Bijlage 1 Omschrijving van de provocatietesten: Knieregio

Vergelijkbare documenten
De Knie. diagnostische testen. Mark Vongehr Fysiotherapeut/manueeltherapeut. presentatie knie medisch centrum aarveld

SNT KLINISCHE TESTS. Dia 1 / 64

ONDERZOEK KNIE. Datum onderzoek... Naam onderzoeker. SENSIBILITEIT Tintelingen. nee / ja. Lokalisatie...bovenbeen / knie / onderbeen / voet. Hobby s.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2015, blok 3, Gerard Koel.

Kennis Quiz. SNN congres 2015

Diagnostiek aan de schoudergordel. Model orthopedische geneeskunde ( James Cyriax) (Dos winkel)

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Januari 2014, blok 3, Gerard Koel.

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 1 Zoekstrategie blz 4 tm 6. Hoofdstuk 2: Criterialijsten blz 7tm 10. Hoofdstuk 3 Resultaten blz 11 tm 25

ERASMUS MC MODIFICATIE VAN DE (REVISED) NOTTINGHAM SENSORY ASSESSMENT Handleiding

Postacademiale cursus: SCHOUDER COMBI. Najaar 2018, blok 4, Gerard Koel.

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN.

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )

Henny Leentvaar (Sport)Massage. Functie testen. Datum: 14 mei Opgesteld door: Henny Leentvaar

NVAB Richtlijn Klachten aan Arm, Nek of Schouder. Werk en KANS Hoge School Leiden. Dr. Leo. A.M. Elders

Eerste bijeenkomst 2014 van het Schouder Netwerk Twente. 3 Juni 2014, Saxion Hogeschool Enschede.

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Tetraplegie

Aanpak van acute knieletsels in de eerste lijn. Dr. Bex Steven Huisarts/sportarts KSTVV Lotto-Belisol

Lichamelijk onderzoek

De meest waardevolle. van klinische schoudertesten. Een literatuuroverzicht. Literatuuroverzicht

Rotator cuff impingement. Beate Dejaco-Lanz Sportfysiotherapeute MSc Orthopedisch manueel therapeute Sport Medisch Centrum Papendal

Cervicale wervelkolom vs. schouderklachten. Dr. T. De Vroey Fysische geneeskunde en revalidatie 20 oktober 2018

Schouderpathologie voorde huisarts

Disclosure belangen spreker: Gerard Koel

Heup- en kniepathologie: 1ste lijnsaanpak. Dr Mike Tengrootenhuysen

Luxaties van schouder elleboog en vingers. Compagnonscursus 2012

P. van der Tas & J.M. Klomp-Jacobs

Instructie. Motor Assessment Scale Auteur: Carr J.H Scoring. Testvolgorde en instructies

Bewegingsapparaat schouder glenohumeraal Pagina 1 van 5

KNGF-richtlijn Beroerte Verantwoording en Toelichting Map K

Lieven De Wilde, MD, PhD Alexander Van Tongel, MD Department of Orthopedic Surgery Gent University Hospital

Skillslab handleiding

Gewrichten in beweging 14 maart WDH Breda

Posterolaterale hoek letsels

* short head: eind van coracoid van scapula * long head: supraglenoid deel scapula. * Ulna. * halverwege voorkant humerus.

Formulier voor het beoordelen van de kwaliteit van een artikel over een diagnostische test of screeningsinstrument.

andere been wordt gebogen opzij gelegd. Met de romp en de handen ter hoogte van het onderbeen, de enkel of de tip van

fig Verschillende proteoglycanen

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Najaar, SCHcombi 2017 BLOK 5, door: Gerard Koel.

DE PATHOLOGISCH SCHOUDER ZIEN WE DE BOMEN NOG DOOR HET BOS? TOM CLAES

Palpatie. De pijnlijke schouder: Klinisch onderzoek en infiltraties. Inspectie v. d. Schouder. Passieve R.O.M. Horizontale Adductie

Skillslab handleiding

Samenvatting. Doelstelling:

Andere kijk op validiteit

Opbouw Bij ongetraindheid de werphouding (Links:abduction/external rotation) en reiken achter de rug (Rechts : hyperextension) vermijden.

Kan de fysiotherapeut acute knieletsels adequaat diagnosticeren?

Impingement Protocol

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met SCHOUDERKLACHTEN. Voorjaar, SCHcombi 2015 BLOK 5, door: Gerard Koel.

Schouderblessures bij bovenhandse sporten. Sportfysiotherapeut Merel Hoezen

SAMENVATTING. Schouder pijn na een beroerte.

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

HANDLEIDING DE HOOGSTRAAT MOTRICITY INDEX

DIAGNOSTICEREN VAN KNIE KLACHTEN: EEN EVIDENCE BASED OVERZICHT

Theorie-examen Anatomie 13 januari 2006.

Auteur: S. van Grinsven (klinisch epidemioloog paramedische diensten Rijnstate, Arnhem)

De schouder. Anatomie De schouder bestaat uit 3 botstukken: - het schouderblad met de schouderkom - de bovenarm met schouderkop - het sleutelbeen

Verdiepingsmodule. Vaardigheid schouderonderzoek. Schoudersklachten: Vaardigheid schouderonderzoek. 1. Toelichting. 2. Doel, doelgroep en tijdsduur

Het doorbewegen bij een dwarslaesie. Paraplegie

DIAGNOSTICEREN VAN KNIE KLACHTEN; EEN EVIDENCE BASED OVERZICHT

SCHOUDER PROTHESIOLOGIE

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 6e jrg 1988, no. 2 (pp )

Echografie in de schouderdiagnostiek.

Schuitemaker fysiotherapie en manuele therapie bv - Amsterdam

Wat is patello-femoraal pijnsyndroom?


(2016.1) Schouder: Secundair Impingement-syndroom

Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp )

Schouderinstabiliteit

Plekken waar je extra aan gaat spannen kunnen zijn: andere kant, je nek, je rug en je buik.

Schouderletsels (Dr. W.J. Willems, Orthopedisch chirurg, Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, Amsterdam)

Liesblessure, een hinderlijke aandoening of toch niet?

Inleiding. Anatomie. Humerus

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARHTROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, GROOT

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/ARTHROSCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, MIDDEL

Auteur(s): A. Baylé Titel: Momentane rotatie-centra. en kniebandtesten Jaargang: 9 Jaartal: 1991 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 8-23

Oefenprogramma revalidatie rechterzijde

Schouder, bovenrug en bovenarm

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIE PROTOCOL NA ARTHROSCOPISCH HECHTEN SLAP-LAESIE SCHOUDER

Schoudernetwerk Twente

Oefeningen ter Verbetering van je Lichaamshouding

6. Van welk deel van de wervelkolom is de vertebra prominens een onderdeel? 7. Hoe wordt de binnenste laag van het gewrichtskapsel genoemd?

Tweede bijeenkomst 2011 van het Schouder Netwerk Twente. 6 December 2011, Saxion Hogeschool Enschede.

DIAGNOSTIEK. Shandra Bipat, klinisch epidemioloog Afd. Radiologie Academisch Medisch Centrum

Sport Specifieke Blessure Begeleiding

POSTKLINISCH FYSIOTHERAPEUTISCH REVALIDATIEPROTOCOL NA OPEN/SCOPISCH HECHTEN CUFFRUPTUUR SCHOUDER, KLEIN

Schouder impingement. Opdracht stage: schouder impingement. Diagnosen geassocieerd met impingementsyndroom:

Verslag Fysio Online: Knieklachten

Schouderproblemen te boven Rotator Cuff Laesies. R Corveleijn Orthopedisch Chirurg

bij kniegerelateerde

Schouder instabiliteit

Oefenprogramma revalidatie linkerzijde

Handout SNT bijeenkomst

Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:

FYSIOTHERAPIE en het behandelen van patiënten met LAGE RUGPIJN.

