Verkeersveiligheidsanalyse. Rotterdam Aanknopingspunten voor beleid

Vergelijkbare documenten
SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

Bijlage 1: Verkeersongevallenmonitor 2015 Gemeente Eindhoven, november 2016

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Maak van de nul een punt in Zuid-Holland R

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

Strategisch plan verkeersveiligheid. Kennisnetwerk SPV

Fors minder verkeersdoden in 2013

Verkeersveiligheidsanalyse en -aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam R A

Op weg naar 0 vermijdbare ernstige verkeersslachtoffers in Zeeland

Verkeersveiligheid: aanpak van blackspots

Bevindingen ongevallengegevens

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Slochteren

Ministerie van Infrastructuur en Milieu Ons kenmerk Bijlage(n) Vervolg

Mededeling. Registratienummer Datum 18 juni 2019 Afdeling/Bureau SENB. Onderwerp Ongevallencijfers Flevoland 2018

Verplaatsingsongevallen in de openbare ruimte bij senioren: een andere problematiek

Ongevallenanalyse 2014

Verkeersveiligheidsrapportage

Wijk- en Stadszaken Nota 1. Inleiding

Fietskm per persoon per dag 2,9 3,4 Hoger dan gemiddeld

Verkeersveiligheid in de Metropoolregio Amsterdam Aanknopingspunten voor effectief beleid R

Verkeersveiligheidsrapportage

Gedrag van automobilisten op kruispunten Meer duidelijkheid over voorrangs situatie op kruispunten is veiliger voor fietsers R

Letselongevallen van voetgangers en fietsers

Persbericht. Lichte stijging verkeersdoden in Centraal Bureau voor de Statistiek

Touringcars en verkeersveiligheid R

Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers

Evaluatie verkeersveiligheidseffecten 'Bromfiets op de rijbaan'

Verkeersveiligheid in de slimme stad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Verkeersveiligheids monitor. Gemeente Waterland

Verkeersveiligheidsrapportage

De verkeersveiligheid in 2020 en 2030 Prognoses voor de aantallen verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden R

Verkeersveiligheidsrapportage

De risico s van vrachtwagens

Databeheer ongevallen en verkeersveiligheidsaudits

Mooi weer in het weekend: meer ongevallen met motoren. factsheet 6 april 2018

Fact sheet. Verkeersveiligheid nummer 3 augustus 2008

Voorspelbaar gedrag door herkenbare wegen. De Nederlandse aanpak

Verkeersveiligheidsanalyse gemeente Amsterdam R

Verkeersveiligheidsmonitor

Factsheet verkeerscijfers 2017

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Meer doden onder fietsers, minder onder motorrijders. Meeste verkeersdoden onder twintigers

Verkeersveiligheidsrapportage

Veilig over Rijkswegen Deel A: Verkeersveiligheid landelijk beeld

E K 0 N 3 J. betreft ons kenmerk datum Beleidsimpuls Verkeersveiligheid FLO/U juli 2012 Lbr. 12/065

Veilige infrastructuur van levensbelang voor de fietser

Kerncijfers verkeersveiligheid. Uitgave 2005

Monitoring van de Verkeersveiligheid

R Ir. A. Dijkstra Leidschendam, 1989 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

FLO/U Lbr. 12/065

Monitor Beleidsimpuls Verkeersveiligheid 2013 R

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veilig over Rijkswegen 2015

Ongevallenanalyse Quick-Scan WEGVAK N241 van N248 tot N242

R Mr. P. Wesemann Voorburg, 1981 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV

7 Maart 2016 pagina: 1 van 5. STAR Safety Deal. s Hertogenbosch d.d. 24 april Documentnaam: Safety Deal.docx. Een initiatief van:

Verkeersveiligheidsrapportage

Verkeersveiligheidsmonitor. Gemeente Valkenburg aan de Geul

Verkeersveiligheidsrapportage

VEILIGHEID; WISSELWERKING VAN DE VERSCHILLENDE FACTOREN VAN HET VOERTUIG, INFRASTRUCTUURt. VOERTUIGBESTUURDER, ECOSYSTEMEN

Verkeersveiligheid fietsers en infrastructuur: enkelvoudige ongevallen

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 12 december 2016 Betreft Ernstig verkeersgewonden 2015

SWOV. Fietsveiligheid: een posi4ef perspec4ef? Feiten, onderzoek, opgaven, een enkel taboe en kansen. Dr. P. (Peter) van der Knaap, directeur SWOV

Monitor Verkeersveiligheid 2018 Doorpakken om de verkeersveiligheid effectief te verbeteren R

21 juni Besluit B&W d.d. 13 juli 2004 nummer: 1.9. Nijmeegse verkeersituatie is een quick-scan uitgevoerd.

Analyse verkeersongevallen

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Bijlage 10 Ongevallenanalyse

Wij vertrouwen erop u voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.

