.MCDQYNDJ ª6 -XOL

Vergelijkbare documenten
onderzoeksopzet verbonden partijen

Algemene conclusie per gemeente

Checklist. Informatievoorziening aan Raadsleden. bij. Verbonden Partijen

Plan van aanpak Rekenkameronderzoek naar (be)sturing van Gemeenschappelijke Regelingen

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Gemeenschappelijke Regelingen

verbonden stichtingen

Bijlage bij raadsvoorstel nr Nota verbonden partijen

Beleidsnota verbonden partijen

onderzoeksopzet Verbonden partijen (Gemeenschappelijke regelingen) Lansingerland

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

Zicht op doorwerking

Regionaal samenwerken

DoeMee-onderzoek Verbonden partijen. Rhenen

Rekenkamercommissie gemeente Bloemendaal

Startnotitie toets doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoek Dordrecht

Plan van aanpak. Onderzoek governance van gemeentelijke samenwerkingsverbanden. Juli 2014

Planning & control cyclus

Onderzoek Verbonden Partijen. Gemeente Moerdijk. Eindrapportage. 3 juli Postbus KA ROOSENDAAL.

Regie in netwerken. 213a onderzoek naar verbonden partijen Gemeente Asten Gemeente Someren

REKENKAMERCOMMISSIE TYNAARLO JAARVERSLAG Rekenkamercommissie Tynaarlo Jaarverslag 2007, vastgesteld 6 maart

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL 12G / Drs. Edo van Bree Mr. Henk Wolsink. Beleidskader verbonden partijen 2013.

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

Deze centrale vraag leidt tot de volgende deelvragen, die in het onderzoek beantwoord zullen worden.

Onderzoeksprotocol Rekenkamer West-Brabant

Verbonden partijen. Rekenkamercommissie Beverwijk. Eindrapport. drs. ing. G. J. Braas dr. R. Elte dr. J.J.M. Fenger M.G. Hopman-Verburg B.

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Rekenkamer Nijmegen De Rekenkamer neemt een onafhankelijke positie in binnen de gemeente Nijmegen OPLEGNOTITIE. Grip krijgen op Veilig Thuis

Onderbesteding in de provincie Noord-Brabant; deelonderzoek bij de jaarstukken 2008

In hoeverre is het ICT-beleid bij de gemeenten Bergen op Zoom, Drimmelen, Halderberge en Moerdijk als doeltreffend en doelmatig aan te merken?

RKC Medemblik Opmeer

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Gemeente Hellendoorn. Aan de raad

Grondbeleid en grondprijsbeleid Gemeente Weert

Conform deze nieuwe nota zijn er richtlijnen voor de ontwerpbegroting 2017 opgesteld die ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd.

Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 4 juli 2018 / 38/2018. Onderwerp Regionaal rekenkameronderzoek Grip krijgen op Veilig Thuis

Aandachtspunten (wijziging) programmabegroting 2008 provincie Limburg

Onderzoek Inkoop en aanbestedingen Onderzoeksopzet. Rekenkamercommissie De Wolden September 2016 Status: definitief Versie: 1.0

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

gemeente Bergen op Zoom.

Onderzoeksopzet Communicatie

Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de rekenkamercommissie Zaltbommel. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Farid Chikar / juni 2017

samenwerking regie verbonden partijen

Bestuurlijke integriteit

Onderzoek exploitatie zwembaden in de gemeenten Wassenaar, Voorschoten en Oegstgeest

Bestuurlijk spoorboekje planning en control 2015

Rapportage. Effectmeting naar onderzoek Weten waarom uit Alphen-Chaam. Rekenkamercommissie Alphen-Chaam / Baarle-Nassau.

Effectmeting van de aanbevelingen uit het rekenkameronderzoek naar de programmabegroting

De rekenkamercommissie heeft voor het onderzoek offertes gevraagd aan 3 adviesbureaus en heeft de opdracht gegund aan Partners+Pröpper.

Kadernota paragraaf E. Verbonden Partijen Versie 2014

Nota Verbonden partijen 2008

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Raadsbeleidskader verbonden partijen (geactualiseerde versie raad 19 april 2012)

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

De kaders in de kadernota Een onderzoek naar de kadernota van de gemeente Súdwest-Fryslân

Zorgt de gemeente Den Haag ervoor dat de subsidies die ze verstrekt doeltreffend en doelmatig zijn?

= Datum raadsvergadering: 15 december 2010 Agenda nr.: (in te vullen door griffie) Voorstel invulling aanbevelingen rapport Sturing grote projecten

JAARVERSLAG 2009 PLANNING ACTIVITEITEN 2010 VAN REKENKAMERCOMMISSIE ROERMOND

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Onderzoeksplan Rekenkamercommissie 2011

Aanbevelingen Rekenkamer Breda in relatie tot nota Verbonden Partijen

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Rekenkamercommissie Noordoost Fryslân

Informatieprotocol. Gemeenschappelijke regelingen gemeente Heumen

Onderzoeksplan art 213a onderzoeken 2019

behandeld door dhr. M. Versteeg telefoon (0223)

FINANCIËLE VERORDENING RECREATIESCHAP DOBBEPLAS

Aan de raad van de gemeente Wormerland

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Delta: comfortabele én knellende verbinding

Jaarverslag Rekenkamercommissie Bernheze

B&W-Aanbiedingsformulier

BESTUURLIJKE NOTA ONDERZOEK GROENBELEID EN GROENBEHEER REKENKAMERCOMMISSIE KATWIJK

Onderwerp Nota Verbonden Partijen en verplichte paragraaf Verbonden Partijen.

NOTITIE GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM

Intergemeentelijke samenwerking:wat heeft de raad te zeggen?

februari 2012 De volgende vormen van verbonden partijen kunnen worden onderscheiden.

Informatienota. Aan de raad van de gemeente Sliedrecht. Zaaknummer: Sliedrecht, 20 januari Onderwerp: College Onderzoeksplan (COP) 2014

Inhuur in de Kempen. Eersel, Oirschot en Reusel-De Mierden. Onderzoeksaanpak

NOTA AUDITCOMMISSIE GEMEENTE SIMPELVELD

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Rekenkamercommissie Neder-Betuwe. Jaarverslag Onderzoeksprogramma 2013

Voorstel van de Rekenkamer

Onderzoek Verbonden Partijen. Gemeente Halderberge. Eindrapportage. 29 augustus Postbus KA ROOSENDAAL.

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, (t.a.v. J. van der Meer)

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Rekenkamercommissie Oostzaan

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

De gemeentewet bepaalt in artikel 212 dat iedere gemeente een Financiële Verordening dient te hebben.