Cursus Ontspanningsmassage. Bijlage spieren. Trapezius

Nascholing 9 november 2015

Achterste Kruisband Revalidatie Protocol (conservatief) FASE 1 (0-6 weken na het letsel)

Anatomie. Hier volgen 50 opgaven. Bij elke opgave zijn drie antwoorden gegeven. Slechts één van deze antwoorden is het goede.

REVALIDATIESCHEMA SCHOUDER

Workshop Themadag Physios Mobiliseren van bindweefselplaten

Transcriptie:

Bijlage 1 Omschrijving van de provocatietesten: Knieregio Artikel 2 Meta analyse 2003 1 Anterior drawer test Uitgangshouding: de patiënt ontspannen in ruglig Uitvoering: De moeilijkheid van deze test is het bepalen van de neutrale start positie als de ligamenten beschadigd zijn. De patiënt zijn knie is 90 graden geflecteerd en de heup is 45 graden geflecteerd. In deze positie is de anterior crurium ligament bijna parallel aan het tibia plateau. De patiënt zijn voet wordt gezet op de tafel naast de onderzoeker die op de tafel zit. De onderzoeker zit op de patiënt zijn voorvoet en de voet is geplaatst in een neutrale rotatoire positie. Resultaat test: De onderzoeker zijn handen worden rond de tibia geplaatst. Met deze handen palpeert de onderzoeker de hamstrings om zeker te maken dat deze ontspannen zijn. De Tibia wordt dan naar voren getrokken ten op zichte van het femur. Normaliter zou de uitslag van de beweging circa 6 mm zijn. 2 Lachman test Uitgangshouding: patiënt ontspannen in ruglig Uitvoering: knie wordt door de fysiotherapeut gebogen in 20 graden en daarna schuiflade naar ventraal Resultaat test: positief indien er een verschuiving van de tibia ten op zichte van het femur ( na het uitsluiten van letsel pcl) 3 Pivot shift test Acute fase Uitgangshouding: patiënt ontspannen in ruglig. Het been wordt gesteund door de behandeltafel. De ft omvat de enkel van de pt met de homolaterale hand en geeft axiale druk. Met de laterale hand wordt het fibulakopje naar anteromediaal gedrukt. Uitvoering: nu wordt de homolaterale hand de knie ge-endoroteerd en geflecteerd ( onder axiale druk). Resultaat test: positief indien de knie tussen de 30 graden en 50 graden terugschiet vanuit de subluxatiestand ( laterale tibiaplateau naar ventraal door uitgangshouding test) Chronische fase: idem zonder steun van de behandeltafel Artikel 3 Meta analyse 2001 Meniscus 4 Mcmurray test Uitgangshouding: de patiënt ligt op de rug. Uitvoering: De homolaterale hand van de ft houdt de voet van de patiënt vast en flecteert de knie maximaal. De homolaterale hand van de ft wordt geplaatst op de knie van de patiënt met de vingers op de mediale gewrichtsspleet. De ft geeft valgus-extensiedruk. De homolaterale hand van de ft exoroteert het onderbeen. Nu wordt de knie gestrekt, terwijl de valgusdruk wordt gehandhaafd. Positief: Indien een palpabele of hoorbare klik optreedt, is er mogelijk sprake van een mediale meniscuslaesie ( achterhoorn) 1

Opmerking: indien de beweging wordt uitgevoerd met varus-endorotatiedruk wordt meer de nadruk gelegd op het testen van de laterale meniscus. Doel: aantonen van een meniscuslaesie 5 Apley grind test Uitgangshouding: de patiënt ligt in buiklig. De knie wordt door de ft 90 graden geflecteerd. De ft omvat de hiel en voorvoet van de patiënt. De voet wordt in dorsaalflexie gehouden. Uitvoering: De ft geeft axiale druk ( compression menisci) en voert endo- en exorotatie uit, gecombineerd met flexie of extensie. Opmerking: mediale pijn duidt op mediaal letsel, laterale pijn duidt op lateraal letsel. Doel: aantonen meniscuslaesie 6 Joint line tenderness uitgangshouding: in ruglig. Uitvoering:De therapeut palpeert de gewrichtspleet Resultaat test: Drukpijn op de gewrichtsspleet geeft een positieve test uitslag Doel aantonen van eventueel meniscus letsel 7 Joint effusion Uitgangshouding: in ruglig Uitvoering: De knie van de patiënt is geextendeerd. Er wordt compressie gegeven op de patella Resultaat test:de test is positief wanneer er een zwelling aanwezig is. Doel aantonen van eventueel meniscus letsel Over de volgende provocatie testen hebben wij geen juiste artikelen kunnen vinden. Posterior Sag sign ( Gravity drawer test) Uitgangshouding: De patiënt ligt gesupineerd met de heup 45 graden geflecteerd en de beide knieën 90 graden geflecteerd. Uitvoering: In deze positie de tibia valt terug of zakt terug ten opzichte van het femur als de achterste kruisband gescheurd is. Resultaat test: Normaliter steekt het mediale tibia plateau ongeveer 1cm uit ten opzichte van het de anteriore femur condyle Posteriore tibiale verplaatsingen zijn aantoonbaar indien de de knie geflecteerd is van 90 tot 110 graden. Dit is een test voor posterieure instabiliteit. Posterior drawer test/ gravity test ( Godfrey( gravity) test) Uitgangshouding: de patiënt ligt gesupineerd en de onderzoeker houdt beide benen omhoog terwijl de knieën en heup 90 graden geflecteerd zijn. Uitvoering: Indien er een posterieure instabiliteit is dan is er een posterieure verzakking van de tibia te zien. Indien er manuele posterieure druk wordt toegepast vindt wordt de verzakking groter. Quadriceps active test Uitgangshouding: De patiënt bevindt zich in lig. De patiënt zijn knie bevindt in een neutrale hoek. De onderzoeker geeft 9kg anteriore kracht gevolgd door negen kg posteriore kracht. De 2

resultaten voor de goede en aangedane knie worden met elkaar vergeleken. ( blz599 van Magee voor plaatjes en uitleg). Valgus stress test ( abductie) Uitgangshouding: De patiënt bevindt zich in lig. Uitvoering: Testen van de mediale instabiliteit. Dit houdt in dat de tibia beweegt ( gaps) ten opzichte van het femur aan de mediale zijde. De onderzoeker geeft valgus stress( drukt de knie naar mediaal) terwijl de enkel is gestabiliseerd in lichte laterale rotatie. Homolaterale hand bij de enkel en heterolaterale hand geeft valgus stress. De knie wordt eerst getest in volledige extensie en vervolgens in lichte flexie ( 20 tot 30 graden). Resultaat test: Positief indien de tibia beweegt ten op zichte van het femur in excessieve hoeveelheden indien valgus stress wordt toegepast. Graad 1 : 0-5 mm Graad 2 : 5 10 mm Graad 3 > 10 mm Anderson medial-lateral grind test Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig. Het been van de patiënt bevindt zich tussen de arm en de borst van de ft. Terwijl de wijsvinger en duim van de ft van de tegengestelde hand worden geplaatst over de anteriore gewrichtsspleet. Uitvoering: Een valgus stress wordt toegepast op de knie terwijl het passief wordt geflecteerd tot 45 graden. Dan wordt er een varus stress toegepast terwijl de knie passief wordt geextendeerd. Er wordt op dat moment een circulaire beweging in het gewricht gemaakt. Deze beweging wordt een aantal keer geherhaald. Hierdoor wordt de varus en valgus stress vergroot bij elke rotatie. Resultaat test: Positief indien er crepitaties wordt gevoeld in het gewricht. Steinmann Uitgangshouding: De patiënt ligt op de rug. De knie is gestrekt. Uitvoering: Indien er sprake si van een drukpijn in de mediale gewrichtsspleet t.p.v de meniscus en de knie worden geflecteerd door de ft, dan zal dit pijnlijke punt zich dorsaalwaarts verplaatsen, indien er sprake is van een meniscuslaesie. Doel: aantonen van meniscuslaesie Varus stress test ( adductie) Uitgangshouding: De patiënt bevindt zich in lig. Uitvoering: Testen van de laterale instabiliteit. Dit houdt in dat de tibia beweegt ( gaps) ten opzichte van het femur aan de laterale zijde. De onderzoeker geeft varus stress( drukt de knie naar lateraal) terwijl de enkel is gestabiliseerd in lichte mediale rotatie. Homolaterale hand bij de knie geeft varus stress en heterolaterale enkel drukt naar mediale zijde. De knie wordt eerst getest in volledige extensie en vervolgens in lichte flexie ( 20 tot 30 graden). Resultaat test: Positief indien de tibia beweegt ten op zichte van het femur in excessieve hoeveelheden indien varus stress wordt toegepast. Graad 1 : 0-5 mm Graad 2 : 5 10 mm Graad 3 > 10 mm 3