Fact sheet. Verkeersveiligheid in Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ViaStat Dashboard Verkeer. App s met bereikbaarheids- en veiligheidscijfers voor beleidsmakers

Bepaling van het aantal ernstig verkeersgewonden in 2012

SWOV Inherent veiliger wegverkeer: een kwestie van kiezen. Peter van der Knaap

C. Verkeersongevallenanalyse

Verkeersveiligheid in Bronckhorst

Naar meer veiligheid op kruispunten Aanbevelingen voor kruispunten van 50-, 80- en 100km/uur-wegen R

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verkeersveiligheid in Deventer. Op basis van slachtofferaantallen & gereden snelheden

Verkeersveiligheidsanalyse Drenthe. Samenhang tussen Drentse kenmerken en verkeersveiligheid

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA Den Haag

LETSELPREVENTIE-ONDERZOEK: SYMPTOOMBESTRIJDING OF NOODZAAK?

Donkere dagen, meer ongevallen

@Risk. Samenvatting. Analyse van het risico op ernstige en dodelijke verwondingen in het verkeer in functie van leeftijd en verplaatsingswijze

Wijzigingen vervoersongevallen m.i.v. 1/1/2015

Verkeersveiligheid en fietsgebruik in Driebergen- Rijsenburg

Aanvullende rapportage verkeersveiligheidseffecten experimenten 130km/h

Oudere Weggebruikers. Kennisdag ROV Oost NL. Alex Oosterveen en Reinoud Nägele 10 december 2015 Dia 1

Second opinion beoordeling uitweg Heeswijk 120 Montfoort

Handleiding voor Verkeersveiligheidsrapportage (R-97-11)

DE VERKEERSONVEILIGHEID IN NEDERLAND

Advies herziening kader toelating bijzondere bromfietsen

Verkeersslachtoffers onder jongeren. Dia 1

Verkeersveiligheid: aanpak van blackspots

Transcriptie:

Verkeersveiligheidsanalyse van de gemeente Rotterdam Aanknopingspunten voor beleid R-2015-6

Verkeersveiligheidsanalyse van de gemeente Rotterdam De gemeente Rotterdam wil haar beleidsplan voor verkeersveiligheid vernieuwen en is daarom geïnteresseerd in de belangrijkste verkeersveiligheidstrends in de gemeente, ook in vergelijking met andere grote steden. Daarnaast wil de gemeente aanknopingspunten voor beleid en verdiepend onderzoek. Aanknopingspunten worden bijvoorbeeld geboden door slachtoffergroepen met relatief hoge aantallen of ongunstige ontwikkelingen. Daarnaast kan de gemeente ook inzetten op risicogroepen. De belangrijkste groepen die uit het onderzoek naar voren komen zijn autoverkeer, fietsers, ouderen en 50km/uur-wegen. Hiervoor worden in dit onderzoek enkele concrete maatregelen voorgesteld. Verdere verbetermogelijkheden in het verkeerssysteem van de gemeente kunnen duidelijk worden door monitoring en analyse van prestatie-indicatoren en benchmarking met de andere grote gemeenten.

