign All randomised or quasi-randomised trials of complex behavioural or 24

25 niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen. educational interventions for nocturnal enuresis in children were included, except those focused solely on daytime wetting. Comparison interventions included no treatment, simple and physical behavioural methods, alarms, desmopressin, tricyclic antidepressants, and miscellaneous other interventions. Eighteen trials involving 1174 children were identified which included a complex or educational intervention for nocturnal enuresis. The trials were mostly small and some had methodological problems including the use of a quasi-randomised method of concealment of allocation in three trials and baseline differences between the groups in another three. Resultaten A complex intervention (such as dry bed training (DBT) or full spectrum home training (FSHT)) including an alarm was better than notreatment control groups (for example the relative risk (RR) for failure or relapse after stopping DBT was 0.25; 95% CI 0.16 to 0.39) but there was not enough evidence about the effects of complex interventions alone if an alarm was not used. A complex intervention on its own was not as good as an alarm on its own or the intervention supplemented by an alarm (e.g. RR for failure or relapse after DBT alone versus DBT plus alarm was 2.81; 95% CI 1.80 to 4.38). On the other hand, a complex intervention supplemented by a bed alarm might reduce the relapse rate compared with the alarm on its own (e.g. RR for failure or relapse after DBT plus alarm versus alarm alone was 0.5; 95% CI 0.31 to 0.80). E. Overige informatie 12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie. De interventie is bekend onder de naam Droog Bed Training (DBT). De naam verwijst naar aanpak en doel: kinderen worden onder deskundige begeleiding getraind om s morgens wakker te worden in een droog bed in plaats van dat zij s nachts in hun bed geplast hebben. Het is een vertaling van het Engelse Dry Bed Training zoals die door Arzin (1974) als eerste is beschreven. Meldt indien van toepassing: Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden. 25

26 13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. Hulpverleners van instellingen voor JGZ, GGZ of (kinder)ziekenhuis leren ouders en kinderen (individueel of in groepsverband d.m.v. een groepsinstructie) de DBT thuis uit te voeren. Voor een beperkte groep, waarbij deze training thuis niet werkt of onuitvoerbaar is, bestaat de mogelijkheid van klinische behandeling. Deze klinische behandeling vindt plaats in diverse instellingen. Meld indien van toepassing: De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend. 14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies. Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies. 26

27 Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen (zie de handleiding bij dit werkblad). Aangehaalde literatuur Arzin, N.H., Sneed, T.J. & Foxx, R.M (1974). Dry-Bed Training: Rapid Elimination of Childhood Enuresis. Behavior Research & Therapy, 12, Bollard, J. & Nettelbeck, T. (1982). A component analyses of dry-bedtraining for treatment for bedwetting. Behavior, Research & Therapy, 20, Foxman, B., Valdez R.B. & Brock, R.H. (1986). Childhood enuresis: prevalence, perceived impact and presented treatments. Pediatrics, 77, Glazener, C.M.A., Evans J.H.C., & Peto, R.E. (2008). Complex behavioural and educational interventions for nocturnal enuresis in children. Cochrane Database of Systematic Reviews, 1; Art. No.: CD Hirasing, R.A. & Bolk Bennink, L.F. (1996). Dry bed training by parents: results of a group instruction program. The Journal of Urology, 156, Hirasing, R.A., Leerdam, F.J.M van, Bolk Bennink, L.F. & Janknegt, R.A. (1997). Enuresis nocturna in adults. Scand J Urul Nephrol, 31, Hirasing, R.A., Leerdam, F.J.M van., Bolk Bennink, L.F. & Koot, H.M. (2002). Effect of Dry Bed Training on behavioural problems in enu-retic children. Acta Paediatr, 91, Hirasing, R.A. & Reus, H. (1991). Droog-bedtraining bij enuresis noctur-na. Ned Tijdschr Geneeskd, 135 (38), Hirasing, R.A. & Reus, H. (1994). Goede lange-termijnresultaten van droog-bedtraining bij kinderen met enuresis nocturna. Ned Tijdschr Geneeskd, 138(27), Leerdam, F.J.M. van (2005). Enuresis, a major problem or a simple developmental delay? Amsterdam: F.J.M. van Leerdam. Mulder, Z. & Vijverberg, M. (2003). Bedplassen. Daar wil je van af!. Plaswekkers en andere hulpmiddelen. Havelte: Binkey Kok Publications BV. Spee-van der Wekke, J., Hirasing, R.A., Meulmeester, J.F. & Radder, J.J. (1998). Childhood nocturnal enuresis in The Netherlands. Urology, 51, Tijen, N.M., Messer, A.P. van & Namdar, Z. (1998). Perceived stress of nocturnal enuresis in childhood. Br J Urol, 81,

Inhoudsopgave. Inleiding...4. De wektraining van Van Londen...5. De droog-bed-training bestaat uit 3 stappen...6. Stap 1: Intensieve training...