Patellofemoral compression test ( Clarke s sign) Uitgangshouding: De patiënt ligt in ruglig met het been geextendeerd. Uitvoering: De ft plaatst omvat met zijn hand het proximale deel de patella en voert een lichte druk uit op deze plaats. Vervolgens wordt aan de patiënt gevraagd om de quadriceps aan te spannen terwijl de ft deze naar beneden duwt( loodrecht op het been). Resultaat test: Indien de patiënt deze contractie kan uitvoeren en aanhouden zonder pijn is de test negatief Apprehension test ( for patella dislocation)( Fairbank s apprehension Test) Uitgangshouding: Patiënt ligt in ontspannen ruglig. Quadriceps ontspannen en de knie dertig graden geflecteerd. Uitvoering: De ft duwt voorzichtig en langzaam de patella naar lateraal. ( Duimen mediale zijde van de knie) Exorotatie van het bovenbeen. (De ft kan het beste op de bank gaan zitten met het te onderzoeken been op schoot.) Resultaat test: Indien de pt het gevoel krijgt dat de patella gaat disloceren dan zal de patiënt de quadriceps aanspannen. Indien dit het geval is, is de test positief. Bounce home Uitgangshouding: de patiënt ligt op de rug. De hiel van de patiënt rust in de hand van de ft. Heup in lichte exorotatie. De knie van de patiënt volledig geflecteerd. Uitvoering: De knie wordt passief geextendeerd. Resultaat: Positieve uitslag indien de extensie niet volledig is of een rubber-achtig eindgevoel heeft ( springy block) of als de patiënt een scherp gevoel bij de gewrichtsspleet dat uitstraalt naar het distale einde van het been. Schouderregio Artikel 1 Systematic review 2003 1&2 Extenal rotation lag sign of drop sign Uitgangshouding: in zit of in stand Uitvoering: De elleboog is in 90 graden geflecteerd en de arm wordt in 20 graden abductie gebracht. Daarna brengt de onderzoeker de arm in maximale exorotatie en vraagt aan de patiënt om deze positie vast te houden. Resultaat van de test: Als de supraspinatus of infraspinatus is gescheurd, de arm gaat dan endoroteren en springt terug richting anterior. De test is dan positief. 3 lift-off test/ lift-off sign Uitgangshouding: in stand Uitvoering: De patient plaats de dorsale zijde van zijn hand tegen zijn rug ( endorotatie). Vervolgens (lift) beweegt hij zijn hand weg van zijn rug. Resultaat van de test: Als de patient niet in staat is om deze beweging te maken, danwijst dit op een laesie van de subscapularis. Als er een abnormale beweging wordt waargenomen in de scapula gedurende de test dan wijst dit op een instabiliteit van de scapula. De testkan ook worden gebruikt om de rhomboideus te testen. Als de scapula naar mediaal gaat hangen gedurende de test kan dit aangeven dat de rhomboideus is aangedaan. 4 internal rotation lag sign Uitgangshouding: - Uitvoering: Het vasthouden van maximale endorotatie, elleboog is 90 graden geflecteerd, schouder is in 20 graden elevatie en 20 graden extensie. 4

Resultaat van de test: het opsporen van problemen in de m. subscapularis. 5 Palpatory rent test Uitvoering: de rotator cuff wordt gepalpeerd door de onderzoeker van achteren. Met de arm in endo- en exorotatie en dan hyper geextendeerd. 6 internal rotation resistance strength test Uitgangshouding:- Uitvoering: De arm is in 90 graden abductie. Weerstand moet de patiënt tegenhouden in exoratatie en endorotatie richting. Resultaat van de test: de test wilt laten zien waar het probleem in ligt, in subacromial pathologie (outlet impingment) of inra-articulaire pathologie of microinstabiliteit met secondaire impingement( non-outlet impingement). 7 Neer impingement test Uitgangshouding: Stand. Fysiotherapeut staat achter de patiënt. Uitvoering: De arm van de patiënt wordt passief eindstandig bewogen in de anteflexie richting totdat het tuborsitas tegen anterior inferiore rand van het acromion loopt. Resultaat van de test: Bij een positieve uitslag zal de patiënt pijn aangeven in deze regio. 8 Hawkins/Kennedy test Uitgangshouding: Stand Uitvoering: De fysiotherapeut beweegt de arm passief in anteflexie richting tot 90 graden. Vervolgens endoroteert de fysiotherapeut de te onderzoeken arm in de schouder. Resultaat van de test: De endorotatie beweging duwt de pees van de supraspinatus tegen het anteriore deel van het coracoacromial ligament en het proces coracoid. Bij een positieve uitslag zal de patiënt pijn aangeven. 9 Acromioclavicular Crossover, Crossbody, or Horizontal adduction test Uitgangshouding: in stand. Uitvoering: De patiënt brengt zijn arm naar zijn andere schouder, met gestrekte elleboog. De uitvoerder mag dit ook passief doen. De arm van de patiënt is in 90 graden anteflexie. Vervolgens brengt de uitvoerder de arm in horizontale adductie, zo ver mogelijk. Resultaat van de test: Als pijn zich bevindt in het AC gewricht, dan is de test positief. Is de pijn gelokaliseerd in het SC gewricht, dan wijst dit op problemen in dit gewricht 10 empty can test of supraspinatus test of Jobe test Uitgangshouding: in zit Uitvoering: De arm van de patiënt is geabduceerd in 90 graden, geen rotaties en er wordt weerstand gegeven voor de abductie beweging. De schouder wordt dan geendoroteerd, 30 graden, zodat de duim naar beneden wijst. ( Als de duim omhoog wijst dan heb je de full can test.) Nu wordt weer weerstand gegeven voor abductie en de onderzoeker kijkt naar zwakte en/of pijn. Resultaat van de test: De test is positief als er zwakte en/ of pijn optreedt, er is dan sprake van een scheur van de supraspinatuspees of spier, of een neuropathie van de nerves suprascapularis. 5