1. Dit onderzoek De gemeente Rotterdam wil haar beleidsplan verkeersveiligheid actualiseren en heeft SWOV daarvoor de volgende vragen gesteld: 1. Hoe ontwikkelt het aantal doden en ernstig verkeersgewonden zich in de gemeente Rotterdam: a. in het algemeen; b. voor verschillende doelgroepen en locaties; en c. in verhouding tot andere grote gemeenten? 2. Hoe bruikbaar zijn recente initiatieven voor de verzameling van gegevens over ongevallen, met name de gegevens binnen het softwarepakket VIA Signaal, en wat kan de gemeente ermee? 3. Welke aanknopingspunten bieden de bevindingen van de analyse voor beleid of verdiepend vervolgonderzoek? Hieronder is kort beschreven hoe SWOV de drie onderzoeksvragen heeft benaderd. 1 Ongevallenanalyses (Hoofdstuk 2) Voor de eerste onderzoeksvraag zijn de volgende ongevallengegevens geanalyseerd: BRON-bestand (Bestand geregistreerde Ongevallen Nederland); LMR-bestand (Landelijke Medische Registratie). Op basis van BRON 2 is de ontwikkeling in het aantal door de politie geregistreerde verkeersdoden in kaart gebracht voor de gemeente Rotterdam, drie andere grote gemeenten Amsterdam, Den Haag en Utrecht, en de rest van Nederland (periode 2000 t/m 2013). De trends in het aantal ernstig verkeersgewonden zijn op verschillende manieren geanalyseerd. Tot en met 2009 is op basis van de politieregistratie (BRON) een beeld verkregen van de ernstig verkeersgewonden in ongevallen met gemotoriseerd verkeer. Voor de periode daarna (tot en met 2011), maar ook voor de ernstig verkeersgewonden in ongevallen zonder gemotoriseerd verkeer is alleen bruikbare informatie beschikbaar in de Landelijke Medische Registratie (LMR). 3 Nadeel van deze gegevensbron is dat deze geen informatie geeft over de locatie (o.a. gemeente) waar het slachtoffer het ongeval heeft gehad. Aangezien er in Rotterdam en de drie andere grote gemeenten diverse ziekenhuizen zijn, is er wel een indicatie te geven van de ontwikkeling in het aantal ernstig verkeersgewonden in deze steden en in de rest van Nederland. Voor zowel verkeersdoden als ernstig verkeersgewonden heeft SWOV gekeken naar hun verdeling over vervoerswijzen, leeftijdscategorieën en wegtypen (die laatste niet voor ernstig verkeersgewonden zonder gemotoriseerd verkeer). In de analyses is aangenomen dat de registratiegraad van ernstig verkeersgewonden en de ontwikkeling daarin in Rotterdam en de drie andere grote steden gelijk is aan het landelijke gemiddelde. Beoordeling gegevensbronnen (Hoofdstuk 3) VIA Signaal is een softwarepakket van bureau VIA, waarin vrijwel wekelijks de door de politie geregistreerde maar nog ongecorrigeerde ongevallen worden bijgewerkt. De gegevens en het doorlopen proces van de gegevens in VIA Signaal zijn vergeleken met die van BRON. Op basis hiervan is een advies uitgebracht hoe de VIA Signaal-gegevens gebruikt kunnen worden, namelijk als voorlopige indicatie van de ontwikkeling van de verkeersonveiligheid. Officiële cijfers komen in het opvolgende jaar via de gebruikelijke kanalen beschikbaar. Formulering aanknopingspunten (Hoofdstuk 4) Als aanknopingspunten voor beleid en onderzoek zijn de belangrijkste slachtoffergroepen in Rotterdam genomen. Daarvoor is gekeken naar: groepen met grote aantallen slachtoffers; slachtoffergroepen die zich ongunstig ontwikkelen; slachtoffergroepen die méér voorkomen in Rotterdam dan in de andere grote steden; algemene risisogroepen. Op basis van beschikbare kennis zijn hiervoor algemene beleidsrichtingen geformuleerd. Voor de vraag over verdiepend onderzoek is aangehaakt bij actuele ontwikkelingen op het gebied van informatie over ongevallen en ongevalsoorzaken en methoden om tot verbetering te komen. 1 Zie voor een uitgebreide opzet en resultaatbeschrijvingen het achterliggend onderzoeksrapport: Stipdonk, H.L., Aarts, L.T. & Bos, N.M. (2015). Verkeersveiligheidsanalyse en -aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam. R-2015-6A. SWOV, Den Haag. 2 Het Bestand geregistreerde Ongevallen Nederland (BRON) is in beheer SWOV / R-2015-6 / P.3 bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM). 3 Het bestand van de Landelijke Medische Registratie (LMR) is in beheer bij Dutch Hospital Data (DHD).