Inhoudsopgave. Inleiding...4. De wektraining van Van Londen...5. De droog-bed-training bestaat uit 3 stappen...6. Stap 1: Intensieve training... Droog bed training Inhoudsopgave Inleiding...4 De wektraining van Van Londen...5 De droog-bed-training bestaat uit 3 stappen...6 Stap 1: Intensieve training...7 A. Één uur voor bedtijd...7 B. Bedtijd...7

Nadere informatie

Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis.

Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis. Het droogbed boek Werkboek bij de droogbedtraining in het ziekenhuis. Dit werkboek is bedoeld als ondersteuning bij het trainingsprogramma. De droogbedtraining is speciaal ontwikkeld voor kinderen en jongeren

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Colofon Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Organisatie Contactpersoon Adres Postcode Plaats E-mail

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Bedplassen. Tot slot. Bedplassen komt vaak voor. Bedplassen is lastig. Wat is de oorzaak van het bedplassen?

Bedplassen. Tot slot. Bedplassen komt vaak voor. Bedplassen is lastig. Wat is de oorzaak van het bedplassen? Tot slot Op internet is ook veel informatie te vinden over bedplassen en de behandeling van bedplassen. De GGD verwijst voor bedplassen naar: www.bedplassen.org Informatie over plaswekkers is te vinden

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Werkblad, versie mei 2015 Titel interventie Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Werkblad, versie mei 2015 Dit is een gezamenlijk werkblad van de volgende kennisinstituten: Colofon Ontwikkelaar

Nadere informatie

Per jaar gaat bij één op de zeven kinderen het bedplassen vanzelf over

Per jaar gaat bij één op de zeven kinderen het bedplassen vanzelf over Bedplassen Er zijn veel kinderen die s nachts in hun bed plassen. Op zesjarige leeftijd is zeker één op de tien kinderen nog niet droog. Zowel ouders als kinderen kunnen dit zogenaamde bedplassen erg lastig

Nadere informatie

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact

Titel interventie. Werkblad beschrijving interventie. Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad. Voor meer informatie en contact Werkblad beschrijving interventie Gebruik de HANDLEIDING bij dit werkblad Voor meer informatie en contact www.nji.nl/jeugdinterventies centrumgezondleven@rivm.nl www.ncj.nl/onderwerpen/233/erkenningscommissie-interventies

Nadere informatie

Handleiding voor het beschrijven van interventies

Handleiding voor het beschrijven van interventies Handleiding voor het beschrijven van interventies Gebruik deze handleiding bij het Werkblad beschrijving interventie (www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling)

Nadere informatie

Bedplassen Informatie voor (ouders van) kinderen en jongeren

Bedplassen Informatie voor (ouders van) kinderen en jongeren Bedplassen Informatie voor (ouders van) kinderen en jongeren Bedplassen kan heel vervelend zijn Zowel voor ouders als kinderen kan bedplassen heel vervelend zijn. Kinderen schamen zich er vaak voor, zeker

Nadere informatie

DROOGBEDTRAINING FRANCISCUS VLIETLAND

DROOGBEDTRAINING FRANCISCUS VLIETLAND DROOGBEDTRAINING FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Op de polikliniek heeft de kinderarts besloten om een droogbedtraining te starten. Voor deze droogbedtraining wordt uw kind opgenomen op de afdeling Kindergeneeskunde.

Nadere informatie

In deze folder geven we u informatie over het gebruik van de plaswekker bij uw kind.

In deze folder geven we u informatie over het gebruik van de plaswekker bij uw kind. De Plaswekker In deze folder geven we u informatie over het gebruik van de plaswekker bij uw kind. De eerste 2 nachten: de intensieve nachten. 1. In de loop van de avond (rond 18:00 uur) Klaarleggen van

Nadere informatie

Bedplassen op de basisschool

Bedplassen op de basisschool Bedplassen op de basisschool Informatie over bedplassen voor leraren Inleiding Als u met uw klas op schoolkamp gaat, kijken de meeste leerlingen daar het hele jaar naar uit. Er zijn echter altijd kinderen

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Families First Deelcommissie: 1 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 11 april 2014 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie De commissie