11 impingement sign Uitgangshouding: in zit Uitvoering: De onderzoeker brengt de arm in 90 graden abductie en in maximale exorotatie. Resultaat van de test: Als er tijdens de test de bekende symptomen van de patient ontstaan en anterior of posterior ook pijn (of beiden) heeft dan is de test positief. Een positief testresultaat wijst op een tweede of derde graads impingement volgens Jobe. 12 pain full arc Uitgangshouding: in stand/ in zit Uitvoering: De arm wordt geabduceerd met de elleboog gestrekt. De schouder wordt ook geeleveerd. Resultaat van de test: Een painfull arc kan worden veroorzaakt door een busitis van het acromion, teveel calcium afgifte, peritenonitis of een tendinitis van de rotator cuff spieren. Wanneer er tussen de 45 en 120 graden pijn is, dan ligt de oorzaak in het glenohumerale gewricht en wanneer er pijn is tussen de 170 en 180 graden, dan ligt de oorzaak in het acromioclaviculaire gewricht. 13 Drop arm (Codman s) test Uitgangshouding: stand Uitvoering: De fysiotherapeut abduceert passief de patiënt zijn schouder tot 90 graden. Vervolgens vraagt de fysiotherapeut om de arm langzaam naar beneden te bewegen in dezelfde boog als deze omhoog bewogen is. Resultaat van de test: Positief resultaat indien de patiënt niet in staat is om deze beweging te maken of als de patiënt pijn heeft tijdens het maken van deze beweging. Een positief resultaat wijst op een scheur in de rotator cuff complex. 14 Yergason test Uitgangshouding: in zit. Uitvoering: De elleboog van de patiënt is 90 graden geflecteerd en de onderarm is geproneerd. Nu wordt door de onderzoeker weerstand gegeven voor de bewegingen exorotatie en supinatie. Resultaat van de test: Als de onderzoeker de bicepspees in de bicepsgroeve palpeert tijdens de supinatie en exorotatie beweging en hij voelt dat de pees eruit schiet, dan is het transverse humerale ligament gescheurd. Is er alleen gevoeligheid bij de bicepspees, dan kan dit wijzen op een biceps tendinosis/ paratenonitis. 15 Speed test ( Biceps or Straight-Arm test) Uitgangshouding: in zit. Uitvoering: Anteflexie tegen weerstand, waarbij de onderarm eerst is gesupineerd en daarna geproneerd, de elleboog is geextendeerd. Deze test kan pijn veroorzaken. Resultaat van de test: een positieve test is het wanneer de gevoeligheid in de biceps groeve afneemt, vooral wanneer de onderarm is gesupineerd. Dit wijst op een tendinosis of op een bicipital paratenonitis. 16 passive external rotation test Uitgangshouding: stand/zit Uitvoering: De arm wordt door de therapeut in exorotatie gebracht. Resultaat van de test: bij pijn provocatie is waarschijnlijk de subscapularis aangedaan. 6

17A Artikel 4 Biceps load test 2001 Biceps Load test 2 Uitgangshouding patient: Patiënt in ruglig Uitvoering: De arm wordt geeleveerd tot 120 graden en maximale exorotatie. De elleboog wordt 90 graden geflecteerd en de arm volledig gesupineerd. Aan de patiënt wordt gevraagd de arm te flecteren tegen weerstand. Resultaat van de test: De test is positief wanneer de patiënt (verergering van de) pijn ervaart tijdens de weerstand. De test is negatief als de pijn afwezig is of wanneer de pijn gelijk blijft of verdwijnt tijdens de weerstand. Labrum leasiebiceps 17B Biceps load test (superior labrum) Uitgangshouding: ruglig Uitvoering: De schouder is geabduceerd in 90 graden en de onderarm is gesupineerd. De onderzoeker brengt de arm in exorotatie en als er een apprehension verschijnt dan stop de onderzoeker met het exoroteren en houdt de positie aan. De patiënt moet dan zijn elleboog flecteren en de onderzoeker geeft hierin weerstand ( bij de pols). Als de apprehension afneemt of als de patiënt zich beter voelt, dan is de test negatief, er is geen sprake van SLAP leasie. Resultaat van de test: de test is positief wanneer de apprehension niet afneemt of erger wordt tijdens de weerstand. 18 Labral Crank test Artikel 5 crank test 1996 Uitgangshouding: in zit ( kan ook in ruglig) Uitvoering: De onderzoeker eleveert de arm tot 160 graden. Daarna wordt er een exorotatie en een endorotatie gemaakt. Resultaat van de test: De test is positief als er pijn optreedt bij de rotaties, vooral bij exorotatie met of zonder klik. Labrum leasie 19 artikel 6 +7 O brien 1998 O brien test/active compression test: aanwezigheid voor SLAP leasies of superior labral leasies. Uitgangshouding: in stand Uitvoering: Anteflexie van de arm tot 90 graden en de elleboog is geextendeerd. De arm wordt dan in horizontale adductie 10 tot 15 graden gebracht en de arm van de patiënt wordt geroteerd zodat de duim naar beneden wijst. De onderzoeker staat achter de patiënt en geeft weerstand naar beneden. Nu wordt hetzelfde weer uitgevoerd alleen is de onderarm nu gesupineerd. Resultaat van de test: Als er pijn of een pijnlijke klik wordt veroorzaakt in de schouder ( dus niet in het acromioclaviculare gewricht) in de eerst deel van de test (dus wanneer de arm is geproneerd) en in de tweede deel van de test is het niet aanwezig of is het afgenomen dan is de test positief, in het labrum zijn er abnormaliteiten. 20 anterior slide Uitgangshouding : stand Uitvoering: De patient zijn aangedane arm wordt geplaatst op de heup met de duim voorwaarts. De onderzoeker stabiliseert de schouder met een arm en gebruikt de andere hand om een anterior superiore axiale druk op de humerus uit te voeren. Resultaat van de test: De test is positief indien er een klik of pijn diep in de schouder wordt gevoelt. Bij pijn op een andere lokatie wordt deze test niet als positief bevonden. 7

21 compression rotation Uitgangshouding: Stand Uitvoering: De arm van de patient 90 graden geabduceerd en de elleboog 90 graden geflecteerd. Een axiale druk wordt uitgeoefend op de schouder en tegelijkertijd wordt er een circumductie en rotatie beweging uitgevoerd ( ter vergelijking met de mc-murray voor de knie) Resultaat van de test: De test is positief als er tijden de compressie een klik of pijn gevoelt wordt. 22 Full can test Uitgangshouding:- Uitvoering: Arm in 90 graden elevatie in de scapular plane (scaption) en 45 graden exorotatie. Over de volgende provocatie testen hebben wij geen juiste artikelen kunnen vinden. Gerber s internal-rotation lift-off test / lift off sign Uitgangshouding: Stand Uitvoering: De patiënt plaatst de dorsale vlak van de hand op het achterwerk.vervolgens beweegt de patiënt de hand weg van de rug zonder de elleboog te gebruiken. Resultaat van de test: De beweging is niet mogelijk of pijnlijk. Abnormale beweging van de scapula kan duiden op scapula instabiliteit. Deze test wordt tevens gebruikt op de rhombiods te testen. Sulcus sign/test for inferior shoulder instability Uitgangshouding: De patiënt staat met de arm langs zijn/haar lichaam en de schouder musculatuur ontspannen. Uitvoering: De fysiotherapeut neemt de patiënt zijn onderarm( lichte flexie elleboog) en drukt deze naar distaal ( vanuit de bovenarm gezien). Resultaat van de test: Positief indien de sulcus zichtbaar wordt. Fulcrum test: Uitgangshouding : ruglig Uitvoering: De schouder is ge-exoroteerd. De fysiotherapeut legt de hand op het dorsale vlak van de schouder ( onder het GH gewricht)( dient als fulcrum).de ft extendeert exoroteert de schouder over de fulcrum. Resultaat van de test: Positieve uitslag indien de patiënt reageert alsof er een apprehension plaats vindt. Posterior drawer test Uitgangshouding: ruglig Uitvoering: De onderzoeker pakt de onderarm proximaal vast en flecteert de elleboog tot 120 graden en de schouder abduceert hij tussen de 80 en 120 graden en maakt een anteflexie van de schouder tussen de 20 en 30 graden. Met de andere hand stabiliseert de onderzoeker de scapula door zijn vingers te plaatsen op de scapula en zijn duim te plaatsen op de processus coracoid. ( De behandelbank stabiliseert de scapula ook). Dan beweegt de onderzoeker de arm omhoog tussen de 60 en 80 graden en tegelijkertijd haalt hij de duim van de proc. Coracoid en duwt de kop van de humerus richting posterior. De kop van de humerus kan worden gevoeld door de vingers die de scapula stabiliseerde. De test is meestal pijnvrij. 8

Resultaat van de test: Als de test positief is dan wijst dit op een posteriore instabiliteit van de schouder, de test laat dan zien dat de translatie richting posterior groot is. Anterior drawer test Uitgangshouding: ruglig Uitvoering: De onderzoeker plaatst de hand van de aangedane schouder van de patiënt onder zijn oksel. De schouder wordt in abductie gebracht tussen de 80 en 120 graden, anteflexie tot 20 graden en een exorotatie tot 30 graden. De onderzoeker stabiliseert dan de scapula met de heterogene hand en duwt de bovenkant van de scapula iets meer naarvoren met de vingers die zich aan de posteriore kant bevindt. Met de duim geef je druk op de proc, coracoid. Plaats je homogene hand proximaal op de bovenarm en trek (draw) de humerus naar voren. De beweging kan gepaard gaan met een klik of met de apprehension of allebei. Resultaat van de test: Als de test positief is ( en dat hangt af van hoe groot de translatie richting anterior is) dan wijst het op een instabiliteit richting anterior. Relocation test, of; Fowler sign/ test of Jobe relocation test. Uitgangshouding: ruglig Uitvoering: De onderzoeker abduceert de arm in 90 graden en brengt de arm langzaam in exorotatie. Maak daarna een translatie richting posterior. Resultaat van de test: De apprehension zal verdwijnen en de aanwezige pijn zal afnemen, daardoor is een verdere exorotatie van het schoudergewricht mogelijk. De diagnose is dan instabiliteit van de schouder, subluxatie, dislocatie of een impingement. Apprehension (crank) test for anterior shoulder dislocation Uitgangshouding: ruglig Uitvoering: De onderzoeker abduceert de arm in 90 graden en brengt de arm langzaam in exorotatie. Maak daarna een translatie van de humerus richting anterior, wat een subluxatie richting anterior of gewrichtspijn (posterior) kan veroorzaken. Dus voorkom de subluxatie door de test langzaam uit te voeren! Resultaat van de test: Een positief uitslag heb je wanneer je ziet of voelt dat er sprake is van een apprehension of een alarmteken op het gezicht van de patiënt en de terughoudendheid van de patiënt als je verder wil gaan met het uitvoeren van de beweging. Als de posteriore pijn toeneemt dan wijst het op een posterior internal impingment. Capsular patern Uitgangshouding: in zit Uitvoering: Het passief bewegen van exorotatie, endorotatie en abductie. Exorotatie: 80-90 graden Endorotatie: 60-100 graden Abductie: 180 graden. Resultaat van de test: Exorotatie is het meest beperkt, daarna abductie en daarna endorotatie. Je spreekt dan van een capsulair patroon. 9

Bijlage 2 Gebruikte artikelen: schouder Zoekmachine: Pubmed Trefwoord: Shoulder Joint/*injuries/*diagnosis 1.Dinnes J, Loveman E, McIntyre L, Waugh N. The effectiveness of diagnostic tests for the assessment of shoulder pain due to soft tissue disorders: a systematic review. Health Technol Assess. 2003;7(29):iii, 1-166. Review. PMID: 14567906 [PubMed - indexed for MEDLINE] Beschreven testen: Neer test, Hawkins test, external rotation lag sign, palpatory rent test, drop arm test, sulcus sign, relocation test, apprehension, yergason, speed, clunk, empty can. Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord: Neer test 2. Calis M, Akgun K, Birtane M, Karacan I, Calis H, Tuzun F. Diagnostic values of clinical diagnostic tests in subacromial impingement syndrome. Ann Rheum Dis. 2000 Jan;59(1):44-7. PMID: 10627426 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Annals of the Rheumatic Diseases Beschreven testen: Neer, Hawkins, horizontal adduction, painful arc, drop arm, Yergason and Speed test. Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord: sulcus sign 3. Liu SH, Henry MH, Nuccion S, Shapiro MS, Dorey F. Diagnosis of glenoid labral tears. A comparison between magnetic resonance imaging and clinical examinations. Am J Sports Med. 1996 Mar-Apr;24(2):149-54. PMID: 8775111 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: American Journal of Sport Medicine Beschreven testen: apprehension, relocation, load and shift, inferior sulcus sign, and crank tests Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord biceps load test II 4. Kim SH, Ha KI, Ahn JH, Kim SH, Choi HJ. Biceps load test II: A clinical test for SLAP lesions of the shoulder. Arthroscopy. 2001 Feb;17(2):160-4. PMID: 11172245 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Arthroscopy Beschreven test: biceps load test II 10

Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord: Crank test 5. Liu SH, Henry MH, Nuccion SL. A prospective evaluation of a new physical examination in predicting glenoid labral tears. Am J Sports Med. 1996 Nov-Dec;24(6):721-5. PMID: 8947391 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: American Journal of Sports Medicine Beschreven test: crank test Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord: O brien test 6. O'Brien SJ, Pagnani MJ, Fealy S, McGlynn SR, Wilson JB. The active compression test: a new and effective test for diagnosing labral tears and acromioclavicular joint abnormality. Am J Sports Med. 1998 Sep-Oct;26(5):610-3. PMID: 9784804 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: American Journal of Sports Medicine Beschreven test: active compression test Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, specific search Trefwoord: active compression test 7. McFarland EG, Kim TK, Savino RM. Clinical assessment of three common tests for superior labral anterior-posterior lesions. Am J Sports Med. 2002 Nov-Dec;30(6):810-5. PMID: 12435646 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: American Journal of Sports Medicine Beschreven testen: active compression, anterior slide, and compression rotation Zoekmachine: pubmed Clinical queries, diagnosis, sensitive search Trefwoord: empty can test 8. Itoi E, Kido T, Sano A, Urayama M, Sato K. Which is more useful, the "full can test" or the "empty can test," in detecting the torn supraspinatus tendon? Am J Sports Med. 1999 Jan-Feb;27(1):65-8. PMID: 9934421 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: American Journal of Sports Medicine Beschreven testen: full can test en de empty can test 11

Gebruikte artikel: knie Zoekmachine: Pubmed Clinical Queries, systematic reviews Trefwoord: anterior drawer test 1. Malanga GA, Andrus S, Nadler SF, McLean J. Physical examination of the knee: a review of the original test description and scientific validity of common orthopedic tests. Arch Phys Med Rehabil. 2003 Apr;84(4):592-603. Review. PMID: 12690600 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Archives of physical medicine and rehabilitation. Beschreven testen: lachman, posterior sag sign, posterior drawer test, mcmurray, joint line tenderness Collateral ligament en patellofemoral pain wordt beschreven alleen niet de testen. Zoekmachine: Pubmed Clinical Queries, systematic reviews Trefwoord: anterior drawer test 2. Scholten RJ, Opstelten W, van der Plas CG, Bijl D, Deville WL, Bouter LM. Accuracy of physical diagnostic tests for assessing ruptures of the anterior cruciate ligament: a meta-analysis. J Fam Pract. 2003 Sep;52(9):689-94. PMID: 12967539 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Journal of family practice Beschreven testen: pivot shift test, anterior drawer test, lachman test. Zoekmachine: Pubmed Clinical Queries, systematic reviews Trefwoord: joint line tenderness 3. Scholten RJ, Deville WL, Opstelten W, Bijl D, van der Plas CG, Bouter LM. The accuracy of physical diagnostic tests for assessing meniscal lesions of the knee: a meta-analysis. J Fam Pract. 2001 Nov;50(11):938-44. PMID: 11711009 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Journal of Family Practice Beschreven testen: Mcmurray, joint line tenderness Zoekmachine: pubmed clinical queries, diagnosis, sensitive search trefwoord:varus stress test 4. LaPrade RF, Wentorf F. Diagnosis and treatment of posterolateral knee injuries. Clin Orthop. 2002 Sep;(402):110-21. Review. PMID: 12218476 [PubMed - indexed for MEDLINE] Naam tijdschrift: Clinical orthopaedics and related researsch Beschreven testen: the external rotation recurvation test, varus stress test at 30 degrees, dial test at 30 degrees and 90 degrees, posterolateral drawer test, reverse pivot shift 12

Bijlage 3 A grove criteria lijst Grove Criteria lijst Onderzoeksstudies 0. Jaartal van het artikel 1998-2004 1. Onderzoeksvragen zijn omschreven. - Resultaten zijn beschreven per test - sensitiviteit - specificiteit - positief voorspellende waarde - negatief voorspellende waarde - betrouwbaarheids interval - Interventie is beschreven - Onderzoekspopulatie is beschreven: aantal, etische achtergrond, leeftijd, geslacht - Is de gouden standaard( controle groep) benoemd 2. Heeft de review gebruik gemaakt van de juiste studies - Onderzoeksvragen zijn onderzocht - Is er gebruik gemaakt van een bepaald design ( welke wel welke niet) 3. Zijn de criteria die gebruikt zijn om een studie wel of niet mee te nemen in een RCT genoemd. 13

Grove criteria lijst: Systematic review en meta-analyse 0. Het jaartal van het artikel 1998-2004 4. Onderzoeksvragen zijn omschreven. - Resultaten zijn beschreven - sensitiviteit - specificiteit - positief voorspellende waarde - negatief voorspellende waarde - betrouwbaarheids interval - Interventie is beschreven - Onderzoekspopulatie is beschreven - Is de gouden standaard benoemd 5. Heeft de review gebruik gemaakt van de juiste studies - Onderzoeksvragen zijn onderzocht - Is er gebruik gemaakt van een bepaald design ( welke wel welke niet) 6. Zijn de criteria die gebruikt zijn om een studie wel of niet mee te nemen in een review genoemd. 7. Hebben de onderzoekers de oorspronkelijke waarde van de onafhankelijke onderzoeken gewaarborgd. 8. Hoe zijn de gegevens van de studie weergegeven. - Zijn de verschillen tussen de studies onderzocht. - Zijn de redenen voor de variatie in de resultaten besproken. - Zijn de resultaten van de verschillende studies samengevoegd. Indien dit het geval was, is dit gegrond op basis van de verschillen en overeenkomsten in uitkomsten en resultaten. 14

Bijlage 3B.1 Criterialijst voor meta-analyse en systematic review 1.De doelstelling van onderzoek wordt gegeven Ja 1 ---- Nee 0 ---- M aximale punten: 1 Gescoorde punten: 2.Methode. aangeven welke zoekmachines men heeft geraadpleegd: 1 ---- De zoektermen zijn genoemd die men 2 ---- gebruikt heeft voor het zoeken van literatuur. De criteria worden genoemd die gebruikt zijn om een 2 ---- x4 studie wel of niet mee te nemen in een review. De onderzoekers hebben de criteria consequent gehanteerd 2 ----x2 De grootte van de onderzoeksgroepen worden gegeven 2 ---- Patienten variabelen worden toegelicht 2 ---- De setting worden gegeven: +/- 2 ---- De testen worden genoemd 1 ---- Maximale punten:22 Gescoorde punten:. 3 Referentie standaard wordt genoemd. De referentie standaard wordt toegelicht 2 ---- Wordt deze kritisch bekeken 2 ---- x2 Maximale punten:6 Gescoorde punten:. 4. Resultaten De resultaten van elke test afzonderlijk worden besproken 2 ----x2 De redenen voor de variatie in de resultaten worden 2 ----x2 besproken Maximale punten: 8 Gescoorde punten:---- 5. Discussie De conclusies zijn gerechtvaardigd, gegeven 2 ----x2 de opzet en de resultaten van Meta analyse De auteurs bespreken eventuele voordelen 2 ----x2 en/of beperkingen van hun conclusie Maximale punten:8 Gescoorde punten:---- +/-* = wel of niet van belang voor onze vraagstelling en de generaliseerbaarheid hiervan Maximale punten: 45 Gescoorde punten: ---- 15

Toelichting bij meta-analyse/ systematische review: Toelichting criteria lijst: Om dubbelzinnigheden en onduidelijkheden van deze criterialijst weg te nemen hebben we deze bijlage toegevoegd, zodat alle punten op dezelfde wijze worden geinterpreteerd. De maximale score voor deze lijst is 45 punten. Bij 45 punten achten wij het artikel als wetenschappelijk betrouwbaar en staan die punten erin die wij noodzakelijk vinden om een betrouwbare uitspraak te doen. Alle artikelen die minder scoren zullen worden voorzien van kritiek. De kritiek zal bestaan uit de voor en nadelen met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek en de punten die de wetenschappelijkheid beinvloeden. Tevens zal er een uitspraak worden gedaan over het belang van deze uitspraak voor de beantwoording van onze vraagstelling. +/-* = wel of niet van belang voor onze vraagstelling en de generaliseerbaarheid hiervan 1. De doelstelling wordt gegeven Zowel indirect ( niet specifiek omschreven maar wel gegeven) als direct scoort dit item de volle punten. 2. methode De zoekmachines worden vermeld, er moet gebruik gemaakt zijn van medische sites. De zoektermen zijn genoemd en ook de jaartal van de zoekprocedure is vermeld. De criteria worden genoemd die gebruikt zijn om een studie wel of niet mee te nemen in een review, oftewel de inclusie en exclusiecriteria. Hebben de onderzoekers de criteria consequent gehanteerd : de studies die zijn meegenomen door de meta-analyse/ systematische review moeten voldoen aan de door hun gestelde criteria s. De grootte van de onderzoeksgroepen worden gegeven. Des te groter de onderzoekspopulatie des te beter zijn de resultaten te generaliseren. Patiënten variabelen worden toegelicht. Onder de patiënten variabelen bedoelen we de leeftijd, gemiddelde van de leeftijd, geslacht. De setting worden gegeven. Indien de setting in de eerstelijns plaatsvind, dan wordt er een plus aan toegekend wat betrekking heeft op de generaliseerbaarheid van onze vraagstelling. De testen worden genoemd. 3. referentie standaard wordt genoemd De referentie standaard wordt toegelicht. Ze vermelden de gebruikte referentie standaard en welke type en bespreekt waarom er voor deze referentie standaard wordt gekozen. Wordt er kritisch gekeken naar de referentie standaard. Ze bespreken eventuele vooren nadelen van de referentie standaard. 16

4. resultaten De resultaten van elke test afzonderlijk worden besproken. Je scoort op deze punt indien minimaal de sensitiviteit, specificiteit, prevalentie worden weergegeven. Aan de hand van deze gegevens kan je de andere waarden berekenen. De redenen voor de variatie in de resultaten worden besproken. 5. Discussie Bij het trekken van de conclusies is er rekening gehouden met alle beinvloedende factoren die eventueel de uitslag van het onderzoek kunnen beinvloeden. Er wordt kritisch naar het onderzoek gekeken en eventuele verbeteringen met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek worden genoemd 17

Bijlage 3B.2 Criterialijst voor onderzoeksstudies 1. De doelstelling van het onderzoek wordt gegeven Ja 1 ---- Nee 0 ---- Maximale punten: 1 Gescoorde punten:. 2.Methode Inclusie en exclusie criteria worden genoemd 2 ---- Leeftijd gegeven +/-* 2 ---- Geslacht gegeven : +/- 2 ---- De setting worden gegeven: +/- 2 ---- De testen worden genoemd 1 ---- De grootte van de onderzoeksgroep hoeveelheid > 100 2 ---- 50-100 1 ---- < 50 0 ---- Enkel geblindeerd onderzoek 2 ----x2 Het onderzoek is reproduceerbaar 2 ----x4 Maximale punten: 23 Gescoorde punten:. 3.Referentie standaard wordt genoemd Is er gebruik gemaakt van een gouden standaard 2 ----x2 Arhrotomy 1 ---- Arthroscopy 1 ---- MRI 1 ---- Ultrasound 1 ---- MRA 1 ---- Andere ` 1 ---- Wordt de referentie of gouden standaard 2 ----x2 kritisch bekeken Maximale punten: 9 Gescoorde punten:. 4. De testen zijn gestandaardiseerd De test/ uitvoering is gestandaardiseerd 2 ----x2 De uitvoerder van de test heeft titel op medisch gebied Fysiotherapeut +/- 1 ---- Orthopeed 1 ---- Arts 1 ---- Andere medische specialisten 1 ---- Maximale punten: 5 Gescoorde punten:. 5. Resultaten van elke test afzonderlijk De sensitiviteit wordt gegeven 2 ----x2 De specificiteit wordt gegeven 2 ----x2 De positieve voorspellende waarde wordt gegeven 2 ---- De negatieve voorspellende waarde wordt gegeven 2 ---- 18

De prevalentie wordt gegeven 2 ---- De betrouwbaarheidsinterval is beschreven 2 ----x2 De intrabeoordelingsbetrouwbaarheid wordt besproken 2 ----x2 De interbeoordelingsbetrouwbaarheid wordt besproken 2 ----x2 De positieve likelyhood ratio wordt gegeven 2 ---- De negatieve likelyhood ratio wordt gegeven 2 ---- Maximale punten: 30 Gescoorde punten: 6. Discussie De conclusies zijn gerechtvaardigd, gegeven 2 ----x2 de opzet en de resultaten van het onderzoek De auteurs bespreken eventuele voordelen 2 ----x4 en/of beperkingen van hun conclusie Er worden suggesties gedaan voor vervolgonderzoek 2 ----.. Maximale punten: 14 Gescoorde punten:. +/-* = wel of niet van belang voor onze vraagstelling en de generaliseerbaarheid hiervan Maximale punten: 82 Gescoorde punten:. 19

Toelichting bij criterialijst onderzoeks studies: Toelichting criteria lijst: Om dubbelzinnigheden en onduidelijkheden van deze criterialijst weg te nemen hebben we deze bijlage toegevoegd, zodat alle punten op dezelfde wijze worden geinterpreteerd. De maximale score voor deze lijst is 70 punten. Bij 70 punten achten wij het artikel als wetenschappelijk betrouwbaar en staan die punten erin die wij noodzakelijk vinden om een betrouwbare uitspraak te doen. Alle artikelen die minder scoren zullen worden voorzien van kritiek. De kritiek zal bestaan uit de voor en nadelen met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek en de punten die de wetenschappelijkheid beinvloeden. Tevens zal er een uitspraak worden gedaan over het belang van deze uitspraak voor de beantwoording van onze vraagstelling. +/-* = wel of niet van belang voor onze vraagstelling en de generaliseerbaarheid hiervan 1. De doelstelling van het onderzoek wordt gegeven. Zowel indirect ( niet specifiek omschreven maar wel gegeven) als direct scoort dit item de volle punten. 2. Methode Inclusie en exclusie criteria De leeftijd wordt genoemd en het gemiddelde. Op dit punt kan men ook een plus en/of een minpunt geven met betrekking tot onze generaliseerbaarheid van de vraagstelling. Een plus kan worden gegeven als de leeftijd tusen de 20 en 50 jaar. Het geslacht wordt genoemd. Een plus wordt toegekend als het gaat om mannen en vrouwen. De setting wordt genoemd. Als de setting in de eerstelijns plaats vindt, wordt hier ook een plus aan toegekend. Grootte onderzoekspopulatie : de punten worden toegekend indien er vermeld staat waarom de onderzoekers voor dit aantal patiënten gekozen hebben of wanneer zij kunnen motiveren waarom dit aantal patiënten representatief is voor de rest van de populatie. Des te groter de onderzoekspopulatie des te beter zijn de resultaten te generaliseren. Enkelblind: De test moet worden afgenomen zonder voorkennis omtrent de werkelijke ziektestatus van de patiënten. Reproduceerbaarheid: De onderzoeker geeft een verantwoording van alle gegevens en de methode waarop deze verkregen zijn. Dit maakt het onderzoek dusdanig transparant dat je na het lezen van het artikel in staat bent het onderzoek nogmaals uit te voeren. Om het onderzoek te repruduceren moeten de volgende items worden gegeven: de in- en exclusie criteria, de grootte van de onderzoekspopulatie, standaardisatie van de gebruikte testen, etc. 3. referentie standaard wordt genoemd Goudenstandaard: een erkende ideale test met de hoogste mate van validiteit. Onder arthrotomie wordt verstaan een chirurgische opening van een gewricht. 20

Onder arthroscopy wordt verstaan het bezichtigen van de binnenzijde van een gewricht door middel van een endoscoop ( arthroscoop). MRI: Magnetische resonantie imaging Ultrasound: Doormiddel van geluidsgolven een beeld vormen. MRA: Door middel van contrastvloeistof en magnetische resonantie een beeld vormen. Andere: elke andere referentie standaard test die gegeven wordt. 4. De testen zijn gestandaardiseerd De testen zijn gestandaardiseerd omschreven: Het uitvoeren van een test op een voorgeschreven of afgesproken wijze. De uitvoerder van de test heeft titel op medisch gebied. Bij de fysiotherapeut wordt een plus toegekend, vanwege de generaliseerbaarheid van onze vraagstelling. 5. resultaten De sensitiviteit: De kans op een positief testresultaat bij aanwezigheid van de aandoening. De specificiteit: De kans op een negatief testresultaat bij afwezigheid van de aandoening. De positieve voorspellende waarde : De kans dat de aandoening aanwezig is bij een positief testresultaat. De negatieve voorspellende waarde: De kans dat de aandoening niet aanwezig bij een negatief testresultaat. De prevalentie: De ziektefrequentie van de ziekte in de onderzochte populatie. De betrouwbaarheidsinterval : Het interval waarbinnen met bepaalde zekerheid een meting valt. De intrabeoordelingsbetrouwbaarheid (reproduceerbaarheid): Het herhaald uitvoeren van een test door een beoordelaar of therapeut bij een of meer patienten. Dit bepaalt de mate van overeenstemming in de resultaten van een test wanneer deze herhaald wordt uitgevoerd door een beoordelaar of therapeut bij een of meer patienten. De interbeoordelingsbetrouwbaarheid ( reproduceerbaarheid): Het door twee of meer beoordelaars of therapeuten uitvoeren van een meting of test bij een of meer patienten. Dit bepaalt de mate van overeenstemming in de resultaten van een test wanneer deze door twee of meer beoordelaars of therapeuten wordt uitgevoerd bij een of meer patienten. De accuraatheid: Proportie van alle tests die een correct resultaat opleveren ( Waar positieve plus waar negatieve testresultaten). De positieve likelihood ratio: is de verhouding tussen de kans op een positieve testuitslag bij personen met de ziekte en de kans op een positieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. De negatieve likelihood ratio: is de verhouding tussen de kans op een negatieve testuitslag bij personen met de ziekte en de kans op een negatieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. 6. discussie Bij het trekken van de conclusies is er rekening gehouden met alle beinvloedende factoren die eventueel de uitslag van het onderzoek kunnen beinvloeden. Er wordt kritisch naar het onderzoek gekeken en eventuele verbeteringen met betrekking tot de uitvoering van het onderzoek worden genoemd. 21

Bijlage 4: Begrippenlijst Wetenschappelijkheid Als men gebruik wil maken van informatie uit een artikel is het belangrijk om af te vragen of de methodologische kwaliteit van het artikel goed is. De methodologische kwaliteit van een artikel hangt af van een aantal factoren. Hieronder valt de opzet van het artikel, de validiteit, de betrouwbaarheid, de statistieke gegevens, de blindering, soort onderzoek, het gebruik maken van een referentie test en het onderzoek is reproduceerbaar. Al deze factoren bepalen de wetenschappelijke waarde van het artikel. Systematische review Een systematische review is een gestructureerde samenvatting van eerdere uitgevoerde onderzoeken. Meta-analyse Een meta-analyse is hetzelfde als een systematische review, met als toevoeging een bepaalde statistische techniek waarmee de resultaten van afzonderlijke studies op kwantitatieve wijze kunnen worden samengevat. Onderzoeksstudies Met het begrip onderzoeksstudies hebben we het voornamelijk over diagnostische onderzoeken. Men probeert de diagnostische manoeuvres te selecteren die in staat zijn een maximale reductie van het aantal mogelijkheden in diagnosen te bewerkstelligen. Validiteit De mate waarin een meetinstrument of test meet wat het beoogt te meten. Criteriumvaliditeit Indien de validiteit van een diagnostische test wordt beoordeeld door na te gaan in hoeverre de uitkomsten van deze test overkomen met de uitkomsten die worden gevonden bij toepassing van een externe criterium. Gouden standaard Een gouden standaard is een erkende, ideale test met de hoogste mate van validiteit. Het is een geaccepteerde referentietest. Testuitslagen worden vergeleken met de uitslagen van een gouden standaard, om zo de mate van validiteit van de test te bepalen. Prevalentie De frequentie van het voorkomen van de ziekte/aandoening in een bepaalde populatie waartoe de patient in kwestie behoort. Sensitiviteit Het eerste begrip, de sensitiviteit; is de kans op een positief testresultaat bij aanwezigheid van de aandoening. De mate van sensitiviteit wordt in percentages uitgedrukt en is idealiter 100 procent. De berekening aan de hand van een tabel ( zie tabel 1) is als volgt: waar positief delen door waar positief + fout negatief ( cel A/ cel A+ cel C) 22

Specificiteit De specificiteit is de kans op een negatief testresultaat bij afwezigheid van de aandoening. Ook de mate van specificiteit wordt uitgedrukt in procenten en ook hier is het meetinstrument of test idealiter 100 procent.. De berekening is als volgt: waar negatief/ fout positief + waar negatief ( cel D/ cel B + cel D). Om de begrippen sensitiviteit en specificiteit ( met hun tegenhangers fout positief en fout negatief) uit te leggen, volgt hier een voorbeeld (zie tabel 1). We hebben test X vergeleken met een gouden standaard, in dit geval artroscopie. Test X Positief Cel A Waar positief 8 negatief artroscopie Positief Negatief Totalen Cel B Fout negatief 2 Cel C Fout positief 0 Cel G (A+C) Cel D Waar negatief 10 Cel H (B+D) 8 12 Tabel 1 Voorbeeld voor het berekenen van de verschillende waarden. Cel E (A+B) 10 Cel F (C+D) Cel I (E+F of G+H) 20 In cel A komen de patiënten die zowel bij test X als bij de artroscopie positief waren: waar positief. Indien test X positief is, maar volgens de artroscopie negatief, dan spreekt men van een fout positieve diagnose ( cel B) en indien test X negatief is en volgens de artroscopie positief is, dan spreekt men van een fout negatieve diagnose ( cel C). Fout positief en fout negatief zijn idealiter 0 procent. We hebben als voorbeeld genomen dat twintig patiënten eerst door een medische specialist werden onderzocht en daarna een artroscopie ondergingen. Bij acht van hen was test X positief, evenals de bevindingen bij artroscopie ( tabel 1, cel A). De sensitiviteit wordt berekend door cel A te delen door cel G; die is dan 100 procent. De specificiteit wordt bepaald door cel D te delen door cel H ( 83,3 procent). Fout positief is: cel B gedeeld door cel H (16,7 procent) en fout negatief berekent men door cel C te delen door cel G (0 procent). Positief voorspellende waarde De positief voorspellende waarde is de kans dat de aandoening aanwezig is bij een positief testresultaat. Die kan men berekenen door cel A te delen door cel E, in dit geval is deze kans dus 80 procent. Idealiter is de positief voorspellende waarde 100 procent. 23

Negatief voorspellende waarde De negatief voorspellende waarde is de kans dat de aandoening niet aanwezig is bij een negatief testresultaat, laat zich berekenen door het delen van cel D door cel F, en is in dit geval 100 procent. Accuraatheid De accuraatheid is de proportie van alle testen die een correct resultaat opleveren ( waar positieve testresultaten plus waar negatieve testresultaten). Dit kan men berekenen door de cellen A en D op te tellen en te delendoor alle vier de cellen; in formule: A+D/ A+B+C+D. In het voorbeeld komt dat uit op 90 procent. Positieve likelihood-ratio De likelihood ratio van een positieve testuitslag geeft aan wat de verhouding is tussen de kans op een positieve testuitslag bij personen met de ziekte en de kans op een positieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. De berekening is als volgt: de sensitiviteit delen door ( 1- specificiteit). Negatieve likelihood-ratio De likelihood ratio van een negatieve testuitslag geeft aan wat de verhouding is tussen de kans op een negatief testuitslag bij personen met de ziekte en de kans op een negatieve testuitslag bij personen zonder de ziekte. De berekening is als volgt: ( 1- sensitiviteit) delen door de specificiteit. Een diagnostische test is informatiever naar mate de positieve likelihood-ratio dichter tot 10 en de negatieve likelihood-ratio dichter tot 0 nadert. Dus wanneer de positieve likelihood ratio tussen de 5-10 is en de negatieve likelihood ratio tussen de 0,1-0,2 bevindt, dan is het een belangrijke test wat duidelijk invloed heeft op de diagnose. Interbeoordelaarsbetrouwbaarheid c.q reproduceerbaarheid het door twee of meer beoordelaars of therapeuten uitvoeren van een meting of test bij een of meer patienten. Dit bepaalt de mate van overeenstemming in de resultaten van een test wanneer deze door twee of meer beoordelaars of therapeuten wordt uitgevoerd bij een of meer patienten. Intrabeoorderlaarsbetrouwbaaheid c.q reproduceerbaarheid het herhaald uitvoeren van een test door een beoordelaar of therapeut bij een of meer patienten. Dit bepaalt de mate van overeenstemming in de resultaten van een test wanneer deze herhaald wordt uitgevoerd door een beoordelaar of therapeut bij een of meer patienten. Kappa kappa is een maat voor inter- en intrawaarnemersovereenstemming die de feitelijke overeenstemming als proportie van de potentiele overeenstemming weergeeft, na correctie voor de toevalsovereenstemming. (% feitelijke( waargenomen) overeenstemming- % toevallige overeenstemming): (% potentieele (volledige) overeenstemming- % toevallige overeenstemming). Kappa index tussen 0-1. 0 uitsluitend toevalsovereenstemmingen 1 perfecte overeenstemming. 0.40 is de grens. 24