2. Slachtoffertrends Voor de ontwikkeling in het aantal slachtoffers kijken we apart naar de verkeersdoden en ernstig verkeersgewonden. Verkeersdoden Het aantal verkeersdoden daalt in Rotterdam met circa 5% per jaar in de onderzochte periode. Dit is vergelijkbaar met de drie andere grote steden (G3), maar minder gunstig dan in de rest van Nederland ( Afbeelding 1). Gecorrigeerd voor het aantal inwoners 4 (mortaliteit) daalt het aantal verkeersdoden met 3,5% per jaar iets minder snel in Rotterdam dan in de referentiegebieden ( Afbeelding 2). De grootste aantallen verkeersdoden vallen in Rotterdam vooral: onder auto-inzittenden, voetgangers en fietsers ( Afbeelding 3); in enkelvoudige ongevallen en met de auto als tegenpartij; andere belangrijke tegenpartijen zijn de vrachtauto en (op het gemeentelijk wegennet) de categorie overige ( Afbeelding 4); onder 75-plussers ( Afbeelding 5); op 50km/uur-wegen en -kruispunten ( Afbeelding 6). Groepen verkeersdoden die in Rotterdam meer voorkomen dan in de andere grote steden zijn: auto-inzittenden en bromfietsers ( Afbeelding 3); verkeersdoden uit ongevallen met vrachtverkeer als tegenpartij ( Afbeelding 4); verkeersdoden op 80km/uur-wegen en stroomwegen ( Afbeelding 6). Er zijn in Rotterdam geen groepen verkeersdoden te onderscheiden die zich duidelijk ongunstig ontwikkelen. Algemene risicogroepen en risicolocaties zijn: Tweewielers: dit zijn evenwichtsvoertuigen die relatief onbeschermde verkeersdeelname combineren met matige tot hoge snelheden. 5 Jongeren: zij dragen een combinatie in zich van wilde haren en een gebrek aan ervaring met en inzicht in gevaren in het verkeer. 6 Ouderen: zij vormen een groeiende groep die fysiek kwetsbaar is en te maken heeft met toenemende functiebeperkingen, waardoor ze minder veilig kunnen deelnemen aan het verkeer. 7 Gebiedsontsluitingswegen: deze combineren stromen op wegvakken met uitwisselen op kruispunten bij rela tief hoge snelheden (limieten 50 of 80 km/uur), terwijl het wegontwerp veelal nog suboptimaal is. 8 SWOV / R-2015-6 / P.4 Aantal verkeersdoden Aantal verkeersdoden per 100.000 inwoners 1.000 100 Rest van NL: -6,1% G3: -4, Rotterdam: -5,1% Verkeersdoden -4, -6,1% -5,1% 10 2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012 Jaar Afbeelding 1: Trend sinds 2000 in het aantal geregistreerde verkeersdoden in Rotterdam, in de drie andere grote steden (G3) en in de rest van Nederland, afgebeeld op een logaritmische schaal. Bron: IenM. 16 14 12 10 8 6 4 2-4,3% Mortaliteit -3,5% -4,8% Rest van NL: -4,3% G3: -4,8% Rotterdam: -3,5% 0 1980 1985 1990 1995 2000 2005 2010 Jaar Afbeelding 2: Trend in mortaliteit sinds 1980 voor Rotterdam, de drie andere grote steden (G3), en de rest van Nederland. Bronnen: IenM, CBS. 4 De inwoneraantallen zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). 5 SWOV (2013). Fietsers. Factsheet. SWOV, Leidschendam. SWOV (2014a). Brom- en snorfietsers. Factsheet. SWOV, Den Haag. SWOV (2014b). Motorrijders. Factsheet. SWOV, Den Haag. 6 SWOV (2012a). Riskant verkeersgedrag onder pubers. Factsheet. SWOV, Leidschendam. SWOV (2012b). Jonge beginnende automobilisten. Factsheet. SWOV, Leidschendam. 7 SWOV (2012c). Ouderen in het verkeer. Factsheet. SWOV, Leidschendam. 8 Dijkstra, A. & Schermers, G. (2014). Naar meer veiligheid op gebiedsontsluitingswegen. R-2014-18. SWOV, Den Haag. SWOV (2010). Functionaliteit en homogeniteit. Factsheet. SWOV, Leidschendam..

Verkeersdoden naar vervoerswijze 2% 2% 3 8% 23% 1 2% 1% 3% 32% 5% 10% 28% 1 2% 2 3% 3% 2 27% Voetganger Fiets Snorfiets Bromfiets Motor Personenauto Bestelauto Overige Rotterdam (N=280) Rotterdam (N=227) G3 (N=538) Afbeelding 3: Verdeling van de verkeersdoden in 2000-2013 naar vervoerswijze van het slachtoffer. De kleine afbeelding betreft de verdeling op alleen het gemeentelijk wegennet van Rotterdam. Bron: IenM. Verkeersdoden naar tegenpartij 28% 7% 2% 27% Voetganger/tweewieler Personenauto 17% 30% 25% 18% 11% 11% 42% 13% 5% 3 Bestelauto Vrachtauto Overige (o.a. bus, tram) Geen tegenpartij Rotterdam (N=280) Rotterdam (N=227) G3 (N=538) Afbeelding 4: Verdeling van de verkeersdoden in 2000-2013 naar vervoerswijze van de tegenpartij. De kleine afbeelding betreft de verdeling op alleen het gemeentelijk wegennet van Rotterdam. Bron: IenM. SWOV / R-2015-6 / P.5

Verkeersdoden naar leeftijd 17% 17% 3% 0-11 jaar 12-17 jaar 10% 23% 7% 1 10% 1 18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 11% 18% 1 11% 17% 45-54 jaar 55-64 jaar 10% 8% 7% 10% 65-74 jaar 75-plus Rotterdam (N=280) Rotterdam (N=227) G3 (N=538) Afbeelding 5: Verdeling van de verkeersdoden in 2000-2013 naar leeftijd van het slachtoffer. De kleine afbeelding betreft de verdeling op alleen het gemeentelijk wegennet van Rotterdam. Bron: IenM. Verkeersdoden naar wegtype 0% 7% 5% 5% 3 0% 0% 5% 5% 5% 2% 0% 3% 5% 7% 3% 5% 41% 30 km/uur 50 km/uur, kruispunt 50 km/uur, wegvak Overige bibeko Kruispunten bubeko 27% 32% 42% 3 60 km/uur, wegvak 80 km/uur, wegvak 100 km/uur, wegvak Overige wegvak bubeko Rotterdam (N=280) Rotterdam (N=227) G3 (N=538) Afbeelding 6: Verdeling van de verkeersdoden in 2000-2013 naar snelheidslimiet van de weg. De kleine afbeelding betreft de verdeling op alleen het gemeentelijk wegennet van Rotterdam. Bron: IenM. SWOV / R-2015-6 / P.6