Nadere informatie

De plaswekker. Ploeppoli. poli Kindergeneeskunde Route 49

De plaswekker. Ploeppoli. poli Kindergeneeskunde Route 49 00 De plaswekker Ploeppoli poli Kindergeneeskunde Route 49 1 De plaswekker Over bedplassen wordt weinig gepraat. Dat komt doordat veel kinderen en hun ouders er zich voor schamen. Toch komt het heel vaak

Nadere informatie

Bedplassen. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Vrouw Moeder Kind-centrum

Bedplassen. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Vrouw Moeder Kind-centrum Bedplassen PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Vrouw Moeder Kind-centrum Inleiding 's Nachts of 's ochtends een nat bed, niet durven logeren bij vriendjes, een schoolkamp of vakantie die

Nadere informatie

Informatie voor kinderen. Bedplassen

Informatie voor kinderen. Bedplassen Informatie voor kinderen Bedplassen Bedplassen Informatie voor kinderen Plaspoli, Polikliniek Kindergeneeskunde, route 2.2 Telefoon (050) 524 6900 Inleiding Bedplassen komt vaker voor dan je misschien

Nadere informatie

Droogbedtraining thuis

Droogbedtraining thuis Droogbedtraining thuis Uw kind gaat een bedplastraining volgen. In deze folder leest u wat deze training inhoudt en wat van u en uw kind wordt verwacht. Ook vindt u informatie over de oorzaken van bedplassen

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

Bijlage 6 Begeleiding incontinentie en enuresis Regionale transmurale afspraak Zuidoost Brabant

Bijlage 6 Begeleiding incontinentie en enuresis Regionale transmurale afspraak Zuidoost Brabant Bijlage 6 Begeleiding incontinentie en enuresis Regionale transmurale afspraak Zuidoost Brabant Overdag nat Vóór 3 jaar: Uitleg, wegnemen druk/straf, positieve aandacht. Leg uit dat overdag nog niet zindelijk

Nadere informatie

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies

De stand van zaken. Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Door de bomen het bos weer zien Meer inzicht in kwaliteit en effectiviteit interventies Djoeke van Dale Centrum Gezond Leven Joke van Wieringen Centrum Jeugdgezondheid De stand van zaken Schatting: minstens

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Wakker worden! Het droge-bed werkboek. zgt.nl

Wakker worden! Het droge-bed werkboek. zgt.nl Wakker worden! Het droge-bed werkboek zgt.nl 1 Dit boek is van: De afdeling Je gaat nu op de kinderafdeling van het ziekenhuis logeren. Op de afdeling liggen nog veel meer kinderen. Kleine baby s en grote

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Vragenlijst nachtelijke incontinentie

Vragenlijst nachtelijke incontinentie kindergeskunde Vragenlijst nachtelijke incontinentie De kinderarts of uroloog heeft uw kind doorverwezen naar de continentiepoli, omdat uw kind regelmatig s nachts nat is. Om een goed beeld te krijgen

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Enuresis. Terminologie ICCS international child continence society. Terminologie ICCS. Terminologie ICCS international child continence society

Enuresis. Terminologie ICCS international child continence society. Terminologie ICCS. Terminologie ICCS international child continence society Enuresis international child continence society Enuresis: intermittent incontinence of urine while sleeping, synonymous with (intermittent) nocturnal incontinence. The term is used regardless of whether

Nadere informatie

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden

CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden CSRQ Center Rapport over onderwijsondersteunende organisaties: Samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 25 november 2008 Nederlandse samenvatting door TIER op 5 juli 2011 Onderwijsondersteunende

Nadere informatie

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018

Erkenning van interventies. Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 Erkenning van interventies Criteria voor gezamenlijke kwaliteitsbeoordeling 2015-2018 1 Algemeen De erkenningscommissie kan een interventie op de volgende niveaus erkennen: 1. Goed onderbouwd 2.1 Effectief

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Wanneer zijn de kinderen klaar voor een zindelijkheidstraining? Kinderen zijn mogelijk klaar voor een zindelijkheidstraining wanneer ze:

Wanneer zijn de kinderen klaar voor een zindelijkheidstraining? Kinderen zijn mogelijk klaar voor een zindelijkheidstraining wanneer ze: Zindelijkheidstraining Net als de meeste ouders kijkt u misschien uit naar de dag dat uw kind geen luiers meer nodig heeft. Uw kind zindelijk maken kan een enorme opgave lijken, vooral wanneer familie,

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011)

Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011) Richtlijn Zindelijkheid van urine en feces (2011) 2. Activiteiten rondom zindelijkheid voor urine door de JGZ Uitgangsvragen Welke maatregelen zijn er te nemen door de JGZ bij onzindelijkheid overdag/

