WAT TE DOEN NA DE PRIK? Maurits Sietsma, Oscar Dorrestijn
Overzicht voordracht Inleiding: definities en anatomie Wat te doen voor de prik? Wanneer een prik? Na de prik Verwijzing orthopedie Overige injecties rond de schouder Samenvatting
Inleiding: definities en anatomie De prik = Subacromiale injectie met steroid (anaestheticum) een 1 op 4
Waarom? 1 meest voorkomend Subacromiale problematiek meest voorkomend Schouderklachten H.A. incidentie 29.3/1000 45% Subacromiaal Impingement Syndr. (SIS) (v.d. Windt) 2 op 526 patienten geopereerd (nieuwe gevallen in 1998)(Dorr.) DBC 1450(2010): impingement: Conservatief: 47.060 Operatief: 9.223
2 meest nauwkeurig Injecties in de SAR zijn inaccuraat(76% posterior ; 69% anterior) ondanks het overtuigende gevoel van de arts(henkus arthroscopy 2006) Succesvol injecteren subacromiaal in 70%, N=56, 21% in deltoid(yamakado, arthroscopy 2002) echografie vs. blind prikken, echo significant beter op VAS en SFA test(schoudertest) (Naredo, J.Rheumatology 2004)
Subacromiaal impingement Syndroom: waar hebben we het over? Neer(1972): inklemming bursa/rotator cuff tussen acromion en tuberculum majus= extrinsiek
Bigliani
Subacromiaal impingement Syndroom: waar hebben we het over? Codman s theory: degeneratie ipv. Impingement osteofyt acromion,rotatorcuffscheuren=intrinsiek Bursitis, tendinitis, tendinitis calcarea, cuffruptuur, cuff tendinopathie etc.
Wat te doen voor de prik? Anamnese en onderzoek Typische patient SIS Anamnese onderzoek
Diagnose soms niet voor de handliggend Differentiaal Diagnose: 1 Micro instabiliteit bij sporters 2 bicepspeestendinits 3 labrum/slap pathologie 4 AC arthrose 5 SC arthrose 6 omarthrose 7 arthritis 8 cervicale HNP 9 tumor
Niet invasieve therapie NHG standaard Leefregels NSAID s Fysiotherapie
Wanneer een prik? Tendinopathie rotatorcuff, tendinits calcarea, Degeneratieve cuffruptuur cuffarthropathie NHG na 1 2wkn. bij onvoldoende resultaat, analgetica en adviezen Uitzondering is de acute tendinopathie
Na de prik Goed effect Tijdelijk effect Geen effect Klaar 2 e injectie diagnose?, infiltratie? Bij 2 en 3 event. doorverwijzing orthopedie
Orthopeed na anamnese en onderzoek Tijdelijk effect injectie: Uitleg en afwachten Nadere diagnostiek Injectie herhalen Operatie?
Orthopeed na anamnese en onderzoek Bij geen effect injectie: Diagnostiek: echo, mri, ct contrast, doorlichting Injectie herhalen in combi met diagnostiek
Scopische subacromiale decompressie(4x) 1 Anamnese: bovenarmspijn, m.n. bij bovenhandse activiteiten 2 Onderzoek: painfull arc, jobe+ 3 Positieve reactie op subacromiale injectie 4 Echo + / MRI + Cave(!) patienten < 40 jaar
Operatie Scopische bursectomie(nociceptoren) (Henkus, JBJS 2009) Verwijderen voorpunt, osteofyt Intra articulaire inspectie!
Effectiviteit scopische decompressie Constant score (max=100) Pre-op Post-op Haahr e.a. (2005) N=41 rct 33.7 1 jr: 86.4 Lim e.a. (2005) N=101 obs 48 gem. 14 mnd (3-24): 81 Petre e.a. (1998) N=40 obs 49.3 6 mnd: 78.2 Dom e.a. (2003) N=52 obs 6 mnd: 76.4 5 jr: 84.9
Ketola, JBJS, 2009 FT vs scop neer + zelfde FT N= 2x 70 Geen significant verschil VAS & SDQ Operatie aanzienlijk duurder
Operatief versus conservatief SIS Geen bewijs operatie SIS beter dan conservatieve therapie(review, dorr., JSES, 2009) Vroegtijdig opereren(<1jaar) SIS niet te verkiezen boven conservatieve therapie gezien kosten en ontbreken van beter effect(rct, BMC,2007)
Wanneer wel opereren Falen conservatieve therapie(hoelang?): Jonge patient, diagnose Mechanische obstructie Cuffruptuur
Overige injecties Intra artic injectie: frozen shoulder, omarthrosis, bicepspeestendinitis Ac injectie SC injectie AC arthrosis SC arthrose, osteitis condensans
Samenvattend 1 2 3 injectie geen effect: diagnose?, infiltratie? operatie indicatie beperkt bij SIS toekomst belangrijke plaats voor de echografie van de schouder 4 SAPS=SubAcromiaalPijnSyndroom, richtlijnen 2012
Vragen?