Ernstig verkeersgewonden Het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen met gemotoriseerd verkeer op de wegen in Rotterdam daalt gemiddeld met 4,8% per jaar in de periode 2000-2009. Deze trend is gunstiger dan in de drie andere grote steden en de rest van Nederland. Wel lijkt het erop dat de trend in Rotterdam niet constant is en sinds 2007 weer stijgt ( Afbeelding 7). Dit is vooral goed zichtbaar in Afbeelding 8a, waarin een iets ander verticale as is gebruikt om de aantallen ernstig verkeersgewonden in motorvoertuigongevallen weer te geven (in dit geval de aantallen uit de LMR). Het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen zonder gemotoriseerd verkeer vertoont in Rotterdam aanvankelijk weinig ontwikkeling terwijl het aantal in de andere grote steden stijgt. maar ook deze groep stijgt de laatste jaren en sterker dan in de andere grote steden ( Afbeelding 8b). Aantal ernstig verkeersgewonden 10.000 1.000 100 Ernstig verkeersgewonden Rest van NL: -1, G3: +0,1% Rotterdam: -4,8% -1, +0,1% -4,8% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Jaar Afbeelding 7: Trends in het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen MET gemotoriseerd verkeer op basis van de politieregistratie (2000-2009), afgebeeld op een logaritmische schaal. Bronnen: IenM, DHD en SWOV. Met motorvoertuigen Zonder motorvoertuigen Index ernstig verkeersgewonden in LMR 140 120 100 80 60 40 20 0 Rest van NL G3 Rotterdam 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Jaar Index ernstig verkeersgewonden in LMR 250 200 150 100 50 0 Rest van NL G3 Rotterdam 2000 2002 2004 2006 2008 2010 Jaar Afbeelding 8a: Trends in het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen MET gemotoriseerd verkeer op basis van de LMR (2000-2011). Aantallen zijn geïndexeerd ten opzichte van het jaar 2000. Bronnen: IenM, DHD en SWOV. Afbeelding 8b: Trends in het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen ZONDER gemotoriseerd verkeer op basis van de LMR (2000-2011). Aantallen zijn geïndexeerd ten opzichte van het jaar 2000. Bronnen: IenM, DHD en SWOV. SWOV / R-2015-6 / P.7

Gecorrigeerd voor het aantal inwoners (morbiditeit) daalt het aantal ernstig verkeersgewonden in ongevallen met gemotoriseerd verkeer sterker in Rotterdam (met 4,5%) dan in de referentiegebieden, maar de schommelingen zijn groot ( Afbeelding 9). Aantal ernstig verkeersgewonden per 100.000 inwoners 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Morbiditeit ongevallen met motorvoertuigen -4,5% -2,0% -0, Rest van NL: -2,0% G3: -0, Rotterdam: -4,5% 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Jaar Afbeelding 9: Trends in morbiditeit door ongevallen MET gemotoriseerd verkeer op basis van de politieregistratie (2000-2009). Bronnen: IenM, DHD, SWOV en CBS. De grootste aantallen ernstig verkeersgewonden in de gemeente Rotterdam vinden we: onder fietsers in een ongeval zonder gemotoriseerd verkeer, onder inzittenden van (bestel)auto s en onder brom- en snorfietsers ( Afbeelding 10); met de auto als tegenpartij wanneer het gaat om ongevallen met gemotoriseerd verkeer ( Afbeelding 11); onder 45-tot 75-jarigen en kinderen tot 11 jaar in ongevallen met gemotoriseerd verkeer ( Afbeelding 12a) en onder 18- tot 55-jarigen zonder gemotoriseerd verkeer ( Afbeelding 12b); op 50km/uur-wegen en -kruispunten wanneer het gaat om ongevallen met gemotoriseerd verkeer ( Afbeelding 13). De volgende groepen ernstig verkeersgewonden komen in Rotterdam meer voor dan in de andere grote steden: slachtoffers onder inzittenden van (bestel)auto s en in de voertuigcategorie overig ( Afbeelding 10); kinderen tot 11 jaar in ongevallen met gemotoriseerd verkeer ( Afbeelding 12a); in ongevallen met gemotoriseerd verkeer op 80km/ uur-wegen en stroomwegen ( Afbeelding 13). Groepen ernstig verkeersgewonden die zich ongunstig ontwikkelen zijn eigenlijk alle vervoerswijzen, maar in het bijzonder de fietsers en inzittenden van (bestel)auto s. Deze groepen nemen vooral de laatste jaren sterk toe (zie voor onderbouwing het achtergrondrapport). SWOV / R-2015-6 / P.8