Nadere informatie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier. Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie Interventie: Taallijn Deelcommissie: 3 Erkenningscommissie Interventies Beoordelingsformulier Datum vergadering: 8 oktober 2015 / 2 juni 2016 Eindoordeel van de erkenningscommissie over de interventie

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015

Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015 Behavioural and Societal Sciences Schipholweg 77-89 2316 ZL Leiden Postbus 3005 2301 DA Leiden www.tno.nl/onderwijs T +31 88 866 6270 onderwijs@tno.nl Introductiecursus 0-19 Zelfstudieopdrachten 2014-2015

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

Bedplassen, je kunt er iets aan doen

Bedplassen, je kunt er iets aan doen Bedplassen, je kunt er iets aan doen Bij opgroeiende kinderen vanaf 6 jaar komt bedplassen regelmatig voor. In deze folder kunt u lezen hoe u uw kind op een positieve manier kunt begeleiden om s nachts

Nadere informatie

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011

Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op 25 mei 2011 Effective leesprogramma s voor leerlingen die de taal leren en anderssprekende leerlingen samenvatting voor onderwijsgevenden Laatst bijgewerkt op 2 februari 2009 Nederlandse samenvatting door TIER op

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Vragenlijsten kwaliteit van leven

Vragenlijsten kwaliteit van leven Click for the English version Vragenlijsten kwaliteit van leven TNO heeft een aantal vragenlijsten ontwikkeld om de gezondheidsrelateerde kwaliteit van leven te meten van kinderen, jongeren en jong-volwassenen.

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

man, vrouw en kind info voor ouders Plaswekker

man, vrouw en kind info voor ouders Plaswekker man, vrouw en kind info voor ouders Plaswekker Inhoud 01 Intensieve nachten thuis... 04 02 De vervolgtraining thuis... 06 03 Medicatie... 07 04 Vochtinname en blaasvolume... 07 05 Controles en follow-up...

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

University of Groningen

University of Groningen University of Groningen De ontwikkeling van prikkelverwerking bij mensen met een Autisme Spectrum Stoornis en de invloed van hulp en begeleiding gedurende het leven. Fortuin, Marret; Landsman-Dijkstra,

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Nieuwsbrief maart Agenda Maandag 29 maart bezoek Opzij. In deze nieuwsbrief: Vrije dagen / vakantie Sociocratie op school Yogales

Nieuwsbrief maart Agenda Maandag 29 maart bezoek Opzij. In deze nieuwsbrief: Vrije dagen / vakantie Sociocratie op school Yogales Nieuwsbrief 15 25 maart 2010 Agenda Maandag 29 maart bezoek Opzij. In deze nieuwsbrief: Vrije dagen / vakantie Sociocratie op school Yogales Vrije dagen De lente is begonnen en daarmee ook het seizoen

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

Adherence aan HWO en meer bewegen

Adherence aan HWO en meer bewegen Adherence aan HWO en meer bewegen Een experimenteel onderzoek naar de effecten van het motivationele stadium van patiënten en de adherence aan huiswerkoefeningen (HWO) bij fysiotherapie en het meer bewegen.

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het

SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE. Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het SLACHTOFFER CYBERPESTEN, COPING, GEZONDHEIDSKLACHTEN, DEPRESSIE Cyberpesten: de implicaties voor gezondheid en welbevinden van slachtoffers en het modererend effect van coping Cyberbullying: the implications

Nadere informatie

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:

Nadere informatie

Om onzindelijkheid te voorkomen is het belangrijk de zindelijkheidstraining op het juiste moment en op de juiste manier te starten.

Om onzindelijkheid te voorkomen is het belangrijk de zindelijkheidstraining op het juiste moment en op de juiste manier te starten. Zindelijkheid Informatie voor ouders Deze flyer gaat over zindelijkheid van kinderen tussen 1,5 en 5 jaar. We geven informatie over de basis zindelijkheidstraining en een korte uitleg over de aanpak van

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Werkblad beschrijving interventie

Werkblad beschrijving interventie Werkblad beschrijving interventie Preventieve Ondersteuning Mantelzorgers Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling

Nadere informatie

Informatie voor Ouders

Informatie voor Ouders Bedplassen Informatie voor Ouders Een kind dat overdag zindelijk is zal meestal wat later ook s nachts droog blijven. Sommige kinderen moeten nog een tijdje s nachts uit bed genomen worden om hen een plas