Jelly Smink/Frits van Vugt. Namens de rekenkamercommissie doe ik u deze rekenkamerbrief toekomen over sturing op subsidie aan de bibliotheek.

besluit van de gemeenteraad

Rekenkamercommissie Jaarverslag 2012

Samenvattend kan worden gesteld dat de regelingen waaraan Bladel deelneemt, behoudens één uitzondering, geen grote algemene reserves aanhouden.

onderzoeksopzet handhaving

Sociale wijkzorgteams Den Haag

KWALITEIT DIENSTVERLENING Gemeente Oirschot Onderzoeksaanpak

Onderzoeksprogramma Rekenkamercommissie Sittard-Geleen

Transcriptie:

.MCDQYNDJ 5DQANMCDMª/@QSHIDMª ª6 1DJDMJ@LDQª5DMKN -XOL

Inhoudsopgave 1 Inleiding... 1 1.1 Aanleiding... 1 1.2 Doelstelling... 1 1.3 Onderzoeksverantwoording en leeswijzer... 2 1.4 Collegeonderzoek WAA en behandelwijze... 2 1.5 Verdiepingsonderzoek rekenkamer... 3 2 Conclusies en aanbevelingen... 4 2.1 Beleidskader Verbonden Partijen... 4 2.2 Paragraaf Verbonden Partijen... 5 2.3 Informatievoorziening... 6 2.4 (Financiële) beheersing WAA... 7 3 Bestuurlijk wederhoor (reactie college van B&W)... 8 4 Nawoord rekenkamer... 14 Bijlage 1 Bijlage 2 Onderzoeksrapport DoeMee-onderzoek Verbonden Partijen van De Lokale Rekenkamer BV Slotnotitie DoeMee-onderzoek Verbonden Partijen van De Lokale Rekenkamer BV

1 Inleiding 1.1 Aanleiding In het onderzoeksprogramma 2007-2008 van de rekenkamer is onder andere een onderzoek naar het Werkvoorzieningschap WAA Venlo opgenomen. De voornaamste reden om dit onderwerp in ons programma op te nemen is de financiële problematiek waarmee het WAA sinds enkele jaren kampt: de tekorten stijgen snel en de prognoses voor de komende jaren zijn zeer zorgelijk. Verbonden Partijen zijn in. Gemeenten en provincies hebben publieke taken ondergebracht in vennootschappen (B.V. s en N.V. s), stichtingen en gemeenschappelijke regelingen. Het op afstand zetten van de uitvoering van deze taken brengt risico s met zich. Het in beeld hebben hiervan is belangrijk voor het goed uitvoeren van de regiefunctie van gemeenten en provincies. Het niet goed monitoren van deze regiefunctie kan verrassingen opleveren op het gebied van de organisatie, bestuurlijk-juridische aspecten, de financiële beheersing en integriteitsrisico s. Het WAA is een belangrijke Verbonden Partij van de gemeente Venlo omdat deze reeds jarenlang de Wet sociale werkvoorziening voor de gemeente uitvoert. Jaarlijks programmeert De Lokale Rekenkamer BV voor het DoeMee-onderzoek een aantal onderzoeksonderwerpen dat veel rekenkamers hoog op hun onderzoeksagenda hebben staan. Voor 2007 heeft De Lokale Rekenkamer het onderwerp Verbonden Partijen gekozen voor een DoeMee-onderzoek. Reden voor de rekenkamer Venlo om deel te nemen aan dit DoeMee-onderzoek, met name omdat wij de resultaten uit dit DoeMee-onderzoek willen gebruiken als opstap voor een breder en diepgaander onderzoek naar een eigen rekenkameronderzoek naar het WAA, zoals verwoord in ons onderzoeksprogramma. De centrale vraagstelling van het door de rekenkamer geplande onderzoek sluit ons inziens goed aan op de doel- en vraagstelling van het DoeMee-onderzoek. Bovendien biedt deelname aan dit DoeMee-onderzoek de mogelijkheid tot onderlinge vergelijking omdat meerdere gemeenten c.q. gemeentelijke rekenkamers hieraan meedoen. Uiteindelijk hebben 22 gemeenten deelgenomen aan dit onderzoek. 1.2 Doelstelling Het doel van het DoeMee-onderzoek is het bieden van inzicht in de wijze waarop de raad zich verzekert van toegang tot de juiste informatie om periodiek te kunnen bepalen in hoeverre de beoogde resultaten van deelname aan een Verbonden Partij worden gerealiseerd. Het onderzoek richt zich in eerste instantie op de kwaliteit van het vigerende algemene beleidskader van de gemeente. Ook verricht De Lokale Rekenkamer een casestudie naar een Verbonden Partij. Gelet op het onderzoeksprogramma van de rekenkamer Venlo hebben wij gekozen voor het WAA. Ten aanzien van deze casus zijn de volgende onderzoeksvragen gesteld: Wat waren oorspronkelijk de verwachtingen bij het besluit tot deelname aan de Verbonden Partij? In hoeverre worden die verwachtingen waargemaakt? Op welke wijze is de raad hierover geïnformeerd? Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 1

1.3 Onderzoeksverantwoording en leeswijzer Het DoeMee-onderzoek is uitgevoerd door een projectteam van De Lokale Rekenkamer in de periode van januari tot en met april 2007. De secretaris-onderzoeker van de rekenkamer Venlo heeft de regie over dit onderzoek gevoerd. De resultaten van dit DoeMee-onderzoek voor de gemeente Venlo zijn door De Lokale Rekenkamer beschreven in het rapport DoeMee-onderzoek Verbonden Partijen, dat wij integraal hebben opgenomen in bijlage 1. Voor de onderzoeksopzet verwijzen wij naar hoofdstuk 1 van het bijgevoegde rapport. Dit onderzoeksrapport is voor een zogenaamde feitencheck voorgelegd aan de ambtelijk betrokkenen van de gemeente Venlo. De op- en aanmerkingen van dit ambtelijk wederhoor zijn nagenoeg geheel verwerkt in het bijgevoegde rapport. Naast het rapport ten behoeve van de gemeente Venlo heeft De Lokale Rekenkamer een Slotnotitie van het DoeMee-onderzoek uitgebracht. In deze slotnotitie zijn de belangrijkste bevindingen en conclusies weergegeven die uit de vergelijking van alle deelnemende gemeenten getrokken kunnen worden. Daarnaast zijn hierin enkele praktische aanbevelingen gegeven, die gebaseerd zijn op de goede voorbeelden die De Lokale Rekenkamer is tegengekomen tijdens de onderzoeken. Deze slotnotitie is integraal opgenomen in bijlage 2. Op basis van de beide uitgebrachte rapporten van De Lokale Rekenkamer heeft de rekenkamer Venlo haar eigen conclusies en aanbevelingen geformuleerd. Deze treft u aan in hoofdstuk 2 van het onderhavige onderzoeksrapport. Nadat deze conclusies en aanbevelingen door de rekenkamer zijn vastgesteld (d.d. 5 juni 2007) hebben wij het college van B&W gevraagd om een bestuurlijke reactie. De integrale reactie van het college is opgenomen in hoofdstuk 3. Tenslotte heeft de rekenkamer een nawoord opgesteld in reactie op het bestuurlijke wederhoor (hoofdstuk 4). 1.4 Collegeonderzoek WAA en behandelwijze Ten tijde van de uitvoering van dit DoeMee-onderzoek wordt in opdracht van het college van B&W eveneens een onderzoek uitgevoerd naar de financiële tekorten bij het WAA. Dit onderzoek richt zich op het analyseren van de oorzaken van het stijgende tekort op de uitvoering van de Wsw en het zoeken van mogelijkheden om dit tekort terug te dringen. In het betreffende onderzoek dient de volgende problematiek uitgewerkt te worden: de uit de hand lopende kosten; beperktheid van de huidige sturingsmogelijkheden van de gemeente; nieuwe wet- en regelgeving (gevolgen voor de uitvoering van de wet voor de gemeente). De focus van het collegeonderzoek richt zich op de sturing en beheersing van het WAA (met name financiën en uitvoering) vanuit het perspectief van het college van B&W met als optie om de opdracht uit te breiden met de implementatie van de nieuwe wet (modernisering Wsw). Het DoeMee onderzoek van De Lokale Rekenkamer richt zich op de toezichtrol van de gemeente vanuit het perspectief van de raad ten aanzien van Verbonden Partijen in het algemeen en biedt inzicht in resultaten versus verwachtingen ten aanzien van de casus WAA. 2 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Het onderzoek van het college zal naar verwachting medio augustus 2007 gepresenteerd worden. Op het moment van het formuleren van de conclusies en aanbevelingen uit het DoeMee-onderzoek (mei 2007) heeft de rekenkamer nog geen kennis van de resultaten uit het collegeonderzoek. De rekenkamer stelt zich op het standpunt dat de conclusies uit het onderhavige DoeMee-onderzoek een ondersteunende werking zouden moeten hebben op de resultaten uit het onderzoek van het college naar het WAA. Uit overleg met de bij het collegeonderzoek betrokken gemeenteambtenaar maken wij op dat deze conclusie bevestigd wordt. Gelet op de ondersteunende werking van de conclusies uit het DoeMee-onderzoek zal de rekenkamer dit onderzoek in juli 2007 aan de raad presenteren. De conclusies en aanbevelingen kunnen dan in de raadsvergadering van september worden vastgesteld. 1.5 Verdiepingsonderzoek rekenkamer Zoals in de inleiding (paragraaf 1.1) gesteld, wil de rekenkamer de resultaten uit het DoeMee-onderzoek gebruiken als opstap voor een breder en diepgaander onderzoek naar een eigen rekenkameronderzoek naar het WAA, zoals verwoord in ons onderzoeksprogramma. In het onderzoeksprogramma 2007-2008 hebben wij als centrale vraagstelling en doelstelling voor het WAA-onderzoek het volgende geformuleerd: In hoeverre houdt de gemeente Venlo als deelnemende gemeente adequaat toezicht op een doelmatige en doeltreffende uitvoering van de Wsw door het WAA? De rekenkamer wil door middel van dit onderzoek een oordeel vormen over de financiële beheersbaarheid van de uitvoering van de Wsw, de beleidsformulering door de raad, de wijze van sturing en beheersing door toezichthouder(s), de organisatievorm, risicobeheer en management en de uitgangspunten van de financiering. Omdat het collegeonderzoek op dit moment (mei 2007) nog niet is afgerond staat het nog niet helemaal vast wat de rekenkamer met betrekking tot het WAA dieper zou willen onderzoeken. Zodra de resultaten van het collegeonderzoek gepubliceerd zijn, zal de rekenkamer beoordelen in hoeverre een verdiepingsonderzoek van de rekenkamer naar het WAA nog aan de orde is en wat daarvan de vraag- en doelstelling moet zijn. Bij deze beoordeling zullen wij tevens de wensen en gedachten van de gemeenteraad betrekken. Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 3

2 Conclusies en aanbevelingen Zowel in het onderzoeksrapport opgenomen in bijlage 1 als in de slotnotitie opgenomen in bijlage 2, heeft De Lokale Rekenkamer conclusies en aanbevelingen uit het DoeMeeonderzoek geformuleerd. In dit hoofdstuk gaat de rekenkamer in op de naar onze mening belangrijkste conclusies en aanbevelingen. In de tekst hebben wij onderscheid aangeduid tussen de conclusies uit het DoeMee-onderzoek en de conclusies en aanbevelingen van de rekenkamer Venlo. 2.1 Beleidskader Verbonden Partijen Conclusie uit DoeMee-onderzoek De raad heeft zich in beperkte mate verzekerd van voldoende informatie om te kunnen beoordelen of deelname aan verbonden partijen in de praktijk ook leidt tot de beoogde resultaten. Er is geen algemeen beleid vastgesteld. De paragraaf Verbonden Partijen ondervangt deze lacune niet, omdat maar minimaal wordt voldaan aan de vereisten van het BBV. Omdat de gemeente geen algemeen beleidskader heeft, ontbreekt het aan een basisset van afwegingscriteria voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling. Het verder op afstand plaatsen van de uitvoering heeft een vermindering van het inzicht tot gevolg. De raad dient op een aantal belangrijke momenten te sturen op verbonden partijen. Conclusie rekenkamer De rekenkamer is van mening, dat het ontbreken van een algemeen beleidskader ten aanzien van verbonden partijen een belangrijk gemis is. Dit is kwalijk aangezien de raad zichzelf sturingsmogelijkheden ontneemt, zonder dat daar iets in de zin van waarborgen voor een goede uitvoering voor in de plaats komt. Als de kaderstelling aan de voorkant onvoldoende wordt benut, is het voor de raad lastiger om zicht te houden op de uitvoering en is de kans op risico s groter. Het achterwege laten van kaderstelling door de raad kan leiden tot een gebrek aan grip, eenduidigheid en transparantie. Conclusie uit DoeMee-onderzoek Het risico is dat het ontbreekt aan eenduidigheid bij het aangaan van de gemeenschappelijke regeling. Omdat bij een gemeenschappelijke regeling de uitvoering van een maatschappelijke taak uit handen wordt gegeven door de gemeente, dient hier een zeer gedegen afweging aan ten grondslag te liggen. Deze afweging dient transparant en gedegen onderbouwd plaats te vinden, een algemeen afwegingskader ondervangt dit. Het aangaan van een gemeenschappelijke regeling is immers een moeilijk omkeerbaar besluit. Daarnaast is er door de gemeente geen evaluatie vastgelegd voor de verbonden partijen, waardoor een periodieke afweging of de verbonden partij nog voldoende bijdraagt aan de gestelde doelstelling ontbreekt. Conclusie rekenkamer Naar de mening van de rekenkamer is het juist in het geval van op afstand geplaatste publieke taakuitvoering van belang dat de raad zicht blijft houden op de vraag of de doelstellingen voor het aangaan van de verbonden partij worden gerealiseerd. De belangrijkste reden hiervoor is publieke verantwoording. De gemeente laat een publieke taak vervullen met publiek geld en moet de inzet van die gelden kunnen verantwoorden. 4 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Aanbeveling 1 Wij onderschrijven de aanbeveling van De Lokale Rekenkamer om een beleidsnota of -visie op te stellen waarin de afwegingscriteria en verantwoordingseisen zijn vastgelegd. Er dient een algemeen beleid te zijn ten aanzien van verbonden partijen. Dat dient een helder en eenduidig besliskader te bevatten. Een dergelijk kader maakt de overwegingen inzichtelijk die betrokken dienen te worden bij de beslissing om wel of niet een verbonden partij aan te gaan. De rekenkamer adviseert de gemeenteraad om deze beleidsnota door het college te laten voorbereiden en uiterlijk bij de vaststelling van de eerstvolgende Kadernota (april/mei 2008) ter besluitvorming aan de raad voor te leggen 2.2 Paragraaf Verbonden Partijen Conclusie uit DoeMee-onderzoek De paragraaf verbonden partijen voldoet minimaal aan de BBV en gedeeltelijk aan de eigen financiële verordening van de gemeente Venlo: de inhoud is zeer summier en erg op hoofdlijnen. Als samenvatting van een beleidsnota zou deze inhoud volstaan, als primaire plek om algemeen beleid te formuleren, niet. Met de huidige paragraaf heeft de raad onvoldoende zicht op het financiële aspect van de verbonden partijen, en de mate waarin de verbonden partijen hun gestelde doel bereiken. Conclusie rekenkamer Indien gevolg wordt gegeven aan de aanbeveling om een algemeen beleidskader op te stellen (aanbeveling 1), kan volstaan worden met een beperkte invulling van de Paragraaf Verbonden Partijen in de programmabegroting en -rekening. Deze paragraaf dient echter wél te voldoen aan het BBV en de financiële verordening van de gemeente. De raad dient hier jaarlijks actief op toe te zien. Het voldoen aan de BBV en financiële verordening is echter geen doel op zich; het gaat erom dat de raad voldoende informatie krijgt met betrekking tot de risico s. De raad heeft specifiek aangegeven welke informatie hij jaarlijks wenst middels de financiële verordening. Aanbeveling 2 De rekenkamer stelt voor dat het college van B&W een dummy (proefvoorbeeld) ontwerpt hoe deze Paragraaf eruit zou moeten zien en deze aan de raad voorlegt om concrete keuzes daaruit te maken. Realisatie van de aanbeveling met betrekking tot de dummy in 2007, zodat de paragraaf in de Jaarstukken over 2007 invulling krijgt. De rekenkamer stelt voor dat het college van B&W een dummy (proefvoorbeeld) ontwerpt hoe deze Paragraaf eruit zou moeten zien en deze aan de raad voorlegt om concrete keuzes daaruit te maken. Realisatie van de aanbeveling met betrekking tot de dummy in 2007, zodat de paragraaf in de Jaarstukken over 2007 invulling krijgt. Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 5

2.3 Informatievoorziening Conclusie uit DoeMee-onderzoek Bij het WAA vinden de raadsleden dat ze over het algemeen voldoende informatie hebben om te kunnen beoordelen of doelstellingen worden gerealiseerd. De door de gemeente zelf opgestelde informatie wordt door de raad slechts beperkt gebruikt. Met name de informatie vanuit de gemeenschappelijke regeling speelt een belangrijke rol bij de sturende en controlerende taak van de raad. De gemeente Venlo heeft in de gemeenschappelijke regeling bijna geen van de Wgr afwijkende bepalingen opgenomen omtrent de informatievoorziening. De gemeenschappelijke regelingen zijn nog geënt op de oude modelovereenkomsten van de VNG. Hierbij is nog geen rekening gehouden met de uitgangspunten die voortkomen uit het dualisme. Om een volledig beeld van het functioneren en het effect van de gemeenschappelijke regeling te krijgen, is het optimaal benutten van de informatiemogelijkheden van essentieel belang. Conclusie rekenkamer De rekenkamer is van oordeel dat het gebruik van louter de informatie vanuit de werkorganisatie van de gemeenschappelijke regeling een risico kan inhouden. De gemeente vervult immers een sturende én toezichthoudende rol. Om deze toezichthoudende functie goed te kunnen vervullen, is informatie van de gemeente zelf ook essentieel. Daarnaast dienen de gemeenschappelijke regelingen geactualiseerd te worden aan het dualistisch stelsel. Aanbeveling 3 Bewerkstellig dat de gemeentelijke organisatie voldoende eigen kennis en kunde heeft op het gebied van de werkzaamheden van de gemeenschappelijke regeling om de eigenaar- en opdrachtgeversrol vanuit de gemeente adequaat te kunnen invullen. Breng de gemeenschappelijke regelingen in overeenstemming met de huidige, gedualiseerde, wetgeving. Besteedt hierbij ook aandacht aan de voorwaarden voor uittreding en de momenten waarop evaluatie en heroverweging plaats zullen vinden. Conclusie uit DoeMee-onderzoek De termijnen voor het aanleveren van de planning- en controldocumenten zijn in de specifieke case-study niet voldoende afgebakend. Hierdoor lijkt de gemeente enige vrijheid te hebben, maar dit kan wel tot mogelijke problemen bij verschil van interpretatie leiden. Conclusie rekenkamer De rekenkamer onderschrijft deze conclusie. Aanbeveling 4 Leg termijnen voor het aanleveren van planning- en controldocumenten met de bijbehorende datum en de reactie van de gemeente hierop, officieel en helder vast in de gemeenschappelijke regeling en/of een op te stellen nota verbonden partijen. Aanbevolen wordt om deze lacune op de kortst mogelijke termijn, in ieder geval vóór 1-1-2008, te realiseren. Leg termijnen voor het aanleveren van planning- en controldocumenten met de bijbehorende datum en de reactie van de gemeente hierop, officieel en helder vast in de gemeenschappelijke regeling en/of een op te stellen nota verbonden partijen. Aanbevolen wordt om deze lacune op de kortst mogelijke termijn, in ieder geval vóór 1-1-2008, te realiseren. 6 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

2.4 (Financiële) beheersing WAA Conclusie uit DoeMee-onderzoek De beheersbaarheid van de uitvoering en financiën van de gemeenschappelijke regeling is in het geval van het WAA verminderd door de oprichting van een NV voor de uitvoering. De huidige specifieke constructie van het WAA heeft ertoe geleid dat er een getrapte zeggenschap is ontstaan aangaande de uitvoering van de publieke taak. Conclusie rekenkamer De rekenkamer neemt deze conclusie niet zonder meer over. Het hoeft immers niet zo te zijn dat de beheersbaarheid van de uitvoering en financiën verminderd is door de gekozen constructie. Het onderzoek biedt naar onze mening onvoldoende onderbouwing om te concluderen dat de getrapte zeggenschap debet is aan de beheersbaarheid van de uitvoering en financiën. De beheersing van de uitvoering is weliswaar verder op afstand geplaatst hetgeen wel mogelijke risico s inhoudt. De conclusie van het DoeMee-onderzoek gaat volgens ons wél op voor de invloed van de raad op de uitvoering. Dit impliceert dat het toezicht vanuit de gemeente goed geregeld moet zijn. Aanbeveling 5 Zorg als gemeente voor de borging van het toezicht op de beheersbaarheid van de uitvoering van een publieke taak door de gemeenschappelijke regeling. Dit kan worden vastgelegd in de gemeenschappelijke regeling zelf dan wel in een apart toezichtarrangement. Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 7

3 Bestuurlijk wederhoor (reactie college van B&W) 8 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 9

10 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 11

12 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 13

4 Nawoord rekenkamer Het stemt de rekenkamer positief dat het college in grote lijn de aanbevelingen van de rekenkamer zich ter harte neemt en enkele verbeteracties toezegt. Op een aantal punten wil de rekenkamer dieper ingaan. Aanbeveling 1: opstellen beleidskader met afwegingscriteria en verantwoordingseisen Het college is ook van mening dat het aanbeveling verdient om het algemeen beleidskader ten aanzien van verbonden partijen in een afzonderlijke nota vast te leggen, hoewel dit volgens het college niet in de actuele financiële verordening is vastgelegd. Het college stoelt die mening vooral op het financieel verdiepingsonderzoek dat de Provincie Limburg recent heeft uitgevoerd waaruit is gebleken dat het ontbreken van beleid voor verbonden partijen onvoldoende scoort. De rekenkamer wil nogmaals benadrukken dat het ontbreken van een algemeen beleidskader inhoudt dat er geen basisset van afwegingscriteria is voor het aangaan van een gemeenschappelijke regeling. Het aangaan van een gemeenschappelijke regeling is een moeilijk omkeerbaar besluit. Aan het uit handen geven van een maatschappelijke taak aan een verbonden partij dient dus een weloverwogen afweging ten grondslag te liggen. Naar onze mening dient het op te stellen beleidskader daarom een afwegingskader te bevatten dat de overwegingen inzichtelijk maakt bij de beslissing om wel of niet een verbonden partij aan te gaan. Daarnaast dienen de verantwoordingseisen in het beleidskader vastgelegd te worden. Het ontbreken van een verplichtende grondslag in bijvoorbeeld de financiële verordening ontslaat het gemeentebestuur niet van zijn plicht om belangrijke afwegingen helder en transparant tot besluitvorming te doen komen en daarover (publieke) verantwoording af te leggen. Het college geeft geen termijn aan waarbinnen dit beleidskader gerealiseerd zal worden. De rekenkamer stelt voor dat de raad deze uiterlijk bij de vaststelling van de eerstvolgende Kadernota (voorjaar 2008) ontvangt. Aanbeveling 2: Paragraaf Verbonden Partijen Aangezien het college niet nader ingaat op de realisatietermijn van het opstellen van een proefvoorbeeld (dummy) voor de Paragraaf Verbonden Partijen, gaan wij ervan uit dat de door de rekenkamer gestelde termijn (2007) wordt overgenomen. Aanbeveling 3: actualiseer de gemeenschappelijke regelingen op basis van de gedualiseerde wetgeving Het doet de rekenkamer deugd dat het college toezegt om vóór 1-1-2008 de Gemeenschappelijke Regeling WAA te actualiseren. De rekenkamer wil hierbij nogmaals aandacht vragen om daarbij tevens de voorwaarden voor uittreding en de momenten van evaluatie en heroverweging te betrekken. Dit geldt overigens ook voor andere gemeenschappelijke regelingen waarvan het college stelt dat de realisatietermijn moeilijk in te schatten is. Wij adviseren om in ieder geval alle gelegenheden die zich voordoen hiervoor aan te grijpen (nieuw af te sluiten overeenkomsten, heroverwegingen van gemeenschappelijke regelingen, wijzigingen van statuten e.d.). 14 Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo

Aanbeveling 5: borging toezicht De rekenkamer ziet uit naar de conclusies (en aanbevelingen?) van het lopende onderzoek naar het WAA. Tevens zien wij uit naar de wijze waarop het college onze aanbevelingen betrekt bij de verdere uitwerkingen op dit punt. Zoals in paragraaf 1.5 van ons onderzoeksrapport beschreven zal de rekenkamer na het verschijnen van de resultaten uit het collegeonderzoek naar het WAA een besluit nemen over het al dan niet opstarten van een eigen verdiepingsonderzoek. Wij zullen de raad en het college daarvan op de hoogte stellen. Op grond van het bovenstaande is de rekenkamer van oordeel dat de bestuurlijke reactie geen ander licht werpt op haar conclusies en aanbevelingen uit het onderzoek. Zij ziet dan ook geen aanleiding de conclusies en/of aanbevelingen aan te passen. Onderzoek Verbonden Partijen / WAA Rekenkamer Venlo 15

DoeMee-onderzoek Verbonden partijen

Postbus 85203 3508 AE Utrecht [t] 030 670 12 36 [f] 030 262 34 38 [i] www.delokalerekenkamer.nl Onderzoekers Drs. H.M. (Maarten) Hoogstad Drs. R. (Ronald) Elte Drs. S (Sander). Mateman P.V. (Paul) Guldemond Msc. E.J.M. (Evert) Wolters Drs. E. (Eelke) Horselenberg Contactpersoon Drs. H.M. (Maarten) Hoogstad [t] 06 451 563 42 [e] hoogstad@delokalerekenkamer.nl 04 april 2007

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE 3 INLEIDING 5 1 ONDERZOEKSOPZET 6 1.1 Doelstelling en vraagstelling 6 1.2 Onderzoeksaanpak 6 1.3 Leeswijzer 7 2 VERBONDEN PARTIJEN 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Rollenconflict 8 2.3 Wettelijke kaders 9 2.4 Risico s 9 2.5 Processtappen voor raad en college 10 3 ALGEMEEN BELEID GEMEENTE VENLO 11 3.1 Algemeen beleidskader 11 3.2 Paragraaf verbonden partijen 12 3.3 Lijst verbonden partijen 15 3.4 Conclusies 16 4 SPECIFIEK KADER: WERKVOORZIENINGSCHAP (WAA) 18 4.1 Achtergrondinformatie 18 4.2 Beleidskader 18 4.3 Informatievoorziening 21 4.4 Sturing door de raad 21 4.5 Conclusies 23 5 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 25 BIJLAGE 1 - ONDERZOEKSOPZET 29 BIJLAGE 2 - NORMEN 32 Wettelijke kaders 32 Procesverloop 33 Rolverdeling 34 BIJLAGE 3 - DIGITALE ENQU TE 37 BIJLAGE 4 UITKOMSTEN ENQUETE 39

INLEIDING Jaarlijks programmeert De Lokale Rekenkamer voor het DoeMee-onderzoek een aantal onderzoeksonderwerpen dat veel rekenkamers hoog op hun onderzoeksagenda hebben staan. Naar deze onderwerpen wordt een onderzoek verricht dat de mogelijkheid biedt tot onderlinge vergelijking én tevens de aandacht richt op de verscheidenheid aan mogelijkheden die rekenkameronderzoek biedt. DoeMee-onderzoek is een initiatief van De Lokale Rekenkamer. Het onderzoek is mede uitgevoerd door onderzoekers van onderzoeksbureau Jacques Necker, onze zusterorganisatie. Dit DoeMee-onderzoek heeft als thema verbonden partijen. Verbonden partijen zijn in. Een substantieel deel van het gemeentelijk beleid wordt uitgevoerd door vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en publiek-private samenwerkingsconstructies. Iedere programmabegroting bevat een paragraaf verbonden partijen, veelal met méér dan tien tijdelijke of langdurige samenwerkingsverbanden. Gemeenten hebben uiteenlopende redenen om delen van de uitvoering van beleid bij een verbonden Partij onder te brengen. Dit kan bijvoorbeeld zijn vanuit het oogpunt van efficiëntie, of omdat er een mogelijke kwaliteitsverbetering wordt verondersteld, maar het kan ook zijn dat een gemeente bepaalde risico s probeert af te dekken. Of deelname aan een verbonden partij deze verwachtingen ook waarmaakt, is voor veel gemeenteraden een onbeantwoorde vraag. Reden voor De Lokale Rekenkamer om dit DoeMee-onderzoek uit te voeren naar het thema verbonden partijen. De rekenkamercommissie van de gemeente Venlo heeft zich bij dit onderzoek aangesloten. Elke rekenkamer ontvangt na deelname aan het DoeMee-onderzoek een individuele rapportage met de bevindingen uit haar eigen gemeente. Daarnaast verschijnt er een overkoepelende notitie met conclusies die we trekken op basis van alle onderzoeken. De notitie geeft een aantal goede voorbeelden uit alle DoeMee-onderzoeken naar het betreffende onderwerp.

1 ONDERZOEKSOPZET 1.1 Doelstelling en vraagstelling Het is van belang dat gemeenteraden op de hoogte zijn of de verwachtingen waar worden gemaakt, binnen de door hen gestelde kaders. Omdat de uitvoering van veel gemeentelijke taken bij de verbonden partijen is komen te liggen, is het belangrijk dat de gemeenteraad zich verzekerd heeft van een goede informatievoorziening over de betreffende verbonden partij. Een goed algemeen beleidskader kan hieraan bijdragen. Doelstelling Het onderzoek moet inzicht bieden in de wijze waarop de gemeenteraad zich verzekert van toegang tot de juiste informatie om periodiek te kunnen bepalen in hoeverre de beoogde resultaten van deelname aan een Verbonden Partij worden gerealiseerd. Centrale vraagstelling Heeft de gemeenteraad zich verzekerd van voldoende inzicht in de mate waarin deelname aan een Verbonden Partij leidt tot de beoogde resultaten? Het onderzoek heeft zich in eerste instantie gericht op de kwaliteit van het vigerende algemeen beleidskader. Het algemeen beleidskader is onder andere getoetst aan de wettelijke eisen die het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Gemeentewet daaraan stellen. Daarnaast is een casestudie verricht naar de gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Aanvullende Arbeid Venlo, dit is één van de verbonden partijen waarin de gemeente Venlo participeert. In de bijlagen is het normenkader opgenomen dat gehanteerd is in dit onderzoek. De betreffende normen hebben betrekking op het voldoen aan wet- en regelgeving op het punt van informatievoorziening, op de afweging die een gemeente maakt om deel te nemen aan de verbonden partij en op de diverse manieren waarop sturing, verantwoording en toezicht verankerd zijn in het beleid en hoe de rollen tussen raad en college verdeeld zijn. 1.2 Onderzoeksaanpak Het onderzoek is opgedeeld in een aantal fasen. Gestart is met een beoordeling van de beleidskaders. Zowel het algemene beleidskader van de gemeente ten aanzien van verbonden partijen, als een deel van het specifieke kader (ten aanzien van de verbonden partij uit de casestudy), zijn bestudeerd en getoetst aan het normenkader. Deze fase bestond grotendeels uit een bestudering van dossiers.

Vervolgens is er gekeken naar de verbonden partij voor een verdiepingsslag. Van deze partij is op basis van een beperkte dossierstudie, een interview met de wethouder en contactambtenaar, een digitale enquête onder gemeenteraadsleden en een analyse gemaakt van de verwachtingen. Er is onderzocht wat de verwachtingen bij de gemeenteraad waren op het moment dat tot deelname werd besloten in hoeverre die verwachtingen waar zijn gemaakt en op welke wijze de raad hierover is geïnformeerd. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt eerst kort ingegaan op het begrip verbonden partijen. Aan de orde komen de vragen: Wat is een verbonden partij? en Welke risico s kleven er aan een verbonden partij?. In hoofdstuk 3 wordt het algemeen beleidskader beoordeeld van de gemeente Venlo. Vervolgens staan we in hoofdstuk 5 stil bij de verrichtte casestudy. De conclusies en aanbevelingen staan in hoofdstuk 6. In de bijlagen zijn opgenomen: een uitgebreide beschrijving van de onderzoeksopzet, een toelichting op het gehanteerde normenkader, een afschrift van de digitale enquête en een vergelijking met de andere gemeenten die deel hebben genomen aan het DoeMee-onderzoek.

2 VERBONDEN PARTIJEN 2.1 Inleiding Gemeentelijke taken kunnen in hoofdzaak op drie manieren worden uitgevoerd. Eén manier om de uitvoering van gemeentelijk beleid vorm te geven, is door als gemeente deel te nemen aan een verbonden partij. Andere manieren zijn om de uitvoering in eigen beheer te houden (bijvoorbeeld door een gemeentelijke dienst) of om de uitvoering uit te besteden aan een andere organisatie die verder geheel los staat van de gemeente (bijvoorbeeld door subsidie te geven of een inkoopcontract te sluiten). Maar wat is een verbonden partij nu eigenlijk? Het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) geeft de volgende omschrijving van een verbonden partij (artikel 1, lid b): Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. Wanneer is er sprake van een financieel belang? Er is sprake van een financieel belang als de gemeente opdraait voor de kosten als de partij failliet gaat, of als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld als de partij haar verplichtingen niet nakomt. Er is ook sprake van een financieel belang als de gemeente risico draagt over ingelegd kapitaal, zoals bij het bezit van aandelen. Bij subsidies is geen sprake van een financieel belang zoals bedoeld in het BBV. Wanneer is er sprake van een bestuurlijk belang? Er is sprake van een bestuurlijk belang als bijvoorbeeld een burgemeester, een wethouder of een raadslid van de gemeente namens de gemeente in het bestuur van de verbonden partij plaatsneemt, of namens de gemeente stemt. Indien de gemeente alleen een bestuurlijk of alleen een financieel belang heeft, is er geen sprake van een verbonden partij. Verbonden partijen kennen verschillende juridische verschijningsvormen. Het belangrijkste onderscheid is dat tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke verbonden partijen. Bij publiekrechtelijke verbonden partijen gaat het vaak om gemeenschappelijke regelingen. Bij privaatrechtelijke participaties gaat het veelal om vennootschappen en stichtingen. 2.2 Rollenconflict Er zijn verschillende uitvoeringswijzen. Hierbij horen verschillende opdrachtgeveropdrachtnemer relaties. Bij uitvoering door de eigen gemeentelijke dienst, is de gemeente zowel opdrachtgever als opdrachtnemer. Bij uitvoering door een externe organisatie zijn de rollen van opdrachtgever en opdrachtnemer juist strikt gescheiden. Bij deelneming aan een verbonden partij is de opdrachtgever-opdrachtnemer relatie meer complex. De gemeente vervult hier namelijk de rol van opdrachtgever, maar heeft tevens een (gedeeld) bestuurlijk belang in de verbonden partij. De bestuurlijke invloed wordt dan bijvoorbeeld gedeeld met buurgemeenten of met particuliere organisaties.

Bestuurder / eigenaar Klant / opdrachtgever Uitvoering in eigen beheer Gemeente Gemeente Verbonden partij Verbonden partij (deels gemeente) (deels) gemeente Uitbesteden Externe organisatie Gemeente Tabel 1: Overzicht rollen bij verschillende uitvoeringwijzen gemeentelijk beleid 2.3 Wettelijke kaders De voor dit onderzoek relevante wettelijke voorschriften zijn te vinden in de Gemeentewet, de Wet gemeenschappelijke regelingen, het BBV en de Financiële verordening (ex artikel 212 Gemeentewet) van Venlo zelf. In deze documenten zijn regels vastgelegd over de informatievoorziening aan de raad, die het voor de raad mogelijk maken adequaat kaders te stellen en te controleren. Dit zijn bijvoorbeeld voorschriften over de informatie die minimaal in de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting opgenomen dient te worden. 2.4 Risico s Deelnemen aan een verbonden partij is niet zonder risico. Deelname brengt risico s van financiële aard met zich mee, maar herbergt ook bestuurlijke en beleidsinhoudelijke risico s. Financiële risico s: Een verbonden partij behelst financiële risico s voor de gemeente. Als de gemeente deelneemt in een vennootschap en die vennootschap gaat failliet, dan is de gemeente in elk geval haar kapitaal in aandelen kwijt. Hoe groot die risico s zijn, is afhankelijk van onder meer de vorm van de verbonden partij. Bestuurlijk-organisatorische risico s: Een bestuurlijk-organisatorisch risico ligt in de dubbele rollen die de gemeente heeft bij een verbonden partij. De gemeente is zowel eigenaar van de verbonden partij, als haar opdrachtgever. Als eigenaar moet zij de doelen en de belangen van de verbonden partij behartigen. Als opdrachtgever neemt ze producten of diensten af van de verbonden partij, en dan staat het belang van de gemeente voorop. Als de belangen van de eigenaar en de opdrachtgever niet parallel lopen dan kan dat problemen opleveren. Beleidsinhoudelijk risico: De afstand tussen een verbonden partij en de gemeente betekent ten slotte een beleidsinhoudelijk risico. Als de verbonden partij de doelen van de gemeente niet realiseert, heeft de gemeente een probleem: een (belangrijke) gemeentelijke taak wordt niet, of niet naar behoren, uitgevoerd. De gemeente blijft echter wel verantwoordelijk voor een goede uitvoering van de taak.

2.5 Processtappen voor raad en college Het bovenstaande in overweging nemende zijn er vier processtappen te onderscheiden voor raad en college in de aansturing van verbonden partijen. Stap 1 - De raad stelt kaders ten aanzien van verbonden partijen door vaststelling van een nota verbonden partijen en/of een paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting. Stap 2 - Het college richt een specifiek kader in per verbonden partij. Het specifieke kader is een schriftelijk vastgelegde set afspraken ten aanzien van verantwoording en sturing en de toezichtfunctie van de gemeente. Deze afspraken moeten passen binnen de door de raad gestelde kaders. Stap 3 - Het college past het specifieke kader toe in het verkeer met de verbonden partij. Stap 4 - De raad controleert op basis van verantwoordingsinformatie van het college of de toepassing van het instrument verbonden partij goed verloopt en geschiedt conform de gestelde kaders. Gemeenteraad 1. Kaderstelling 4. Controle en bijstelling Gemeentebestuur 2. inrichting specifiek kader met verbonden partij 3. Toepassing specifiek kader Verbonden partij Uitvoering beoogde taak Figuur 2: overzicht van vier processtappen in aansturing van verbonden partijen

3 ALGEMEEN BELEID GEMEENTE VENLO 3.1 Algemeen beleidskader Zoals eerder gesteld, toetsen we het algemeen beleidskader in dit onderzoek aan de Wet gemeenschappelijke regelingen, het BBV en de bepalingen die door de raad van Venlo zijn vastgesteld in de financiële verordening. De meest recente financiële verordening is vastgesteld op 30 november 2005. Hiervoor was de financiële verordening van 7-11-2003 van kracht. Belangrijkste wijziging voor het artikel voor verbonden partijen is het verwijderen van de bepaling dat het college minimaal eenmaal in de vier jaar een Nota verbonden partijen opstelt. De afwegingen van de raad om deze bepaling uit het artikel te verwijderen, zijn onbekend Ten aanzien van verbonden partijen heeft de raad enkele bepalingen opgenomen in artikel 21 van de financiële verordening. In het artikel geeft de raad in het eerste en tweede lid aan welke informatie hij minimaal opgenomen wil hebben in de paragraaf verbonden partijen van de begroting en jaarstukken. De verordening is vastgesteld op 26 juli 2005. Een nota verbonden partijen wordt door de financiële verordening niet vereist en is (nog) niet door het college van Venlo opgesteld. In de begroting en de jaarstukken wordt in de paragraaf verbonden partijen ingegaan op nieuwe verbonden partijen, het beëindigen van bestaande verbonden partijen, het wijzigen van bestaande verbonden partijen en eventuele problemen bij bestaande verbonden partijen. Van elk van de verbonden partijen wordt weergegeven het openbaar belang, het eigen vermogen, de solvabiliteit, het financieel resultaat en het financieel belang en de zeggenschap van de gemeente. Artikel 21 uit de financiële verordening gemeente Venlo 2005 luidt: Omdat er geen nota verbonden partijen is, kan niet direct worden beoordeeld welk beleidskader de gemeente Venlo heeft ten aanzien van het aangaan van verbonden partijen. Een dergelijk beleidskader zou antwoord kunnen geven op vragen als: Onder welke omstandigheden wenst de gemeente Venlo samen te werken in verbonden partijen? en: Op welke manier wil Venlo sturing geven aan een verbonden partij? Anders gezegd: een nota verbonden partijen biedt kaders voor het aangaan van en de omgang met verbonden partijen. Uit de enquête blijkt dat de 90 procent van de respondenten niet weet wat de reden is dat de gemeenteraad geen nota verbonden partijen heeft. Ondanks dat de financiële verordening geen nota meer voorschrijft, is het wel mogelijk als raad een verzoek te doen een dergelijke nota op te stellen. De uitkomsten van de enquête geven in ieder geval aan dat de keuze om niet om een nota te verzoeken, niet een erg bewuste en beargumenteerde keuze is geweest. Wel dient de kanttekening te worden geplaatst dat vijftig procent van de respondenten raadslid is sinds de laatste verkiezingen, waardoor zij niet bekend zijn met de financiële verordening van 2003 die wel een nota voorschreef.

3.2 Paragraaf verbonden partijen Eisen in het BBV In het BBV worden twee eisen gesteld aan de inhoud van de paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting. Deze staan verwoord in artikel 15 van het besluit: De paragraaf betreffende de verbonden partijen bevat ten minste: de visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de doelstellingen die zijn opgenomen in de begroting; de beleidsvoornemens omtrent verbonden partijen; Daarnaast is er in artikel 46 van het BBV een eis gesteld aan de inhoud van de paragraaf verbonden partijen in het jaarverslag. Het jaarverslag bevat de paragrafen die ingevolge artikel 9 in de begroting zijn opgenomen. Ze bevatten de verantwoording van hetgeen in de overeenkomstige paragrafen in de begroting is opgenomen. Uit de toelichting bij het BBV wordt duidelijk dat de paragraaf er niet primair is om een overzicht te kunnen geven van de verbonden partijen. Er wordt juist gevraagd om een visie uiteen te zetten en beleidsvoornemens te benoemen. De raad dient hier immers kaders over te kunnen stellen. De visie op verbonden partijen kan eventueel ook nader worden uitgewerkt in een nota verbonden partijen. Het lijkt erop dat de raad van Venlo dit niet direct wenselijk vindt aangezien hij daar in de financiële verordening niet expliciet om heeft gevraagd. Mocht er een nota verbonden partijen door de raad worden vastgesteld dan kan het college in de paragraaf verbonden partijen van de begroting volstaan met de hoofdlijnen van de nota. De beleidsvoornemens kunnen in theorie op twee niveaus worden beschreven. In de eerste plaats op het niveau van de verbonden partijen zelf. In dat geval wordt beschreven wat de beleidsvoornemens zijn ten aanzien van elke verbonden partij afzonderlijk. De tweede mogelijkheid is dat de beleidsvoornemens op een niveau hoger worden beschreven. In dat geval gaat het bijvoorbeeld om voornemens als: Alle aandelen van privaatrechtelijke verbonden partijen verkopen. of: De bestuurlijke invloed in de gemeenschappelijke regelingen versterken. De informatie die volgens het BBV in de paragraaf verbonden partijen moet staan wordt in de programmabegroting 2007 van Venlo volledig, maar minimaal aangetroffen. Er zijn specifieke beleidsvoornemens voor gemeenschappelijke regelingen vermeld. Daarnaast bevat de paragraaf een overkoepelende visie op verbonden partijen in relatie tot de realisatie van de

doelstellingen die zijn opgenomen in de programmabegroting. Voor NV s en BV s waarin de gemeente een belang heeft zijn echter geen overkoepelende visie en specifieke beleidsvoornemens opgenomen. Hierdoor is de informatie die gegeven wordt minimaal van aard. Gemeentelijk beleidskader De raad van Venlo heeft ten aanzien van de paragraaf verbonden partijen in artikel 21, lid 1 en 2 van de financiële verordening aanvullende eisen gesteld ten opzichte van het wettelijk kader. De eisen die de raad heeft gesteld, maken dat het college in de paragraaf verbonden partijen in ieder geval in moet gaan op veranderingen ten aanzien van verbonden partijen. In de paragraaf verbonden partijen van de begroting 2005, zijn zeven verbonden partijen opgenomen. Voor de vennootschappen wordt in de programmabegroting verwezen naar overzicht algemene dekkingsmiddelen (hoofdstuk 5). In de paragraaf verbonden partijen in de begroting 2006 staan acht verbonden partijen vermeld, waarvan er één in oprichting is. De verbonden partij in oprichting is ook de enige verbonden partij die niet in de paragraaf van de begroting 2005 vermeld staat. Voor de vennootschappen wordt nog steeds verwezen naar het overzicht van algemene dekkingsmiddelen. In de programmabegroting van 2007 staan zestien verbonden partijen vermeld. Van de zeven verbonden partijen uit de programmabegroting 2005 staan er in 2007 nog zes vermeld in de paragraaf. De Gemeenschappelijke regeling Zorgverzekering Ambtenaren Nederland is niet langer opgenomen in de paragraaf. Deze gemeenschappelijke regeling wordt ook niet meer genoemd in de paragraaf verbonden partijen van de jaarstukken over 2005 en in de lijst verbonden partijen van de productenrealisatie 2005. In de begroting over 2006 is in de paragraaf verbonden partijen deze verbonden partij nog wel vermeld. De programmabegroting 2007 toont dus een groter aantal verbonden partijen. Deze toename is voor een deel het gevolg van het opnemen van de vennootschappen in het overzicht. Daarnaast worden de volgende verbonden partijen opgenomen die nog niet waren vermeld in de programmabegroting 2006: Stichting Administratiekantoor Regio Venlo Floriade De stichting is opgericht ten einde het verkrijgen, houden en beheren van de aandelen in de Regio Venlo Floriade 2012 BV en het uitoefenen van de daarbij behorende rechten Innovatiecentrum gezonde voeding Het betreft een PPS-constructie van bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheden. Het innovatiecentrum zorgt voor productinnovatie bij midden en klein bedrijven in de agrofood-sector, gericht op gezonde voedingsproducten en brengt daartoe kennisinstellingen en bedrijven uit de agro-food keten bij elkaar in zogenaamde kennisplatforms in Zuidoost Nederland. AVL Nazorg BV Nazorg is het onderhouden, inrichten en zodanig herstellen van de (milieubeschermende) voorzieningen op stortplaatsen en bodemsaneringen. Doel is het voorkomen van negatieve effecten van de locatie naar de omgeving (bodem, lucht en water).

Opmerkelijk is dat in de paragraaf in de programmabegroting 2007, het overzicht van de verbonden partijen wordt geïntroduceerd met: De belangrijkste verbonden partijen van de gemeente worden hierna beschreven. De redenering waarom enkel de belangrijkste verbonden partij worden opgenomen, ontbreekt. Daarnaast wordt niet toegelicht wanneer sprake is van een belangrijke verbonden partij en wanneer niet. De inhoud van de paragraaf is in 2007 veranderd. In de paragraaf van de programmabegroting 2005 was naast de algemene inleiding, visie en beleidsvoornemens, een overzicht van de verbonden partijen opgenomen. Dit overzicht bevatte alleen de deelnemende gemeenten aan de verbonden partij. De paragraaf uit de programmabegroting van 2007 bevat meer gedetailleerde informatie over de verbonden partijen. Per verbonden partij zijn de vestigingsplaats, de deelnemende partijen, het openbaar belang en de ontwikkelingen opgenomen. In de paragraaf wordt het achterliggende motief om vennootschappen en de bovenstaande verbonden partijen in 2007 wel op te nemen, niet aangegeven. De paragraaf verbonden partijen in de programmabegroting 2007 voldoet hiermee niet volledig aan de eisen gesteld in de financiële verordening van de gemeente Venlo. De nieuwe verbonden partijen worden zowel in de programmabegroting als de jaarrekening niet toegelicht. Onduidelijk is of er sprake is van nieuwe verbonden partijen in de programmabegroting 2007, de stijging van het aantal verbonden partijen van zeven naar zestien wordt niet verder onderbouwd. De jaarrekening 2005 bevat de informatie die de financiële verordening in het tweede lid voorschrijft, alleen solvabiliteit van de verbonden partijen wordt niet weergegeven. Met deze bevindingen is overigens niet gezegd dat de raad niet is geïnformeerd over de solvabiliteit. Op basis van de beschikbare gegevens is de solvabiliteit wel te berekenen, maar hiermee is niet voldaan aan de vereisten van de financiële verordening. Daarnaast wijkt de opzet en inhoud van de paragraaf in de jaarrekening 2005 af van de opzet en inhoud van de paragraaf in de programmabegroting 2005 en is het aantal verbonden partijen in het jaarverslag niet gelijk aan dat van de programmabegroting. De jaarrekening voldoet niet aan artikel 26 van het BBV. Er wordt geen verantwoording afgelegd over hetgeen in de begroting is opgenomen. Door het ontbreken van specifieke informatie per verbonden partij in de begroting, zou deze verantwoording zich moeten richten op de algemene visie en beleidsvoornemens van de gemeente. Deze tekst is echter voor de jaarrekening gelijk aan die van de programmabegroting. Overige bijzonderheden Hoewel het BBV op hoofdlijnen voorschriften geeft voor de paragraaf verbonden partijen, is er geen belemmering om ook meer gedetailleerde informatie op te nemen in de paragraaf. In de paragraaf van Venlo in de jaarrekening, is uitgebreide informatie te vinden over de vermogenspositie. Opmerkelijk genoeg wordt uit zowel de programmabegroting als de jaarrekening niet het absolute belang van de gemeente in alle verbonden partijen duidelijk. Deze is slechts voor sommige verbonden parijen gegeven. Waarom voor sommige verbonden partijen de bijdrage wel gegeven is en voor andere niet, is niet beargumenteerd. In de paragraaf verbonden partijen van de programmabegroting 2007 is per verbonden partij aandacht voor de ontwikkelingen. Voor enkele verbonden partijen worden ontwikkelingen niet van toepassing verklaard. De raadsleden maken maar zeer beperkt gebruik van de paragraaf verbonden partijen. Slechts 30 procent van de respondenten geeft aan de paragraaf te gebruiken voor het overzicht van

partijen. Geen enkele respondent geeft aan de paragraaf te gebruiken voor de beleidsuitgangspunten die het bevat of voor de te verwachten resultaten. Het merendeel van de respondenten (70 procent) zegt niets te kunnen met de paragraaf of hem zelfs helemaal niet te gebruiken. 3.3 Lijst verbonden partijen Artikel 69 van het BBV stelt eisen aan de inhoud van de lijst van verbonden partijen die dient te zijn opgenomen in de productenrealisatie. De raad kan in de financiële verordening aanvullende eisen stellen aan de inhoud en indeling van de lijst verbonden partijen. De raad van de gemeente Venlo heeft dit niet gedaan. Het BBV is daarmee het enige kader om de lijst verbonden partijen mee te beoordelen. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van de productenrealisatie over 2005 1. De lijst verbonden partijen geeft een overzicht van: Vestigingsplaats Openbaar belang Veranderingen gedurende begrotingsjaar 2005 Eigen vermogen begin begrotingsjaar 2005 en einde begrotingsjaar 2005 Vreemd vermogen begin begrotingsjaar 2005 en einde begrotingsjaar 2005 Resultaat 2005 Financiële bijdrage in 2005 Basis van de bijdrage Wijze en omvang zeggenschap Knelpunten voor Venlo Opmerking Voor sommige verbonden partijen is het eigen vermogen of het vreemd vermogen aan het einde van het begrotingsjaar 2005 niet opgenomen. Daarnaast is voor een deel van de verbonden partijen nog geen exact resultaat voor 2005 gegeven, maar een raming. Wel is bij deze verbonden partijen een opmerking opgenomen dat op het moment van opmaken van de paragraaf nog geen definitieve cijfers van de verbonden partij beschikbaar waren. Bij een enkele verbonden partij is onder het kopje knelpunten informatie opgenomen over in voorbereiding zijnde nota s en negatieve liquidatiebalans. 1 Ten tijde van het onderzoek was het jaarverslag 2005 het meest recent.