Ernstig verkeersgewonden naar vervoerswijze 17% 11% Voetganger Fiets zonder motorvoertuig 21% Fiets met motorvoertuig 7% 11% 2 7% 11% 35% Brom-/snorfiets Motor Personen-/bestelauto Overige Rotterdam (N=6.684) G3 (N=26.652) Afbeelding 10: Verdeling van de ernstig verkeersgewonden naar vervoerswijze van het slachtoffer volgens de LMR (2000-2011). Bronnen: IenM, DHD en SWOV. Ernstig verkeersgewonden naar tegenpartij 1 10% 7% 1 Voetganger/tweewieler Personenauto 5% 3% Bestelauto 10% Vrachtauto 55% 55% Overige (o.a. bus, tram) Geen tegenpartij Rotterdam (N=1.799) G3 (N=4.354) Afbeelding 11: Verdeling van de ernstig verkeersgewonden in ongevallen MET gemotoriseerd verkeer naar vervoerswijze van de tegenpartij op basis van de politieregistratie (2000-2009). Bronnen: IenM, DHD en SWOV. SWOV / R-2015-6 / P.9

Ernstig verkeersgewonden naar leeftijd a: Met motorvoertuigen 1 8% 13% 8% 0-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 1 11% 7% 13% 45-54 jaar 55-64 jaar 65-74 jaar 75-plus Rotterdam (N=2.033) G3 (N=9.935) b: Zonder motorvoertuigen 10% 7% 7% 11% 0-11 jaar 12-17 jaar 18-24 jaar 25-34 jaar 1 17% 1 35-44 jaar 45-54 jaar 1 17% 55-64 jaar 65-74 jaar 75-plus Rotterdam (N=4.651) G3 (N=16.717) Afbeelding 12: Verdeling van de ernstig verkeersgewonden (a) MET en (b) ZONDER gemotoriseerd verkeer naar leeftijd volgens de LMR (2000-2011). Bronnen: IenM, DHD en SWOV. SWOV / R-2015-6 / P.10

Ernstig verkeersgewonden naar wegtype 2% 0% 1% 8% 0% 1% 3% 1% 7% 3% 8% 30 km/uur 50 km/uur, kruispunt 50 km/uur, wegvak Overige bibeko 35% 40% 33% 47% Kruispunten bubeko 60 km/uur, wegvak 80 km/uur, wegvak 100 km/uur, wegvak Overige wegvak bubeko Rotterdam (N=1.799) G3 (N=4.354) Afbeelding 13: Verdeling van de ernstig verkeersgewonden MET gemotoriseerd verkeer naar snelheidslimiet van de weg op basis van de politieregistratie (2000-2009). Bronnen: IenM, DHD en SWOV. SWOV / R-2015-6 / P.11

3. Nieuwe bronnen Sinds 2009 is de politieregistratie van verkeersongevallen in BRON ernstig in omvang teruggelopen. Als gevolg hiervan zijn er na 2009 nog nauwelijks goede analyses mogelijk op basis van BRON, behalve dan voor verkeersdoden. STAR Sinds medio 2013 zijn politie, verzekeraars en het verkeerskundig ICT-bureau VIA met elkaar in samenwerking om het probleem van de slechte ongevallenregistratie op te lossen. Hun initiatief moet leiden tot een nieuw bestand van gegevens, dat zij STAR (Smart Traffic Accident Reporting) hebben genoemd. Ook andere partijen zoals SWOV, diverse overheden en maatschappelijke organisaties steunen dit initiatief. Op dit moment wordt het systeem alleen nog gevuld door de politie. De bedoeling is uiteindelijk om alle gegevens over alle ongevallen te bundelen in één systeem, ongeacht of ze nu door de politie, door verzekeraars of door particulieren worden aangemeld. BRON De politie maakt sinds september 2013 weer meer werk van de ongevallenregistratie. De gegevens die dit oplevert zijn beschikbaar in BRON en daarnaast in de software van VIA. Na afloop van elk kalenderjaar, gewoonlijk in april, worden de BRON-gegevens van dat jaar openbaar. Dan is tevens bekend hoe groot de onderregistratie is van verkeersdoden in BRON. Het BRON-bestand van 2013 bevat nu vijf soorten gegevens: 1. Processen-verbaal (PV s): uitgebreide ongevalsmeldingen op basis van een onderzoek door de politie, vaak om vast te stellen of vervolging nodig is. 2. Registratieset: uitgebreide set gegevens met informatie over het ongeval. Deze gegevenssoort kwam tot 2009 veel voor, maar is inmiddels vrij zeldzaam. 3. Kenmerkenmelding: summiere melding van alleen datum, tijdstip en locatie van het ongeval. 4. Kenmerkenmelding+: kenmerkenmelding, uitgebreid met enkele ongevalskenmerken (o.a. van locatie en betrok ken personen). 5. Incidentmeldingen: gegevens afkomstig uit verkeerscentrales van Rijkswaterstaat. VIA Signaal VIA beschikt ook over BRON, maar kan daarnaast ook beschikken over recentere gegevens van het nog lopende jaar. Dit zijn de gegevens die de politie aan de Stichting Processen Verbaal beschikbaar stelt, en die vervolgens Aantal ongevallenmeldingen (geanonimi seerd) vrijwel wekelijks aan VIA worden geleverd. VIA stelt deze gegevens beschikbaar in het softwarepakket VIA Signaal, dat wordt gebruikt om zo actueel mogelijk de ontwikkelingen in de verkeersveiligheid te volgen. Het merendeel van deze gegevens betreft overigens ongevallen zonder letsel. Uiteindelijk komen deze gegevens gecheckt en gecorrigeerd in de officiële ongevallenregistratie van BRON terecht. In Afbeelding 14 is het maandelijks aantal meldingen uit de verschillende gegevensbronnen weergegeven in de periode 2004 t/m najaar 2014. 600 500 400 300 200 100 0 Proces-verbaal Registratieformulier Kenmerkenmelding Ongevallenmeldingen Incidentmanagement Kenmerkenmelding+ VIA Rotterdam 2004 2006 2008 2010 2012 2014 Jaar Afbeelding 14: Overzicht van informatie uit verschillende databronnen per maand, in de periode 2004-2014 voor de gemeente Rotterdam. De oranje lijn geeft de gegevens in VIA Signaal over het lopende jaar 2014 weer. De laatste maanden zijn nog niet volledig maar de lijn geeft wel een beeld van de hoeveelheid informatie die de gemeente in het najaar van 2014 had. Advies Gegevens in VIA Signaal betreffen eerste, ongecorrigeerde gegevens. SWOV adviseert daarom gebruikers van VIA Signaal de gegevens gedurende het jaar alleen als interessante aanvulling te zien op de ongevallengegevens uit BRON. Na afloop van het jaar kan de officiële verkeersongevallenregistratie in BRON worden gebruikt. Het is vooralsnog raadzaam om behoedzaam om te gaan met conclusies op basis van de gegevens van VIA Signaal, daar deze gegevens nog niet officieel zijn vastgesteld. Ook is nog niet duidelijk in hoeverre deze geregistreerde aantallen afwijken van de werkelijke aantallen. SWOV / R-2015-6 / P.12

4. Aanknopingspunten De gemeente Rotterdam heeft gevraagd welke aanknopingspunten deze verkeersveiligheidsanalyse biedt voor nieuw beleid en eventueel verdiepend onderzoek. Daar gaan we hier op in. Eerst schetsen we de benadering van het huidige beleid in Rotterdam. Het Rotterdamse verkeersveiligheidsbeleid Het huidige verkeersveiligheidsbeleid van de gemeente Rotterdam bestaat uit een aantal losstaande activiteiten die in te delen zijn in de volgende drie groepen: 1. maatregelen ten bate van een vlotte en veilige afwikkeling van het drukke stedelijke verkeer; 2. blackspotbeleid waarbij ongevallenconcentraties basis zijn voor maatregelen; 9 3. educatieve projecten voor risicogroepen, aanstaande en jonge verkeersdeelnemers. Nieuwe aanknopingspunten voor beleid De analyses uit dit onderzoek kunnen op vier manieren worden gebruikt om (nieuwe) aanknopingspunten te vinden voor beleid, namelijk door te kijken naar de: 1. grootste groepen slachtoffers en slachtofferlocaties; 2. groepen slachtoffers en slachtofferlocaties die zich ongunstig ontwikkelen; 3. slachtoffergroepen en -locaties die relatief groot zijn in vergelijking met de drie andere grote steden; 4. slachtoffergroepen en -locaties met het hoogste risico. Het Rotterdamse verkeersveiligheidsbeleid lijkt tot nu toe vooral gericht te zijn geweest op deze laatste: de risicogroepen. Voor het te vernieuwen beleidsplan kan Rotterdam haar benadering en de daarbinnen te kiezen doelgroepen heroverwegen op basis van dit onderzoek. De doelgroepen in Rotterdam die op verschillende van de bovengenoemde manieren als belangrijk naar voren komen, zijn: autoverkeer (vooral doden) en fietsers (vooral ernstig verkeersgewonden); ouderen, ook omdat we uit landelijke analyses weten dat dit een groeiende groep is; gebiedsontsluitingswegen en -kruispunten met een limiet van 50 km/uur. Minstens zo belangrijk is vervolgens om te bepalen welk beleid effectief is in het terugdringen van slachtoffers en het beperken van risico s in het verkeer. Hiervoor worden in het achtergrondrapport enkele concrete maatregelen voorgesteld. 10 Om die of andere maatregelen te kunnen toepassen is het wenselijk meer inzicht te hebben in het verkeersgedrag en de inrichting van het verkeerssysteem in de gemeente Rotterdam. De volgende paragraaf laat zien hoe verbeterpunten daarin in kaart kunnen worden gebracht. Daarnaast kan voor effectief beleid bestaande kennis worden benut; in het achtergrondrapport zijn daar de hoofdlijnen voor geschetst. 10 In het algemeen blijken infrastructurele maatregelen en educatie de twee belangrijkste categorieën van gemeentelijke verkeersveiligheidsmaatregelen te zijn. Bovendien is ook handhaving effectief. SWOV / R-2015-6 / P.13 9 Zie voor black spots in Rotterdam (voor een deel in in bovenstaande afbeelding) de website van de gemeente. De ongevallenconcentraties zijn gebaseerd op de politieregistratie van ongevallen. 10 Stipdonk, H.L., Aarts, L.T. & Bos, N.M. (2015). Verkeersveiligheidsanalyse en -aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam. R-2015-6A. SWOV, Den Haag.

Aanknopingspunten voor verdiepend onderzoek Voor verdere verbetermogelijkheden zijn de volgende drie onderzoeksmogelijkheden interessant. Ten eerste een verkenning van ongevalsoorzaken door het in kaart brengen van zogenoemde prestatie-indicatoren verkeers veiligheid (SPI s; Tabel 1). Deze indicatoren kunnen met behulp van het proactieve meetinstrument ProMeV knelpunten op het gebied van verkeersveiligheid inzichtelijk maken. Ten tweede is het interessant om de verkeersveiligheidsprestaties en -processen tussen de gemeente Rotterdam en andere grote gemeenten in Nederland te benchmarken. Door verschillende indicatoren ( Tabel 1) tussen gemeenten onderling te vergelijken, is te zien hoe effectief en efficiënt het verkeersveiligheidsbeleid in de gemeente is en op welke punten de gemeenten van elkaar kunnen leren. Een derde interessante mogelijkheid is het verzamelen en onderzoeken van aanvullende gegevens over ernstig verkeers gewonden door informatie over ongevalslocaties te koppelen aan locatie-informatie uit ambulancegegevens. Hiervoor kan worden aangesloten bij landelijke ontwikke lingen. Tabel 1: Overzicht van primaire en secundaire indicatoren voor een gemeentelijke benchmark van verkeersveiligheid. De termen primair en secundair geven de mate van belang van de indicator voor gemeenten aan. Input Throughput Output Outcome Uitgangsindicatoren Procesindicatoren Beleidsindicatoren Tussenindicatoren (SPI s) Eindindicatoren (slachtoffers) Primaire indicatoren Beschikbaar budget voor verkeersveiligheid Uitgevoerde probleemanalyse als uitgangspunt voor beleidskeuzen Monitoring van relevante beleidsprestaties Uitgevoerde maatregelen op het terrein van: - Infrastructuur - Handhaving - Voorlichting - Educatie - Overige Gemiddelde snelheid per wegtype Kwaliteit van de infrastructuur Mortaliteit + morbiditeit Secundaire indicatoren Aanwezigheid van verkeersveiligheidsdoelstellingen en andere ambities Economische evaluaties Partijen waarmee wordt samengewerkt Spreiding in snelheid, aandeel overtreders Kwaliteit van de fietsinfrastructuur Rijden onder invloed van alcohol Gordelgebruik Lichtvoering fietsers Helmgebruik tweewielers Mortaliteit en morbiditeit in de belangrijkste leeftijdsgroepen: adolescenten en ouderen Dichtheid van doden en ernstig verkeersgewonden in de belangrijkste vervoerswijzen Dichtheid van doden en ernstig verkeersgewonden op de belangrijkste locaties SWOV / R-2015-6 / P.14

5. Meer informatie Achterliggend onderzoeksrapport Stipdonk, H.L., Aarts, L.T. & Bos, N.M. (2015) Verkeersveiligheidsanalyse en -aanbevelingen voor de gemeente Rotterdam; Ontwikkelingen, relevante doelgroepen en aandachtspunten. R-2015-6A. SWOV, Den Haag. SWOV-publicaties zijn te downloaden van swov.nl, via het Kennisportaal. SWOV / R-2015-6 / P.15

Colofon Auteurs Ongevallen voorkomen Dr. Letty Aarts Letsel beperken Levens redden Dr. Henk Stipdonk Drs. Niels Bos Fotografen Gemeente Rotterdam Peter de Graaff, Den Haag 2015 Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid SWOV Postbus 93113, 2509 AC Den Haag Bezuidenhoutseweg 62, 2594 AW Den Haag +31 70 3173 333 info@swov.nl www.swov.nl @swov_nl / @swov linkedin.com/company/swov Dit onderzoek is gefinancierd door de gemeente Rotterdam. De informatie in deze publicatie is openbaar. Overname is toegestaan met bronvermelding.