Nadere informatie

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven

De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van. Leven De Effecten van de Kanker Nazorg Wijzer op Psychologische Distress en Kwaliteit van Leven The Effects of the Kanker Nazorg Wijzer on Psychological Distress and Quality of Life Miranda H. de Haan Eerste

Nadere informatie

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding

Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en. Consumptie van (On)Gezonde voeding Angstcommunicatie bij Kinderen: Pilotstudie naar (In)effectiviteit van een Interventie op Attitude, Intentie en Consumptie van (On)Gezonde voeding Fear-arousing communication on Children: Pilot Study into

Nadere informatie

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief

Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief Criteria en procedure Datum Movisie Utrecht, maart 2015, versie 1.1 Utrecht, maart 2015, versie 1.1 * Beoordeling Goed Onderbouwd en Effectief, Criteria en procedure

Nadere informatie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie

WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT. Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie WORKSHOP VERSPREIDING EN IMPLEMENTATIE VAN JE PROJECT Djoeke van Dale, CGL Renske van der Zwet, Movisie Doelen workshop Inzicht in wat er komt kijken bij het verspreiden en implementeren van je project.

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering. De L.Net s88sd16-n wordt via één van de L.Net aansluitingen aangesloten op de LocoNet aansluiting van de centrale, bij een Intellibox of Twin-Center is dat de LocoNet-T aansluiting. L.Net s88sd16-n aansluitingen

Nadere informatie

Is valpreventie kosteneffectief?

Is valpreventie kosteneffectief? Is valpreventie kosteneffectief? Prof. Dr. Lieven Annemans Ghent University, Brussels University Lieven.annemans@ugent.be Lieven.annemans@vub.ac.be Maart 2014 1 Reactie van de overheden op de crisis Jaarlijkse

Nadere informatie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie

Master thesis. Naam student: S. Friederichs Studentnummer: Afstudeerrichting: Klinische Psychologie Effects of motivational interviewing and self-determination theory in a web-based computer tailored physical activity intervention: a randomized controlled trial Master thesis Naam student: S. Friederichs

Nadere informatie

Introduction Henk Schwietert

Introduction Henk Schwietert Introduction Henk Schwietert Evalan develops, markets and sells services that use remote monitoring and telemetry solutions. Our Company Evalan develops hard- and software to support these services: mobile

Nadere informatie

Zindelijkheid: op het potje! Thuis maar ook op school!

Zindelijkheid: op het potje! Thuis maar ook op school! Zindelijkheid: op het potje! Thuis maar ook op school! Juf Sahinde Schooljaar 2011-2012 2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Waarom hebben de juffen graag zindelijke kleuters op school?... 4 Wanneer starten

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch

Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Knelpunten in Zelfstandig Leren: Zelfregulerend leren, Stress en Uitstelgedrag bij HRM- Studenten van Avans Hogeschool s-hertogenbosch Bottlenecks in Independent Learning: Self-Regulated Learning, Stress

Nadere informatie

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J.

Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Welke factoren beïnvloeden het gezamenlijk leren door leraren? Een systematische literatuurreview Thurlings, M.C.G.; den Brok, P.J. Published in: Onderwijs Research Dagen(ORD), 11-12 Juni 2014, Groningen,

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim.

Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Pesten op het werk en de invloed van Sociale Steun op Gezondheid en Verzuim. Bullying at work and the impact of Social Support on Health and Absenteeism. Rieneke Dingemans April 2008 Scriptiebegeleider:

Nadere informatie

Plaspoli, kind (2) Kindergeneeskunde

Plaspoli, kind (2) Kindergeneeskunde Plaspoli, kind (2) Kindergeneeskunde Inleiding Uw kind is aangemeld voor de plaspoli van MST in verband met plasproblemen. Deze folder geeft algemene informatie over wat u van een bezoek aan de plaspoli

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk en Lichamelijke Gezondheidsklachten The Moderating Influence of Social Support on the Relationship between Mobbing at Work

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

De Plaswekker. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Afdeling kindergeneeskunde

De Plaswekker. PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Afdeling kindergeneeskunde De Plaswekker PIPO-poli voor kinderen met plas- en poepproblemen Afdeling kindergeneeskunde De plaswekker Soms wil je graag droog worden s nachts, maar werken hulpmiddeltjes zoals plassen rusten -plassen

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Vragenlijst nachtelijke incontinentie

Vragenlijst nachtelijke incontinentie Vragenlijst nachtelijke incontinentie Uw kind is doorverwezen naar de continentiepolikliniek, omdat uw kind regelmatig 's nachts nat is. Om een goed beeld te krijgen van de problematiek, vragen wij u deze

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie